Home Page

 Ahadieth

Door Drs.I. Bayrak

 

Ahadieth (overleveringen van de Profeet Muhammad (sas) over de tekenen van de Laatste Dag

 

1 Van Sahl ibn Sa`adi: Ik heb van de Profeet (sas) horen zeggen: terwijl hij zijn wijsvinger en zijn middelvinger opstak:

- Ik en de jongste dag zijn gezonden op deze korte afstand van elkaar.

 

2 Van Anas (ra): Een man vroeg aan de Profeet (sas):

 

3 Van Zainab bint Djahsh (raha): De Profeet (sas) kwam op een dag verschikt en met een rood hoofd naar buiten. Hij zei:

Ik vroeg: 'Profeet (sas), zullen wij te gronde gaan, ofschoon er recht-schapenen onder ons zijn?'

- Ja, zei hij, als de verdorvenheid is toegenomen.

(Jaadjoedj en Maadjoedj (Gog en Magog) zijn twee volkeren uit het noordoosten van de Oude Wereld, die aan het einde der tijden zullen uitgaan om de wereld te verwoesten)

 

4 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Als de jongste dag aanbreekt is het zo: een man zal een kamelin melken en de beker niet meer naar zijn mond kunnen brengen voordat hij aanbreekt; twee mannen zullen handelen om een kledingstuk en de koop niet meer kunnen sluiten voordat hij aanbreekt; een man zal zijn waterbak aan het herstellen zijn en er niet meer uit kunnen komen voordat hij aanbreekt.

 

5 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongsteag zal niet aanbreken voordat jullie tegen de Turken gestreden hebben: mannen met kleine ogen, rode gezichten en platte neuzen . Hun gezichten zien eruit als schilden van op elkaar genaaid leer. De jongste dag zal niet aanbreken voordat jullie hebben gestreden tegen mensen wier schoenen van haar zijn.

 

6 Van Abdallah ibn `Umar (rahuma): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Jullie zullen tegen de joden vechten tot een van hen zich achter een steen verstopt en de steen roept: 'Hierheen, dienaar van Allaah! Achter mij zit een jood; dood hem!'

 

7 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag zal niet aanbreken voordat het bezit onder jullie overvloedig zal zijn en een bezitter zich zorgen zal maken wie zijn aalmoes wil aannemen. Hij zal iemand bij zich roepen, maar deze zal zeggen: Ik heb er geen behoefte aan.

 

8 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag zal niet aanbreken voordat de Eufraat droogvalt en er op de bodem een berg goud te zien zal zijn, waarom de mensen strijd zullen voeren. Van elke honderd zullen er negenennegentig gedood worden, en ieder van hen zal zeggen: Ik ben degene die ontkomt.

 

9 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag zal niet aanbreken voordat er een vuur zal uitgaan uit het land Hidjaaz dat de nekken van de kamelen in Boesra (plaats in het noorden van het huidige Jordanië, ongeveer 1600 km verderop) verlicht.

 

10 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag breekt niet aan voordat de zon in het westen opkomt, en als zij in het westen opkomt geloven alle mensen, maar op die dag zal niemand nut hebben van geloof die niet al tevoren geloofde of in zijn geloof iets goeds had verworven. [6:158]

 

11 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Bij Hem in wiens hand mijn ziel is: deze wereld zal niet vergaan voordat een man langs een graf loopt, zich in het stof rolt en zegt: Ach was ik maar in de plaats van de man in dit graf !.' En dat zegt hij niet uit vroomheid, maar omdat hij zo beproefd wordt.

 

12 Van Anas ibn Malik (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

Tot de voortekenen van de jongste dag behoren

 

13 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag zal pas aanbreken als het bezit zo overvloedig is geworden dat een man uitgaat met de zakaat over zijn bezit en niemand vindt die deze van hem wil aannemen, en als het land van de bedoëïen zal veranderen in weiden en rivieren.

 

14 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Er komt een beproeving waarin het beter is te slapen dan te waken, beter te waken dan te staan en beter te staan dan weg te rennen. Wie schuilplaats vindt of een toevluchtsoord, laat die daar beschutting zoeken.

 

15 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De tijd is nabij, de kennis zal worden weggenomen, beproevingen zullen aan de dag komen, gierigheid zal in de harten worden geworpen, en er zal veel hardj zijn.

Zij vroegen: 'Wat is hardj?

- Bloedvergieten, zei hij

 

16.Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Een man uit Ethiopië met dunne beentjes zal de Ka'ba verwoesten.

 

17 Van Aishah (raha), de moeder der gelovigen:: De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Tot dit Huis,- hij bedoelde de Ka'ba - zullen mensen hun toevlucht nemen die geen beschermers hebben, geen mankracht en geen uitrusting. Tegen hen zal een leger gezonden worden dat in een woestijngebied in de grond verzwolgen zal worden.

Joesoef merkte op: 'In die tijd zullen de Syriërs optrekken naar Mekka.'

'Nee, bij Allaah,' zei Abdallah ibn Safwaan, 'dat is niet dit leger!'.

 

18 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De jongste dag zal niet aanbreken voordat er ongeveer dertig leugenachtige daddjaals gezonden zijn, van wie ieder zal beweren dat hij de Gezant van Allaah is.

 

19 Abdallah ibn Amr (ra) vertelde dat er iemand bij hem kwam en vroeg: 'Wat is dat voor traditie die jij overlevert, dat de jongste dag dan-en-dan zal aanbreken?' 'Lof zij Allaah! Er is geen god dan Allaah,' zei hij, of woorden van die strekking. 'Ik ben niet van plan ooit nog iets over te leveren!. Ik heb alleen maar gezegd: Binnenkort zullen jullie iets enorms zien gebeuren: het Huis zal worden verbrand, jazeker, dat zal gebeuren!'

Toen zei hij: 'De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De daddjaal zal in mijn gemeente optreden en hij blijft veertig ...) (Ik weet niet of het dagen, maanden of jaar was.) Dan zal Allaah Iesa ibn Marjam zenden, die lijkt op Oerwa ibn Mas'oed; hij zal hem najagen en te gronde richten. Dan zullen de mensen zeven jaar zonder onderlinge vijandschap blijven. Daarna zal Allaah een koude wind zenden vanuit Syrië die iedereen van de aardbodem zal wegnemen die ook maar een greintje goeds of een greintje geloof in zich heeft. Zelfs als iemand een berg binnengaat zal die wind daar binnengaan en hem wegnemen. Zo heb ik het van de Profeet (sas) gehoord: En alleen de slechtste mensen zullen overblijven, snel als vogels maar kalm als roofdieren; wat behoorlijk is weten zij niet en wat afkeurenswaardig is keuren zij niet af. De Satan zal zich aan hen voordoen en zeggen: 'Willen jullie niet gehoorzamen ?. 'Wat is uw bevel?' zullen zij zeggen, en hij zal hun bevelen afgodbeelden te dienen, maar desondanks zullen zij in overvloed te eten hebben en er goed van leven. Dan zal er op de bazuin geblazen worden [39:68] en ieder die het hoort zal luisteren en zijn nek uitstrekken. De eerste die het hoort is een man die de waterbak van zijn kamelen aan het herstellen is; hij zal het bewustzijn, verliezen en alle mensen zullen het bewustzijn verliezen. Dan zal Allaah regen neerzenden die is als dauw; daaruit zullen lichamen van mensen groeien; dan zal er andermaal geblazen worden en zij zullen opstaan en om zich heen kijken. Dan zal er gezegd worden: 'Mensen, vooruit, naar uw Heer!' en: 'stelt hen op. want hun zal rekenschap gevraagd worden.' [137:24] Dan zal er worden gezegd: 'Breng de groep voor de hel naar buiten,' en men zal vragen: 'Hoeveel?' en het antwoord zal luiden: 'Negenhonderdnegenennegentig op iedere duizend.' Dat is de dag waarop kinderengrijsaards worden [73:17]1, en dat is de dag dat er een onderbeen ontbloot wordt* [68:42].

 

20 Van Anas ibn Malik (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Er is geen profeet die zijn gemeente niet gewaarschuwd heeft voor de eenogie misleider.** Ja, hij is eenogig, en jullie Heer is niet eenog!. Tussen zijn ogen staat geschreven KFR.

 

21 Van Djaabir (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Iblies plaatst zijn troon op het water en dan zendt hij zijn troepen uit, waarvan zijn naasten in rang de grootste onruststokers zijn. Een van hen komt bij hem terug en zegt: 'Ik heb dat-en-dat gedaan,' en hij zal zeggen: 'Je hebt niets gedaan.' Dan komt er een ander die zegt: 'Ik ben met een man net zo lang doorgegaan tot ik tweedracht had gezaaid tussen hem en zijn vrouw.' Dan zal hij hem dichtbij zich brengen en zeggen: 'Je bent geweldig!'

 

22 Ibn Oemar (rahuma) heeft de Profeet (sas) horen zeggen, met zijn gezicht naar het oosten gewend:

- Voorwaar, de beproeving is daar, de beproeving is daar, vanwaar de hoorns van de Satan opkomen.

 

23 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Bij Hem in wiens hand mijn ziel is! Weldra zal Ibn Marjam onder jullie neerdalen als richter en rechtvaardige verdeler. Hij zal het kruis breken, het zwijn doden, de hoofdelijke belasting afschaffen en het bezit zal zo overvloedig worden dat niemand het wil aannemen.

 

24 Aboe Hurayrah (ra) levert over van de Profeet (sas):

- Bij Hem in wiens hand mijn ziel is: Iesa ibn Marjam zal in Faddj ar-Rauhaa de gewijde staat aannemen voor een bedevaart of een 'bezoek, of om ze te combineren.

 

25 Van Aboe Sa'ied al-Choedri (r.a.): In de tijd van Rasoel'lullah (sas) waren er mensen die vroegen:

O, Rasoel'lullah (sas), zullen wij onze Heer (Rabb) zien op de dag der opstanding (yawm al qiyaamah)?' -

- Ja, zei Rasoel'lullah (sas), en hebben jullie enig twijfel om 's middags bij helder weer de zon te zien, zonder dat er een wolk voor zit, of bij helder weer de volle maan te zien, zonder dat er een wolk voor zit?

- Nee, Rasoel'lullah (sas),' zeiden ze.

- Net zo min bij het zien van één van hen, zal het jullie een probleem opleveren Allahi Tabaraka wa Ta` ala te zien op de dag der opstanding. Op die dag zal een oproeper (mu`adhdhin) afkondigen: 'Laat ieder gemeenschap (ummah) volgen wat zij (op aarde) altijd gediend heeft!' Dan zullen allen die afgoden en beelden naast Allahi subhaanahoe gediend hebben één voor één in de hel vallen, tot alleen nog goede (barr) en slechte (faadjir) (muslims) en het overschot van de mensen van het Boek (de joden en de christenen) over zijn die Allah gediend hebben.

Dan zullen de joden worden bijeengeroepen en aan hen wordt gevraagd:

'Wat hebben jullie (op aarde) gediend?'

'Wij hebben `Oezair, Allahs zoon, gediend.' [9:30]

'Jullie liegen! Allah heeft geen gezellin en geen zoon [72:3].

Wat willen jullie nu?'.

'Wij hebben dorst, O onze Rabb, les onze dorst!'

Ze worden naar een (bepaalde) plaats gewezen en gevraagd: 'Waarom gaan jullie daar geen water drinken!'. En zij worden bijeengedreven naar het Vuur (die tot hun grote verslagenheid) een luchtspiegeling (bleek te zijn), (maar in werkelijkheid een vuurzee is waarvan de vlammen tegen elkaar slaan), en zij vallen één voor één in het vuur.

Dan worden de christenen bijeengeroepen en aan hen wordt gevraagd:

'Wat hebben jullie gediend?.'

Wij hebben de Masieh, Allahs zoon gediend.' [9:30]

'Jullie liegen! Allah heeft geen gezellin en geen zoon.

'Wat willen jullie nu?'

'Wij hebben dorst, O onze Rabb, les onze dorst !'

Ze worden naar een (bepaalde) plaats gewezen en gevraagd: 'Waarom gaan jullie daar geen water drinken!'. En zij worden bijeengedreven naar de Hel (Djahannam) (die tot hun grote verslagenheid) een luchtspiegeling (bleek te zijn), (maar in werkelijkheid) een vuurzee is waarvan de vlammen tegen elkaar slaan, en zij vallen één voor één in het vuur, tot alleen diegenen over zijn die Allah hebben gediend, de vromen en de zondaars.

De Rabbu'l `aalamien (Heer der heelal) de Allerhoogste, nadert hen, in een (geestelijke) gedaante waarin zij Zijn aanblik nog net kunnen verdragen, en zegt:

'Waar wachten jullie op? Iedere gemeente volgt wat zij altijd gediend heeft.'

'Onze Rabb, wij hebben ons altijd afzijdig gehouden van de mensen in de wereld, hoezeer wij hen ook nodig hadden, en wij hebben niet met hen verkeerd.'

'Ik ben uw Rabb,' zal Hij dan zeggen, maar zij antwoorden:

'Wij zoeken bescherming bij Allah tegen U! Wij plaatsen geen deelgenoten naast Allah. En dat zullen zij twee of drie keer herhalen, tot sommigen van hen al bijna rechtsomkeert maken.

'Is er tussen jullie en Hem een teken waaraan jullie Hem zouden herkennen?'

'Ja, dan worden de dingen ontbloot (m.a.w. ze worden uit hun beangstigende positie bevrijdt en de waarheid komt naar boven)'.

Iemand, die zich altijd (op aarde) uit eigen beweging ter aarde wierp voor Allah, staat Allah hem toe dat te blijven doen (nadat men Allah ziet). Maar iemand, die zich ter aarde wierp uit vrees (voor mensen) of uit pralerij (om gezien te worden) (op aarde), maakt Allah zijn rug tot één samengestelde wervel: telkens als hij zich ter aarde wil werpen valt hij op zijn achterhoofd [68:42]. Dan heffen zij hun hoofd op en Hij heeft weer de gedaante aangenomen waarin zij Hem voor het eerst gezien hadden.

'Ik ben jullie Rabb,' zegt Hij, en dan beamen zij:

'U bent onze Rabb!'

Dan wordt de siraat (brug) over de Djahannam geslagen en wordt het toegestaan voorspraak te doen, en zij (de profeten) zeggen:

'Allahumma sallam, Allahumma sallam (O Allah, red ons! O Allah, red ons!'

Iemand vroeg: 'O, Rasoel'lullah (sas),wat is die brug?

- Het is een leegte, glad en glibberig, zei hij, 'er zitten angels, haken en voetangels op als op een sa`daan, een kaktussoort die in het gebied Nadjd groeit.

- De mu'minoen (gelovigen in de Islamitische monotheisme) gaan die brug over in een oogwenk, als een bliksem, als een wind, als een vogel, als de mooiste paarden en kamelen. Sommigen worden behouden en gered, anderen worden opengereten en losgelaten (en bereiken de Djannah (het paradijs), weer anderen worden in het vuur van Djahannam geduwd, en zo gaat het tot de mu'minoen gered zijn van het vuur. Bij Hem in wiens hand mijn ziel is: niemand pleit zo hardnekkig bij Allaah als de mu'minoen op de Dag der Opstanding ten behoeve van hun broeders in de hel:

'Onze Rabb, zij (de muslims die in de hel zitten) hebben met ons gevast en de salaat verricht en de bedevaart verricht.'

'Haal er dan uit wie jullie kennen en hun gestalten zullen het hellevuur worden ontzegd.'

Dan zullen zij er veel mensen uit halen bij wie het vuur al tot de helft van hun scheenbenen of tot hun knieën stond, en zij zullen zeggen:

'Onze Rabb, er is daar niemand achtergebleven van degenen over wie U ons bevel gegeven had.'

(Maar Allaahu Ta`ala zal zeggen): 'Ga terug, en als jullie iemand vinden met het gewicht van een dinar aan goeds in zijn hart, haal die er dan uit.'

Dan halen zij er nog velen uit en zeggen:

'Onze Rabb, wij hebben daar niemand achtergelaten van degenen over wie U ons bevel gegeven had.'

(Maar Allaahu Ta`ala zal zeggen): 'Ga terug, en als jullie iemand vinden met het gewicht van een halve dinar aan goeds in zijn hart, haal die er dan uit.'

Dan halen zij er velen uit en zeggen:

'Onze Rabb, wij hebben daar niemand achtergelaten van degenen over wie U ons bevel gegeven had.'

(Maar Allaahu Ta`ala zal zeggen): 'Ga terug, en als jullie iemand vinden met het gewicht van een greintje goeds in zijn hart, haal die er dan uit.'

Dan halen zij er velen uit en zeggen:

'Onze Rabb, wij hebben daar niemand gelaten die iets goeds had.'

(Aboe Sa'ied (ra) zei: 'Als jullie mij niet geloven aangaande deze traditie, reciteer dan eens als je wilt: 'Allaah doet niet voor een greintje onrecht. Als het een goede daad is verdubbelt Hij die en geeft Hij van Zijn kant een geweldig loon. [Nisaa (4:40)]')

- Dan zegt Allaah `Azza wa Djalla:

'De engelen hebben voorspraak (shafa`ah) gedaan, de profeten hebben voorspraak gedaan en de mu'minoen hebben voorspraak gedaan; alleen de Arhamurraahimien (Barmhartigste der barmhartigen) is nog over.

Dan neemt Hij een handvol vuur en haalt daar mensen uit die helemaal niets goeds gedaan hadden en die al tot houtskool geworden waren. Hen gooit Hij in een rivier aan de rand van het paradijs, die de levensrivier genoemd wordt; en daar komen zij uit zoals graantjes die meegevoerd worden door een stortvloed. Zien jullie niet dat ze soms onder een steen of onder een boom groeien?. Aan de zon gekeerde zijde zijn ze gelig of groenig en aan de schaduw kant blijven ze wit.

'O, Rasoellullaah (sas),' zeiden ze, 'het lijkt wel of u herder geweest bent in de woestijn.'

Hij zei: 'Zij komen uit (de levensrivier) als parels, met zegels in hun nek, en worden door de paradijs bewoners herkend. Dit zijn de vrijgelatenen van Allaah, die Allaah het paradijs heeft doen ingaan zonder dat zij enig werk hebben gedaan of enig goeds hebben kunnen aanvoer.

Dan zegt Hij:

'Ga het paradijs binnen, en (alles) wat jullie daar zien is voor jullie.

Ze zeggen:

'Onze Rabb, U geeft ons wat U geen van de heelalwezens hebt gegeven!'

Dan zegt Hij:

'Ik heb nog iets beters dan dit voor jullie.'

Ze zeggen:

'Onze Heer, wat is beter dan dit?'

Dan zegt Hij:

'Mijn welgevallen. Hierna zal ik nooit meer boos zijn op jullie'.

(Commentaar van Imaam Muslim die hierna volgt is niet vertaald)

(Muslim, K. Iemaan/H.302)

 

26 Van Aboe Sa`ied (ra): Ik heb de Profeet (sas) horen zeggen: 'Onze Heer zal Zijn onderbeen ontbloten [68:42] en iedere gelovige man en vrouw zal zich voor Hem ter aarde werpen, en ieder die zich in deze wereld altijd ter aarde wierp om zich te laten zien en van zich te doen spreken, zal proberen zich ter aarde te werpen, maar zijn rug zal worden als één wervel.

 

27 Van Abdallah ibn Mas'oed (ra): Er kwam een rabbijn bij de Profeet (sas) die zei: 'Mohammed!' (of: 'Aboe-l-Kasim!') 'Allaah zal op de dag der opstanding de hemelen op een vinger houden, en de landen op een vinger, de bergen en de bomen op een vinger, het water en de vochtige aarde op een vinger, en de rest van de schepping op een vinger; dan zal hij ze schudden en zeggen: "Ik ben de koning, Ik ben de koning!"'

De Profeet (sas) lachte van verbazing om wat de rabbijn gezegd had, en bevestigde wat hij zei. Toen reciteerde hij:

- Zij hebben Allaah niet juist beoordeeld. De hele aarde zal in Zijn greep zijn op de dag der opstanding, en de hemelen zullen opgerold zijn in Zijn rechterhand. Geprezen zij Hij, die verheven is boven watzij naast Hem alsgoden dienen. [39:67]

 

28 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- De grootste, dikste man zal op de dag der opstanding komen en bij Allaah niet meer wegen dan de vleugel van een mug. Reciteer: Wij zullen hun op de dag der opstanding geen gewichtgeven. [18:105]

'Wat is dat?' vroegen de mensen.

- Een stier en een vis, en alleen al van hun leverkwabben kunnen zeventigduizend mensen eten.

 

29 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Mijn waterbekken is groter dan de afstand van Aila naar Aden;* het water erin is witter dan sneeuw en zoeter dan honing met melk en het aantal vaten erin is talrijker dan de sterren. Ik zal zeker de anderen daarvan weghouden, zoals een man de kamelen van een ander weghoudt van zijn waterbak.

'Profeet (sas),' zeiden de mensen, 'zult u ons op die dag herkennen?'

- Jazeker, jullie hebben kenmerken die geen enkele andere gemeenschap heeft. Jullie zullen bij mij komen drinken, getooid met lichtende plekken op je voorhoofd, het spoor dat de kleine wassing heeft nagelaten.>

 

30 Van Aboe Hurayrah (ra): De Profeet (sas) heeft gezegd:

- Allaah heeft gezegd: Ik heb voor mijn rechtschapen dienaren bereid wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en wat in geen mensenhart is opgekomen. De bevestiging daarvan in Allaahs Boek is: Niemand kent de ogentroost die voor hen verborgen is als beloning voor wat zip hebben gedaan. [32:17]

* Aila ligt aan de Golf van Aqaba, het huidige Eilath/Aqaba. Aden is de haven van Zuid-Jemen. De afstand tussen beide plaatsen is meer dan 2000 km.

   

(Wordt bijgewerkt Insha Allaahu Ta`alaa)

 

Home Page

 Ahadieth

 Top

Door Drs.I. Bayrak

 

 

1