Iedere waarnemer heeft zijn eigen tijd




Stelt u voor:
4 waarnemers worden tijdloos afgezet op hun posten A op aarde B op Pluto C op ster1 en D op ster2.
Voor dat de waarnemers hun reis aanvingen hadden ze allen
de klok en datum gelijk gezet nl. 12:00 01-01-01.
De afstanden ziet u in het onderstaande afbeelding.



A.De gebeurtenis speelt zich af op 10 Km afstand van de waarnemer A
tijdstip van waarnemen voor w.n. A :12:00 01-01-01 (tijd die licht nodig heeft om van
gebeurtenis naar A te gaan heb ik
gemakshalve maar afgerond naar 0 sec. eigenlijk is het 12:00 en 0,000033 sec 01-01-01).

B.De gebeurtenis speelt zich af op 4730400000000 Km (0.5 lichtjaar) afstand vanaf waarnemer B
tijdstip van waarnemen voor w.n. B :12:00 01-07-01 (tijd die licht nodig heeft om van
gebeurtenis naar B te gaan heb ik afgerond naar 6 maanden).

C.De gebeurtenis speelt zich af op 9460800000000 Km (1 lichtjaar) afstand vanaf waarnemer C
tijdstip van waarnemen voor w.n. C :12:00 01-01-02 (tijd die licht nodig heeft om van
gebeurtenis naar C te gaan heb ik afgerond naar 12 maanden).

D.De gebeurtenis speelt zich af op 18921600000000 Km (2 lichtjaar) afstand vanaf waarnemer D
tijdstip van waarnemen voor w.n. D :12:00 01-01-03 (tijd die licht nodig heeft om van
gebeurtenis naar D te gaan heb ik afgerond naar 24 maanden).

Het tijdstip van de gebeurtenis waargenomen door de waarnemers A t/m D:
-w.n.A 12:00 01-01-01
-w.n.B 12:00 01-07-01
-w.n.C 12:00 01-01-02
-w.n.D 12:00 01-01-03

Voor het binnenvallen van de lichtgolven (of volgens de quantummechanica fotonen deeltjes met electromagnetische kracht deze
zorgen voor een electromagnetische wisselwerking tussen materiedeeltjes) wisten de waarnemers nog niet het bestaan van de gebeurtenis,dus
iedere waarnemer heeft een verschillend tijdstip van waarnemen van de gebeurtenis.
Conclusie:

Hieruit kunnen we concluderen dat ieder waarnemer zijn eigen unieke tijd heeft, op zeer grote afstanden zien we duidelijke verschillen , dit komt
omdat licht tijd nodig heeft om zich voortteplanten van A naar B, licht, wat eigenlijk een electromagnetische golf is met een zeer hoge frequentie ongeveer
1,7Mhz dit is ongeveer het midden van de kleuren spectrum de golf zal een geelachtige kleur vertonen, plant zich voort in steeds groter wordende cirkels
zoals een steen die in het water terecht komt waarvan de cirkel vormigegolven steeds groter worden naarmate de tijd vordert, maar dan in de ruimte. Aangezien ruimte 3 demensies heeft zullen de cirkels bolvormig zijn, en in ruimte-tijd (4 demensies) zal licht er kegelvormig uitzien de zogenaamde lichtkegel.



Dat iedere waarnemer zijn eigen unieke tijd meet geldt overal in het heelal dus ook voor iemand in Amsterdam en voor iemand in Arnhem
zelfs twee waarnemers die ongeveer 50 Km. van elkaar verwijder zijn hebben hun eigen unieke tijd echter zullen de verschillen van waarnemen van een gebeurtenis
zeer gering zijn.

Voorbeeld:


Tijdstip van beide personen voor dat ze tijdloos uitelkaar gezet werden: 13:00

Persoon A staat 30 m. vanaf de ontploffing hij ziet de licht flits op 13:00 en 0,0000001 sec is 0,1 microsec..

Persoon B staat 30000 m. is 30 km vanaf de ontploffing hij ziet de licht flits op 13:00 en 0,0001 sec is 0,1 millisec..

Beide personen hebben verschillende tijdstippen van waarnemen al is het tijdsverschil zeer gering maar er zit toch tijdsverschil in.

De berekeningen die ik heb uitgevoerd om van lichtjaren om te zetten naar Km. ben ik er vanuit gegaan dat het licht zich met een snelheid van
300000 Km./s voortplant.

Een link naar een andere pagina.

Weer terug naar de start pagina

1