Let op:
Deze site wordt niet meer aangepast en veroudert dus!
De site is verhuisd naar www.schrijversinfo.nl
Achternaam: van den Vondel
Voornaam: Joost
Geboren: 17-11-1587
Te: Keulen
Overleden: 05-02-1679
Te: Amsterdam
Myn' swaeneschacht, myn treckebecksken
drinckt
Sich droncken, in onsterfelycken inckt
(Joost van den Vondel, in: Kleine literatuurgeschiedenis
in verzen, door Theo Vesseur, blz. 6)
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend
heeft Joost van den Vondel niet onder pseudoniem gepubliceerd.
Hij werd soms de Agrippijnse Zwaan genoemd, naar zijn geboorteplaats:
Keulen = Agrippina.
Voor tweedehands boeken |
Ook van Joost van den Vondel |
Raban Internet Antiquariaat |
Klik
hier ! |
Werk:
Poëzie:
- Den Gulden Winckel der Konstlievende Nederlanders (1613)
- Hymnus ofte Lofgesangh over de wijdberoemde scheepvaert der
Vereenigde Nederlanden (1613)
- Vorstelijcke warande der dieren (1617)
- Op de jongste Hollantsche Transformatie (1618)
- De Helden Godes (1620)
- Het lof der zeevaert (1623)
- Geboortklock van Willem van Nassau (1626)
- Bruyloftbed van P.C. Hooft en Helionora Hellemans (1627)
- Rommelpot van 't Hane-kot (1627)
- Verovering van Grol door Frederick Henrick, Prince van Oranje
(1627)
- De Rynstroom (1630)
- Roskam (1630)
- Harpoen (1630)
- Een otter in 't bolwerck (1630)
- Geuse-vesper (1631)
- Decretum horribile (1631)
- Op Huygh de Groots verlossing (1632)
- Inwying der doorluchtige Schoole t'Amsterdam (1632)
- Kinderlijck (1632)
- Uitvaert van mijn dochterken (1633)
- Lyckklaght aan het Vrouwekoor, over het verlies van mijn
ega (1635)
- Brieven der Heilige Maeghden, Martelaressen (1642)
- Aen de Beurs van Amsterdam (1643)
- J.J. Vondels Verscheide Gedichten (1644)
- Altaergeheimenissen (1645)
- Poezy (verzamelbundel) (1650)
- Inwijdinge van 't Stadhuis t'Amsterdam (1655)
- Het stockske van Joan van Oldenbarnevelt (1657)
- Zeemagazyn (1658)
- Wildzang (1660)
- Toneelschilt oft Pleitrede voor het toneelrecht (1661)
- Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst (1662)
- Joannes de Boetgezant (1663)
- De Heerlijckheid der Kercke (1663)
- Uitvaert van Maria van den Vondel (1668)
Proza:
Joost van den Vondel schreef opdrachten en inleidingen bij
treurspelen en diverse brieven en essays.
- Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (1650)
Toneel:
- Het Pascha ofte de Verlossing Israels wt Egypten (1610)
- Hiërusalem verwoest (1620)
- Palamedes of Vermoorde Onnooselheijd (1625)
- Jozef of Sofompaneas (1635)
- Gijsbrecht van Aemstel (1637)
- Maeghden (1639)
- Gebroeders (1640)
- Joseph in Dothan (1640)
- Joseph in Egypten (1640)
- Peter en Pauwels (1641)
- Maria Stuart of Gemartelde Majesteit (1646)
- Leeuwendalers, lantspel (1647)
- Salomon (1648)
- Lucifer (1654)
- Salmoneus (1657)
- Jeptha of Offerbelofte (1659)
- David in Ballingschap (1660)
- David hersteld (1660)
- Samson of Heilige wraak (1660)
- Adonias of Rampsalighe kroonzucht (1661)
- Batavische gebroeders of Onderdruckte vryheit (1663)
- Faëton of Reuckeloze stoutheit (1663)
- Adam in Ballingschap of Aller treurspelen Treurspel (1664)
- Zunchin of Ondergang der Sineesche heerschappije (1667)
- Noah of Ondergang der eerste wereld (1667)
Vertalingen:
- Seneca, Amsteldamsche Hecuba (vertaling van 'Troades') (1625)
- Seneca, Hippolytus of Rampsalige Kuyscheyd (1628)
- Hugo de Groot, Sofompaneas (door Vondel vertaald uit het
Latijn) (1635)
- Sophocles, Elektra (1639)
- Ovidius, Heldinnebrieven (Heroides, in proza) (1642)
- Vergilius, Wercken (proza) (1646)
- Horatius, Flaccus lierzangen en dichtkunst (1654)
- Koning Davids Harpzangen (bijbelvertaling) (1657)
- Vergilius, Wercken (poëzie) (1660)
- Sophocles, Koning Edipus (1660)
- Euripides, Ifigenie in Tauren (1666)
- Euripides, Feniciaensche (1668)
- Sophocles, Herkules in Trachin (1668)
- Ovidius, Herscheppinge van P. Ovidius Naso (1671)
- Vondel vertaalde poëzie van Barlaeus.
Vertaald:
- Jan Stals, 'Joost van den Vondel, Cinq Tragédies,
traduction vers par vers dans les rhymes originaux' (1969)
Verzamelde werk/bloemlezingen:
- Verzamelde werken (door J. van Lennep) (12 delen, 1855-1869)
- Verzamelde werken (door J.H.W. Unger) (30 delen, 1888-1893)
- Hekeldichten (door J. Bergsma) (1899)
- Overzichtelijke bloemlezing uit Vondel (door G.H. Weustink)
(1909)
- De werken van J. van den Vondel (door J.F.M. Sterck e.a.)
(10 delen, 1927-1937)
- Verzamelde werken (door H.C. diferee) (7 delen, 1929-1934)
- Verzameld werk (1 deel, verzorgd door Albert Verwey) (1937)
- Dertig gedichten (gekozen door G. Stuiveling) (1938)
- Vondel hervonden (bloemlezing door Wim Zaal) (1963)
- Met Vondel van de Rode Zee nar de chinese muur (door C. Ypes)
(1970)
- Bloemlezing uit Vondels lyriek (door M.A. Schenkveld-Van
der Dussen, 1970)
- Lust tot poëzie (door Hans Luijten en Jan Konst) (1989)
Bloemlezingen:
'Gebloemleesd'
Poëzie:
- 1 gedicht: 'Wildzang' in 'Verzen', samengesteld door Dr.
J. Aleida Nijland (1908)
- 35 gedichten in 'Onze dichters', door Gust. van Elring (1909)
- 11 gedichten in 'Neerlandia. Litteratuur-overzicht Woordkunst
en Poëtica met Bloemlezing', door D. Wouters (1915)
- 9 gedichten in 'Geestelijke liederen', samengesteld door
Willem de Mérode (1935)
- 4 gedichten in 'De wijde kim. Een bundel proza en poëzie',
verzameld door G. Horreus de Haas, H. Ploeg jr. en G. Stuiveling
(1937)
- 2 gedichten in 'De dichter vertelt. Een bloemlezing vertellende
en beschrijvende poëzie', door P.H. Muller (1937)
- 1 gedicht: 'Kinder-lijk' in 'Het boek voor de jeugd', samengesteld
door Cor Bruijn, Arie Pleysier, Age Scheffer, Theo J. Thijssen
en Piet Schuhmacher (1937)
- 1 gedicht 'Ansterdam en zijn stadhuis' in 'Oogst der tijden,
Keur uit de werken van schrijvers en dichter aller volken en
eeuwen', red. Johan Winkler (1940)
- 1 gedicht: 'Kinder-lijk' in 'Dichterland', W.L.M.E. van Leeuwen
(z.j.)
- 1 gedicht: 'Rei van Klarissen', in: 'Het grote kerstboek',
samengesteld door D. van der Stoep (z.j.)
- 1 gedicht: 'De druckkunst' in 'De muze en het ambacht', samengesteld
door Han G. Hoekstra en Victor E. van Vriesland (1949)
- 1 gedicht: 'Op het toonneel des Aerdrycks op de nieuwe Atlas
uitgegeven door de Blaauwen' in 'De muze op reis', bijeengebracht
door Han G. Hoekstra en Victor E. van Vriesland (1950)
- 2 gedichten in 'Barnsteen'. Een verzameling gedichten voor
jonge mensen', bijeengebracht door C. Prinsen (1951)
- 1 gedicht: 'Myn swaeneschacht...' in 'Kleine literatuurgeschiedenis
in verzen over Nederlandse schrijvers', bijeengebracht door Theo
Vesseur (1953)
- 2 teksten in 'Nederlandse strijdzangen uit de 16e en de eerste
helft der 17e eeuw', ingeleid en van aantekeningen voorzien door
Dr. W.J.C. Buitendijk (1954)
- 1 gedicht: 'Uit Noach: Rei' in 'De muze en de dieren', bijeengebracht
door M. Vasalis (1954)
- 1 gedicht: 'Wellekomst' in 'Twee muzen', uitgezocht door
Jan Engelman en Wouter Paap (1955)
- 1 gedicht: 'De Beemster' in 'De muze zwerft door Nederland'
bijeengebracht door Ed. Hoornik (1956)
- 3 gedichten in 'Muziek en poëzie', bijeengebracht door
Johan de Molenaar (1959)
- 1 gedicht: 'Rei van wachtengelen', in 'De muze en het heelal',
bijeengebracht door Guus Sötemann (1959)
- 1 gedicht: 'Rei van Engelen' (uit "Lucifer') in 'Een
ster wees de weg. Kerstgedichten uit alle tijden', bijeengebracht
door Chr. Leeflang (1959)
- 1 gedicht: 'Wiltzangh' in 'Wiltzangh. Met de dichters in
de natuur', samengesteld door Gabriël Smit (z.j.)
- 1 gedicht: 'Gebedt aen Jesus Christus' in 'De dichter bidt',
samengesteld door Willem Enzinck (1961)
- 2 spreuken in 'De Muze op school', Bijeengebracht door W.
van Beusekom (1961)
- 1 gedicht: 'Kinder-lijck' in: 'Voordragen, een reciteerbundeltje,
tweede deeltje', samengesteld door A. Wildeman (z.j.)
- 1 gedicht: 'Kinder-lijck' in 'Een nieuwe bundel verzen',
verzameld door Dr. G. Kazemier (13e druk, 1967)
- 47 gedichten in 'De ziel van den poëet vertoont zich
in zijn dichten. Lyriek van vier Amsterdamse dichters uit de
17e eeuw', Spectrum van de Nederlandse letterkunde dl. 9, samengesteld
door M.C.A. van der Heijen (1967)
- 2 werken: 'Roskam' en 'Harpoen' in 'Spectrum van de Nederlandse
Letterkunde 10, Profijtelijk vermaak, Moraliteit en satire uit
de 16e en 17e eeuw', samenstelling, inleiding en toelichting
Dr. M.C.A. van der Heyden (1968)
- 'Gijsbrecht van Aemstel' en 'Joseph in Dothan' in: 'Spectrum
van de Nederlandse Letterkunde 13, De wereld is een speeltoneel,
Klassieke toneelspelen van Hooft en Vondel', samenstelling, inleiding
en toelichting Dr. M.C.A. van der Heyden (1968)
- 'Verovering van Grol' en 'De getmende mars' in: 'Spectrum
van de Nederlandse Letterkunde 6, Die tyrannie verdrijven, Godsdienst-
en onafhankelijkheidsstrijd in de 16e en 17e eeuw', samenstelling,
inleiding en toelichting Dr. M.C.A. van der Heyden (1970)
- 11 gedichten in ''t Hoge Huis te Muiden. Teksten uit de Muiderkring',
Spectrum van de Nederlandse Letterkunde 8, samenstelling M.C.A.
van der Heijden (1972)
- 1 gedicht: 'Op Amstelredam', in 'als die stad eens ommeviel...
Dichters over Amsterdam', samengesteld door Wim Ramaker (1975)
- 1 gedicht: 'Rei van klarissen uit Gysbrecht van Aemstel'
in 'En allen die het hoorden verbaasden zich. Gedichten over
een geboorte' samenstelling Wim Ramaker (1976)
- 2 gedichten in: 'Liefdesgedichten', Bulkboek 69 (1977)
- 3 gedichten in 'Groot verzenboek voor al wie jong van hart
is', samengesteld door Karel Jonckheere (1978)
- 7 gedichten in 'Het land der letteren', samengesteld door
Adriaan van Dis en Tilly Hermans (1982)
- 3 gedicht: 'Icwasinmijnhoofkijnomcruytgegaen' in 'Gelezen
worden ze ontelbre malen. De bekendste gedichten uit de Nederlandse
literatuur', samengesteld door Robert-Henk Zuidinga (1986)
- 3 gedichten in Grote poëziebloemlezing 'Mij liet je
leven', samenstelling Aldert Walrecht (1987)
- 7 gedichten in 'Hier ligt Poot Hij is dood', samengesteld
door Robert-Henk Zuidinga (1990)
- 10 gedichten in 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat', samengesteld
door C.J. Aarts en M.C. van Etten (1994)
- 1 gedicht: 'De Beemster' in 'Literair landschap. Dichters
en schrijvers over Nederland', samengesteld door Peter van Zonneveld
(1998)
- 1 gedicht: 'Waer wert oprechter trou...' in 'Het liefste
gedicht. De favoriete liefdesgedichten van Nederland en Vlaanderen',
met een inleiding van Gerrit Komrij (2001)
- 1 liedtekst: 'O kerstnacht, schoner dan de dagen' in 'Herman
van Veen, Opzij, opzij, opzij', onder redactie van Kick van der
Veer en Jaap Bakker (2003)
Proza:
- 46 citaten in 'Andermans wijsheid', bijeengebracht door K.
ter Laan (1961)
- 52 citaten in 'Spectrum citatenboek', samengesteld door C.
Buddingh' (1967)
- 2 brieven in ''t Hoge Huis te Muiden. Teksten uit de Muiderkring',
Spectrum van de Nederlandse Letterkunde 8, samenstelling M.C.A.
van der Heijden (1972)
- 2 citaten in 'Vader. Een blijk van genegenheid', samengesteld
door Adam Arie Martinus (1986)
- 16 citaten in 'Kosmos groot citatenboek' (1986)
Over Vondel:
- Geeraerdt Brandt, 'Het leven van Joost van den Vondel' (1682)
- Huydecoper, 'Proeve van Taal- en Dichtkunde' (1730)
- J.H.W. Unger, 'Bibliografie van Vondel's werken' (1888)
- Albert Verwey, 'Inleiding tot Vondel' (1893)
- J.L. Walch, 'De varianten van Vondels Palamedes' (proefschrift)
(1906)
- G. Brom, 'Vondels bekering' (1907)
- J.F.M. Sterck, 'Oorkonden over Vondel en zijn kring' (1918)
- H. Laman Trip-de Beaufort, 'Vondel. Kunst en Karakter' (1920)
- Van 1930 tot 1941 werd het tijdschrift 'De Vondelkroniek'
uitgegeven.
- Albert Verwey, 'Vondels vers' (1927)
- J.F.M. Sterck, 'Rondom Vondel' (1927)
- J.F.M. Sterck, 'Oud en nieuw over Vondel' (1932)
- A.M.F.B. Geerts, 'Vondel als classicus bij de humanisten
in de leer' (1932)
- J.F.M. Sterck, 'Vondel-brieven' (1935)
- B.H. Molkenboer, 'Het rhytme van de Vondelherdenking' (1937)
- J. Aleida Nijland, 'Joost van den Vondel' (1950)
- B.H. Molkenboer, 'De jonge Vondel' (1950)
- J.G. Bomhoff, 'Vondels drama' (dissertatie, 1950)
- W.A.P. Smit, 'Van Pascha tot Noah' (3 delen) (1956-1962)
- J. Melles, 'Joost van den Vondel, de geschiedenis van zijn
leven' (1957)
- L. Rens, 'Het priester-koningconflict in Vondels drama' (dissertatie,
1965)
- Lieven Rens, 'O zoete vrijheid! Vondel als strijder voor
vrijheid en vrede' (1969)
- 'Visies op Vondel na 300 jaar' (1979)
Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)
- Joost van den Vondel stond op het biljet van vijf gulden.
- Gysbreght van Aemstel werd door Inez van Eijk en Rudi Wester
beschreven in hun 'Honderd helden uit de Nederlandse literatuur'.
Literaire prijzen:
Vreemd genoeg heb ik geen Nederlandse Vondel-prijs kunnen vinden.
Wel bestaat er een Duitse Joost van den Vondel-Preis, uitgereikt
door de Alfred Toepfer Stiftung F.V.S.
Seit 1960 vergibt die Stiftung den inzwischen mit 40.000 DM
dotierten Joost-van-den-Vondel-Preis zur Auszeichnung herausragender
wissenschaftlicher oder kultureller Leistungen im niederländischen,
flämischen und niederdeutschen Sprachraum. Verbunden mit
der Auszeichnung sind drei Europa-Reisestipendien, die mit je
4.000 DM dotiert sind. Die Preise werden alljährlich von
der Westfälischen Wilhelms-Universität Münster
verliehen. (zie verder 'Links')
Opmerkingen:
- De ouders van Joost van den Vondel kwamen uit Duitsland (Keulen).
Ze waren uit Antwerpen naar Keulen gevlucht i.v.m. de geloofsvervolging
van doopsgezinden (mennonieten). Zijn vader heette ook Joost
van den Vondel, zijn moeder Sara Cranen.
- In Keulen was hij geboren, aan de Grosse Witschgasse, in
het huis 'Zur Fyolen'.
- Ze woonden ongeveer een jaar in Utrecht en verhuisden in
1597 naar Amsterdam.
- Vondel had een hoeden- en kousenhandel in de Warmoesstraat
in Amsterdam. Zijn vader was deze zaak begonnen.
- In de (godsdienst)strijd tussen de Armenianen en Gomaristen
stond hij aan de kant van de Armenianen.
- Het eerste gedicht dat van hem bekend is, dateert uit juni
1605. Hij schreef het ter gelegenheid van het huwelijk van Jacob
Haesbaert en Clare van Tongerlo.
- Joost van den Vondel werd in 1606 lid van de Brabantse rederijkerskamer
''t Wit Lavendel'.
- In 1608 overleed zijn vader en nam hij de zaak over.
- Joost van den Vondel trouwde in 1610 met Maayken de Wolff
(zijn buurmeisje). Ze kregen vier kinderen, van wie er twee jong
overleden. Zijn vrouw neemt meer en meer de winkel over en hij
richt zich op het schrijven. Ook gaat hij Latijn en Grieks leren.
Hij ontsteeg de rederijkers en kwam in contact met de Muiderkring.
- 'Palamedes' werd door het Hof van Holland verboden, omdat
prins Maurits er als Agamemnon zou worden gehekeld. Vondel dook
onder in Beverwijk.
- Hij werkte rond 1630 aan het epos 'Constantinade'. Toen het
niet naar zijn zin werd, heeft hij het zelf vernietigd.
- In 1633 overleed zijn zoontje Constantijn. Hij schreef hierover
het gedicht 'Kinder-lijk'. Kort daarop verloor hij een dochter
én zijn vrouw.
- In 1635 overleed zijn vrouw. Vondle woonde lange tijd samen
met zijn geliefde dochter Anna. Hij overleefde haar nog vier
jaar.
- In 1641 ging hij over tot het katholieke geloof.
- Vondel was bevriend met o.a. Hooft, Hugo de Groot en Vossius.
- Zijn zoon Joost, die hem in de zaak was opgevolgd voerde
een wanbeleid, waardoor ze financieel aan de grond kwamen te
zitten.
- In 1658 (hij was toen dus al 71 jaar) werd hij boekhouder
bij de Bank van Lening. In 1668 werd hij van werk vrijgesteld,
met behoud van salaris. Hij stierf - op hoge leeftijd - in armoede.
De stad Amsterdam had hem door het bovengenoemde salaris (als
een soort pensioen) voor de ergste armoede behoed.
- Vondel geldt, vooral door zijn toneelstukken, als een van
onze grootste dichters.
- Zijn vroegste werk was veelal politiek van aard (hekeldichten
- na 'Palamedes' moest hij zelfs enige tijd onderduiken en kreeg
hij een boete), later werk is ingetogener en meer religieus gericht.
In zijn religieuze werk trekt hij vaak paralellen tuusen het
Oude en het Nieuwe Testament. Ook voor 'Maria Stuart' kreeg hij
een boete, omdat de overheid bang was voor moeilijkheden met
Engeland, vanwege toespelingen op de actualiteit in het stuk.
- Terugkerende thema's in zijn werk zijn het conflict tussen
goed en kwaad, tussen geloof en ongeloof, het vergankelijke aardse
en het eeuwige goddelijke.
- Vondel zelf beschouwde 'Jephta' als zijn meest geslaagde
werk.
- Joost van den Vondel overleed na acht dagen ziekte.
- Joost van den Vondel ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
In 1772 werd door genootschap Diligentiae Omnia een gedenksteen
in de kerk opgericht.
- Uitgebreide Vondel-herdenkingen vonden plaats in 1867, 1879,
1887, 1912, 1929, 1937.
- Hij werd 'prins der Nederlandse dichters' genoemd.
- In het Vondelpark in Amsterdam staat sinds 1867 een beeld
van Vondel. Het park heette tot 1867 'Rij- en Wandelpark'.
- In 1902 werd de Vereninging het Vondelmuseum opgericht. Deze
vereniging gaf van 1904 tot 1948 een jaarboek uit.
- Aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen werd in 1923
een Vondel-leerstoel ingesteld.
- Vanaf de Negentiende eeuw werd 'De Gysbrecht van Amstel'
(geschreven voor de opening van de Amsterdamse schouwburg) op
nieuwjaarsdag in Amsterdam opgevoerd. In 1968 kwam hier een einde
aan. In 1995 werd deze traditie hersteld.
- In 1980 werd in de Nieuwe Kerk vloerverwarming aangelegd.
Men is bij het weghalen en terugplaatsen van de zerken de tel
kwijtgeraakt. Daarom is niet meer zeker waar Vondel begraven
ligt.
Anderen over Joost van den Vondel:
- Vondels veelzijdigheidis in eenige woorden niet gemakkelijk
te karakteriseeren, daartoe beoefende hij te vele, verschillende
genre's. In bijna alle was hij een meester, onverschillig of
hij een grafschrift van twee, dan wel een rei van meer dan veertig
regels schreef. (P.H. Muller, De dichter vertelt, blz. 11)
- De taal van Vondel is een grandioos orgel, maar de organist
kon beter. (A. Roland Holst, Kort, blz. 20)
- Soms denk ik dat zijn hart nog slaat
in schemer van de Warmoesstraat
of dat hij peinzend wandlen kwam
door de open klaarte van den Dam.
(Jan Engelman, Vondel (fragm.), in: Theo Vesseur, Kleine literatuurgeschiedenis
in verzen, blz. 12)
- Wanneer ik de poëzie van Vondel lees, krijg ik een gevoel
alsof ik op een perron sta, waar een enorm lange goederentrein
langsdendert. De lading - dat is mij verzekerd door voortreffelijke
lieden - is bijzonder belangrijk, de bestemming verdient alle
vertrouwen, de dienstregeling dwingt bewondering af, de machinist
heeft een borst vol medailles wegens voorbeeldige plichtsvervulling.
Maar wat mij betreft: het dendert maar langs. (Gabriël Smit
in 1962, geciteerd door Wim Zaal, Elseviers Magazine 03-02-1979)
- Vondel is de eerste geweest van velen uit honderden jaren
na hem die over de hoofdstad niet uitrgesproken en uitgejubeld
raakten. En naar mijn mening brachten de Gijsbrecht-voorstellingen
eens misschien nog meer liefhebbers van Amsterdam dan van Vondel
samen in de schouwburg. Men zat daar op de eerste dag van het
jaar Amsterdam te vieren. (Kees Fens, Volkskrant, 12-03-1979)
- Het hemelse gerecht
heeft mij ten lange leste
als rijmelaar betrapt
nu lig ik bij De Slegte.
(Fons Jansen, Joost van den Vondel, de light scheurkalender 2002,
18 maart)
Mijn favoriete citaat:
Och, d'ouders teelen 't kint
en maecken 't groot met smart;
het kleine treet op 't kleet,
het groote treet op 't hart.
(Joost van den Vondel)
Links:
Terug naar de eerste pagina /homepage
Citaten zoeken op trefwoord
Overzicht van trefwoorden
Citaten zoeken op auteur
Overzicht van auteurs
Overzicht van bibliografieën
Andere interessante internet-bladzijden
Vanaf 01-01-2002
Bronnen o.a.:
- Dichterland, W.L.M.E. van Leeuwen (z.j.)
- Intermediair (28-12-1979)
- Querido's letterkundige reisgids (1982)
- Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
- Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
- C. Gerritsma. Schrijvers van vroeger (1995)
- Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
- Hans Heesen e.a., Waar ligt Poot (1997)
©2005 Mats
Beek, Veenendaal