Alien Resurrection

Archief Film Helden Nu in de Cinema Reportage Vraag van de week
A ] B ] C ] D ] E ] F ] G ] H ] I ] J ] K ] L ] M ] N ] O ] P ] Q ] R ] S ] T ] U ] V ] W ] X ] Y ] Z ]

Algemeen    Productieproces    Speciale effecten

Algemeen

She'll breed. You'll die !

Genre: Science Fiction / Horror
Speelduur: 1u48
Regisseur: Jean-Pierre Jeunet
Acteurs: Sigourney Weaver, Winona Ryder, Ron Perlman, Brad Dourif, Michael Wincott, Dominique Pinon, Dan Hedaya

Om een goed beeld te krijgen van hoe Alien Resurrection precies past in de franchise van Fox, zou een weekje bezinkingstijd geen kwaad kunnen. Maar deadlines moeten gerespecteerd worden, en daarom gaan we ons best doen een zo objectief mogelijk oordeel te vellen. Een betere titel kon niet gekozen worden voor de vierde aflevering in de Alien-reeks. Alien Resurrection is niet alleen een verrijzenis van Gigers monsters, maar tevens van Sigourney Weavers personage Ripley en van de hele reeks, die na Alien³ een twijfelachtige toekomst had. Als er een les te leren viel van het fiasco dat Alien³ heette, dan was het wel dat men iets totaal nieuws moest proberen, en dat is dan ook het minste dat je van Alien Resurrection kunt zeggen.

De vergelijking die ons te binnen schiet is die tussen Star Trek en Star Trek: The Next Generation. De films met Picarden co. zijn schitterende Star Trek, maar toch kun je het verlangen naar de Kirk-dagen niet laten. We vermoeden dat de Star Wars-fans in '99 voor een gelijkaardig dilemma zullen staan: Episode 1 zal in alle opzichten superieur zijn aan de trilogie uit de late jaren zeventig en de vroege jaren tachtig, maar toch zullen velen (ondergetekende incluis) smachten naar de Han Solo-dagen. Het is een dergelijk gevoel dat je ondergaat bij het zien van Alien Resurrection.

De film speelt zich 200 jaar verder in de toekomst af. Weyland Yutani bestaat niet meer; in de plaats krijgen we de United Systems Military. Ook Ripley is niet meer de oude. In Alien³ pleegde ze zelfmoord met een Alien Queen in de borstkas. Nu wordt ze - met Queen - weer tot leven gekloond door de geflipte wetenschapper Gediman, in opdracht van de onorthodoxe generaal Perez; dit alles aan boord van het gigantische ruimteschip Auriga. Ripley overleeft de chirurgische ingreep die de Queen uit haar lichaam haalt, maar blijkt over flinke portie Alien-DNA te beschikken: ze is cynisch, onmenselijk sterk en voelt zich op een bizarre manier verbonden met het Alien-ras. Ondertussen legt de Queen - in gevangenschap - naar hartelust eieren, want Gediman ziet in het ras een fantastisch commercieel potentieel.

Het is waarschijnlijk geen verrassing als we vertellen dat er ergens iets fout loopt. Ripley moet met de bemanning van de pas aangemeerde Betty, een weinig clandestien vrachtschip, de andere kant van de Auriga bereiken, waar de Betty de enige kans op ontsnapping vormt. Wat volgt is wat schrijver Joss Whedon een typische Poseidon Adventure-plot noemt: een lange tocht doorheen de Auriga vol van gevaar en onmenselijke obstakels.

Alien Resurrection is een film die werkt dank zij een combinatie van elementen. Om te beginnen levert Sigourney Weaver de allerbeste acteerprestatie uit haar carriere. Een meer dankbare rol had ze zich onmogelijk kunnen wensen. De nieuwe Ripley is er een vol van woede, droefheid, verwarring, wellust, doorzettingsvermogen, sarcasme, medelijden en verwondering en wat ons betreft is de winnaar van de Academy Award voor de beste vrouwelijke hoofdrol bij deze beslist. Ripley zag er nooit beter uit. Anderzijds heeft Alien Resurrection veel te danken aan de regisseur, de Fransman Jean-Pierre Jeunet: de visuals zijn adembenemend, een aantal actiescenes (waarvan een onderwater) verbluffend, sommige andere sequenties hartverbrekend mooi. En wat nieuw is voor deze franchise: Alien Resurrection is grappig op een weirde manier. Het zit 'm in de kleinste details die sommigen zullen doen schaterlachen, en anderen eerder over het achterhoofd zullen doen krabben. Het is deze originaliteit, met Jeunets handtekening, die de film die extra dimensie meegeeft die ontbrak in Alien³. Bovendien komt Alien Resurrection, met dank aan het scenario van Joss Whedon, vaak zeer verrasend uit de hoek. Verwacht je aan een aantal briljante vondsten, die aan de andere kant op een vreemde manier als pure heiligschennis overkomen.

Niet dat alles koek en ei is: er zijn iets te veel dode momenten, waar we liever nog wat meer actie hadden gezien. Wat Winona Ryder betreft: hier heb je een het schoolvoorbeeld van complete miscasting. Ze past als Call helemaal niet in de bemanning van de Betty, en elke poging om stoer over te komen valt in het water.

Om tot de conclusie van het verhaal te komen: Alien Resurrection is een sexy film, en daarmee bedoelen we niet zozeer kinky, in de zin van de bizarre erotische ondertoon dan wel trendy, in de zin van de flitsende montage en de typische nineties knipoogjes en dialogen. Waar we echter voor vrezen is dat de zeer hippe sfeer die deze film voortdurend uitademt, zich uiteindelijk tegen de prent zal keren: wat hip is in de jaren negentig is verouderd tien jaar later, en het zou ons dan ook verbazen als Alien Resurrection even tijdloos blijkt als Alien en Aliens.

Productieproces

Back on track

Odanks het vermoeiende project (en de commerciele afknapper) dat Alien³ was geweest, gingen er vrijwel onmiddellijk na de release van de prent stemmen op om op het gemak over Alien 4 te gaan nadenken. Maar was er over de Aliens uberhaupt nog wel een verhaaltje te vertellen?

Als het aan Sigourney Weaver lag in elk geval niet. Ze had in september '92 van de daken geschreeuwd dat Alien 4 er kwam, maar dat het zonder haar medewerking zou zijn. De partners achter Brandywine en de kaderleden bij Fox gingen op zoek naar een waardige schrijver die het er hopelijk beter van af zou brengen dan het dozijn sukkelaars dat aan Alien³ had gewerkt. Een van de drijvende krachten achter Alien Resurrection werd Fox-kaderlid Jorge Sarelegui. Hij koos omstreeks de helft van 1993 persoonlijk de scenarioschrijver uit voor de nieuwste aflevering in de serie: Joss Whedon, een kereltje dat voor Fox al succes had behaald met Speed en Buffy, The Vampire Slayer. Hij werd gekozen op basis van Buffy: hiermee had hij bewezen in staat te zijn een scenario te schrijven rond een ass-kicking heroine. Whedon werkte een eerste treamtment uit zonder Ripley. In deze versie van het verhaal werd een oudere, gekloonde Newt de heldin van het verhaal die Alien 4 met de voorgaande films moest linken.

Fox zag het potentieel in 's mans schrijfels, en Whedon werd officieel in dienst genomen om het script van Alien Resurrection te schrijven. De onderhandelingen over het verhaal duurden liefst anderhalf jaar. Aan het begin van 1995 zette Whedon zich achter zijn tekstverweker. Hij ontkrachtte in de media verschillende roddels: Alien³ was geen droom, en neen, Alien 4 speelde zich niet af op de aarde. Wat wel zeker was, was dat Fox een beetje nerveus was een Alien-productie te maken zonder Sigourney Weaver, en daarom handelde de treatment die Whedon moest uitschrijven over het klonen van de populaire heldin.

Whedon zelf had echter nauwelijks vertrouwen in het project: Fox plaatste de film niet eens op de Development Slate, er was geen regisseur aangeduid en Sigourney Weaver was niet eens gecontacteerd. Whedon had iets van een paniekreactie: de toekomst van de gigantische franchise, waar hij al jaren een grote fan van was, rustte integraal op zijn schouders. Hij hield het hoofd koel en ging aan de slag. Als grootste inspiratiebronnen vermeldt Whedon nu The Evil Dead (voor de niet aflatende terreur; in deze film wordt de kijker geen enkele adempauze gegund) en The Poseidon Adventure. Want Alien Resurrection is feitelijk een rampenfilm: na het uitbreken van een horde Aliens moeten Ripley en co. de andere kant van een gigantisch ruimtestation zien te bereiken, waar hen een reddingssloep wacht. Maar om daar te geraken, moeten ze heel wat gevaren overbruggen, waaronder een overstroomde keuken.

Op kousevoeten trok Fox naar Sigourney Weaver en begon enthousiast over het uitstekende verhaal dat ze hadden voor Alien 4. Weaver reageerde aanvankelijk niet erg geinteresseerd, maar ging uiteindelijk akkoord het script te lezen. Ze hoorde zes maanden niet meer van Fox en dacht dat het project in het water was gevallen. Joss Whedon werkte zijn script af in november '95, en wachtte geduldig op een antwoord van Fox. De studio vond Alien Resurrection geslaagd en probeerde het project van de grond te krijgen. In januari 1996 deelde Fox aan een ademloze wereld mee dat Alien Resurrection officieel in development was, en dat er onderhandelingen met Sigourney Weaver aan de gang waren. Later in januari bevestigde Fox dat Winona Ryder als eerste voor een belangrijke rol had getekend (wat de oorsprong was van geruchten dat ze Weaver zou vervangen) en dat film in de lente of zomer van 1997 in roulatie zou komen.

Achter de schermen begon de zoektocht naar een geschikte regisseur. Vele namen passeerden de revu: Geoff Murphy (Freejack), Steven Soderbergh (Kafka), Mick Garris (Sleepwalkers), Wes Craven (A Nightmare On Elm Street), John Carpenter (Halloween) en George Romero (Night Of The Living Dead) werden allen genoemd. Op een bepaald moment, vroeg in 1996, bleek de grootste kanshebber Danny Boyle, wiens Trainspotting op dat moment in gereedheid werd gebracht voor een wereldwijde release. Uiteindelijk kwam ook Sigourney Weaver officieel aan boord, en tekende voor liefst 11 miljoen dollar. Voor het budget van de film werd een flinke 70 miljoen dollar overeengekomen.

In februari kreeg Alien Resurrection alsnog een tegenslag te verwerken: hoewel hij het script goed vond en een aantal positieve ontmoetingen had gehad met Weaver, bedankte Danny Boyle vriendelijk voor de eer. Hij vreesde dat zijn persoonlijke inbreng in een grootscheeps studio-project als Alien Resurrection nihil zou zijn. Boyle koos ervoor in de plaats A Life Less Ordinary draaien, met Ewan McGregor en Cameron Diaz. Hierdoor werd de productie van Alien Resurrection zes maanden uitgesteld. Ryder was echter zodanig enthousiast over de prent, dat ze systematisch alle toekomstige projecten verder voor zich uit schoof, zodat ze in elk geval Alien Resurrection kon maken.

Er werd op zoek gegaan naar een nieuwe regisseur. Nu en dan dook er een naam op van een nieuwe kanshebber. Marco Brambilla (Demolition Man), David Cronenberg (The Fly), Paul Anderson (Mortal Kombat), Anthony Waller, ja zelfs James Cameron werd genoemd. Halverwege de maand april kwam het bericht binnen dat de Franse regisseur Jean-Pierre Jeunet (Delicatessen, La Cite des Enfants Perdus) had getekend voor de regie van Alien Resurrection. Een verrassende keuze; Jeunet had immers ooit beweerd nooit een Amerikaanse film te zullen maken. Maar de Alien-reeks, waar ook hij altijd een grote liefhebber van was geweest, was buiten de waard gerekend. Jeunet verklaarde achteraf erg verbaasd te zijn geweest wanneer het telefoontje van Fox binnenkwam. Jeunet vloog naar Los Angeles en was er zeker van dat de gesprekken tot niets zouden leiden. De ontmoetingen met Weaver en Ryder bleken echter zodanig positief dat zowel Fox als Jeunet geestdriftig hun handtekening onder het contract zetten. Alien Resurrection had een regisseur.

In tegenstelling tot de eerste drie afleveringen, koos Fox ervoor Alien Resurrection integraal te draaien op de soundstages in Los Angeles. De opnames hoorden van start te gaan in september 1996, met tijd voor een paar weken repetities in augustus. In juli deelde Amalgamated Dynamics, het bedrijf van Tom Woodruff Jr en Alec Gillis (Alien³) mee dat het de creature effects van Alien Resurrection op zich nam. Darius Khondji (Se7en), een oude vriend van Jeunet, was verantwoordelijk voor de fotografie, Nigel Phelps (Batman) voor de production design en Jeunets makker Herve Schneid (Europa) voor de montage. Het werd echter duidelijk dat de preproductie iets meer tijd dan gepland in beslag zou nemen, en de aanvang van de opnames werd uitgesteld tot november 1996.

In de maanden september en oktober werden de belangrijkste bijrollen gecast. Er werd onderhandeld met Ed Harris, Peter Coyote en Gabriel Byrne, maar uiteindelijk kregen Ron Perlman en de Fransman Dominique Pinon, die Jeunet allebei kende van La Cite des Enfants Perdus, de belangrijkste mannelijke rollen. Ook Michael Wincott, Brad Dourif, Dan Hedaya, J.E. Freeman, Kim Flowers, Raymond Cruz, Leland Orser en Gary Dourdan tekenden in deze periode voor Alien Resurrection. Ten slotte werden het bedrijf Blue Sky en componist John Frizzel ingelijfd voor respectievelijk de special effects en de score.

In november werd het echter duidelijk dat film nooit zou klaargeraken voor de grote concurrent Starship Troopers, en de release werd uitgesteld naar augustus 1997. Ondertussen gingen in Los Angeles de opnamen van start. Het was duidelijk dat het script geen Bijbel was: Jeunet volgde zijn instinct en verandere hele scenes en dialogen naar eigen goeddunken. Zo werd het personage Yost, dat Whedon had geschreven met Chow Yun Fat in het achterhoofd, volledig geschrapt. Er bleven echter hardnekkige geruchten opduiken dat de sfeer op de set te wensen overliet: vooral tussen Weaver en Jeunet zou het niet klikken; de twee zouden op een bepaald moment zelfs niet meer met elkaar spreken. Later lachte Weaver deze roddels weg. De opnames van Alien Resurrection waren wat haar betrof de meest aangename van de vier films. Er was een dag waarop het haar allemaal wat te veel werd, gaf ze schoorvoetend toe: ze was uitgeput, voelde zich onwel en de talenbarriere eiste haar tol. Die dag verliet ze de set tweemaal, voor ongeveer een minuut.

Na de opnamen begon Fox de film in verschillende stadia van afwerking te draaien voor een testpubliek. De bijzonder positieve reacties van de toeschouwers gaven de studio een immens vertrouwen in de prent: de releasedatum werd verschoven van september naar november, vlak tegenover Starship Troopers. De finale datum werd vastgelegd op woensdag 26 november, een dag voor Thanksgiving. Het brainstormen over Alien 5 kon beginnen.

Speciale effecten

De franse aanval op Hollywood

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de effecten van Alien Resurrection zijn subliem. Maar toch is er iets vreemd mee aan de hand. Letterlijk dan, want ze zijn voor een groot deel van Franse oorsprong. En voor het eerst werden de Aliens ook gedeeltelijk in de computer tot leven gewekt.

Het is algemeen geweten: de Fransen zijn chauvinisten en het is dan ook niet verwonderlijk dat Jean-Pierre Jeunet na het aanvaarden van de regisseursstoel een beroep deed op zijn Franse vrienden, waarmee hij reeds zijn vorige films Delicatessen en La Cite des Enfants Perdus had gemaakt. Jeunet had zijn post veroverd door de bijzondere (visuele) sfeer die van bovenstaande films uitging en Fox gaf hem dan ook een zekere vrijheid in het kiezen van zijn medewerkers.

Twee dagen nadat Pitof, een van de stichters van het Franse effectenhuis Duboi, door Jeunet uitgenodigd werd om Special Effects Supervisor te worden van de nieuwe Alien-film was hij reeds paraat in Los Angeles. Samen met Eric Henry zou hij er de effecten overzien. Na lange onderhandelingen wist hij Fox te overtuigen dat de hulp van zijn firma Duboi broodnodig was om de visuele klus te klaren. Fox gaf toe en meteen werd het team van Duboi naar Los Angeles overgevlogen.

Fox wou echter geen al te groot risico lopen en daarom werden nog andere effectenhuizen aangesproken om de in totaal zo'n 200 digitale effecten te realiseren. Duboi nam er ongeveer 160 voor z'n rekening. Die bestonden uit digitale schilderijen (een klassieke methode om een decor te vergroten) en composites. Dit is het samenstellen van de verschillende beeldcomponenten tot een beeld.

Blue Sky Studios kreeg de opdracht om voor het eerst een zeventien-tal scenes met een digitale Alien te realiseren, terwijl VIFX, het effectenhuis van Fox zelf, enkele bijkomende computeranimaties voor z'n rekening nam. Sindsdien zijn beide effectenhuizen omwille van financiele redenen samengevoegd. VIFX is het meest bekend van zijn Relic, terwijl Blue Sky Studios met een aantal dansende kakkerlakken in Joe's Appartment heel wat lof oogste.

Het relatief onbekende Amerikaanse FX-huis Hunter/Gratzner kreeg het miniatuurwerk toegestopt. Het belangrijkste element van een Alien-film blijft echter nog steeds (naast een degelijk verhaal natuurlijk) de Alien zelf. Om een zekere continuiiteit te verzekeren werd opnieuw een beroep gedaan op Tom Woodruff, Jr., en Alec Gillis van Amalgamated Dynamics Inc. (ADI). Onder leiding van Stan Winston werkten ze reeds mee aan Aliens en voor het derde deel mocht hun bedrijf ADI de Aliens opnieuw redesignen en bouwen. Voor Resurrection keerden ze terug naar het oorspronkelijk onwerp, terwijl ze er wel voor zorgden dat het monster niet-menselijke poten kreeg: drieledig in plaats van tweeledig.

Net als bij de vorige film werden voor de film verschillende versies van de Aliens gemaakt: van volledig mechanische tot een rubberen kostuum. Woodruff zelf trok net als in de vorige film het kostuum aan. Ook de Alien Queen maakte opnieuw zijn opwachting. Het is het oorspronkelijk monster uit Aliens, dat men pas na heel lang zoeken bij een verzamelaar terugvond. Ook de facehuggers zijn opnieuw van de partij, en dan is er de Newborn. Om niets van het verhaal weg te geven vermelden we enkel dat deze een volledig mechanisch en hydraulisch aangestuurde pop was waarover de verschillende acteurs lovend waren, en dat wegens de enorme acteerprestatie die men met behulp van dit mechanisch wonder wist te bereiken.

Op voorhand wist men dat een aantal scenes onmogelijk met de poppen of het kostuum konden gefilmd worden. En dus net als bij Jurassic park gaat men over naar de digitale wereld van zodra het monster volledig in beeld begint te wandelen. De lat werd nog hoger gelegd toen Jeunet de Aliens ook wilde laten zwemmen. Deze volledig onder water opgenomen scenes zijn trouwens een deel van een enorme actiesequentie. ADI vervaardigde een miniatuur exemplaar van het monster, dat door Blue Sky in de computer werd gescand. Daarin werd een digitaal skelet gebouwd, waarna de 3D-animator aan het tijdrovend werk kon beginnen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Jurassic Park en z'n vervolg gebruikte men geen fysische skeletten om de animatie te vergemakkelijken, maar alles werd volgens de oerklassieke key-frame methode geanimeerd. Nadat de beweging van de monsters werd goedgekeurd (ook een bijzondere zwemstijl werd ontworpen die ook door Sigourney Weaver werd overgenomen) kon men de belichting laten overeenstemmen met de echte opnames en werd de 'huid' van het monster over het skelet gelegd. Samen met verschillende lagen explosies en luchtbellen resulteert dit in zeer geloofwaardige effecten. Niet alleen de onderwaterscenes deden een beroep op het digitaal model. Ook in de daarop volgende actiesequentie is de computeralien de indrukwekkende protagonist.

VIFX leverde zoals reeds werd vermeld een aantal kleinere CGI-sequenties af. Zo zien we op een bepaald ogenblik hoe Ripley (Weaver) een mes door haar hand steekt. Op de set werd een mes met een inschuifbaar lemmet gebruikt als referentiemateriaal en om de vervorming van de huid te zien. In de postproductie werd dit mes, samen met het deel dat door de hand dringt en het bijhorend bloed in de computer gemodelleerd. Ook de granaat die op een bepaald ogenblik richting camera rolt bestaat enkel in de computer.

De ruimteschepen en enkele decorstukken zijn vreemd genoeg nog steeds fysische modellen. De schaal varieerde van 1/6 (het laboratorium), tot 1/1000 (het grote Auriga-model, een van de ruimteschepen). Het ander ruimteschip, Betty, en het landingsplatform werden in 1/32e schaal gebouwd. Vermits de modellen van heel dichtbij werden gefilm moesten ze zeer sterk gedetailleerd worden. Het filmen zelf gebeurde zoals steeds met computergestuurde camera's, aan een tempo van vaak een beeld per seconde. Deze lange openingstijden zijn vereist om een grote dieptescherpte te krijgen.

Jeunet en Darius Khondji, de Director of Photography, besloten om in super 35 te filmen (het geliefkoosde formaat ook van James Cameron), en de beelden te laten behandelen volgens het ENR proces. Dit is een proces (van Technicolor), waarbij men het contrast gaat wijzigen door de pelicule tijdens de ontwikkeling door een afzonderlijk bad te laten lopen. Hierdoor werd ook de fotografie van de miniaturen beinvloed, vermits de belichting cruciaal was om een perfecte continuiteit in het beeld te garanderen.

Bij het filmen van de modellen maakte men gebruik van 'zwart licht'. Om een mooi schaduwpalet te krijgen belichtte men zwarte stukken papier die men dan liet weerkaatsen op het model. Omwille van deze techniek was een enorme hoeveelheid licht vereist (vermits bijna alles opgeslorpt werd door het zwart), waardoor de modellen dreigden te smelten, een probleem dat wel vaker optreedt bij modelfotografie. Airconditioning was voor eenmaal geen overbodige luxe.

Wat op het eerste gezicht op een catastrofe leek af te stevenen (Franse effecten, met digital Aliens) is uiteindelijk een ware triomf geworden. De effecten zijn prachtig verwerkt in het geheel, en het monster is zoals steeds zalig om te bekijken. Maar daarover zal nog jaren gediscussieerd worden.

Laatste update: 29/11/98

Bart.Schreurs@ping.be

1