De terreur van de trouwe viervoeters is in mijn flat een maand of drie geleden begonnen. Heel voorzichtig begon een klein hondje zachtjes met piepen zijn aanwezig aan mij duidelijk te maken. Het piepen begon langzaam maar zeker in volume toe te nemen en uiteindelijk wist ik het zeker, honden stammen af van wolven. Bij het fokken van het ras was er over-duidelijk rekening mee gehouden, dat het huilende geluid van de nazaat door een stevig muurtje beton nog luid en duidelijk te horen moet zijn.
Na mijn klacht, dat het gejank niet te harden was, heeft de buurman er nog een exemplaar bijgekocht. Dan is ie niet zo alleen, zei hij nog. Zo zie je maar weer, met overleg bereik je nog eens iets.
Helaas is het niet alleen bij geluidsoverlast gebleven. Nu hing er in die tijd een nogal muffe lucht in mijn flatje. Het voorjaar was op komst. Ik kreeg het vermoeden dat de huishoudelijke werkzaamheden, waar sommige mensen in deze tijd druk mee doende zijn, misschien deze keer ook bij mij noodzakelijk waren. Tot ik echter, ondanks hevige voorjaarsstormen, mijn balkon opstapte. Het afvoergootje van mijn balkon lag over de hele breedte vol met geweekte stront. Uitlaten bleek voor de honden bij de buren niet nodig. Zijn gewoonte om met een emmer water de uitwerpselen van zijn troeteldieren te verwijderen had mijn balkon in een mestopslag veranderd. De afscheiding tussen de balkons bleek niet geheel af te sluiten.
Nadat ik de hele dag bezig was met schrobben, boenen en metselen (klein dijkje van 20 cm als
strontvloedkering), zakte ik neer op mijn bank.
Op dat moment zag ik een dikke vette kop om de balkonafscheiding verschijnen, loerend naar mijn metselwerk.
Met het beroemde gebaar, gebalde vuist voor vier vingers,
heb ik hem mijn mening duidelijk gemaakt.
De buurman is boos, maar het metselwerk voldoet goed, zijn schoenen staan op de gallerij te drogen!
WFH aug 1991
Back: |