De wolf is een zeer knap en intelligent zoogdier. Samen met een uitzonderlijk uithoudingsvermogen hebben deze eigenschappen ervoor gezorgd dat de wolf in sommige gebieden is blijven voortbestaan. Dit moedige dier is een knappe vechter tegen de elementen van de natuur. De wolf vermijdt de mens, hij geeft de voorkeur aan rustig in de natuur te leven. Zijn aanwezigheid in een bepaalde streek kan volkomen onopgemerkt blijven, zo voorzichtig is hij in zijn gedragingen. Een ontmoeting met een wolf in het wild, komt maar zelden voor.

Een wolf kan lange tijd achter elkaar draven en enkele tientallen kilometers in enkele uren tijd afleggen. Zijn territorium is zeer uitgestrekt en maar zelden verlaat hij het woud, zijn ware domein. Als de wolf in de winter door honger geplaagd wordt, begeeft hij zich dichter naar de bewoonde wereld en jaagt wel eens op open terrein. Het is een zeer belangwekkende vleeseter. Hij valt alle dieren aan, zowel grote als kleine. Hij aarzelt niet om een volwassen hert of een eland te achtervolgen en aan te vallen. Hij voedt zich zowel met aas als met vers vlees.

Wolven leven bijeen in groepen van twee of drie paren met hun jongen. In een pak wolven heerst een zeer strenge rangorde en elk lid heeft zijn eigen plaats in deze organisatie. De leidende wolf (de Alfa-wolf) paart uitsluitend met de leidende wolvin (de Alfa-wolvin). De andere leden van de groep zijn gehoorzaamheid verschuldigd aan de leider en er worden straffen uitgedeeld als er niet voldaan wordt aan deze regel. Wolven worden gemiddeld 16 jaar.