|
AlgemeenOp zoek naar de goudflopCutthroat Island is ongetwijfeld de meest vernietig(en)de film van het jaar. Hij werd door de voltallige filmpers gekraakt, bracht naast een piratenschip ook het productiehuis Carolco tot zinken, en verdween roemloos in de Amerikaans box-office. Cutthroat Island, de grootscheepse avonturenfilm van Renny Harlin, had het piratengenre opnieuw leven moeten inblazen, maar verder dan een onhoorbare zucht is het niet gekomen. Reeds tijdens de productie gonsde het van de negatieve geruchten, en toen de film eenmaal uitkwam werd hij terstond de grond ingeboord. Het publiek liet de film volledig links liggen, en het (al een tijdje) zwalpende productiehuis Carolco mocht de boeken sluiten. In de twee uur durende productie mag Geena Davies (ook gekend als mevrouw Renny Harlin) opdraven als Morgan Adams, dochter van een beruchte piraat, en zelf niet voor een kleintje vervaard wanneer het op heldendaden en schelmenstreken aankomt. Van haar vader erft ze zijn scalp waarin de locatie van een schatteneiland (Cutthroat Island) getatoeëerd staat. Maar zoals het in piratenfilms hoort moet ze nog twee andere delen van de kaart zoeken vooraleer ze naar de bank kan. En alsof het over een familiefeest ging blijken haar nonkels, de een al boosaardiger dan de andere, de trotse bezitters van de rest van de aanwijzingen. Alleen stroomt de familieliefde blijkbaar niet door, maar eerder uit de aderen. Op haar zoektocht naar de schat scharrelt Morgan ook nog William Shaw (Matthew Modine) op, een dief die nuttig blijkt te zijn bij het vertalen van de kaart, en ook nog van pas komt om de onderdrukte amoureuze gevoelens bij Morgan wat aan te wakkeren. En verder hebben we nog een corrupte wetsdienaar, een aantal valsaards, een muiterij, weinig amoureuze escapades, enkele would-be grappige scènes, enkele leuke stunts, en vooral een spectaculair zeegevecht. Een flinterdun verhaal dus, maar dat kun je evengoed beweren van de meeste grote actiefilms. Als u later Eraser en Twister zult zien zult u dat volmondig kunnen beamen. De film moet het zeker ook niet hebben van de acteerprestaties. Geena Davies mag de show stelen als de mooie maar ook keiharde piraat, maar al vanaf de eerste sequenties is al duidelijk dat ze dit gewicht niet kan torsen. Ze draaft haar lijnen af zonder de minste inleving. Ook Matthew Modine kan zeker niet overtuigen in een rol waarvoor naar verluidt ook Michael Douglas interesse had. Het lijkt er dus op dat het Amerikaans publiek gelijk had, en toch. Na het bekijken van de film heb je niet het gevoel er in geluisd te zijn. Gewoon twee uur leeghoofdig vermaak. Eigenaardig dat de Amerikanen hier dus geen succes van gemaakt hebben. De grootste aantrekkingenskracht van de film moet je zeker zoeken in de technische departementen. De productiedesign mag er wezen, en de stunts zijn behoorlijk. De hoofdvogel wordt natuurlijk geschoten door de piratenschepen, een combinatie van miniaturen en op schaal gemaakte pareltjes. Scènes die gefilmd werden in de grote watertanken van Malta, waarin ook het hier nog te verschijnen White Squall (van meester Ridley Scott) werd gefilmd. En dan hebben we het nog niet gehad over de exotische Thaise locaties. Een meesterwerk? Verre van. Een miskleun waarvoor men regisseur Renny Harlin aan de hoogste ra zou moeten hangen? Zeker niet, want dan zou het daarboven drummen zijn. Gewoon een inhoudloze ontspannende avonturenfilm. Maar had Harlin op veilig willen spelen, dan had hij beter een effectenfilm gemaakt met zijn vrouw in de rol van een buitenaardse muterende piraat die met haar schip als een wervelstorm de toenmalige westerse beschaving probeert te veroveren. Met Tom Cruise als een computergegenereerde held natuurlijk. |
|