Let op:
Deze site wordt niet meer aangepast en veroudert dus!
De site is verhuisd naar www.schrijversinfo.nl
Achternaam: Troelstra
Doopnamen: Pieter Jelles
Geboren: 20-04-1860
Te: Leeuwarden
Overleden: 12-05-1930
Te: 's Gravenhage
In memoriam
P.J. Troelstra
Wij, die't geluk nooit hadden u te horen,
voor wie gij nimmer in uw hoge kracht verscheen,
wij voelen 't, of w'iets van onszelf verloren:
Troelstra ging heen...
(Garmt Stuiveling, In memoriam P.J.
Troelstra (fragm.), Elementen, blz. 68)
Pseudoniem(en): Zijn meeste literair
werk schreef Troelstra onder het pseudoniem Pieter
Jelles.Onder het pseudoniem Alde
Foekje van Heech trad Troelstra op als waarzegster
op dorpsfeesten en schreef hij schotschriften en gedichten.
Voor tweedehands boeken |
Ook van Troelstra |
Raban Internet Antiquariaat |
Klik
hier ! |
Werk:
Poëzie:
- Fryske Brilloftswille (1881)
- Wiersizzer fan âlde Foekje fan Heech (1881)
- Rispinge, olde en nye fersen (verzamelbundel) (1909)
- Samle Fersen (K. Dykstra en J.J. Kalma) (1981)
Proza:
- Fen liet en libben (autobiografisch) (1910)
- Gedenkschriften:
- Eerste deel, Wording (1930)
- Tweede deel, Groei (1930)
- Derde deel, Branding (1929)
- Vierde deel, Storm (1931)
- Wylde hierren (keuze uit zijn proza) (1966)
Toneel:
Brieven:
- 1 brief aan zijn zoon in: 'De wijde kim. Een bundel proza
en poëzie', verzameld door G. Horreus de Haas, H. Ploeg
jr. en G. Stuiveling (1937)
Essays/Polemieken/Brochures (onvolledig):
- Fy, Lútzen! Iepen brief oan Dr. L.H. Wagenaar (schotschrift)
(1885)
- Nei de stoarm (1886)
- Van Leed en strijd (artikelen en strijdliederen) (1889)
- De Sociaal-Democratie na de oorlog (1921)
Bloemlezingen:
- It Jonge Fryslân (met O.H. Sytstra) (1881)
- Ny Frysk lieteboek (met P.H. de Groot) (1886)
- Dirk Troelstra, Meigave, voor het Nederlandsche proletariaat
(1902)
'Gebloemleesd'
Poëzie:
- Gedichten in 'It Jonge Fryslân' (Pieter Jelles en O.H.
Sytstra) (1881)
- Teksten in Ny Frysk lieteboek (Pieter Jelles, met P.H. de
Groot) (1886)
- 2 gedichten in 'Het land der letteren', samengesteld door
Adriaan van Dis en Tilly Hermans (1982)
Proza:
- 1 verhaal 'Het klompenbataljon' in 'Oogst der tijden, Keur
uit de werken van schrijvers en dichter aller volken en eeuwen',
red. Johan Winkler (1940)
- 1 verhaal: 'Het klompenbataljon' in 'Het boek van de arbeid'
(uitgegeven bij het 50-jarig betsaan van het NVV) (1957)
- 4 citaten in 'Andermans wijsheid', bijeengebracht door K.
ter Laan (1961)
Tijdschriften:
- In 1888 richtte hij met anderen (waaronder zijn vrouw) 'For
Hûs en Hiem: tijdskrift for it fryske húsgesin'
op.
- In 1892 werd Troelstra redacteur van de radicale 'Sneeker
Courant'.
- Troelstra was in 1893 oprichter en redacteur van 'De Baanbreker'.
- Troelstra was redacteur van de 'Sociaal Democraat'.
- Troelstra was van 1900 tot 1903 hoofdredacteur van 'Het Volk'.
- Troelstra publiceerde in 'International Socialist Review'.
- Troelstra werke mee aan 'De Beweging'.
Diversen: (Zonder
een schijn van volledigheid)
- Tsjalling Eeltsjes Halbertsma heeft veel muziek gecomponeerd
voor gedichten van Troelstra en ze daarmee gepopulariseerd.
- J.P. Schepers, Troelstra als Fries dichter (1910)
- J. Winkler, P.J. Troelstra (1933)
- J. Troelstra, Mijn vader Pieter Jelles (1952)
- Japa van der Merwe schreef het theaterstuk 'De ongelooflijke
avonturen van Pieter Jelles'.
- Johan S. Wijne, 'De 'vergissing' van Troelstra' (2000)
- Piet Hagen werkt aan een biografie van Troelstra (sinds 2002)
Opmerkingen:
- Troelstra werd geboren in Leeuwarden, op Zuidvliet 160. In
1976 werd, door zijn zoon, op zijn geboortehuis een gedenksteen
onthuld.
- De naam Troelstra stamt af van het gehucht Teroele.
- Troelstra kwam uit een liberaal milieu.Zijn vader was belastingambtenaar
(o.a. in Stiens). Zijn broer Dirk Troelstra (1870-1902) was ook
dichter. De door Dirk in 'Het Volk' gepubliceerde verzen werden
na zijn dood door Pieter Jelles Troelstra verzemeld in 'Meigave
aan het Nederlandsche proletariaat' (1902).
- Troelstra woonde van 1868 tot 1875 in Stiens, waar hij naar
de openbare lagere school ging.
- Troelstra was actief als dichter in de Friese taal. Hij schreef
zijn eerste Friese gedicht toen hij zeventien was.
- Troelstra volgde de Rijks-HBS aan het Zaailand.
- Samen met O. Stellingwerf richtte hij in Leeuwarden de Rederijkerskamer
'Gysbert Jaspik' op.
- Het schotschrift 'Fy, Lútzen!' (1885) was gericht
tegen de politieke en kerkelijke opvattingen van Lútzen
Wagenaar, dominee en jeugdvriend van Troelstra. Deze antwoordde
met het schotschrift 'Harkris, Pieter!' (1886)
- Troelstra was populair in de jaren tachtig door zijn optreden
als waarzegster op dorpsfeesten onder het pseudoniem Alde Foekje
van Heech. Dit pseudoniem gebruikte hij ook om nogmaals een schotschrift
tegen Wagenaar te schrijven.
- Troelstra studeerde rechten in Groningen. Hij promoveerde
in 1888. Daarna vestigde hij zich als advocaat in Leeuwarden.
Hij was actief in de journalistiek en werd lid van de Friese
Volkspartij.
- Hij beschrijft in zijn gedicht 'By it keatsen' een (toen
al beroemde) P.C.-partij in Franeker. Dit gedicht wordt nog altijd
veel geciteerd. Het eerste couplet luidt:
Ik wie by it Frjentsjerter keatsen,
En hie dat mar net foar 't ferstân;
Mar ien treast - der wiene ek froulju,
de pronk fan it Fryske lân.
- Troelstra's eerste huwelijk was (van 1888 tot 1907) met kinderboekenschrijfster
Nienke van Hichtum (pseudoniem van Sjoukje Maria Diederika Bokma
de Boer). Zij woonden van 1888 tot 1893 in Leeuwarden. Troelstra
was in die tijd advocaat en procureur.
- Zijn zoon Jelle Troelstra is bekend geworden als schilder.
- In 1890 sloot Troelstra zich aan bij de Sociaal Democratische
bond. Hij liet zich in dat jaar, samen met zijn vrouw, uitschrijven
uit de Nederlands Hervormde kerk.
- Door zijn politieke activiteiten moest hij uit de redactie
van 'For Hûs en Hiem' stappen. Ook in zijn advocatenpraktijk
en in zijn werk bij een verzekeringsmaatschappij kreeg hij problemen.
Het gezin moest mede daardoor diverse malen verhuizen (Leeuwarde,
Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Haarlem).
- In Utrecht woonden ze aan de Leidseweg.
- In 1893 richtte hij in Utrecht 'De Baanbreker' op en ging
zich geheel aan de politiek wijden. Het geld dat zijn vrouw met
schrijven verdiende, was in die tijd hard nodig om het gezin
draaiende te houden.
- Troelstra verzette zich tegen het anarchisme van Domela Nieuwenhuis.
In 1894 was Troelstra één van de twaalf oprichters
(de 'Twaalf Apostelen') van de SDAP.
- Als advocaat verdedigde hij de gebroeders Hogerhuis (1895-1899).
Met zijn welsprekende verdediging maakte hij naam in het hele
land. Dit verschafte hem ook binnen de SDAP veel prestige, dat
hij later uitbreidde door zijn debatten met Kuyper.
- In 1897 werd hij in de Tweede Kamer gekozen. Hij werd daarin
de leider van de SDAP en wat gedurende bijna 30 jaar.
- Hij bleef pleiten voor revolutie en tegen de monarchie. Hij
nam een vooraanstaande plaats in in de Tweede Internationale.
- Hij zette zich in voor algemeen kiesrecht, een achturige
arbeidsdag en een staatspensioen.
- In november 1918 leek heel Europa in de geest van de revolutie.
Troelstra dacht dat deze 'tijdgeest' ook in Nederland een rol
kon spelen en riep in Rotterdam de revolutie uit: 'Wij maken
een revolutie omdat het kan en moet. De arbeidersklasse in Nederland
grijpt thans de politieke macht.' De volgende dag vroeg hij
in de Tweede Kamer aan de regering Ruys de Beerenbrouck om vrijwillig
de regeringsmacht aan de sociaal-democraten over te dragen: 'Gij
mist de zedelijke kracht en het politiek staatkundig recht om
daar te blijven zitten als de regering van het Nederlandse volk'.
Zijn oproepen hadden geen effect. Het bleek een verkeerde inschatting
van 'de tijdgeest' te zijn.
- In 1918 trok hij zich, na deze mislukte oproep tot revolutie,
terug uit de leiding van de partij. Tot 1925 was hij lid van
de Tweede Kamer voor de SDAP. Hij stopte toen om gezondheidsredenen.
- In 1925 maakte het NVV bekend een Troelstra-oord te zullen
bouwen: een vakantie- en studie-oord voor arbeiders, én
monument voor Troelstra. Het werd gebouwd bij Beekbergen.
- Het laatste deel van zijn Gedenkschriften 'Storm' werd voltooid
door zijn secretaris Wiardi Beckman.
- Titus Leeser maakte een borstbeeld van Troelstra. Het werd
op 27 april 1950 aan de Tweede Kamer aangeboden.
- In 1960 werd in Leeuwarden door Willem Drees een door Hildo
Krop ontworpen standbeeld van Troelstra 'Strider en dichter'
onthuld.
- In Stiens staat sinds 1933 een Piter Jelles-monument op de
hoek Langebuorren-It Achtebosk, ontworpen door Tjipke Visser.
De straat waar hij gewoond heeft in Stiens heet nu Piter Jellessingel
(hij woonde op nr. 5).
- In diverse plaatsen, waaronder Leeuwarden, is een 'Troelstraweg'.
- Op 13 mei 1953 werd in het Westbroekpark in Den Haag het
Troelstramonument onthuld, gemaakt door Vincent P.S. esser.
- In Leiden is, in het kader van het project 'Muurgedichten'
het gedicht 'Maaie op it iis - Mei op het ijs' van Troelstra
te lezen op een muur aan Weddesteeg 4/Galgewater.
- Het Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum bezit
een olieverfschilderij van Piter Jelles Troelstra door G.J. Adema
(z.j.). en een linoleumdruk van Troelstra door C. Adriaans (1930)
Anderen over Troelstra:
- Troelstra, de ideale biograaf, kan altijd hoofdzaken van
bijzaken scheiden, en zelfs van die hoofdzaken erkent hij de
betrekkelijkheid, wanneer hij [en dit doet hij telkens] ze tegen
de achtergrond van de wereldgeschiedenis plaatst. (M. van der
Goes van Naters, Singel 262. Tweeëntwintig biografieën,
blz. 86)
Mijn favoriete citaat:
'Ik krijg nu last van uw proletarisch
sentiment,
maar dat sentiment dat bewonder ik.'
(Troelstra in 1913 tegen congres, geciteerd
in Willem Drees,
Wethouder van Nederland, blz. 31, John Jansen v. Galen en Herman
Vuijsje)
Links:
Terug naar de eerste pagina /homepage
Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden
Troelstra's uitvaart
Daar klaagden geen klokken, daar roerden
geen trommen;
Daar trilden geen horens, daar bad geen stem.
Geen litany steeg uit de eind'looze drommen;
Maar de luchten waren vervuld van hem.
Zijn geest kwam groot in den stoet
verschijnen
En monsterde hem als een meester doet;
En hij groette de grijze paladijnen
En wuifde in de vanen: "ons werk was goed!"
Hoevelen hebben hem lief beleden,
Uit stad en dorp, uit gehucht en veld?
Hoevelen zijn langs zijn baar geschreden?
Wij hebben de hoofden niet geteld
.
Zij kwamen en gingen, kwamen en gingen:
Een breede rivier uit der arbeid zee.
En in hun golven de klachten vergingen;
Hun gang was de grootheid van lichtend wee.
De lentehemel was bleek en teeder
Geweven van zacht en getemperd licht;
Het was of de wereld zich edel kleedde
Met glans van juweel dat in donker ligt.
Daar klaagden geen klokken, geen bekkens
bewogen;
Maar Lente zelve trad naderbij
En boog al de boomen tot lauwerbogen
En stelde haar bloemen in hulderij.
Rust zacht, groot hart, in den donk'ren
tempel!
Wij weten uw wachtwoord, van eenvoud klaar:
Wij schrijden stil langs uw doodendrempel
De wereld in en veroov'ren haar.
(Margot
Vos, De windharp, blz. 25/26)
Vanaf 05-03-1999
Bronnen o.a.:
- Singel 262. Tweeëntwintig biografieën (1950)
- Politeia. Grote mannen over staat en maatschappij (1959)
- Het land der letteren, Adriaan van Dis en Tilly Hermans (1982)
- Querido's letterkundige reisgids van Nederland (1983)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Prisma van de pseudoniemen (1992)
- Spectrum encyclopedie (1997)
- Encarta '98 (1997)
- Algemeen Dagblad (08-03-1999)
©2005 Mats
Beek, Veenendaal