Let op:
Deze site wordt niet meer aangepast en veroudert dus!
De site is verhuisd naar www.schrijversinfo.nl

Achternaam: Troelstra

Doopnamen: Pieter Jelles

Geboren: 20-04-1860

Te: Leeuwarden

Overleden: 12-05-1930

Te: 's Gravenhage

 

In memoriam P.J. Troelstra
Wij, die't geluk nooit hadden u te horen,
voor wie gij nimmer in uw hoge kracht verscheen,
wij voelen 't, of w'iets van onszelf verloren:
Troelstra ging heen...
(Garmt Stuiveling, In memoriam P.J. Troelstra (fragm.), Elementen, blz. 68)

Pseudoniem(en): Zijn meeste literair werk schreef Troelstra onder het pseudoniem Pieter Jelles.Onder het pseudoniem Alde Foekje van Heech trad Troelstra op als waarzegster op dorpsfeesten en schreef hij schotschriften en gedichten.

 Voor tweedehands boeken

Ook van Troelstra

Raban Internet Antiquariaat

Klik hier !

Werk:

Poëzie:

 

Proza:

 

Toneel:

 

Brieven:

 

Essays/Polemieken/Brochures (onvolledig):

 

Bloemlezingen:

'Gebloemleesd'

Poëzie:

Proza:

 

Tijdschriften:

 

Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)

Opmerkingen:

Anderen over Troelstra:

Mijn favoriete citaat:

'Ik krijg nu last van uw proletarisch sentiment,
maar dat sentiment dat bewonder ik.'
(Troelstra in 1913 tegen congres, geciteerd in Willem Drees,
Wethouder van Nederland, blz. 31, John Jansen v. Galen en Herman Vuijsje)

Links:


Terug naar de eerste pagina /homepage
Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden


Troelstra's uitvaart

Daar klaagden geen klokken, daar roerden geen trommen;
Daar trilden geen horens, daar bad geen stem.
Geen litany steeg uit de eind'looze drommen;
Maar de luchten waren vervuld van hem.

Zijn geest kwam groot in den stoet verschijnen
En monsterde hem als een meester doet;
En hij groette de grijze paladijnen
En wuifde in de vanen: "ons werk was goed!"

Hoevelen hebben hem lief beleden,
Uit stad en dorp, uit gehucht en veld?
Hoevelen zijn langs zijn baar geschreden?
Wij hebben de hoofden niet geteld….

Zij kwamen en gingen, kwamen en gingen:
Een breede rivier uit der arbeid zee.
En in hun golven de klachten vergingen;
Hun gang was de grootheid van lichtend wee.

De lentehemel was bleek en teeder
Geweven van zacht en getemperd licht;
Het was of de wereld zich edel kleedde
Met glans van juweel dat in donker ligt.

Daar klaagden geen klokken, geen bekkens bewogen;
Maar Lente zelve trad naderbij
En boog al de boomen tot lauwerbogen
En stelde haar bloemen in hulderij.

Rust zacht, groot hart, in den donk'ren tempel!
Wij weten uw wachtwoord, van eenvoud klaar:
Wij schrijden stil langs uw doodendrempel
De wereld in en veroov'ren haar.

(Margot Vos, De windharp, blz. 25/26)


Vanaf 05-03-1999


Bronnen o.a.:


©2005 Mats Beek, Veenendaal

Schrijf Webmaster


1