tekening (naar een foto): Willem Backer

Hoofdstuk 5. Over onze club
(Piet, Willem en Toon hebben een mondharmonicaclub. Ze gaan op een woensdagmiddag de huizen langs om geld op te halen voor het schoolreisje. Ze rusten even uit op een bankje.)
(...)
Opeens kwam er iemand naast ons zitten. 't Was de meester. Ik denk, dat hij van school kwam. Hij gaat wel eens meer op woensdagmiddagen naar school, om werk na te kijken. Ik schrok, want ik dacht aan 't vrije opstel, dat ik nog maken moest. Maar de meester begon helemaal niet over opstellen te praten.
Hij zei: "H.F.C. gaat er lelijk aan, mannen. En met Xerxes is 't helemaal een misse boel."
"'t Zijn clubs van niks," zei Willem.
 Meteen haalde Piet een massa sigarettenvoetbalplaatjes uit zijn zak. "Ik heb H.F.C.," zei hij. "En ik heb Xerxes ook."
En hij liet ze aan de meester en aan ons kijken.
Maar onder 't kijken kreeg hij plotseling een vuurroode kleur.
(...)
Ik begreep het dadelijk: hij was natuurlijk de centen kwijt! De meester en Willem hadden nog niets in de gaten. Ze zaten stuk voor stuk de sigarettenplaatjes van Piet te bekijken. En ze waren er zo in verdiept, dat ze niets merkten van de ramp, die zich vlak bij hen afspeelde.
Nou moet ik eerlijk zeggen, dat Piet een prachtige verzameling had. (...) Alle plaatjes waren nog heel en maar weinig gevlekt.
(...) Ze keken (de meester en Willem) vol aandacht en af en toe, als de meester iets niet begreep, legde Willem het uit.

1