Wilhelm Liebknecht,
die op de vraag hoe hij zich de verwezenlijking van zijn ideaal
voorstelde, antwoordde:
geen ideaal gaat in verwezenlijking.
(B. Tromp -
Drees en het democratisch socialisme in Willem Drees, H. Daalder
en N. Cramer, blz. 46)
De meesten begeren weinig,
hun ideaal is om in huiselijke kring platvoeten te krijgen.
(Gerrit Jan Zwier,
Allemaal projectie, blz. 120)
Stokpaardjes zijn op stal gezette
idealen.
(C.J. Casparus,
Studeerkamera, aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974,
blz. 111)
Idealisme Doe ik mijn ogen toe,
Dan wil ik't wel geloven,
Doch als ik ze open doe,
Komt weer de twijfel boven.
(Petrus Augustus
de Genestet, in De wereld heeft twee aangezichten, blz. 167)
'Ik zal u eens een raad geven:
doe die boeken weg.'
'Welke boeken?'
'die edele boeken, die U leest. Doe ze weg.
Ik heb ze ook: Goethe, Schiller, en al die kerels.
Mij doen ze geen kwaad.
ik loop er eens langs en ik kijk er eens naar;
ze kleuren uitstekend bij het behang.
Maar U leest ze. Dat is leelijker.
Ik weet hoe dat gaat: je leest en je leest,
hier een nobele gedachte, daar een nobele gedachte.
Goed. Maar wat gaat er nu gebeuren?
Men gaat zulk een nobele gedachte eens toepassen.
In het begin is het een aardigheid.
Een gulden aan een bedelaar hier, een jas aan een bedelaar daar...
Goed. Maar langzamerhand begint men verheven te denken
, men krijg een nobele inborst;
steeds nobeler wordt de inborst, steeds nobeler.
en tenslotte is men een idealist.'
(Godfried Bomans,
Werken 1, Memoires van Pieter Bas, deel twee, blz. 191)
Ik schopte tegen het leven
Ging als een gek tekeer
Maar het bleek mee te geven
Het bood geen weerstand meer
Dat hele ideale
Waarin ik had geloofd
Bleek niet meer dan verdwalen
In mijn eigen hoofd (Freek de Jonge,
Iets rijmt op niets, De kleine zwervers revisited (fragm.), blz.
63)
Want je moet gek zijn om
te durven blijven dromen
over een maatschappij die toekomstkansen heeft.
enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
of deze wereld ons normaal-zijn overleeft. (Jan Boerstoel,
Van de gekken (fragm.), Verre vrienden, blz. 29)
De eerste dodelijke slachtoffers
aan beide zijden in elke oorlog zijn de idealen,
waarvoor hij wordt gevoerd.
(Alexander Pola,
Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 20)
Als idealen met de moedermelk
worden ingezogen, begrijp ik onze tijd zonder borstvoeding.
(Karel Jonckheere, Filter
uw dag, blz. 10)
Het ideaal, zelfs de ideale
ruimte, zal altijd de prikkel zijn voor het werk,
voor het verlangen om van een ideaal werkelijkheid te maken.
Zodra het werkelijkheid is, is het ideaal ook ideaal af.
(Connie Palmen, De vriendschap,
blz. 235)
het rare met idealen is - je
raakt er wel kwijt maar je krijgt er geen nieuwe voor terug.'
Hij pauzeerde even.
'En als je door je rantsoen heen bent heeft het uur van je dood
geslagen.'
(Koos van Zomeren, De hangende
man, blz 32)
Idealisten houden het oog op
de toekomst gericht:
als zij één blik in het verleden sloegen waren zij
geen idealisten meer.
(Eric van der Steen , Alfabêtises, blz. 20)
Alleen het idealisme kan lammeren
veranderen in tijgers.
(A. Roland
Holst, Kort, blz. 15)
Dat is de reden dat de heilstaat
onmogelijk is
en ieder die als idealist begint met het uit de grond stampen
van de nieuwe mens,
eindigt als tiran.
(Renate Rubinstein, Nee
heb je (budget-boek), blz. 43)
Idealist is hij die leeft in
de gevaarlijke illusie,
dat zijn leugen beter, dat wil zeggen mooier, zinrijker, doeltreffender
is, dan die van zijn buurman.
(J. Greshoff, 444 aforismen,
blz. 32)
Idealisten achten zich uit
hoofde van hun idealisme geroepen om iedere botsing onherstelbaar,
iedere verwarring onontwarbaar, ieder vraagstuk onoplosbaar te
maken.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 128)
Vrijheid is een hersenschim, gelijkheid een onrecht
en broederschap een leugen.
En in naam van deze zogenaamde idealen zijn honderdduizenden vermoord.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 133)
Ideeën
'Jij bent niet geïnteresseerd in mensen,' zei
Stientje een tijdje geleden.
'Nee,' gaf ik toe, 'ik ben geïnteresseerd in ideeën.'
Daarom ben ik ook geen romancier.
Maar er is wel een klein aantal mensen aan wie ik bijzonder verknocht
ben,
die 'het leven op aarde' niet alleen draaglijk, maar ook aangenaam
voor mij maken,
in wier gezelschap ik ontspannen mezelf kan zijn,
met wie ik kan schertsen en lachen.
Maar echt geboeid wordt ik alleen door formuleringen van hun gedachten.
Niet door wat voor soort ontboezemingen dan ook.
Als ze ergens mee zitten mogen ze bij mij komen,
hun hart uitstorten en zal ik ze ook nog proberen te helpen zo
goed als ik kan.
Maar al dat geroer en gepook en gepulk in eigen en andermans ziel,
dat tegenwoordig aan de orde van de dag is:
ik haat het.
Het is een teken van onvolkomenheid.
Maar ja, we leven in een maatschappij die steeds onvolkomener
wordt.
(C. Buddingh', Dagboeknotities
1977-1985, blz. 416, 5-2-1982)
Ideologie
Als dit dan dat, als zus dan
zo, denken in systemen!
Ideologie produceert samenhang, bedoeling, rechtvaardiging.
Ideologie is een schild tegen ongewenste gedachten.
Waarmee niets negatiefs gezegd is over ideologie,
want het kan geen kwaad slechte ingevingen te beteugelen.
(Koos van Zomeren, Een jaar
in scherven, blz. 344/345, Voorwaarts)
Iedereen
Gisteravond, toen iedereen naar bed was
- merkwaardig eigenlijk deze betekenis vvan iedereen:
alle anderen behalve jezelf - nog een beetje zitten lezen
(C. Buddingh', En in een
mum is het avond, blz. 50/51, 03-08-1972)
IJdelheid
Als je hem de ogen uitstak en in een zwart geschilderde
spiegel liet kijken
zou hij nog alleen zichzelf zien.
(Gerrit Komrij, De buitenkant,
blz. 64)
IJs
Ik ben geen held op ijs.
In alle kieren van mijn bewustzijn woekert de angst voor uitglijden
en doorzakken.
Er zijn tachtigjarigen die zich op ijs beter bewegen dan ik.
Maar zelfs voor mij is ijs onweerstaanbaar.
(Koos van Zomeren, De bewoonde
wereld, blz. 227, uit: De lof der platheid)
Op ijs werd de Nederlander levensgenieter.
IJs schonk hem de vrijheid.
Want hij was een gevangene van het water.
Altijd werd zijn gaan en staan door water aan banden gelegd.
Steeds moest hij langs water lopen,
steeds werd hij door water omgeleid.
En dat veranderde met ijs. IJs, en je kon gaan waar je wou.
IJs, en je kon langs de kortste weg naar de kerk. Het water begaanbaar.
Bij ijs was iedereen een beetje Jezus.
(Koos van Zomeren, Sneeuw
van Hem, blz. 48)
IJsbergen
Fiona has the same glacial beauty as an iceberg,
but unlike the iceberg she has absolutely nothing below the surface.
(Roald Dahl, Matilda, blz. 9)
IJver
Als ge met uw zoon overlegt welk beroep hij zal kiezen,
let dan goed op of hij ijverig is,
want de graad van z'n ijver moet bepalen of hij geschikt is voor
staatsbetrekking
of voor 'n bijzonder beroep.
De reden hiervan is deze.
In beide gevallen begint hij z'n loopbaan als ondergeschikte.
IJver zal hem schaden als z'n chefs publieke personen zijn,
maar voordeel doen bij 'n partikulier.
(Multatuli, Ideeën,
eerste bundel, idee 115 (ged.), blz. 39)
't was moeilijk in hem den type te miskennen
die voorheerst onder de Hollanders in Indië... een mensensoort,
in 't voorbijgaan gezegd,
die zeer onderscheiden is van de Hollanders in Holland.
Traag zolang er niets te doen viel,
en ver van de beredderingzucht die in Europa voor ijver geldt,
maar ijverig waar bezigheid nodig was...
(Multatuli, Max Havelaar,
blz. 67)
IJzel
Het ijzelt en de struiken zijn van glas.
Wij lopen samen door het witte gras.
Er zijn van die momenten dat ik wilde
dat alles nu maar bleef zoals het was. (Jean Pierre
Rawie, Hier ligt Poot, Hij is dood, blz. 18)
IJzer
Als Beeld, zoo: (alle vergelijkingen gaan mank, soit!)
Mensch zijn zal ik noemen:
de algemeene hoedanigheid der voorwerpen,
bijv. ijzer. (Je ziet dat ik de fabriek van Hotz frequenteer.)
Meisje, man, vrouw, kind zijn, stel ik gelijk aan den oogenblikkelijken
toestand van die stof (de vorm)
bijv. een kram, een haak, een spijker.
Goed ijzer kan dan alleen nut doen door z'n goede hoedanigheid
als het in den vorm is gebragt, die beantwoordt aan het doel.
Maar vorm zonder goed gehalte is ook niets waard.
De algemeene hoedanigheid gaat echter voor.
Een verkeerd gevormde kram van goed ijzer kan omgesmeed worden.
Een goed gevormde kram van slecht ijzer is en onbruikbaar als
kram,
en als bestanddeel van wat anders.
Een goed mens die in zekeren toestand niet beantwoordt aan z'n
bestemming,
kan in andere toestanden daaraan wèl beantwoorden
(een mal coquet meisje kàn een goede moeder worden.
't Is niet zeker, maar 't kàn, etc.)
Werk dat wat uit in je gedachten. Ik word te lankdradig anders.
Daar komt iemand in de smederij die gelooft dat veel goed ijzer
verkeerd gevormd is.
Die grondstof is te goed, zegt hij,
om zoo weinig te voldoen aan wat men van goed ijzer maken kan.
Wat doet hij? Als i wat te zeggen heeft in de fabriek, verandert
hij de verkeerde vormen,
dat is (op de maatschappij toegepast) de toestanden.
De meesterknechts (ouders, regeerders, etc.) willen dat niet.
De oude toestand was hun gemakkelijker.
De verandering baart smart.
Nu is de vraag of die smart eerbiedwaardig genoeg is
om 't oversmelten na te laten of uit te stellen.
Ik wagt je brief en zal m'n pligt doen.
Ik heb je heel ernstig te schrijven. Aan anderen ook.
Langen tijd heb ik expres gezwegen in 't publiek.
Er zijn velen welker stof ik te goed reken voor den toestand.
Maar 't is niet de moeite waard (uit 'n maatschappelijk oogpunt)
vuur te stoken voor 't omsmeden van één kram.
Van vèle krammen en spijkers kan welligt 'n bruikbare locomotief
gemaakt worden,
of beter nog, een ijzeren brug naar wat volmaaktheid.
.
Van veel kanten krijg ik smartbrieven en vragen om wat hulp
(verandering van toestand).
Vaak gebeurt het mij dat ik 't ijzer niet goed genoeg keur voor
de moeite van 't verwerken.
(Onlangs nog schreef ik: 'ik kan me niet bemoeien met zulke ellendelingen
als gij.
Doe me een plezier en schiet je dood.
Voor de eer van de familie zal ik rondvertellen dat je aan de
mazelen gestorven bent.
Ook verbied ik je het schrijven over 't goede.
Dat compromitteert een ander, die 't meent, etc.')
Ik ben niets gemakkelijk in 't opnemen van sympathie.
Ik heb voelhoorns en bedrieg mij zelden in de deugd van 't ijzer.
(Multatuli, Liefdesbrieven,
blz. 233/234, Brieven aan Mimi, 20 Maart 1863)
Illusies
En dan zeggen de mensen: je moet de werkelijkheid onder
ogen zien.
Maar waarom eigenlijk?
Als wij ons nou beter voelen met onze illusies?
(Koos van Zomeren, Een jaar
in scherven, 01-01-1987, blz. 12)
Imago
Juist als mensen je proberen vast te pinnen, te etiketteren,
moet je zorgen dat je wegkomt.
(Gerrit Komrij, De buitenkant,
blz. 65)
Ik heb mij nooit druk gemaakt over beelden die men
zich van mij vormde,
omdat er toch nooit ene tor van klopte.
Hoe vreemder en verwrongener het beeld is dat mensen van je hebben,
des te meer gelegenheid je hebt om in je eigen sop iets voor jezelf
te bewaren.
Hoe gekker het beeld, hoe liever het me eigenlijk is.
Ik zal ook nooit iets doen om het tegen te spreken.
(Gerrit Komrij, De buitenkant,
blz. 65)
Ik vind het best dat mensen er vaste sjablonen over
je op na houden.
Dat geeft jezelf op de lange termijn wat meer handelingsvrijheid,
het werkt als een schild waarachter je stiekem bezig kunt blijven
op je eigen manier.
(Gerrit Komrij, De buitenkant,
blz. 66)
Index
En waar nooit een index was geweest, verscheen nu een
lijst met zijn verboden boeken,
ofschoon weer anderen beweerden dat het ene verboden boek die
index moest zijn.
(Jac van Hattum, De auteur,
in: Moderne Nederlandse verhalen, blz. 111)
Insekten
Keer je de steen om, dan zie je een heleboel gekke
beesten.
Ze wriemelen als dollemannen door elkaar,
verschrikt door het felle licht,
en trachten hun bleekblauwe lijfjes in de rulle aarde te verbergen.
De raarste namen hebben ze,
die je niet zonder blozen durft uit te spreken.
Maar je mag het toch gerust doen,
want als een beest nu eenmaal zo heet, kun je het niet helpen.
(Godfried Bomans, Werken I,
blz. 519, wonderlijke nachten)
Groot genoegen vond ik altijd in het oplichten van
een steen,
een platten rooden steen, die schuin achter den zandbak op den
grond lag.
Nooit heb ik sedert dien tijd zulk een ontstellende hoeveelheid
duizendpooten, kevers en oorwurmen meer bij elkaar gezien!
Alles wriemelde in panischen schrik door elkaar,
en ik lag daar geknield boven te kijken tot ik er pijn van in
mijn hoofd kreeg.
Leuke beesten waren daar bij, met nijptangen op hun hoofd en geweldige
koloogen.
Wat mij altijd trof was het verschrikkelijk aantal beenen dat
zij allemaal bezaten,
en waarvan, naar mijn berekening, zeker wel de helft zonder schade
kon gemist worden.
Bang was ik voor geen van hen,
ik vond ze niet griezelig, alleen zeer opmerkelijk.
Ook kende ik niet het minste medelijden
waar het gold hun merkwaardigheid te verhoogen door er allerlei
stukjes af te halen
. Zoo herinner ik mij dat een uitgetrokken poot van een 'hooiwagen'
op eigen kracht en gelegenheid kon doorspartelen;
trok je ze alle acht uit, dan dartelden ze in een kring rond hun
eigenaar,
die in het midden rustig bleef toekijken,
alsof hem de voorstelling in het geheel niet aanging.
Ook een worm kon je in een heeleboel stukjes snijden,
zonder dat dit aan zijn opgewektheld schade deed.
(Godfried Bomans, Werken I,
blz. 665, Dagboek van een gymnasiast)
Inspraak
'Want als ergens iets gebouwd
wordt,
mobiliseert de gemeente bij de huidige vormen van inspraak meestal
het chagrijn.
Mensen merken pas iets als het voor hun deur gebeurt.
Betrek je ze vroeger bij de plannen dan komen ze ook met suggesties.'
(Niesco Dubbelboer, EM,
Virtuele democratie, 4-1-1997)
'Inspraak zonder inzicht leidt
tot uitspraak zonder uitzicht' is de laatste tegenslogan.
(C. Buddingh', Een mooie
tijd om later te worden, blz. 139, 22-01-1976)
Integratie
Aanpassing? Was je ziel omdraaien in je,
had iemand ooit tegen hem gezegd.
(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In
de geest van mijn cultuur, blz. 47)
Ma'fo wáárom al die figuren, die probeerden,
om jou te strippen?
Je moest van álles af, je ziel, je taal, je leven.
En vooral je denken!
Geen al teveel thuismanieren van vroeger laten blijken!
(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In
de geest van mijn cultuur, blz. 86)
Dan moest je, om geaksepteerd te worden,
zelf ook kultuurvergooien fo ze?
(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In
de geest van mijn cultuur, blz. 129)
Ach man! Wat zeg jij me?!
Láát Hollanders beginnen met zich aan Hollanders
aan te passen,
Holland aan zichzelf!
(Edgar Cairo, Koewatra djodjo/In
de geest van mijn cultuur, blz. 134)
Integriteit
Weinig woorden zijn zo nutteloos als integriteit.
Over andermans integriteit kun je onmogelijk oordelen;
met de slechtste bedoelingen worden de beste werken verricht en
andersom.
Op je eigen integriteit kun je je onmogelijk beroepen;
integriteit houdt op integriteit te zijn zodra je haar probeert
te verzilveren.
Je eigen integriteit is als het kwartje dat me ooit door een oom
werd beloofd:
ik zal je een kwartje geven, maar je mag er nooit om vragen.
(Koos van Zomeren, Een jaar
in scherven, blz. 161, 28-06-1987)
Intellectuelen
'Iedereen is hier, de hele wereld. Alle linkse intellectuelen.'
'Laat dat 'linkse' maar weg,' zei Onno,'want het alternatief is
een contradictio in terminis.'
(Harry Mulisch, De ontdekking
van de hemel, blz. 196)
Intelligentie
We zoeken naarstig naar intelligent leven
in de ruimte maar het ziet er naar uit
dat het daar óók niet is.
(Kadé Bruin, Uitsmijters
van scharreleieren, blz. 10)
Intelligentie bij een
mooie vrouw is een toegift,
waarop je niet rekent.
Ook werkt het verstand anders dan bij ons,
het is allemaal flitsende intuïtie en de begrippen,
voor zover uitgesproken,
zijn nog vochtig van het voelen en niet vooraf uitgebeend,
zoals bij ons.
(Godfried Bomans, Werken I,
blz. 739, Dagboek 1957, Donderdag 21 maart)
Eén der bezwaren
van intelligentie is,
dat zij zich een groot aantal graden van domheid niet voor kan
stellen:
wat domheid betreft is intelligentie dom.
(Eric van der Steen, Alfabêtises,
blz. 19)
Interviewen
Ik vind het eigenlijk heel vervelend dat er bij een
interview een ander aanwezig is,
die nog eigen gedachten heeft ook en dingen zegt.
Het liefste zou ik tegen de persoon zeggen:
Ik interview u, maar blijft u maar lekker thuis.
Ik zeg het allemaal wel voor u, en heus, ik zorg dat u er heel
mooi en goed uitkomt!
(Ischa Meijer, Algemeen Dagblad
27-12-1988, geciteerd in: De interviewer, blz. 9)
Intimidatie
Dat is de hele truc.
Mensen laten willen wat jij wil dat ze willen.
Intimideren. Doen alsof je het voor het zeggen hebt.
Die ander laten denken dat hij gek is als hij het niet doet.
Mensen zijn lui,
ze gehoorzamen liever dan dat ze zelf iets bedenken om te willen.
Ze zijn blij als jij het voor ze bedenkt.
(Tim Krabbé, De grot,
blz. 57)
Invallen
'Losse invallen zijn dikwijls raak', zei hij,
'dat heb ik gemerkt, maar je moet er voorzichtig mee zijn.
Als je zo'n inval hebt als ik daarnet, moet je hem onmiddellijk
uit je hoofd zetten.
Hij komt wel terug, in verbeterde vorm,
en als dat gebeurt, en ik kan je garanderen dat het gebeurt, zul
jij nog eens zien!
(Alfred Kossmann, De vrouwenhaters,
blz. 116)
Inzicht
Met inzichten prijs ik me altijd gelukkig, al zijn
ze nog zo verschrikkelijk.
Obsessies ben ik liever kwijt dan rijk.
Obsessies delen met de verslaving, de hysterie en het fanatisme
de eigenschap,
dat ze juist ontwikkeld worden om inzicht tegen te gaan.
(Connie Palmen, De vriendschap,
blz. 28)
Dat dat iets met zijn jeugd
had te maken (ik geloof dat zijn ouders vergast waren)
wist hij zelf natuurlijk ook, maar dat inzicht hielp hem niet.
Inzicht is geen geneesmiddel, geloof ik, al beweerde Freud van
wel.
(Harry Mulisch, Het theater,
de brief en de waarheid, blz. 69)
Er is behoefte aan inzicht onder
de mensen.
Aan meer inzicht, aan dieper inzicht
en ieder is bezig met zijn eigen inzicht.
Ieder graaft, op weg naar inzicht, een kuil
en de kluiten gooit hij in de kuil van de ander.
(Gerrit Krol, 'n Kleintje Krol,
blz. 18)
Islam
Vijf keer per dag: 'Al-lâhou akbarou'... en overal
- op de pleinen, op de pier, op het straand -
keerden de gelovigen hun kont naar het westen.
(Adriaan van Dis, Palmwijn, blz.
11)
This page hosted by geocities.com
Get your own Free Homepage