De regen ruist uit een grijze lucht hij spint de wereld vol fijn gerucht, - hij zingt héél zacht in een stille tuin, daar zijn de blaadjes al geel en bruin, hij neuriet maar wat in een rozestruik - die draagt nog één roosje verwaaid in z'n pruik, hij zingt er zijn liedjes en ruist op het grind - o, sluit nu je ramen, de herfst begint! C. Wilkeshuis uit: Kris kras Jan Plezier - de tweede |
|