Hoei zegt de wind ...

Hoei, zegt de wind en hij rukt aan de takken.
Wacht eens, daar heeft hij een dakpan te pakken,
klettert een regenvlaag tegen de ruiten.
Hoor hem toch eens om de schoorsteen fluiten!

Laat hem maar razen en laat hem maar spoken,
ik ben heel diep in mijn bedje gedoken.
Boems, dat is zeker een deur bij de buren.
Zou nu zo'n storm tot de morgen toe duren?

Hoor hem nu heel in de verte eens huilen.
Waar zouden nu alle vogeltjes schuilen?
Bulder maar, ik kan het tòch niet meer horen,
'k trok vlug de dekens tot over mijn oren.

Jo Kalmijn-Spierenburg

uit: Het liedje van verlangen
een bundel versjes

tekening: Geeske van Tienhoven

terug naar lijst

1