'Ik voor mij beschouw de economische wetenschap als
dé zwendel van deze eeuw.
Ik sla economen ongeveer net zo hoog aan als meteorologen
en meteorologen vertrouw ik alleen maar als ze het weer van gisteren
voorspellen.'
(Koos van Zomeren,
De hangende man, blz. 23)
Eenzaamheid
Asyl
Veel hondjes hebben baasjes,
veel mannen wel een vrouw.
Ik heb alleen maar niemand
waar ik zoveel van hou. (Lévi
weemoedt, Van harte beterschap, blz. 74)
Maar het is waar wat Nietzsche zegt: 'dat verfijnde
gevoel, dat eenzaamheid heet.'
(Maarten 't Hart,
De kroongetuige, blz. 148)
De vreesachtige weet niet
wat alleen zijn is:
achter zijn stoel staat altijd een vijand.
- O, als toch eens iemand ons de geschieedenis kon verhalen
van dat verfijnde gevoel, dat eenzaamheid heet!
( Friedrich Nietzsche, Morgenrood,
blz. 177, Wie is er nu ooit alleen!)
Eenzaamheid
Dat is alleen zijn met je bloed
Ik wil nooit meer alleen zijn
Ik ken mijzelf daarvoor te goed (Freek de Jonge,
Iets rijmt op niets, De blues (fragm.), blz. 44)
Er gaan heel wat meer mensen
geestelijk ten onder aan een opgewekt onderling verkeer,
dan aan de eenzaamheid en de stilte.
(J. Greshoff, 444 aforismen,
blz. 97)
'Als je alleen bent, heb
je voor het grootste deel met je fantasie te maken.
De werkelijkheid valt tegen'.
(Simon Vestdijk,, in John
Muller, Het literair anekdotenboek, blz. 12)
Mijn moeder vroeg wat er
was en ik zei:
"Iedereen liep daar maar, iedereen was met iemand."
En ik beschreef hoe ik me totaal alleen had gevoeld.
Toen keek ze mij aan en zei: "Ten eerste lijkt dat maar zo,
want een heleboel mensen die daar zo vrolijk lopen, kunnen heel
eenzaam zijn.
Maar je moet ook weten dat je uiteindelijk eenzaam bént
in je leven. "
(Vonne van der Meer,
geciteerd door Elisabeth Lockhorn, Geletterde vrouwen, blz. 210)
Ik houd van ontvangsten
en feesten
omdat ik mij bij zulke gelegenheden het weldadigst bewust wordt
van mijn eenzaamheid.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 32)
Eerlijkheid
Eerlijkheid duurt mij te lang.
(Willem Hietbrink,
Kwispelen met taal, blz. 7)
Wie twijfelt aan zijn eigen
eerlijkheid
begint eerlijk te zijn.
(Ive Silloc,
ps. Lode van den Heuvel), Citaten,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
141)
Ik weet eigenlijk niet goed
wat eerlijkheid is.
De voorbeelden, die ik ervan gezien heb, vond ik nogal saai.
Ik ben een speels iemand.
Het is leuk en ik kan het ook niet laten om het leven uit te proberen
in verschillende varianten,
net als in het schaakspel, en niet met één opening
te volstaan.
Er is zelden iets wat ik zeg of denk, of het tegenovergestelde
gaat ook door mijn gedachten.
(Godfried Bomans,
Werken I, blz. 776, Dagboek van Rottumerplaat,
Maandag 12 juli 1971)
"Om eerlijk te hebben
geleefd," stelde Gerrit Komrij
eens vast,
"dient men in de wieg te zijn gestorven.
" Het begint al met het 'prettig weekend!' van de kruidenier
en het 'alles goed?' van de kennis aan de telefoon.
Het zal de grutter een zorg zijn of ons weekeinde prettig wordt
en de opbeller zou hoogst verbaasd zijn als we zijn vraag beantwoordden
met een opsomming van de belastingtegenvallers, parkeerbonnen,
echtelijke twisten en eksterogen die ons zoal plagen.
En als we de middenstander een beleefd 'insgelijks' toevoegen
en de opbeller verzekeren dat ons inderdaad álles meezit,
dan komen we evenmin met de volle waarheid,
maar met de rituele clichés.
(Matt Dings,
Eerlijk duurt het kortst, HP/De Tijd, 13-02-1998, blz. 36)
Mensen waarderen eerlijkheid
meestal alleen als die positief voor henzelf is.
(Marjet van Zuijlen, Retour
Nijmegen-Den Haag, 24 augustus 1998, blz. 7)
Eeuwen
Wij zitten in de staart van de eeuw,
en de manier waarop we heen en weer worden geslingerd
wijst er niet op dat hij vrolijk kwispelt.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 9)
Eeuwigheid
Dante had gelijk: er zijn drie soorten eeuwigheid:
die van de hel, die van het vagevuur, die van de hemel.
Je vindt ze, als minuten, door het leven van elk mens gestrooid.
(C. Buddingh',
Dagboeknotities 1977-1985, blz. 267, 06-06-1978)
het leven onderbreekt de
eeuwigheid / de dood neemt de draad weer op
(Saul van Messel, het eeuwige
leven, blz. 31)
Egels
Sinds kort steekt hij de dijkweg over,
steeds in hetzelfde avonduur,
de bus is niet voorbij.
Hij valt de tuin in, langs de glooiing,
Verdwijnt tussen savooiekolen
in een duistere poort.
(Ed Leeflang, De egel (fragm.),
Bezoek aan het vrachtschip, blz. 20)
Egoïsme
Egoïstische wereld! Iedereen denkt aan zichzelf.
Ik ben de enige die nog weleens aan mij denkt.
(Wim Kan, Soms
denk ik wel eens bij mezelf..., blz. 27)
Het tegenovergestelde van egoïsme is niet altruïsme,
maar verstand.
(Alexander Pola,
Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 55)
Eieren
Met een ei kan men tóch geen stenen breken.
(Bertus Aafjes,
Morgen bloeien de abrikozen, De ogen van de cholera, blz. 76)
Eikels
Maar dan ben je haar al lang vergeten, want het is
eikel-tijd!
Eikels zijn gewoner, meer ordinair, je hebt er wel zes, zeven,
aan één takje.
Zij hebben een hoedje op, of zij zitten in een badkuipje, het
is maar hoe je hem houdt.
Met eikels moet je niet gooien; want er zit een puntje aan,
en als je dat in je oog krijgt, kun je wel naar huis gaan.
(Godfried Bomans,
Werken 1, Memoires van Pieter Bas: Kinderjaren, blz. 19)
Emancipatie
We zouden er voor moeten oppassen dat de emancipatie
niet ontaardt in een bewijs
dat vrouwen óók al die afschuwelijke mannelijke
eigenschappen bezitten.
(Alexander Pola,
Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 77)
Emoties
.., maar dit soort zaken moet je natuurlijk niet emotioneel
bekijken.
Je moet waarschijnlijk zelfs niets emotioneel bekijken. (C. Buddingh',
Dagboeknotities 1977-1985, blz. 398, 20-1-1980)
Emoties, ach, mevrouw, emoties
Zijn zo vies: vis die niet kan zwemmen
In mijn uitgekookte zee van ironie.
(Leonard Nolens, Zelfportret
van Hugo Claus 65 (3) fragm.,
in De 100 beste gedichten van 1996, blz. 84)
Engagement
Maar ook ben ik, wat met een modewoord heet: geëngageerd.
Als schrijver moet je allereerst mens zijn,
en als mens leef je maar half wanneer er niet een onderwerp is
waar je je druk over maakt:
religieus, sociaal-politiek, filosofisch, ethisch, noem maar op.
(Jan
Gerhard Toonder, Interview met mijzelf, Bijenkorf boekengids
boekenweek 1970)
Engeland
Wie heeft ook al weer van wie gezegd:
"He's every other inch a gentleman,"
Het is nu eens niet van Oscar Wilde, dacht ik.
Maar het had van hem kunnen zijn.
Zoals: "one of those typically Britisch faces, which, once
seen, are never remembered".
(C. Buddingh', Dagboeknotities
1977-1985, blz.306 (ged.), 8-8-1978)
Het is sowieso een feest om
te wandelen tussen de Engelsen en vooral omdat het geen volk is,
maar een ras.
Een heel goed ras. Humorvol, beleefd, behulpzaam en verschrikkelijk
aardig.
(Youp van 't Hek, En het bleef
nog lang onrustig in m'n hoofd, blz. 114, Beatles)
Engelen
Willen mensen kunnen vliegen, omdat engelen vleugels
hebben,
of hebben engelen vleugels, omdat het de droom van de mens is,
te kunnen vliegen?
(C. Buddingh', Dagboeknotities
1977-1985, blz. 248, 11-05-1978)
Enthousiasme
Echt enthousiasme van een ander heeft iets ontroerends,
zeker als je niet in het enthousiasme deelt maar het wel kunt
begrijpen
en de ander wel graag mag.
(Maarten 't Hart, Laatste zomernacht,
blz. 49)
Ergernis
Dat astma schrijf ik hoofdzakelijk toe aan morele oorzaken.
Ik heb opgemerkt dat het in verband staat met ergernis
en daaraan heb ik geen gebrek.
(Willem Frederik Hermans,
De raadselachtige Multatuli,
blz. 182, brief aan Haspels, 18 juni 1883 )
Ervaring
Ervaring is het archief van onze stommiteiten.
(Leopold Koch, 't Periodiekske,
3-1-1970, , aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974,
blz. 127)
Het tegenovergestelde van hoop is niet wanhoop, maar
ervaring.
(Alexander Pola, Nou èn...?
Handleiding voor optimisten, blz. 37)
Essays
Nooit van mijn leven heb ik een essay geschreven.
Proza-oefeningen zijn het.
Als iets niet rijmt en ook geen verhaaltje is over twee mensen
die scheiden en weer bij elkaar komen, heet het een essay.
In oorsprong betekent het 'poging tot iets te komen',
maar het staat voor alles wat academisch en onleesbaar is.
(Gerrit Komrij, t.g.v. het
krijgen van de P.C. Hooftprijs voor zijn essays, Volkskrant, 15-03-1993)
Eten
Een Turks spreekwoord luidt als volgt:
Wie zijn buik vol eet, graaft zijn graf met zijn tanden.
(Dr. Marc Galle, Voor wie haar
soms geweld aandoet, deel 1, blz. 75)
'Ik graaf me mijn graf met mijn
vork,' zei Maurice Edmund Sailand Curnonsky,
de grootste gastronoom die Frankrijk in deze eeuw gekend heeft.
Het bleek een gezonde bezigheid, deze grafgraverij.
Toen hij tachtig werd boden tachtig eethuizen van Parijs hem hun
meest verfijnde maaltijd aan.
Hij is ze alle tachtig gaan gebruiken.
Op tachtig verschillende dagen natuurlijk.
(Bertus Aafjes, De Italiaanse
postkoets, blz. 71/72)
De wijze, waarop de man at had
iets onzedelijks
- veel beter kan ik het niet onder woordden brengen.
Tafelmanieren werden ons thuis niet bijgebracht,
en ik kan dan ook nog steeds niet,
tenzij ik mijzelf een overdreven zware tucht opleg,
anders dan grommend, blazend en schrokkend eten.
(Een zwelger of een ontbeerder, nooit een genieter
- zo zou ik mijzelf met betrekking tot hhet dagelijks voedsel willen
tiperen,)
Het was dan ook niet een smakkend of te haastig eten
- al zal hij dat zeker hebben gedaan - <
dat mij angst (alsof ik een ontucht bedrijvend wezen bespiedde)
en haat (die ik mijzelf niet dorst bekennen) inboezemde,
maar iets heel anders.
Uit de man zijn gezicht spraken verachting, wantrouwen en, vooral,
haat jegens alles in het algemeen en jegens het voedsel in het
bizonder:
de gulzoge tegenzin (alweer kan ik het niet anders zeggen)
waarmee hij het gerecht noch naar binnen wierp,
noch met de lippen pakte, maar veeleer de mondholte binnenschepte;
het dreigend tot stilstand komen van de kaken
als hij in de spijs iets onbekends meende te voelen,
en het suizen - een honend, bijna onhoorbaar fluiten - van de
adem.
Hij at niet als een hond of een kat, want die eten heel keurig,
noch met de kalme drift van een vogel,
maar als een onbekend dier, dat zijn gedode prooi nog bij het
opeten blijft haten.
(G.K. van het Reve, Nader tot
u, blz. 16/17, Brief uit het verleden (over Paul de Groot))
Etiquette
Etiquette is de kunst om met gesloten mond te geeuwen.
(Dr. Marc Galle, Voor wie haar
soms geweld aandoet, deel 1, blz. 44)
Evolutie
Volgens Arthur Koestler
is de mens een bedrijfsongeval van de evolutie;
volgens mij soms een perversie van de evolutie.
Maar ja, volgens Howard Bloome van The Lucifer Principle,
van huis uit oncoloog en nu tevens PR-man van Michael Jackson
,
is Gods werkelijke naam Lucifer.
Dat zou ook meer in overeenstemming zijn met de evenbeeldgedachte.
(W.L. Brugsma, Verzoening
maakt vrij, HP/De Tijd, 16-05-1997, blz. 52)
Examen
We hebben ons eindexamen in het gymnastieklokaal gedaan,
waar de ringen tegen het plafond waren getrokken,
en Alexander zei dat de geest tenslotte dus ook hier over het
lichaam triomfeerde.
(Benno Barnard, Van school,
blz. 30)
Executies
In het huis van de literatuur is een speciaal zolderkamertje
gestoffeerd met executieverhalen.
Het ligt pal naast dat van de pornografie.
Het hoort niet. Je weet dat het niet hoort.
Je kunt er je ogen niet van afhouden.
(Koos van Zomeren, 1946 Verkenning
van een geboortejaar, blz. 56)
Extravert
Het gaat hem niet goed, vind ik, de laatste tijd,
maar een oester is vergeleken met hem een hoogst extravert wezen.
(C. Buddingh', Dagboeknotities
1977-1985, blz. 425/426, 28-7-1982)
Ezels
Ik moest vechten - met God en mensen zou ik worstelen,
en ik zou overwinnen, zag ik nu.
Neen, o neen, ik mocht nimmer de hoop opgeven
dat ik eenmaal datgene zou schrijven wat geschreven moest worden,
maar dat nog niemand, ooit, op schrift had gesteld:
het boek, alweer, dat alle boeken overbodig zou maken,
en na welks voltooiing geen enkele schrijver zich meer zou behoeven
af te tobben,
omdat gans het mensdom, ja zelfs de gehele, thans nog in haat
en angst gekluisterde natuur, verlost zou zijn.
Dan zouden de kinderen der mensen een zonsopgang zien als nimmer
gezien was,
en een muziek zou klinken, ruisend als van verre,
die ik nooit gehoord had, maar toch kende.
En God Zelf zou bij mij langs komen in de gedaante van een éénjarige,
muisgrijze Ezel
en voor de deur staan en aanbellen en zeggen:
'Gerard, dat boek van je - weet je dat Ik bij sommige stukken
gehuild heb?'
(G.K. van het Reve, Nader tot
u, blz. 112, Brief uit het huis genaamd 'Het Gras')
This page hosted by geocities.com
Get your own Free Homepage