Volg de raad van hem die u doet huilen, en niet van
hem die u doet lachen.
(Arabisch spreekwoord, Remóvos
kunstkalender 1996, week 42-43)
Racisme
Het racisme is de enige rotzooi in dit land die de
gastarbeiders niet mogen opruimen.
(Youp van 't Hek,
Makkelijk praten, blz. 105, uit Verlopen en verlaten)
Radicaliteit
Radicaliteit is het onvermogen om verandering aan te
kunnen, om een begrip complexer te laten zijn.
(Connie Palmen, De erfenis,
blz. 27)
Radio
Een radio is een kapotte telefoon.
Je kunt er de ander mee horen, maar zelf spreken heeft geen zin.
Al schreeuw je nog zo hard terug, ze horen je niet in Hilversum.
(Midas Dekkers, De koe en
de kanarie, blz. 78)
Rampen
Ze had zelf over de rampen in haar leven gezegd dat
er niks goeds uit voortkwam,
dat een ramp was wat het was, een regelrechte ramp, punt.
Zij had een karakter dat zich onmiddellijk aanpaste, zei ze,
dat zich als een slang rond de ramp slingerde en daarna ging staan
en dat het vervolgens zaak was te wennen aan haar nieuwe vorm,
aan haar veranderde kronkels en dat het wennen wel even duurde.
(Connie Palmen, De erfenis,
blz. 42)
Randstad
Wie per trein door de Randstad reist kan het beste
maar een goed boek meenemen.
Als je naar buiten gaat zitten kijken, kom je geheid in een depressie
terecht.
(Koos van Zomeren,
De bewoonde wereld, blz. 202, Infarct, Uit: Het eeuwige leven)
Rapport
In de allereerste aflevering van het programma (het
was in 1984)
kwam Theo Huxtable thuis met een slecht rapport.
Toen zijn vader daar iets van wilde zeggen, werd Theo dwars:
rapportcijfers waren niet belangrijk, want ook met lage cijfers
kwam je heus wel aan een baantje.
en sinds wanneer was de liefde van een vader voor zijn zoon afhankelijk
van diens rapportcijfers?
Het publiek (altijd aanwezig bij de opnamen van het programma)
applaudisseerde voor Theo,
en vader Huxtable wachtte alvorens te antwoorden.
Toen riep hij uit: 'Dit is wel het stomste dat ik in tijden heb
gehoord!
Geen wonder dat je alleen maar onvoldoendes hebt!'
(Frank van Dixhoorn
over Bill Cosby, Zes seconden
eenzaamheid, Volkskrant, 04-07-97)
Ratio
Ik hield en houd van de ratio,
maar als die zo flagrant faalt grijp ik naar de alternativo en
desnoods de miraculo.
Alleen naar de religio greep ik niet.
(Renate Rubinstein, Nee
heb je (budget-boek), blz. 9)
Rebellen
Definitie van een rebel: iemand, die bij de tegenpartij
doorgaat voor een vrijheidsheld.
(Louis Hoyack, Gedachten en
aphorismen, blz. 45)
Receptie
Het is bij zulke gelegenheden de bedoeling,
dat men het rijtje gastheren afgaat en elk hunner de hand drukt.
Daarbij mag men wel wat zeggen, maar niet te veel,
want achter u staan nog vijftig mensen, die precies hetzelfde
gaan zeggen.
Men dient dus enige spoed te betrachten.
De directeuren echter mogen niets van deze gepresseerdheid laten
blijken.
Zij gaan van de fictie uit, dat u de enige bent,
die op het denkbeeld van hen te feliciteren, gekomen is.
Zij vatten u derhalve bij de hand en blijven die vasthouden,
terwijl zij u verrast, ja enigszins bewogen, toespreken.
Naarmate echter het gesprek vordert neemt de handdruk in spierkracht
af,
tot de bezoeker een slap kwalletje overhoudt, dat zelfs neigingen
toont te willen ontglippen.
Tegelijkertijd werpt de bezitter ervan zijdelingse blikken op
de man,
die na u komt en begint deze reeds met een verraste oogopslag
te begroeten,
terwil zijn mond nog voortbabbelt.
Dit alles zijn tekenen, dat u zich dient terug te trekken,
hetgeen de directeur met een spijtig 'Nu al?' en een dankbare
handdruk bezegelt.
(Godfried Bomans,
Van de hak op de tak, blz. 95, Beeld van een receptie)
Recht
'Recht is iets kroms dat verbogen is,' hernam Super
na een korte pauze.
'En daar heb ik verstand van, als
zakenman zijnde.'
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 10)
Wie al te zeer op zijn recht staat,
vertrapt het.
(Gaby vanden Berghe,
't Periodiekske, 10-4-1969,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
106)
Ook de kromste boom levert rechte
lucifers.
(Piet Vandeloo,
Aan de haak,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
144)
Ons recht stoelt nog op het Romeinse
recht.
Het loopt inderdaad soms wat achter.
(VN, Terzijde,
19-04-1997)
Het recht moet overhellen naar
de kant van de zwaksten.
(Erasmus,
Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen,
blz. 11)
Het elfde recht van de mens zou
het recht moeten zijn zichzelf tegen te spreken.
(André Spoor, geciteerd
door Frédéric Bastet in: Ik herinner mij, blz. 16)
Redelijkheid
't Is onbillijk van 'n cirkel,
de hoek te verwijten dat-i scherp is.
(Multatuli,
Ideeën, eerste bundel, idee 90, blz. 32)
Regels
Het enige interessante aan vrijwel alle regels zijn
de uitzonderingen.
(Gaby vanden Berghe,
Ons Land, 24-4-1970,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
106)
Alle regels hebben deze uitwerking:
van het doel achter de regel af te leiden en lichtzinniger te
maken.
(Friedrich Nietzsche, Morgenrood,
blz. 197, Zo mogelijk zonder arts leven)
Regen
Een onverwachte wolkbreuk veranderde heer Bommels kampplaats
in een modderpoel,
en verdunde zijn soep op onsmakelijke wijze.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 49)
Zondag regende het zo hevig
dat alle varkens schoon en alle mensen vuil werden.
(Dr. Marc Galle,
Voor wie haar soms geweld aandoet, deel 1, blz. 12)
't Is triestig dat het regent
in den herfst,
dat het moe regent in den herfst, daar buiten.
n En wat de bloemen wégen in den herfst;
n en de óude regen lekkend langs de ruiten (Karel van
de Woestijne, Koorts-deun, De muze en de seizoenen, blz.53)
Hoog in de lucht waait de wind.
Ik vind het prettig om daar tusschen de dekens naar te luisteren.
De wind is een oud geluid. je moet denken aan vroegere tijden,
toen de wind door de donkere dennen-wouden kreunde
en de Batavieren daar rondliepen, ernstig en nobel rondziende
in hun gespikkelde huiden.
Ik maak mij klein. Maar van den regen houd ik niet.
De regen is droevig om te hooren, als je in het donker ligt en
luistert.
Het is een zacht en alle hoeken van de wereld vullend geruisch,
op de blaren, de daken, de steenen, het zand, het dak van het
priëel, overal, altijd door.
En je denkt: nù zal alles toch wel nat en verdronken zijn,
nu is alles uit en kan het nooit meer goed worden.
Maar neen, het gaat nog altijd voort.
Soms denk je even dat het harder gaat, dan weer zachter.
je luistert goed: het is het suizen, dat aanzwelt in je oor.
Maar er zijn ook andere soorten van regen, korte, frissche buien,
met heldere, glanzende druppels,
die spatten op de blaren en die je gezicht koud en wakker maken.
Groote bellen bobbelen in het water, en je zegt: 'tjonge, jonge,
wat een buitje!'
Gulzig en gezond slokt de goot bij de keuken, vroolijk en blij
trommelt het platje van de schuur.
En dan is er de Meiregen.
De Meiregen valt alleen in Mei, en die moet je te baat nemen want
daar kun je van groeien.
Heet is een zachte, verfrisschende regen, prettig om te voelen.
Je gaat midden in den tuin staan, met ie handen en gezicht omhoog,
en zingt:
'Meiregen, Meiregen, maak dat ik grooter word! Maak dat ik grooter
word!'
En je voelt, wezenlijk, je voelt dat je groeit terwijl je dat
zingt.
Het is natuurlijk maar een paar centimeter. maar goed, het hèlpt
toch.
(Godfried Bomans,
Werken 1, Memoires van Pieter Bas: Kinderjaren, blz. 19/20)
't Regende de hele middag en met
regen ga ik niet naaar buiten, dat doe ik niet.
Ik heb erg veel eerbied voor de mensen die dat wèl doen,
maar ik beschouw ze toch als zonderlingen.
(Godfried Bomans,
Werken I, blz. 783, Dagboek van Rottumerplaat, Woensdag 14 juli
1971)
Nu is het goed en stil... een
overal suizend zwijgen,
Waarin de regendroppels tikkend nederzijgen...
Zo zal 't ook morgen zijn, en ieder, ieder ding
Zal glanzen in de mist van verre herinnering. (P.N. van Eyck,
'I lock my door upon myself (fragm.), Gedichten, blz. 10)
God, of wie ook zorgt voor
regen,
Kan het 's morgens pas beginnen
Na de klok van kwart voor negen?
(Bas Rompa, Regengebed (fragm.),
Binnenste buiten, blz. 17)
Regering
Wie het roer van het schip van staat in handen heeft,
moet alleen het algemeen belang en niet zichzelf dienen.
(Erasmus,
Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen,
blz. 14)
De enen regeren uit lust aan het regeren;
de anderen om niet geregeerd te worden:
voor dezen is het slechts het minste van twee kwaden.
(Friedrich Nietzsche, Morgenrood,
blz. 136, Regeren)
Regeringsvorm
Absentie van behoefte aan regering is 'n onbereikbaar
ideaal.
Natuurlijk, anders was 't geen ideaal.
Evenals in veel dingen is hier de eis: voortdurend streven, en
't resultaat: benadering.
De regeringsvorm die dit streven t meest in de weg staat, is de
slechtste.
De regeringsvorm die dit streven toelaat, bevordert, zoveel mogelijk
vruchtbaar maakt, is de beste,
(Multatuli,
Ideeën, eerste bundel, idee 119 9ged.), blz. 41)
Reigers
De oude reiger
Dit wordt zijn laatste jaargetijde,
de anderen zijn op reis.
Hij lijkt het langzaam te verbijden,
uitkijkend over dode weiden,
behoedzaam stappend over 't ijs.
Totdat hij godverlaten krijst.
(Willem Wilmink, Verzamelde
liedjes en geidchten, blz. 273)
De reiger meet met zijn vleugels
vier windstreken boven de wei
ik weet van zoveel ruimte
het is te krap in mij
(Thera Coppens, Meetbaar,
De glazen kist, blz. 23)
Gezuiverd als duister
daarin blijft bewaard
wat wordt vergeten,
Er zijn mensen aan wie je in een oogopslag kunt zien
tot welke diersoort ze in hun vorig leven behoorden.
(Tessa de Loo, Het rookoffer,
blz. 15)
Reizen
Dat getrek, dat is zo vermoeiend, hè.
Soms wil ik hier nog wel eens een kijkje nemen op de zolder, hoor.
(Gerrit Komrij,
De buitenkant, blz. 146)
Reizen, het is zijn hart losmaken
Van het anker der kleine vaart,
Om het vlot te laten geraken
Op de zeeën der wereldkaart. (Bertus Aafjes,
Reizen (fragment), De muze op reis, blz. 7)
'Wie niet gelukkig is waar hij
is, zal het ook niet zijn waar hij heen gaat.'
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz 216, 21-08-1987)
Zo gaat dat met reizen; je doet
het voornamelijk voor- en achteraf.
Ik althans, aangezien ik tijdens de eigenlijke reis onafgebroken
bezig blijf
met het bewaken, rondzeulen, inpakken, uitpakken en herindelen
van mijn bagage.
(Kees van Kooten,
Zijn koffer, Omnibest, blz. 227,
(Koot graaft zich autobio))
Reizen zit de mens in het bloed.
Er zit ongetwijfeld evenveel reislust in zijn bloed als zuurstof.
De mens is per definitie een reiziger. Zijn leven is een reis.
Van de wieg tot het graf.
Waar de mens ook gaat en staat,
hij zal nooit kunnen verloochenen dat hij in wezen een nomade
is.
Waar hij zich ook vestigt en voor hoe lang ook, - hij blijft een
vreemdeling ter plaatse.
Te zijnertijd moet hij vertrekken. Goedschiks of kwaadschiks.
En ten slotte: voorgoed.
(Bertus Aafjes, de fazant op
de klokketoren, blz. 7, De kunst van het reizen)
Reizen zoals wij dat kennen:
reizen voor ontspanning, kende de oudheid nauwelijks.
Lees alle geschriften der oudheid na en ge zult ontdekken
dat alle grote reizigers profeten, apostelen, zakenlieden, kunstenaars,
of geleerden waren.
De plezierreis, op grote schaal, is een creatie van deze eeuw
en een vrucht van techniek.
(Bertus Aafjes, de fazant op
de klokketoren, blz. 8, De kunst van het reizen)
Reizen is geen levensvervulling
meer.
De moderne reis is juist een onderbreking van het zo met dagelijkse
plichten gevulde leven.
(Bertus Aafjes, de fazant op
de klokketoren, blz. 9, De kunst van het reizen)
Reizen is - en het zal het altijd
blijven - een kunst.
Het welslagen van de reis hangt niet van de route af.
Het hangt af van de reiziger.
Reizen is niet: een tijdlang nietsdoen. Het is een bezigheid.
Een scheppende bezigheid. Een goede reiziger is een scheppend
kunstenaar.
(Bertus Aafjes, de fazant op
de klokketoren, blz. 9, De kunst van het reizen)
Goede reizigers worden - evenals
dichters - geboren en niet gemaakt.
Men wordt niet plotseling een reiziger door te gaan reizen.
Men is het al. Of men is het niet.
Goede reizigers reizen overal goed.
In hun achtertuintje. In hun vaderstad.
Wie de olmen aan de eigen vaderlandse gracht niet ziet,
zal ook de palmen aan de middellandse Zee-kust niet zien.
(Bertus Aafjes, De fazant op
de kokketoren, blz. 187, Reizen en reizigers)
De meeste mensen gaan op reis,
niet omdat ze daar plezier in hebben,
maar om na afloop onomstotelijk te kunen aantonen, dat men er
ter plaatse,
in levenden lijve, fotografisch aantoonbaar geweest is.
En hoe menigvuldiger de bewijsstukken,
des te sterker zal de uitwerking op de achtergeblevenen zijn.
Vandaar de enorme uitgestrektheid, die zulke reizigers afjakkeren
en de hoge frequentie van museum- en kerkbezoek.
(Godfried Bomans, Gedachten
achter een bord spaghetti, blz. 8, Italië)
Met moet met geen andere bedoeling
op reis gaan dan om zich hartgrondig te amuseren.
Indien dit oogmerk bereikt kan worden door op het marktplein van
een onaanzienlijk
en in de Baedeker door geen enel sterretje gesignaleerd
dorp op een caféterras in de zon te zitten,
dan dient de neiging daartoe niet in het belang der algemene ontwikkeling
onderdrukt te worden,
doch moet men daaraan onbezorgd toegeven.
(Godfried Bomans, Gedachten
achter een bord spaghetti, blz. 8, Italië)
Ik ga niet op reis om de wereld
te zien, doch om haar enige tijd niet te zien.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 159)
Rekenen
Een plant die rekenen wou leren
begon een boek te bestuderen
en had reeds na een dag of drie
zich volgepropt met theorie.
Maar dat zij ook ging praktizeren
strekte haar nauwelijks tot ere,
want bij het worteltrekken bleek
dat zij als plant daaraan bezweek.
(Maurits Mok, De plant, De doorleesbril,
blz. 28)
Relativiteit
Ik herinner me dat ik dacht dat alles relatief was
behalve ik.
(Marijke Höweler in:
Ik herinner mij, blz. 92)
Religie
Religie is fascinerend, een van de mooiste uitvindingen
die de mens heeft gedaan.
Het kost me (tegenwoordig) weinig moeite dat te erkennen.
Het gevaar dat ik zal terugkeren tot God lijkt me echter miniem.
Natuurlijk, ik gebruik zijn naam, soms vrijmoedig, soms ijdel.
God is een woord uit onze taal, net als wandkleed of fietswiel,
maar dramatischer en van een grotere poëtische kracht.
Als het gaat om onbegrip of machteloosheid of ontroering, komt
God vaak goed van pas.
Maar betekent dat ook dat hij, in christelijke zin, bestáát?
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz. 281/282, 07-10-87)
Het meest tragische in het leven
is,
dat hetgeen de mensen het innigst moest verbinden, nl. de religie,
hen juist ten verbitterdste verdeelt.
(Louis Hoyack, Gedachten en
aphorismen, blz. 80)
Marx wijst op de dubbele functie
van de religie: protest tegen de ellende,
en bloem aan de ketting waarmee de mens zichzelf geketend heeft.
(Marx, geciteerd door Daniël
de Lange in religie en economie, Maatstaf, maart 1973)
Rembrandt
3 maart 1847,
Rembrandt hield er niet van dat mensen zijn werk van dichtbij
bekeken.
Hij duwde hen met zijn elleboog achteruit en zei:
"Een schilderij is niet bedoeld om aan te ruiken."
(Victor Hugo,
Meulenhoffs Dagkalender 1988 Dagboeken, 3 maart , Zelf gezien,
blz. 106)
Rennen
Hij houdt vol, hij zet door,
Want hij doet het ergens voor.
Niemand weet precies voor wat,
Wat voor reden of hij had.
Maar het wordt vast ooit bekend
Waar die kerel zo voor rent. (Ted van
Lieshout, De marathonloper (fragm.), Het is een straf als
je zo mooi moet zijn als ik, blz.34)
Republiek
De republiek is naar mijn mening de enige rationele
regeringsvorm,
de enige regeringsvorm volkeren waardig.
(Victor Hugo,
Zelf gezien, blz. 160, 25 februari 1848)
Republikeinen
Eén ding is vervelend en dat is dat ze gelijk
hebben.
Uw werk slaat namelijk nergens op.
U bent het vermaak van de dementen en debielen.
Maar als iemand dat weet dan bent U dat.
Dat noem ik pas democratie.
Maar zolang het gepeupel voor meer dan 80 procent uit demente
debielen bestaat,
heeft U het volste recht om te blijven.
(Youp van 't Hek,
Majesteit, Amsterdam 1 maart 1997, blz. 103)
Respect
Respect... En daarmee bedoel ik niet alleen respect
voor ouderen,
maar wel degelijk ook voor de kristallijne spinnenwebben,
voor sneeuwpoppen die door andere kinderen zijn gemaakt,
voor alles om je heen,
en niet alleen voor dingen die mijlenver voor of achter je liggen.
Dat bedoel ik daarmee...
(Sjoerd Kuyper,
geciteerd in Schrijver gevonden, Encyclopedie van de jeugdliteratuur,
blz. 192)
Revolutie
Ten onrechte meent men dat het Europese evenwicht niet
zal worden verstoord door onze revolutie.
Dat zal het wel.
Wat ons sterk maakt, is dat wij op elke koning die op ons zijn
leger loslaat, zijn volk kunnen loslaten.
Een revolutie zal voor ons strijden waar we maar willen.
(Victor Hugo,
Zelf gezien, blz. 8, 15 september 1830)
Armoede brengt volkeren tot revoluties
en revoluties brengen het volk weer tot armoede.
(Victor Hugo,
Zelf gezien, blz. 129, 19 februari 1848)
Sommige revoluties blijken tenslotte alleen maar onbeduidende
reorganisaties geweest te zijn.
(Alexander Pola,
Nou èn...? Handleiding voor optimisten, blz. 13)
Revolutie is een onrecht,
dat dient om het onrecht van gisteren snel en afdoende in het
onrecht van morgen te veranderen.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 133)
Rijkdom
Rijke mensen zijn maar arme mensen die geld hebben.
(Marnix Gijsen
(ps. Jan-Albert Goris), Gezegden, aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch
bestek 1944-1974, blz. 119)
Rijken zijn armen met geld. Zelfbedacht of ergens opgepikt,
..
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz. 121, 06-05-1987)
Rivieren
Wij zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dat is van belang voor als u oversteken moet
Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer
En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer (Drs. P,
Veerpont, 1973,
in: Jacques Klöters en Kick van der Veer,
Ik zou je het liefst in een doosje willen doen, blz. 188/189)
Nimmer kan een mens tweemaal
dezelfde rivier oversteken.
Want wie een tweede maal in de rivier afdaalt, wordt omstuwd door
andere wateren.
(Bertus Aafjes, de denker in
het riet, blz. 5, Voorwoord)
Roddel
Ik heb gisteren bij haar gegeten, en voor een geheel
jaar roddel gehoord.
Zij weeten hoort alles, en wij niets.
Het is de vraag, wie er daardoor het beste af is.
(Gerard Reve,
Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 22 februari 1982, blz.
239)
Roken
Aan de ene kant zorgt het roken voor oneindig veel
sterfgevallen,
aan de andere kant kost het de staat miljoenen aan gezonheidszorg,
beweren ze met hun meest gestaalde gezicht.
Geen haar op hun hoofd die daarbij tot de voor de hand liggende
conclusie komt
dat al die sterfgevallen ook weer oneindig veel geld aan gezondheidszorg
uitsparen.
Ik zou zelfs willen beweren dat het door de vriendelijkheid van
de rokers
om bijtijds te kreperen komt dat de staats- economie nog overeind
blijft.
(Gerrit Komrij,
Lof der simpelheid, blz. 68)
Prijsverhoging tabak.
De rijken moeten het eerst dood.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 49)
Een tevreden roker is geen onruststoker,
die fanatieke actieve niet-rokers
verpesten met hun penetrante geur van afgunst en bedilzucht de
atmosfeer.
(Hermine de Graaf, De regels
van het huis, blz. 76)
Rood
Gevaarlijke kleur. Verbonden met alles wat bedreigend
is voor rechts.
Onder de Kelten kon je alleen gekroond worden wanneer je rood
haar had.
Alleen een 'rooie' kon het brengen tot koning.
Een rooie werd royal (koninklijk).
In het Frans: roy (koning) en royal (koninklijk).
(Willem Hietbrink
/ Ronald Lagendijk, Kwispelen
met taal, blz. 40)
Rotterdams
In het mooiste Rotterdams,
dat Nederlands waarin waarin woorden niet worden uitgesproken,
maar te water worden gelaten,
(Kees Fens, Waarom ik niet tennis,
blz. 112, Oranje)
Rouwen
Rouwen is leren leven met de afwezigheid van de ander,
met de herinneringen aan een mens die er niet meer is.
(J. Bernlef,
Cellojaren, blz. 45)
'De rouw is las een zwart, grillig
gat, dat steeds van vorm verandert,'
sprak De Dikke Man.
'Zoals mijn beminde oud-leraar Rob van Amerongen mij zei
toen ik hem vroeg hoe hij de dood van zijn zoon verwerkte.'
(Ischa Meijer,
Een jongetje dat alles goed zou maken, blz. 168/169, Rouw)
Rouw heeft niks met geluk of
ongeluk te maken.
Geluk en ongeluk behoren tot het gebied van lukken en mislukken,
tot het gebied dat behoort tot je keuze, macht, verantwoordelijkheid,
competentie, talent,
tot het gebied waarin je handelt en actie onderneemt.
Het is het gebied waarvan de poort dichtgaat bij je eigen dood,
maar niet bij de dood van anderen.
(Connie Palmen, I.M., blz.
310)
Rejection, depression, acceptance,
reconstruction,
lees ik in een verhaal, zijn de vier fasen in een rouwproces.
Ontkenning, depressie, aanvaarding, herstel.
De ene doet er een jaar over, de andere tien.
Sommige doden geven hun levenden levenslang.
(Kristien Hemmerechts,
Kort kort lang, blz. 38, Fasen)
Ruggen
Aan een rug heb je niks.
Er zitten geen ogen in en er groeit geen geld op.
Van oorsprong, toen we nog op vier poten liepen,
is de rug een rek waaraan de inwendige organen hangen,
netjes naast elkaar, als hammen in de provisiekast.
Sinds we rechtop lopen, zakken de organen tot een buikje uit
en dient een rug vooral om in de WAO of uit de militaire dienst
te komen.
(Midas Dekkers, De koe en
de kanarie, blz. 69, Het vingerdier)