tekening: Geeske van Tienhoven |
Wat waait het en wat regent het! Ik hoor het in mijn warme bed. De regen rofffelt op ons dak En tegen 't venster tikt een tak. Waar zouden nu de mussen zijn? Och kom, zo'n musje is maar klein, dat kruipt wel ergens onder weg, een pannendakje of een heg. Misschien wel in een oude schuur. De poezen spinnen bij het vuur. Het is nu buiten nat en koud. Geen enk'le poes, die daarvan houdt. Wat hoor ik dwars door het geruis? Loopt Zwarte Piet soms om ons huis? Daar klinkt een slag! Een deur slaat toe. Een voetstap? Weet je wat ik doe? Ik trek mijn dekens lekker hoog. In bed lig ik fijn warm en droog. Die regen stroomt nog aldoor neer. Maar ik hoor het nu tòch niet meer! Jo Kalmijn-Spierenburg uit: Het liedje van verlangen (1969) een bundel versjes lees ook: Als de wind om het huis en Hoei zegt de wind ... |