Hallo allemaal!!
nou ik heb het overleefd, die week in de woestijn.
Bedankt voor al jullie mailtjes, ik vind het superleuk
om van jullie te horen.
Na mijn vorige mailtje heb ik nog 1 dag doorgebracht
in Adelaide, een gratis rondritje door de stad gemaakt
en gewoon een beetje rondgelopen om de sfeer op te
snuiven. Er hangt daar een heel relaxte sfeer, veel
parkjes en alles is ruim opgezet met heel brede
straten en lage gebouwen. Mijn jetlag ben ik in 1 keer
kwijtgeraakt door 16 uur achter elkaar te slapen! Dat
was een vreemde gewaarwording want ik werd heel brak
en suf wakker, terwijl ik toch genoeg geslapen had zou
je zeggen. Gelukkig bleek het wel mee te vallen met
dat Duitse meisje. Ik dacht eerst, zij moet wel gek
zijn ofzo, maar ze was alleen een beetje van de kaart
de eerste dag, en daarna liet ze me weer met rust :).
Het hostel in adelaide was super rustig, duidelijk
vanwege het laagseizoen (het is nu winter daar). De
eerste dag deelde ik mijn kamer alleen met een
50-jarige japanner die vanuit Darwin was komen
fietsen, maar de tweede dag kwamen een amerikaan en
een nederlander van mijn leeftijd de boel wat
opvrolijken. Met die nederlandse gast heb ik nog een
tijdlang zitten ouwehoeren en e-mailadressen
uitgewisseld, misschien gaan we in Darwin nog wat
afspreken. Zooo makkelijk hoe je hier in contact komt
met mensen, iedereen spreekt elkaar aan en doet meteen
vriendelijk tegen je.
Na 2 dagen in adelaide ben ik dus de woestijn in
getrokken met een guided tour. Ook hierbij was
merkbaar dat het laagseizoen is, want er konden 18
mensen in ons busje, maar we waren maar met z'n 11-en.
De eerste dag was het meteen flink doorrijden; zo'n 9
uur achter elkaar ofzo. Meteen was merkbaar dat we in
de woestijn zaten want de temperatuur steeg tot grote
hoogten in een rap tempo. Het reizen door de woestijn
is een prachtige belevenis. Al gauw reden we door
eindeloze vlaktes met niks, geen bomen, geen huizen,
alleen af en toe een dorpje bestaande uit 2 straten en
een pub. Natuurlijk hadden we airco in de bus anders
zouden we gekookt worden in dat busje - temperatuur in
de schaduw zo'n 30-35 graden, en dan is het nog winter
hier!!!(de lente begint nu ongeveer). De eerste nacht
hebben we overnacht in een superklein dorpje
(eigenlijk meer een paar huisjes bij elkaar:
inwoneraantal 6) waar ene verlaten ziekenhuis stond
dat death hospital heette omdat iedereen er dood ging
geloof ik. Volgens de verhalen van onze gids bij het
kampvuur was de plek nog steeds vol met geesten en
spoken. Ik heb er in ieder geval heerlijk geslapen. De
dag daarna vervolgden we onze tocht naar het dorpje
William Creek. Nu begon het Outback-gevoel echt tot
ons door te dringen. We bevonden ons echt in the
middle of nowhere en je hebt alleen de groep om mee op
te trekken. Dat bleek af en toe een beetje een saaie
bedoeling want zo na de eerste kennismaking moet je
nieuwe onderwerpen gaan vinden om over te praten. De
groep bestond over het algemeen over rustige mensen
tussen de 20 en 30 die ook alleen reizen, muv een
groepje van 4 Ieren, bestaande uit een stelletje en
twee ultra-ordinaire moddervette wijven, compleet met
naveltrui en legging, die de hele dag weinig anders
deden dan bier zuipen en luidkeels onzin uitkramen in
een voor de rest onverstaanbaar tempo. Je begrijpt
waarschijnlijk wel dat zij toch niet helemaal tot
'mijn soort mensen' behoren, dus ik hield me maar
verre van die twee karikaturale figuren. Ik ging met
name om met twee zweedse meisjes die af en toe een
grappige cynische opmerking maakten en verder de
zelfde instelling hadden als ik: actief,
geinteresseerd in de verhalen van de gids en rustig
genieten van alles in plaats van keihard bleren om
niks. Onze gids was echt een typische Aussie
survival-figuur, hij wist alles over de planten en
dieren die kunnen overleven in de woestijn, wat je
kunt eten en wat niet en al dat soort dingen. Maar hij
had wat last van mood-swings: de ene dag heel
vriendelijk en behulpzaam met alles, de dag daarna
chagrijnig en onredelijk tegen sommige mensen als ze
iets fout deden. Dat was dus wat minder, maar ikzelf
had er verder gelukkig geen echte problemen mee. De
tweede dag hebben we overnacht onder de sterren in het
kleine gehuchtje William Creek. Je slaapt in een
zogeheten swag - een soort canvas omhulsel voor je
slaapzak met een matrasje eronder. Ik heb er echt van
genoten, dat buiten slapen. We hebben tijdens de trip
in totaal 4x in de buitenlucht geslapen en ondanks dat
de temperatuur daalt tot zo'n 10 graden 's nachts, is
het heerlijk als je je maar warm genoeg aankleedt. Ik
heb elk van die vier nachten heerlijk geslapen. Na
William Ceek moesten we een paar honderd kilometer
afleggen van de snelweg af en door zandwegen...op en
top outback reizen!! Op een gegeven moment zat
iedereen helemaal onder het stof en alle tassen ed
ook. Toen er een raampje sprong in de bus werd het er
niet beter op! En toen kregen we ook nog een lekke
band....maar dit alles gebeurde gelukkig niet ver van
onze volgende bestemming: Coober Pedy, een oud
mijnstadje waar opaal in de grond zit. Dit is een van
de warmste plekken in australie (en op aarde): in de
zomer kan de tempertatuur oplopen tot meer dan 50
graden! Daarom hebben de bewoners van dit dorpje hun
huizen onder de grond: zo snijdt het mes aan twee
kanten namelijk. Op zoek naar opaal en tegelijkertijd
je huis onder de grond uithakken. De temperatuur
blijft daar dan namelijk constant 24 graden, in winter
en zomer. We hebben een rondleiding gekregen door een
mijn, 's avonds een australisch biertje gedronken in
de enige ondergrondse pub ter wereld en we hebben zelf
die nacht ook onder de grond geslapen! Best een leuke
ervaring dus. Vervolgens zijn we de snelweg weer op
gegaan gelukkig en in 1 ruk doorgereden naar het rode
centrum van australie. Die lange ritten waren me
eigenlijk best goed bevallen: met muziek aan in de
bus, vlakten om eindeloos naar te staren en af en toe
werd er zelfs gezongen...dwz, de Ieren luidkeels,
sommigen rustig en ikzelf alleen meetikkend op het
ritme :)
Bij Ayers Rock aangekomen hebben we 2 nachten onder de
sterren geslapen op een camping. Nu begon de trip echt
zwaar te worden: 3 nachten achter elkaar op om 4:30 om
te zonsopgang te kunnen zien, en daarna urenlange
wandelingen te maken die wel heel erg mooi waren
natuurlijk! Je kon kiezen of je de beroemde monoliet
wilde beklimmen of eromheen wilde lopen. Met
uitzondering van een enkeling wilde iedereen het ding
beklimmen, ikzelf ook. Het is een behoorlijk zware
tocht: het ding is zo'n 800 meter hoog en het duurt
ongeveer 1 tot 1,5 uur om hem te bedwingen. Het eerste
stuk was behoorlijk steil maar gelukkkig was er een
ketting waar je je aan vast kon houden. Het bleek veel
verder dan we dachten: na die ketting waren we nog
niet eens op de helft. Gelukkig werd het daarna iets
vlakker, maar er zaten stukken bij waar je rakelings
langs de afgrond moest lopen!! Voor de helft van de
groep bleek de beklimming dan ook te veel
gevraagd...maar niet voor mij! Maar ik moet wel
toegeven dat het af en toe behoorlijk eng was. Met 5
man hebben we te top gehaald, omringd door tientallen
japanners. Hoe hoger je kwam, hoe groter het aantal
japenners leek te zijn, die mensen kennen geen angst
lijkt het! Er zat er zelfs een tussen die in pak(!) en
aktentas de top haalde! Die had zeker een weddenschap
verloren ofzo! Nu ik erop terugkijk was die beklimming
voor mij letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van
de trip. We hebben daarna nog twee keer een loodzware
wandeling van 3 uur gemaakt door The Olga's, dat is
een verzameling gigantische rondvormige bergen niet
ver van Uluru af en door Kings Canyon, dat was op onze
laatste dag. Die laatste dagen waren heel erg zwaar en
op de uiteindelijke rit naar Alice Springs hing
iedereen dus maar wat suf in zijn stoel en veel werd
er niet meer gepraat.
Gisterenavond zijn we aangekomen
en hoewel ik het prima naar mijn zin heb gehad ben ik
toch wel blij dat ik weer in de bewoonde wereld zit.
Alhoewel, Alice Springs ligt in het centrum van
australie en is omringd door duizend kilometer
woestijn in iedere richting. Het is het centrum van
alles hier - maar qua inwoneraantal is het
vergelijkbaar met Goirle! (voor degenen die dit zo 1 2
3 niet meer weten: dat is het dorp waar ik vandaan
kom, met zo'n 20.000 inwoners) Ik begon nu wel echt
genoeg te krijgen van die Ierse kwijkers, dus heb
expres een kamer geboekt in een ander hostel dan waar
zij (en de het grootste gedeelte van de groep) zitten.
Gisterenavond hebben we samen gegeten in een pub hier
- het was meer een vreetschuur vond ik. Een soort
western-achtige plek waar het bier rijkelijk vloeit en
je voornamelijk friet en steak kunt krijgen met Cotton
Eye Joe-achtige muziek op de achtergrond...wat zeg ik!
op de voorgrond. Nou dat was best een aardige
afsluiting maar nu is het toch echt tijd voor wat
anders. Vanavond ga ik nog wel uit eten hier in Alice
Springs met een japans meisje uit onze groep, maar
daarna vertrek ik alweer. Ik heb net een busticket
geboekt naar Darwin - dat ligt in het tropische
noorden. Van daaruit ga ik o.a. een tocht maken door
Kakadu National Park, dat uit regenwouden bestaat -
dus dat wordt pas echt back to basic! Geen stromend
water of elektriciteit...maar dat geeft niet want het
schijnt dat er rivieren lopen die zo helder zijn dat
je het water kunt drinken....ik kan haast niet
wachten! Tot binnenkort!
Groetjes,
Dennis.