John Voight

Archief Film Helden Nu in de Cinema Reportage Vraag van de week
A ] B ] C ] D ] E ] F ] G ] H ] I ] J ] K ] L ] M ] N ] O ] P ] Q ] R ] S ] T ] U ] V ] W ] X ] Y ] Z ]

De comeback van het decennium

En daar heb je hem weer, die gozer met zijn pokdalig gezicht, die schorre stem en die indringende blik. Nu wordt hij in Anaconda weer geterroriseerd door een reusachtige slang.

Voor het leeuwendeel van de huidige filmgaande generatie is Jon Voight een nieuwe naam. Zij kennen hem vaagweg uit Heat en Mission: Impossible (het was Phelps!), maar de waarheid is dat Jon Voight dit jaar al zijn twintigste jaar op het witte doek viert, en reeds een alom geprezen carrière op zijn actief heeft... drie oscarnominaties is natuurlijk niet niks. Een rondleiding in sneltreinvaart door de afgelopen twintig jaar Jon Voight.

Het filmdebuut van Voight was een piepkleine rol in de western Hour Of the Gun van John Sturges, precies twintig jaar geleden. Maar het zou nog duren tot in '69, met zijn vierde film, dat John Voight doorstootte tot de top van Tinseltown. Voor Midnight Cowboy kreeg Voight meteen zijn eerste oscar- en Golden Globe-nominatie. Met zijn blonde haren en zijn onschuldige babyface (hij was echter al 31) was hij het lievelingetje van het publiek. Regisseur John Schlesinger kreeg een oscar, co-ster Dustin Hoffman een nominatie.

Door dit artistieke en commerciële succes werd Voight meteen op dezelfde hoogte geplaatst als tijdsgenoten zoals Hoffman, De Niro en Pacino. Alleen bleek Voight niet over het zelfde oordelingsvermogen te beschikken wat betreft aangeboden filmrollen. Er volgden nog hits, maar er volgden evenveel vergissingen. Wapenfeiten uit de jaren zeventig waren onder andere: oorlogsfilm Catch-22 van Mike Nichols (72), superieur avonturendrama Deliverance van John Boorman (72) en Vietnamdrama Coming Home van Hal Ashby (78). Voor deze laatste kreeg Voight een tweede nominatie, en deze keer mocht hij het beeldje ook mee naar huis nemen, net als tegenspeelster Jane Fonda en regisseur Ashby overigens.

Vanaf zijn volgende produktie, The Champ (Franco Zeffirelli, 1979), ging het bergaf. The Champ was een huilerige remake van de gelijknamige boksfilm uit 1931 waarin hij als vader van jochie Ricky Schroder zichzelf dood bokst (nu hebben we het einde al verklapt!). De jaren tachtig stelden bitter weinig voor (iemand ooit gehoord van Looking To Get Out? Table For Five? Desert Bloom?) met als enige uitzondering de geslaagde thriller Runaway Train (Andrei Konchalovsky, 1986) waarvoor Voight zijn derde oscarnominatie kreeg. Het ging van kwaad naar erger in de vroege jaren negentig: Voight leek alleen nog maar te worden opgevist voor allerhande obscure televisiefilms (Eternity, The Final Warning, The Last Of His Tribe), waarvan hij één zelf regisseerde (Tin Soldier, 1995).

Voight zelf verraste vriend en vijand door in 1995 vanuit het niets op de duiken in Heat. Op de valreep nog even de toekomstplannen: Rosewood van John Singleton, Grisham-verfilming the Rainmaker van Francis Ford Coppola en explosieve actiefilm Most Wanted van David 'Barb Wire' Hogan.

Laatste update: 23/11/98

Bart.Schreurs@ping.be

1