Om te begrijpen waarom er wereldwijd in de vampier van het volksgeloof werd geloofd, moet je een paar honderd jaar terug gaan, naar een tijdperk waarin de oorzaken van vele ziektes, een mysterie waren en men niet precies wist hoe de mens na de dood verteerde.
De meerderheid van de mensen geloofde dat dood en ziekte het werk van god was. Maar af en toe ontstonden er situaties waarin de mensen gingen vermoeden dat er nog een andere en donkere macht bestond. Dit werd vooral gedacht als een normaal gezond persoon plotseling stierf, hetzij aan een hartstilstand, een besmettelijke ziekte of een beroerte.
In de periode dat er nog weinig medische kennis was, werd de verklaring voor de sterfgevallen gezocht in het bovennatuurlijke; een vamier had het leven uit de levende gezogen. De dorpelingen bedachten dat de gestorvenen ook vampier waren geworden.
De lijken van zulke mensen werden dan opgegraven en onderzocht op iets dat moest wijzen dat ze met een vampier te maken hadden.
Dit betrof o.a. de aangroei van de huid, het haar en de nagels, een gezond en goed gevoed gezicht en een bloedende mond. De levende doden kreunden en lieten winden.
Tegenwoordig is het verottingsproces een bekend verschijnsel in de wetenschap. Maar in het veleden was het nog heel mysterieus wat er met een lijk gebeurde na de begravenis. De gesteldheid van deze "levende doden" die de vampierjagers als bewijs beschouwden, was eigenlijk het normale ontbindingsproces van een lichaam.
Terwijl een lichaam ontbindt, worden er gassen geproduceerd die snel binnen in het lichaam worden opgebouwd, waardoor het lichaam opgezwollen raakt. In het verleden zag een lichaam er in deze fase beter gevoed uit dan toen het nog in leven was.
Als het opgegraven lijk eenmaal officieel tot vampier bestempeld was, dan werden er verscheidene maatregelen genomen om de geest de eeuwige rust te geven.
De populairste maatregel was om met een scherpe paal door het hart van de vampier te slaan. Dit leidde tot een explosieve ontlading van vloeistof en gas waardoor het lichaam kreunde en winden liet.
Als je historische verslagen over vampieren leest, wordt het duidelijk dat de waarnemingen juist waren; de levende doden zagen er inderdaad groter en gezonder uit dan toen ze nog leefden. Maar de interpretatie van de verschijnselen was verkeerd. Aangezien ze geen andere verklaring hadden, is het begrijpelijk hoe het geloof in de vampieren zich naar zo vele culturen verspreidde.