Friese gewoonten
Een poos geleden werd er gesproken over voorlichting van
buitenlanders over Nederlandse gewoonten. Intussen is mij echter
opgevallen dat Friese gewoonten daarvan soms weer flink afwijken.
Opgegroeid op het echte platteland nabij het thans roemruchte
Bartlehiem en een uur lopen verwijderd van school heb ik nooit
echt deelgehad aan het dorpsleven. Daarna heb ik het grootste
deel van mijn leven buiten Friesland doorgebracht (Eindhoven,
Gelderse twin cities), zodat ik zeven jaar geleden eigenlijk voor
het eerst 'op' een Fries dorp kwam te wonen.
Al spoedig bleek dat ik nog heel wat moest leren. Als ik in de
tuin bezig ben, maken passanten weleens een praatje. Eerst dacht
ik dat je dan een hand moest geven en je naam zeggen, maar dat
was kennelijk niet de bedoeling; in een dorp kent iedereen elkaar
natuurlijk van jongs af aan en is zoiets niet nodig. De
nieuweling moet op een andere manier maar achter iemands naam
zien te komen. En laat ik nu een bijzonder slecht geheugen
hebben!
En weet je dan hoe iemand heet en bel je hem of haar op, dan moet
je niet met "menear" of "mefrou" aankomen.
Dat past ook weer niet: het is gewoon de achternaam resp. frou +
achternaam. Zodra je iemand wat beter kent gebruik je meestal de
voornaam.
Wel moet je steeds iedereen groeten die je tegenkomt en niet
teruggroeten is wel bijzonder onbeschoft. Zonder nadere
aankondiging kun je opmerkingen maken over dagelijkse dingen
zoals het weer, iemands tuin of wat dan ook.
"Hollanders" schrikken daar vaak van. Ik heb weleens
met volslagen onbekenden hele gesprekken gevoerd. Maar voor mijn
gevoel kan ik maar niet zomaar iedereen met 'do' aanspreken,
tegen wie ik in het Nederlands 'je' zou zeggen.
Veel van deze zaken zijn misschien wel algemeen
plattelands-gewoonten. Iets aparts in Friesland is de taal en dat
is een interessante maatstaf. In het begin sprak iedereen in
winkels en bij officiële instanties mij in het Nederlands aan,
als ik althans niet eerst mijn Friese mond had opengedaan. Zelfs
het dragen van een pet hielp niet.
Tegenwoordig wordt ik echter in winkels geregeld in het Fries
aangesproken - ook zonder pet - terwijl toch zeker niet ieder in
Heerenveen mij zal kennen, vooral als je er rekening mee houdt
dat het hier toch zeer vriendelijke winkelpersoneel nog wel eens
wisselt. Kennelijk heeft dit iets te maken met de manier van
kijken: in een grote stad kijken de mensen elkaar niet aan, men
kijkt weg. In een kleinere gemeenschap kijk je elkaar juist aan,
want je moet toch weten wie je groet! Onbewust neem ik dus nu de
'juiste' houding aan, al heb ik er nog weleens moeite mee.
Ik hoop dat deze regels wat hulp geven aan niet-Friezen die zo
graag erbij willen horen en die dat maar niet lukt. Misschien kan
het ook helpen bij het inpassen van allochtonen, bij wie dat
'wegkijken' toch vaak ook wat minder gewoon lijkt te zijn dan in
de westerse grotestads-cultuur.
P. Kramer (HC 10-5-2000).
Terug naar nederla.htm