Gelieve na 24.00 uur niet te douchen!

Johan Jellesma heeft al jaren last van zijn buren en zijn buren van hem. Volgens Jellesma is zijn woning aan de Palmslag in de Oosterpoort slecht gebouwd. Woningbouwvereniging Gruno wil daar niets van weten. Geluidsmetingen van de Milieudienst moeten uitwijzen hoe groot de overlast nu werkelijk is. Het verhaal van een lijdensweg.

door John Hermse

Johan Jellesma loopt de trap op, naar de bovenverdieping van zijn woning aan de Palmslag in de Oosterpoort, pal achter het cultuurcentrum. Twee uur lang heeft hij zitten praten over de gebreken aan zijn woning en de ruzies met buurtbewoners die daar het gevolg van zijn. Nu zal hij laten zien waar de grootste pijn zit. Jellesma loopt naar een kamertje en wijst naar de plaats waar de wand net boven ooghoogte aansluit op het schuinlopende dak. Meer dan drie jaar geleden heeft de huiseigenaar, woningbouwvereniging Gruno, glaswol gestopt in de holle ruimte onder het dak, maar het heeft geen zier geholpen. De glaswol houdt vooral warmte vast, maar houdt in ieder geval nauwelijks geluid tegen. De geluidsoverlast is nog even erg.
Jellesma is er meer dan zat van. En zijn buren ook. Jellesma is bij een paar naaste buren langs geweest om handtekeningen te verzamelen.
Meer dan twintig bewoners onderschreven de klacht die Jellesma boven de handtekeningenlijst had geschreven: 'Ernstige gebreken op het gebied van geluidsisolatie.'
Jellesma's lijdensweg aan de Palmslag begon al kort nadat hij in oktober 1992 zijn woning betrok. De buren begonnen meteen over hem te klagen en hij kreeg last van de buren. Jellesma zegt alle bewegingen van zijn buurvrouw te kunnen volgen zonder zijn oren te hoeven spitsen. "Als zij 's avonds op bed gaat om 11 uur, dan kan ik dat precies horen. Als je niet weet wat het is, klinkt het net of er inbrekers zijn. In het begin werd ik er hartstikke neurotisch van." En de buren werden gek van Jellesma, lieten ze hem herhaaldelijk weten. Jellesma vond briefjes in zijn brievenbus waarop de buren precies hadden genoteerd wanneer hij muziek had gedraaid. Jellesma stoorde zich aan de buurvrouw die een aantal keren per dag haar hondje uitliet en dan met de deur sloeg. Een bemiddelingspoging van Gruno was inmiddels al op niets uitgelopen.
Alleen Jellesma kwam opdagen voor een gesprek op het Grunokantoor, waarna de woningbouwvereniging de zaak als afgehandeld beschouwde.

Dat bleek wat al te rooskleurig ingeschat. Klachten over en weer leidden in oktober 1994 tot een brief van een door Gruno ingeschakelde advocaat, waarin Jellesma werd aangeraden een "vrijstaande woning op het platteland" te betrekken.
Jellesma was er inmiddels van overtuigd geraakt dat de klachten over door hem veroorzaakte geluidsoverlast voor de rekening van een enkele buurtbewoner kwamen, maar dat die klachten in de rest van de buurt geen weerklank vonden. Kortom, een hetze.
De woningbouwvereniging had een andere kijk op de situatie. "De klachten uit de buurt komen uit zo brede kring dat Gruno geen enkel geloof hecht aan de bewering dat het hier zou gaan om de hetze van een enkeling tegen u", schrijft Gruno's advocaat aan Jellesma.
De woningbouwvereniging dreigde een uitzettingsprocedure te starten als Jellesma er niet voor zorgde minder overlast te veroorzaken.

De soep werd evenwel niet zo heet gegeten als hij werd opgediend. Een jaar later, in oktober 1995, maakten Gruno en Jellesma de afspraak dat hij zijn levensritme aan dat van zijn buren aan zou passen. Jellesma moet vanwege rugklachten regelmatig een warme douche nemen.
Met Gruno sprak hij af zich voor middernacht te douchen. Wilde hij toch na twaalven een douche nemen, dan moest hij dat pas doen drie kwartier nadat zijn buurvrouw was gaan slapen.
Jellesma maakte deze afspraak, maar legde zich niet neer bij de bewering van de woningbouwvereniging dat zijn levensritme niet paste bij dat van zijn buren, waardoor ze meer last van elkaar hadden dan buren die dezelfde dagindeling aanhouden.
Want dat was de conclusie die Gruno inmiddels had getrokken: aan de woning mankeerde niets, de klachten over en weer waren te wijten aan de manier waarop Jellesma zijn huis be-woonde. 'De overlastklachten zijn niet te wijten aan technische gebreken, zoals u mij wilt doen geloven', schrijft een medewerker van Gruno in juni van dit jaar aan Jellesma.

Maar dat is wel de vraag waar het allemaal om draait: verkeren de woningen aan de Palmslag wel in zo'n goede technische staat. Volgens Jellesma dus niet.
Behalve de slechte aansluiting op de plaats waar de schuine daken elkaar raken, waardoor veel geluidsoverlast op de bovenverdieping ontstaat, zijn de vloeren volgens hem veel te dun. Normaal gesproken misschien geen probleem, maar de woningen zijn zo gebouwd dat de woonkamer van Jellesma precies boven de slaapkamer van zijn onderburen zit.

Begin jaren zeventig aasden projectontwikkelaars op de gunstig gelegen grond in de Oosterpoortwijk, vlak achter het gloednieuwe cultuurcentrum en in de buurt van de ringweg.
Maar wethouder Max van den Berg wilde de Oosterpoort behouden voor sociale woningbouw. Architect Theo Oving kreeg de opdracht op de dure grond woningen te bouwen die voor de spotprijs van 200 gulden per maand verhuurd konden worden.
Door drie huizen op één kavel te bouwen in plaats van één, slaagde Oving erin de kosten laag te houden.
Hij bouwde dwars op het onderste huis twee bovenwoningen. Nadeel was dat woon- en slaapkamers van de verschillende huizen aan elkaar grensden. Oving probeerde geluidsoverlast te voorkomen door tussen de benedenwoning en de twee bovenwoningen extra isolatiemateriaal aan te brengen: een foamlaag tussen de constructievloer en de cementen dekvloer. "We weken daarmee af van wat gangbaar was", zegt de architect nu. "Die foamlaag kwam er toen extra bij. Normaal gesproken had men dat niet gedaan." Verder plaatste Oving de portiektrap niet binnen, zoals gebruikelijk was, maar buiten de woning, weer om geluidsoverlast zoveel mogelijk tegen te gaan.

Bouwkundige Chris Drenth was op een speciale manier bij de bouw van de huizen aan de Palmslag betrokken. De toenmalige student bouwkunde aan de hts had de afstudeeropdracht gekregen op zoek te gaan naar fouten in het ontwerp van de woningen. Zijn conclusie is ook nu nog helder: "voor het geld dat beschikbaar was konden geen goede woningen worden gebouwd. Oving hield de huurprijs weliswaar laag door gestapeld te bouwen, maar moest tegelijkertijd ook nog aan de eis voldoen dat het uiterlijk van de huizen moest passen bij dat van de rest van de buurt."
De daken werden daarom dwars op de huizen geplaatst, waardoor een saaie rechte gevel vermeden werd, en juist de voor de Oosterpoort zo karakteristieke puntdaken ontstonden.
De bewoners waren tevreden, maar het kostte wel extra geld. Te veel geld volgens Drenth: "De eisen die aan het uiterlijk werden gesteld zijn deels ten koste gegaan van de kwaliteit die je binnen kunt leveren. Wat men wilde was niet te betalen met het geld dat er voor was."
Drenth had op grond van de bouwtekeningen al vastgesteld dat de plek waar de daken van naast elkaar gelegen huizen elkaar raakten een zwak punt was. In de goot tussen de daken had eigenlijk een muurtje gebouwd moeten worden om geluids-overlast tussen de woningen te voorkomen.
"Maar dat zat er financieel niet in", zegt Drenth, "er is gewoon een onmogelijke eis gesteld. Er is in de lengte en in de breedte geknepen, er is uitgehaald wat erin zat, en dit is het resultaat."
Bouwkundige Drenth wil architect Oving niet afvallen en durft ook niet te stellen dat de woningen niet aan de destijds geldende normen zouden voldoen. "Oving heeft zijn best gedaan, maar voor mij is wel duidelijk dat de architect een onmogelijke opdracht heeft uitgevoerd."

Oving ziet dat anders: "Er is niet echt bezuinigd op de geluidsisolatie om rond te kunnen komen. In die tijd waren de bewoners ook heel erg blij en enthousiast. Maar tegenwoordig gebruiken mensen de kamers anders. Als je de slaapkamer als werkkamer gebruikt en je zet de radio aan, dan horen de buren dat."

Jellesma stapte dit jaar naar de Huurcommissie met het verzoek de jaarlijkse verhoging van de huur ongedaan te maken. Na bezoek van een inspecteur concludeerde de Huurcommissie dat Jellesma's woongenot wel enigszins geschaad was, maar niet in die mate dat er aanleiding was de huur te bevriezen.
Op Jellesma's grootste klacht: de holle ruimte onder het dak op de bovenste verdieping, de plaats waar de daken van beide huizen bij elkaar komen, kon de Huurcommissie niet ingaan.
Dit kwam, omdat Gruno de Huurcommissie de verkeerde bouwtekeningen had geleverd. De woningbouwvereniging had slechts de tekeningen van de oppervlakte van de vloeren beschikbaar gesteld. Volgens Gruno was ook slechts om vloertekeningen gevraagd, van bouwtekeningen was niet gerept.
Jellesma besloot het er niet bij te laten en vocht de uitspraak van de Huurcommissie bij de kantonrechter aan. De advocaat van Gruno hield staande dat de woning geen ernstige gebreken vertoonde en dat het huis volgens de destijds geldende normen was gebouwd.
Jellesma verzocht de rechter om zelf in zijn huis te komen kijken. Deze wilde daar niet op ingaan, maar gelastte Gruno om de Milieudienst geluidsmetingen te laten verrichten.
Jan Hut, medewerker relatiebeheer van Gruno, bevestigt dat de gemeentelijke Milieudienst binnenkort metingen uit gaat voeren om vast te stellen of de woning gebouwd is volgens de destijds geldende voorschriften. Of de woningen aan de strengere eisen van tegenwoordig voldoen, is niet relevant, volgens Hut. "Het gaat om de normen van toen."
Mocht blijken dat men zich bij de bouw van de woningen niet aan de bouwvoorschriften gehouden heeft, dan ziet Gruno dat zeker niet als een probleem dat voor honderd procent op het bordje van de woningbouwvereniging ligt. "De gemeente heeft destijds een vergunning voor de bouw gegeven", stelt Hut. "Maar ik verwacht eigenlijk niet dat de geluidsmeting problemen aan het licht zal brengen."

Jellesma en zijn buren moeten elkaar voorlopig dus nog verdragen. Waarom gaat hij niet gewoon verhuizen? "Ik heb het hier voor zevenduizend gulden opgeknapt", wuift Jellesma deze suggestie weg. "Ik heb een aangepaste keuken en ik heb de wc en de douche laten betegelen. Als ik verhuis wil ik verhuiskosten en smartegeld voor de beledigingen. Ik laat me hier niet wegjagen."

(de geluidsmetingen zijn nooit uitgevoerd door de milieudienst!!!opmerking: Jellesma)

bron: SPIJKERHARD (uitgave v.d.Woonbond Groningen, december 1996)

TERUG NAAR INTRODUCTIE KLIK HIER! 1