(...)
Hij draaide zijn grote lamp uit, schakelde het kleine groene pianolampje in en seinde langzaam met zijn Morse-toestel:

"H-a-l-l-o K-e-e-s"

Even wachtte hij. Opeens werd het bij Kees ook donker en geen vijf tellen later flitsten de felle rose schijnsels van Kees' pianolampje door de zachte voorjaarslucht.

"S-a-l-u-u-t"

"Mooi zo", dacht Flip. "Hij heeft me gezien. Ik zal 't maar niet lang maken. Alleen maar even goedenacht zeggen."
Hij seinde:

"W-e-l t-e r-u-s-t-e-n"

En Kees antwoordde:

"M-a-f z-e"

"Dank je wel!" lachte Flip. Even wachtte hij, of Kees nòg iets zou seinen. Maar 't bleef donker aan de andere kant...

Uit: Leonard Roggeveen: De electrische man (1929)

13-7-2000

terug naar fragmenten

terug naar Roggeveen

terug naar huis

1