Tabel met belichtingstijden

In het bovenste deel van de tabel is de gevoeligheid van de film (bijv. 100 ISO) afgezet tegen de waarde van het diafragma van de lensopening (bijv. 11).

In het onderste deel is de bijbehorende belichtingstijd af te lezen en wel voor diverse verschijnselen tijdens een eclips. In de eerste (= meest linkse) kolom is het verschijnsel omschreven (ND = Neutral Density Filter; Rz = zonstralen). De tweede kolom geeft met een cijfer de helderheidsexponent Q. Hoe hoger dit getal, des te helderder het verschijnsel. De volgende kolommen geven aanbevolen waarden voor de belichtingstijd. Om die te bepalen moeten we eerst kijken naar het bovenste deel van de tabel. In het voorbeeld voor 100 ISO en een diafragma 11 wordt (zie onderste deel tabel) voor de protuberansen een belichtingstijd van 1/500 sec aanbevolen. Behalve in tabelvorm kan de belichtingstijd ook in een formule worden uitgedrukt:

t = f^2 / (I x 2Q)

Daarin is

t = belichtingstijd in seconden

f = diafragma-waarde

I = filmgevoeligheid in ISO

Q = helderheidsexponent

ISO-getal               -----------------------f-getal-----------------------------
25                         1.4    2      2.8    4      5.6    8      11    16    22
50                         2      2.8    4      5.6    8      11     16    22    32
100                        2.8    4      5.6    8      11     16     22    32    44
200                        4      5.6    8      11     16     22     32    44    64
400                        5.6    8      11     16     22     32     44    64    88
800                        8      11     16     22     32     44     64    88    128
1600                       11     16     22     32     44     64     88    128   176

verschijnsel           Q   --------------------sluitersnelheid------------------------
gedeeltelijk - 4.0 ND  11  ­      ­      ­      1/4000 1/2000 1/1000 1/500 1/250 1/125
gedeeltelijk - 5.0 ND  8   1/4000 1/2000 1/1000 1/500  1/250  1/125  1/60  1/30  1/15
parelsnoer             11  ­      ­      ­      1/4000 1/2000 1/1000 1/500 1/250 1/125
chromosfeer            10  ­      ­      1/4000 1/2000 1/1000 1/500  1/250 1/125 1/60
protuberansen          9   ­      1/4000 1/2000 1/1000 1/500  1/250  1/125 1/60  1/30
corona tot 0,1 Rz      7   1/2000 1/1000 1/500  1/250  1/125  1/60   1/30  1/15  1/8
corona tot 0,2 Rz
(diamantring)          5   1/500  1/250  1/125  1/60   1/30   1/15   1/8   1/4   1/2
corona tot 0,5 Rz      3   1/125  1/60   1/30   1/15   1/8    1/4    1/2   1     2
corona tot 1.0 Rz      1   1/30   1/15   1/8    1/4    1/2    1      2     4     8
corona tot 2.0 Rz      0   1/15   1/8    1/4    1/2    1      2      4     8     15
corona tot 4.0 Rz      -1  1/8    1/4    1/2    1      2      4      8     15    30
corona tot 8.0 Rz      -3  1/2    1      2      4      8      15     30    1 min 2 min

  Terug

1