Belgen en MigrantenWerking

Houthalen-Helchteren

____________________________________________________________________________

 

Beknopte geschiedenis van de migratie.

Van 1945 tot nu.

Door Ferro Luciano

 

BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN DE MIGRATIE IN BELGIË.

===============================================

1. Periode 1945 - 1958

-----------------------------

De tweede wereldoorlog is pas afgelopen en de economie moet weer op gang getrokken worden. (Relance).

Energie moet goedkoop gehouden worden. (KOLENSLAG).

Men doet beroep op "displaced persons ", krijgsgevangenen van Duitsland (Oost-Europeanen) die reeds tewerkgesteld waren, Duitse krijgsgevangenen, enz...

Via reclamecampagnes wordt beroep gedaan op groepsgewijze immigratie. (Zogenaamde contingenten).

Bilaterale akkoorden worden afgesloten met Italië. Door onveiligheid in de koolmijnen, denk maar aan de ramp in de Bois du Casier - Marcinelle 1956) wordt dit contract opgeblazen. Trouwens Italië zal nooit het te dure Belgische steenkool kopen. Daarna worden contracten afgesloten met achtereenvolgens Spanje, Portugal, Griekenland, Marokko en Turkije.

Men wil een goede rendabiliteit van de steenkoolmijnen bereiken. Men zoekt goedkope arbeidskrachten -- migranten.

De migranten worden in land van vertrek gekeurd en worden opgevangen in oude krijgsgevangenen - barakken. Later ontstaan de tuinwijken rond de steenkoolmijnen.

De koolmijndirectie zorgt voor de nodige omkadering met scholen, sportvelden, een medische dienst, kinderopvang enz...

Het betrekken van de tuinwijken gaat gepaard aan een gestaag herenigen van de gezinnen. Door nieuwe geboorten neemt het getal van migranten toe.

Een groep handelaars uit het land van herkomst komt zich rond de tuinwijken vestigen. Eerst zal enkel aan landgenoten verkocht worden, later wordt de eetcultuur ook door autochtonen en andere allochtonen overgenomen. (Pizza, spaghetti, kebab)

Voor de Belgische gemeenschap is de aanwezigheid van de migranten weinig hinderlijk, ze werken en wonen in aparte wijken. Af en toe wrijving naar aanleiding van kleine vechtpartijen, meestal naar aanleiding van een meisje.

 

2. Periode van 1958 tot 1973.

------------------------------------

Er worden nog steeds goedkope arbeidskrachten ingehuurd om de druk op de arbeidsmarkt te verlichten en om die plaatsen in te vullen in sectoren waar de Belgen hun neus voor ophalen.

De staat aanvaardt de "toeristische" of spontane immigratie. De toestand wordt achteraf geregulariseerd. Gezien er arbeidsvergunningen worden verleend in functie van de ondernemingspolitiek, voert de staat een beleid van korte termijn naar het beheer van de arbeidsmarkt (Het kan niet op…). Er wordt niet gedacht op langere termijn aan huisvesting, onderwijs, gezondheid. Het eerste probleem is de arbeidsmarkt. De Belgische werknemers nemen meer geschoolde arbeidsplaatsen in, lagere functies worden voorbehouden aan goedkopere migranten. Dezen zullen later toch teruggaan naar hun land van herkomst.

In Limburg komt de eerste mijnsluiting, gepaard aan de reorganisatie van de steenkoolmijnen. De verlieslatende onderdelen worden overgenomen door de staat; de winstgevende delen worden aan de mijneigenaars gelaten.

De gemeentebesturen worden opgezadeld met woonwijken die deels reeds aan het verkommeren zijn, zonder enige financiële reserve om de weggevallen controle van de mijngardes over te nemen, en zonder extra middelen om een bevolkingsgroep die niet meer weg zal gaan op te vangen naar onderwijs of scholing toe.

Een groot deel migrantenjongeren worden tegen beter weten in nog altijd klaargestoomd voor de koolmijnen.

Voor een deel van de weggevallen werkplaatsen komen nieuwe industrieën naar Limburg, met Ford als grootste werkgever. Hier zal gelukkig een groot deel migranten tewerk gesteld worden.

Het systeem van begeleiding van wieg tot in de kist, vooral door de steenkoolmijnen georganiseerd, waarbij het sportleven, het cultureel leven en zelfs het geestelijk leven van de mijnwerker geleid werd, verdwijnt na de reorganisatie van de steenkoolmijnen…en er komt niet genoeg in de plaats.

Een positieve kant aan het heel gebeuren is er toch:de massale migratie zorgt voor een verjonging van de bevolking. (Het rapport van professor Sauvy bewijst dat de migranten de sociale zekerheid in Wallonië redden.).

 

3. Van 1973 tot heden. (crisis - migratiestop sinds 1974.)

-----------------------------------------------------------------------

Er wordt overgeschakeld van een immigratiepolitiek naar een immigratiestop. Immigratie kan nog enkel via gezinshereniging. Er komt een discussie op gang rond positieve integratie, kaderend in de Europese Eenmakinggedachte.

Ondanks de immigratiestop is er een toename aan migranten. Deels is dit te wijten aan gezinshereniging, maar grotendeels aan een natuurlijke aangroei door geboortes. Dit wijst erop dat de migranten zich "inburgeren". Typisch is hierbij het veel voorkomend gebruik bij de Turken om het eerste kind (jongen of meisje) dat in België geboren wordt Belgin te noemen. In 1974 komt Rika Steyaert reeds voor de dag met een plan om de integratie te bevorderen.

De regering Martens III is voorstander van politiek stemrecht (omwille de discussie omtrent de rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement). Slaagt niet in haar opzet (2/3e meerderheid) en er komen geen concrete realisaties.

De regering Martens V (vanaf 1981) brengt een complete ommezwaai mee van positieve naar negatieve houding. Extreem rechts komt op in België en kan met haar leuzen waarbij nu de Jude vervangen wordt door de Vreemdeling enkele eerste verkiezingsresultaten behalen, vooral in Antwerpen. Er is nu angst voor het Vlaams Blok en er wordt ingespeeld op racisme en xenofobie. De wet Gol in verband met verblijf en toegang tot het land is daar een schoolvoorbeeld van. De discussie komt nu op gang om de deur te sluiten voor politieke vluchtelingen. Rond dit tijdstip ontstaat de vermenging van begrip politieke vluchteling en migrant. Men zal beginnen met na te denken over de Migrant, zonder deze te betrekken in de discussie.

In 1984 worden een gedeelte van de originele plannen van Rika Steyaert eindelijk verwezenlijkt door het oprichten van de Vlaamse Hoge Raad voor Migranten. Eindelijk zal de migrant zelf een advies kunnen formuleren. Er ontstaat een serieuze beroering in sommige politieke kringen waar men zal merken dat de migrant mondig is geworden. De werking is echter onsamenhangend. Een grote doorbraak is het aanstellen van Paula D'Hondt tot Koninklijk Commissaris voor Migranten. Vanaf dat ogenblik zal het hoofdstuk over migranten in de regeringsverklaringen van 4 bladzijden stijgen tot 100 bladzijden. Aan de hand van de nota's van Paula D'Hondt zal minister-president Lenssens zal overgaan tot het opstarten van de Lokale en Regionale integratieraden onder de koepel van het Vlaams Centrum voor Integratie. De eerste autonome migrantenwerkingen zullen zich bekend maken of worden nu in een stroomversnelling opgericht. De discussie is er, de migrant wil deelnemen. Zeer tot ongenoegen van bepaalde politici die hun paternalistisch beheer over de migranten willen behouden.

 

4. Huidige situatie.

-----------------------

Op naar een positief migrantenbeleid.

Naast de problemen van huisvesting, onderwijs, vorming, beroepsopleiding, herscholing, maatschappelijke begeleiding, enz..., en deze die zijn ontstaan tengevolge de vooroordelen die er zijn ten aanzien van migranten, onderscheiden wij 2 groepen waarin deze problemen te situeren zijn, namelijk bij :

A. Migranten van de eerste generatie.

  • de meeste hebben de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt.

    ze zijn het Nederlands meestal niet machtig, wat moeilijkheden met zich meebrengt in verband met informatie over de wetgeving

    ze hebben problemen doordat er arbeidsprestaties zijn in het land van herkomst

    (E.E.G.-verordeningen - bilaterale akkoorden - administratieve taal,...)

    problemen naar dienstbetoon...

    problemen van emotionele aard - heimwee naar land van herkomst - houding tegenover de "verbelgischte generatie" - houding tegenover eigen cultuur...

    ze wonen in wijken waar veel kinderen wonen, wat sowieso voor de nodige overlast zorgt.

  • B. Migranten van de tweede en derde generatie.

  • - een eerste kleine minderheid: wenst zo snel mogelijk te integreren.

    - een tweede kleine minderheid: wenst zijn identiteit te bevestigen, is tevens sterk actief op cultureel en /of politiek vlak. Een deel van hen is "geïntegreerd probeert deze "kennis" over te brengen op hun landgenoten, een kleiner deel zal nooit integreren en vormt een gevaar voor de Belgische staat en de migranten zelf. Dit zijn onderandere de zogenaamde integristen.

    de grote meerderheid : staat ergens halfweg; zij kennen het land van herkomst niet; hebben moeite met een aantal zeden en gewoonten van hun ouders. Zij hebben een lage geschooldheidgraad, grotendeels afgestemd op voorbereiding naar het werken in de koolmijn. Zij lopen de zwaarste risico's op de arbeidsmarkt; laaggeschoold en migrant...

  • De integratie is ondanks alles in Limburg het verst gevorderd. De traditie van samenwonen is reeds ouder dan 40 jaar;

    In de verhouding migranten/ Belgen zijn de migranten oververtegenwoordigd in de werkloosheid.

    In Limburg speelt vooral het feit dat veel migranten klaargestoomd werden voor het

    werken in de koolmijnen.

     

    Onderwijs en vorming.

    Via allerhande projecten probeert men nu iets te doen aan de onderwijsachterstand.

    - Interculturele projecten, maatwerkopleidingen, S.O.W. enz...

    Huisvesting.

    * Tekort aan betaalbare sociale woningen. Door huidige situatie op de arbeidsmarkt is het gezinsinkomen lager. Een gedeelte van deze gezinnen is kroostrijk en het is niet altijd mogelijk een betaalbare woning te vinden.

    * Spreiding is soms onbespreekbaar. Het wonen in gesloten woonwijken is zeker niet bevorderlijk voor integratie.

     

    5. Hoe kunnen wij aan een oplossing meewerken?

    ---------------------------------------------------------------------

    Werken aan integratie kan door betere dienstbetoon en een werking gericht naar migranten. Aanmoedigen van migranten om hun plaats te vinden in bestaande werkingen om zo op al de maatschappelijke niveaus vertegenwoordigd te zijn (onbekend is onbemind) en zo ook aan beleidsbeïnvloeding te kunnen doen.

    Deelnemen aan het migrantenbeleid via vertegenwoordiging in de plaatselijke migrantenwerkingen, de Migrantenraad, het L.I.C, de P.R.I.C, het V.C.I.M..

    Sensibiliseren, niet voor het probleem, maar werken aan een oplossing.

    Halt aan het VLAAMS BLOK, racisme, xenofobie en onverdraagzaamheid

    Gezamenlijke standpunten innemen samen met de migranten naar het rechts geweld toe, dat via rassenhaat en xenofobie het migrantzijn gelijk stelt aan krimineelzijn. Via vorming het racistisch en antidemocratisch 70-punten programma van het Vlaams Blok analyseren. Acties tegen rassenhaat opzetten en ondersteunen.

     

    TERUG

    1