Alle Nederlandse films vanaf 1980 tot en met 1986

Films alfabetisch gerangschikt op titel per jaar

1980

BEKENDE GEZICHTEN, GEMENGDE GEVOELENS
ook: FAMILIAR FACES AND MIXED FEELINGS/KNOWN FACES,MIXED FEELINGS
Ate de Jong

met: Hans Dagelet (Herman), Carol van Herwijnen (Karl), Trudy de Jong (Margot), Han Römer (Jacques), Els Ingeborg Smits (Doris), Jack Vecht (Stefan), Astrid Wijn (Doris), Elsje de Wijn (Hedda)

Scenario: Ate de Jong, Leonard Frank naar het gelijknamige toneelstuk van Botho Strauss. In een groot en vervallen hotel speelt zich een web van intriges en manipulaties af tussen mensen die in een hotel wonen en werken en een aantal gasten. Centraal staan de gebeurtenissen rond een danspaar. Hij (ober in het hotel) en zij (vrouw van de eigenaar) steken al hun energie in hun enige hobby: ballroomdansen. Het is een ware fixatie. Na een noodlottige val wordt de vrouw verwisseld voor een ander in een poging de oude situatie te herstellen. Het loopt uit op een mislukking; wat was is niet meer ter herstellen, de relaties zijn kapot, de illusies verbroken. De mensen gaan uit elkaar. Muziek: Lodewijk de Boer, XYZ-combo. Camera: Beat Scheidegger, Peter Brugman. Art direction: Willem Neuteboom. Montage en geluid: Jan Overweg. Ate de Jong experimenteert met toneelgroep Baal naar de mogelijkheden om een theaterstuk te verfilmen. Er zijn heel wat veranderingen aangebracht in vergelijking met de toneelversie, maar toch blijft het, met uitzondering van de originele proloog, een statisch geheel. Over de betekenis van Strauss' stuk, waarin de representanten van een rigide bourgeoisie elkaar treffen in een afgelegen hotel met ballroom, lopen de interpretaties uiteen.
Première: 4 september 1980
K-94 minuten

BENDE VAN HIERNAAST, DE
ook: THE GANG NEXT DOOR
Karst van der Meulen

met: Harro Coppens (Erik), Patrick van Doorn (Bennie), Liesbeth Hovius (Renée), Femke van der Linden (Karin), Ingrid Mulder (Anja), Robert Rook (Willem), Norbert van der Zwaan (Ronnie), Marieke Jacob (Marije), Bart Gabriëlse (Maarten), Lex Goudsmit (opa De Graaf), Hans Boskamp (zijn zoon), Kitty Janssen (Anne, moeder van Erik en Maarten), Gerard Cox (Janssen, vader van Ronnie), Anna Korterink (Magda, zijn vrouw), Piet Römer (Piet, vader van Anja), Bert Kok (Jan Jaap), Gerard Kuster (Reinders, vader van Renée), Roel Haddering (Jan Klein, vader van Bennie), Joop v.d. Mark (Truus, zijn vrouw), Leen Jongewaard (Verschuur), André van den Heuvel (vader van Marije), Tabe Bas (Arie, herbergier), Joost Prinsen (agent), Henny Kamerling (dame in auto), Tim Beekman (klant in herberg), Helen Hedy (kampeerster), Remke Keizer (Carolientje), Joyce Oomes (Astrid), Jacqueline Steenbeek (Els), Stephan Struis (Hans), Karsten de Vilder (Peter), Ruben Dekker, Monica de Boer, Marc Dieriks, Hans Holtkamp, Martin Mens, Hans Beyer, Alexander Pola, Dore Smit

Scenario: Piet Geelhoed. Jeugdfilm. Een groepje kinderen veroorzaakt een ongeluk met een 'geleende' brommer die in beslag wordt genomen. Om Maarten, de broer van een van de kinderen, diens brommer terug te kunnen geven, verrichten zij tegen betaling allerlei klusjes en doen mee aan een landelijke musicalwedstrijd, waarvoor met name het decor nog geperfectioneerd moet worden. Hiertoe 'lenen' zij wat spullen van hun ouders. Deze verdenken de bewoners van een woonwagenkamp dat tegenover hun flat is gelegen van diefstal. Wanneer een pistool in handen komt van de kinderen en er een schot wordt afgevuurd, breekt de hel pas goed los en worden er actieplannen gesmeed tegen de kampbewoners. Wanneer de vakantie aanbreekt, laten de flatbewoners hun plannen even rusten om met de kinderen en de caravans weg te trekken. De reis moet in Zuid-Nederland onderbroken worden en zij slaan hun kamp op bij een klein dorp. De inwoners staan zeer vijandig tegenover deze invasie, omdat zij de stedelingen aanzien voor woonwagenbewoners. Ook de kinderen ontmoeten tegenstand van de dorpsjeugd die aan het repeteren zijn voor dezelfde musicalwedstrijd. Voor een onderling muziekconcours tussen dorps- en de stadsjeugd 'leent' de dorpsjeugd wat spullen van hun ouders die de 'woonwagenbewoners' van diefstal verdenken. Bezorgdheid om hun kinderen brengt beide groepen naar de schuur waar het concours plaatsvindt en waar de jeugd zich al met elkaar heeft verzoend. Veel bekende tv-acteurs en vlotte liedjes verpakken de boodschap. Muziek: Tonny Eyk. Producent: Frank van Balen. Camera: Fred Tammes. Montage: Karst van der Meulen. Geluid: Boy van Hattum. H. van Driel in FID 1982: "Natuurlijk is de film niet perfect. Hij komt wat langzaam op gang, niet alle dialogen zijn even duidelijk en de registratie van een gesprek tussen flatbewoners om tot actie over te gaan remt de vaart aanzienlijk. Maar dit zijn pietluttigheden in een film die niet alleen met vakmanschap is gemaakt, maar ook van warmte en liefde getuigt voor het medium, het behandelde onderwerp en de groep voor wie de film in de eerste plaats is bedoeld."
Première: 18 december 1980
K-102 minuten

DIRTY PICTURE
Pim de la Parra

met: Pim de la Parra jr. (Dr. Ignacio Cosso), Karina Keuchenius (Rubia), Liëla Koguchi (Ramona Rickshaw), Charlie Norden (Lost Lady), Pierre Triboulet (Rubia's man), Karina Gerke (Anna Magnani), Elmar Schiphorst (Eleonora Elevator), Alma=Henny Alma (Salvation Army Collector), Kiki van Oostindiën (Heineken Blonde), Valerie Nichols (Josephine Baker), Pimm Jal (Wheeler Dealer), Dorien van der Valk (Coke Lady), Suzette Bronkhorst (Dream Sister), Nataša Hanušová (Dream Mother), Marianne Wolf (Dominatrix), William Del Visco (Telly Savalas), Cindi Marler (La Charmeuse), Sheila Nelwan (Parking Meter Beauty), Romilde Appel (Speedboat Hostess), Otakar Votoçek (Horny Man), Silvia Vrij (Sophia Loren), René Stoute (Paul Newman), Hanneke van der Velden (Walking Tour Hostess), Dorna van Rouveroy (Natalie Wood), Everdine Blume (Rollerskater), Peter Barnaart (Seducer), Dini Damave (Monic Vitti), Renée van Egmond (Lace Curtain Lolita), Christian Malinovski (Rock & Roller), Barbara Barendrecht (Witkar Hostess), Lila van Binnendijk (Florinda Bolkan), Marlies Disch (Sweet Girl), Dick Cornelissen (Peeping Tom), Bodil Tamara (Basketballer), Ewald Rettich (Cassius Clay), Jowanda Vrij (Brown Sugar), Cyrilla (Blonde Woman), Carlos Lens (Black Man), Nadja (Small Girl on Big Boat), Marco Muscas (Latin Lover), Hetty Krapels (Lady Long Legs), Ruud de Bruyn (Robert de Niro), Hetty Los (Talking to Rubia), Marina Wijn (Disco Dancer), Franciska van Vugt (Sleeping Blonde), André Goppel (kisser), Willem van Heuven (Decadent Beauty), Anne Taverne (Hidden Actress), Eva Hendriksen (Traditrice)

Scenario: Pim de la Parra. Home-movie gegroepeerd rond Pim de la Parra als Columbiaanse oogarts op zoek naar mooie vrouwen in Amsterdam. Na afloop van een congres brengt Dr. Ignacio Cosso een bezoek aan Amsterdam. Hij logeert in Hotel Krasnapolsky en laat zich van daaruit per fietsriksja, eigendom van een rondborstige dame, door Amsterdam voeren. Met zijn fototoestel legt hij talrijke, zich vaak vreemd gedragende, schone dames op het celluloid vast. Op een dag bezoekt hij een obscure gelegenheid, waar hij in de ban raakt van de stripper Rubia. In droomscènes laat Ignacio zich als baby en adolescent door vrouwen omringen, maar zijn Rubia mag hij pas tegen het einde van zijn bezoek aan Amsterdam de zijne noemen. Producent: Eva Beata Hendriksen. Camera: Ruud de Bruyn (ZW 16mm, opgeblazen naar 35 mm). Montage: Nadja. Opgedragen aan Warren Beatty. Na de wereldpremière in Arnhem (Filmweek 1979) iets ingekorte come-back van failliete De la Parra betekende een nieuw fiasco: er kwam helemaal niemand kijken, na één week verdwenen alle negen kopieën uit de roulatie. Een zwart-wit film zonder geluid gedraaid op Ilford-materiaal. FID 1980: "DIRTY PICTURE is een zwakke film ondanks de soms goede fotografie (een enkele flare en het trekken van het beeld vergeten we maar), het volwassen 'acteren' van Pim en de redelijke montage. Het verhaal is echter van nul en generlei waarde. (...) Het is jammer dat Pim de la Parra zich hier heeft moeten laten leiden door geld(gebrek). Hij was een baanbrekend cineast en is een sympathiek mens, die men beter zou toewensen."
Première: 3 juli 1980 (9 theaters)
ZW-78 minuten (was 85 minuten)

LAAT DE DOKTER MAAR SCHUIVEN
ook: BEWARE OF THE DOC!
Nikolaï van der Heyde

met: Jo De Meyere (dokter), Piet Bambergen (aannemer), Joop Doderer (pastoor), Paul Cammermans (burgemeester), Rob van Reijn (herbergier), Hans Boswinkel (onderwijzer), Monique Rosier (Maria), Standa Bareš (Gradje), Nora Bruggeman (Ella), Frans Mulder (Peerke), Peter Weekers (Zobar), Paula Dennis (herbergiester), Hidde Maas (taxichauffeur), Ruby-Jane (Rada), Bruce Bennett (Amerikaan John Vandenberk), Jonna Koster (huishoudster), Yvonne Pluymackers (Irene), Jusuf Hopic (zigeuner), Broer Sipma (groenteboer), Jentien de Boer (boerendochter), de heer Cosma sr. (honkie-tonkie speler op pianola), Hans Otjes (stem)

Scenario van Nikolaï van der Heyde en Martin Simek naar de gelijknamige roman van Toon Kortooms (1975). Als er voor de oude Gradje, analfabeet en paria in een Brabants dorp, een brief uit Amerika komt, vertellen de notabelen hem wat er in staat: hij moet onmiddelijk naar dat verre land, want zijn een halve eeuw geleden geëmigreerde broer ligt daar op sterven. Er wordt hem wat geld in handen gestopt en zijn krotje maar vast gesloopt. Gradje komt echter niet verder dan het huis van de dokter waar hij zwaar ziek wordt opgenomen. De dokter leest inmiddels iets heel anders in de bewuste brief: broer Jan is al onderweg naar zijn geboortedorp om daar de laatste adem uit te blazen. En, zegt de dokter, zijn in Amerika verdiende spaarcenten zal hij aan alle dorpsgenoten, die zo goed voor Gradje hebben gezorgd, royaal uitdelen. Dat brengt het hele dorp in beweging en iedereen slooft zich uit om de rijke man een waardig welkom te bereiden. Er wordt zelfs met vereende krachten een praalgraf gebouwd en tijdens een vrolijk huwelijksfeest bij de zigeuners (één van hen trouwt met de dochter van de dorpsonderwijzer) arriveert de langverwachte Croesus. En dan blijkt dat hij niet eens zijn taxi kan betalen... Muziek: Vladimir Cosma. Titelsong: Jack de Nijs (beter bekend als Jack Jersey). Producenten: Robert Wijsmuller (Concorde Films), Henk Bos (Maggan Films). Camera: Andrzej Karpinski. Art direction: Jaap Verburg. Montage: Victorine Hebets, Paul van den Wildenberg. De opnamen startten medio 1979. Opgenomen in Kockengen. De scènes met de zigeuners zijn gedraaid op het landgoed Groot Bentveld in Aerdenhout. Er is niet gefilmd in De Peel, de geboortestreek van de auteur Toon Kortooms, omdat daar de "verticale lijn" miste. Veel gehuchten vielen af, omdat overal de sporen van de wederopbouw van na de oorlog te zien waren. Noordeloos voldeed wel, maar de dominee daar noemde film een werk van de duivel en zijn gereformeerde tempel mocht onder geen beding in beeld komen. In de film ontbreekt het wel in het boek aanwezige personage Hank Vossen, die enige tijd dokter Angelino komt vervangen. Hierdoor kwam -aldus Toon Kortooms- een van de hoogtepunten van het boek, het richten van een dubbelloops jachtgeweer op een geschilderd portret en het aan flarden schieten daarvan, te vervallen. Jo De Meyere, bekend van de televisieserie 'Dagboek van een herdershond' verving Jules Croiset. Voor de rol van de Amerikaan John Vandenberk werd gekozen voor Bruce Bennett, die bij de burgerlijke stand bekend is onder de naam Herman Brix. Aanvankelijk hadden de makers John Wayne op het oog, maar hij was ziek. Achter de camera stonden niet Jörgen Persson (verhinderd), noch Charlie Van Damme (kreeg net voor de opnamen begonnen een ongeluk), maar Andreas Karpinski. Peter Weekers is een lid van de groep Flairck. In 'Panorama' nummer 14 uit 1980 beschrijft Toon Kortooms de wijze waarop de filmmakers met zijn geesteskind zijn omgesprongen. Volgens de schrijver zou het een fantastische film worden. Daar dachten recensenten geheel anders over. Een bloemlezing uit de pers: "Men moet teruggaan in de Nederlandse filmgeschiedenis om een dusdanige ramp (financieel en artistiek) te vinden.", "De Meyere heeft het charisma van een afgetrapte schoenzool.", "Joop Doderer zakt af naar Swiebertje-peil" en "Een genante vertoning". FID 1980: "Het mag onverklaarbaar heten, dat een bekwame regisseur als Nikolai van der Heyde zo kritiekloos en zonder acceptabel scénario een werkstuk aflevert, dat in zijn toch al niet bijster grote productie een absoluut dieptepunt vormt. (...) de Van der Heyde van ANGELA (zijn beste film tot dusver) is slechts luttele minuten aanwezig in een mooi verfilmd open-veld-vrijerijtje en verder lijkt het erop dat hij iedereen zijn gang heeft laten gaan." 182.704 bezoekers.
Première: 27 maart 1980
K-92 minuten

LIEVE JONGENS
ook: DEAR BOYS/GERARD REVE'S TAAL DER LIEFDE
Paul de Lussanet

met: Hugo Metsers (Wolfbroer), Hans Dagelet (Woelrat), Bill van Dijk (Tijger), Albert Mol (Albert 'S'), Pleuni Touw (Corinne), Hans Cornelissen (Wolfgang jr.), Gerard Cox (Wolfgang sr.), Jan Hopman (Fonsje/Wolf als jongen), Marina de Graaf (Patrick), Jaap Hoogstra (priester), mevr. De Meyer (de koningin), Herman Ouwersloot (de Heer der Heerscharen), Jan Staal (vertegenwoordiger), Astrid Nijgh (zangeres), Wim Bary, Bart Kiene, Paul Rollman

Scenario: Chiem van Houweninge en Paul de Lussanet, naar de boeken 'Het lieve leven' (1974), 'Lieve jongens' (1973) en 'De taal der liefde' (1972) van Gerard Reve. Wanneer Wolf-Reve met zijn jongere vriend Tijger een kerkdienst bezoekt, ontmoet hij toevallig zijn oude kennis Albert. Deze is in gezelschap van zijn vriend, op wie Wolf-Reve dadelijk verliefd wordt. Hij nodigt het tweetal uit op zijn boerderij in de provincie. Daar probeert hij Alberts vriend, die hij Woelrat doopt, voor zicht te winnen door hem bij voortduring op te geilen met fantastische vertellingen. De jongeman blijkt evenwel meer geïnteresseerd in Wolf-Reve's jongere vriend Tijger. Muziek: Laurens van Rooyen. Songs van Lennaert Nijgh, gezongen door Astrid Nijgh en Bill van Dijk. Camera: Paul van den Bos. Producent: Matthijs van Heijningen. Montage: Hans van Dongen. Art direction: Harry Ammerlaan. Plannen voor de verfilming bestonden al eerder. In 1976 zou er een film worden gemaakt door Bas van der Lecq, maar deze plannen werden niet ten uitvoer gebracht. FID 1980: "Reve staat eigenlijk zijn verfilming in de weg. Dat word extra duidelijk in de rol van de schrijver, vertolkt door Hugo Metsers, in wiens mond de teksten van Reve een vreemd onbeholpen klank krijgen." In 'Bzzzlletin' 138 (september 1986) wordt uitgebreid ingegaan op zowel het boek als de film in het artikel 'Omtrent LIEVE JONGENS en DE VIERDE MAN' van Klaus Beekman.
Première: 8 mei 1980
K-88 minuten

MEESTER EN DE REUS, DE
ook: THE MASTER AND THE GIANT
Johan van der Keuken

met: Maartje Seyferth (de vrouw), Herman Gilis (de man), Bep Westerduin (de schooljuffrouw), Harry Bas, Tarum Gen, A.B. de Haan, Cees Klaver, Saskia Kouwenberg, Boudewijn Leeuwenberg, C. Ruiter, Moniek Toebosch, de bewoners van Douiret, Tataoine en omgeving (Tunesië) en vele vrienden; stemmen: Ali, Nosh en Johan

Scenario: Johan van der Keuken, Claude Ménard. Experimentele film. Van der Keuken noemt zijn eerste 'speelfilm' een muzikale komedie, maar geeft toe dat hij daarmee voornamelijk verwarring stichten wil. In feite verschilt de film met gespeelde scènes niet van zijn documentaires; de werkelijkheid wordt gemonteerd, vergeleken, doorgeknipt, achter een grijs vlak gestopt en tevoorschijn gehaald. Thema's: werkloosheid hier, armoede in Tunesië, poppen, fictie, non-fictie, onvergelijkbare grootheden. Muziek: Willem Breuker, Hédi Guella.
Première: 28 februari 1980
K-70 minuten

NESTWARMTE
ook: NEST WARMTH
Thijs Chanowski

met: Astid Sijnke, Willy Brill (psychologe), Ger Thijs (directeur), Niek Pancras (vader), Liesbeth Struppert (weggelopen moeder), Coney van Manen, Hans Cornelissen, Jan van Galen, Jaap Hoogstra, Sjoukje Hooymaayer, Hidde Maas, Mara Otten, Cees van Oyen, Coby Stunnenberg, Geert Tijssens, Raymond Campfens, Jan Elbers, Mela Soesman, Jaap de Bruijne, Jan van de Lande, Luuk van Leeuwen

Scenario: Josine van Noord, gebaseerd op het theaterproject van Hans Man in 't Veld. NESTWARMTE gaat over de problemen van kinderen die opgenomen zijn als pleegkind in een gezin. In het bijzonder over die van het 15 jarige meisje Connie uit een probleemgezin (moeder weggelopen, vader aan de drank), dat eerst naar een kindertehuis wordt gestuurd en later bij verschillende adoptiegezinnen terechtkomt. De manier waarop het aanwezige team van hulpverlening in het tehuis omspringt met de 'pupil' Connie maakt beurtelings misselijk of woedend. Connie heeft behoefte aan nestwarmte. Die kan zij in het tehuis niet vinden. Aan contacten met pupil-lotgenoten heeft ze wel iets, maar niet altijd, en ook niet voldoende. Een pleeggezin is misschien een oplossing. Nadat Connie een tijd als pakketje heen en weer is geschoven, treft zij een adoptie-bereid ouderpaar, waar zij misschien kan vinden wat ze zo lang heeft moeten ontberen. Muziek: Ruud Bos. NESTWARMTE is een produktie van de Centrales voor Pleeggezinnen, mede tot stand gekomen dankzij CRM en NOS. Regisseur en producent Thijs Chanowski ontwikkelde voor zijn beide films met het Werkteater (TOESTANDEN en CAMPING) een nieuw technisch procédé dat de acteurs de ruimte geeft om te improviseren en door elkaar te praten. Elke speler krijgt een microfoon en bandrecordertje in de zak en wordt dus apart opgenomen. Ook de beelden worden door verschillende camera's tegelijk geregistreerd. Door middel van mixage en montage worden veel van de keuzen, die normaliter in het scenario vastliggen, nu pas achteraf gemaakt. Dit procédé is ook hier toegepast. Vertoond op 27 september 1981 op de Nederlandse Filmdagen.
K-72 minuten

ONVOLTOOIDE TULP, DE
ook: THE IMPERFECT TULIP
Frans van de Staak

met: Benny Leverink, Willy Knuif, Peter Flamman, Janet Witte, Herman Meerman, Heleen Stapel, Wim Jonas, Joke Metman, Rieks Hadders, Janneke van der Staaij, Johan van der Keuken, Nosh van der Lely, Rina Taekema, Chris Hahn, Coroline Hissink, Hans van Hechten, Rudie Kagie, Lotteke Peeck, Gi Sonnen, Kerstin Sonnen, Vera Roos, Bart Vleming, Kester Freriks, Mariëtte Berndsen, Jaap Deinema, Kim Coester, Pauline Brands, Harry van Grunsveen, Adriaan Wijgh, Virginia Dia, Jan Peter Smit, Sophie Hoorens van Heijningen, Babette van Loo, Wim Schlebaum, Bernard Hunnekink, Elza Heyman, Bartho Braat, Jetske Beitel, Frans van de Staak, Heddy Honigmann, Linda Bogers, Rudolf van den Berg, Sierk van Hout, Mariska Mourik, Piet van den Brink, Marijke Kraft, Rita van Dijk, Bert Pelser, Noor van Welsen, Hans Bergental, Antoinet Pieters, Ad Rietveld, Micha Frenkel, Iwana Korelkow, Victor Pomar, Anja Kaufman, Raymond André de la Porte

Scenario: Frans van de Staak. Experimentele film. Achtentwintig scènes voor één man en één vrouw, alle gespeeld door amateurs uit Van de Staaks vriendenkring. Net als zijn vriend en inspirator Straub speelt de taal een hoofdrol: de dialogen in verheven literaire taal contrasteren met de banaliteit van hun inhoud, van de manier waarop ze uitgesproken worden en van de triviale beelden. Opgedragen aan Jean-Marie en Danièle Straub en Johan en Nosh van der Keuken. Muziek: Bernard Hunnekink, uitgevoerd door Wim Jonas en Bernard Hunnekink.
Première: 21 maart 1980
K-77 minuten

SPETTERS
ook: BUDDIES
Paul Verhoeven

met: Hans van Tongeren (Rien), Toon Agterberg (Eef), Renée Soutendijk (Fientje), Rutger Hauer (Witkamp), Maarten Spanjer (Hans), Marianne Boyer (Maja), Hugo Metsers (Angel), Rudi Falkenhagen (Wout, Hans' vader), Jeroen Krabbé (Frans Henkhof), Peter Tuinman (Jaap), Peter Oosthoek (evangelist), Saskia ten Batenburg (Truus), Yvonne Valkenburg (Annette), Albert Abspoel (Jos, Riens vader), Hans Veerman (Willem, Eefs vader), Ben Aerden (oudere homofiel), Kitty Courbois (arts), Margot Keune, Jonna Koster (vrouw van Witkamp), Gees Linnebank (mietje), Herman Vinck (automobilist), Eric Beekes, Theu Boermans, Truus Dekker, Ursul de Geer, Bruni Heinke, Hans Holtkamp, Henk van Houten, Jan Hopman, Juanita Landbrug, Loes Luca, Johan Simons, Coby Timp, Mike West, Dick Molenaar; stand-ins: Gerrit Wolsink (Hauer), Henk Seppenwolde (Spanjer), André Sprengelmeyer (Van Tongeren), Mies Kohsiek, Peter Oosthoek, Martin de Smet, Ellen de Thouars, Yvonne Valkenburg, Herman Vinck

Scenario van Gerard Soeteman. Automonteur Eef en de twee timmerlieden Rien en Hans zijn goede vrienden en die vriendschap heeft alles te maken met hun gemeenschappelijke enthousiasme voor motorcrossen. Rien heeft de ambitie en het talent om zelf een grote crosser te worden. Fientje, die met haar broer een ambulant frietzaakje drijft, ziet in Rien een aantrekkelijk zakelijk object om de allang gewenste luxe te kunnen bemachtigen. Via een financiële en lichamelijke deal met een televisie-sportjournalist versiert zij een sponsor voor Rien, die dientengevolge zijn vriendin Maja opgeeft voor Fientje. Wanneer Rien na een noodlottig ongeluk verlamd in een rolstoel belandt, legt Fientje het, nog altijd om de frietengeur onder haar oksels kwijt te raken, om toerbeurt aan met Eef en Hans. Eef, die zijn emigratie naar Canada wil bekostigen via het beroven van homo-prostitué's, bekent na een meervoudige anale verkrachting, waaraan ook Fientje's broer zijn aandeel levert, dat hij homofiel is. Hans blijkt een flop als motorcrosser, maar heeft genoeg in de beurs om het bruine café van Riens vader over te nemen en te verbouwen tot de snackbar annex disco 'Hans en Fientje' wanneer deze man, ontredderd door de zelfmoord van zijn invalide zoon, zijn zaak van de hand doet. Muziek: composities van en door de groep Kayak (Ton Scherpenzeel). Songs: Eagle / Abba, Trojan horse / Luv', Heart of glass / Blondie. Producent: Joop van den Ende. Camera: Jost Vacano. Montage: Ine Schenkkan. Geluid: Math van Duurling. Opnamen o.a. Maassluis, Rotterdam (in de Spacetower bovenop de Euromast en op het Binnenwegplein (warenhuis Ter Meulen)). Het scenario van SPETTERS werd unaniem afgewezen. Verhoeven en producent Van den Ende schreven een tweede, gekuisde versie, dat wel een subsidie kreeg toegekend. Bij het vervaardigen van de film heeft Paul Verhoeven echter uitsluitend de eerste versie van het scenario gebruikt. In de 35e minuut van de film 3 'frontal nudities' van Toon Agterberg, Maarten Spanjer en Hans van Tongeren. Hans van Tongeren is daarna nog eens naakt te zien. Dickey Beer verzorgde de motorcross-stunts in SPETTERS. Hij wisselde constant van kostuums en motor. Om het realisme verder te verhogen verzocht Verhoeven zijn acteurs om zoveel mogelijk hun stunts zelf uit te voeren. Dus Renée Soutendijk ging in een slip en moest Hans van Tongeren zijn eigen zelfmoord uitvoeren. Macaber is dat twee jaar na de opnamen van SPETTERS hoofdrolspeler Hans van Tongeren in werkelijkheid ook zelfmoord pleegde (augustus 1982). De rol van Rien zou worden gespeeld door Derek de Lint, maar waarschijnlijk door de publiciteit rond KORT AMERIKAANS in 'TV-Privé' ging dat niet door. Liz Snoyink was in de race om een rol. De Nederlandse Anti Spetters Actie (NASA) noemde SPETTERS een gevaarlijke film die bestaande vooroordelen over vrouwen, homoseksuelen en andere bevolkingsgroepen zou versterken. J. Boesten in FID 1980: "Om geheid en zeker aansluiting te krijgen bij de meeste vehemente - en dat zijn niet de meest verheven - roerselen van het beoogde publiek, hebben Soeteman en Verhoeven alle registers van het uit Amerika overgewaaide exploitation-movie genre wijd opengerukt: onophoudelijk actie, veel geweld, gedurfde sex, een poging tot humor, vooral geen vermoeiende diepgang en een ietsje-pietsje sociaal engagement. (...) Nederland heeft dringend behoefte aan een nieuwe filmverzorgingsstructuur om integere cineasten te behoeden voor dit soort successen." Begin 1981 zou een jongen bij een ontgroening in een kazerne op de Veluwe zijn verkracht. Maten zouden SPETTERS hebben nagespeeld. In het filmtijdschrift 'Skoop' wordt in de nummers 4 (pagina 22 tot en met 27) en 5 (pagina 30 tot en met 34) van 1992 teruggeblikt op de voornamelijk negatieve reacties van de Nederlandse filmpers op SPETTERS. In 'Andere Tijden' van dinsdag 24 september 2002 werd teruggeblikt op de opnamen van de film. Maarten Spanjer herinnert zich vooral de homoseksuele castingkoning Hans Kemna, die geweerd werd van de set tijdens de 'pikkenmeet-scène'. Aanvankelijk stond Spanjers naam als 'Spaander' op de aftiteling, na verbetering was echter 'Kemna' veranderd in 'Kemma'. 1.124.162 bezoekers.
Première: 28 februari 1980
K-110 minuten

TEKEN VAN HET BEEST, HET
ook: THE MARK OF THE BEAST
Pieter Verhoeff

met: Gerard Thoolen (IJje Wijkstra), Marja Kok (Aaltje Botter), Peter Faber (Dirk Tabak), Joop Admiraal (dominee), Hans Veerman (Doting), Wim van den Brink (Van der Koren), Han Smit (Jan Hut), Tilly Perin-Bouwmeester (moeder Wijkstra), Peter Tuinman (Booter), Hans Man in 't Veld (Dirk Wijkstra), Ilona van Wijk (vrouw Dirk Wijkstra), Piet de Vries (Meyer), Klaas Hulst (werkman), Janneke Geertsema (Fokje Boon), Huub Hansen (Egbert Boon), José Dijkstra (Hendrikje), Joop Wittermans (ceremoniemeester), Elja Pelgrom, Caroline de Beus (vriendinnen), Flip Jansen (man in café), Wim de Meyer (aannemer), Jopie Dijkstra (vrouw Friso), Eric de Lange (Friso), Paul Stolk (kapper), Broer Sipma (metselaar), Romke de Leeuw (boer Talsma)

Scenario: Anton Haakman, Jurriën Rood, Cherry Duyns en Pieter Verhoeff. Reconstructie van de zaak IJje Wijkstra, de idealistisch-anarchistisch angehauchte loswerkman uit Grootegast, die in 1929 vier veldwachters doodschoot, omdat ze zijn vriendin Aaltje kwamen halen. Friesland, eind jaren twintig. IJje Wijkstra is een vakbekwame, kleine zelfstandige voeger en klompenmaker. Hij leeft thuis bij zijn oude moeder. Van vrouwen houdt hij zich afzijdig. Hij leest veel: Nietschze, over yoga, over telepathie. Hij houdt van muziek. Samen met zijn vriend Jan Hut vormt hij een gewaardeerd accordeon-duo. Hij is een bedreven schutter en stroper. Als overtuigd anarchist en atheïst moet hij niets hebben van politie en kerk. De dorpsburgerij kan hem gestolen worden. Dit vrije leventje naar eigen ontwerp geraakt uit de rails wanneer hij geen weerstand vermag te bieden aan de sexuele avances van Aaltje Botter, moeder van zes kinderen, wier echtgenoot in het gevang is beland. IJje trekt bij Aaltje in, verlaat haar weer voor enige tijd, om tenslotte de knoop door te hakken: onder het motto 'ik zal jullie eens en voor altijd laten zien dat ik lak heb aan jullie normen en fatsoen' neemt hij Aaltje mee naar zijn huis, de kinderen overlatend aan het armenbestuur. Aaltje wordt gesommeerd zich voor het gerecht te verantwoorden voor kinderverlating. Zij weigert. IJje is solidair. De vier politiefunctionarissen die komen om haar te arresteren, schiet hij dood. Eén van hen snijdt hij ook nog de keel door. Huilend steekt IJje zijn huis in brand. Muziek: Willem Breuker. Producent: Carl Tewes, René Solleveld. Camera: Mat van Hensbergen. Art direction: Ruud van Dijk, Martin Johnson. Montage: Victorine Habets. Geluid: Piotr van Dijk, Lukas Boeke. Het teken van het beest staat voor het sterrenbeeld Schorpioen van hoofdpersoon IJje Wijkstra. De producenten van de film wilden Rutger Hauer voor de hoofdrol, maar Pieter Verhoeff wilde graag de Werkteater-acteur Gerard Thoolen. Producenten René Solleveld en Robbert Wijsmuller wilden halverwege de productie alleen nog geld beschikbaar stelllen als Verhoeff een opwindende seksscène zou toevoegen. Onder protest werd ten slotte een scène gedraaid die in het verhaal paste en waarmee alle betrokkenen konden leven. Alleen in de drie noordelijke provincies scoorde de film commercieel. Gouden Kalf voor beste lange film en beste acteerprestatie van Marja Kok tijdens de Nederlandse Filmdagen 1981.
Première: 25 september 1980 (14 theaters)
K-98 minuten

TIP VAN DE SLUIER, EEN
ook: A GLIMPSE THROUGH THE VEIL
Frans Bromet

met: Hiske, Frans Bromet, Anita Bromet, Erika van Lith, Karin van Dullemen, Lucie Dubois, Bas van der Lecq, drs. L. Fokkens, Elmar Schiphorst, dr. J. Karbaat, Paul Janssen, Simone Evenhuis, Addy Heyman, Apostolos Panagopoulos, Rob Gorter, Ivy Gutlohn, Lanny Harrison, mevr. R. Hoebe, Erica Schoolderman, Fransje Bosschaert, Tania Weers, Kitty Dreves-De By, Willem de Ridder, mevr. H. Drent, Mareike Bestenbreur, dr. K. Polak, Elly en Jacques Krapels, Catrien van den Berg, Monique Roelofs, Anneke de Jong, Sies Dik, Else van Ysendoorn, C. van der Peet, mevr. P. Claessen, Olga van den Berg, Bert Huizenga, Hans Mentink

Scenario: Frans Bromet en René Daalder. Hoogstmerkwaardige mengeling van fictie en non-fictie door Bromet (als speelfilmregisseur debuterende cameraman) zelf 'gedocumentiseerd drama' genoemd. Om zijn eigen angsten voor een scheiding af te reageren volgt Bromet met zijn camera een gescheiden 36 jarige vrouw, Hiske, moeder van twee kinderen en werkzaam als orthopedagoge door 'het laboratorium van het geluk', de speeltuinen van het ik-tijdperk. Aan de hand van het leven en de belevenissen van deze vrouw wil hij erachter komen wat iemand brengt tot- en verhoopt van echtscheiding. De vrouw komt onder andere terecht in een homo-sauna, een groepssex-happening, een instituut voor dynamische meditatie, een kraamafdeling en een spermabank. Hiske belijdt dat ze gescheiden is om ombelemmerd op zoek te kunnen gaan naar haar eigen mogelijkheden en betreurt het dat haar kinderen nu geen vader meer hebben. Frans noemt haar wreed omdat zij haar man zijn kinderen heeft afgenomen. Hij is bovendien gesterkt in zijn overtuiging dat vrouwen zich volstrekt onvoldoende in mannen wensen te verdiepen. Muziek: Boudewijn de Groot. Titelsong: Boudewijn de Groot/Lennaert Nijgh; gezongen door Boudewijn de Groot. Producent: Frans Rasker, Olga Madsen. Montage: Frans Bromet. Frans Bromet is een oud-klasgenoot op de Filmacademie en zwager van Boudewijn de Groot. Single en film floppen. Opgenomen in o.a. de Oranjestraat in Arnhem. J. Boesten in FID 1980: "gaat al snel in de fout, omdat het uitgangspunt niet deugt. Bromet had deze bekentenisfilm moeten maken over het stuk eigen leven, dat door zijn vrouw wordt ingevuld of, nog beter, over zichzelf en wat hem motiveert om z'n huwelijk en gezin in stand te houden ondanks zijn sexuele abundantie. EEN TIP VAN DE SLUIER boeit en verrast zoals toentertijd Brusse's MENSEN VAN MORGEN: het lawaai en gedoe rond een nouveauté. Dit vermag toch niet te versluieren, dat er niet meer aan de hand is dan (weer) een nieuwe trendsetter in het voyeurisme."
Première: 20 maart 1980
K-94 minuten


1981

ACHTER GLAS
ook: BEHIND GLASS
Ab van Ieperen

met: Rudolf Lucieer (David), Elias van Zanden (Thomas), Marjon Brandsma (Marina), Bram Vermeulen (Dennis), Petra Laseur (Eva), Elisabeth Hoytink (Wilma), Hugo Maerten (Hugo), Maria Stiegelis (Ellen), Floortje van Lierop (Wanda), Nol van Dijk (Gerard), Beer Bossu (technicus), Jan de Boer (organist), Hans Erich (verkoper), Ria Beckers, Jara Lucieer, Rinus Ferdinandusse, Leonard Lucieer, Wim Bloemendaal, Nelleke Burg, Henny Stoel, Gerrit van Elst, Otakar Votoçek, Jaap van der Zwan, Marina Schapers, Joop Admiraal, Sacha Jansen

Scenario: Ab van Ieperen. De derde film van Van Ieperen en zijn eerste lange. Het is de afronding van een trilogie over modern leven, eenzaamheid binnen relaties en alcoholgebruik in een milieu van schrijvers en journalisten. De moeizame samenleving van een radioredacteur en een glazenwasser wordt in pijnlijke en goeddeels ondramatische scènes ontleed. De glazenwasser begint een affaire met een vrouw. Dit leidt tot een confrontatie met de radioredacteur. Het resultaat daarvan is dat er hoop is om een nieuwe start te maken op een betere basis. Edelfiguratie van menig bekende Nederlander. Muziek: Bram Vermeulen.
Première: 19 februari 1981
K-67 minuten

AFSTAND, DE
ook: THE DISTANCE
Jean van de Velde

met: Bennie Roeters (Luuk van Oorschot), Ruud Westerkamp (Tonnie Daman), Paul Berenos (Arturo), Maria de Booy (moeder Luuk), Herman van Elteren (vader Luuk), Wiske Sterringa (vriendin Luuk), Elisabeth Andersen (moeder Tonnie), Greet Groot (oma Tonnie), Peter Oosthoek (dhr. Jongbloed), Kester Dixon (vriend Marijke), Bruce Gray (bootsman), Drawn Mastin (Cathy)

Scenario: René Seegers, Jean van de Velde, Leon de Winter. Dinsdag 27 april. De 23-jarige Luuk van Oirschot heeft het isolement van het bestaan op een olietanker gekozen om over zijn leven na te denken. Tonnie, zijn beste vriend, is zijn tegenhanger. Luuk heeft bericht ontvangen dat Tonnie, zijn vroegere boezemvriend gestorven is. Tonnie was aan de heroïne geraakt en heeft daarmee zijn eigen graf gedolven. Hij was weliswaar nooit van plan geweest om veel ouder te worden dan 33 jaar, maar zelfs die leeftijd heeft hij bij lange niet gehaald. Luuk haalt bij het postkantoor in Port Said een pak op, waarin de filmpjes zitten die hij als amateurcineast zelf in vroegere jaren heeft geschoten. Gedurende de lange reis draait Luuk, zodra zijn diensten er op zitten, avond aan avond die filmpjes, met familietaferelen en vooral veel aandacht voor de toen nog opvallend uitbundig levende Tonnie. Gedurende het verdere verloop van DE AFSTAND zie je Luuk af en toe wat tijd zoek brengen in gezelschap van een Antiliaan, de enige op het schip met wie hij nog een beetje contact heeft, maar eigenlijk leeft Luuk voor het grootste deel in het verleden. De filmpjes schilderen het proces van langzame mentale verwijdering tussen de twee vrienden en de mislukking van een jeugdliefde, die samen de oorzaak zijn geweest van Luuks aanmonsteren op de grote vaart. Uiteindelijk besluit Luuk af te monsteren in Southampton en de laatste scène laat hem achter in de slaapkamer van een Engelse prostituée, die hij niet mag kussen, terwijl tederheid en een beetje warmte het enige is waar Luuk naar hunkert. Andermaal een schip in de woestijn. Luuk en Tonnie: twee werelden en daartussen de afstand. Muziek: Rob Hauser. Leon de Winter hanteerde de 8 mm-camera. Montage: René Seegers. Produktiemaatschappij: De Eerste Amsterdamse Filmassociatie van René Seegers, Jean van de Velde en Leon de Winter. Het werkproces had nogal wat voeten in de aarde. Er werd onder meer gefilmd in Nederland (Dam en Vondelpark in Amsterdam, Den Bosch - de plaats waar Leon de Winter op 24 februari 1954 werd geboren), Egypte (Port Saïd) en Italië (Genua), waarbij de Italiaanse opnamen moesten worden overgedaan vanwege een technisch mankement in het laboratorium, waarbij materiaal van 5 draaidagen verloren ging. In DE AFSTAND wordt gelezen in 'Een roos van vlees' van Jan Wolkers. Vrije trappenscène naar PANTSERKRUISER POTEMKIN. Auto's met het verstrijken van de tijd variërend van 24 BL 68 tot GR 39 HD. Goed ontvangen.
Première: 19 november 1981
K-85 minuten

CHARLOTTE
Frans Weisz

met: Birgit Doll (Charlotte Salomon), Derek Jacobi (Daberlohn), Elisabeth Trissenaar (Paulinka), Max Croiset (Albert), Brigitte Horney (grootmoeder), Peter Capell (grootvader), Maria Machado (mevr. Schwartz), Buddy Elias (dhr. Schwartz), Lous Hensen (mevr. Deutscher), Eric Vaessen (dhr. Deutscher), Shireen Strooker (Mukki), Yoka Berretty (mevr. Morgan), Irene Jarosch (Magda), Patricia Hodge (tekenleraar), Peter Faber (Frits Blech), Ton Lensink (dr. Moridini), Harke de Roos (dirigent), Shaun Lawton (radioverslaggever), Johanna Sophia (Gisela), Leonard Frank (Alexander Loebler), Berliner Lehrerchor ; onder leiding van dhr. Gabrish

Westduits-Nederlands-Italiaans-Engelse co-produktie. Scenario: Judith Herzberg, Frans Weisz gebaseerd op het werk en leven van Charlotte Salomon. Aan de hand van de gouaches 'Leben oder Theater' van Charlotte Salomon, die op zich al een soort draaiboek vormen, volgen Weisz en Herzberg het leven van de joodse Charlotte Salomon. Berlijn, januari 1939. Een jonge vrouw, Charlotte Salomon neemt afscheid van haar familie. Ze gaat naar Zuid-Frankrijk, op de vlucht voor het zich steeds duidelijker manifesterende nazisme en anti-semitisme. Ze trekt in bij haar grootouders in Villefranche-sur-mer. In september 1939, kort na het uitbreken van de oorlog doet haar grootmoeder een poging om zichzelf om te brengen. Charlotte probeert alles om haar te weerhouden van een definitieve poging. In die strijd wordt het haar duidelijk dat ook haar eigen moeder zichzelf gedood heeft, evenals haar grootmoeder van moeders zijde. Het brengt haar emotioneel op een breekpunt: gaat ze onontkoombaar dezelfde weg of verzet ze zich tegen deze erfenis. Dat is het moment dat ze besluit om haar leven, haar geschiedenis en gevoelens in beeld te brengen. Was ze in Berlijn leerlinge van de Akademie voor Beeldende Kunsten, in Frankrijk brengt ze haar werkdrift en talenten pas echt naar buiten. Via de tekeningen en gouaches zien we fragmenten van haar Berlijnse geschiedenis: haar jeugd, haar stiefmoeder: een gevierde zangeres wier werkmogelijkheden steeds verder beknot worden door de nazi's, haar vader: een chirurg-professor die weigert zich naar het rein-Deutsche ideaal te conformeren en tenslotte: Daberlohn, de zangleraar van haar stiefmoeder. We zien hoe ze verliefd is geworden op de onnavolgbare Daberlohn, we zien hoe hij haar leert te leven en tegelijkertijd te lijden. Hij is de bron geweest voor het besluit van Charlotte om haar leven in tekeningen om te zetten. Ze maakt er 769: 'Leven of Theater'. De film eindigt vlak nadat ze dit uitputtende werk heeft voltooid. Charlotte geeft haar werk in bewaring in Villefranche-sur-mer en loopt de straat uit. Een tekst vermeldt dat ze op 26-jarige leeftijd door de Duitsers wordt vermoord in 1943 in het concentratiekamp Auschwitz. Muziek: Egisto Macchi. Art direction: Jan Schlubach, Albrecht Konrad. Montage: Clarissa Ambach. Camera: Jerzy Lipman, Theo van de Sande. Producent: Arthur Brauner, Ferenc Kalmann Gall, Robbert Wijsmuller. De filmbeelden vertellen niet letterlijk zo het verloop van de bovenstaande korte inhoud. Het verhaal wordt namelijk verteld door een ingewikkelde flashback structuur. Cameraman Jerzy Lipman werd later vervangen door Theo van de Sande. De film werd opgenomen in het Engels, maar bij de uitbreng in Nederland ging de film uit in een Duits nagesynchroniseerde versie met Nederlandse ondertitels. Doordat het grootste gedeelte van het budget van 3,5 miljoen gulden Duits was, kon de film niet als Nederlandse inzending voor de Academy Awards ingezonden worden. Commerciële distributeurs en privé-financiers stonden niet te springen om een financiële bijdrage aan de film te leveren, waarop Weisz geld wist lost te peuteren bij de tv-zenders RAI, SFB en BBC. De BBC stelde als enige voorwaarde dat de film in het Engels gedraaid zou worden. Zeer goed ontvangen bij de Nederlandse pers: 'Binnenhof' d.d. 27 februari 1981: "Een zeer volwassen film, waard om er eens rustig voor te gaan zitten." Charles Boost in 'De Groene Amsterdammer' d.d. 11 maart 1981: "Een film van internationale allure, die nodig was als bewijs dat het ook anders kan in onze nog altijd aarzelende en stuurloze filmaktiviteiten." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 9 september 1980: "Een briljante film." FID: "(...)Frans Weisz en zijn crew hebben met het maken van CHARLOTTE een indrukwekkende prestatie geleverd. (...) Het betekent stilistisch een direct vervolg op HET GANGSTERMEISJE en EEN ZONDAG OP HET EILAND VAN DE GRANDE-JATTE. Gemaakt door een ouder geworden regisseur stroomt CHARLOTTE net als die twee vroegere Weisz-films over van dezelfde liefde voor het onderwerp en vooral ook voor het vak (...) Het maakt hem tot een van de weinige Nederlandse regisseurs die meer doen dan gewoon een film maken: hij maakt een goede film en heeft bovendien nog iets te melden." CHARLOTTE is echter commercieel noch financieel een succes. Hans Beerekamp in 'de Filmkrant' van juli/augustus 2001: "Frans Weisz' meesterwerk is misschien de beste uit de vaderlandse geschiedenis, en zeker het meest kwetsbare en onmogelijke project hier ooit hier verwezenlijkt. Een flop dus, en een klassieker, alleen al omdat de film tegen de klippen op volbracht is."
Première: 26 februari 1981/Tussen 3 januari 2002 t/m 1 januari 2003 te zien in de 'Filmmuseum Klassiektour 2002-Some like it hot'
K-96 minuten

COME-BACK!
ook: COMEBACK
Jonne Severijn

met: Theu Boermans (Ab Goeree), Sylvia Millecam (Marij), Annelies Knoop (Mieke), Teuntje de Klerk (Ingrid), Henk Reijn (Mat), Louise Ruys (moeder), Derek de Lint (vriend Marij), Johan Leysen (co-assistent), Rudolf Lucieer (prof. Vegter), Edmond Classen (arts), Kees Hulst (neuroloog), Ernst Zwaan (fysiotherapeut), Celia Nufaar, Barbara Barendrecht, Arnica Elsendoorn (verpleegsters), Cor van Rijn (dr. Voogd), Ab Abspoel (Maas), Bert André (pater), Kika Mol (fysiotherapeute Marjan), Trix Zwartjes (maatschappelijk werkster), Marina de Graaf (verpleegster), Paul Gieske (Hans), Harry Venema (Cor), Ad Noyons (Dijkhuis), Ad Frigge (Niemeyer), Paola van der Heijde (hoofdverpleegster), Huib Broos (Harry), Sacco van der Made (politieagent), Natasja van Praag=Nataša Hanušová (sociale Suus), Gé Frankhuizen, Louise Ruys

Scenario: Alma Popeyus, Jonne Severijn, Chiem van Houweninge. Ab Goeree is een jonge, alternatieve en bezeten saxofonist. Hij krijgt een ernstig ongeluk waarbij hij zijn rug breekt. Dit krijgt hij echter slechts laat te weten en pas na een fikse ruzie met een hem behandelend geneesheer. Somber en depressief naar zichzelf toe, recalcitrant en opstandig naar de rest van de wereld, verbreekt hij alle contacten; onder andere met zijn vaste vriendin. In het revalidatiecentrum zet hij zijn destructieve strijd voort, maar raakt dan toch op het goede saxofoon-spoor, ondanks tegenwerking van de directeur en dankzij onvermoeibare inspanningen van verpleging en medepatiënten. Ab revalideert tot een bekwaam rolstoelganger en pakt de draad van de sociale contacten weer op bij de muziek en bij een verpleegster, waarmee hij onverwacht een sexuele relatie aanknoopt. Hij verzamelt zijn oude vrienden, die inmiddels het alternatieve pad verlaten hebben, weer om zich heen en gaat op zoek naar zijn vroegere vriendin, die inmiddels een andere vriend heeft. Het eerste optreden onder leiding van Ab is een succes. In de zaal ziet Ab ook zijn vroegere vriendin, die haar nieuwe vriendje heeft weggestuurd. Muziek: Herman de Wit, uitgevoerd door leden van De Boventoon. Producent: Henk Poncin. Camera: Egbert Altena. Montage: Wouter Snip. Geluid: Bert Koops. Productiemaatschappij: De Maatschap met medewerking van de Stichting Nationale Commissie Internationaal Jaar van Gehandicapten 1981. Goed ontvangen. H. Buijze in FID 1981: "de film is uitstekend, ondanks de cliché's boeiend, verveelt geen ongenblik en is prettig om naar te kijken. (...) De film is heel traditioneel en weinig verrassend. De film wordt gedragen door het uitstekende spel van allen (...) Het scenario boeit, de beelden zijn uitstekend getimed, er zit vaart in. De muziek is fantastisch en draagt de film een verdiende eindstreep over (...) Eén vergelijking dringt zich op en dat is met OPNAME. De film van Jonne Severijn is echter fundamenteel anders: explosiever, minder probleemgericht, heeft een ander soort spelregie en spreekt andere delen van de kijker aan: minder intellektueel, meer de maag beroerend dan het hart."
Première: 15 oktober 1981 (6 theaters)
K-120 minuten

DAME EN DE MARSKRAMER, DE
ook: THE LADY AND THE PEDLAR
Zaev Nirnberg

met: Chris Lomme, Julien Schoenaerts

Scenario: Jan Duvekort, David McGillivray, Zaev Nirnberg, gebaseerd op een roman van Si Y. Angnon. Een joodse marskramer arriveert op een geïsoleerd landhuis, wiens enige bewoners een mysterieuze mooie vrouw en haar hond zijn. Hij krijgt eten en onderdak in ruil voor karweitjes als het repareren van het dak. Hij raakt onder de bekoring van de vrouw en zij nodigt hem uit om langer te blijven. Zij scheert zijn baard af en verleidt hem. De marskramer verwaarloost zijn religieuze verplichtingen en laat zich transformeren tot een ander persoon. Na vele tevreden jaren begint hij het gevoel te krijgen dat hij gevangen is in een net. Hij vraagt zich af waarom de hospita nooit samen met hem eet. Haar oorspronkelijke warmte verdwijnt langzaam en ze wordt veeleisender. Hij ontdekt dat zij een fotoalbum heeft met alleen foto's van mannen erin en er staat een kast vol met mannenkleren in allerlei maten. Zij vertelt dat ze meerdere keren getrouwd is geweest en dat al haar echtgenoten zijn overleden. De marskramer voelt zich steeds minder op zijn gemak, maar vertrekt niet. Na een mislukte poging om de marskramer te doden, doodt de vrouw zichzelf. In de tussentijd heeft hij, toen hij bang was, de Joodse religieuze verplichtingen weer voldaan. Na het begraven van de vrouw, verlaat hij het huis. De film speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. Muziek: Benjamin Ashkenazy.
K-75 minuten

ER GAAT EEN EINDELOZE STOET MENSEN DOOR MIJ HEEN
Frans van de Staak

met: Mar Kagie, Henk Bos, Gi Sonnen, Elza Heijman, Heleen Stapel, Tjitte de Vries, Joke Metman, Helle Alofs, Annelies Visser, Pyt van Brink, Eddy Kagie, Jacqueline Sonnen, Job Creighton, Esther Grishaver, Alex Kamerling, Nanny Grishaver, Teun de Groot, Puck Bauer

Scenario: Lidy van Marissing, Frans van de Staak. Experimentele film. Van de Staak filmde mensen, woorden en rituelen op een strenge en rigide manier. Er zijn 25 scènes. De acteurs lopen en zitten, gaan staan of maken een pas volgens mathematisch lijkende patronen. Telkens zijn er twee dingen: een speler die iets zegt en een speler die beweegt. Maar ook is er een camera die beweegt en de filmmaker die achteraf in de montagekamer allerlei ingrepen heeft gepleegd. Muziek: Bernard Hunnekink.
Première: 28 februari 1981
K-86 minuten

GEKKENBRIEFJE
ook: CRAZY GOING
Olga Madsen

met: Esgo Heil (Willem), Porgy Franssen (Chris), Felix Troch (Vincent), Paul Gieske (Baret), Hans Veerman (machinist), Olaf Wijnants (korporaal), John Smit (KNIL-sergeant), Wim Dröge (Leids student), Gijs de Lange (schutter), Cor van den Brink (dokter), Rietje Konings (zaalzuster), Marijke Conijn (doktersassistente), Moniek Kramer (kantinezuster), Rob Romkes (barman), Cor Witschge (boekhandelaar), Bas ten Batenburg, Rudolf Damsté, Ronald Beer, Matthias Maat, Henk Strijbos, Jan Wegter, Jan Winter

Scenario: Rogier Proper, Olga Madsen naar de novelle 'Zorg dat je een gekkenbriefje krijgt' van Ger Verrips (1973). Film begint met journaal-opnamen van de Canadezen die Amsterdam bevrijden en beelden van Nederlandse militairen die twee jaar later naar Nederlands-Indië vertrekken om daar de orde te herstellen. Een jonge dienstplichtige militair, Willem, laat zich liever in een miliair gekkenhuis opnemen dan gedwongen te worden tot deelneming aan de politionele acties in Indië. Willem wordt in het militaire gekkenhuis geconfronteerd met andere oorlogsslachtoffers. Het lukt Willem om het gekkenhuis te ontvluchten. Willem bemachtigt een gekkenbriefje door een superieur een klap in het gezicht te verkopen. Het gekkenbriefje kan gebruikt worden voor gratis openbaar vervoer en als bewijs voor permanente ongeschiktheid voor het leger. Muziek: Jakob Klaasse. In eerste instantie door de NOS uitgezonden verfilming van novelle van Ger Verrips, kwam toch nog in de filmhuizen als de eerste lange speelfilm van Olga Madsen (in combinatie met een reprise van Joris Ivens' korte propagandafilm INDONESIA CALLING).
Première: 10 september 1981
K-84 minuten

HOGE HAKKEN, ECHTE LIEFDE
ook: HIGH HEELS, TRUE LOVE
Dimitri Frenkel Frank

met: Rijk de Gooyer (Semijns Roggeveen/Arie Snoek), Monique van de Ven (Jenny Vreugdehil), Geert de Jong (Mirabelle), Dolf de Vries (John), Hannah de Leeuwe ('suikerspin'), Leen Jongewaard (vader Jenny), Olga Zuiderhoek (moeder Jenny), Johan Ooms (Maharisji), Max Croiset (president-commissaris), Gees Linnebank (Peters), Marina de Graaf (Marga), Huib Broos (botenbouwer), Jon Bluming (Molkenboer), Bill van Dijk (kraandrijver), Dorine van der Klei (Doortje), Hein Boele (Frits), Jérôme Reehuis (Huib), Dick Scheffer (toneelkapper), Ruby, Jane, Johan Scheffer, Aus Greidanus, Arthur Japin, Ad Noyons, Tonny Popper, Ton Schouten, Liz Snoyink, Maeve van der Steen, Paulette Smit, Stanley 'Slim' Sinester, Hanan, Anne van der Heyden, Geert van Hobben, Nico van der Linden, Neel, Holst, Suzette, Anette Zwart, Alexandra van der Pol, Ezio Pierotti, Jan Veenhoven, Ad Bouter

Scenario: Dimitri Frenkel Frank, naar zijn gelijknamige roman uit 1980. Om zijn verveling te verdrijven neemt directeur Semijns Roggeveen zichzelf aan als vrachtwagenchauffeur Arie Snoek op zijn containersbedrijf. Hij wordt in deze hoedanigheid verliefd op het kantinemeisje Jenny Vreugdehil. Wanneer hij als directeur Jenny beledigt, daagt hij als Arie Snoek zichzelf uit voor een duel. Op het moment dat het duel plaatsvindt, ruimt arbeider Snoek de directeur Roggeveen uit de weg en kiest daarmee voor de echte liefde in het arbeidersmilieu. Producent: Rob Houwer. Camera: Paul van den Bos. Art direction: Jaap Verburg. Montage: Victorien H. van den Heuvel. Muziek: Lex Jaspers. Song: 'Hoge hakken, echte liefde' van en door Robert Long. Dimitri Frenkel Frank stierf in 1988. In totaal maakte hij drie bioscoopfilms. Zeer opvallende Sony (Ron Brandsteder), Sportlife en Spa-reclame. Henk van Gelder bij een tv-uitzending in 'NRC Handelsblad' van 25 november 1997: "(...) De film was net niet gek genoeg om een geslaagde klucht te zijn, en net te gek om een geloofwaardige komedie te worden. Eén rol blijkt bij het weerzien nog recht overeind te staan: die van Monique van de Ven, die er dwars door de karikatuur van het ordinaire blondje heen - suikerspin op het hoofd en hoge hakken aan de voeten - een levend wezen van weet te maken. Tegenover haar slaat Rijk de Gooyer zich op zijn routine heen door de rol van de captain of industry (...) Voor de rest is het met zo'n film, zestien jaar na dato, vanzelfsprekend ook een kwestie van kijken hoe jong de acteurs toen nog waren (...) Maar alles bij elkaar is het een onevenwichtig ratjetoe van typetjes dat hier voorbij trekt, halfhartige satire, halfslachtige pogingen tot eerlijk sentiment en misplaatste platvloersheid - zoals in de diverse close-ups van borsten in wonder-bra's. De timing is mis en de verstaanbaarheid abominabel. (...)." 582.830 bezoekers.
Première: 29 oktober 1981 (59 theaters)
K-93 minuten

IK BEN JOEP MELOEN
ook: LOONY JOE
Guus Verstraete jr.

met: André van Duin (Joep Meloen), Corrie van Gorp (Dorien de Groot), Frans van Dusschoten (Hans Hoopman), Doris van Caneghem (mevr. V.d. Ploeg), Peter Tuinman (Leo), André van den Heuvel (Willie), Will van Selst (producer), Inger van Heyst (May), Jan Moonen (Camiel), Ben Hulsman (cafébaas), Marijke Merckens (presentatrice), Marlous Fluitsma (Anne), Manfred de Graaf (Kurt), Lou Steenbergen (man aan bar), Alexander Doré (dronken man), Kees ter Bruggen, Maroesja Lacunes, Guikje Roethof (verpleegsters), Jan Winter (agent), Maarten Spanjer (glazenwasser), Paul van Gorcum (pastoor), Lou Polak (nachtclubportier), Paulette Smit (secretaresse), Jérôme Reehuis (muziekuitgever), Bruni Heinke (secretaresse uitgever), Carola Gijsbers van Wijk, Jorden van Lawick, Hans Leendertse, Rik Luijcx

Scenario: Vince Powell. Pianostemmer Joep Meloen droomt van een doorbraak via zijn 'Concerto Grosso', maar vooralsnog zit alles tegen. Joep besluit zelfmoord te plegen, maar durft dit niet en vraagt daarom gangster Willie om hem van kant te maken. Deze weigert echter, zodat Joep zich genoodzaakt ziet dan maar in de gracht te springen; vlak voor zijn neus raakt evenwel een meisje met dezelfde bedoeling te water. Hij redt haar en verneemt dat ze Dorien de Groot is, zangeres van het ontbonden Duo 'Dora en Leo' (haar ex-verloofde). De persfotograaf annex impressario Hans Hoopman, die getuige was van de redding, slaagt erin Joep en Dorien als nieuw duo geprogrammeerd te krijgen op een songfestival waar Joep zijn 'Concerto Grosso', gezongen door Dorien, ten gehore zal brengen. Pal voor het optreden pogen zowel Willie als Leo om Joep te vermoorden. Van schrik raakt Dorien haar stem kwijt, waardoor Joep alleen het podium op moet. Daar vertolkt hij het ter plekke gecomponeerde lied 'Ik ben Joep Meloen', en wint prompt de eerste prijs. Veel reclamespotjes (o.a. Bondsspaarbank, Sony, Heineken en Renault) in de film. Eerste en laatste speelfilm van Guus Verstraete. Guus in 'VARA TV magazine 21-2006: "Ik vond de hele filmmentaliteit vreselijk. Nu kan dat anders zijn, maar toen moest je kunst maken, anders telde het niet. Je mocht het er niet eens over hebben dat je uit de kosten wilde komen. Ik voelde me daar heel ongelukkig onder." Producent: Joop van den Ende. Camera: Mats van Hensbergen. Art direction: Jaap Verburg. Montage: August Verschuren met adviezen van Paul Verhoeven. Geluid: Tom Tholen. Muziek: Ruud Bos en André van Duin. Liedjes: 'Ik ben Joep Meloen' van en door André van Duin, 'Mama told me' door Fantastique. Jan Doense voor FID 1982: "Waarom uw talent en vakmanschap aan een dergelijk zwak scenario gekoppeld moesten worden, ontgaat mij. Ik kan niet ontkennen dat de film enige bijzonder vermakelijke momenten kent, maar het geheel blijft wat humor en vaart betreft ver in de schaduw van uw televisie- en theaterwerk. (...) Uw acteerprestaties, met name in de tragi-komische gedeeltes vond ik een openbaring (...) Concluderend kan ik alleen maar zeggen: u verdient een betere film." 1.043.279 bezoekers.
Première: 17 december 1981 (75 theaters, vanaf 24 december in 77 theaters)
K-95 minuten

IN EXTREMO
Frans Zwartjes

met: Armand Perrenet (performer), Lisa de Rooij (performance), Moniek Toebosch (ex-vriendin), Helen Hedy (vrouw aan trapleuning), Ronald Beer (jaloerse echtgenoot), Huur Hansen (kunsthandelaar), Tom Jansen, Berna Geels (paar in bed), Pieter Spruit (tv-interviewer), Mildred Goeders, Sara Snoek, Mieke van Nugteren

Scenario: Frans Zwartjes. Experimentele film, die zich concentreert op de performance van een schilder en zijn vriendin bij de opening van een tentoonstelling. Daardoorheen monteerde hij beelden uit het armzalige, lege bestaan van kunstkopers en bewonderaars. In een tv-interview haalt de ex-vriendin van de schilder het wereldje genadeloos onderuit. Muziek: Lodewijk de Boer, Frans en Rudolf Zwartjes.
Première: 14 mei 1981
K-73 minuten

LUGER
Theo van Gogh

met: Thom Hoffman (Chris Luger), Laurien Hildering (Lelia Marsjaupt), Jan Cocheret, Theo van Gogh, Willem Klein

Scenario: Theo van Gogh. De Haagse louche figuur Chris Luger gijzelt een geestelijk gehandicapte miljonairsdochter (23 jaar) om met het losgeld zijn droom te verwezenlijken. Vaderlief weigert echter het losgeld te betalen. Moederlief overleed bij de gijzelneming. Uiteindelijk krijgt Lelia op het station Lugers pistool in handen en ze schiet. Muziek: Rainer Hensel. Songs van o.a. Talking heads en Beach boys ('God only knows'). Gesproken verslag in dagboekstijl. Nederlands en Duits gesproken. Opmerkelijke combinatie tussen beeld en geluid. Radiopiraat 'Klimop' is met zijn groffe praat te horen. Debuutfilm van Theo van Gogh en voor Thom Hoffman. Eervolle vermelding tijdens de Nederlandse Filmdagen 1981. Bevat de klassieke scène met twee katten in de wasmachine. Opgenomen in 1980 in Den Haag, Wassenaar, Voorschoten en Katwijk met een budget van 70.000 gulden. Veel negatieve persreacties. Na de moord op Van Gogh in 2004 werd in de kelder van Theo van Gogh een originele versie van Luger teruggevonden. Luger leek lange tijd verdwenen te zijn. In het Filmmuseum, waar vrijwel alle Nederlandse films liggen opgeslagen, was geen kopie aanwezig. Een print die Theo van Gogh zelf bewaarde, was enkele jaren geleden door een boze ex-echtgenote in de Brouwersgracht gegooid.
Première: 8 april 1982
ZW-85 minuten

MEISJE MET HET RODE HAAR, HET
ook: THE GIRL WITH THE RED HAIR
Ben Verbong

met: Renée Soutendijk (Hannie Schaft), Peter Tuinman (Hugo), Loes Luca (An), Johan Leysen (Frans), Robert Delhez (Floor), Ada Bouwman (Tinka), Lineke Rijxman (Judith), Henk Rigters (vader), Adrian Brine (SD'er), Chris Lomme (mevr. De Ruyter), Lou Landré (Otto Schaaf), Jan Retèl (professor), Elsje Scherjon (Carlien), Hennie van den Akker (Van den Heuvel), Aad van Westen (politieman), Truus Dekker (Grijze Muis), Luk van Mello (kastelein), Ab Abspoel, Huub Stapel (NSB'er), Pieter de Wijn (mr. Hamer), Frans Vasen (rechercheur), Jan van Royen (arts), Kika Keus (meisje bij aanslag), Jack Vecht (badmeester), Jaap Hoogstra, Robert de Joncker, Herman Naber, Emmy van Swoll, Serge Henri Valcke

Scenario: Ben Verbong en Pieter de Vos, naar de gelijknamige roman van Theun de Vries uit 1956. Debuut van Ben Verbong over de verzetsstrijdster Hannie Schaft. De film tracht met name de psychologische ontwikkeling te volgen van Hannie Schaft, die tijdens de Duitse bezetting haar rechtenstudie opschort om zich aan te sluiten bij het gewapende verzet. Nadat haar vaste partner en vriend Hugo bij een mislukte aanslag om het leven komt, krijgt ze een inzinking, maar gaat vervolgens op jacht naar de verraders. Vlak voor de bevrijding wordt ze opgepakt en gefusilleerd. Muziek: Nicola Piovani. Oorlogsthematiek: verzet. Budget: 1,6 miljoen gulden. Het feit dat Hannie Schaft communiste was, wordt in de film niet vermeld. Gekozen tot beste film 1981 door de Nederlandse filmcritici tijdens de Nederlandse Filmdagen. In het algemeen beschouwd als een van de beste Nederlandse speelfilms. Deelname aan het competitieprogramma van Berlijn 1982. 580.568 bezoekers.
Première: 17 september 1981
K-110 minuten

OUTSIDER, THE
Tony Luraschi

met: Craig Wasson (Michael Flaherty), Sterling Hayden (Seamus Flaherty), Patricia Quinn (Siobhan), Niall O'Brien (Emmet Donovan), T.P. McKenna (John Russell), Niall Tiobin ('De Boer'), Frank Grimes (Tony Coyle), Elizabeth Begley (Ivy Cochran), Bosco Hogan (Finbar Donovan), Ray Macanally (MacWhirter), Jimmy Devlin (Sean Tweeny), Joe Dowling (Pat), Aiden Grennell (Hanlan), Joseph McPartland (Joe Macdermott), Joe Lynch (Sean), Des Cave (openbaar aanklager), Allan Cuthbertson (Bill Stanley), Avril Gentles (Mrs. Flaherty), Conal Kearney (Ted), John Murphy (Flynn), John Seitz (Mr. Flaherty)

Amerikaans-Nederlandse co-produktie. Scenario: Tony Luraschi, naar 'The heritage of Michael Flaherty' van Colin Leinster. In 1973 arriveert de jonge Amerikaan van Ierse afkomst Michael Flaherty in Dublin. Omdat hij zijn wortels, waarover zijn grootvader Seamus veel heeft verteld, niet wil verraden, geeft hij zich op als kandidaat-lid van de IRA. Men stelt hem op de proef bij de ontvoering, het proces en de executie van een unionistische rechter. De IRA wil echter een luguber spelletje spelen met de jonge idealist. Art direction: Franco Fumagalli. Camera: Ricardo Aronovitch. Montage: Catherine Kelber. Muziek: Ken Thorne. Song: o.a. 'Bumble Bee, Bumble Bee' van en door John Lee Hooker. Engels gesproken. Produktiemaatschappij: Cinematic Arts BV. Producent: Philippe Modave. De film is gefinancierd door een functionaris van Paramount via een papieren Nederlandse produktiemaatschappij (met 'tax-shelter geld'). Produktiejaar: 1979.
Première: 11 juni 1981 (Tuschinski, Amsterdam)
K-128 minuten

PRETENDERS, DE
ook: THE PRETENDERS
Jos Stelling

met: Coby Stunnenberg (Greet), Evert Holtzer (Evert), Simone Dresens (Truus), Peter van Laar (Peter), Ton van Dort (Herman), Bob Casandra (Bob), Corina Singeling (Bep), Ad Rietveld (Adje), Henk Fakkeldij (Henk), Diny de Kruyk, Willie de Groot, Ton Schouten, Aggie Langendijk, Franajes Gelderblom, Hugo van Riet, Hans Akerboom, Cor van de Akker, Jolanda van der Mij, Heluška Dittrich, Marianne Entius, Erna Evertsen, Els Groot, Annie Hendriks, Jan van 't Hoff, Menno Jetten, Irene Jongbloets, Pim Jonker, Peter van Laar, Corrie Mulder, Jim Newland, Jennie Pennings, Corrie Petersen, Reinier van Schagen, Frans Toten, Gré Westra, Annie Wolf, Ab Willemse

Scenario: Wil Hildebrand, Fred Hekket, Frans Bosboom en Jos Stelling. DE PRETENDERS is gebaseerd op Herman van Veens theaterproduktie 'Jukebox 2008'. Het was de bedoeling dat Jos Stelling en Herman van Veen deze film samen zouden maken, maar Jos Stelling besloot na lezing van het eerste script van Herman van Veen om alleen verder te gaan. Eenheid van tijd (het weekend van zaterdag 4 en zondag 5 augustus 1962, toen Marilyn Monroe zelfmoord pleegde) en plaats (een Utrechtse volkscafetaria) begrenzen het sobere en gevoelige portret van kansarme jongeren, wier idealen en poses nauwelijks de sociale (en fysieke) impotentie vermogen verhullen. Een snackbar in een oude Utrechtse wijk. Evert komt na een jaar terug in de snackbar van Greet en Cor. Hij noemt zich nu fotograaf, zit goed in het pak en komt weer eens kijken in de zaak waar de jongelui uit de buurt zich altijd plegen te verzamelen. Er is op het eerste gezicht niet veel veranderd. Alleen Cor is weg en Greet heeft nu een relatie met een Amerikaans militair die haar soms in zijn grote slee komt ophalen. Evert ontmoet weer oude vrienden en vriendinnen, o.a. de intellectueel Adje en Truus, die na enige aandrang bereid is om als een starlet voor de camera van Evert te poseren. Evert en Greet proberen hun vriendschappelijke relatie weer op te pakken, maar Evert ziet in deze confrontatie (die voor hem grenzen moet verleggen) zijn rol aan gruzelementen gaan. Onbewogen kijken een debiele jongen en een oude man naar de jongelui, die zonder veel uitzicht hun leven vullen met praten, ruzieën, zoeken en dromen. Muziek: Fred Hekket. Songs: 'Take good care of my baby'/'Earth angel'/'Run to him' van Bobby Vee, 'It's a sin to tell a lie' van Sim Whitman, 'I want you to walk home' van Fats Domino, 'My babe'/'Teenage idol' van Ricky Nelson, 'Let it be me' van The Everly brothers en 'Move it' van Cliff Richard. Producent: Niek Koppen. Camera: Deen van der Zaken. Art direction: Gert Brinkers. Montage: Marcel Bayer. Geluid: Hugo de Vries. De vierde film van Jos Stelling betekent een breuk met zijn historisch-picturale filmverleden. Op Holtzer en Stunnenberg na bestond de cast -naar gebruik- uit amateurs. A. Steenman in FID 1981: "Stelling laat een aantal mensen zien, die worstelen met hun eigen situatie en kleine problemen. Deze zijn voor een deel herkenbaar, maar toch te oppervlakkig om echt onthullend en boeiend te worden. Stelling gebruikt weer voornamelijk amateurs en dat is ook wel (weer) te zien en te horen. Vooral hier waar het aan decor, kostuum, etc. ontbreekt dringt zich het beeld van schooltoneel en clubhuisfilm sterk op. Toch kent de film een aantal momenten en een enkele speler, die het geheel dan toch draaglijk en zeer zeker sympathiek maken. Zelfs ontroering ontbreekt niet, maar deze zit teveel in incidenten en te weinig in tot wasdom gekomen karakters en structuur."
Première: 19 maart 1981 (Tuschinski 3-Amsterdam, Alhambra-Rotterdam, Camera-Utrecht)
K-100 minuten

RIGOR MORTIS
Dick Maas

met: Olga Zuiderhoek (Truus, vrouw van grafligger), Michiel Kerbosch (Herman, labiele dorpsjongen), Wim T. Schippers (Karel, grafligger), Rijk de Gooyer (Walter de Beer), Gees Linnebank (Kees), Johan Ooms (televisieploeg), Helmert Woudenberg (motoragent), Leen Jongewaard (Johnny), Helmert Woudenberg (Bart), Guus Hoes, Conny Franken

Scenario: Dick Maas. Karel heeft tot nu toe 124 dagen ondergronds doorgebracht in zijn zelfgemaakte crypte in de kelder van zijn geïsoleerde bar in de polder. Elke dag haalt een hulpje het etensmandje op en laat een nieuwe zakken. Het maal bestaat alleen uit gebakken of gekookte eieren. Karel moet nog 124 dagen om een kans te maken voor vermelding in het Guiness Book of records. Zijn vrouw Truus begint er genoeg van te krijgen, vooral omdat de hele stunt niets uitmaakt voor de omzet van de bar en dat was nu net waarom Karel ermee begonnen was. Maar dan komt er een televisieploeg. Ze willen een kort item maken over Karel als opvullertje voor het nieuwsprogramma. Zij krijgen echter pech en de verslaggevers hebben geen andere keus dan te overnachten als gasten van Truus. Alles loopt volledig uit de hand en de verwarring wordt nog groter door een agent van de rijkspolitie. Muziek: Stella Seemer. RIGOR MORTIS, Latijns voor lijkstijfheid, is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal.
Première: 24 september 1981 (Nederlandse Filmdagen)
K-63 minuten

TE GEK OM LOS TE LOPEN
ook: IN A NUTSHELL
Guido Pieters

met: Peter Faber (Piet), Jaap Stobbe (Dirk), Leen Jongewaard (Guus), Piet Kamerman (Bob), Standa=Miroslav Bareš (Hans), Herman Kortekaas (Henk), Chiem van Houweninge (Leo), Marlous Fluitsma (Joke), Louise Ruys (Nel), Dolf de Vries (Robert), Frederik de Groot (Alex), Karin Meerman (Thea), Nico Schaap (Bram), Xander van der Drift (Johnnie), Mela Soesman (moeder), Hein Boele (autodealer), Piet Hendriks (dierenhandelaar), Onno Molenkamp (dhr. Langeveld), Broes Hartman (arbeidsbemiddelaar), Inger van Heyst (barjuffrouw), Rob van Houten (Willem), Jaap Lammers (Japie), Tanneke Hartzuiker (Corry), Huub Scholten (Carl), Koos den Elzen (Koos), Bert(us) Botterman, Hans Cornelissen, Gé Frankhuizen, Con Meyer

Scenario: Guido Pieters, Karin Loomans. Geruggesteund door adviezen van psychiaters schreven Karin Loomans en Guido Pieters het verhaal van zes mannelijke en twee vrouwelijke psychiatrisch patiënten die een eigen leefgemeenschap buiten een inrichting proberen op te bouwen. Piet gaat na de zelfmoord van een vriend de maatschappij in, maar gebrek aan begrip en tolerantie drijven hem terug. Muziek: Rogier van Otterloo. Producent: Carl Tewes. Camera: Rob van der Drift. Art direction: Willem de Leeuw. Montage: Ton Ruys. Opdracht van de film: 'Voor de 20.000 Nederlanders die langer dan tien jaar in een psychiatrische inrichting verblijven'. Flop in de bioscoop, ondanks de gigantische uitbreng door distributeur Concorde Film in 26 theaters.
Première: 12 maart 1981 (26 theaters)
K-98 minuten

TUIG
ook: SCUM
Meatball=Jan Blom, Agnes Grundeken, Rien Hagen, Han Ing Lim, Cesar Messmaker, Olga Uitvlugt, Martin Uitvlugt

met: Ron Bruijnius, Jan den Hoed, Ton Kops, Sjon Smit, Wally Ettinger (tuig), Bert Bronsteijn, Ton den Hoed (vrienden van de vijf), Paul Born, Hans Teunissen (rechercheurs), Guus van Golberdinge, C.J.J. Jongmans, Aat de Jager, Gerard Galjaard, Fred Smits, C. van Vliet, F. Schotte, A.F. Dolkemade, Jac. Lensen, P.J. Palman, Martin van Gaalen, Jan Dreijer, Chris Kwant, Wieteke Netten, Cor Smit-Dat, Hans Vandenburg (butler), Jan van Leeuwen, Mary Roland, Tiny de Groot, Rob Bos, Herman Elemans, Eddy Elemans, Rinus Weber, Eduard van Breukelen, Ronald Kruyswijk, Pieter Jan de Vos, Hans Prudon, J.C. Almeida, A.C.J. van Andel, B. van Belzen, J.A. Hoekman, U.M. Ringeling, jhr. mr. M. Wladimiroff, Gerda Roest, P.C. Koelewijn, W.M. v.d. Boon, F. Hoenderdos, mr. G.M.M. den Drijver, mr. R.A.A. Duk, mr. J.L.R.A. Huydecoper, mr. Miriam Stoop, mr. D.J. Bender, Olaf Hamel, Saskia Hamel, Jan Menno Homan, mr. Reina van Marwijk Kooy

Scenario: Meatball. Vier jongens in een Haagse wijk en één buitenstaander van goeden huize plukken met zijn vijven een landhuis leeg. Als Wally die vaas niet had omgegooid en die butler zag hem niet... De vijf Haagse jongens worden gepakt. Het zoontje van een jurist wordt meteen al anders behandeld door de politie. Ook de rechter is milder voor hem dan voor zijn vriendjes uit de arbeidersklasse. Een illustratie van klassejustitie in Nederland. Muziek: Gruppo Sportivo. Het scenario is gemaakt in samenwerking met de hoofdrolspelers, rechercheurs en een wijkagent van de Haagse politie en advocaten. Alle dialogen werden op locatie geïmproviseerd. Iedereen in deze produktie speelt zichzelf. Alleen de Haagse rechtbank doet niet mee: het verhaal was te 'onevenwichtig'. Opgenomen op video. Eerste lange speelfilm op video die gesubsidieerd is door het ministerie van CRM.
Première: 17 oktober 1981
K-80 minuten

TWEE VORSTINNEN EN EEN VORST
ook: TWO QUEENS AND A KING
Otto Jongerius

met: Kitty Courbois (moeder), Linda van Dijck (Coleta), Eric Clerckx (Levien), Jan Decleir (vader), Max Croiset (oude Peskens), Helmert Woudenberg (oom Piet), Rijk de Gooyer (Laernoes), Connie Schoonen (kleine Ka), Anja Reynoudt (kleine Mien), Emmy van Swoll (oma), Bob van Iersel (opa), Manfred de Graaf (leraar), Jacques Fortuné (Cyvat), Benny Scheffer (dwerg), Joan Remmelts (oude ober), Jan Hundling (manufacturier), Tim Beekman (bloemenman), Huib Broos (slager), Flip Jansen (ceremoniemeester), Chiel Muller (dikke ober), Cedric Vonk (gerant), Elisabeth Versluys (oude Ka), Mimi Kok (oude Mien), Elja Pelgrom (verpleegster), Henk Rigters (burgemeester), Wimper Diepering (agent 1), Gerard Thoolen (agent 2), Georgette Reyevski (blind vrouwtje), Geert van Oorschot (stem verteller)

Scenario: Otto Jongerius naar de romans 'Twee vorstinnen en een vorst' (1975) en 'Mijn tante Coleta' (1976) van R.J. Peskens (=G.A. van Oorschot). Een oudere man blikt terug op zijn jeugd als jongetje dat aan het begin van deze eeuw in Vlissingen opgroeit tussen een radicale, anarchistische moeder en een mooie, geile tante, die hem inwijdt in de liefde. Wanneer hij ziet dat zijn twee vrouwen nauwelijks verschillen, wendt hij zich van beide af. Commentaarstem van de schrijver zelf. Muziek: Loek Dikker, uitgevoerd door Het Residentie Orkest o.l.v. Hans Vonk. Producent: Roy Logger. Camera: Frans Bromet. Art direction: Jaap Verburg. Montage: Ine Schenkkan. Joan Remmelts en Elisabeth Versluys zijn in het echte leven sinds 1948 getrouwd. Geert van Oorschot vond Willeke van Ammelrooy ongeschikt voor de rol van moeder, daar ze een te rond gezicht heeft. Eric Clerckx speelde eerder in de Vlaamse film DE WITTE VAN SICHEM. De film werd opgenomen in Vlissingen en Middelburg. De studio's zijn gebouwd in hotel Britannia te Vlissingen. FID 1981: "Jongerius herschreef de twee boeken viermaal tot een scenario dat wankelt en identificatie met de 15-jarige Levien onmogelijk maakt door de gekozen flash-backvorm en de commentaarstem." Pieter van Lierop in ‘Utrechts Nieuwsblad’ van 1 oktober 1981: “Merkwaardig is het verder om binnen één familie Vlaams en hoog-Hollands te horen spreken. Het geeft Jan Decleir en Eric Clerckx, in contrast met de andere gezinsleden, een odium van lijzigheid, dat ze in een volledig Belgische bezette film nooit hebben.”
Première: 1 oktober 1981
K-93 minuten

VERBODEN BACCHANAAL, HET
ook: HET VERBODEN BACCHANAAL (EEN BEEST VAN EEN FEEST)/THE FORBIDDEN BACCHANAL
Wim Verstappen

met: Geert de Jong (Mary van der Laan), Bram van der Vlugt (Frits van der Laan), Ruud Jan Bos (Frans van der Laan), Roger de la Chambre (Sybrandt van der Laan), Yvette Bongenaar (Gerrie van der Laan), Pleuni Touw (Betsy van Heesteren), Rijk de Gooyer (Kerrie-Kees van Heesteren), Lisbeth Celis (Ada van Leeuwen), Siem Vroom (Gerrit van Leeuwen), Inger van Heyst (Lies Wurdeman), Hugo Metsers (Jan Wurdeman), Hans Croiset (Carl Fentener), Ferd Hugas (Jan Lieklema), Renée Soutendijk (Corrie, dienstmeisje), Frederik de Groot (Evert Toebosch), Lucie Visser (Jeanette Toebosch), Guido de Moor, Diane Lensink (dhr. en mevr. Merckelbach), Dick van den Toorn (Arjen Merkelbach), Mathilde Verhaar (Jola), Radbout Molijn (ober), Jaap Stobbe (pultrumbezorger), Tabe Bas (Constantijn de Vries), Elisabeth Hoytink (Sjellie Molenschot), Pauline Huyse (vrouw met kind), David Hutuely (man van Jola)

Scenario: Wim Verstappen met medewerking van Jan Verstappen en Charles Gormley naar de gelijknamige roman van Simon Vestdijk uit 1969. Zedenschets over uit de hand lopende etentjes, waar kleinburgers, bespied door hun kinderen, net niet echt over de schreef gaan. Het echtpaar Mary en Frits van der Laan heeft een druk sociaal leven. Naast de affaires die Mary nu en dan onderhoudt, heeft zich in de loop der jaren een vaste kliek rond het echtpaar gevormd, die het best valt te omschrijven als sleutelclubje. De beide zoontjes Van der Laan, Frans en Sybrant, vinden in hun ouderlijk huis dan ook stof genoeg voor hun puberale exploratiedrang en fantasieën op het gebied van de sexualiteit. Als Frits van der Laan een feestje geeft ter gelegenheid van zijn twintig jarig jubileum bij de firma in kantoorbehoeften Toebosch, besluit de club het dit keer netjes te houden vanwege de opgroeiende kinderen. Behoudens de verbale dubbelzinnigheden van met name Kerrie-Kees van Heesteren en de enerverende aanwezigheid van Mary's huidige minnaar, de kunstschilder Jan Lieklema, verloopt het feestje volgens planning. De kinderen, die vlagen van vorige gelegenheden hebben meegekregen, fantaseren er echter duchtig op los. Dit brengt Frans er toe een zaadlozing bij zichzelf op te wekken. Sybrant poogt zijn gerief buitenshuis te halen bij hun vroegere dienstmeisje. Na het feestje betrekken Kerrie-Kees c.s. een paar kamers in een hotel om het festijn beneden de gordel voort te zetten. Muziek: Ruud Bos. Producent: Frans Rasker. Camera: Marc Felperlaan. Art direction: Els Mes. Montage: Jutta M. Brandstaedter. Geluid: Hugo de Vries. De beoogde visie op het wezen van de mannelijke sexualiteit komt in de film niet echt tot zijn recht. Het onderwerp 'pedofilie' wordt aangestipt. J. Boesten in FID 1981: "De middenstand (een drogist, een slijter, een meubelhandelaar) gaan dit keer expliciet op de korrel, en wel de middenstand van pakweg 1955. (...) Binnen dit zeer enge, en ook daarom niet bijster interessante kader, is de film overigens niet echt slecht gedaan: het huis waarin zich 85% van de film afspeelt is als locatie goed gekozen; er lopen een paar aardige typetjes rond; de sfeer van de vijftiger jaren is herkenbaar aanwezig. (...) Een paar keer verplaatst hij de handeling 'naar buiten', hetgeen ook nog de meest overbodige gedeelten uit de film op levert. Een tweede - amechtige - poging om de film wat meer sjuu te geven zijn de porno-inserts gedurende het masturbatie-ritueel van jongeheer Frans. Wederom overbodig en een anachronisme bovendien."
Première: 29 januari 1981 (23 theaters)
K-91 minuten

VLUCHT REGENWULPEN, EEN
ook: A FLIGHT OF RAINBIRDS
Ate de Jong

met: Jeroen Krabbé (Maarten/alter ego), Marijke Merckens (moeder), Henriëtte Tol (zus van Martha), Claire Wauthion (Adriënne), Huib Rooymans (Jacob), Willeke van Ammelrooy (Martha), Rijk de Gooyer (bovenmeester), Femke Boersma (verpleegster), Loes Luca (automobiliste), Simone Kleinsma (laborante Janny), Margot Keune (Jacqueline), Elja Pelgrom (hoer), Peter Tuinman (vader), Paul van Gorcum (ouderling), Hans Veerman (ouderling), Erik Plooyer (man Martha), Barbara Masbeck (lelijk meisje), Adrian Brine (dokter), Nel Kars (doktersassistente), Kika Keus (meisje eiland), Bastiaan Klap (jongen eiland), Mike Bendig (Maarten, 5 jaar), Thijs Janssen (Maarten, 15 jaar), Igor Binsbergen (Jacob, 15 jaar), Tycho Plooyer (vriend Martha), Paulette Werner (jonge Martha)

Scenario: Ate de Jong, Ron Kaal naar de roman van Maarten 't Hart uit 1978. De 34 jarige celbioloog Maarten heeft een nachtmerrie waarin een zware, dreigende stem hem opdraagt 'binnen een week een metgezellin te vinden en zich te vermenigvuldigen'. Een paar uur later ziet hij op de bruiloft van zijn vriend Jacob in een flits een vrouw die hem hevig intrigeert, maar die hij niet durft aan te spreken. Tijdens de bruiloftreceptie de volgende dag blijkt deze vrouw de zuster te zijn van Martha, een vroeger jeugdliefde van Maarten, die hij meer heeft geïdealiseerd dan gesproken. Hij maakt een afspraak voor het einde van de week. Tussendoor moet hij namelijk met Jacob naar Bern, waar een wetenschappelijk congres plaatsvindt. Daar ontmoet hij Adriënne, een Franse collega, die in Maarten een troostende man zoekt. Tijdens een bergwandeling bemerkt Maarten de avances van Jacob naar Adriënne en stort hij van een helling omlaag. Min of meer ongeschonden thuisgekomen ziet hij hoe de toestand van zijn zieke moeder verslechtert. Desondanks gaat hij naar een reünie waar hij Martha ontmoet en waar zijn ideaalbeeld van haar in duigen valt. 's Avonds komen thuis twee ouderlingen op bezoek die de psalm stellen boven de toestand van zijn moeder, waarop Maarten hen het huis uitjaagt. Zijn moeder sterft op het moment dat een vlucht regenwulpen voorbijkomt. De volgende dag ruimt Maarten haast mechanisch de ziekenkamer op en gaat naar het concertgebouw waar hij heeft afgesproken met de zuster van Martha. Deze vergezelt hem naar zijn laboratorium, waarna zij naar Maartens huis gaan en het bed met elkaar delen. Muziek: Laurens van Rooyen. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Paul van den Bos. Art direction: Willem Neuteboom. Montage: Edgar Burcksen. Dubbelrol voor Jeroen Krabbé als Maarten en zijn alter ego. Dit loste het probleem van de vele monologue interieurs in het boek op. Zoals het boek geschreven is, was het onverfilmbaar. Daarom besteede Ate de Jong anderhalf jaar aan het schrijven van een scenario. Goed ontvangen. Hans van Driel in FID 1981: "Zowel de mise-en-scène, de cameravoering als het merendeel van de acteerprestaties maken deze film tot een tragikomedie van formaat: tragisch met betrekking tot de problematiek van Maarten, komisch vanwege de onbeholpen wijze waarop hij één van zijn problemen probeert op te lossen." 744.696 bezoekers.
Première: 19 februari 1981
K-92 minuten

VOORUITZICHTEN
ook: FUTURE PROSPECTS
Erik van Zuylen

met: Loudi Nijhoff (actrice), Erik van Zuylen (regisseur)

Scenario: Erik van Zuylen, naar het toneelstuk 'Weitere Aussichten' van Franz Xavier Kroetz. Loudi Nijhoff is de actrice die Franz Xavier Kroetz' stuk wil spelen over een oude vrouw die haar woning moet verlaten om naar een bejaardenhuis te gaan. Ze kiest de dingen uit die ze graag met zich mee wil nemen en neemt afscheid van alles wat ze achter moet laten. Dubbelportret van zowel het karakter in het toneelstuk als van de actrice Loudi Nijhoff zelf.
Première: 25 september 1981 (Nederlandse Filmdagen)
K-62 minuten

VRIJDAG
ook: FRIDAY
Hugo Claus

met: Frank Aendenboom (Georges), Kitty Courbois (Jeanne), Herbert Flack (Erik), Hilde van Mieghem (Christiane), Hugo van den Berghe (Jules), Ann Petersen (moeder van Erik), Rosa Geinger (moeder Georges), Fons Derre (vader Erik), Herman Fabri (secretaris), André van Daele (directeur), Jacob Beks (Jantje), Bart Dauwe (Jacky), Johan van Assche (Patrick), Theo Daese (Alex), Fons Rademakers (chef van Jules), Blanka Heirman (buurvrouw), Guido Lauwaert (agent), Dirk Celis (advocaat Georges), Roger Raveel (Bijtebier), Fred van Kuyk (dokter), Wim Serlie, Ralph Wingens

Scenario: Hugo Claus, naar zijn toneelstuk uit 1969. Na gevangen gezeten te hebben vanwege incestueuze handelingen met zijn dochter keert Georges Vermeersch, een arbeider, terug naar huis. Hij ontdekt dat zijn vrouw Jeanne een verhouding heeft met een jonge man, Erik, en zwanger is. Nadat Jeanne en Erik op zijn uitdrukkelijk verzoek nog een keer samen het bed hebben gedeeld besluiten ze gedrieën dat deze geschiedenis nu is afgesloten. Erik vertrekt naar een andere stad en Jeanne en Georges proberen dat opnieuw te beginnen. Het is dan zaterdagmorgen. Georges verliet de dag daarvoor op vrijdagmorgen de gevangenis. Het was ook op een vrijdag dat hij bezweek voor de avances van zijn dochter. De schuld die hij op zich laadde op de dag van de godin van de liefde, boet hij definitief uit op de dag die voor hem als Rooms-Katholiek een dag van boete is. Muziek: Rogier van Otterloo, Tsjaikowski, Everly brothers. Producent: Jan van Raemdonck. Camera: Ricardo Aronovich. Art direction: Thierry Bosquet. Geluid: Ton Tholen. Hugo Claus wilde Kitty Courbois voor de rol van Jeanne, de producent Willeke van Ammelrooy. Er bestaat naast deze speelfilm ook de theaterregistratie van 'Vrijdag' uit 1969 (27 minuten) met Fons Rademakers (Georges), Elisabeth Andersen (Jeanne), Paul Cammermans (Erik) en Kitty Courbois (Christiane) in de hoofdrollen. Eerste opvoering van het toneelstuk was 15 november 1969. In de pers werd de film een interessante miskleun genoemd. J. Boesten in FID 1981: "Binnen de hybridische [tussen toneel en film] stijlkaders die Claus heeft uitgezet weren de acteurs zich overigens goed tot zeer ged. Er valt verder te genieten van het 'vervreemdende' camerawerk van Ricardo Aronovich(...)"
Première: 29 april 1981
K-90 minuten


1982

ADEMLOOS
ook: IK DACHT IK STIK/DREAMLAND
Mady Saks

met: Monique van de Ven (Anneke), Linda van Dijck (Martha), Pieter Groenier (Leo), Bobbie Boermans (Bobo), Marie Louise Stheins (Pauline), Theu Boermans (huisarts), Ursul de Geer (Van Poppel), Ina van der Molen (Agaath), Maarten Kouwenhoven (therapeut), Coen Bennink (verpleger), Cora Hollema (patiënte), Frouke Fokkema (verpleegster); stem moeder: Olga Zuiderhoek

Scenario: Mady Saks, adviezen van Tonny van Velzen en Karst Woudstra. Wetenschappelijke begeleiding: Bertha van Amstel. Na de moeilijke bevalling van hun eerste kind verhuizen Anneke en Leo Broekman naar Almere waar Leo een baan heeft gevonden. Anneke heeft de hare opgegeven en bekommert zich alleen om haar kind, haar man en haar huishouden. Zij uit zich moeilijk, ook tegenover een kennis, Martha, die haar verleden, dat sterke overeenkomsten vertoont met dat van Anneke en uitliep op opname in een psychiatrische kliniek, aan haar vertelt. Een aanval van hyperventilatie wordt door de arts slechts symptomatisch bestreden, Anneke raakt verslaafd aan de kalmerende pillen en zakt steeds dieper weg. Na een poging tot zelfdoding wordt ze opgenomen in een psychiatrische kliniek waar -na een individuele therapie- een relatietherapie plaatsvindt met Leo. In een ruzie barsten beiden open. Film zou niet bedoeld zijn als verslag van een postnatale depressie, maar werd wel als zodanig in de publiciteit gebracht. Muziek: Lodewijk de Boer. Liedje: 'Dreamland' van en door Lori Spee. Camera: Cees Samson. Montage: Hans van Dongen. Licht: Wietze Vos. Geluid: Lukas Boeke. Kleding: Inger Kolff, Marijke Verhoeven. Roeland Kerbosch, de producent, was destijds tevens de echtgenoot van Mady Saks. ADEMLOOS was oorspronkelijk bedoeld als tv-film voor de NOS, de coproducent. De film kwam mede tot stand met subsidie van Ministerie van CRM, afdeling Film, Directoraat Coördinatie Emancipatie, Stichting Promeso. Opgenomen in Amsterdam (Jordaan Apotheek, Westerstraat), Almere, Ermelo (Psychiatrisch Ziekenhuis Veldwijk). In de film is Frank Kramer (van de KRO) op televisie te zien, wordt Temesta geslikt en de 'Libelle' gelezen. De film kreeg veel voorpubliciteit. Tijdens de uitzending van het informatieve VARA kunstprogramma ‘De Verbeelding’ werd een interview tussen Michiel Berkel en Mady Saks en Monique van de Ven onderbroken door producent Roeland Kerbosch, omdat de afspraak was dat er maar twee vragen aan Monique zouden worden gesteld en meerdere in het belangrijkere programma Sonja op vrijdag, ook van de VARA. Monique van de Ven in 'VARA TV Magazine' 48-2006: "(...) Ik was destijds behoorlijk in de method acting, wilde alles zelf doorleven en ben echt tot het gaatje gegaan. Na de opnamen keerde ik terug naar Los Angeles en ben ik behoorlijk lang depressievig gebleven. ADEMLOOS heeft ervoor gezorgd dat mensen anders naar me gingen kijken. Zo van: hé Monique is niet alleen dat leuke naturelle snoetje die het allemaal komt aanwaaien." Persreacties: Hans Beerekamp in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 29 oktober 1982: “Hoe is het mogelijk dat verleden jaar rond deze tijd de Nederlandse film COMEBACK! van Jonne Severijn praktisch ongemerkt bleef en dat nu de première van ADEMLOOS van Mady Saks dreigt te bezwijken onder het gewicht van de voorpubliciteit in de diverse media? Beide films zijn goed te vergelijken: een klein, sympathiek debuut, een sociaal thema, een strikt realistische en Hollandse vormgeving, veel beginnersfouten die gedeeltelijk worden goedgemaakt door emotionele intensiteit bij de acteurs. Mijn voorkeur gaat uit naar COME BACK! Omdat het over de hele linie een persoonlijker en meer authentiek werkstuk is. ADEMLOOS zou het bijzonder goed doen als gedramatiseerde tv-documentaire (…) Met de bloei van de Nederlandse film van de laatste twee jaar heeft ADEMLOOS weinig te maken. Film is een kunstvorm die soms aan een half beeld of woord genoeg heeft om onzichtbare gevoelens en gedachtes zichtbaar te maken. ADEMLOOS beperkt zich daarentegen tot waarneembaar gedrag, tot de symptomen van de depressie. (…) De flashbacks met Linda van Dyck, afkickend van de pillen en op zoek naar de vertrouwdheid van een muur, vormen de beste, meest geladen scènes van de film. (…) Gedragen op de golf van nieuwe regisseuses heeft Mady Saks zich gewaagd op het terrein van de speelfilm, dat ze (nog) niet beheerst. (…)” ‘Trouw’ d.d. 28 oktober 1982: “De handeling wordt op gang gebracht vanuit de belevingswereld van Anneke. Haar gevoelens en ervaringen bepalen de loop van het filmverhaal, totdat ergens halverwege een vriendin wordt opgevoerd van wie uitgebreide flashbacks worden gegeven waaruit blijkt dat ook zij psychisch in de knoei heeft gezeten. Dat is een stijlbreuk die onnodig een aanslag doet op het inlevingsvermogen van de toeschouwer, hoe aangrijpend die terugblikken op zichzelf ook zijn. Het was beter geweest om Anneke gedurende haar crisis in de psychiatrische kliniek te volgen, dat zou haar loutering aan het slot van de film ook meer reliëf hebben gegeven. (…) een film met soms goede bedoelingen die echter door de onevenwichtige opbouw van het scenario onvoldoende uit de verf komen.” Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ van 28 oktober 1982: “Het is géén film over een postnatale depressie, maar dat element zit er wel degelijk in. Het is een film die probeert een situatie op te merken van een vrouw, die hyperventilatie krijgt. En Mady Saks probeert een aantal redenen bij elkaar te vegen die de aanleiding en de oorzaak van zo’n situatie kunnen zijn. (…) De zwakte van de film is vooral, dat er niet gekozen is voor één duidelijke oorzaak. (…) ADEMLOOS raakt aan dingen die we allemaal wel eens op enigerlei wijze hebben beleefd. Dat word heel aardig in beeld gebracht en heel aardig gespeeld. (…) Mady Saks heeft te veel willen aansnijden en daardoor is het allemaal wat aan de oppervlakte gebleven, met veel clichés en stereotypen. Het is zeker een sympathieke, goed gemaakte en mogelijk ontroerende film, die wel aantikt, maar niet echt hout snijdt. Best de moeite waard als aanleiding tot een langdurig gesprek na afloop.” Aletta Veld in ‘De Waarheid’ van 30 oktober 1982: “Het is de kracht van het spel van Monique van de Ven, dat ze in hele kleine details de persoonlijke gevoelens van Anneke toch geacteerd heeft. De film is voor het grote publiek gemaakt, maar hij zal vooral erg aanspreken bij mensen die de situatie uit de praktijk kennen.” Monique van de Ven kreeg de prijs voor 'best actress' te Taormina in 1983.
Première: 28 oktober 1982 (9 bioscopen)
K-90 minuten

ALLEMAAL TUIG!
Ben Sombogaart

met: Tonny Tedering (Bart), Floris Andringa (Monne), Annemarie van Ginkel (Anja), Pieter Hessel (Wijnand), Femy Keuben (Shirley), Ronald Straub (Leen), Matthijs van den Elzen (Jaap), Mietje Feltmann (Tessie), Pieter Loef (Harry), Germaine Groenier (tv-reporster), Joop Compter (vader Wijnand), Pommel Donckers (moeder Monne)

Scenario: Hans Melissen, Ben Sombogaart. Een jeugdbende is na een jaar van vernieling en diefstal door de politie opgepakt. In afwachting van hun veroordeling proberen ouders en buurtbewoners hen op te vangen. Om aan onderdak te komen kraken de jongeren een leegstaand politieburo in de wijk. Een tv-verslaggeefster gaat op zoek naar de ex-jeugdbende en volgt hen tot op de dag dat ze moeten voorkomen. Door interviews probeert ze een beeld te krijgen van wat er vóór hun arrestatie gebeurd is. Deze interviews gaan over in flash-backs waarin we zien wat voor problemen de jongeren thuis en op school hadden, hoe ze elkaar hebben leren kennen en wat ze daarna allemaal hebben uitgespookt. Muziek: Jurre Haanstra. Tot speelfilm gemonteerde televisieserie (5 afleveringen) van de IKON. Getoond wordt hoe bestaande instituties (waaronder justitie, gemeente, pers en welzijnswerk) zichzelf voortdurend voorbijschieten in de omgang met op de rand van de criminaliteit balancerende groepen, tuig dus, in de termen van de buurtbewoners.
Première: 28 oktober 1982
K-94 minuten

BEEST, HET
Paul Collet

met: Willem Ruis (Harry Melchior), Hedie Meyling (Lenie, zijn vrouw), Anouk Collet (Bibi, zijn dochtertje), Cara van Wersch (Harry's moeder), Ward de Ravet (Karlsen), Josée Ruiter (Martine), Harry Kümel (man op autoweg), Freya Ligtenberg (Eveline, secretaresse), Bert André (onderzoeksrechter), Alex van Haecke (verzorger), Wim Langeraert (commando), Paul Goossens (inspecteur), Ivo Pauwels (Charles), Filip van Vlem (Charles), Elise Nabar, Marpessa Henninck, Emanuela van Laar (casinomeisjes)

Nederlands-Belgische co-produktie. Scenario: Paul Collet. De 'jeune premier' van een projectontwikkelaar, Harry Melchior, wordt geconfronteerd met de mogelijke sloop van zijn ouderlijk huis, waarna zijn moeder haar intrek zal moeten nemen in een verzorgingstehuis. De boosdoener blijkt zijn eigen ontwikkelingsmaatschappij te zijn. Dit gegeven brengt een ommekeer in hem teweeg. Een solobezetting van het ouderlijk huis levert hem slechts vier maanden gevangenis op, maar na de dood van zijn moeder ziet hij kans 27 zakenlui, waaronder zijn eigen baas Carlsen, tijdens een jachtpartij te vermoorden. Na enige tijd wordt hij omsingeld en gevangen genomen. Muziek: Egisto Macchi. Titelsong 'I will not die' door Ingrid Kup (Frank Duval en Kalina Maloyer). Productiemaatschappij: John de Mol Producties. Producent: Pierre Drouot. Camera: Eddy van der Ende, Ralf Boumans. Art direction: Philippe Graff, Luke Allaert. Montage: Rob Klinkert, Danniel Danniel. Geluid: René van den Bergt, Henri Morelle. In de oorspronkelijke Belgische versie werd Melchior te snel gek, dat was voor producent John de Mol jr. reden genoeg om enige scènes achteraf bij te draaien en buitenstaanders (Rob Klinkert en Danniel Danniel) het origineel opnieuw te laten monteren en in tien dagen een Nederlandse (d.w.z. niet-Vlaamse) nasynchronisatie te realiseren. Zeer opvallende reclame: Willem Ruis moet een moordwapen in elkaar knutselen, doch de camera heeft meer oog voor het tafeltje waarop hij dat doet: een workmate van Black & Decker. Een van de kolossaalste flops, tevens het einde van de filmcarrière van televisieproducent De Mol jr. Buitengewoon slechte recensies; slecht acteerwerk, slechte montage, overbodige scènes, slechte nasynchronisatie. Hans van Driel in FID 1982: "Het resultaat is bespottelijk en een minachting van het publiek. Oorzaken zijn er teveel om op te noemen en teveel om toe te lichten. Wat volgt is een kleine greep. De wijze van vertellen is ongehoord verward. (...) De montage laat tijdsprongen impliciet, waardoor ze slechts met grote moeite te herkennen zijn. (...) Nasynchroniseren betekende voor deze film het op consequent vlakke toon tekst oplezen van een papiertje ongeacht de situatie (...) Acteren kan niemand, met Willem Ruis als hollend hoogtepunt, die niet meer dan een lomp, ééndimensionaal karakter neerzet. Commercie is op schaamteloze wijze binnengedrongen. Bedenk tenslotte dat alles bloedserieus gespeeld wordt, en het lachen in de zaal veroorzaakt wordt door de knullige truttigheid die overal van afdruipt. Hier rest slechts thuisblijven, want: wancommercibeestactering product."
Première: 8 april 1982
K-86 minuten

BILLIE TURF, HAANTJE DE VOORSTE
Henk van der Linden

met: Raymond van Haaf (Billie Turf), Jan Kruyk (meester Kwel), Dik van Dodewaard (meester Snorkel), Hub Consten (Deuk) (professor), Jos van der Linden (Jossie), Frans Keulen (directeur), José Odekerken (Kokkie), Cor van der Linden (Blinkie), Henk van der Linden

Scenario: Henk van der Linden. Jeugdfilm. Billie Turf is leerling op het internaat Dennenheuvel. Volgens zijn onderwijzer Kwel is hij onbetrouwbaar, een nietsnut en een leugenaar, die alleen aan lekker eten kan denken. Door zijn onbehouwen gedrag bij allerlei activiteiten, zoals de training voor de sportdagen, het wassen van een auto, het visuitstapje met zijn onderwijzer, komt Billie steeds weer in conflict met de leiding van het internaat, wat hem telkenmale dezelfde straf oplevert: poetscorvé en zonder eten naar bed. Slechts bij het bemachtigen van eten is hij vindingrijk en slim. Zijn goede inborst blijkt tenslotte als hij samen met Jossie, een nichtje van de directeur, de ontvoerde leerling Kareltje en het betaalde losgeld weet te achterhalen. Billie besluit om het vindersloon maar meteen te verbrassen, de wekker in zijn maag rinkelt al uren en verderop staat een poffertjeskraam... Produktie, art direction, montage, muziek: Henk van der Linden. Slecht ontvangen. Hans van Driel voor FID 1982: "Een film als deze had beter niet gemaakt kunnen worden, want hij is echt voor niemand amusant. Een aaneenschakeling van losse, onevenwichtig opgebouwde scènes, waarin geen verhaallijn te ontdekken valt. Binnen deze scènes wordt op geen enkele wijze spanning opgebouwd en zijn bijna alle grappen voorspelbaar en onbenullig. Bovendien is het acteertalent van een zodanig peil dat ieder amateurgezelschap het beter zou doen. Tenslotte is de entourage te gek om los te lopen: meer dan vijf internaatsleerlingen komen niet in beeld, de internaatskeuken is een keuken van een eensgezinswoning met wat grotere pannen, enz. Mislukt, want hier trappen ook kinderen niet in."
Première: 8 juli 1982
K-2519 meter/93 minuten

BOEZEMVRIEND, DE
ook: THE BOSOMFRIEND
Dimitri Frenkel Frank

met: André van Duin=André Kyvon ('professor' Pasdupain, de kiezentrekker), Leen Jongewaard (kolonel), Geert de Jong (zijn vrouw), Manouk van der Meulen (Sofie), Henk Reijn (adjudant), Jérôme Reehuis (Napoleon), Vanessa (Mercedes), Corrie van Gorp (Madame Tilly), Frans van Dusschoten (maarschalk), Hans Leendertse (burgemeester), Ischa Meijer (commissaris), Tonny Eyk (accordeonist), André Hazes (waard), Jon Bluming (herbergbezoeker), Herbert Joeks (patiënt), Zillah Emanuels, Carol van Herwijnen, Hugo Koolschijn, Jorden van Lawick, Hannah de Leeuwe, Con Meyer, Frans Mulder, Tetske van Ossewaarde, Maeve van der Steen, Barrie Stevens

Scenario: Dimitri Frenkel Frank, vrij naar 'De revisor' van Nicolaj Gogol. 1811. In Parijs bereidt een door kiespijn geteisterde Napoleon zich voor op zijn veldtocht tegen Rusland. Ondertussen worden in Nederland alle weerbare mannen geronseld voor het Franse leger. De rondreizende kiezentrekker Fred van der Zee, zich noemend professor Pasdupain, kan ternauwernood ontsnappen en vlucht het bos in. Hij krijgt een lift van de kermisdanseres Mercedes, op wie hij hevig verliefd raakt, wordt overvallen door verschillende aktiegroepen en belandt tenslotte in een ongure herberg. Intussen heeft kolonel Moeskop een brief uit Frankrijk ontvangen, waaruit blijkt dat een roodharige belastinginspecteur de boeken zal komen controleren; die zijn bepaald niet in orde, aangezien Moeskop en de zijnen nogal wat belastingpenningen hebben verduisterd. Fred, die zijn in de herberg genuttigde maaltijd niet kan betalen en daarom afgetuigd dreigt te worden, wordt voor de inspecteur aangezien en meegevoerd naar Moeskops kasteel, waar hij vorstelijk wordt onthaald. Na enig wikken en wegen besluit hij van de persoonsverwisseling te profiteren en laat zich flink in de watten leggen. Zeer tegen de zin van haar geliefde probeert Moeskop tevens zijn dochter Sofie aan Fred uit te huwelijken. Tevergeefs, want in de plaatselijke nachtclub van Madame Tilly wordt Fred herenigd met Mercedes. Dan duikt de echte inspecteur op en Fred, die zich al de boezemvriend van Napoleon is gaan noemen, moet opnieuw de benen nemen. Inmiddels is Napoleon ook gearriveerd, nog steeds gekweld door kiespijn. Fred verlost hem van zijn rotte kies, waarna hij zich -tot onsteltenis van de intussen gearresteerde Moeskop en zijn trawanten- daadwerkelijk de boezemvriend van de keizer mag noemen. Muziek: Tonny Eyk. Camera: Frans Bromet. Art direction: Roland de Groot. Montage: Victorine van den Heuvel. Geluid: Tom Tholen, Ad Roest. Unaniem negatief tot woedend uitgevallen reacties van de filmkritiek. De nieuwsgierigheid naar de film werd slim aangewakkerd door de rol van de populaire zangeres Vanessa, in een 'toevallige' verwijzing naar de titel, maar die blijkt op Pasdupain te slaan. Jan Doense in 'Premiere' 47-1982: "(...) een gemiste kans wat betreft de mogelijkheden van een film met André van Duin. (...) Leen Jongewaard brengt het er nog redelijk af, maar bekwame acteurs als Jérôme Reehuis en Geert de Jong zijn in hun oubolligheid bijna niet om aan te zien. (...) Voorts kan men zich verbazen over een scenario, dat bol staat van de platvloerse grappen en grollen, maar nochtans geschreven is door Dimitri Frenkel Frank. (...) Camerawerk en belichting zijn uitstekend, evenals de montage. De vraag rijst echter, wat heeft men aan technische perfectie zolang de inhoud niet deugt." Film kwam net niet uit de kosten (3 miljoen gulden) en werd het Waterloo van Joop van den Ende als filmproducent. De film begon in 77 theaters, de week erop 79 theaters en vanaf 23 december in 82 theaters. In totaal 716.377 bezoekers.
Première: 9 december 1982 in 77 theaters
K-91 minuten

DAK VAN DE WALVIS, HET
Raúl Ruiz

met: Willeke van Ammelrooy (Eva), Herbert Curiël (Adam), Jean Badin (antropoloog), Fernando Bordeu (Narciso Campos), Amber de Grauw (Louis), Ernie Navarro (Eden), Luis Mora

Scenario: Raúl Ruiz. De in ballingschap levende Chileense cineast Ruiz draaide in de zomer van 1981 een Nederlandse experimentele film. Het verhaal speelt zich in 1991 in Patagonië af. Op uitnodiging van een communistische miljonair onderzoekt een Nederlands echtpaar met hun dochtertje de taal van twee Indianen, wier stam vrijwel uitgestorven is. Thema van de film is de confrontatie tussen Europeanen van verschillende nationaliteiten en de oude en nieuwe inwoners van Patagonië. Muziek: Jorge Arriagada.
Première: 4 februari 1982
K-90 minuten

DR. FAUSTUS
ook: DOCTOR FAUSTUS
René Seegers

met: Krijn ter Braak, Jara Lucieer, Bruce Gray, Anita Menist, Andrea Scheele

Scenario: René Seegers, Leon de Winter, Jean van de Velde. Vuist is een filmmaker die geloofde in de vooruitgang en idealen. Hij maakt een documentaire over het gevoel van dreigend onheil en hij wendt zich tot wetenschappers in de hoop om een nieuwe kijk te vinden. maar de socialist, politiek wetenschapper, econoom en medische wetenschapper hebben niets substantieels te bieden. Ook in zijn privéleven begint een ramp zich te voltrekken. Vuist raakt zijn vrouw kwijt. Hij raakt geblokkeerd en is niet in staat om te communiceren. De film eindigt in een donkere tunnel met een citaat van de econoom Keynes. De film gebruikt elementen uit de Faust-mythe en schildert de wereld als afgaande op een catastrofe. Muziek: Robert Gaasterland. Vertoond op dinsdag 27 september 1983 op de Nederlandse Filmdagen.
K-83 minuten

GOLVEN
ook: WAVES
Annette Apon

met: Aat Ceelen (Neville), Thea Korterink (Rhoda), Michel van Rooy (Louis), Truus te Selle (Jinny), Marianne Stieger (Susan), Edwin de Vries (Bernard), Gerardjan Rijnders (Percival), Arjan Ederveen (Jinny's vriend), Deborah Kolm (schrijfster), Elisabeth Andersen (stem schrijfster)

Scenario: Annette Apon naar de roman 'The waves' van Virginia Woolf uit 1931. Experimentele film waarin de retrospectieve gedachten van de zes hoofdpersonen worden weergegeven. De zes personen pogen het gevoel van harmonie en de intensiteit van hun kinderjaren terug te roepen. Hun waarnemingen en emoties bewegen zich in de loop van de vertelling als golven heen en weer. Fotografie: Theo van de Sande. Muziek: Louis Andriessen. In 1982 lovend ontvangen door de pers. Pieter Bots bij de uitbreng op dvd in 'de Filmkrant' van januari 2005: "(...) Net als in het moderne theater (...) wordt in Golven heel erg benadrukt dat de acteurs de roman spélen. Een deel van de tekst wordt gespeeld aan de repetitietafel; de acteurs passen voor de camera ook hun kostuums, en in geen enkel opzicht wordt moeite gedaan om de sfeer uit het schrijversmilieu uit het Londen van ron 1930 op te roepen. Hier zien we intellectuelen uit de jaren tachtig die hardop nadenken over het leven, de liefde en hun isolement. (...) Golven - met toepasselijk slepende muziek van Louis Andriessen - is bij vlagen een interessant experiment, maar doet nu nogal gedateerd aan. Uiteindelijk is het vooral een zeer celebrale film, topzwaar vanwege de introverte bespiegelingen en de gedragen wijze waarop de acteurs deze teksten reciteren."
Première: 28 januari 1982
K-92 minuten

HOOP VAN HET VADERLAND, DE
Digna Sinke

met: Andrea Fiege, Catherine ten Bruggencate, Wils Brunings, Henk Sillevis, Rudolf Engelberts, Hans van Regteren Altena, Loud Wesseling, Jan Wienese, Roelof Oldeman, Hanneke Stamperius, Charlotte Mutsaers, Babet Mossel, Marjan Peer, Maarten Edel, Bas Tombe, Emmie Lewin

Scenario: Digna Sinke. Documentaire met een paar geënsceneerde segmenten. Digna Sinke onderzoekt waarom mensen die vroeger druk in schoolkranten schreven later vaak geen pen meer op papier kunnen krijgen. In deze film vertellen 14 mensen over hun ervaringen met de schoolkrant van het Utrechts Stedelijk Gymnasium: Apophorèta; opgericht in 1937. Gesprekken met o.a. Hannes Meinkema (=Hanneke Stamperius). Er is ook nog een treinreis. Twee vrouwen reizen van Amsterdam naar Utrecht. Een mistig landschap vliegt voorbij. Ze praten over vroeger, school, verwachtingen en wat ervan terecht is gekomen. Producent: Rolf Orthel. Camera: Jan Wouter van Reijen. Montage: Digna Sinke. Muziek: Hans van Berkestijn, Rudo den Hartog. Geluid: Menno Euwe.
Première: 4 november 1982 (Cinecenter Jean Vigo, Amsterdam)
K-90 minuten

KNOKKEN VOOR TWEE
ook: THREE'S A CROWD?
Karst van der Meulen

met: Peter Bos (Walter, poppenspeler), Hein Boele (vader Freddie), Diana Dobbelman (moeder Freddie), Michael Walma van der Molen (Freddie), Inge Sliggers (Saskia), Harro Coppens (Joris), Bram van der Vlugt (vader Saskia en Joris), Anne-Wil Blankers (moeder Sonja), Gitty de Gier (Marjan), Adriënne Kleiweg (moeder Mark), Astrid Jongerden (Anouk), Pascale van Moorselaar (Sonja), Nedja Ensdorff (Mark), Arjan Stroo (Hans), Paul van den Berg (Henkie), Hugo Mackor (Ruud), Eric Meyer (vader Mark), Sjoukje Hooymaayer (moeder Ruud), Ferd Hugas (vader Ruud), Marlous Fluitsma (moeder Anouk), Marjon Brandsma (moeder Marjan), Ellen Röhrman (moeder Henkie), Jaap Stobbe (oom Harry), Marnix Kappers (vader Hans), Lou Steenbergen (oom Theodoor), Tom van Beek, Cees Heyne, Pieter Lutz, Tim Beekman, Conny Vandenbos, Bert Stegeman

Scenario: Karst van der Meulen en Piet Geelhoed. Jeugdfilm. De 12-jarige Freddie loopt weg van huis omdat hij denkt de reden te zijn van de vele echtelijke ruzies. Hij duikt onder in een clubhuis van kinderen van gescheiden ouders. Het clubhuis moet worden afgebroken en de kinderen gaan op zoek naar een nieuw onderdak. Ze roepen daarbij de hulp in van de poppenspeler Walter. Helaas komt hij in eerste instantie met onhaalbare suggesties voor een nieuw clubhuis. Op aanraden van een feministisch-strijdbare moeder worden zelfs acties bij de gemeente ondernomen. Tenslotte komt Walter op het idee om de kinderen het leegstaande huis van zijn ouders aan te bieden, maar daar maakt oom Theodoor bezwaar tegen. Als de vader van Saskia en de moeder van Sonja en de notaris de handen ineen slaan schijnt het allemaal te lukken, maar er zit nog een addertje onder het gras. Terwijl de handeling voornamelijk gestuurd wordt door het noodgedwongen zoeken naar een nieuw onderkomen voor die club, verschaft Van der Meulen het publiek herkenbare doorkijkjes in diverse één-ouder-gezinnen. Muziek: Tonny Eyk. Titelsong door Conny Vandenbos. Producent: Karst van der Meulen. Camera: Fred Tammes. Montage: Karst van der Meulen. Geluid: Boy van Hattum. Opgenomen in Baarn en Huizen. Maarten van Rooijen in 'Het Parool' van 16 december 1982: "Op een uiterst lichtvoetige wijze weet hij [Karst van der Meulen] de in weze loodzware thematiek opeen voor kinderen herkenbare manier neer te zetten. Ondanks de kolderieke situaties, die in het verhaal de boventoon voeren, wordt voldoende duidelijk gemaakt in welke onrechtvaardige situatie een kind verzeild raakt bij een echtscheiding. (...) De typering van de ouderen en hun wereld neigt naar het karikaturale, maar dat is vanuit de wensen van de kinderen acceptabel. Het voornaamste bezwaar ligt in het nogal eenzijdige milieu van alleenstaande huizen met tuinen en ouders met creatieve beroepen, waaruit de kinderen afkomstig zijn. Michael Warma van de Molen speelt zijn hoofdrol met ongecontroleerde zenuwtrekjes tegen de sfeer van het overspannen zijn aan en daardoor voor de situatie zeer geloofwaardig. Hij slaagt erin nooit echt zielig te worden. (...) Ook nu weer is Karst van der Meulen erin geslaagd een volwassen jeugdfilm af te leveren, waaraan trouwens ook de ouders plezier kunnen beleven." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 16 februari 1982: "Het knappe van Karst van der Meulen is dat hij een geestige en soms spannende film kan maken en tegelijk een aantal zaken weet aan te snijden waar heel wat kinderen mee te maken hebben. (...) Helaas zijn er ook minder sterke punten (...) De film duurt te lang en dat komt voornamelijk door de dialogen die niet altijd even sterk zijn en de vaart van de beelden remmen. Ik vind verder dat het meisje dat een hoofdrol speelt net even te bekkig en te stroef, terwijl de ontwikkeling van het hoofdverhaal net iets te veel ruimte nodig heeft. (...) Je zou bijna hopen dat Van der Meulen in een film voor volwassenen kon bewijzen dat hij een van de betere speelfilmmakers van Nederland is. Maar van der Meulen houdt zich bij zijn grote liefde, kinderen, en dat is hem natuurlijk niet kwalijk te nemen. Kinderen mogen en moeten net zo serieus genomen worden als volwassenen. Karst van der Meulen bewijst hoe dat kan. KNOKKEN VOOR TWEE is een goede, nuttige, leuke en zinnige film. Zeer aanbevolen."
Première: 16 december 1982
K-107 minuten

MENUET
ook: MINUET
Lili Rademakers

met: Hubert Fermin (Pol), Carla Hardy (Mariëtte), Akkemay Marijnissen (Eva), Theu Boermans (zwager), Jenny Tanghe (huisvrouw), Mariska Navaro, Viviane [als Vivian] de Muynck, Edna Volkaert, Ingrid Pollet (vrouw van de zwager), Wim Meeuwissen, André van Daele, Herman Coessens, Kris van Daele, Juliette de Wit, Kika Keus, Bert van Tichelen, Oscar Hofman, Juliette van Sompel, Marcelle Uitterlinden, Lydia Billiet, Katrien Devos, Dirk Celis, Daen Hugaert, Daniel Geys, Jaak Vissenaken, Lucas Vandervorst, Mieke Uitterlinden

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Hugo Claus naar de gelijknamige novelle van Louis Paul Boon uit 1955. Pol is een treurige man, die werkt in de vrieskamer van een bierbrouwerij. Zijn huwelijk met Mariëtte is koel. Ieder leeft zijn eigen leven. Zij willen geen kinderen. Zodra hij thuis komt, trekt hij zich terug in zijn kamertje om kranteknipsels in te plakken over gruwelijke gebeurtenissen en zijn verzameling plaatjes van wilde bloemen te bekijken. Mariëtte, blond, expressief, vindt Pol een rare man, maar blijft bij hem. Ze wordt ingepakt door een neef die haar naaiwerk bezorgt en haar steeds probeert te verleiden. Ze geeft tenslotte toe en wordt genomen in het schuurtje in de hof. Ze wordt zwanger en baart een kind. Eva is het jonge meisje dat na school het huishouden doet voor Mariëtte en daarnaast een zeer levendige fantasie heeft over hoe het leven van volwassenen eruit ziet, vooral sexueel. Zij kent het geheim van Mariëtte en pijnigt haar daarmee. Pol heeft een zekere belangstelling voor Eva en in de slotscène wordt hij door Eva verleid. Ze worden betrapt door Mariëtte. Scenarist Claus zag af van de drievoudige point of view van de novelle en vertaalde de kranteberichten in visioenen. Muziek: Egisto Macchi. Camera: Paul van den Bos. Gedelegeerd producenten: Pierre Drouot, Daniel van Avermaet. Een co-productie van Iblis Films, Brussel en Fons Rademakers produktie, Amsterdam. Decors: Philippe Graff. Kostuums: Suzanne van Well. Geluid: Henri Morelle. Licht: Cor Roodhart. Montage: Edgar Burcksen. Opgenomen in Mechelen (Brouwerij Lamot), Aalst, Welle (Denderleeuw) in België. Debuutfilm van Lili Rademakers, na jarenlang geassisteerd te hebben bij echtgenoot Fons, Hugo Claus en Frans Weisz. FID 1982: "Intrigerend is deze film van Lili Rademakers, die boeit door zijn onopvallende mise-en-scène waarin nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de cliché-expressies die een grote publieksfilm meestal zo onaantrekkelijk maken (...)" Prijs voor het Beste Regiedebuut op het Filmfestival van Arnhem 1982. Prijs van de 'Semaine de la Critique Française' op het filmfestival van Cannes 1983.
Première: 2 september 1982
K-86 minuten

NIEUWS TE KOOP
ook: NEWS FOR SALE
Anneke Hopmans/Bob Entrop/Marcel Siegmund

met: Corrina van de Broek, Bas Könning, Helmuth Jansen, Saskia van Keep, Mees-Jan Som de Cerff, Simon Beverwijk

Vierde aflevering (en de eerste van meer dan 59 minuten) uit de serie Jongerenjournaals van het progressieve filmcollectief uit Breda, gemaakt in samenwerking met de scholieren en werkende jongeren voor wie het Jongerenjournaal bestemd is. Het onderwerp van deze film is het monopolie van de grote persbureaus en de niet-bestaande objectiviteit van bijvoorbeeld het NOS-journaal. Slecht ontvangen. Produktiemaatschappij: Solidariteit Films. Distributie:Solidariteit. Anneke Hopmans werkt sinds 1980 als researcher, scenarioschrijver en regisseuse. Ze realiseerde vele documentaires, televisieprogramma's en speelfilms. Bob Entrop (1946) studeerde in 1972 af aan de Sint Joost Academie in Breda. In 1971 was hij een van de oprichters van het collectief De kritiese filmers. Sinds 1979 vormt hij met partner Anneke Hopmans 'Sol Film produkties', dat zich specialiseert in films voor jongeren.
Première: 7 oktober 1982 (The Movies, Amsterdam)
K-70 minuten

OP UW AKKERTJE
ook: YOUR GARDEN PLOT
Frans van de Staak

met: Sylvia Alberts, Anneke van Lom, Joke Metman, Paul-Arthus van Dijk, Anthony Mertens, Rolf Orthel, Arie Rozendaal, Alex Kemmerling

Scenario: Frans van de Staak, Lidy van Marissing. Experimentele film. Een groep mensen slentert langs een dijk of staan bij een haringstalletje op een pad in het bos. Elke persoon wacht netjes op zijn of haar beurt om te spreken. Wat ze zeggen bestaat uit kernspreuken, niet-toevertrouwende opmerkingen en gemeenplaatsen. Elke zin eindigt met een uitroepteken: 'Mijn tuin ligt op het zuiden!', 'Het is niet prettig om natte voeten te krijgen van emotie!' De stroom woorden gaat 91 minuten -43 scènes- door zonder enig verband of duidelijke structuur. Muziek: Bernard Hunnekink.
Première: 24 september 1982 (Nederlandse Filmdagen)
K-91 minuten

PINKEL
Dick Rijneke/Mildred van Leeuwarden

met: Gerard Dijkgraaf (Pinkel), Marjan Loyens, Geert Arnold, Wil Noorloos, Rutger van Otterloo, Jules Deelder, Bob den Uyl, Kees Kasander, Bianca Hofstede, Ami Smaling, mevr. Rijneke, Black Cat, Hans Rothmeijer, Rooie Jur, Rondos, Allie Altena, Tandstickorshocks, Wim ter Weele, Rien Faber, Rob Reimer, John van de Weert, Ronnie Roteb, Ton de Koning

Documentaire speelfilm, met geënsceneerde gedeelten, over een politiek ingestelde Rotterdamse punker die na zijn huwelijk volledig aangepast lijkt te zijn geworden en er zelfs enge reactionaire ideeën op na houdt. De gedeelten met Gerard Dijkgraaf als punker waren reeds in GROETEN UIT ROTTERDAM (1980) van dezelfde makers te zien. Muziek: Tandstickorshocks.
Première: 4 maart 1982
K-75 minuten

PIRANHA II : FLYING KILLERS
ook: PIRANHA II : THE SPAWNING
James Cameron

met: Tracy Berg (Bevely), Captain Kidd Brewer jr. (Lou), Phil Colby (Ralph), Dorothy Cunningham (April), Carole Davis (Jai), Gaetano Del Grande (Randy), Paul Drummond (Frank), Ancile Gloudon (Gabby), Leslie Graves (Allison Dumont), Connie Lynn Hadden (Loretta), Lance Henricksen=Lance Henriksen (Steve Kimbrough), Paul Issa (Waiter), Lee Krug (Ron), Hildy Magnasun (Myrna), Jan Eisner Mannon (Lisa), Steve Marachuk (Tyler Sherman), Tricia O'Neil (Anne Kimbrough), Jim Pair (Robert Haywood), Ricky G. Paull (Chris Kimbrough), Anne Pollack (Mrs. Wilson), Johnny Ralston (Randy's son), Sally Ricca (Cindy), Ted Richert (Raoul), Arnie Ross (Mal), Albert Sanders (Leo), Myra Weisler (Randy's wife), Ward White (Dumont), Aston S. Young (Aaron)

Scenario: H.A. Milton. Tijdens de oorlog in Vietnam ontwikkelde de Amerikaanse marine met behulp van genetische manipulatie een vliegende variant van de piranha. In een scheepswrak voor de Amerikaans kust, bevinden zich enkele kistjen met eitjes van deze bloeddorstige vleeseters. In het toeristisch hoogseizoen komen ze uit, met alle gevolgen van dien. Produktiemaatschappijen: Brouwersgracht Investments, Chako Film Company (Chako van Leeuwen). Produktiemaatschappij Brouwersgracht Investments is waarschijnlijk een 'tax shelter company'. Diverse bronnen noemen dit een Italiaans-Amerikaanse co-produktie. Engels gesproken. Muziek: Stelvio Cipriani. Camera: Roberto D'Ettorre Piazzoli. Montage: Roberto Silvi. Production design: Vincenzo Medusa, Stefano Paltrinieri. Slecht ontvangen: 'acteerwerk beneden peil, niet de beste speciale effecten'.
Première: 28 oktober 1982
K-95 minuten

PLUS ECHO
Adri Boon

met: Henk van Ulsen (Melanchton), Wim de Haas, Bas ten Barenburg, Lou Landré, Diduine van Delft, Corrie Burgemeester, Simone Dresens, Jos Lewis, Evert de Jager, Kees van Lier, Arnold Knoppert, leden van de fanfare Heerjansdam

Scenario: Adri Boon, Raf Thunnissen, naar 'Een theoloog in de dood' van Jorge Luis Borges. In dit verhaal vertelt Borges over de verwarring van de theoloog Melanchton, die ontdekt dat het huis waarin hij stierf ongeveer hetzelfde is als dat waarin hij als dode ontwaakt. Het huis is echter niet langer realiteit. Kamers vermenigvuldigen zich, afstanden zijn onzeker, alles heeft iets weg van een labyrinth. De theoloog ontmoet tal van mensen. Hij ziet kleurige taferelen. Aan het slot van zijn reis door de steeds veranderende ruimte, komt hij in een hokje terecht. Zijn hokje -en dat van anderen- wisselt steeds van plaats. Produktiemaatschappij: Stichting Skarabee. Art direction: François Morellet, Gianni Colombo, Peter Lowe, Gerard Coljé, Johan van Zutphen. Nederlands, Engels, Frans, Duits gesproken. De Haagse stichting Skarabee heeft beeldende kunstenaars als Morellet, Colombo, Coljé en Lowe uitgenodigd om decors te ontwerpen. Daarna kregen toneelspelers Engelse, Franse en Duitse teksten, waar onder andere citaten uit werk van De Sade, Brontë en Mauriac verwerkt zijn. Gedurende de filmvoorstelling in het Haags Gemeentemuseum werd soms gebruikgemaakt van een dubbelprojectie. Tussen die schermen bestond een relatie die vergelijkbaar is met die van oorzaak en gevolg.
Première: 10 september 1982 (Gemeentemuseum-Den Haag; dagelijks om 21.15 uur, behalve zondag en maandag, laatste vertoning op 30 september 1982)
K?-60 minuten (circa)

PRUIMENBLOESEM
Willem van Batenburg

met: Diana de Koning (Myriam), Tanja Overeem (Sandra), Richard Wildens (Arthur)

Scenario: Willem van Batenburg (is een pseudoniem voor een Utrechtse bioscoopexploitant). De eerste pornofilm van eigen bodem. Onder het toeziend oog van haar oudere echtgenoot ontvangt stoeipoes Myriam aan de lopende band vreemde mannen in een kapitale Betuwse villa. Ze is dan ook verslaafd aan sex. Voor groepssex is ze ook altijd te porren, en haar lesbische vriendin komt eveneens aan haar trekken. Door ex-man Paul, die nog steeds van haar houdt, wordt ze op een dag ontvoerd, maar gelukkig zijn Rudi en Arthur er nog om haar te redden. Producent: Bibi van Royen. Camera: Tom van Laren=Oscar Pettersson. Muziek: Alrond Broers. Geluid: Gerrit Hilgraaf. Art direction: Split Level. Montage: Johan Oefenmeester. De crew bestond uit bekende namen uit de filmwereld; welke namen wordt strikt geheim gehouden, omdat ze anders geen werk meer zouden krijgen (vreesde men). Sander, de vriend van Diana de Koning, kreeg geen honorarium voor zijn rol in deze film, hij mocht blij zijn dat hij mee mocht doen. Diana de Koning heeft haar honorarium met hem gedeeld. Opgenomen in 1981 in de Betuwse villa van meesterinbreker Age M. De première van de film in bioscoop Palace in Utrecht verliep niet geheel zonder incidenten: tijdens de eerste voorstelling werd door enkele protesterende vrouwen een fles met poep de Palace bioscoop ingegooid. In de zeven andere steden waar de film liep, verliep alles normaal. PRUIMENBLOESEM heeft de pornofilmverhuurder Filmtrust geen windeieren gelegd getuige de (ongebruikelijke) prolongaties in sexbioscoop Parisien in Amsterdam. Jan Doense in FID mei 1982: "Van Van Batenburg's voornemen, om eens een pornofilm-met-een-verhaaltje te maken, is weinig te merken (...) afgezien van een tamme car-chase door het Betuwse landschap bestaat het 'verhaaltje' dan ook uit Myriam's voortdurende, overigens ook nogal tamme sexuele capriolen. Niets bijzonders dus, en na één standje al net zo saai als bijna alle ander pornofilms." Pieter Bots in 'Het Parool' van 1 april 1998 bij de heruitbreng op video: "momenteel lijkt de film vooral gefundenes Fressen voor een parodie van Arjan Ederveen. Ook de potsierlijke dialogen zijn dodelijk voor elke eventuele erotische prikkeling: 'Rustig, je hoeft de trein niet te halen. Een boemeltrein is toch veel gezelliger dan een sneltrein', maant Diana de Koning haar partner tot rust. Als PRUIMENBLOESEM, Nederlands eerste volwassen seksfilm, nog enige lust opwekt, dan is het vooral de lachlust." Interviews met Diana de Koning, hoofdrolspeelster van PRUIMENBLOESEM en 'N SCHOT IN DE ROOS (1983), zijn te vinden in 'Skrien' 191 (augustus/september 1993) en in 'Schokkend nieuws' 23 (februari/maart 1996). 181.226 bezoekers.
Première: 22 april 1982 (8 bioscopen)
K-79 minuten

SABINE
René van Nie

met: Rijk de Gooyer (zakenman Nick), Benthe Forrer (dochter Nicky), Mike Burstyn (Mike), Ben Vereen (Stanley), Lucia Tristan (Lucia), Jerry Francis (Jerry), Talya Ferro (Talya)

Scenario: René van Nie. Wanneer Nicky vijftien jaar oud is, ontmoet zij haar vader Nick voor de eerste maal tijdens diens zakenreis naar Aruba. Na eerst nieuwsgierig-afstandelijk op elkaar gereageerd te hebben, groeit er langzaam een vriendschap tussen beiden. Voor de vader heeft deze tot gevolg dat hij een grote order laat lopen, voor de dochter groeit de vriendschap uit tot verliefdheid, die zij slechts op twee manieren kan uiten: via jaloerse driftbuien en door het verzinnen (?) van een vriendin - Sabine genaamd -, die verliefd zou zijn op een oudere man. De film eindigt zonder dat hun gelijksoortige gevoelens op één niveau gekomen zijn. Muziek: Ruud Bos. Liedje: 'There is no beginning, there's no end' door Mike Burstyn. Producent: René van Nie, W. van Roosmalen. Camera: Mat van Hensbergen. Montage: Ton Ruys. Geluid: George Bossaers. Benthe Forrer, een 15-jarige scholiere uit Zoetermeer, werd gekozen voor de hoofdrol uit maar liefst 500 meisjes. SABINE is deels Engelstalig. Opvallende Budweiser en KLM-reclame. FID 1982: "De thematiek van Van Nie's vijfde speelfilm is een interessante (...) de uitwerking ervan is nauwelijks geslaagd."
Première: 14 januari 1982
K-99 minuten

SMAAK VAN WATER, DE
ook: A TASTE OF WATER
Orlow Seunke

met: Gerard Thoolen (Hes), Dorijn Curvers (Anna), Joop Admiraal (Schram), Hans van Tongeren (stagiare), Olga Zuiderhoek (vrouw Hes), Moniek Toebosch (prostituée), Standa Bares (buurman), Ab Abspoel (portier), René Groothof (man in café), Jean Pierre Plooij (nieuwe collega), Bram van der Vlugt (directeur inrichting), Roelant Radier (dokter), Elsje Scherjon (verpleegster), Omar el Jout (Italiaanse man), Hans Veerman (meneer Mul/Mus), Frans Faassen (client), Jaap Hoogstra (dove man), Peer Mascini (begeleider), Johan Vigeveno (stempelaar), Robert Ouwerkerk (pianist), Jorden van Lawick

Scenario: Orlow Seunke, Dirk Ayelt Kooiman, geïnspireerd door de roman 'De bezoeker' van György Konrád uit 1976, met dank aan Maarten Koopman en Jan Rutger Achterberg. Verhaal over een ambtenaar van een sociale dienst (Gerard Thoolen), die erg goed overweg kan met zijn formulieren en stempels en die zich afschermt voor de ellende waarmee hij dag in dag uit wordt geconfronteerd. Totdat hij zelf een 'geval' wordt, nadat hij besloten heeft om een verwaarloosd meisje (Dorijn Curvers) te helpen. Dan vecht hij met alle kracht tegen diezelfde regels, die hij tot voor kort zo stipt toepaste. Onder steeds zwaarder wordende druk van de regels, stempels en formulieren capituleert hij tenslotte. Adoptie van het meisje mislukt: de formulierenspelregels zijn niet veranderd en dwingen hem het kind af te staan. Muziek: Maarten Koopman. Producent: Jan Musch, Orlow Seunke, Tijs Tinbergen. Camera: Albert van der Wildt. Art direction: Willem de Leeuw, Baat Dräger. Montage: Orlow Seunke, Tom Erisman. Eerste lange speelfilm van Orlow Seunke die in 1974 debuteerde met de korte film JAAKKO MORTTALA. Beroering ontstond toen bleek dat Seunke zijn intrige ontleend had aan een Hongaarse roman en dat hij dit feit bij het samenstellen van de credits vergeten was, welk verzuim na enig gedoe goedgemaakt werd. Bekroond met de Gouden Leeuw voor het beste debuut op het Filmfestival Venetië 1982, de Unicef Persprijs en met de Nederlandse Persprijs.
Première: 23 september 1982 (11 theaters)
K-100 minuten

SPRONG NAAR DE LIEFDE
ook: MUIL VAN DE LIEFDE/PASSAGE THROUGH THE VOID
Bas van der Lecq

met: Kees Prins (Emile), Manouk van der Meulen (Monique), Thom Hoffman (Freddy), Ans van Haaster (Betty), Frans Koppers (Paul), Miek Smit (Saskia), Michiel Kerbosch (Peter), Hetty Heyting (Marga), Liz Snoyink (verpleegster), Do Overtoom (Natasja), Jack Monkau (Jack), Daphne Westerhof (Daphne), Dolf Ephraïm (Leo), Moustafa Gaafar (zeeman), Marjan Berk (moeder van Emile), Aart den Hartog (dokter), Liana Saalborn (vrouw in trein), Hugo van Riet

Scenario van Bas van der Lecq. Emile is een jongen van vierentwintig en duiker van beroep. Door een ongeval onder water wordt hij voorlopig afgekeurd en tot een andere manier van leven gedwongen. De nieuwe situatie benauwt hem. Dat werkt ook door in zijn verhouding met zijn vriendin Monique, waar hij mee samenwoont in Ansterdam. Bij een bezoek aan zijn moeder treft hij tussen de achtergelaten spullen van haar vorige minnaar een pistool aan. Hij neemt het mee naar huis en vertelt Monique, dat hij het wapen wil gaan verkopen. Als zij hem er in een speelse bui mee bedreigt, is voor Emile de maat vol. Hij grijpt het voorval aan om het huis te verlaten en probeert onderdak te vinden bij een vroegere vriendin, die hij toevallig opnieuw heeft ontmoet. Zij blijkt naar het buitenland vertrokken. Emile slaat aan het zwerven en stelen met zijn vroegere vriend Freddy. Via Freddy komt Emile in kontakt met Paul, een exploitant van een sextent. Tijdens een baantje als barkeeper leert Emile Betty kennen en er groeit liefde tussen hen. Als zij besluit naar het buitenland te gaan, belandt Emile opnieuw in een vacuüm. Monique is inmiddels fotomodel geworden. Emile is totaal ontredderd en weet zich geen houding te geven als hij zijn vroegere vriendin weer ontmoet. Hij ziet het leven niet meer zitten, maar Monique is van hem blijven houden. Eindelijk heeft Emile het begrepen. Muziek van Rob Hauser en Vincent van Warmerdam. Geen succes.
Première: 2 september 1982
K-111 minuten

STILTE ROND CHRISTINE M., DE
ook: A QUESTION OF SILENCE
Marleen Gorris

met: Edda Barends (Christine, huisvrouw), Nelly Frijda (Annie, koffiejuffrouw), Henriëtte Tol (Anna, secretaresse), Cox Habbema (psychiater), Eddy Brugman (Ruud, haar echtgenoot), Hans Croiset (rechter), Eric Plooyer (officier van justitie), Dolf de Vries (boetiekeigenaar), Kees Coolen (inspecteur), Onno Molenkamp (anatoom-patholoog), Bram van der Vlugt (bevriend psychiater), Diana Dobbelman (zijn vrouw), Frederik de Groot, Herman Vinck, René Lobo, Anna van Beers, Edgar Danz, Wim de Meyer, Jan Simon Minkema, Carl van der Plas, John Smit, Eric Besseling, Noa Cohen, Miranda Frijda, Noortje Jansen, Sally Loswijk, Herman Vinck, Erzebeth Weber

Scenario: Marleen Gorris. Thriller met feministische inslag. Christine: drie kinderen van wie de jongste 1 jaar is, woont tamelijk geïsoleerd in Nieuw-West te Amsterdam, 30 jaar. Annie: gescheiden, heeft een dochter, werkt full-time in een koffiehuis, loopt tegen de vijftig. Andrea: ongehuwd, directiesecretaresse. Janine: psychiater, getrouwd met een advocaat in een rustig voortkabbelend huwelijk, 37 jaar. De eerstgenoemde drie vrouwen, die elkaar niet kennen, bekennen een moord te hebben gepleegd op de eigenaar van een boetiek. Tijdens hun voorarrest in de Bijlmerbajes probeert Janine in opdracht van de rechter-commissaris een rapport op te stellen over de toerekeningsvatbaarheid van de drie vrouwen. De secretaresse doorziet de psychiater-trucs en houdt haar op afstand met intellectuele steekspelletjes; de koffiejuffrouw kletst aan een stuk door over alles dat geen betrekking heeft op haarzelf of de moord; de huisvrouw praat helemaal niet. Het aanvankelijke onbegrip van de psychiater voor de vrouwen verandert naarmate zij op menselijke wijze meer te weten komt over hun achtergrond en hun onmacht ten aanzien van mannen. Zij begint te doorzien hoe onmenselijk haar eigen man zijn vak beoefent en raakt compleet in verwarring als zij beseft dat er getuigen van de moord zijn geweest die zich niet hebben gemeld. Tijdens de rechtzitting, waar naast veel publiek ook haar echtgenoot en de vier vrouwelijke getuigen van de moord in de zaal zitten, verklaart zij de vrouwen volkomen toerekeningsvatbaar, tot grote schrik van de officier van justitie en van de rechter. Wanneer deze laatste in geen enkel opzicht begrip kan opbrengen voor de motieven van de vrouwen, begint de koffiejuffrouw te lachen gevolgd door de vier getuigen op de publieke tribune, haar twee medeverdachten en tenslotte lacht de psychiater. Buiten het Paleis van Justitie wendt de psychiater zich af van haar toeterende man en kijkt glimlachend op naar de vier getuigen. Muziek: Lodewijk de Boer, Martijn Hasebos. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Frans Bromet. Art direction: Harry Ammerlaan. Montage: Hans van Dongen. Geluid: Viktor Dekker. Locaties: o.a. Penitentiaire Inrichting Over-Amstel en politiebureau Leyenberghlaan te Amsterdam, arrondissementsrechtbank te Haarlem. Gouden Kalf beste speelfilm 1982. Derde prijs van het Festival van Taormina (Sicilië) en Prix de la Publique bij het Festival de Femmes te Sceaux (Frankrijk). Goed ontvangen debuutfilm. Hans van Driel in FID 1982: "Marleen Gorris (33) heeft geen filmverleden en levert een voortreffelijke film af: een unieke situatie in Nederland, en niet alleen in dit opzicht. het is namelijk (nog) niet vaak voorgekomen dat een verhaal consequent wordt verteld vanuit een vrouwelijk gezichtspunt. (...) Via een doordachte constructie vertelt Gorris het verhaal (...) De man speelt slechts een figurantenrol en dient - als aangeklaagde binnen de boodschap - enkel ter versiering. En daarin heeft Gorris groot gelijk gehad: tref de mannenmaatschappij met de wapenen waarmee zij de vrouw altijd heeft gekenschetst (...)" Het scenario van de film verscheen samen met die van GEBROKEN SPIEGELS en THE LAST ISLAND als 3e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario'(1990).
Première: 18 februari 1982 (7 theaters)
K-97 minuten

TURKSE BODEM, HOLLANDSE AARDE
Hans Hylkema

met: Yasar Korhan (Ilhan), Nuray Atas (Esma), Esma Loevendie (Cemile), Deniz Zorlular (Aye), Mehmet Gerek (Ramazan), Arzu Daldal (Özden), Recep Kayi (Serhad), Taliha Ersoy (Gülay), Sahir Özdemir (Emin), Hamdi Öznerhir (vader)

Scenario: Kees Holierhoek in samenwerking met Hans Hylkema. Adviezen: Raman Domaniç. Oorspronkelijk voor de NOS-televisie vervaardigde film waarin Hylkema van binnen uit de problemen van een Turks gezin in een Rotterdamse arbeiderswijk probeert duidelijk te maken. Veel interne spanningen, de druk van de buitenwereld en de eeuwige vraag: terugkeren of niet? De film werd geheel gespeeld door amateurs. Muziek: Ceylan Utlu.
Première: 15 november 1982
K-77 minuten

VAN DE KOELE MEREN DES DOODS
ook: THE COOL LAKES OF DEATH/HEDWIG, OR THE COOL LAKES OF DEATH
Nouchka van Brakel

met: Renée Soutendijk (Hedwig), Erik van 't Wout (Johan), Adriaan Olree (Gerard), Derek de Lint (Ritsaart), Peter Faber (Joob), Claire Wauthion (zuster Paula en moeder), Krijn ter Braak (vader), Lettie Oosthoek (gouvernante), Kristine de Both (Leonora), Siem Vroom (godsdienstleraar), Rudolf Lucieer (huisarts), Thera van Homeijer (Bertha), Robert de Joncker (Arnout), IJsbrandt Carmiggelt (Pieter), Huub Stapel (Herman), Clara Brak (Dora), Ds. Wim Janssen (dominee), Willem van Rinsum (boer Harmsen), Wiske Sterringa (vrouw Harmsen), Anna van Beers (gastvrouw), Liliane Kuyer (Monica), Vivian Heilbron (Lady Clara), John Sandford (Duke), David Calderhead (dorpsdokter), Patricia Allen (Janet), Bernard Graczyk (bedelaar), Sandrien van Brakel (hoertje), Yvette Merlin (mère Bess), Jacques Viala (jonge dokter), Christiane Ramseijer (zuster), Bram Jesserun (man), Gerard Vivane (oude dokter)

Scenario: Nouchka van Brakel naar de roman van Frederik van Eeden (1900). Scenario adviezen: Ton Vorstenbosch. Hedwig de la Fontaye groeit op in de tweede helft van de 19de eeuw in een bemiddeld en beschermd milieu. Haar moeder sterft; de zorgen van een gouvernante die haar verder opvoedt hebben een verstikkende uitwerking. Na de liefde van de schilder Johan te hebben afgewezen uit angst voor het lichamelijke, huwt Hedwig de notaris Gerard, een huwelijk dat uitloopt op een teleurstelling vanwege het gereserveerde gedrag van Gerard. Redding vindt Hedwig bij haar jeugdvriend Ritsaart, een pianist, met wie zij naar Engeland vertrekt. De bevalling van haar baby, die niet lang te leven heeft, doet de psychose in haar losbarsten en ze vlucht in waanzin naar Frankrijk, waar zij -na verpleegd te zijn in een kliniek- als morfinehoer verder leeft. Uitgeput belandt zij in een ziekenhuis, geleid door nonnen, waar zuster Paula haar laat inzien dat de redding niet gelegen is in de koele meren des doods, maar in het leven zelf. Muziek: Erik van der Wurff. Camera: Theo van de Sande. Art direction: Dick Schillemans, Ruud van Dijk. Montage: Edgar Burcksen. Producent Matthijs van Heijningen vond het 'VAN' voor de titel te zwaar en wilde het weglaten. Onder invloed van uitgeverij Het Wereldvenster, die een nieuwe uitgave van Van Eedens boek zou brengen, is de titel terugveranderd. In vergelijking tot het boek is de jeugd van Hedwig slechts beknopt weergegeven, weinig tot niets over haar warme relatie met haar moeder, noch over haar band met haar vader. Nauwelijks nadruk op de natuurmens in Johan. Geschrapt is de vriendschap tussen Gerard (rationalist) en Ritsaart (het gevoel) met hun gemeenschappelijke liefde voor Hedwig. De televisieserie bracht de ingrijpende lotgevallen van Hedwig op een andere manier dan de film; in de miniserie is de dagboek/voice-over-vorm gebruikt. Dit in tegenstelling tot de film. Hans van Driel in FID 1982: "onbeduidendheid van het scenario (...) De jeugd van Hedwig - bron van alle ellende - wordt in vogelvlucht en uiterst fragmentarisch weergegeven, wat inleven onmogelijk maakt." NRC Handelsblad: "een staalkaart van vernuft, vlijt en visie." 'de Volkskrant': "Renée Soutendijk schittert." 603.637 bezoekers. 1e prijs te Oxford 1983. In oktober 1983 had producent Matthijs van Heijningen nog een broertje dood aan de Nederlandse Filmdagen. 'Mijn films nooit meer naar Utrecht!' liet hij Henk van der Meyden in 'de Telegraaf' optekenen. Van Heijningen had zijn buik vol van de jury die zijn film VAN DE KOELE MEREN DES DOODS negeerde en de hoofdprijs toebedeelde aan Louis van Gasterens HANS, HET LEVEN VOOR DE DOOD, een documentaire notabene. 'Een belediging voor de regisseurs, producenten, acteurs en actrices die zoveel gepresenteerd hebben voor de Nederlandse film', hekelde Van Heijningen. In 1999 stond Matthijs van Heijningen als speciale gast in het zonnetje van het Nederlands Film Festival en kreeg hij ook de Cultuurprijs 1999. Een montagesequentie ligt 'Op de montagetafel' in 'Skrien' van oktober 2001 (pagina 19-21).
Première: 30 september 1982
K-120 minuten

VERLEDEN, HET
ook: THINGS PAST
Bas van der Lecq/Bram van Erkel/Roy Logger

met: Elja Pelgrom (Marie Pekkers), Jeroen Krabbé (Harry Heyblom), Edda Barends (Harry's vrouw), Eddy Habbema (Harry's vriend), Jan Decleir (Kees), Chris Lomme (Katrien), Luk Perceval (zoon Johannes), Marjan Berk (Kees' vrouw), Ton Lutz (dhr. Huisman), Dora van der Groen (mevr. Van der Putte), Wim Kouwenhoven (dhr. Van der Putte), Ellen Röhrman (huishoudster), Huib Broos, Niek Engelschman, Maarten Spanjer, Dolf de Vries, Geert van Oorschot

Drieluik met als gemeenschappelijke thematiek: gefrustreerde liefde die maar geen verleden tijd wil worden, naar verhalen van Peskens (Geert van Oorschot) uit de bundel 'Mijn moeder was eigenlijk een Italiaanse' uit 1977. Deel 1 MARIE: Scenario: Bas van der Lecq. Marie wil en krijgt na veertien jaar een gesprek met de man op wie zij toen kortstondig verliefd is geworden en sindsdien gebleven. De man is die kortstondige verhouding allang vergeten, ondanks de belofte dat hij haar zou komen halen. Van der Lecq transponeerde geschiedenis van afgewezen minnares die jaren later verhaal kwam halen naar de provotijd en nasleep. Deel 2 MEVROUW KATRIEN: Scenario: Judith Herzberg. Mevrouw Katrien heeft jarenlang kunnen voorkomen dat haar ex-man hun zoon te zien kreeg. Als haar tweede echtgenoot op sterven ligt, belt zij hem op met het verzoek direct te komen, omdat de inmiddels meerderjarige jongen hem nodig zou hebben. Het wordt een pijnlijke confrontatie. Deel 3 MEVROUW VAN DER PUTTE: Scenario: Roy Logger. Mevrouw van der Putte leeft in staat van oorlog met haar man, een begrafenisondernemer. Wanneer de boekhouder van hun bedrijf haar op een avond uit de wurgende handen van haar echtgenoot bevrijdt, valt de lichamelijk gehandicapte vrouw genegenheid voor hem op. Om conflicten te voorkomen neemt de boekhouder ontslag. Even later komt meneer van der Putte onder verdachte omstandigheden om het leven. De weduwe blijft tot haar dood toenaderingspogingen ten opzichte van de boekhouder ondernemen. Muziek: Loek Dikker. Producent: Otto Jongerius, Roy Logger. Productiemaatschappij: Hollandia Filmprodukties, NCRV-televisie. Camera: Frans Bromet, Rob van der Drift. Art direction: Hans Oosterhuis, Rob Blomkwist. Montage: Leo de Boer, Emile Bensdorp, Liek Bouma, Nel van Huykelom. Geluid: René van den Berg, Piet Roodenburg, Roel Bazen. Geert van Oorschot komt drie keer in beeld om, gezeten in een leesfauteuil, te vertellen hoe mooi en triest de film was die voorbij is en dat de film die nog gaat komen nog triester is en even mooi. Jos Boesten in FID 1982: "Binnen de beperkingen van deze illustratieve cinema zijn MARIE, MEVROUW VAN DER PUTTE en MEVROUW KATRIEN in deze 'rangorde' matig, redelijk en goed geslaagde films. Het meest opmerkelijk is de spelregie: er wordt zonder uitzondering voortreffelijk geacteerd."
Première: 24 juni 1982 (3 bioscopen)
K-112 minuten

ZWOELE ZOMERAVOND, EEN
ook: A HOT SUMMERNIGHT
Shireen Strooker/Frans Weisz

met: Marja Kok (Nel Jansen), Helmert Woudenberg (Koos Jansen), Gerard Thoolen (Surinaamse mevr. Emanuels), Joop Admiraal (Patrick/Cor van Kalkhoven), Frank Groothof (Edwin), Cas Enklaar (opa), Hans Man in 't Veld (Leo Wiegman), Olga Zuiderhoek (mevr. Wiegman), Rense Royaards (Wiebe), Herman Vinck (de Belg), Lydia de Koning (zijn vrouw), Flip Jansen (Flip), Shireen Strooker (Leila), Daan Wouthuysen (Mohammed), Ria van der Woude (madame Fifi), René Groothof (Jan-Willem), Dorijn Curvers (Marijke), Roel van Eekhout (André), Arjan Ederveen, Kees Prins ('De duo's'), Henk Veltkamp, Charles Kersten (technici), Jan en Jos ten Have (danspaar) en het Nellicombo, Rob(bie) Funcke

Scenario: Marja Kok. Verfilmde Werkteater-produktie, die bestaat uit een variété-voorstelling waarin alles op een komische manier misloopt. Dit is voornamelijk het gevolg van echtelijke problemen bij zowel de artiesten als het publiek. Wat gebeurt er als, juist op het moment dat de visite arriveert, een man besluit zijn vrouw te bekennen dat hij 'een ander' heeft. Het beeld wordt compleet als men weet dat het echtpaar het bekende artiestenduo 'de Nellico's' is en de visite bestaat uit publiek, dat van hun show komt genieten, als bruisende slotmanifestatie rond het 500-jarig bestaan van hun stad. De Nellico's (Nel en Koos Jansen) hebben geen gelegenheid de dingen eens uit te praten, want 'the show must go on'. De film werd opgenomen in een feesttent in een studio. Muziek: De Roomsoezen. Cas Enklaar zingt 'Breng eens een zonnetje onder de mensen'. De film kwam tot stand in co-produktie met de VARA.
Première: 11 maart 1982
K-95 minuten


1983
ALS JE BEGRIJPT WAT IK BEDOEL
ook: IF YOU KNOW WHAT I MEAN/MR. BUMBLE
Rob Houwer/Bjørn Frank Jensen (animatieregie)

Stemmen: Fred Benavente (Ollie B. Bommel), Trudy Libosan (Tom Poes), Luc Lutz (Joost), Lo van Hensbergen (burgemeester Dickerdack), Joan Remmelts (commissaris Bulle Bas), André van den Heuvel (Bul Super), Gees Linnebank (Hiep Hieper), Ger Smit (Zielknijper/markies de C.), Fred Emmer (nieuwslezer), Will van Selst (redacteur Phant), Arnold Gelderman (journalist Argus), Paul Haenen (Grootgrut), Tonnie Huurdeman (Doddeltje/mevr. Bas), Elly van Stekelenburg (mevr. Dickerdack), Maya Bouma (hoofdverpleegster), Harrie Geelen (Wammes Waggel)

Scenario: Bert Kroon, Harrie Geelen, Bjørn Frank Jensen, onder artistieke supervisie van Rob Houwer en Marten Toonder. Animatiefilm naar Marten Toonders stripverhaal 'De Zwelbast' uit 1957. Slot Bommelstein wordt opgeschrikt door een jonge Zwelbast, een draakje dat bij boosheid opzwelt tot gigantische afmetingen en veel schade berokkent. Als een pleegvader ontfermt Heer Bommel zich over het beestje dat Zwelgje wordt genoemd, met alle gevolgen van dien: o.a. een door Heer Bommel georganiseerd feest valt door Zwelgje in puin. Na zelfs in de gevangenis te zijn gekomen door toedoen van Zwelgje, die overigens ontroerend lief luistert naar zijn pleegvader, is Heer Bommel in staat Zwelgje uit de handen van de boeven (en circusbazen) Bul Super en Hiep Hieper te redden en neemt afscheid van hem in de Zwarte Bergen. Burgemeester Dickerdack en commissaris Bulle Bas danken Heer Bommel omdat hij Rommeldam gered heeft van de draak en een voortreffelijk maal op slot Bommelstein, geserveerd door bediende Joost, sluit de film af. Muziek: Herman Schoonderwalt. Liedjes (tekst en muziek): Harrie Geelen. Animatieregie: Bjørn Frank Jensen, Bob Maxfield. Achtergrondregie: Ben van Voorn. De film 'Tom Poes en het geheim van de grot' waar Toonder lang voor deze film aan werkte, kwam nooit af en ook andere projecten mislukten. Voor de 84 minuten durende film moesten 125.000 tekeningen met de hand worden gemaakt. Het inkleuren gebeurde in Japan. In het buitenland werd het dinosaurusje gezien als de hoofdpersoon van de film. Rob Houwer heeft de film zelf opnieuw gemonteerd, omdat de eindmontage hem niet zinde. Overwegend positief tot zeer positief ontvangen. Marten Toonder vond het eindresultaat tegenvallen. Harrie Geelen (ontslagen tijdens de produktie) en Bert Kroon (chef van de Toonder Studio's) worden vaak ook als regisseurs vermeld. Nummer 9 over 1983, 521.143 bezoekers.
Première: 3 februari 1983 (63 theaters)
K-84 minuten

AN BLOEM
Peter Oosthoek

met: Kitty Courbois (An Bloem), Renée Soutendijk (Loedie), Rijk de Gooyer (Dik), Marina de Graaf (Lucia), Ben Hulsman (Frans), Lettie Oosthoek (Rietje), Wik Jongsma (Herman), Jules Hamel (Cees), Hetty Verhoogt (Wil), Truce Speyck (oma), Jaap Hoogstra (opa), Kenneth Herdigein (Gerard), Diane Lensink (hospita), Olga Zuiderhoek (Trude), Jacques Commandeur (Heer Spreeuw), Judith Doorman (receptioniste), Peter Blok (arts), Liliane Kuyper (hostess), Simone Kleinsma (Rickey), Joss Flühr (vriendin), Adelien van Lier (vriendin), Trees van der Donck (directrice), Lilian van Diemen (buroliste), Hans van Veggel (advocaat), Harry Voetelink (rechter), Hanneke van Son (griffier), Rick de Leeuw, Henk Jonker, Leo Kenter, Theo Vogelaars (Tröckener Kecks)

Scenario van Ton Vorstenbosch naar zijn toneelstuk 'Scheiden' uit 1977, met medewerking van Ingrid Baal. Aan het sterfbed van haar vader komt An Bloem tot de conclusie dat haar 20 jaar huwelijksleven tot nu toe even rot waren als het hele leven van haar vader is geweest. Tot stomme verbazing van haar man, een sigarenwinkelier, stapt An naar een advocaat. Zij wil scheiden en opnieuw beginnen. Ze huurt een kamer en krijgt een baan in een verpleegtehuis. Haar familie snapt er niets van; haar twee uithuizige dochters zal het een zorg zijn. Na het teleurstellende bezoek aan een 'bal voor eenzame harten' dreigt ze ook nog beroofd te worden van haar handtas. Dik, een vermogend zakenman van middelbare leeftijd, schiet haar te hulp. Er ontstaat een relatie, die echter abrupt eindigt wanneer Ans dochter Loedie Dik inpalmt. Loedie wordt zwanger en Dik trouwt met haar. An doet het huishouden voor het jonge echtpaar in hun riante bungalow. Wanneer Loedie en Dik haar te verstaan geven dat haar aanwezigheid niet meer op prijs wordt gesteld, gaat An terug naar haar man. Gedurende een familiefeestje gaat ze plotsklaps weg, steekt de straat over en wordt door een auto overreden. In het ziekenhuis krijgt de familie van de dokter te horen dat An Bloem het niet heeft gered. Titelmuziek: 'Nocturne voor An Bloem'; gecomponeerd door Bob Zimmerman, uitgevoerd door Het Schönberg ensemble (dirigent Reinbert de Leeuw). Bob Zimmerman ontving in 1984 een Edison voor de muziek van AN BLOEM. In de film is een fragment uit het ballet 'Nomaden' van het Nederlands Dans Theater te zien. Produktie: Frans Rasker. Camera: Frans Bromet. Licht: Cor Roodhart. Geluid: Kees Linthorst. Montage: Ton Ruys. Kleding: Jany Huber. Art direction: Hans Oosterhuis. Make up: Kathy Kühne. Opgenomen in Amsterdam (Sint Lucas Ziekenhuis, Stadsschouwburg, McDonald's, Amsterdam Hilton) en Blankenberge in België. Film kreeg subsidie van het Produktiefonds op voorwaarde dat de 48 jarige Peter Oosthoek geen verdere filmplannen had, daar er zo veel jonge cineasten op hun eerste kans wachten. Grote Prijs op het filmfestival van Knokke-Heist in augustus 1983. Persreacties: Hans de Wolf in ‘Utrechts Nieuwsblad’ van 1 september 1983: “Inmiddels zijn we zeven jaar verder en heeft de Nederlandse film op meerdere ambachtelijke niveaus een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Toch dacht ik bij het kijken naar Peter Oosthoeks speelfilmdebuut, AN BLOEM, terug aan HET DEBUUT. Niet alleen omdat wederom Kitty Courbois en Marina de Graaf als moeder en dochter opdraven, maar vooral vanwege de ‘Hollandse spruitjes-lucht’ waarvan het gros van de dialogen, de personages en situaties in AN BLOEM doortrokken is. (…) AN BLOEM is een karakterrol gespeeld door een karaktervol actrice die respect afdwingt. Maar daarna is de koek wel op. Marina de Graaf als de obligate punkdochter, Renée Soutendijk als de super een-dimensionale verkapte hoer Loedie, Rijk de Gooyer als de proto type Yab Yum-ganger Dik en Ben Hulsman als echtgenoot en het lulletje-rozenwater, waarvan er dertien in een dozijn gaan, veel smaak zit er niet aan. (…) Het ligt aan het script, aan de al te nadrukkelijk voorgeschrven, weinig spelmogelijkheden biedende en (voor het grote publiek) niet al te ‘moeilijk’ gemaakte personagetekeningen, waar deze acteurs en actrices weinig chocola van hebben kunnen maken. (…)” Hein Kropman in ‘Nieuwsblad van het Noorden’: “(…) AN BLOEM gaat te vaak en te opvallend mank aan stevig onderbouwde dramatische momenten. De figuren in de film blijven te mistig, te oppervlakkig, nooit gaat Oosthoek graven, terwijl daar best mogelijkheden voor zijn. (…) Dat de film na een niet onaardige start steeds verder in een dramatisch vacuum wegzakt, daar kan zelfs Kitty Courbois weinig meer aan doen.” Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ van 1 september 1983: “(…) AN BLOEM is film die ergens over gáát, er goed uitziet, maar veel te veel uiteindelijk vlees noch vis is. (…) Peter Oosthoek kan, met alle respect voor zijn potentiële kwaliteiten, misschien best een uitstekende filmregisseur zijn van gewone, goede publieksfilms, ergens tussen de ruwe Paul Verhoeven-bravoure en de elitair-kunstzinnige cinematografie van Annette Apon. AN BLOEM is daartoe echter hoogstens een eerste aanzet.” Hans Kroon in ‘de Waarheid’ van 3 september 1983: “Het stuiterige van AN BLOEM wordt ook opgeroepen door de dramatische conceptie van de film. Er is zorgvuldig opgelet dat iedere scène een goede dramatische opbouw heeft, dat er in iedere scène een hoogtepunt zit. De dramatische samenhang tussen al die scènes samen is nauwelijks in de gaten gehouden. Ook als toeschouwer krijg je hierdoor het gevoel in een flipperkast terecht gekomen te zijn. (…) AN BLOEM wordt door dit alles een bonte lappen-deken, waarvan sommige lapjes best het aanzien waard zijn, maar die als geheel geen samenhang vertoont.” Joyce Roodnat in ‘NRC Handelsblad’: “(…) Oosthoek is niet eigenwijs genoeg geweest en maakte een film die struikelt over en gebrek aan eenheid op vele fronten. Zowel het scenario als de cameravoering maken An Bloem het absolute middelpunt van de film. Dan mag Oosthoek bijvoorbeeld niet toestaan dat de montage het gesprek tussen An en haar vader opbouwt volgens het afgesleten cliché van ‘shot-tegenshot, of wel: wie er aan het woord is komt in beeld. (…) Het mislukken van AN BLOEM mag niet worden verontschuldigd met het argument dat Peter Oosthoek eigenlijk een man uit het theater is. Wie een film regisseert, is een filmregisseur en dient aldus te werken, kiezend voor of tegen invloeden uit zijn ervaringen met toneelregie. Had Oosthoek artistiek gesteund door zijn producent, minder vertrouwd op anderen en meer moed verzameld om zijn eigen ideëen te ontwikkelen en te volgen, dan was AN BLOEM wellicht een interessantere, want persoonlijkere, film geworden.”
Première: 31 augustus 1983 (24 theaters)
K-95 minuten

ANNA, DE
Erik van Zuylen

met: Theu Boermans (oud-mijnwerker Hansen), Hans Veerman (directeur Barlach), Henriëtte Tol (Marie), Christina Cünne (moeder), Jacques Commandeur (Cats), Diane Lensink (Paula), Ann Hasekamp (Anna), Tim Egmond (Kaspar), Lou Landré (Kilman), Trees van der Donck, Henk Uterwijk, Cor Witschge, Ursul de Geer, Willem Wagter, Bert van der Linden, Guust Dam, Ber Veugens, Sjoerd Westra, Gerrie van Wirdum, Ad van Hal, Ina Ditte

Scenario: Erik van Zuylen. Luc Hansen, oud-mijnwerker, heeft last van stoflongen (silicose). Hij is zo in de verloedering geraakt dat zijn vrouw Marie met hun zoontje Kaspar het huis verlaat en hulp gaat vragen bij haar moeder. Herman Barlach, de eigenaar van de gesloten mijn Anna, is weduwnaar. Gezeten aan zijn bureau denkt hij na over de invoering van moderne technieken om zo de Anna weer open en rendabel te krijgen. Zijn dochter Paula heeft problemen met haar echtgenoot en verlaat haar vader in een laatste poging om haar huwelijk te redden. Barlach heeft een relatie met de moeder van Marie, In haar huis ontmoeten Barlach en Marie elkaar. Barlach biedt haar de functie van huishoudster aan. Zij kan met Kaspar bij hem intrekken. Luc, op zoek naar zijn vrouw en zoon, ontmoet Barlach. Samen rijden zij naar de gesloten mijn. Het komt tot een woordenwisseling. Barlach valt en blijft bewusteloos liggen. Luc rijdt naar de woning van Barlach en laat zich als een heer des huizes door Marie verwennen. Inmiddels heeft Barlach zich laten verzorgen door zijn dokter, die hem het een en ander heeft verteld over zijn gestorven vrouw. Barlach sluipt gewapend zijn huis binnen en vindt Marie en Luc vrijend in bed. (...) Luc is op zoek naar een nieuwe baan. Paula is teruggekeerd van haar tevergeefse tocht en ontmoet Marie en Kaspar. Barlach heeft al zijn plannen verbrand en is naar de verlaten mijn gegaan. Muziek: Otto Ketting. Camera: Theo van de Sande. Producent: Olga Madsen. Art direction: Dick Schillemans. Montage: Rob van Steensel. Geluid: Kees Linthorst. Diane Lensink is de dochter van Ton Lensink en Henny Orri.
Première: 27 oktober 1983 (7 theaters)
K-90 minuten

BILLIE TURF CONTRA KWEL
ook: BILLIE TURF III
Henk van der Linden

met: Raymond van Haaf (Billie Turf), Jan Kruyk (meester Kwel), Jos van der Linden (Jossie), Frans Keulen (directeur), Leon Schaepkens (Ben), Hub Consten (Deuk), Cor van der Linden (Blinkie), Jeu Consten (Kobus), José Odekerken (Mina), Dik van Dodewaard (Snorkel), Henk van der Linden

Scenario en muziekkeuze: Henk van der Linden. Jeugdfilm. Billie Turf drijft opnieuw de leraren en de directeur van zijn kostschool tot wanhoop door zijn vraatzucht en kwajongensstreken. Tijdens de geschiedenisles zit hij vreedzaam te slapen, maar wordt betrapt door meester Kwel en krijgt een stevige portie strafwerk te maken. Billie zint op wraak, eerst door een mislukte poging om de meester te hypnotiseren en daarna door zich uit te geven voor een dikke barones die door de heer Kwel wordt onthaald op een riant feestmaal. Maar ontdekking blijft niet uit... Deuk, Blinkie en Kobus, de drie boeven die in Billie's vorige avonturen lelijk ertussen genomen zijn, zinnen op wraak. Op een nacht breken ze in om de safe van het internaat te beroven. Billie, die juist terugkomt van een nachtelijke plundertocht naar de keuken, wordt overvallen en verdoofd achtergelaten. De volgende ochtend is het internaat in rep en roer. Niemand luistert naar Billie, die wanhopig probeert te vertellen dat hij de daders kent. Samen met Jossie slaagt Billie erin om het geld terug te krijgen. Voldaan gaan ze terug naar het internaat, maar hun weg loopt wel via de dichtstbijzijnde lunchroom...
Première: 22 december 1983
K-2400 meter/90 minuten

BRANDENDE LIEFDE
ook: BURNING LOVE
Ate de Jong

met: Monique van de Ven (Anna), Peter Jan Rens (Jan Bosman), Ellen Vogel (Mlle. Bonnema), Siem Vroom (vader Bonnema), Berend Boudewijn (Louis Laman), Huub van der Lubbe (Kees van de Plasse), Johan Mittertreiner (dansleraar), Hetty Blok (exec. testament), Robert de Jonker, Bernard Mesquish, Zillah Emanuels, Andries Mok, Marc Klein Essink, Kees Prins (stem van Peter Jan Rens)

Scenario: Ate de Jong en Rob Houwer, naar het boek van Jan Wolkers (1983). Kunstschilder Jan Bosman leidt een zwierig bestaan in Parijs als een overlijdensbericht hem terug naar Nederland en terug naar een nooit vervulde liefde uit het verleden roept. Zeven jaar eerder. Jan en zijn branieschoppende vriend Kees studeren aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Met het oog op een internationale carrière volgen ze Franse lessen bij mevrouw Bonnema, een ongetrouwde, preutse dame op leeftijd. Jan en Kees volgen haar lessen niet alleen om hun Frans op te vijzelen; Mademoiselle Bonnema heeft immers een belangrijke stem bij de toekenning van de jaarlijkse en felbegeerde kunststudiebeurs naar Parijs. Zij knappen allerlei klusjes op in het huis van de vrouw, een statige villa waarin ook haar half demente vader en een bekende violist met zijn vrouw Anna woont. Jan valt ten prooi aan de charmes van Anna, de vrouw van de violist, en probeert haar zover te krijgen dat ze voor hem poseert. Jan neemt de zorg voor de demente man op zich en mag in ruil daarvoor in het huis komen wonen. Zo kan hij Anne blijven ontmoeten. Maar alles raakt in een stroomversnelling als Jan het traumatische jeugdmysterie van de lerares ontrafelt en de felbegeerde studiebeurs in rook op ziet gaan. Zijn brandende liefde voor Anna lijkt even abrupt afgebroken te zijn. Jaren later krijgt de kunstenaar haar pas, nadat Anna door haar man verlaten is. Muziek: Laurens van Rooyen. Titelsong 'Brandende liefde' gezongen door Johnny Lion. Producent: Rob Houwer. Camera: Paul van den Bos. Art direction: Dorus van der Linden. Montage: Edgar Burcksen. Peter Jan Rens had grote moeite met geschreven teksten. Hij is derhalve nagesynchroniseerd door Kees Prins. Liz Snoyink was in de race om een rol. Diewertje Blok sloeg de hoofdrol af. Jan Wolkers was gebelgd over de negatieve kritieken in de pers. Vooral de acteerprestaties van Ellen Vogel, Peter Jan Rens en Monique van de Ven vond hij goed. Marc Klein Essink in 'Het Parool' d.d. 2 november 1999: "Laatst zag ik BRANDENDE LIEFDE terug. Destijds wilde ik daar de hoofdrol in, die uiteindelijk naar Peter Jan Rens ging, maar ik zag die film terug en ik schrok me dood. Wat was dat slecht zeg. Ik zeg dat niet uit rancune of zo, maar om aan te geven dat je soms op een bepaalde leeftijd iets najaagt waarvan je later denkt: hoe heb ik me ooit zo gek kunnen maken voor iets dat zo matig van kwaliteit was?" Monique van de Ven in 'VARA TV Magazine' 48-2006: "Jan Wolkers zegt altijd: 'Als Huub van der Lubbe de hoofdrol had gespeeld, was het een prachtige film geworden'. En dat is ook mijn grote probleem met BRANDENDE LIEFDE: er was totaal geen chemie tussen mij en Peter Jan Rens. Doodzonde, dan zie je hoe belangrijk casting is." Jos Boesten in 'Skoop' nr. 5-1983: "Tien jaar na TURKS FRUIT heeft Rob Houwer met BRANDENDE LIEFDE een film afgeleverd, die qua vorm en inhoud wel erg veel lijkt op die film-, televisie- en videotophit. (...) BRANDENDE LIEFDE loopt als een trein en regisseur Ate de Jong is een prima machinist op dit vehikel van Rob Houwer's Verenigde Nederlandsche Spoorwegcompagnie. Monique van de Ven (...) blijkt een gerijpt actrice. Met Peter Jan Rens (...) hebben ze een nieuwe Rutger Hauer van stal gehaald (...)" 400.231 bezoekers.
Première: 15 september 1983 (45 theaters)
K-106 minuten

CASTA DIVA
Eric de Kuyper

met: Paul Verstraten, Jack Post, Hugo Hilgers, Paul Ruven, Walter Nuyens, Rik Roesems, Emile Poppe, Jan Simons, Ben Kettenis, Gérard Lemaître

Scenario: Eric de Kuyper. Regiedebuut van de uit België afkomstige en in Nederland film-analyse docerende Eric de Kuyper. Experimentele film. Soms verstilde, soms luchtige observaties van mannen in alledaagse maar in film nooit getoonde situaties (bij het wassen, aankleden, eten, kijken, etc.), begeleid door uitsluitend vrouwelijke zangstemmen. 1) Super-8-home-movie. Presentatie van de acteurs. Muziek: 'King Kong' (1933) Max Steiner. 2) Een groot herenhuis. Een jongeman komt op het terras, gaat terug naar binnen. Kleedt zich om. Komt weer naar buiten. Muziek: Bellini. 3) De deur van de badkamer gaat open. Een man bij het ritueel van het wassen, het afdrogen. Muziek: Monteverdi, Berlioz. 4) Het eetmaal van een vrijgezel. De keurig gedekte tafel voor twee gaat geleidelijk over in een soort chaos. Muziek: Gottschalk. 5) Een man plaatst een lampje boven een spiegel. Hij boort. Het mislukt en uiteindelijk lukt het toch. 6) Een man knipt zijn haar. Een andere man vertelt het verhaal van 'La Belle et la Bête' (Jean Cocteau). 7) Een man kleedt zich om. Hij past verschillende broeken en bloezen. Bekijkt zich telkens in de spiegel. 8) Een man strikt een vlinderdas. Muziek: Puccini. 9) Een zwembad. 10) Een man droomt aan de rand van het zwembad. Op de achtergrond oude Hollywood-muziek en de stem van Marilyn Monroe. 11) Een verlaten veld. Een man werkt aan zijn auto. Muziek: Dalida. 12) Een glazenwasser voor een grote spiegel. 13) Een danser in uniform. Muziek: Offenbach. 14) Close up van een man. Exotisch beeld, met palmen. De regisseur geeft aanwijzingen. 15) Een man in een exotisch decor. Muziek: Puccini. 16) Epiloog: de verschillende mannen uit de film zijn nu samen in één ruimte. Muziek: Siberisch Vrouwenkoor. Titel van de film is een aria van Bellini. Film won al voor de Nederlandse première prijzen in het buitenland, waaronder ex-aequo de Grand Prix te Hyères 1982.
Première: 3 maart 1983
ZW-105 minuten

GIOVANNI
Annette Apon

met: Truus te Selle (fotografe Diane), Guusje van Tilborgh, Edwin de Vries, Petra Laseur, Gijs de Lange, Frank Groothof, Rose Thesing, Rachel Haug, Anton van Geffen, Pierre Bokma, Joost Prinsen, Victor van Swaay, Judith Berkhout, Nicolette Blok, Eva Boer, Joke Kalmijn, Erna Kamerbeek, stemmen: Edda Barends, Hans Veerman

Scenario: Annette Apon. De Nederlandse modefotografe Diane arriveert in een hotel in Rome. Ze is daar met een tweeledig doel: het maken van een fotoreportage en het terugvinden van een vroegere vriend (minaar?): Giovanni. Ze belt allerlei mensen op om achter zijn verblijfplaats te komen, maar zonder succes. Als Diane er op een keer niet is, verschijnt Giovanni plotseling. Hij wacht een tijdje op de hotelkamer en vertrekt dan met achterlating van een briefje. Diane vindt het briefje echter niet. Giovanni is niet de enige die tijdens één van Diana's perioden van afwezigheid de hotelkamer betreedt. Datzelfde doen, langs verschillende wegen, een verliefd stel, diverse kamermeisjes, een diefachtige chasseur en tenslotte een gewonde terrorist. Na het verblijf van de laatste treft Diane de kamer in ontredderde toestand aan. Op hoge toon meldt ze dat ze niet langer in het hotel blijft. Na een onprettige confrontatie met de politie, die onduidelijke verdenkingen tegen haar koestert, vertrekt ze. Geluid: Erik Langhout. Producent: René Scholten. Camera: Theo van de Sande. Art direction: Hadassah Kann. Montage: Ton de Graaff. Muziek van: Gianni Morandi, Beverly Sills, Umberto Tozzi, Marcella Bella, Anna Identici, Miguel Bosé, Godona Trio. De film werd geheel in de studio (Cinetone Studio's te Amsterdam) opgenomen en de camera verlaat de hotelkamer niet; die registreert alleen wat daar gebeurt. Filmfragmenten uit CRONACA DI UN AMORE (Michelangelo Antonioni, 1951) en IL PRATO (Paolo & Vittorio Taviani, 1979). Nieuwe Revu 19, d.d. 11 mei 1984: "In de bioscoop al tot doezelen uitnodigend, thuis een regelrecht slaapmiddel."
Première: 22 september 1983 (Alhambra-Amsterdam, Springhaver-Utrecht)
K-95 minuten

HOT PURSUIT
ook: YAB YUM OP STELTEN
Stanley Forrest

met: Annette Haven (little miss Shirley), Abel Caine (detective), Monica Bell (hostess YY), Mary van Cleef (fotomodel), William Rogers (portier), Dirk Smiths (photographer), Henri Mang (technician), Miles Kilomet (manager), Friendly Jones (manager), Joost Bol (butler), Maaikel Mooi (receptionist), Desi Doos, Hendrika Trommel (girl #1/#2), Come Inn (doorman), Terry Desc (receptionist), Ed Joesurvis (butler), Wilhel Watt (man in bath), J. Ump (Jaws), Hai Thair (manager), Dusty Brunch (city health inspector), Gerhard Kasj, Maxim Bonal (bartenders), Sammy Hyop, Sue Thout (SM girls), Stanley Eel (man in armour), Graay Oased, Carry Ohn (girl #1/#2), Simon Sjekken, Sean Body (security #1/#2), Claire Ojee (white girl), Pam Doon (girl downstairs), Willfrie, Harry, Jack, Peter (band members)

Amerikaans-Nederlandse co-produktie. Scenario: J. Stewdam, Stanley Forrest. Pornofilm. Een jong onschuldig lijkend zangeresje, Little Miss Shirley, maakt de ene top-hit na de andere. Haar strenge manager drukt haar op het hart vooral niets te doen wat haar imago zou kunnen schaden. Shirley komt in een uiterst moeilijke situatie omdat ze ooit meewerkte aan een amateur sex-filmpje, dat ergens verborgen is. Ten einde raad huurt zij een privé-detective in om de film op te sporen. Hij komt er al snel achter dat deze verborgen moet zijn in één van de vele matrassen in de Yab Yum. Zijn escapades leveren diverse seks-scènes op; onder andere één waarin hij onderwater gepijpt wordt en klaarkomt èn een SM-scène met een man in harnas. Uiteindelijk krijgt Little Miss Shirley na 8 sexscènes (inclusief haar eigen -twee maal vertoonde- opnamen) de gezochte film en de detective beleeft wat moois met één van de Yab Yum-meisjes. Muziek: J. Stewdam, J. Matsu. Songs: 'Teddybear' en 'Changing' gezongen door Annette Haven. Executive producer: Kees de Leeuw (Lizard Filmproductions Amsterdam). Producer: Christopher Frederics. Art direction: Bill Dozer. Camera: Pepe Gonzalez. Montage: Senei Bloom. Geluid: Ferri Diffic. Geheel gefilmd in Amsterdam, o.a. in de men's club Yab Yum.
Première: 8 oktober 1983 (Parisien, Amsterdam)
K-90 minuten

ILLUSIONIST, DE
Jos Stelling

met: Freek de Jonge (de illusionist), Jim van der Woude (zijn broer), Catrien Wolthuizen (moeder), Gerard Thoolen (vader), Carel Lapere (grootvader), Craig Eubanks (tovenaar), Gerrie van der Klei (zijn assistent), Arthur Japin, Ank van der Moer, Hugo van Riet

Scenario van Freek de Jonge en Jos Stelling. Film zonder dialogen. Alles speelt zich af in de fantasie van een figuur die aan het begin van de film om de hoek van de deur in een kleedkamer kijkt. Hij ziet de geschiedenis van twee broers waarvan de één achter zijn ambities aangaat en de ander door zijn ouders naar een inrichting wordt gestuurd. De verloren jeugd, een dreigende hersenoperatie, een opdringerige moeder, een zelfdodende vader en een rijke opa bepalen de verwikkelingen. Vele vliegen leggen het loodje. Camera: Theo van de Sande. Producent: Jos Stelling. Art direction: Gert Brinkers. Montage: Rimko Haanstra. Geluid: Bert Flantua. Muziek: Willem Breuker. Nadat bij proefopnamen in de zomer van 1981 bleek dat het uitspreken van teksten uit 'De tragiek' in een Fries weiland nooit iets kon worden, werd het debuut van theatermaker De Jonge een film zonder dialoog. Jos Stelling beschouwt zijn eerste vier films als opleiding en ziet dit als zijn professionele debuut. Gouden Kalf 1984. Volgens de lezers van 'de Volkskrant' de op drie na beste film van 1983 (na SOPHIE'S CHOICE, GANDHI en FANNY OCH ALEXANDER).De muziek van Willem Breuker kreeg een Zilveren Lessenaar. Eerste prijs in Sao Paolo 1985. 264.091 bezoekers.
Première: 6 oktober 1983 (33 theaters)
K-90 minuten

LICHT VAN CADIZ, HET
Ben van Lieshout

met: Lisa Fulda, Jozef Herringer, Gerrit van der Linden, Henk van Loenen, Gert Veldkamp

Scenario: Bert Bisperink. Winter, een bandenspoor, een weg, een vrouw aan het stuur. Een motelkamer, een man: 'Ik vindt het prettig dat je je mond dicht houdt, we kennen elkaar ook zo wel'. (De man schrijft een boek over een eenzame vrouw. De vrouw verwijdert zich.) Een ontmoeting in een restaurant met een vrouw, die met opzet haar vliegtuig gemist heeft, ze wil vrij zijn. (De man probeert de bijfiguren vorm te geven.) In een hotelkamer, ze belt op. (De man verwijt haar arrogantie, ze heeft toch ook verplichtingen. Hij wil haar kapot maken.) Ze zwemt in een zwembad, ontmoet een man met zijn zoontje. De wereld wordt zoveel eenvoudiger met je zoon. Ze danst met de vader. Ze brengt hen weg naar de trein. Ze gaat naar een hotel aan zee. Ze baadt zich. Ze concludeert dat het voortschrijden van de tijd haar onverschillig laat. Ze drinkt wijn en maakt contact met de hotelbaas. De baas maakt een afspraak met haar. Zij heeft niets te vertellen. Hij vertelt over zijn reizen. Hij leest een gedicht voor. Hij probeert haar kwijt te raken in Parijs, in Londen, in Catalonië, in Cadiz. (De man schrijft: ik heb eigenlijk niets te zeggen, ik hou van je.) Ze gaat terug naar huis om te vertellen dat ze weggaat. Hij antwoordt: het is mooi weer, het gras moet gemaaid, er is werk. Het is voorbij, ik kan het alleen maar overschreeuwen. Ze gaat weg. Hij gaat niet mee. Ze komt aan in Zuid-Frankrijk, alles bloeit. Muziek: Philip Glass. Producent: Ben van Lieshout. Camera: Ben van Lieshout. Montage: Bert Bisperink. Geluid: Jan Eekhoutte, Bert Bisperink. FID: "Uniek Nederlands debuut. Het is een film in de stijl van Chantal Akkerman en Marguerite Duras. Trage beeldwisselingen, veel lange sekwenties. De film imponeert in het gebruik van deze stijl. (...) Melancholie, een tragisch levensbewustzijn zijn verdere beschrijvingen in woorden die slechts vervangend zijn ten opzichte van de beelden. Film als kunst, die iets toevoegt aan de werkelijkheid en diezelfde werkelijkheid spiegelt en struktureert."
Première: 12 januari 1984
K-87 minuten

LIFT, DE
ook: L'ASCENSEUR/THE ELEVATOR/FAHRSTUHL DES GRAUENS/THE LIFT
Dick Maas

met: Huub Stapel (Felix Adelaar), Willeke van Ammelrooy (Mieke de Beer), Josine van Dalsum (Saskia Adelaar), Piet Römer (Ravestein), Hans Veerman (Kroon), Ab Abspoel (chef onderhoud), Manfred de Graaf (makelaar), Serge Henri Valcke (Kraayvanger, psychiater), Siem Vroom (inspecteur Bolhuis), Aat Ceelen (rechercheur Smit), Gerard Thoolen (nachtwaker 1), Kees Prins (nachtwaker 2), Michiel Kerbosch (schoonmaker), Carola Gijsbers van Wijk (maîtresse), Pieter Lutz (man in lift), Isabelle Brok (meisje bij lift), Huib Broos (man in lift), Hans Dagelet (Spiekerman), Jan Anne Drenth (nachtportier), Arnica Elsendoorn (schoonzuster), Paul Gieske (huismeester), Ger van Groningen (ober), Johan Hobo (ober), Guus Hoes (zwager), Sydney Kuyer (zoontje), Matthias Maat (ober), Peer Mascini (professor), Luk van Mello (baas), Onno Molenkamp (blinde man), Ad Noyons (Breuker), Emma Onrust (dochtertje), Theo Pont (verpleger), Dick Scheffer (gerant), Agnes Schuch (werkster), Liz Snoyink (vrouw in lift), Wiske Sterringa (vrouw in lift), Coby Timp (receptioniste), Cor Witschge (dagportier)

Scenario: Dick Maas. Scenario adviezen: Jurriën Rood, Martin Lagestee. Vier mensen raken beklemd in de lift van een groot kantoorgebouw en stikken bijna doordat de airconditioning uitvalt. Liftmonteur Felix Adelaar kan echter geen storing ontdekken. Kort daarna valt een blinde man in de liftschacht te pletter en wordt een nachtwaker door de lift onthoofd. De politie denkt in beide gevallen aan een ongeluk. Terwijl Felix de lift opnieuw controleert, verschijnt Mieke de Beer, verslaggeefster van de Nieuwe Revu, die een spannend verhaaltje ruikt. Meerdere ongelukken gebeuren en Felix raakt geobsedeerd door de gedachte dat er met de lift is geknoeid, temeer daar de leverancier van de electronica voor de lift-installatie, de multinational 'Rising sun', zich plotseling zeer terughoudend opstelt. Felix' obsessie leidt tot een gedwongen ziekteverlof, terwijl zijn -strikt zakelijke- omgang met Mieke hoog oplopende huwelijksspanningen teweegbrengt. Samen met Mieke bezoekt hij een natuurkundige, die een angstwekkend verslag doet over Japanse experimenten met organische micro-chips, welke een eigen leven begonnen te leiden. Felix' nieuwsgierigheid is geprikkeld. 's Nachts breekt hij in bij het kantoorgebouw en ontdekt in de liftschacht het schijnbaar organische hart van de lift. Zijn poging het te vernietigen kost hem bijna het leven, maar hij wordt op het nippertje gered door Mieke, die eveneens haar nieuwsgierigheid niet kon bedwingen. Dan verschijnt ook de directeur van 'Rising sun', die de gewonde lift met pistoolschoten afmaakt, maar daarbij zelf het laatste slachtoffer wordt. Muziek: Dick Maas. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Marc Felperlaan. Art direction: Harry Ammerlaan. Montage: Hans van Dongen. Geluid: George Bossaers. De opbouw/structuur van de film is afgekeken van JAWS van Steven Spielberg. Matthijs van Heijningen verzette zich tegen Huub Stapel voor de hoofdrol, liever had hij Golden earring zanger Barry Hay. Huub Stapel kreeg voor zijn rol de Vergulde Klaver als filmacteur van het jaar 1983. DE LIFT en EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD zijn beide met één crew, met één week pauze tussendoor, in elf weken vastgelegd. EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD was als eerste aan de beurt. Producent Matthijs van Heyningen wist de wereldrechten (buiten de Benelux) te verkopen aan Warner Brothers. De film is gemaakt in 32 draaidagen met een budget van 750.000 gulden. Alle scènes in DE LIFT die zich afspelen in de hal voor de liftdeuren zijn gedraaid op één verdieping van Kronenstede in Amstelveen, steeds met aanpassing van wanden en dergelijke. Regieprijs tijdens de Nederlandse Filmdagen. Film is vooral entertainment: 'Boodschappen doe je bij Albert Heijn', aldus Dick Maas. Jan Doense voor FID 1983: "Zijn belangrijkste persoonlijke ingrediënten zijn een over het geheel genomen sterke spelregie (waarbij aangetekend moet worden dat Huub Stapel de eerste Nederlandse akteur sinds Rutger Hauer is met een evidente 'screen-personality') een zeer effectieve afwisseling van spanning met humor en een onmiskenbaar talent voor filmische grapjes middels kadrage en montage." Nummer 5 over 1983. 648.720 bezoekers. Grand Prix Avoriaz 1984. Begin 1997 bekenden twee inwoners van Enschede ten minste vijftien liften in verschillende flats te hebben gesaboteerd. Zij lieten zich inspireren door DE LIFT tot ze bij één van hun sabotagepogingen zelf vast kwamen te zitten.
Première: 11 mei 1983
K-95 minuten

MANNETJESMAKER, DE
Hans Hylkema

met: Gerard Thoolen (Ben Mertens=Ben Korsten), Celia Nufaar (Mieke Mertens=mevrouw M. Korsten-Kuipers), Carol van Herwijnen (Hendrik Ouderkerk=dr. K. Haex), Johan Ooms (Jan van Egeraat), Niek Pancras (John), Henk van Ulsen (Herbert van de Wall=Norbert Schmelzer), Marjon Brandsma (Joke van de Wall=mevrouw Schmelzer), Petra Laseur (Meta Ouderkerk), Hans Veerman (Roelof Hille=Reinder Zwolsman), Egbert van Paridon (Gerard Kamphuis=Gerard Veldkamp), Diana Dobbelman (Hanna Cuypers=Marga Klompé), Jaap van de Merwe (Simon Müller=Sidney van de Bergh), Kitty Courbois (Olga Müller=mevrouw van de Bergh), Kees Coolen (Fons Maas=Jo Cals), Hans Man in 't Veld (Cees de Boer=Piet de Jong), Siem Vroom (Dr. Posthuma=prof.dr. C. van der Kroef), Allard van der Scheer (Mr. Hans de Jager=mr. P. Aalberse), Jérôme Reehuis (Grafredenaar=Harm van Riel), Hugo Koolschijn (Luuk van Duin=Emile van Konijnenburg), Cor van Rijn (ambtenaar), Lieneke Leroux (Jeanette), Erik van 't Wout (Wouter), Michiel Hennus (officier van Justitie), Joop van der Donk (rechercheur), Laura Hylkema (Jacqueline van de Wall), Debbi Sou (danseres), Combo Paul Diekmann (band), Lies Kleine (zangeres)

Scenario: Hans Hylkema, Ton Vorstenbosch, m.m.v. Rudie van Meurs. Vanaf het moment dat Ben Mertens door de KVP-politicus Herbert van de Wall binnen de katholieke burelen wordt geïntroduceerd, treedt hij op als public relations man voor de partij en haar grootheden. Hij raakt overwerkt, waarna een morfinebehandeling zijn verslaving inleidt. Hoe meer hij wordt misbruikt door politici en zakenmensen, des te dieper groeit zijn grootheidswaanzin, tot hij tenslotte als een wrak in 1969 wordt opgenomen in de Ursulakliniek, waar hij sterft aan een overdosis morfine. Pogingen om de geneesheer aan te klagen die hem lange tijd aan morfine heeft geholpen stranden in de doofpot. Muziek: Tristan Keuris, muziek (coördinatie): Sieuwert Verster. Muziek uitgevoerd door Caecilia Consort o.l.v. Jurriaan Röntgen. Camera: Dirk Teenstra. Art direction: Roel Scheemann. Montage: Ot Louw. Geluid: Lukas Boeke. Hoofdpersoon is public relations-adviseur Ben Mertens, die werd gemodelleerd naar Ben Korsten, in de jaren zestig de pr-man achter enkele invloedrijke KVP-politici. In de Volkskrant van 17 november 1983 is een overzicht te vinden van wie voor wie staat in deze film. Die gegevens zijn in de bovenstaande rolverdeling overgenomen. Eerste Nederlandse speelfilm waarin recente politieke gebeurtenissen niet worden overwoekerd door het drama, maar juist de kern van de film vormen. Marga Klompé was des duivels, omdat in de film werd gesuggereerd dat zij behoorde tot de politici op wie mannetjesmaker Korsten invloed uitoefende. Zij was immers zelf al druk doende met haar imago, daar had ze Korsten niet voor nodig. FID 1984: "Het verhaal is niet meer dan een fragmentarische opeenvolging van vele dialogen die een tijdsbestek van zeven jaar beslaat. Omdat niet alleen Ben Mertens wordt gevolgd, maar volgens de regels van het docudrama ook andere invalshoeken worden belicht, dijt het palet uit tot een wat onoverzichtelijk geheel, zonder dat voor niet-ingewijden duidelijk is wie welke functie nu weer bekleedt."
Première: 17 november 1983
K-110 minuten

OPLOSSING?, DE
Sander Francken

met: Henny Kaan (Diane), Tim Meeuws (Sjoerd), Rob Bakker (Ben), Froukje van Houten (Linda), Ellie van Dooren (Irene), Wigbolt Kruyver (ing. Polman), Peter Bolhuis (Bert), Bert Jacobs (Henk), Esma Loevendie (Turkse vrouw), Burçu Sikâr (Burçu), Roeli Walraven

Scenario: Gert Fokkens, Sander Francken. Vijf jongelui trachten met moeite een garagebedrijf gaande te houden, waarop de leider van een neofascistische groepering zijn oog heeft laten vallen. Deze ir. Polman wenst er een sportschool te beginnen waar leden van zijn Nederlandse Midden Partij een 'stormtroeptraining' kunnen krijgen. Ben, de zoon van de in het ziekenhuis liggende garagehouder, is zeer ontvankelijk voor de gladde praatjes van Polman, te meer daar deze hem alle mogelijke financiële steun in het vooruitzicht stelt. Binnen de kortste keren heeft hij alle slogans van Polmans knokploeg tot de zijne gemaakt en ligt het 'Ausländer Raus' hem in de mond bestorven. Diane, zijn oudste zuster, denkt er iets langer over na maar bezwijkt onder de last van de onbetaalde rekeningen. Ze conformeert zich tenslotte om opportunistische redenen ook aan de rassenhaat van Polman en de zijnen. Haar vriend Sjoerd, een gemankeerd voetballer, laat zich willoos mee sleuren en fungeert als trekpleister van deze nieuwe opleiding van provocateurs. Inmiddels hebben de automonteuse Irene en de jongere zuster Linda zich al afgewend van het fanate gezelschap en komt de Turkse buurvrouw maar niet meer op visite. Wanneer aan het eind van de film Polman de tot sportschool omgebouwde garage komt overnemen, staan tientallen kinderen geïnteresseerd toe te kijken. Gemaakt in opdracht van de Stichting Werk in Uitvoering en de Anne Frank Stichting. De film was eerst bestemd voor roulement langs scholen en vormingsinstituten. Pas maanden later werd de film vrij gegeven voor distributie in filmhuizen. Eervolle vermelding bij de Nederlandse Filmdagen 1983 (eigenlijk: nominaties voor beste film en scenario). In 1983 werd bij de Nederlandse Filmdagen voor het eerst gewerkt met een nominatie-systeem en meteen waren de rapen gaar. Genomineerd werden DE VLASCHAARD, CASTA DIVA en DE OPLOSSING?. Het establishement reageerde furieus; DE VLASCHAARD was immers een Belgische film, CASTA DIVA-regisseur Eric de Kuyper was ook al een Belg en DE OPLOSSING? was geen echte bioscoopfilm, maar door de opdrachtgever -de Anne Frank Stichting- uitsluitend bestemd voor vertoning in samenhang met lessen en cursussen. Er werd door het festivalbestuur een ad hoc commissie ingesteld, onder voorzitterschap van Ellen Waller, die DE OPLOSSING? zijn nominatie deed verliezen en de documentaire HANS, HET LEVEN VOOR DE DOOD deed winnen. Muziek: Werk in Uitvoering.
Première: 27 september 1984
K-65 minuten

PIM
Orlow Seunke

met: Orlow Seunke (Pim), Standa Bareš (Pims vriend), Truus Dekker (Pims moeder), Lou Steenbergen (Pims vader), Olga Zuiderhoek (hospita), Hans Man in 't Veld (Jehovagetuige), Ilja Seunke (neefje), Elisabeth Hoytink (oma), Dorijn Curvers (meisje), Ernst Seunke (broer), Bram van der Vlugt (regisseur), Hans van Tongeren (assistent), Judith Hees (scriptgirl), Jeroen Krabbé

Scenario: Orlow Seunke, Maarten Koopman. In 1979-1980 maakte Seunke vijf korte films over de onhandige jonge kamerbewoner Pim, gespeeld door hemzelf. Nadat de VPRO ze indertijd had uitgezonden, werd een film samengesteld, bestaande uit de vijf aan elkaar geplakte afleveringen: 'Pim en zijn hospita' (1979-18 minuten; Pim is eerstejaarsstudent. Voor het eerst zijn eigen kamer, de grote wereld is de grote stad, maar voorlopig zijn de bekoringen van de grote stad de bekoringen van zijn hospita. Hij probeert bij haar in de gunst te komen en denkt uiteindelijk dat zijn gevoelens voor haar ook de hare voor hem zijn.), 'Pim en zijn familie' (1980-20 minuten; Pims ouders zijn 35 jaar getrouwd. De hele familie is uitgenodigd voor een gezellige dag. Pim houdt niet van dit soort opgelegde feestdagen. Hij onttrekt zich aan de verplichtingen door plezier te maken met zijn 5-jarig neefje. Maar je onttrekken heeft ook zijn consequenties...), 'Pim geeft een feest' (1980-20 minuten; Pim moet op het huis van zijn oma passen. Eindelijk de ruimte. Een mooie gelegenheid voor een feest. Helaas komen de mensen die hij heeft uitgenodigd niet opdagen, maar wel een horde jongelui die hij geheel niet kent. Het wordt een wild feest, maar of oma het zal appreciëren als ze terugkomt is de vraag...), 'Pim en de film' (1980-20 minuten; Pim wordt gevraagd om mee te spelen in een reclamefilmpje. Een jongensdroom gaat in vervulling. Meteen denkt hij aan beroemd zijn en hoe het filmpje er volgens hem uit zou moeten zien. Bij de opnamen blijkt het echter moeilijker dan hij had gedacht. Hij komt van de ene situatie in de andere. Tot slot ervaart Pim in de bioscoop dat je iflm op vele manieren kunt gebruiken: hij ziet zichzelf terug als anti-held.) en 'Pim en zijn vriend' (1980-20 minuten; Pim wil een racefiets. Dat is zijn hobby, zijn leven geworden. Hij ontmoet op zonderlinge wijze iemand die aardig voor hem is. Eindelijk een vriend. Samen delen ze veel lief en leed, samen delen ze het geld dat Pim heeft gespaard.). De 'Pimmetjes' zijn kortebaangrapjes, die het vooral moeten hebben van fysieke gags en aardige rolletjes. Muziek: Maarten Koopman. Camera: Theo van de Sande. Producent: Jan Musch, Tijs Tinbergen, Orlow Seunke. Montage: Orlow Seunke, Ton de Graaff. Art direction: Doris van der Linde. Geluid: Jan Musch.
Première: 4 augustus 1983
K-100 minuten

SCHOT IN DE ROOS, 'N
ook: SCHOT IN DE ROOS, EEN
Willem van Batenburg

met: Diana de Koning (Maja), Richard Wildens (Alex), Suzanne Goyer, George Fonken, Petra Heide

Scenario: Willem van Batenburg. Tweede Nederlandse pornospeelfilm. De man van een echtpaar (Alex) krijgt de smaak te pakken als hij een keer met de vrouw van zijn vriend vrijt; hij wil het vrije sexleven in. Zijn vrouw Maja wil daar niets van weten. Dus schakelt Alex een vriend in om haar op andere gedachten te brengen. Een uitgebreide vrijscène tussen Maja en de twee mannen volgt. Pas na afloop beseft ze dat er opzet in het spel was en besluit ze wraak te nemen. Het ene sexvriendje is nog niet vertrokken of ze pikt de volgende alweer op. Als de vrijpartijen met mannen uitgeput raken, komt Maja op een lumineus idee: ze gaat het eens met vrouwen proberen om Alex te pesten. Alex krijgt het pas echt moeilijk als ze met een vriendin vrijt en hij niet mee mag doen. Als hij in zijn eentje gaat slapen, krijgt hij een nachtmerrie. Hij droomt dat hij aan een boom is vastgebonden, terwijl de twee vrouwen voor zijn ogen liggen te vrijen. Badend in het zweet wordt hij wakker. Maja ligt inmiddels naast hem. Ze vindt dat hij nu zijn lesje wel heeft geleerd en ze verzoenen zich... vrijend natuurlijk. De film eindigt met een knipoog van de hoofdrolspeelster naar het publiek. Camera: Arie Vleks. Muziek: Alrond Broers. Producent: Willem van Batenburg. Opgenomen in o.a. Amsterdam; waar Maja langs een bioscoop loopt waar PRUIMENBLOESEM draait. Alex uit de film was in het dagelijkse leven de vriend van Diana de Koning. Diana de Koning kreeg 10.000 gulden voor haar rol. Jan Doense in FID 1984: "als de actrices maar knap zijn en het beeld maar helder is en veel close ups bevat. Welnu, dat is hier min of meer het geval. (...) Wat dan het meest stoort aan 'N SCHOT IN DE ROOS zijn de volstrekt één-dimensionale personages, die werkelijk aan níets anders dan S-E-X kunnen denken en bij het kenbaar maken van hun verlangens dienaangaande teksten uitkramen waar de honden geen brood van lusten. Sorry, meneer van Batenburg, maar uw tweede lange pornofilm is m.i. niet veel minder slaapverwekkend dan PRUIMENBLOESEM. GEEUW... PART 2." Interviews met Diana de Koning, hoofdrolspeelster van PRUIMENBLOESEM en 'N SCHOT IN DE ROOS (1983), zijn te vinden in 'Skrien' 191 (augustus/september 1993) en in 'Schokkend nieuws' 23 (februari/maart 1996).
Première: 4 augustus 1983
K-90 minuten

TOEKOMST VAN '36, DE
Linda Tulden/Willem Thijssen

met: Ramon Texeidor (Juan Garcia Olivier), Françoise Binder (jonge vrouw), José en Brigida Costa, Arthur Lehning, Andres Capdevila, Felix en Francisco Carrasquer, Lola Iturbe, Antonio Perez Lazaro, Joaquin Paricio, Ricardo Gombau, Pura Villanueva, Mathilde Escuder

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Een reis door Spanje. Een jonge Belgische vrouw gaat op zoek naar haar eigen verleden en toekomst aan de hand van enkele historische gebeurtenissen: het begin van de Spaanse Burgeroorlog in Catalonië in 1936, de winterstakingen van 1960 in België, Provo in Amsterdam, mei 1968 in Parijs. Muziek: Lluis Llach. Geen historische, maar een subjectieve reconstructie. Een film over vrijheid, utopie en repressie. Juan Garcia Olivier, de leidraad van deze oorspronkelijk als documentaire bedoelde film, overleed in 1980. Dit wegvallen noopte tot het inlassen van speelfilmscènes.
Première: 20 oktober 1983
K-100 minuten

VELD VAN EER, HET
ook: THE FIELD OF HONOUR
Bob Visser

met: Loes Luca (Ada), Ralph Wingens (Louis), Guido Lauwaert (hôtelier), Beppie Melissen (vrouw van hôtelier), Frans Vogel (kelner François), Lou Spanjersberg (vader Schippers), Tineke Mallee (moeder Schippers), Aram (Aram), Cor van den Akker (Frans), Maria van Heeswijk (Stella Maria), Jules Deelder (man in 't zwart), Bert Sevenhuijsen (dominee), Ton Pompert (priester), De Twee Pico's (accordeonduo), Fons Burger, Charley Another, Oscar Langenhoff, Rik Scholtens, Co Vleeshouwer, Joop van Brakel, Richard Courcier, Matheu Meyer, Pieter Jan Smit, Leo Brusselman, Geert Anton, Ton de Koning, Kees Breedijk, Alphons Riesthuis, Willem Kars, Mark Glynne, Jan de Winter, Bob Visser, Manuel Kneepkens, Pierre van Duijl, Hannie de Wilde, Rob Vroon, Cor Mink, Mark van Dijk, Kees Plomp, Lodewijk Ouwens, Hayo Plebenga, Rudy de Sutter (soldaten)

Scenario: Bob Visser, Rien Vroegindewij, Jules Deelder, naar een idee van Bob Visser. De ex-huurling Louis -die bezeten is van oorlog gezien zijn verzameling wapentuig- zoekt na tien jaar zijn oude vriendin Ada op, die vegeteert in een burgerlijk milieu. Zij trouwen en Louis neemt Ada mee op huwelijksreis naar Verdun, waar in de Eerste Wereldoorlog meer dan een half miljoen soldaten zijn gesneuveld. De oorlogsfascinatie van Louis neemt waanzinnige vormen aan en wanneer Ada door de hoteleigenaar op de hoogte is gebracht van Louis' verleden, pakt zij haar koffers. De trein is evenwel vertrokken en Louis troont haar mee naar Fort Douamont waar hij haar laat opsluiten. Na een achtervolging stort Louis naar beneden. Ada keert terug naar huis. Muziek: The Au Pairs, Tuxedomoon. Producent: Kees Kasander. Camera: Dick Verdult. Montage: Ot Louw. Geluid: Mark Glynne. Opgenomen in Verdun (o.a. Hotel 'La Paix') en Rotterdam. De loopgraven werden in Rotterdam nagebouwd. Tot stand gekomen dankzij o.a. het Ministerie van WVC, de VPRO en de Gemeente Rotterdam. Hans van Driel in FID 1983: "Slordig - en mislukt - is het verhaal. Het exposé is verwarrend en duurt veel te lang. (...) De oorlog in Verdun wordt in kleur terugggebracht naar het heden op een absurd waanzinnige wijze. Hierin ligt de kracht van Visser: beelden en teksten versterken elkaar en de waanzin die bedoeld wordt. In alle overige scènes is Visser evenwel te expliciet (...)"
Première: 3 februari 1983
K-90 minuten

VIERDE MAN, DE
ook: THE FOURTH MAN
Paul Verhoeven

met: Jeroen Krabbé (Gerard), Renée Soutendijk (Christine), Thom Hoffman (Herman), Dolf de Vries (dokter De Vries), Geert de Jong (Ria), Hans Veerman (begrafenisondernemer), Hero Muller (Josefs), Caroline de Beus (Adrienne), Reinout Bussemaker (eerste echtgenoot), Erik J. Meyer (tweede echtgenoot), Ursul de Geer (derde echtgenoot), Filip Bolluyt (surfer), Hedda Loknie (verkoopster boekhandel), Paul Nijgaard (violist), Guus van der Made (treinkelner), Pamela Teves (verpleegster), Hella Faassen (vrouw bij lezing), Helen Hedy (verkoopster AKO)

Scenario: Gerard Soeteman, naar de gelijknamige roman van Gerard Reve (1981). Na een lezing in Vlissingen overnacht de homosexuele schrijver Gerard Reve bij Christine, de penningmeesteres van een cultureel clubje aldaar, die de schoonheidssalon 'Sphinx' leidt. Om in contact te kunnen komen met haar vriend, de loodgieter Herman, besluit Reve bij haar te blijven. Wanneer Christine haar vriend ophaalt, ontdekt Reve via super 8-filmpjes dat Christine reeds driemaal getrouwd is geweest met mannen die op noodlottige wijze om het leven zijn gekomen; telkens had de dood te maken met hun hobby of beroep. In visioenen die Reve al voor zijn lezing had, stond immer de dood centraal en zijn angst groeit dat hij nu de vierde man zal worden, of Herman op wie hij hopeloos verliefd is. Tijdens een autorit wordt Herman door loden pijpen gedood, waarna Reve in shock-toestand wordt opgenomen in een ziekenhuis. Muziek: Loek Dikker. Producent: Rob Houwer. Camera: Jan de Bont. Art direction: Roland de Groot. Montage: Ine Schenkkan. Opgenomen in o.a. Amersfoort (oude begraafplaats aan de Soesterweg), Noordwijk (Koningin Astrid Boulevard), Vlaardingen (noordzijde van de Koningin Wilhelminahaven), Amsterdam (Centraal station), Vlissingen (station), Muiderberg (Joodse begraafplaats), Den Haag (Hotel Des Indes). Film bestaat uit ongeveer 600 shots met een gemiddelde duur van zo'n 12 seconden. Jeroen Krabbé werd met deze rol beroemd in de Verenigde Staten; daar vond men zijn frontal nudity (en de katholieke symboliek) zeer gewaagd. Naast Jeroen Krabbé zijn ook Thom Hoffman en Renée Soutendijk naakt te zien. Maarten Spanjer heeft een screentest voor de rol van Herman gedaan en ook Liz Snoyink was in de race voor een rol. Thom Hoffman kreeg de rol van Herman door als enige van de opgeroepen 40 jonge acteurs tijdens de casting Jeroen Krabbé direct een uitgebreide tongzoen te geven. De scène met de kraan en de betonijzers, werd afgemaakt met een pop van make up-specialist Leo Cahn. Montage door Ine Schenkkan. Na SPETTERS met producent Joop van den Ende keerden Verhoeven en Soeteman weer terug naar producent Rob Houwer. Dit omdat Jeroen Krabbé een zakelijk geschil had met Joop van den Ende. Paul Verhoeven, die Jeroen Krabbé in de hoofdrol wilde hebben, heeft toen de rechten bij Van den Ende laten verlopen. Persprijs Toronto 1982, Publieksprijs Seattle 1983, beste acteur Jeroen Krabbé te Oxford 1983, Special prize te Avoriaz 1984. De muziek van Loek Dikker kreeg een Zilveren Lessenaar. In 'Bzzzlletin' 138 (september 1986) wordt uitgebreid ingegaan op zowel het boek als de film in het artikel 'Omtrent LIEVE JONGENS en DE VIERDE MAN' van Klaus Beekman. Het scenario verscheen als 6e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1991). Gerard Reve vond DE VIERDE MAN (in 1995) van de 3 verfilmingen van zijn werk de overtuigendste cinematografische bewerking. Opvallende Peter Stuyvesant-reclame in woord en beeld. 274.699 bezoekers.
Première: 24 maart 1983
K-92 minuten

VLASCHAARD, DE
ook: DE VLASAKKER/FLAXFIELD
Jan Gruyaert

met: Vic Moeremans (boer Vermeulen), Dora van der Groen (boerin Barbele, zijn vrouw), René van Sambeek (Louis Vermeulen), Gusta Gerritsen (Schellebelle), Dirk Celis (Bert), Daan Hugaert (Jan), Mark Peeters (Ivo), Mieke de Groote (Martha), Ilse Uytterlinden (Lea), Mieke Uytterlinden (Fietje), Dries Wieme (Poortere), Alice Toen (Tale), Juliette Van de Sompel (Netje), Max Schnur (Slijter), Benthe Forrer

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario van Jan Gruyaert, naar de gelijknamige roman van Stijn Streuvels (1907). Vlaanderen omstreeks 1900. De rijke boer Vermeulen komt in conflict met zijn volwassen wordende zoon Louis en diens hang naar zelfstandigheid. De latent aanwezige spanningen nemen snel toe door een ogenschijnlijk onbelangrijk meningsverschil over de plaats waar het vlas gezaaid moet worden. Ook Louis' erotisch geladen passie voor het melkmeisje van de boerderij wekt de ergenis van de oude boer. Dit alles leidt tot een hevige apotheose; de vader slaat zijn zoon neer met een knoestige stok, symbool van zijn macht. Hij blijft echter in leven. Mooie natuurbeelden van de wisselende seizoenen. Camera: Ben Tenniglo. Muziek: Rogier van Otterloo, Wannes Van de Velde. Art direction: Philip Graff. Montage: Susana Rossberg. Producent: Jan van Raemdonck, Gerrit Vischer. Boek was in 1943 al in Duitsland verfilmd als WENN DIE SONNE WIEDER SCHEINT door regisseur Boleslav Barlog. Hans van Driel in FID 1983: "Nergens maakt Gruyaert de ontwikkeling waar van de boerenzoon Louis, en evenmin wordt de bedreigde vaderpositie geloofwaardig (wat overigens niet ligt aan de acteerprestatie van Vic Moermans; deze is - samen met die van Dora van der Groen - voortreffelijk, in tegenstelling tot de overige, gestoffeerde rollen). (...) het lijkt wel of alle dwangmatige technieken toegepast werden zodra mensen in beeld komen (met name de wisselende scherptediepte werkt irritant). Anders is het wanneer de natuur wordt gevisualiseerd: geen obligate mooie plaatjes, maar zorgvuldig gekozen kadreringen met een verfijnd gevoel voor détail glijden in een vloeiende montage over het doek. De film krijgt hierdoor iets plechtstatigs, iets onvermijdelijks, waarbinnen het verhaal en acteren grote smetten vormen." Gouden Kalf 1983 voor Beste Acteur (Vic Moeremans). Prijs van de 'Corps Diplomatique Film Foundation' op het Internationaal Film Festival van Brussel 1983. Prijs van de Beste Jeugdfilm van het Seizoen 1982-1983 (Brussel). Grote Prijs op het Internationaal Filmfestival van Orléans 1983. Onderscheiding op het Internationaal Festival van de Landelijke Film (Auriac) 1983. De Sica-Prijs 1984 voor de Regie (Jan Gruyaert) en de Beste Acteur (Vic Moeremans) op het Internationaal Filmgebeuren van Sorrento. Grappes d'Argent 1985 op het Internationaal Filmfestival van Santarem.
Première: 10 maart 1983
K-90 minuten

VROEGER KON JE LACHEN
ook: VROEGER KON JE NOG LACHEN/IN THE OLD DAYS YOU COULD LAUGH
Bert Haanstra

met: Carolien van den Berg, Kees Brusse, Martine Bijl, Simon Carmiggelt, Jacques Commandeur, Mary Dresselhuys, Rijk de Gooyer, Kees van Kooten (Vieze Man), Johnny Kraaykamp sr., Robert Long, Sacco van der Made, Paul Meyer, Riek Schagen, Sylvia de Leur, Paul Steenbergen, Wim Sonneveld, Henny Orri, Guus Hermus, Hetty Heyting, Wim Kouwenhoven, Elisabeth Hoijtink, Hans Melissen, Bert Nienhuis, Pierre Roth, Max Teeuwisse

Scenario: Simon Carmiggelt (verhalen en teksten). Visualisatie van een aantal dialogen en monologen, zoals die ooit door Simon Carmiggelt zijn opgetekend voor het Amsterdamse dagblad 'Het Parool', zonder allerlei filmische foefjes of hulpmiddelen te gebruiken. Getoond worden o.a. een signeersessie met de 'Vieze Man' (Kees van Kooten) als klant, Robert Long die 'Mej. Nifterink' zingt, een deel (EEN PAAR) uit de film MOMENTEN van Otto Jongerius met Riek Schagen en Paul Meyer, en Mies Bouwman die op de bank een vraag aan Simon Carmiggelt stelt. Martine Bijl en Carolien van den Berg hebben allebei in hun scènes met eenzaamheid te kampen. De schrijver zelf vormt de verbindende factor tussen de scènes, soms in situaties die herinneringen oproepen aan ALLEMAN. De film eindigt met een fotoreportage van Simon Carmiggelt met zijn acht kleinkinderen voor het boekomslag van 'Ik mag niet mopperen'. Muziek: Jurre Haanstra. Producent: Bert Haanstra. Camera: Anton van Munster. Montage: Rob Hakhoff. Titel afkomstig uit conference van Wim Sonneveld èn naar een van Carmiggelts bundels. Ironisch bedoeld; net zoals Carmiggelt schrijft: tragikomisch. Wim Kan zou aanvankelijk ook meewerken aan de film. J. Fortuin in FID 1983: "Tegen alle theorieën en regels in resulteerde dit [monologen afgewisseld met korte beeldflitesen] onder de uitgebalanceerde regie van Haanstra in een reeks scènes, die even zovele juweeltjes zijn geworden van met geconcentreerde camera-aandacht genoteerd filmspel. (...) Een zeldzame collectie talent, die aan deze film met zijn milde humor in de loop der jaren extra nostalgische waarde zal verlenene." Gouden Kalf 'beste actrice' voor Carolien van den Berg. Rond dit Gouden kalf was wel wat te doen. Carolien van den Berg zelf daarover in 'HP/de Tijd' d.d. 17 september 1999: 'Ze vonden het niet zo'n prestatie, omdat ik maar tien minuten in beeld was. Carmiggelt zelf zag mij trouwens aanvankelijk ook niet zitten voor die rol'.
Première: 28 april 1983 (8 theaters)
K-85 minuten

WITTE PARAPLU, DE
ook: THE WHITE UMBRELLA
Heddy Honigmann/Noshka van der Lely

met: Josje Janse, Irene Ypenburg, Truus te Selle

Scenario: Heddy Honigmann, Noshka van der Lely. Experimentele film. Registratie van de reacties van twee jonge vrouwen op de toenemende bedreiging door kernwapens, waartegen ze op 21 november 1981 nog demonstreerden op het Museumplein. De één sluit zich op in haar huis, de ander zoekt naar nieuwe motivaties op Terschelling. De film tast hun gevoelens en denken af, waarbij onder andere ook films van Maya Deren en Godard een rol spelen. Uiteindelijk ontmoeten beide vrouwen elkaar weer op het Centraal Station. Daar verzinnen ze samen een verhaal over een vrouw die bedreigd wordt en hard wegholt met een witte paraplu in haar hand. Die paraplu had ze ook kunnen gebruiken als wapen; ze had ook de politie kunnen bellen, maar dat is een gevaarlijk idee. Muziek: Pien Stades, David Shire. Liedjes: 'When I'm sixty-four' door The Beatles, 'There will never be another you' door Nat King Cole, 'A long way to go' door Alice Cooper. Producent: Rolf Orthel. Camera: Angela Linders. Montage: Noshka van der Lely, Heddy Honigmann. Geluid: Noshka van der Lely. Vooraf werd de half-experimentele korte film BINNENSTEBUITEN van Barbara Meter, met Elza Heijman, Ineke Verberk en Lodewijk de Boer, vertoond over een vrouw die haar identiteit zoekt. Ze weet niet of ze in de buitenwereld wil stappen of niet.
Première: 27 oktober 1983
K-66 minuten

ZAAK VAN LEVEN OF DOOD, EEN
ook: SILENT FEAR
George Schouten

met: Peter Faber (Hans Jansonius), Carla Hardy (Eva Jansonius), Derek de Lint (Jack de Graaf), Gerard Cox (Lucas van der Vlugt), Judy Doorman (Cecil Swart/Daniëlle), Henriëtte Tol (psychiater), Lex Schoorel (therapeut), Robert Sobels (Ramakers)

Scenario: George Schouten naar de novelle 'Zonder dollen' van Hans Vervoort (1974). Marktonderzoeker Hans keert terug uit het buitenland, waar hij als het ware heen is gevlucht toen het met zijn vrouw Eva in de fout ging. Eva is nu dood. Zij zou van een flat zijn gesprongen. Hans vermoedt dat zij een duw heeft gekregen en wel van zijn voormalige collega Jack, met wie zij een verhouding had. Hans meldt zich op een congres van marktonderzoekers waar ook Jack aanwezig is. In flash-backs zien we hoe Hans viel op de typiste Eva, met haar trouwde, en werd geconfronteerd met het feit dat ze, nadat ze is opgehouden met werken, gaat lijden aan ruimtevrees en aan de drank raakt. Eva denkt steun te vinden bij Jack die ook aan een fobie lijdt. Ze trekt in bij Jack en er ontstaat een meester-slavin verhouding die therapeutisch heet te zijn. Wanneer Jack nog een vrouw in huis haalt, wordt het problematisch voor Eva. Bovendien blijkt Jacks therapie averechts te werken: haar fobie verergert. Wanneer zij bij Hans wil terugkeren is deze aan het einde van zijn latijn en ontvlucht haar. Gedurende dat congres probeert Hans Jack een bekentenis te ontlokken door hem in mogelijk fobische situaties te laveren. Omdat hij niet weet waar Jacks zwakke punt ligt, probeert hij hoogtevrees, pleinvrees, tunnelvrees en brugvrees. Echter Jack geeft geen krimp. En hij blijkt het ook niet te hebben gedaan, want Eva is echt zelf gesprongen. Hans gaat nu aan hyperventilatie lijden. Muziek van Hero Wouters en Bert ter Laak door The Two. Camera: Marc Felperlaan. Art direction: Harry Ammerlaan. Montage: Edgar Burcksen. Producent: Matthijs van Heijningen. Stunts: Dick Beer. DE LIFT en EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD zijn beide met één crew, met één week pauze tussendoor, in elf weken vastgelegd. EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD was als eerste aan de beurt. Opnamen op o.a. de net nieuwe 'Nieuwe Willemsbrug' in Rotterdam. Negatieve teneur in vrijwel alle kritieken; de film werd wel geprezen om de visuele aspecten en de sfeer. Jos Boesten in FID 1983: "Schouten maakt met cameraman Marc Felperlaan wel wat sfeer (...) waardoor er estethisch een en ander te genieten valt in Nederland als water-, beton-, glas-, tunnel- en bruggenland, maar dramatisch is EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD van een onthutsende knulligheid. Deze zaak rammelt psychologisch aan alle kanten. (...) EEN ZAAK VAN LEVEN OF DOOD had de analyse van een fobie kunnen worden. Het had ook een wodunit mogen zijn. En waarom geen item gebouwd in het (sado)masochistische genre. Nu wordt er op deze drie (nog lang niet afgetrainde) paarden tegelijk gewed, met als resultaat een onbestemd brouwsel, waarin zelfs Schoutens voorheen gebleken vermogen om bekend onbekend te maken nauwelijks zichtbaar en hoorbaar wordt."
Première: 14 april 1983 (11 theaters)
K-93 minuten

ZWARTE RUITER
ook: DE ZWARTE RUITER/BLACK RIDER
Wim Verstappen

met: Hugo Metsers (Fons Ruiter), Rijk de Gooyer (Rinus IJzerman), Pleuni Touw (Milou), Cristel Braak (Liza IJzerman), Hugo van den Berge (Verbiest), John Voners (Sjarrellowie), Carol van Herwijnen (Schellekens), Jules Hamel (Schellekens), Jaap Stobbe (Van Vliet), Rudi Falkenhagen (Maurice Truidens), Huub Stapel (Floor), Marc Peeters (Wies), Etha Coster (mevr. IJzerman), Edda Koster, Saskia ten Batenburg, Chantal Bakema, Marina de Graaf, Willy de Bruine, Daan Hugaert, Johan Hobo, Hero Muller, Sjoerd Pleysier, Paul Röttger, Mildred Goedorp, Johan Sirag, Elisabeth Versluys, Linda Voogt, Hans Holtkamp

Scenario: Gerard Cox; adviezen van Kees Holierhoek en Wim Verstappen. In het grensgebied van Zeeuws-Vlaanderen komen in 1952 twee gabbers uit het verzet tegenover elkaar te staan. Fons de Ruiter, alias de Zwarte Ruiter, heeft zich de reputatie verworven van de gewiekste en brutaalste botersmokkelaar van de streek. Rinus IJzerman is douanechef geworden en zal tot zijn leedwezen genoodzaakt zijn alles in het werk te stellen om zijn oude vriend te grazen te nemen, maar hij wordt pas fanatiek als de meestersmokkelaar een ongewenste verhouding begint met IJzermans dochter Liza. De Zwarte Ruiter onderhoudt ook nog een moeizame relatie met de exploitante van een louche nachtclub. De gebroeders Schellekens proberen de Zwarte Ruiter te werven als transporteur van gestolen wapens, maar daar gaat hij aanvankelijk niet op in. Uiteindelijk gaat hij door de knieën voor de druk van de wapensmokkelaars en loopt ermee tegen de lamp, terwijl de schooiers van Schellekens de dans ontspringen. De Zwarte Ruiter, in zijn ontsnapping geholpen door IJzermans dochter, wordt in de Ardennen in een hotel door Belgische rijkswachten omsingeld. Daar laat de plotseling opduikende IJzerman (die in eerdere instantie zijn vriend juist gearresteerd had) het tweetal ontsnappen. De film eindigt met een bevroren beeld van een achtervolging te voet, in een voor de held kansloze situatie. Muziek: Clous van Mechelen. Ruud van Hemert zou de film oorspronkelijk regisseren, maar hij werd zes weken voor de opnamen vervangen door Wim Verstappen. De door Rogier van Otterloo gemaakte muziek werd te elfder ure afgekeurd en heeft plaats gemaakt door een in haast door Clous van Mechelen gemaakte score. De film werd gezien als een gemiste kans: actie en sensatie kregen de voorkeur boven het uitdiepen van de verschillende karakters. Het idee werd wel origineel gevonden. Ook als driedelige televisieserie. Geen publiekssucces.
Première: 17 februari 1983
K-93 minuten


1984

ALTERNATIEF, HET
Frans Stroink

met: Paul Tubes, Just Vink, Hans Lansink, Jammie Dikkers, Baukje Zijlstra, Peter ten Braak, Rudi Dutschke, Daniel Cohn Bendit

Scenario gebaseerd op W.F. Hermans 'Onder professoren'. Na de opening van een sociëteit vindt de coördinator dat hij weer zoiets als een beweging uit de jaren zestig wil vormen. Daar is hij te oud voor en het komt dan ook zowat tot een conflict met een groep punks, waaronder zich ook zijn zoon bevindt. Hij zal iets nieuws moeten doen wil hij ooit nog iets presteren. Opgenomen in Groningen.
Première: 23 september 1984 (Nederlandse Filmdagen)
K-80 minuten

BARCODE
Paul Hosek

met: Mildred Goeders, Maura Renadel de Lafalette, Mike Passchenger, Armand Perrenet

Verwerkingsfase van een aanranding. De film volgt één individu een hele dag lang. Tussendoor momentopnames van wat haar overkomen is. Producent: Paul Hosek. Produktiejaar: 1984. Vertoond op de Nederlandse Filmdagen 1984.
K-80 minuten (16 mm; geluid)

BASTILLE
ook: LA PLACE DE LA BASTILLE
Rudolf van den Berg

met: Derek de Lint (Paul de Wit/Nathan Blum), Geert de Jong (Mieke), Evelyne Dress (Nadine), Loudi Nijhoff (vroedvrouw), Ischa Meijer (prof. Polak), Yann Colette (taxi-chauffeur), Dora Doll (mevr. Friedlander), Iboya Takacs (Hanna), Kim Bagmeijer (Myriam), Pierre Vial (dhr. Weinstock), Tamar Baruch (Batseba), Frank Schaafsma (Hein de Vries), François Guizerix (barkeeper station), Anne Lordon (bibliothecaresse), George Sluizer (clochard / 1ste taxichauffeur), René Bourdet (fotograaf), Walter Kous (rector school), Henk Votèl (conciërge), Jelte Faber, Thijs Keverkamp, Oona Giesen, Marieken Stolk, Monique van der Zouw (leerlingen)

Scenario van Rudolf van den Berg, Leon de Winter en Annemarie van de Putte, naar Leon de Winters roman 'La Place de la Bastille' (1981). Het leven van de dertiger -een historicus van joodse afkomst- Paul de Wit lijkt in alle opzichten benijdenswaardig. Hij heeft leuk werk, een warm huiselijk leven en zelfs een minares in Parijs. Paul geniet echter niet van dit alles. Een onbestemd gevoel van onrust beheerst zijn bestaan. Waaruit deze angst voortkomt, blijkt als hij bij toeval op het spoor komt van een een dubbelganger, die hij houdt voor zijn in de oorlog gedeporteerde tweelingbroertje Philip. Gedreven door een klein sprankje hoop, geeft Paul eindelijk toe aan zijn obsessie. Hij laat alles achter en gaat op zoek naar Philip. Het open einde van de film is met gemengde gevoelens ontvangen. Na een ongeluk met de taxi krijgt De Wit aan het eind van de film een lift en stapt in een achttiende eeuwse karos. Enkele verklaringen van het slot: -De Wit verdwijnt in de koets naar Varennes, wat zou kunnen betekenen dat hij zijn boek afmaakt; - De Wit kiest voor zijn Franse vriendin; -De Wit is uiteindelijk stapelgek geworden. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Producent: George Sluizer, Anne Lordon. Camera: Toni Kuhn. Montage: Mario Steenbergen. Geluid: Piotr van Dijk. Oorlogsthematiek: gevolgen. Fred Bredschneyder in FID 1984: "(...)Nadat men zijn akteurs, Derek de Lint voorop, in zijn film heeft zien bewegen en heeft horen spreken kan men zich er alleen nog maar méér om ergeren wanneer er in menige Nederlandse film weer eens een stevig nummertje toneel wordt weggegeven." Gouden Kalf in de categorie beste regie voor speelfilmdebutant Rudolf van den Berg tijdens de Nederlandse Filmdagen 1984. Officiële presentatie op het festival van San Sebastián.
Première: 10 mei 1984
K-91 minuten

CISKE DE RAT
Guido Pieters

met: Danny de Munk (Ciske Vrijmoeth alias Ciske de Rat), Willeke van Ammelrooy (moeder Marie), Herman van Veen (meester Bruis), Willem Nijholt ('oom' Henri), Peter Faber (vader Cor), Rijk de Gooyer (rechercheur Muyskens), Linda van Dyck ('tante' Jans), Carolien van den Berg (tante Chris), Adriaan Olree (De Goey), Ingeborg Uyt den Bogaard (Schooljuffrouw), Danny Merk (Theo), Mara Peelen (Corrie), Rudi Falkenhagen (Cafébaas), Hans Holtkamp (Vriend van Henri), Henk Rigters (Van Loon), Paul van Soest (Pieksma), Gé Frankenhuizen (Geel), Hans van den Berg (Psycholoog), Fausto Tallone (Bennie), Menno Herkes (Klaas), Frans Kokshoorn (Maatsuyker), Samantha Sluyter (Betje), Yuri Bouma (Jantje Verkerk), Erik Arends (Sipke), Marcel Goeberts (Kees), René Heilig (Dorus), Mika Stotzer (Karel), Joss Flühr (Mevr. Keulemans), Phons Leussink (Meneer Keulemans), Monique Kramer (Suus Bruis), Herman Kortekaas (De Haan), Cas Baas (Reinders), Niek Pancras (Vergeer), Nico Schaap (Bak), Floris Andringa (Antonesse), Hans de Wijs (Visser), David van der Linden (Buur), Krystle Stuur (Koosje), Kim Stuur (Katrientje), Onno Molenkamp (Ambtenaar), Devika Strooker (Bruidje), Leo Horn (Bruidegom), Ton Vos (Schoonvader), Harry Ammerlaan (Fotograaf), Cees Laseur, Bert Kuizenga

Scenario: Karin Loomans naar het boek van Piet Bakker (1929). De opstandige Ciske, voortdurend in conflict met autoriteiten in de personen van het onderwijzend personeel, de hem omringende volwassenen en bovenal zijn dellerige moeder, komt na een serie vernederingen en mishandelingen terecht in een tuchthuis nadat hij zijn moeder per ongeluk heeft gedood. Het betere leven dat hem door zijn vader was voorgepiegeld, lijkt nu op losse schroeven te staan, maar vangt tenslotte toch aan. Ciske redt het leven van een pesterige klasgenoot en verdient hiermee het respect van de hem vijandig gezinde omgeving. Hij kan dan gelouterd opnieuw beginnen, samen met zijn vader, diens vriendin en hun kersverse tweeling. Muziek: Erik van der Wurff. Song: 'Ik voel me zo verdomd alleen' (Herman van Veen/Karin Loomans) door Danny de Munk, dat in zeer snel tempo de eerste plaats in de hitparade behaalde. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Frans Bromet. Kostuums: Jany Hubar. Montage: Ton Ruys. Niet de onderwijzer zou, zoals in het boek en eerdere verfilming uit 1955, centraal staan maar het kind Ciske. Daarnaast is er fiks gesleuteld: Tante Jans krijgt in het boek geen tweeling, Ciske's vader is in het boek allang verdwenen, in de film is er een echtscheidingstoestand, waarvan in het boek geen sprake is. Het hondje van Ciske aan het eind zit niet in het boek. Ook de afloop is geheel anders dan het boek. Bij Piet Bakker lost Ciske zijn sculd tien jaar later pas af als hij als soldaat wordt opgeroepen en bij de Grebbeberg twee kameraden redt. In de film redt hij Jantje van de verdrinkingsdood. Eigenlijk is alles anders, behalve de moord op de moeder. Het verhaal is op verzoek van de regisseur overgeplaatst naar de crisis van de jaren dertig. Opgenomen in de Czaar Peterbuurt te Amsterdam. Vierdelige televisieserie bij de KRO, met extra scènes. Persreacties: Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 30 maart 1984: "(...)Ook nu [na DR. VLIMMEN en KORT AMERIKAANS] is er op Pieters weinig anders aan te merken dan juist zijn vlakke onberispelijkheid. (...) Verreweg de beste acteerprestatie wordt geleverd door Willeke van Ammelrooy. (...) CISKE DE RAT anno 1984 is een smartlap zonder smart, een volksdrama op maat gesneden van de smaak van de middenklasse (...)" Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 29 maart 1984: "(...) Niet alle scènes zijn even sterk (net zo min als sommige dialogen), maar mede door de fotografie van Frans Bromet, is het vooral een warme film geworden, die vanzelfsprekend gebruik maakt van het sentiment van het boek, maar geen moment slijmerig wordt, hoewel een enkele keer de muziek onnodig de emoties van de beelden onderstreept (...)" CISKE DE RAT werd het kassucces van 1984. De film ging in 42 theaters uit en had na drie weken, in inmiddels 72 theaters, al ruim 400.000 bezoekers getrokken. 1.593.311 bezoekers, nummer 1 over 1984. Art director Dick Schillemans kreeg een Gouden Kalf. Tweede prijs in de categorie jeugdfilms te Tomar 1985. Eerste prijs op het kinderfilmfestival te Moskou 1986.
Première: 29 maart 1984
K-105 minuten

DAGJE NAAR HET STRAND, EEN
Theo van Gogh

met: Cas Enklaar (Bernd), Tara Fallaux (Walijne), Helen Hedi (Medusa), Emile Fallaux (Carl), Jojet Mulder (dame in lift), Henk Laan (Louis), Bill Wiggers (Lelieveld), Hans Fransen (Visser), Iet van Ringen (Mevrouw), Michiel Hanraath, Marie Kooyman, Pamela Koevoets, Heere Heeresma (commentaarstem)

Scenario van Theo van Gogh, gebaseerd op de gelijknamige roman van Heere Heeresma uit 1962. Tragisch verhaal over een gescheiden man, Bernd (Cas Enklaar), die met zijn licht gehandicapte dochtertje Walijne (Tara Fallaux) een dagje naar het strand gaat en daar allerlei vreemde mensen ontmoet. Naarmate de alcoholdrift van Bernd groter wordt, ontaardt het 'dagje' uit in een kroegentocht, waarbij hij zijn dochtertje kwijtraakt. Trillend en wanhopig schreeuwend begint hij zijn dochtertje te zoeken tussen de strandstoelen op het verlaten strand van Scheveningen. Muziek: Willem van Ekeren, Rainer Hensel. De muziek van de film werd vantevoren gecomponeerd. De dansscène van Bernd werd geheel op de muziek bedacht. Het boek van Heere Heeresma werd al eens eerder -in 1968- verfilmd onder de titel A DAY AT THE BEACH door Simon Hesera, met als scenarioschrijver en medeproducent Roman Polanski.
Première: 27 september 1984
K-85 minuten

DESIREE
Felix de Rooy

met: Marian Rolle (Désirée), Dan Strayhorn (Freddy), Cynthia Belgrave (moeder), Joanne Jacobson (mrs. Resnick), Askina Toure (Desiree als kind), Maxwell Glanville (Father Siego), Eric Himes (uncle Harry), Patrick Sullivan (doctor), Roberta Watson (mid-wife), Kira Goodman (baby)

Scenario van Norman Ph. de Palm, naar zijn gelijknamige toneelstuk, naar een waar gebeurd verhaal, dat op Nieuwjaarsdag 1980 verscheen in een Newyorkse krant. Eerder vertoond in een ongeredigeerde versie als eindexamenwerkstuk van de Antiliaanse regisseur Felix de Rooy in 1982. Engelstalige, 'black-cinema'-productie. Desiree, een negerin in New York, is op zoek naar een mogelijkheid om te overleven. Het milieu waarin ze verkeert, de sekte 'The True Confessors' die haar liefdevol opneemt, de baas voor wie ze werkt vormen ongewild een front tegen deze vrouw, die uiteindelijk haar baby als bron van alle kwaad begint te beschouwen. Ze krijgt het waanidee dat haar baby bezeten is door de duivel en daarom schoon gebrand moet worden. Ze doet dit letterlijk en wordt psychotisch. Het verleden van Desiree wordt getoond in flashbacks op twee niveau's. We zien beelden uit haar jeugd met haar moeder en haar verhouding met haar minnaar Freddy. Toen de film in de laatste fase niet afgemaakt leek te kunnen worden, verschafte de NCRV het mankerende bedrag, echter met de opmerkelijke toevoeging dat de film vanwege zijn hopeloze inhoud niet op tv kon worden vertoond. Muziek: Ronald Snijders. Songs: 'Desiree Blues' door de Amerikaanse actrice Marian Rolle, 'Come Ye Disconsolate' en 'I can't open up' door Wendell Morrison. Camera: Ernest Dickerson. Kostuums: René Metsch. Geluid: Gil Kraus, Anne Rodgers. Montage: Edgar Burcksen, Jacques Marcus. Producent: Norman Ph. de Palm. Eerste Nederlandse ‘zwarte’ film. Persreacties: ‘meer een betoog dan een film’, ‘meer toneel dan film’. Uit ‘de Telegraaf’ d.d. 15 november 1984: “Een melodrama in optima forma dus, maar met afgewogen, wezenlijke scènes, gevoelige en effectieve dialogen en uitstekend spel van met name de debuterende hoofdrolspeelster Marian Rolle wordt elke valkuil van sentiment zorgvuldig vermeden. Hoe makkelijk het fout kan gaan toont de finale, waarin de talentvolle De Rooy de emotionele teugels nèt even te ver liet vieren.” Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ van 15 november 1984: “Aanvankelijk wordt dit verhaal nogal stroef verteld in een dicht bij het theater liggende acteerstijl. Allengs krijgt DESIREE echter een kracht die samenloopt met de dramatische ontwikkeling, maar tenslotte hysterische vormen aanneemt. (...) Los van alles is sterk merkbaar dat Felix de Rooy een talentvol filmer is, die in fraaie stijl zijn drama een consequente vorm geeft. De emoties schoten mijn hart een beetje voorbij, op intellectueel niveau kon ik het allemaal wel plaatsen, maar de voornaamste indruk is toch die van een buitensporige film met opmerkelijke kanten.” Peter de Zwaan in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. 29 augustus 1985: “Somber is DESIREE inderdaad. En ontmoedigend ook. (...) De produktiemoeilijkheden hebben hun stempel op DESIREE gedrukt en de toneelmatige aspecten zijn er in terug te vinden, maar de film is goed gemaakt en Marian Rolle speelt overtuigend.”
Première: 15 december 1984
K-96 minuten

FEEST EN DE GROTE LEUGEN, HET
Bob Entrop

met: Lisette van Geldorp (Loes), Michiel Borst (Sander), Ansjela Rommens (Hanneke), Jeroen van Keep (Geert), Bas Könning (Mark), Ellie de Bont (Marjan)

Scenario: Bob Entrop, Marcel Siegmund, Anneke Hopmans. Jeugdfilm met als thema jongeren en sexualiteit. Plaats van handeling is een nieuw jongerencentrum. Een drietal paartjes bereidt zich voor op het openingsfeest in het centrum en weet zich na afloop weer wat wijzer omtrent hun eigen en andermans sexualiteit. Verschillende taboes en vooroordelen passeren de revue via de hoofdrollen: de homosexuele jongen die er niet voor uit durft te komen, het meisje dat een goede vriend in een aanrander ziet veranderen, het meisje dat na een vrijpartij tegen wil en dank vreest zwanger te zijn, de stoere bink die het meer van woorden dan van daden moet hebben en het meisje dat ten langen leste haar onvrede over haar vriends sexuele prestaties uitspreekt. Zo was het feest voor sommigen een feest, maar anderen liegen dat het een feest was. Muziek: Next Crisis, Bernard Sterk, Peter van Dorst, Toon Plasman, José Gomis, Eric Vloeimans, Kees Veldhuizen, Roel Bisschop. Camera: Alex Boon. Art direction: Wendi de Bakker, Richard van Oosterhout. Montage: Bob Entrop. Opnamen gemaakt in drie weken, na o.a. distributieproblemen. Bevat twee meisjes en een jongen die bloot gaan. Op het Festikon in Amsterdam (het jaarlijkse festival voor educatieve films) werd de film bekroond met de Gouden Eekhoorn voor de beste lange film. Eerder werd de film met succes vertoond op de filmfestivals van Oberhausen, Salerno en Malmö. Film gemaakt ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van Sol Films (voorheen Solidariteit Films) te Breda, die zich tot dan toe bezig hielden met gedramatiseerde documentaires. FID 1984: "[De film duurt} te lang, omdat er gestopt wordt met lappen (...) De film duurt te kort omdat de personages, hun karakters en onderlinge relaties volstrekt onvoldoende worden neerrgezet, waardoor er voordurend nogal plat rechtstreeks wordt afgerekend op van dattum. Het akteren en de diktie van de amateur aktrices en akteurs is op een enkele uitzondering na storend stuntelig. (...) Beter iets dan niets, is de verzuchting waar het vormingsfilm betreft. Hoe lang moeten we dit alibi nog blijven aanvoeren?"
Première: 18 oktober 1984
K-84 minuten

GAT IN DE GRENS
ook: LOCH IN DER GRENZE/CROSSING THE LINE
Froukje Bos/Ruud Schuitemaker

met: Daan Dillo (Arnold Veter), Nicky Schuitemaker (Luudwien Oudewater), Marcel Kunst (Jéjé Jetse), Arnold Gelderman (Huib Holleman), Tamar Baruch (Annie Lantinga), Henk Uterwijk (Koos de Vries), Aram (Bennie), Lars Boom (roadmanager 1.2.3.), Marjon Brandsma (moeder Jéjé), Gery Buwalda (tehuisleidster), Cees Groeneveld (politieagent), Germaine Groenier (tehuisleidster), Olga Zuiderhoek (moeder Arnold), Frank Groothof (vader Arnold), Theo de Groot, Cees Heyne, Mary Michon, Hans Oosterhuis, Ton de Ridder, Max Sipkes

Nederlands-Westduitse co-produktie. Scenario: Froukje Bos, Karel Eykman, Ruud Schuitemaker, naar het boek 'Een gat in de grens' van Guus Kuijer. Jeugdfilm. Voor de IKON gemaakte televisiefilm over Luudwien, Jéjé en Arnold die los van elkaar zijn weggelopen van huis, elkaar op hun vlucht tegenkomen en zich samen verborgen houden op een autosloperij naast een snelweg. Als een bekende journalist van een veelgelezen ochtendblad zich met hun zaak bezig blijkt te houden, zien ze daarin de mogelijkheid om aan geld te komen en proberen hem hun verhaal te verkopen zonder dat hun schuilplaats wordt ontdekt. Ze presenteren zich aan hem als het 'Teleurgestelde Front'. Dat hij op zijn beurt de drie slechts gebruikt voor sappige nieuwsverhalen wordt hen op hardhandige wijze duidelijk. Zijn assistente krijgt echter medelijden met de drie weglopers en helpt ze een 'gat in de grens' met Duitsland te vinden. De journalist volgt ze echter en haalt de politie erbij. Net over de grens worden ze ingerekend. Toch is hun vlucht niet helemaal voor niets geweest. Muziek: Werk in Uitvoering (Michel Koperdraat, Miel de Vries, René te Molder, Carmen Schilstra). Dankzij de IKON en de Westduitse Sender Freies Berlin kon deze film gerealiseerd worden, en wel in verschillende versies: een vijfdelige televisieserie en een anderhalf uur durende bioscoopversie. Deze laatste is tijdens de Berlinale in februari 1985 op het Kinderfilm Fest vertoond.
Première: 18 oktober 1984/19 december 1985 (Cinecenter, Amsterdam)
K-88 minuten

GEBROKEN SPIEGELS
ook: BROKEN MIRRORS
Marleen Gorris

met: Lineke Rijxman (Diane), Henriëtte Tol (Dora), Edda Barends (Bea), Coby Stunnenberg (Ellen), Carla Hardy (Irma), Marijke Veugelers (Francine), Johan Leysen (baas), Eddy Brugman (Jean/Pierre), Onno Molenkamp, Arline Renfurm (Tessa), Anke van 't Hof (Linda), Hedda Tabet (Jacky), Elias van Zanden, Jaap Hoogstra,Truus Dekker, Elsje de Wijn, Rolf Leenders, Matthias Maat, Beppie Melissen, Mara Peelen, Elja Pelgrom, Wim Wama, Pim Vosmaer, Robert de Jonker, Wim van der Grijn, Gijs Scholten van Aschat, Jan Pieter Koch, Victor van Swaay, Deborah Korper, Serge-Henri Valcke, Michel van Rooy, Peter Broekaert, George van der Hoeven

Scenario: Marleen Gorris. Feministische film met twee verhaallijnen. Het ene speelt zich af in een bordeel waar een Madam de zaken draaiende houdt. Via het debuterende meisje Diane maken we kennis met de verschillende meisjes. Tegelijkertijd zien we hoe een huisvrouw ontvoerd wordt door een maniak die haar doodfoltert in een afgelegen huisje. Naar het einde toe komen de twee lijnen samen. De onzichtbaar gebleven maniak blijkt dezelfde te zijn als een regelmatige bezoeker van het bordeel. Aan het eind van de film schiet een van de prostituées in het bordeel een spiegel kapot en vertrekt samen met een collega. Muziek: Lodewijk de Boer. Camera: Frans Bromet. Art direction: Harry Ammerlaan. Montage: Hans van Dongen. Producent: Matthijs van Heijningen. Geluid: Georges Bossaers. Will van Kralingen heeft gesprekken gevoerd met Marleen Gorris voor een rol in GEBROKEN SPIEGELS, maar dat ging niet door omdat ze te zeer van mening verschilden over hoe vrouwen in de maatschappij staan. Publieksprijs Nederlandse Filmdagen. Eerste prijs voor de beste speelfilm tijdens het International Gay Film Festival van San Fransisco. Speciale vermelding van de jury tijdens het Festival International de Films de Femmes in Créteil, Frankrijk. 195.378 bezoekers. Nummer 15 over 1984. Het scenario van de film verscheen samen met die van DE STILTE ROND CHRISTINE M. en THE LAST ISLAND als 3e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1990).
Première: 27 september 1984
K-105 minuten

GEHEIM VAN VREDENHOF, HET
Wibo van de Linde

met: Heleen Faber, Jelle de Jong, Jantje Brands, Jan-Berend Bazuin, Henk Koning, Cees van der Wal, Teun de Jong, Carel Brandt

Tijdens hun vakantie op Schiermonnikoog ontdekken Jelle en Heleen de smokkel van goud, dat daar door een nazi-officier blijkt te zijn verstopt en nu door zijn zoon wordt opgehaald. Film gemaakt naar de televisieserie uit 1982. Alle rollen worden gespeeld door amateurs. Nederland, 1984
Première: geen bioscooproulement
K-98 minuten

GRENS, DE
Leon de Winter

met: Johan Leysen (Hans Deitz), Linda van Dijck (Marleen Ruyter), Angela Winkler (Rosa Clement), André Dussollier (Marcel Boas), Hector Altério (Andras Menzo), Mariana Rey Monteiro (Sabino's moeder), Cecilia Guimaraes (pensionhoudster), Paula Guedes (ondervraagster), Helena Isabel Ribeiro (Marcels vrouw), José Maria Branco, Rui Cardoso, Alexandre Sousa, José de Carvalho, Carlos Cezar

Scenario: Leon de Winter. Hans Deitz, journalist, reist vergezeld door zijn vrouw Marleen naar Zuid-Europa om een terrorist te interviewen. Via een tussenpersoon belanden ze in een dorp, Cuencas, waar Marleen tijdens de gewelddadige rituelen van het jaarlijkse dorpsfeest in paniek raakt en besluit te vertrekken. Dan blijkt dat de terroristen het interview slechts als lokaas gebruiken. Ze dwingen Hans getuige te zijn van de aanslag op een hoge militair en eisen dat hij dat in een artikel verantwoordt. Hans weigert en slaagt erin na het bloedbad te ontsnappen. Opgevangen door Rosa, de weduwe van een geëxecuteerde terrorist, die hem dwingt haar te helpen het land te verlaten, kent Hans uiteindelijk alleen nog de wil tot overleven. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Lied: Lucia Meeuwsen. Producent: René Seegers, Paolo Branco. Productiemaatschappijen: De Eerste Amsterdamse Filmassociatie van 1980, VARA. Camera: Eddy van der Enden. Art direction: Leon de Winter. Geluid: Kees Linthorst. Kleding: Inger Kolff (hoofdrollen), Judy Shrewsburry. Verhaal wordt verteld via flash-backs en flash-forwards. Geheel opgenomen in Portugal (Estremoz) met een budget van 1,3 miljoen gulden. De opnamen in Portugal zorgden voor grote produktionele problemen. Opvallende rol voor Peter Stuyvesant-cigaretten. Angela Winkler is afkomstig uit Duitsland. Engels, Portugees, Nederlands, Frans gesproken. Op zondag 20 mei 1984 ging de film op het festival van Cannes in première in het officiële programmaonderdeel 'Un certain regard'. De recensies waren gemengd; zowel goede als slechte. Op 19 september 1984 was DE GRENS de openingsfilm van de Nederlandse Filmdagen, maar een Gouden Kalf bleef uit. Hans Kroon in 'Trouw': "schijnheilig, banaal en slecht gemaakt." 'de Volkskrant': "De vorm krijgt een te sterke nadruk, het gepuzzel is soms een belangrijker element waar je als kijker mee bezig bent dan het verhaal en het inhoudelijk thema." FID 1984: "DE GRENS is spannend en angstaanjagend vanaf het eerste tot het laatste shot. Een spanning die staat als een huis. De Winter is erin geslaagd deze spanning te verbeelden mede via de muziek van Boudewijn Tarenskeen. (...) Behalve de spanning en de mooie beeldenreeksen blijven er echter veel vraagtekens over. Vraagtekens die de kern van de film raken als waarom pleegt Hans de moorden eigenlijk? (...)" 13.597 bezoekes. Producent René Seegers later: "De fout met DE GRENS is geweest dat we onze eigen smaak en intuïtie hebben losgelaten terwille van concessies aan het zogenaamde grote publiek. Het mislukte aan beide kanten." In 1985 verscheen 'Beoordeling en beleving van 'De grens' : verslag van een toegepast receptie-onderzoek' door Ed Tan bij het Instituut voor Theaterwetenschap Amsterdam / Utrecht.
Première: 20 september 1984 (7 theaters)
K-100 minuten

MOORD IN EXTASE
Hans Scheepmaker

met: Joop Doderer (rechercheur Jurriaan/Jurre De Cock), Ron Brandsteder (Vledder), Manouk van der Meulen (Monique), Toon Agterberg (Walter van Duin), Hero Muller (Kees Bleeker), Eric van der Donk (commissaris), Jacques Luyer (Van Woudrichem), Kees ter Bruggen (Thea Mulder), Jan Verhoeven (Smalle Lowietje), Martin Schüller (Handige Henkie), Hans Veerman (boer), Clara Brak (vrouwtje van Dalen), Suze Broks (tante Stien), Yvonne Pelasula (Kitty), Albert Abspoel (postbode), Pieter de Wijn (schouwarts), Johan Sirag (dr. Rusteloos), Hidde Maas, Kenneth Herdigein (bewakers), Will Vermeulen (prostituée), Jack Monkau (Stoops), René Zwart (Prinsen), Gerrit IJff (Haaksma), Ernst Zwaan (amanuensis), Jon Bluming (man op kerkhof), Juanita Landbrug (Mavis Delano), Ellen Veger (brigadeuze), Ursul de Geer (rijkspolitieman), Geert Mierop (dactyloscoop), Glenn Wassenbergh (fotograaf), Paul Gieske (sectie assistent), Robert Romkes (agent), Dicky Beer (dealer), Hester Wentzel (hippie meisje), Klaas Slot (Martin Vermeulen), Wieger van Aalderen (Ricky), Harold Bendig, Rob Zwart (geldlopers), Aad Allaart (rechercheur), Peter de Booy (clochard), Hans van Isselt (Peter Shot), Geertje Bos (journaliste), Anja van den Akker (fotografe), Christy Vroklage (secretaresse), Dick Bavelaar (portier), Dick 't Hooft (O.V.J.), Oscar Doderer (Oscar), Leendert Walig

Scenario van Felix Thijssen, naar de roman 'De Cock en de moord in extase' van A.C. Baantjer (1982). Na een brutale overval op een geldtransport op het Amsterdamse Jonas Daniël Meijerplein, waarbij de chauffeur wordt doodgeschoten, openen rechercheur De Cock en zijn assistent Vledder de jacht op de moordenaar. Smalle Lowietje en Handige Henkie helpen een handje en samen rollen ze van het ene avontuur in het andere. Muziek: Arthur Cune. Song: 'Still can't believe it' door Maggie MacNeal. Producent: Henk Bos. Camera: Rob van der Drift. Art direction: Jaap Verburg. Montage: Victorine Habets. Geluid: Victor Dekker. De film kent het niet geringe aantal van 1400 beeldovergangen. In MOORD IN EXTASE wordt nadrukkelijk reclame gemaakt voor Océ, Hyundai, Playboy, Kuperus en Sony (Brandsteder). De stunts werden verzorgd door Dickey Beer. Hij had zelf een kleine rol in de film, waarbij hij uit een grachtenpand vijf verdiepingen naar beneden viel. De stunt met de Ford Camaro moets opnieuw, omdat vergeten was dat er dikkere banden om de wagen lagen dan die bij de repetities. Vrij slecht ontvangen; alleen voor de manier waarop Joop Doderer zijn rol speelde was wèl waardering. FID: "De film van Hans Scheepmaker is in feite een politiefilm zoals er twalf in het dozijn gaan. (...) Toch maakt de film een sympathieke en frisse indruk. Het spel van Joop Doderer is erg goed. (...) Scheepmaker is een meester in het detail en daardoor verveelt de film geen moment en sprankelt niet zelden van humor, Maar het blijft een politiefilm (een goede!) en niet veel meer dan dat. Scheepmaker wist de film niet boven zijn genre uit te tillen. De laatste (overbodige) scène is er kennelijk om de film aan zijn titel te helpen." Nummer 19 over 1984.
Première: 16 februari 1984 (31 theaters)
K-91 minuten

NAUGHTY BOYS : A SAD MUSICAL COMEDY
Eric de Kuyper

met: Linda Dolan (Daisy), Rik Roesems (Jeremy), Jack Post (Jack), Paul Ruven (Paul), Paul Verstraten (Willie), Emile Poppe (Emile), Gérard Lemaître (Gérard), Steven van Galen (Steve), Michel Israel (Walter), Annick Christiaens (zangeres), José van Doorn, Iene van Doorn, Anne Arts, Charlotte Verstappen, Wen van der Pluijm, Sjanneke Boerland (meisjes)

Scenario: Eric de Kuyper. Experimentele film. De film opent met een lange opname van de hal van een Engels herenhuis. In de hal hangt een grote, ingelijste foto waarop vaag spelende jongens zijn te herkennen. Op de achtergrond speelt een lied 'After the ball is over'. In het huis bevindt zich een zestal in smoking geklede, jonge mannen die zijn achtergebleven na een feest. In een landerige sfeer trachten ze moeizaam de feeststemming vast te houden: ze praten wat met elkaar, spelen een spelletje kaart, voeren lange telefoongesprekken... duidelijk is dat ze zich vervelen. De verveling wordt af en toe doorbroken doordat de heren plotseling uitbarsten in zang en dans. Slechts eenmaal keert de uitbundigheid van het feest echt terug met de komst van een opvallende, dominante vrouw. Maar even plotseling als ze gekomen is, verdwijnt ze ook weer. De vrouw (Linda Polan) is de enige professionele actrice in de film, de overige rollen worden gespeeld door amateurs (vrienden van Eric de Kuyper). Muziek: Mark Maes. Producent: Kees Kasander. Camera: Michel Houssiau. Art direction: Ben van Os. Montage: France Duez. Geluid: Arno Hagers. FID 1984: "De film heeft bij vlagen de smaak van iets nieuws, iets anders. Maar die nieuwe smaak is nog lang niet uitgekristalliseerd. (...) Het valt te hopen dat hij over de (geld)middelen blijft te beschikken om de heel eigen cocktail die hij bezig is te mixen ooit definitief op de menukaart te krijgen. " Prijs van de Jury op de Nederlandse Filmdagen in Utrecht 1984. Prijs voor de Beste Regie (Prijs Vittorio de Sica) op het Internationaal Filmgebeuren te Sorrento 1984.
Première: 26 januari 1984 ('t Hoogt-Utrecht, Desmet-Amsterdam)
ZW-110 minuten

NOS TA BAI HULANDA
ook: NOS TAHBA BAI HULANDA/WIJ GAAN NAAR HOLLAND
Frank Zichem

met: Virginia Curlingford, Joan Francis, René Bishop, Ciro Fraai

Scenario: Kees Holierhoek. Een Antiliaanse familie heeft vanwege een ernstige ziekte van de vader haar hotel op Curaçao verkocht en komt naar Nederland om genezing voor hem te vinden. Vader Carlos is een van nature opgewekte, ruimdenkende man; daarentegen hecht zijn vrouw sterk aan oude, traditionele rituelen. In Nederland wordt het gezin opgevangen door Carlos' broer Ciro, die bij de douane werkt en die nog steeds heen en weer geslingerd wordt tussen twee culturen. Centraal in de film staat de 15-jarige dochter Diana, door wiens ogen Frank Zichem zijn kijkers laat kennismaken met Nederland, terwijl ze tegelijk geplaatst is in de dreigende context van de op handen zijnde dood van haar vader. Ze wordt er enorm onzeker van, hetgeen zich uit in een reeks van conflicten met meisjes op school en vooral haar moeder en oom Ciro, die zij er in haar fantasie sterk van verdenkt te zitten wachten op haar vaders dood om vervolgens met haar moeder te kunnen trouwen. Wanneer acht dagen na het overlijden van haar vader volgens rituele gebruiken zijn geest uit de woning verdreven wordt, komt het tot een definitieve uitbarsting bij Diana, waarna zij zich eindelijk met haar moeder kan herenigen. Muziek: Frank Douglas.
Première: 9 november 1984 (Soeterijn)
K-76 minuten

OVERVALLERS IN DE DIERENTUIN
Christ Stuur

met: Lex de Regt (Ros), Paul van Soest (Plumming), Maurice Schmeink (Haas), Miranda Sanders (Sonja), Martin Versluys (Steef), Cor van Rijn (directeur Vereboer), Odette Nabbe (caissière Roos), Marlous Fluitsma (Vlier), Marina de Graaf (secretaresse Wendy), Bartho Braat (tractorman Piet), Herman Haijemaije (bladenman Kees), Nico Schaap (agent Willem)

Scenario: Felix Thijssen naar het gelijknamige boek van Ciny Peppelenbosch. Jeugdfilm over een drietal boeven -twee mannen Ros en Plumming en een jongen, Haas- dat een pompstation berooft en de buit in een dierentuin verstopt. Daar komen enkele wantrouwige kinderen in actie, waardoor de boeven uiteindelijk worden gepakt. De beide mannen worden gearresteerd, de jongen gaat vrijuit. Muziek: Erik van Tijn en Jochem Fluitsma. Song: 'Overvallers in de dierentuin' (Johnny Lion) door Miranda Sanders. Producent: Gerrit Visscher. Camera: Rob van der Drift. Art direction: Hemmo Sportel. Montage: Hans Walther. Geluid: Victor Dekker. Opgenomen in de dierentuin van Amersfoort. In het boek is Haas geen zielige wees, die graag naar Australië wil. Matig ontvangen. Fred Bredschneyder voor FID 1984 : "Dat het tóch geen over de hele linie bevredigende jeugdfilm is geworden zit 'm voornamelijk in de vele té zeer voor de hand liggende, bijna onbenullige voorvallen die héél kleine kinderen misschien nog wel als verrassend ondergaan maar die op het bredere publiek, waarop de film toch mikt, nogal kinderachtig overkomen. Voorts komen niet alle karakters uit de verf en is het spraakgebruik van de twee volwassen overvallers, met de eeuwige stopwoordjes en steeds weer dezelfde grappen, nogal irritant. (...) OVERVERVALLERS IN DE DIERENTUIN kan moeilijk als een volop geslaagd debuut worden aangemerkt, maar zoveel positiefs valt er toch wel over te melden dat men Christ Stuur graag een tweede kans toewenst."
Première: 19 juli 1984 (13 theaters)
K-92 minuten

ROTTERDAM, EEN DRIELUIK
Joost Kraanen/Otakar Votoçek/Gerrard Verhage

met: in RINUS: Joop Huber (Rinus), in TURKSE VIDEO: Tuncel Kurtiz, Gerald Stadwijk, Funda Müjde, in HET WONDER VAN ROTTERDAM: Walter Crommelin, Hubert Fermin, Carol van Herwijnen, Rob Fruithof, Frits Lambrechts, Paul Gieske, Mies de Heer

Drie korte speelfilms, tezamen onder de titel ROTTERDAM, EEN DRIELUIK uitgebracht, zijn gemaakt ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de afdeling Stadsvernieuwing van de gemeente Rotterdam. Deel 1: RINUS, deel 2: TURKSE VIDEO, deel 3: HET WONDER VAN ROTTERDAM. RINUS: Regie: Joost Kraanen. Scenario: Otakar Votoçek. De film behandelt de lotgevallen van een oudere man, een scharrelaar die nog bruikbare materialen uit slooppanden haalt. Zelf is hij vanwege de stadsvernieuwing gedwongen geweest vanuit het centrum te verhuizen naar een moderne flat in een van de buitenwijken. Maar zijn oude buurt laat hem nog steeds niet los en onderhands probeert hij het met een duivenmelker op een accoordje te gooien tot woningruil, waardoor hij weer sneller terug kan komen. Dat de ruwe bolster Rinus ook een blanke pit heeft wordt getoond door zijn reactie op het in een slooppand vinden van een brief. Die brief werd geschreven door een meisje, enkele dagen na het bombardement op Rotterdam in mei 1940, aan haar verloofde. Muziek: Vaughan. Er ontstond heisa rond dit deel toen bekend werd dat de hoofdrolspeler lid was van de Centrumpartij. In Rotterdam werd dit deel van de film niet vertoond, in Amsterdam wel. K-27 minuten. TURKSE VIDEO: Regie: Otakar Votoçek. Scenario: Otakar Votoçek. Een Turkse vader projecteert voorvallen uit de talloze Turkse films die hij thuis op video ziet op zijn eigen bestaan. Is in die veelal bloedige, melodramatische films de man heer en meester over zijn bestaan, in dit geval wordt de man bijna verscheurd door onzekerheden. Hij werkt illegaal in een slachterij, zijn huis staat op de nominatie om gesloopt te worden en zijn dochter, die hij al beloofd heeft aan een landgenoot, vrijt met een Surinaamse jongen. Muziek: Michiel Mulders. Eervolle vermelding (30.000 Franse Francs=10.000 gulden) van het Nationale Centrum voor de Cinematografie in Parijs. Gouden Kalf voor de beste korte film in 1985. K-35 minuten. HET WONDER VAN ROTTERDAM: Regie: Gerrard Verhage. Scenario: Gerrard Verhage. Uit protest tegen een bevel tot ontruiming van zijn woning in het kader van de stadsvernieuwing plaatst een nazaat van een al lang failliete familie van havenbaronnen een bom in het gebouw van deze dienst. Naast goedwillende en begrijpende ambtenaren, die uiteindelijk toch doen wat ze moeten doen -ontruimen- wordt dit gebouw bevolkt door arbeiders die onder het genot van exquise wijnen en hapjes aan de hand van Kant en Hegel filosoferen over begrippen als arbeid. Terwijl de politie bezig is in het ontruimde gebouw de bom op te sporen, maken de ambtenaren van hun gedwongen verblijf in de kelder een uitbundige party. En op het dak van de torenflat maakt een discotype met walkman en rolschaatsen zich gereed om 'het wonder van Rotterdam' te verrichten. K-27 minuten.
Première: 18 oktober 1984
K-89 minuten

SCHATJES
ook: ARMY BRATS/THE LITTLE DARLINGS
Ruud van Hemert

met: Peter Faber (John Gisberts), Geert de Jong (Danny Gisberts), Akkemay Marijnissen (Madelon Gisberts), Frank Schaafsma (Thijs Gisberts), Pepijn Somer (Jan-Julius Gisberts), Olivier Somer (Valentijn Gisberts), Rijk de Gooyer (Pete Stewart), Erik Koningsberger (Dennis), Arie van Riet (John Wyatt), Esgo Heil (bewaker Denneheuvel), Rolf Weber (bewaker Denneheuvel), Cees van Oyen (bewaker Denneheuvel), Sue Ellen Somer (verpleegster Denneheuvel), Gerbin Stet (Robin)

Scenario: Ruud van Hemert. Conflict tussen een ouderpaar en hun kinderen escaleert tot een regelrechte guerilla-oorlog. Helicopterpiloot John Gisberts bewoont met zijn vrouw en vier kinderen (meisje, jongen en twee nakomertjes) een villa nabij het vliegveld Soesterberg. Het nauwelijks verholen gevecht tussen de kinderen en de ouders loopt uit op een tot de tanden gewapende strijd als moederlief de tennisleraar van haar dochter probeert in te palmen. De villa verandert in een vesting, ondoordringbaar voor de ouders en de collegavliegeniers. Uiteindelijk delven de ouders het onderspit, zij het dat ook de kinderen de arena niet geheel ongeschonden verlaten. Muziek: Ruud van Hemert. Producent: Chris Brouwer, Haig Balian. Camera: Theo van de Sande. Montage: Tom de Graaff. Geluid: Georges Bossaers. Nederlandse inzending voor de Oscar-nominaties. De Filmkeuring vonde de film wegens het 'afschrikwekkend karakter' niet geschikt voor kinderen onder 16 jaar. Na herkeuring werd dat 12 jaar en ouder. De Amsterdamse studente Communicatiewetenschappen Cecilia van Dreven studeerde tien jaren later af op de film SCHATJES. 1.048.168 bezoekers, nummer 3 over 1984.
Première: 8 februari 1984 (53 theaters)
K-98 minuten

SCHORPIOEN, DE
Ben Verbong

met: Peter Tuinman (Lou Wolf), Monique van de Ven (Anna), Adrian Brine (Karl Wissing), Henk van Ulsen (William Kemp), Rima Melati (baboe van Kemp), Huub Stapel (vaandrig), Marijke Veugelers (Helma), Senne Rouffaer (kolonel Snijder), Walter Kous (Commandeur), Edwin de Vries (Ducroo), Albert Abspoel (man in dancing), Loes Luca (animeermeisje), Han Kerckhoffs (Fred), Diane Lensink, Teddy Schaank (Anna's moeder), Marc Krone (Amerikaans soldaat 1), Willem Boogaard (Amerikaans soldaat 2), Joop van de Donk (Man 1), Fritz Kampinga (Man 2), Sam Tsjioe (Man 3), Hans Holtkamp, Fred Vaassen (gevangenisbewaker), Ben Verbong (assistent resident), Wim Wama 

Scenario: Ben Verbong en Pieter de Vos. Psychologisch drama, de identiteitscrisis van een individu tegen de achtergrond van een politieke affaire. Nederland, 1956. Lou Wolf is een vrachtwagenchauffeur die aan de roulettetafel het geld van zijn baas verspeeld heeft. Deze ontslaat hem niet, maar biedt hem een nieuw paspoort aan op een andere naam en verzoekt hem zo snel mogelijk naar Amerika te vertrekken. Vlak voor zijn vertrek leest Wolf zijn eigen overlijdensbericht in de krant. Hij zou bij een verkeersongeval zijn omgekomen. Hij gaat uitzoeken wat er aan de hand is, wie de man is -genaamd William Kemp- van wie hij zijn nieuwe identiteit heeft gekregen en stuit op een ingewikkelde intrige waarvan het spoor leidt naar Indië eind jaren veertig. Hoewel zelf op de huid gezeten door mensen die hem zijn zoektocht willen beletten, vindt Lou de militair William Kemp, die uiteindelijk verantwoordelijk was voor de wapenhandel en moorden in Indië. Omdat het Ministerie van Oorlog slechts tegenwerkt, doodt hij de militair zelf met behulp van een schorpioen uit een van de vele terraria van de gepensioneerde militair. Op verdenking van moord op zijn baas, die inmiddels dood is gevonden in een tunnel, wordt Lou Wolf gevangen gezet, maar na interventie van het Ministerie van Oorlog weer vrijgelaten. Zijn vrijlatingsbewijs ondertekent hij met: Kemp. Tijdens zijn onderzoek krijgt Wolf een verhouding met het animeermeisje Anna. Zij is er mede de oorzaak van dat hij zijn vertrek naar Amerika steeds opnieuw uitstelt. De affaire waarnaar in de film wordt verwezen is aan de werkelijkheid ontleent. Het is de affaire Aernout. Aernout was een vaandrig die veel informatie had verzameld over malversaties in Indië in 1948 en door onbekenden is doodgeschoten. Halverwege de jaren vijftig is in Nederland een aantal mensen die in deze affaire een bedenkelijke rol hebben gespeeld, bezig geweest de zaak in de doofpot te stoppen. Muziek: Nicola Piovani. Camera: Theo van de Sande. Montage: Ton de Graaff. Art direction: Dorus van der Linden. Producenten: Chris Brouwer, Haig Balian. Monique van de Ven was tweede keus na Renée Soutendijk, die wegens zwangerschap niet beschikbaar was. Één van de belangrijkste financiers, het uitgeefbedrijf VNU, dat ten behoeve van abonneetelevisie wilde investeren in Nederlandse produkties, trok zich teleurgesteld terug uit de filmbranche na het geringe succes van DE SCHORPIOEN. Hans van Driel in FID 1984: "als één vraag zich opdringt na het zien, dan is het deze: Waarover gaat hij eigenlijk? (...) DE SCHORPIOEN is geen spannende film en alle raadselachtige elementen worden terstond opgehelderd, bijvoorbeeld door het lezen van een dossier (...) Waarom het verhaal niet 'personnal' verteld vanuit Lou Wolf (...) waarom Anna geïntroduceerd die geen funktie heeft tijdens zijn Indië-speurtocht (...)"
Première: 13 september 1984 (46 theaters)
K-98 minuten

STILLE OCEAAN, DE
Digna Sinke

met: Josée Ruiter (Marian Winters), Andrea Domburg (Emilia Winters), Josse de Pauw (Emil Winters), Moniek Kramer (Rita Winters), Julien Schoenaerts (Frits Rosmeyer), Rafi Nahual (Enrique), Luis Granados (Miguel), Cor Witschge (portier), Jan Moonen (receptionist hotel), Johan Leysen (Jan Verstraete), Pim Lambeau (hospita), Peter Tuinman (agent), Jaap van Donselaar (TV-redacteur), Reinout Bussemaker (begeleider tehuis), Elsje de Wijn (receptioniste), Gerrard Verhage (journalist), Andrea Fiege, Diane Lensink, Jes Vriens

Nederlands-Belgische co-produktie. Scenario: Annemarie van de Putte. De film beschrijft de geestelijke aftakeling van Marian Winters, een journalist die sinds jaren werkzaam is in Zuid-Amerika waar zij allengs meer tot het inzicht komt dat haar artikelen niet bijdragen aan een lotsverbetering van het volk. De gewelddadige dood van haar geliefde, de verzetsstrijder Miguel, verhevigt de gevoelens van machteloosheid. Ze reist af naar het ouderlijk huis in Nederland, waar haar vader net is overleden. Voor ze vertrekt, trouwt ze nog, in een laatste daad van solidariteit, met Enrique, een kameraad van Miguel. Het enige doel van dit huwelijk is het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor Enrique. Ze verlaat hem bij aankomst in Nederland en weigert met hem samen te wonen om de vergunning veilig te stellen. Na het verlies van Miguel en haar vader richt Marian zich volledig op haar geestelijk gehandicapte broer Emil die in een inrichting verblijft. Al haar gefrustreerde ambities concentreren zich rond deze schuldeloze zwakzinnige, met wie ze regelmatig bij de rivier rond het huis vertoeft. Dit water, door hen als kinderen 'de stille oceaan' genoemd, roept gruwelijke herinneringen op aan die andere, echte oceaan. Ze ervaart tegenover haar broer dezelfde gevoelens van machteloosheid als tegenover Miguel en het Zuid-Amerikaanse volk. Uiteindelijk rijdt ze, met Emil naast zich in de auto, willens en wetens de rivier in. Marian komt als enige na verloop van tijd weer uit het water. Film maakte deel uit van het hoofdprogrammma van het festival van Berlijn. Muziek van Peter Vermeersch, door Union. Producent: Hans Klap. Camera: Albert Vanderwildt. Montage: Jan Wouter van Reijen. Geluid: Lukas Boeke. Eerste lange speelfilm van de in 1972 met de korte speelfilm GROETEN UIT ZONNEMAIRE debuterende Digna Sinke. Nederlands en Spaans gesproken. Hans van Driel in FID 1984: "Het intieme karakter raakt op de achtergrond, omdat de problematiek uitdijt tot ongekende proporties. Ik noem slechts de politieke vluchteling, het ambtelijke apparaat, de media die meer geïnteresseerd zijn in de journalisten dan in de politieke problematiek waarover zij publiceerde, de verzorgingsstaat die mensen isoleert i.p.v. hen in hun natuurlijke omgeving begeleid, en bovenal de problematiek van Zuid-Amerika die via flash-backs (...) door de hele film heen zijn gemonteerd. Een dergelijke opeenhoping leidt noodzakelijkerwijs tot oppervlakkig aanstippen (...) Hierbij vallen mijn bezwaren tegen de soms wat knullige scène-overgangen overigens in het niet."
Première: 15 maart 1984 (6 bioscopen in 5 steden)
K-105 minuten

U BENT MIJN MOEDER
Horst Königstein

met: Joop Admiraal (moeder/zoon)

Westduits-Nederlandse co-produktie. Scenario: Horst Königstein en Jan Ritsema, naar het theaterstuk van Joop Admiraal. Verfilming van het theaterstuk dat Joop Admiraal voor het Werkteater -voor het eerst op 6 november 1981- solo op de planken bracht. Hij speelt zichzelf en zijn tachtigjarige dementerende moeder. De film geeft een beeld van zijn dementerende moeder en de moeder-zoon relatie. Joop koopt een bloemetje, vertelt over zijn liefde voor de trein en gaat op weg naar Den Haag. Daar stapt hij over en gaat vervolgens met de bus naar het tehuis van zijn moeder. Hij praat zichtbaar tegen een leeg bed en vervolgens kleedt hij zich om tot een oude vrouw. Hij praat, zij praat. Joop praat wanneer hij zijn moeder speelt met gebroken stem. Zij vraagt naar vroeger, herhaalt, weet niet waar ze is, kent Joop nauwelijks, vindt alles mooi wanneer ze gaan wandelen, vergeet zijn bezoek, weet niet waar hij woont. Na het bezoek gaat hij weer terug naar Amsterdam. Dan wordt hij opgeschrikt wanneer men hem belt dat moeder gevallen is, ze ligt in het ziekenhuis. Piet is bij haar, zijn broer, een specialist. Daar gekomen is moeder goed in de war. Ze wil eigenlijk niet meer en valt uit bed. Producent: Wulf D. Kaminski. Camera: Klaus Brix, Hans Joachim Boldt. Montage: Ingeborg Bohmann, Marina Ravn. Geluid: Werner Stumpf, Hartmut Pacholski. De film, gemaakt voor de Norddeutsche Rundfunk, is het resultaat van de succesvolle Duitse tournee. Film kreeg een Gouden Adolf Grimme in Duitsland.
Première: 30 augustus 1984 (Desmet, Amsterdam)
K-77 minuten

VERTRAAGDE VERTREK, HET
Frans van de Staak

met: Yves van Kempen (man A), Henk Bos (man B), René van 't Hof (man C), Allan Seip (jongen), Anthony Mertens (man O), Heddy Honigmann (vrouw A), Michèle Andureau (vrouw B), Rosi Wiegmann (vrouw C), Anke van 't Hof (vrouw D), Joke Metman (vrouw E), Cox Habbema (vrouw F)

Scenario: Jacques Firmin Vogelaar en Frans van de Staak. Experimentele film waarin geen verhaal wordt verteld. Eerder is sprake van een aaneenschakeling van een aantal losse scènes, waarmee de toeschouwer, als in een kaartspel, steeds nieuwe combinaties kan maken. De titel kan wat dat betreft als een voorbeeld worden gezien. Gespeeld wordt daarin met twee betekenissen van het woord vertrek: weggaan en ruimte. Gaat het in het ene geval om een uitgesteld of opgehouden weggaan, in het andere gaat het om iets dat op het eerste gezicht onmogelijk lijkt: het vertragen van ruimte. Als uitgangspunt van de film werd het thema 'ruimte' genomen en de vraag welke invloed een ruimte heeft op de mensen die zich binnen die ruimte bewegen. Verschillende talen (Nederlands, Duits, Frans, Spaans) worden gesproken. Gemaakt zonder scenario vooraf; scenarioschrijver en regisseur werkten gelijk op. Muziek: Peter Flamman. Song: 'Henks Ballad' (Mariëtte Harinck) door Henk Bos.
Première: 30 mei 1984
K-107 minuten

WITTE WAAN, DE
Adriaan Ditvoorst

met: Thom Hoffman (Lazlo), Pim Lambeau (moeder), Louise Ruys (tante), Guusje van Tilborgh (Jasja), Hans Croiset (portier), Gustave Croiset=Hans Croiset (man ongeluk), Jules Croiset (vader), Pamela Rose=Pamela Koevoets (dokter), Hilde van Mieghem (Lili), Joe Hennes (Fuji), Luk van Mello (dealer), Billy Wanker=Theo van Gogh (junk), Ellen Röhrman, Hassan Krone, Rosita Steenbeek, Frank Groothof, David van Streepen, Jeroen van Mossel, William van de Broek

Scenario: Adriaan Ditvoorst. Ditvoorst kwam op het idee van de film door het aanbod 'De moeder van David S.' te verfilmen. Zijn tegenzin in de bourgeois personages en de naturalistische aanpak die dit vergde, deed hem het aanbod afslaan, maar zette hem tegelijkertijd aan het schrijven van een eigen moeder-zoonrelaas. In de film wordt het heroïnegebruik van de zoon slechts zijdelings aangestipt: hij is een gebruiker, maar geen junk. De drug vormt een geïntegreerd element in zijn leven dat zich grotendeels, in een zelfgekozen isolement, afspeelt in het vervallen fabrieksgebouw De Adelaar. Hij mediteert en maakt reusachtige muurschilderingen van vogels en skeletten. Zijn enige gezelschap bestaat uit een eenzelvige portier die door middel van het opnemen van geluiden ooit de grootste aller explosies hoopt te veroorzaken. Elk ander menselijk wezen fungeert als 'bijrol' in zijn bestaan. Dan komt er een bericht van zijn moeder, die hij tien jaar geleden heeft verlaten. Zij heeft, met moedwil of per ongeluk, een verkeersongeluk gehad en vraagt om zijn hulp. De moeder, een ex-actrice, woont alleen in een bouwvallig landhuis, waar zij haar tijd verdrijft met het ontvangen van fictieve personages en het citeren van monologen uit 'De kersentuin' van Tsjechov. Vanuit de onuitgesproken verstandhouding tussen de twee, de enige hoofdrollen in elkaars leven, trekt de zoon tenslotte een definitieve conclusie uit een brief van zijn moeder. In een luisterrijke slotscène, waarin zij nog eenmaal schittert, omgeven door bloemen, kaarsen en de klanken van een pianoconcert van Mozart, bereidt hij haar een zachte en waardige dood door het toedienen van champagne en drugs. Op haar prachtig opgebaard stoffelijk overschot blijft de brief achter waarvan de enig leesbare slotwoorden luiden: '...champagne en Mozart op mijn verjaardag Ik houd teveel van je - Je moeder.' Camera: Albert van der Wildt. Muziek: Clous van Mechelen. Te horen is Pianoconcert No. 23 KV 467 van W.A. Mozart. Stillfotografie: Esmé Lammers. Produktie: Henk Poncin voor Jan Vrijman Cineproductie. Licht: Tom Driessen. Geluid: Pjotr van Dijk. Montage: Edgar Burcksen. Art direction: Harry Ammerlaan. Kostuums: Yvonne de Boer. De titel DE WITTE WAAN duidt op het heroïnepoeder. Opgenomen in o.a. Amsterdam. Bevat beelden van een zeehonden-afslachting. Er zit bij elkaar maar tien minuten tekst in anderhalf uur film. Volgens de regisseur is er zelfs bij de montage nog flink geschrapt, omdat de beelden al zo sterk waren. Laatste film van Adriaan Ditvoorst; hij pleegde drie jaar later zelfmoord. Adriaan Ditvoorst werd geboren in Bergen op Zoom, waar hij ook zelfmoord pleegde. Ditvoorsts films vielen over het algemeen slecht bij de pers, trokken nauwelijks publiek en werden ook in het buitenland niet opgemerkt. In ‘Museumjournaal’ XXX/1 uit 1985 staat op de pagina’s 43-48 een verkenningstocht van Evert van Kuyk door de film. 'Met dank aan Veronica' staat op de aftiteling van de film; daarom was het Veronica die de film op 19 februari 1988 op televisie uitzond. Hans de Wolf in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. 10 mei 1984: “Een film waarvan we het succes nog moeten afwachten, maar die in ieder geval niet optimaal is/wordt uitgebracht (…) Het is zo’n film waar je als kijker mee in de slag kan, zo’n film die het kijken ernaar to een uiterst actieve gebeurtenis maakt, zowel op emotioneel als op verstandelijk niveau. Dat gebeurde en gebeurt te weinig in Nederland en alleen daarom al is het goed , dat er een Adriaan Ditvoorst is en zijn Witte Waan. Dat ik toch niet helemaal ondersteboven ben geraakt van de film, niet uitschreeuw dat het en meesterwerk is, komt door iets te veel momenten da ik de persoonlijke uitspatting van Ditvoorst niet meer in een breder betekenis-kader kon plaatsen, niet meer kon duiden wat ik zag. Maar andere momenten zijn stellig, door formele of inhoudelijke vondsten, van een enorme, betekenisvolle lading. (…) een zeer opmerkelijke Nederlandse film van een zeer vormbewust regisseur die iets te vertellen heeft.” Paul Bollen in ‘Nieuwsblad van het Noorden’ d.d. 9 juni 1984: “Maar buiten het cliché-effect van de truttige tante is DE WITTE WAAN een film van buitengewone originaliteit. Een film die juist door zijn opzet afrekent met alle geijkte beeldvormingen, esthetica en sentimenten.”
Première: 19 april 1984
K-96 minuten


1985

BITTERE KRUID, HET
Kees van Oostrum

met: Ester Spitz (Sara Meijer), Gerard Thoolen (vader Meijer), Kitty Courbois (moeder Meijer), Frank Rigter (David Meijer), Marion van Wijk (Lottie), Mirjam de Rooij (Greet), Jules Royaards, Marcel Royaards, René Frank, Dolf de Vries (huisarts), Alphons Haider, Ulrich von Dobschütz, Cor van Rijn (kamerverhuurder)

Scenario van de Amerikaan Maurice Noel naar het boek 'Het bittere kruid' van Marga Minco (1957). 1942, Nederland is bezet. Sara wordt plotseling ontslagen uit het sanatorium waar ze voor tuberculose wordt behandeld. Ze kan slechts vluchtig afscheid nemen van haar kamergenootje Greet, wier familie actief is in de Nationaal Socialistische Beweging. Thuis, in de stad Amersfoort, wordt Sara geconfronteerd met de harde feiten van de oorlog. Joden moeten gele sterren dragen en worden in hun vrijheid beperkt. Sara's ouders zetten het alledaagse leven schijnbaar onverstoord voort. Maar dan worden zij gedwongen naar het joodse ghetto van Amsterdam te verhuizen. Sara blijft achter met haar broer David en zijn verloofde Lottie. Na een onbenullige ruzie verdwijnt ook Sara naar Amsterdam en voegt zich bij haar ouders. Daar wordt Sara snel met de harde realiteit van het ghetto geconfronteerd. Razzia's en plunderingen zijn aan de orde van de dag en mensen verdwijnen spoorloos. Tijdens het laatste sabbatmaal worden haar ouders opgepakt, maar Sara weet nog net te ontsnappen. Ze voegt zich bij David en Lottie, die inmiddels ook in Amsterdam zijn aangekomen. Met zijn drieën zijn ze vastbesloten om naar Palestina te vluchten. Maar nog voordat hun trein vertrekt mislukt het plan. Alleen Sara ontkomt aan de Duitsers. Zij komt tenslotte terecht op een boerderij waar meer joden ondergedoken zijn. Muziek: Loek Dikker. Loek Dikker verloor een kort geding over het gebruik van zijn muziek. Hij vond dat Rob Houwer zijn muziek verpest had. Oorlogsthematiek: jodenvervolging. Marga Minco distantieerde zich van de film, omdat o.a. de vriendschap tussen het Joodse meisje Sara en Greet, de dochter van een vooraanstaande NSB'er, niet door de beugel kon. HET BITTERE KRUID opent derhalve met de zin: 'De relatie in deze film van de hoofdpersoon Sara met leden van een NSB-gezin wijs ik af als strijdig met de geest van mijn boek 'Het bittere kruid' en van mijn persoonlijke ervaringen in de Tweede Wereldoorlog'. Slecht ontvangen (rol NSB'ers onwaarschijnlijk en onhistorisch). Ester Spitz werd tijdens de opnamen de vriendin van de in Los Angeles woonachtige regisseur.
Première: 25 april 1985
K-89 minuten

DEUR VAN HET HUIS, DE
Hedy Honigmann/Angiola Janigro

met: Johan Leysen (Karel), Titus Muizelaar (Johan), Catherine ten Bruggencate (Iris), Anke van 't Hof (enquêtrice), Rop Poncin (Oscar), Lucia Meeuwsen (straatzangeres), Erik Barkman (postbode)

Scenario van Hedy Honigmann en Angiola Janigro. De film opent met een lange, ononderbroken camerabeweging waarin een postbode wordt gevolgd die met zijn bakfiets over de Haarlemmerdijk rijdt. Hij bezorgt een pakket in één van de nieuwbouwwijken die Amsterdam sinds kort rijk is. Twee mannen, Karel en Johan, nemen het in ontvangst. Het bevat de erfenis van Karels oom, een oude koffer beplakt met stickers van verre streken, vol met oude kranteknipsels en foto's. De via de koffer binnengedrongen buitenwereld fascineert Johan in toenemende mate. Hij besluit dan ook het huis te gaan verlaten om deel te nemen aan een 'georganiseerde groepsreis naar de Noordpool'. Karel houdt zich afzijdig, permitteert zich geen enkele emotionele uitdrukking. Ze hebben elkaar nodig, maar dat toegeven zou het einde van de relatie betekenen. De deur van hun huis markeert de grens van hun bestaan. Die grens valt te overschrijden, maar wanneer Johan eindelijk is vertrokken om zijn reis te maken staat hij binnen de kortste keren weer binnen. Trein gemist. Karel, tijdens zijn afwezigheid in toenemende ontreddering geraakt, komt de drempel niet meer over. Dit in tegenstelling tot zijn buurvrouw die haar echtgenoot en haar huis verlaat via het balkon, want via de deur kun je altijd terug en via het balkon niet. De zwarte poes die Johan meebrengt sterft. De nieuwe, witte poes wordt als snel verruild voor een kanarie in een kooi. Een kooi in een kooi. En zoals Karels oom in werkelijkheid nooit zijn geboorteplaats heeft verlaten, zo brengt uiteindelijk ook zijn nalatenschap geen doorbraak teweeg in het bloedarmoedig bestaan van beide mannen. Johan besluit niet op reis te gaan. Muziek van Claudio Monteverdi. Film kostte het luttele bedrag van 64.000 gulden.
Première: 1 oktober 1985
ZW-98 minuten

DREAM, DE
ook: DE DROOM/THE DREAM
Pieter Verhoeff

met: Peter Tuinman (Wiebren Hogerhuis), Huub Stapel (inspecteur van politie), Joke Tjalsma (Ymkje Jansma), Freark Smink (Pieter Jelsma), Hans Veerman (commissaris van politie), Adrian Brine (officier van justitie), Jan Arendsz (Allard Dijkstra), Rense Westra (Paulus van Dijk), Fije Spoelstra (Sybold Alberda), Geert Lageveen (Marten Hogerhuis), Fokke de Vries (Keimpe Hogerhuis), Wieger Dam (Hendrikje Hogerhuis), Catrien Wolthuyzen (moeder Hogerhuis)

Scenario: Dirk Ayelt Kooiman, Pieter Verhoeff op basis van het boek 'De zaak Hogerhuis, eene gerechtelijke dwaling' van Hans Sleurink en Johan Frieswijk. Gebaseerd op de geruchtmakende rechtzaak waarbij de drie broers Hogerhuis door de rechtbank van Leeuwarden veroordeeld werden tot celstraffen van zes, elf en twaalf jaar wegens inbraak en poging tot doodslag. Tot het einde toe hielden ze hun onschuld vol tegenover een rechterlijke macht die, ondanks een ontoereikende bewijsvoering, de zware strafmaat handhaafde als een middel om het opstandige volk te intimideren en de socialistische beweging in diskrediet te brengen. Hoofdpersoon van de film werd de oudste en zwaarst gestrafte broer Wiebren Hogerhuis, een steile en koppige Fries. Hij heeft een verhouding met de huishoudster van een overvallen boer, deelt met haar de bedstee maar blijft haar huwelijksvoorstellen afwijzen. De versmade Ymkje ziet haar droom in duigen vallen en wreekt zich door hem tegenover de politie aan te wijzen als een der inbrekers. Aanvankelijk vol vertrouwen, vervolgens met ongeloof en tenslotte verbitterd ziet Wiebren hoe het noodlot zich aan hem en zijn broers voltrekt. Te trots om zelf de namen van de echte daders te noemen -leden van de socialistische beweging- moet hij aanzien hoe solidariteitsgevoelens anderen beletten om dat de doen. De kracht van de beweging is tegelijkertijd haar zwakte: individuele belangen worden opgeofferd aan de gemeenschappelijke zaak. Ymkjes droom en de 'rode' droom resulteren in een nachtmerrie voor de Hogerhuis broers. De drie Hogerhuizen krijgen 6, 11 en 12 jaar. Wiebren verlaat als laatste de gevangenis, met opgeheven hoofd. Muziek: Cees Bijlstra. Gouden Kalf voor Peter Tuinman en Edgar Burcksen (montage). DE DREAM trok aanvankelijk weinig bezoekers, maar maakte een opmerkelijk drukbezochte eindsprint, wellicht mede dankzij enige wervende teksten uit de mond van Sonja Barend in haar televisieshow. Goed ontvangen. Eerste grotendeels Fries gesproken, buiten het eigen taalgebied verspreide speelfilm.
Première: 3 september 1985
K-97 minuten

FLESH + BLOOD ook: FLESH AND BLOOD/THE ROSE AND THE SWORD
Paul Verhoeven

met: Rutger Hauer (Martin), Jennifer Jason Leigh (Agnes), Tom Burlinson (Steven), Jack Thompson (Hawkwood), Fernando Hillbeck (Arnolfini), Susan Tyrrell (Celine), Ronald Lacey (kardinaal), Brion James (Karsthans), John Dennis Johnston (Summer), Simon Andreu (Miel), Bruno Kirby (Orbec), Kitty Courbois (Anna), Marina Saura (Polly), Hans Veerman (Vader George, arts), Jake Wood (kleine John), Hector Alterio (Niccolo), Blanca Marsillach (Clara), Nancy Cartwright (Kathleen), Jorge Bosso (Sterz), Mario de Barros (Herman), Ida Bons (roly Poly), Jaime Segura (lord of the castle), Bettina Brenner (lady of the castle), Siobhan Hayes (child of the castle), Susan Beresford (sturdy woman), Monica Luccetti (tongueless girl)

Amerikaans-Nederlands-Spaanse co-produktie. Scenario: Gerard Soeteman en Paul Verhoeven. Film begint met de verovering van een stad, waarbij de huurling Martin het leven van zijn kapitein redt. Stadsvorst Arnolfini, in wiens opdracht de stad wordt ingenomen, verbreekt echter zijn belofte aan de huurlingen om na de inname de stad te mogen plunderen en dwingt zo de kapitein zijn manschappen te verraden. Martin plaatst zich aan het hoofd van de verraden huurlingen en met een gevonden beeld van Sint-Maarten als richtingwijzer (letterlijk) beginnen ze door het land te zwerven. Op een van hun tochten krijgen ze onverwacht de gelegenheid om wraak te nemen: ze ontmoeten een gezelschap edellieden, onder wie zich Agnes bevindt, het meisje dat de vrouw moet worden van Arnolfini's zoon Steven. Het gezelschap wordt overvallen en Agnes wordt het bezit van leider Martin. Arnolfini en Agnes' stadsgenoten pikken dat natuurlijk niet en zetten vanaf dat moment alles op alles om het meisje terug te krijgen. Agnes weigert zelf tot het laatste moment een keus te maken tussen de beide mannen. Uiteindelijk zal ze kiezen voor de winnaar. Het idee voor de film werd al in 1969 geboren. Na het succes van de televisieserie 'Floris' vatte het trio Verhoeven-Versluys-Soeteman het plan op om een soort Floris voor volwassenen te maken: 'Huurlingen', een verhaal dat in de zestiende eeuw speelde. Tot het moment dat Paul Verhoeven -vooral met SOLDAAT VAN ORANJE in het begin van de jaren tachtig- bekendheid in Amerika begon te krijgen moesten de plannen de ijskast in, door het geraamde produktiebudget van drie miljoen gulden. Uiteindelijk werd de film gemaakt voor zeveneneenhalf miljoen dollar. Muziek: Basil Poledouris. Gouden Kalf beste film en beste regie.
Première: 12 september 1985
K-126 minuten

IJSSALON, DE
Dimitri Frenkel Frank

met: Gerard Thoolen (Otto Schneeweiss), Bruno Ganz (Gustav), Renée Soutendijk (Trudi), Kees Hulst (Hans), Carol van Herwijnen (Muller), Gijs de Lange (Luuk), Frits Lambrechts (NSB-partijbons), Karin Bloemen (Carla), Michiel Kerbosch (Brammetje), Felix Jan Kuypers (Louis), Alexander van Heteren (Manteufel), Jos van de Ven (SD-officier), Johan Ooms (Duitse emigrant), Celia Nufaar (vrouw Duitse emigrant), Reinout Bussemaker (Duitse onderofficier), Jon Bluming (partizaan)

Scenario: Dimitri Frenkel Frank, naar een idee van Roeland Kerbosch. Het is begin 1941, de Duitsers houden zich nog betrekkelijk kalm. Rond de ijssalon van Otto Schneeweiss worden de botsingen tussen de jonge NSB'ers en een anti-nazi knokploeg echter steeds heviger. Schneeweiss, een uit Berlijn geëmigreerde jood is een levenslustige optimist en een struisvogel tegelijkertijd. Op een zekere dag krijgt Otto bezoek van zijn vroegere Duitse vriend Gustav, die inmiddels majoor in het Duitse leger is. Trudi, de zuster van de leider van de knokploeg, raakt langzaam maar zeker verliefd op de Duitse officier. Wanneer Otto bij een Duitse overval gearresteerd wordt, worden liefde, vriendschap en principes zwaar op de proef gesteld; de gearresteerde Otto kan zijn leven wellicht redden door zijn vrienden te verraden, maar doet dat niet. Gustav zou hem kunnen redden, maar blijkt er te laf voor, terwijl Trudi dat juist wel probeert. Otto -die zwijgen verkiest boven verraad- wordt gefusilleerd op het moment dat een hoge officier onder bedreiging van Trudi probeert dit te voorkomen. Trudi doodt hem en scheurt Gustav van de foto waarop zij met Otto afgebeeld staat. Muziek: Willem Breuker, Gustav Mahler. Oorlogsthematiek: verzet. Speciale prijs te Taormina in 1985. 35.000 bezoekers.
Première: 24 januari 1985
K-92 minuten

IN HET VOORBIJGAAN
Barbara Meter

met: Kitty Courbois, Rudolf Lucieer, Jan van Royen

Scenario: Barbara Meter. Experimentele film bestaat uit vier delen die in verschillende jaargetijden spelen. Tussen deze afzonderlijke delen wordt heen en weer geschakeld. Het eerste deel bestaat uit flarden van een gesprek tussen een man en een vrouw, die op een braakliggend terrein heen en weer lopen. Het tweede deel toont door de ramen van een vijftal woningen verschillende mensen en hun bezigheden: een actievoerende journalist, een homofiel paar, een meisje alleen, een woongemeenschap en een oudere man. Het derde speelt zich binnenshuis af, in een woonruimte met twee of drie vriendinnen, waarvan er één op het punt staat een lange reis te gaan maken. In het laatste deel komt in een grote villa een feestje tot leven dat tot vroeg in de ochtend duurt. De taferelen worden niet door een doorlopende verhaallijn verbonden, maar door thematiek en door de vormgeving, die uitsluitend uit trage rijders, zooms en zwenkingen van de camera bestaat. De film beleefde zijn voorpremière in 1985 in het Stedelijk Museum tijdens het overzichtsprogramma 'Het experiment in de Nederlandse film'. Muziek: Qua Dance.
Première: 4 september 1986
K-82 minuten

KOPZEER AAN DIE WAANZEE
Anton Kothuys

met: Jim van der Woude

Scenario: Jim van der Woude. Gebaseerd op Van der Woude's solo-produktie 'Kopzeer aan die Waanzee'. Uitgangspunt voor deze 16 mm-film is dezelfde als die voor de theatervoorstelling: iemand die zijn omgeving probeert te ontvluchten. Maar allengs wordt de film een registratie van iemand die verstrikt raakt in zijn eigen grappen. Muziek: Gerard Atema. Behalve in het theater maakte Kothuys voor deze film met Van der Woude opnamen in de studio en op locatie. Eerste vertoning op de VPRO-televisie op 12 mei 1985 (kijkdichtheid 1.0, waardering 5.1).
K-60 minuten

LEEUW VAN VLAANDEREN, DE
Hugo Claus

met: Frank Aendenboom, Theu Boermans, Jan Decleir, Julien Schoenaerts, Josine van Dalsum, Hans Boskamp, Chris Boni, Jules Croiset, Jo De Meyere, Hans de Munter, Ilma de Witte, Herbert Flack, Adriaan van Dis, Maxim Hamel, Ischa Meijer

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Hugo Claus naar de gelijknamige roman van Hendrik Conscience uit 1838 over de Vlaamse opstand tegen de Franse overheersing die in de veertiende eeuw uitmondde in de Guldensporenslag bij Kortrijk. Vlaanderen, 1302. De Vlaamse lakenwevers komen in verzet tegen de Franse koning Philips de Schone. Als aan hun redelijke eisen niet wordt tegemoetgekomen, komen ook de andere Vlamingen in opstand. De Fransen reageren met harde repressie. De Vlamingen moeten nog meer belasting betalen, bij strooptochten worden hele oogsten vernield en Vlaamse vrouwen worden verkracht en vermoord. De opstand der Vlamingen wordt geleid door drie mannen: Robrecht van Bethune en Pieter de Coninck, allebei edelen, en Jan Breydel, een man uit het volk die extra verbitterd is, nadat zijn moeder en zuster op een brute wijze om het leven zijn gebracht. De strijd wordt uitgevochten bij Kortrijk, een veldslag die de geschiedenis in zal gaan als de Guldensporenslag. Hier vechten de Vlamingen met hooivorken en houwelen voor hun vrijheid tegen het goedbewapende Franse leger. De Fransen zijn aanvankelijk verrast door de felheid waarmee de Vlamingen vechten, maar weten ze later in de hoek te drijven. Nadat een gouden ridder op het slagveld is verschenen, krijgen de Vlamingen echter weer moed en verslaan ze de Fransen die op de vlucht slaan, hun gulden sporen op het slagveld achterlatend. Muziek: Ruud Bos. Budget 4,4 miljoen gulden. De BRT en KRO (co-producenten) zonden de film in twee delen uit op tv. De bioscoopversie was eigenlijk te kort en onsamenhangend. Alle Franse schurkenrollen worden gespeeld door Nederlandse acteurs, omdat volgens Claus voor de Vlaming het Nederlands de taal is van de onderdrukker. Hugo Claus heeft zich later gedistantieerd van zijn derde filmavontuur. In België ging de film in februari 1984 in première, in Nederland was de film voor het eerst te zien tijdens de Nederlandse filmdagen.
Première: 14 maart 1985
K-90 minuten

MATHILDE
Emile Poppe

met: Berthe Tissen (Mathilde), Alexandre Wajnberg (jonge Gérard), Rezy Schumacher (Rezy), M. Turazza (stem Gérard)

Scenario: Emile Poppe, Eric de Kuyper. Experimentele film, die speelt in een plaats- en tijdloos verleden. Aan de film ligt een dubbele fascinatie voor fotografie ten grondslag. Een jonge klerk, Gérard, ontdekt in de kelders in het gebouw waar hij werkt bij toeval een ongeclassificeerde film- en fotocollectie. Tegelijkertijd ontmoet hij een oudere vrouw, Mathilde, die enige vertrekken bewoont in het herenhuis waar nu de bank is gevestigd. Mathilde blijkt gouvernante te zijn geweest in dienst van Albert Waismann, een zonderlinge bankdirecteur en de samensteller van het archief. (De figuur van Waismann, de grote afwezige in de film, is geïnspireerd op de schatrijke collectioneur Albert Kahn, die een unieke collectie foto's van rond de eeuwwisseling bezat.) Mathilde wijdt Gérard stapsgewijs in in de geheimen van het archief, en de ontcijfering daarvan gaat zijn leven steeds sterker beheersen. Naarmate het onderzoek vordert, nemen de raadsels en vermoedens rond zijn eigen afkomst toe. Tenslotte trekt Gérard bij Mathilde in om ook de correspondentie van Waismann te gaan ordenen, maar voor het mysterie van zijn persoonlijk verleden wordt onthuld, sterft Mathilde: begeleid door de slotmuziek van Verdi's 'La Traviata' lost ze in het niets op. In de film wordt nauwelijks gesproken: het verhaal wordt verteld door Gérard, die als oudere man terugblikt op de gebeurtenissen van dertig jaar geleden. Uit de vondst waarover zo veel wordt verteld, wordt niet één foto getoond. Pers reageerde over het algemeen aangenaam verrast. Film werd direct na NAUGHTY BOYS in dezelfde tot studio omgebouwde, voormalige bioscoop Corso in Den Haag opgenomen. Muziek: Benoit Bruyer, 'La Traviata' (G. Verdi) en 'Káta Kabanová' (L. Janácek). Frans gesproken.
Première: 2 januari 1986
ZW-60 minuten

ORNITHOPTER
Annette Apon

met: Maartje Nevejan (Paula), Jacqueline Tier (Janine), Rob Poncin (Fred), Chris Vinken (Barry), Marcel Musters (Harry), Geert Lageveen (Herman), Yolanda Entius (Christa), Margreet Kooistra (Judith), Mark Rietman (Rob), Ruth Wermers (Lies), Metta Gramberg (Roos), Erik de Vogel (Reinier)

Scenario: Annette Apon op basis van improvisaties van de acteurs. De experimentele film vertelt twee aparte verhalen met een zelfde thema: de onmogelijkheid om los te komen van een groep, de sociale verplichting die het eigen initiatief onderdrukt. In het eerste verhaal spreken een paar jongens en meisjes op een zondagochtend af in een snackbar om in de natuur vogels te gaan bekijken. Maar de auto is stuk en het ontbreekt hen aan doortastendheid om er wat aan te doen. Ze wachten doelloos in de snackbar tot er wat gebeurt. In het andere verhaal is een groep bij elkaar om een ander natuurverschijnsel, een zonsverduistering, te observeren. Ook daarvan komt niets. Beide verhalen eindigen met een vechtpartij. Muziek: Rob Poncin. De titel van de film is ontleend aan een ontwerp dat Leonardo da Vinci maakte voor een vliegmachine. Het ding kwam nooit van de grond omdat de menselijke spierkracht ontoereikend was. Gemaakt met een twaalftal leerlingen van de Amsterdamse Toneelschool en een crew bestaande uit vierdejaars leerlingen van de Nederlandse Film en Televisie Academie. Opgenomen in een koffieshop en een achterkamer. Budget: 86.000 gulden. Slecht ontvangen. C.W. in het 'Algemeen Dagblad' van 6 juni 1985: "[De improvisaties] komen lauw en betekenisloos over omdat de aanstaande vakacteurs van zo'n als spiritueel bedoelde improvisatie vrijwel niets terecht brengen. (...) Nu en dan wordt de verwachting gewekt dat er zich iets zal ontwikkelen, maar er gebeurt helemaal niets." Eric Koch in 'de Telegraaf' van 6 juni 1985: "ORNITHOPTER wordt wellicht het best beoordeeld op de plaats waar hij ontstond: in het klaslokaal."
Première: 6 juni 1985
K-87 minuten

OUBLIGAAT, HET
Henk Spaans

met: Mattias Main of Mair, Sonja van Driel of Sonja Driel, John Mellema, Christine Miexuret

Scenario: Henk Spaans. De film HET OUBLIGAAT laat zien wat de gevolgen kunnen zijn als twee supermachten een bijna vergeten ministaatje, het Oubligaat Minus, willen annexeren als dit staatje alleen de beschikking heeft over een uitvinding die de uiterlijke verschijningsvormen van de atoombom heeft, maar voor de rest onschadelijk is. Muziek: Wim Voerman. Produktie: Henk Spaans. Geluid: Maarten van Dulm. Camera: Wim Alberts. Montage: Karel Metzke. Distributie: Don Quichotte Film.
Première: 22 september 1985 (Nederlandse Filmdagen)
K-75 minuten

PARFAIT AMOUR
Jean van de Velde

met: Onno Molenkamp (Pavel Mosz), Piet Kamerman (Guido Vercauteren), Guusje van Tilborgh (Maddy), Peter Tuinman (Rudy), Joop van Leeuwen (Viktor Hajek), Jaap Hoogstra (Gregor von Sachsendorf), Leen Jongewaard (Jaromir), Joss Flühr (psychiater), Johan Leysen (Daniel Brezinski), Helmert Woudenberg (Lucien van Calster), Hans Veerman (man bij projector), Jan de Vries (barkeeper)

Scenario: Jean van de Velde, geïnspireerd door de boeken 'De lach' van Milan Kundera en 'De straat van de donkere winkels' van Patrick Modiano. Film behandelt het verhaal van de oorspronkelijk Tsjechische, maar in het Westen woonachtige Pavel Mosz. Mosz is bij een auto-ongeluk (hij werd opzettelijk overreden) zijn geheugen kwijtgeraakt en tracht, na zijn ontslag uit het ziekenhuis, de draad van zijn leven weer op te pakken. Allerlei personages die met het verleden van Mosz hebben te maken worden opgevoerd. In hoeverre de gegevens die Mosz in de loop van de film over zijn leven aangereikt krijgt, op waarheid berusten, wordt niet duidelijk. Uiteindelijk schiet Pavel Mosz, in het besef van een hem opgedrongen identiteit, een vriend neer. Film kostte 450.000 gulden. Muziek: Johanna d'Armagnac. Bij pers en publiek negatief ontvangen.
Première: 17 januari 1985
K-95 minuten

PAUL CHEVROLET EN DE ULTIEME HALLICUNATIE
ook: PAUL CHEVROLET AND THE ULTIMATE HALLUCINATION
Pim de la Parra

met: Peter Faber (Leopold, alias Paul Chevrolet), Jenny Arean (Willie), Liz Snoyink (Suzanne), Ellen Vogel (Elizabeth), Cas Enklaar (Herman du Bois), Moniek Toebosch (Charlotte), Frances Sanders (Paloma), Lizette Oosthoek (Marina), Suzanne Wouters (Alexandra), Eddie Constantine ('Boy Pappa'), Ira Goldwasser, Bodil de la Parra

Scenario: Pim de la Parra, Dorna van Rouveroy, Karin Loomans. Paul Chevrolet is een succesvol schrijver van detectiveromans; hij is gescheiden, in het bezit van een dochter en een kennelijke behoefte weer bij haar en haar moeder terug te keren. Als hij niet op zijn wordprocessor bezig is, rijdt hij op zijn fiets door Amsterdam, bezoekt vrienden als zijn behoorlijk excentrieke jeugdliefde Charlotte en haar cynische echtgenoot Herman of luistert naar de verhalen van een bevriende hoer Paloma. Hoofdpersoon in die verhalen is de mythische gangsterkoning Boy Pappa, die het leven van de schrijver infiltreert in de gedaante van de ex-minnaar van de hoer, als een personage uit zijn nieuwe roman en tenslotte als zijn alter ego. Paul Chevrolet verdient geld, maar niet genoeg om de alimentatie te betalen. Hij gaf drie jaar van zijn leven aan een psychologisch vertoog over de liefde, getiteld 'De ultieme hallucinatie'. Uitgeefster Elizabet maakt dat met de grond gelijk. Haar dochter, een geslaagde beursspeculante, ontfermt zich over de ontredderde schrijver en gaat met hem een door haar gecontroleerde verhouding aan. Gelouterd door enkele enerverende ervaringen besluit Chevrolet alle hallucinaties te laten voor wat ze zijn en weet hij zich weer een plaats te veroveren aan de zijde van zijn evenwichtige echtgenote. Muziek: Lodewijk de Boer. Songs: 'She loves the jerk' door John Hiatt en 'It may not always be so' door Mathilde Santing. Klassiek: 'Rosmarin' van Johannes Brahms. Tekstcitaten uit 'A streetcar named desire' van Tenessee Williams. Montage: Hans van Dongen. Art direction: Rebecca Geskus. Regie-assistentie: Dorna van Rouveroy. Producent: Lea Wongsoredjo, Ruud den Drijver. Camera: Frans Bromet. Geluid: Jac Vleeshouwers. Distributie: Cor Koppies. In 12 opnamedagen voor 325.000 gulden gemaakte come-back film van Pim de la Parra mét subsidie van het Productiefonds. Bevat remake van de fonteinscène uit LA DOLCE VITA van Fellini. Filmdebuut van Liz Snoyink. De film toont zowel een prachtig als een opengebroken Amsterdam anno 1985. De spelprestaties en de vormgeving werden geprezen, evenals het camerawerk (vanaf de schouder gedraaide lange shots) van Frans Bromet. Desondanks slechts 13.326 bezoekers.
Première: 31 oktober 1985
ZW-101 minuten

PERVOLA - SPOREN IN DE SNEEUW
Orlow Seunke

met: Gerard Thoolen (Simon van Oyen), Bram van der Vlugt (Hein van Oyen), Melle van Essen (Aapo), Jan Willem Hees (vader Van Oyen), Thom Hoffman (Ron), Jaap Hoogstra (Olga), Brigitte Kaandorp (Truusje), Phons Leussink (Adelaar), Mircea Krishan (Duitser), Adrian Brine (Engelsman), Suzanne Colin (Franse dame), Rolf Leenders (kale man), Gunvor Asen (huishoudster), Anna van Beers (dienstbode), Ingvall Pryts (koetsier), Hennie Velthuis (werkvrouw), Hans Holtkamp (soldaat)

Scenario: Orlow Seunke, Dirk Ayelt Kooiman i.s.m. Gerard Thoolen, Maarten Koopman. Twee broers Simon en Hein zijn twee broers die twee compleet verschillende leefwijzen vertegenwoordigen. Simon is een verloederde, homofiele variété-artiest en Hein zet als onkreukbare effectenmakelaar de zaak van hun vader voort. Als het bericht komt dat hun vader in een noords land op sterven ligt, reizen ze, na lange tijd weer verenigd, gezamenlijk af. Bij hun aankomst is de oude net overleden (alleen Hein treft hem nog levend); hij heeft te kennen gegeven in het nog noordelijker gelegen Pervola begraven te willen worden, bij zijn tweede vrouw. Simon neemt het initiatief voor de zware tocht. Hein gaat op het laatste moment mee om een oogje in het zeil te houden. Het is al duidelijk geworden dat hij zijn broer bedonderd heeft met de verdeling van de zaak van de vader indertijd en dat hij stelselmatig het contact tussen zijn broer Simon en hun vader heeft verstoord. De barre tocht per huifslede, met aan boord het stoffelijk overschot van de vader, de twee broers en een inlandse wagenvoerder, is een ware beproeving. Simon blijkt een wilskrachtige, vrije natuur, Hein verliest zijn burgelijke voorkomen en ontpopt zich als een zwakkeling. De reis eindigt in een nachtmerrie. De kist met het lijk valt in een rivier, de slede raakt in brand en de broers worden van elkaar gescheiden door onenigheid en het vijandige klimaat. Aan het slot van de film voert Simon in een theater een toneelstukje op dat zich in een sneeuwlandschap afspeelt. De suggestie wordt gewekt dat de hele film maar een toneelstuk was, dat als werkelijkheid gepresenteerd werd, maar schijn was. Muziek: Maarten Koopman. Opgenomen in het noorden van Noorwegen (in Røros, vijfhonderd kilometer ten noorden van Oslo). De kou maakte de opnamen niet bepaald gemakkelijk: zo vroor geluidsman Georges Bossaers met zijn linkeroor vast aan zijn koptelefoon, vertikte het paard Stella de dienst en waren koude handen en voeten regelrechte verschrikkingen. In 1978 was werd het plan om PERVOLA te verfilmen door het Produktiefonds afgedaan als te hoog gegrepen. Helmert Woudenberg was in 1985 niet beschikbaar om de rol van één van de twee broers te spelen, naast Gerard Thoolen, zoals dat in 1978 de bedoeling was geweest. Gerard Thoolen brak op grond van artistieke meningsverschillen met Seunke, o.a. de keuze van Bram van der Vlugt voor de tweede hoofdrol beviel Gerard Thoolen niet ('Een figuur uit Herenstraat? Niet in mijn film'). Eerste hoofdrol voor Bram van der Vlugt, die zijn eerste filmrol speelde in 1975 in de korte film NOORDENWIND van Floor Foelkel. Speciale prijs van de jury voor het hele oeuvre van Orlow Seunke tijdens de Nederlandse filmdagen. Deelname aan het festival van Venetië. VPRO prijs uitgereikt tijdens het Internationaal Filmfestival Rotterdam. 1986.
Première: 26 september 1985
K-102 minuten

PROOI, DE
Vivian Pieters

met: Maayke Bouten (Valerie), Marlous Fluitsma (Ria de Jong), Johan Leysen (rechercheur Mellema), Erik de Vries (Paul), Wim Bary (notaris Van Maurik), Rijk de Gooyer (Bob), Joop Doderer (Wim Gerritsen), Yoka Berretty (Trudy Jaspers), Lettie Oosthoek (mevr. Gerritsen), Sonja Lijnes (Evelien), Alexandra Blaauw (Saskia), Bettina Loose (Gertie), Cas Baas, Diana de Koning, Marijke Copper, Emma Onrust, Tini Ruys, Dolf Schipper, Piet Laan, Jan Duin, Nico Kuip, Ad van Krimpen, Geraldine den Iseger

Scenario: Vivian Pieters, Ton Ruys naar het boek 'Henrietta who?' van Catherine Aird. Thriller. Een vrouw, Trudy Jaspers, wordt doodgereden. Haar dochter, Valerie, blijft alleen achter en verneemt na een onderzoek in het ziekenhuis dat haar moeder onmogelijk haar moeder kan zijn. Rechercheur Mellema die meer dan een ongeluk vermoedt en het onderzoek naar de dood van haar moeder leidt, komt niet veel verder dan wat verhoren en het achttienjarige meisje -dat vlak voor haar eindexamen zit- besluiit zelf op onderzoek uit te gaan. Ze ontdekt niet alleen dat 'haar moeder' op een duistere wijze geld ontving, maar krijgt langzaam maar zeker ook het vermoeden dat van moord sprake moet zijn. Zij ziet haar zekerheden verdwijnen en vraagt zich af wie haar ouders waren en wie zij zelf is. Na het slagen voor het examen fietst ze van een feestje terug naar haar huis in de polder en daar probeert een auto haar te overrijden. Dan weet ze zeker dat iemand het op haar gemunt heeft en vlucht ze naar Amsterdam waar ze zich verlaten -en door een plotselinge confrontatie met de buurvrouw- ook verraden voelt. Terug in het dorp ontdekt ze dat haar moeder een broer had, Bob, had en vindt tevens een foto. Via de foto zoekt ze het graf van haar ouders en van Bob hoort ze van fraude, faillisementen en zelfmoorden. Bob wordt kort daarop vermoord en een tweede aanslag op haar leven in haar eigen huis mislukt maar net. De dader vindt de dood en het blijkt de notaris te zijn die over al het geld beschikte. Muziek: Hennie Vrienten. Song: 'Eindsong' (Henny Vrienten) door Liesbeth List. Tijdens het draaien van DE PROOI bleken alle beeldopnamen van een dag bekabeld te zijn. Het kostte een extra opnamedag om alles opnieuw op te nemen. De muziek van Hennie Vrienten kreeg een Zilveren Lessenaar.
Première: 7 februari 1985
K-97 minuten

RED DESERT PENITENTIARY
George Sluizer

met: James Michael Taylor (Dan McMan), Cathryn Bissell (Myrna Greenbaum), Bill Rose (James Gagan), Jim Wortham (Chet Kofman), Carolee (mevr. Greenbaum), Buster Muncy (Dexter), Trudy Wortham (Rosalie), Giovanni Korporaal (Mickey Slavasky), George Sluizer (Kernheim), Rocky Latham (politieagent)

Nederlands-Amerikaanse co-produktie. Scenario: George Sluizer naar het gelijknamige verhaal van Tim Krabbé. Dan McMan, een B-filmacteur, stopt onderweg naar Roscoe om een lifter mee te nemen. Het blijkt Chet Kofman te zijn, scenarioschrijver van 'Red desert penitentiary', de film waarin McMan als hoofdrolspeler zal optreden. McMan heeft direct een conflict met Kofman over scène 100, waarin hij moet spelen dat hij vrijt met zijn dochter. Als McMan en Kofman op de locatie waar de film zal worden opgenomen verschijnen, ontmoeten ze daar Myrna Greenbaum, de tegenspeelster van McMan, een jonge en nog onervaren actrice die erg haar best doet om op Marilyn Monroe te lijken. De volgende dag is er een bijeenkomst voor de pers. McMan en Myrna Greenbaum kussen elkaar voor publiciteitsredenen. Een oude man wordt van de set geweerd. Het is James Gagan, de man die het boek schreef waarop de film is gebaseerd. Dan beginnen de opnamen. Myrna blijkt een ramp van een actrice te zijn en er wordt hard nagedacht over vervanging. McMan besluit een relatie met haar te beginnen om haar acteerprestaties op te krikken en om zo zijn eigen rol niet in gevaar te brengen. McMan krijgt ruzie met Myrna's moeder die ook op de set aanwezig is en die alles in het werk stelt om haar dochter te beschermen. 's Nachts als McMan uit Myrna's slaapkamer komt, wordt hij opgewacht door James Gagan. Deze neemt hem mee naar de echte 'rode gevangenis'. Daar vertelt hij zijn levensverhaal. Hij zat hier twintig jaar opgesloten omdat hij zich nooit verweerde als men dingen uit zijn kamer stal. Na de twintig jaar bleek dat hij zo uit zijn gevangenis had kunnen ontsnappen, maar dat men wilde kijken hoeveel hij accepteren zou. Gagan rijdt na zijn verhaal weg in de jeep, terwijl hij McMan in de woestijn achterlaat. De volgende morgen wordt Chet Kofman dood aangetroffen in zijn hotelkamer. Zowel Gagan als McMan zijn onvindbaar. Wanneer McMan drie dagen later in de woestijn gevonden wordt, denkt men dat hij probeerde te vluchten na de moord op Kofman. Alle schijn is tegen McMan; hij had ruzie met Kofman over de incestscène en dialoogzinnen uit oude B-films die hij bij wijze van grap zei tegen Kofman, worden nu als reële bedreigingen geïnterpreteerd. Gagan is spoorloos verdwenen en McMan wordt tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. De gevangenis waarin McMan terechtkomt wordt omgedoopt in 'Red desert penitentiary'. De film waaraan gewerkt werd wordt afgemaakt met een 'stand-in'. Muziek: James Michael Taylor. Bijna alle personen die te maken hebben met het vervaardigen van een speelfilm lopen ook daadwerkelijk rond en allen bemoeien zich met het eindresultaat. Film is derhalve heel instructief voor alle meer dan oppervlakkig ook in de techniek van het filmen geïnteresseerde liefhebbers. Na een wereldpremière op de markt in Cannes, de nationale première tijdens de Nederlandse Filmdagen (19 september 1985), volgde een week Springhaver, Utrecht en toen niets. Nadat Cupido Films hem had overgenomen van The Movies volgde de Amsterdamse première in januari 1986.
Première: 23 januari 1986
K-104 minuten

SOLDATEN ZONDER GEWEREN
Kees Hin

met: Elisabeth Andersen (Aleta), Anke van 't Hof (Antoinette), Rudolf Lucieer (geschiedenistherapeut), René Retel (Willem de Beer), Michel van Rooy (Bertus de Koning), Hans Keilson (hoedenmaker), Raymond Campfens (knecht), Michael Hellgardt (vluchteling), René van Ast (cellist), Koen Franse (commandant), Maria Heessen (Catrientje), Arie Grendel (eigenaar ijssalon)

Scenario: Jan Dop, Frans van de Staak, Kees Hin. Het verhaal van een vrouw die veertig jaar na dato de gevolgen van de Februaristaking nog niet heeft verwerkt. Haar man, een van de organisatoren, werd kort na de staking opgepakt en gefusilleerd op 19 november 1942. De avond voor de voltrekking van het vonnis schreef hij haar nog een brief, waarin hij de hoop uitsprak niet voor niets te sterven en haar vroeg niet te lang aan hem te denken. Juist dat laatste lukt de vrouw niet. In haar gedachten is de brief een eigen leven gaan leiden en steeds opnieuw herhaalt ze de woorden ervan. De vrouw twijfelt aan de juistheid en de betekenis van wat er indertijd is gebeurd. Tegenover haar staan een 'geschiedenistherapeut' die probeert haar een andere interpretatie van de geschiedenis op te dringen en een jonge vrouw, die belangstelling heeft voor de klassieke Japanse cultuur. Naarmate de beide vrouwen elkaar beter leren kennen, groeit de belangstelling voor elkaars achtergronden en ideeën. Aan het eind van de film begraven ze samen de brief en andere bezittingen van Aleta's man. Dit verhaal wordt verteld op een manier waarbij heden en verleden nogal eens door elkaar lopen, niet alleen in gedachten van Aleta, maar ook in de vormgeving: denkt de vrouw terug aan de tijd van de staking, dan ziet de kijker haar als moderne oude vrouw tegenover de jongere personages van veertig jaar geleden. Bevat fragmenten van interviews met de nog levende betrokkenen bij de Februaristaking. Muziek: Suite nr. 5 voor cello (Johan Sebastiaan Bach). Oorlogsthematiek: verzet, gevolgen. Over het algemeen zeer positief ontvangen bij de pers.
Première: 21 februari 1985
K-100 minuten

STRANGE LOVE AFFAIR, A
Eric de Kuyper/Paul Verstraten

met: Howard Hensel (Michael), Karl Scheydt (Jim), Sep van Kampen (Chris), Pascale Petit (Ann), Lieke Leo (Linda), Ann Petersen (herbergierster), prof. Van Leeuwen (operaregisseur), Maarten van Buren (professor), Jacky Raynall (Martha), Ben van Os (Ben), Jacqueline Veuve (Maria)

Nederlands-Belgische co-produktie. Scenario: Eric de Kuyper, Paul Verstraten. De film vertelt over een 'vreemde' driehoeksverhouding tussen een docent filmkunde, zijn student en diens vader. Michael, een docent filmkunde, raakt onder de indruk van een van zijn studenten, Chris, tijdens een les over JOHNNY GUITAR van Nicholas Ray. Op een avond bezoekt de jongen hem op het moment dat hij bezig is met zijn boek, waarin de liefde centraal staat. In hun dialoog wordt duidelijk dat voor Chris alle liefdes een begin en een einde hebben gehad, terwijl voor Michael -hoewel alleenstaand- de liefdes eeuwig duren. Hun ontluikende liefde krijgt derhalve een paradoxaal karakter: Chris' liefdes eindigen, Michaels liefdes kennen geen slot. Samen bezoeken ze een operavoorstelling in Brussel, waarna ze overnachten bij de ouders van Chris. De vader van Chris blijkt Michael te kennen: tot voor vijftien jaar beleefden zij een intense vriendschap die zich ook sexueel uitte. De herontmoeting blijkt door de tijd niet te zijn aangetast en terwijl Chris afglijdt naar de achtergrond, continueren zij hun relatie. Wanneer Michael terugkeert, komt zoon Chris een briefje brengen van zijn vader. Zonder het te openen begrijpt Michael het en staat op het punt alleen af te reizen, als Chris' vader alsnog komt aanhollen. Muziek: Victor Young, Max Steiner, Tsjaikowsky, Verdi, Bizet, Ch. Williams en Gershwin. Wetenschappelijk experiment om met gebruikmaking van het bestudeerde medium zelf, in plaats van met pen en papier, uitspraak te doen over het object van studie: film. Film is een keten van filmcitaten (JOHNNY GUITAR, NOW VOYAGER), spelletjes met vertelvormen en met de mogelijkheden van fictie.
Première: 26 september 1985
ZW-91 minuten

THOMAS & SENIOR OP HET SPOOR VAN BRUTE BEREND
ook: THOMAS AND SENIOR ON THE TRAIL OF BRUTAL BERNARD
Karst van der Meulen

met: Bart Steenbeek (Thomas), Lex Goudsmit (Senior), Henk van Ulsen (Drenth), Karin van Ee (Sandra), Ragnar Koot (Jeroen), Elvira Molenaar (Hanneke), Nathalie van der Wal (Vera), Martijn van der Geest (Mark), Jérôme Reehuis (Mulder), Joost Prinsen, Cees Heyne, Jan Simon Minkema (duister drietal), Cor van Rijn (Hageman), Carol van Herwijnen (commissaris), Marijke Veugelers, Leonie Jansen, Eric Meyer, Els Ingeborg Smits, Esther Spitz (assistent Mulder)

Scenario: Karst van der Meulen en Piet Geelhoed. Jeugdfilm. Avontuur van Thomas & Senior, tegelijkertijd gemaakt met de van deze film losstaande zevendelige NCRV TV-serie. Thomas wordt op de eerste schooldag, na de vakantie, gekozen in een feestcommissie en maakt nieuwe vrienden en vriendinnen. Door de voorbereidingen voor het feest en het huiswerk komt Thomas maar sporadisch bij Senior, de vitale zeventiger, die moeite heeft met de stilte na de avontuurlijke zomer met Thomas. Senior slentert op een dag doelloos door de stad. Zijn aandacht wordt getrokken door een slooppand. Tussen het puin vindt hij een oud scheepsmodel; misschien kan hij dat samen met Thomas opknappen. Thomas reageert wat lauw op het idee, hij houdt zich liever bezig met de voorbereidingen van het feest. Dan bedenkt Senior een plan om het spannend voor Thomas te maken. Bedachtzaam legt hij de basis voor een nieuw avontuur, gebaseerd op de sage van Brute Berend, een gevreesde zeerover die een schat begraven had. Senior zorgt ervoor dat Thomas in het wrakke bootje een oud stuk perkament, met een vreemde boodschap, ontdekt. Thomas is direct enthousiast en licht zijn vriendjes in dat hij op het spoor is van een goudschat. Dat had Senior niet verwacht. De boodschap leidt naar een schatkaart, maar wat geheim had moeten blijven wordt door de loslippigheid van de kinderen wereldnieuws. Dat trekt natuurlijk vele nieuwsgierigen, al dan niet met eerbare bedoelingen. Zoals meneer Mulder, een directeur van een reclameburo, die weer voor een stunt moet zorgen. Hij ziet geld in een grandioze campagne met Brute Berend als middelpunt. Mulder doet Senior een vorstelijk aanbod voor de schatkaart. Senior wijst elk bod resoluut van de hand. Bij toeval ontdekt Thomas de reden van Seniors afwijzende houding. Eerst is hij diep teleurgesteld door diens bedrog maar hij begrijpt al gauw dat Senior zich nu in een pijnlijke situatie bevindt. Samen smeden zij een plan om de schatkaart te laten verdwijnen en het avontuur vroegtijdig te laten beëindigen. Maar iemand is hen voor. Wat begon als een onschuldig idee van Senior, ontwikkelt zich tot een netwerk van verwarrende complicaties die leiden tot de ontvoering van de kinderen door een duister drietal. Senior besluit het wereldkundig te maken en bekent dat het een uit de hand gelopen grap is. Maar zoals vaak wordt de waarheid niet geloofd. Senior is de wanhoop nabij, maar krijgt weer een van zijn lumineuze ideeën die leiden naar 'eind goed, al goed'. Muziek: Tonny Eyk. Titel van de zevendelige televisie-serie is 'Thomas en Senior'. Lydia Rood schreef op grond van de scenario's respectievelijk de boeken 'Thomas en Senior' en 'Thomas en Senior op het spoor van brute Berend'. Als klap op de vuurpijl besloot Piet Geelhoed om het Brute Berend-verhaal uit de film nog verder uit te werken en er een derde boek over te publiceren; 'De sage van Brute Berend'. Goed ontvangen.
Première: 21 november 1985
K-107 minuten.

VORO NOVA
Dick Rijneke/Mildred van Leeuwarden

met: Aat Ceelen (man), Petra Rhijnsburger (vriendin), Harry van Es (collega), Marga Weimans, Simone Weimans, Mirjam Citroen, Brian Loe-a-Foe, Jimmy Loe-a-Foe, Daryl Oosterling, Anatasha Haugs (kinderen)

Scenario: Mildred van Leeuwarden, Dick Rijneke. Experimentele film, die geen verhaal verteld. Er wordt wel een aantal gebeurtenissen getoond: op het terrein Voro Nova woont een man die tweedehands camera's en computers verzamelt. Met die computers is hij het grootste deel van de dag in de weer, in een kamer heeft hij er een toren van gebouwd. Met zijn vriendin, die hem af en toe komt bezoeken in een hypermoderne sportauto, heeft hij nauwelijks contact. Evenmin heeft hij contact met de kinderen die het terrein ontdekken en langzamerhand als speelplaats veroveren. Hij observeert hen door de camera's die hier en daar rond het huis zijn opgesteld. Af en toe verschijnen hun portretten op een van de beeldschermen in de computertoren. De kinderen hangen wat rond op het terrein, dansen, vechten en vertellen elkaar (imponerende) verhalen. Aan het eind van de film geeft de man een groot feest, waarop een aantal vrienden, de kinderen en de ouders van de kinderen zijn uitgenodigd. Titel van de film ontstond toen uit een handvol neonletters een naam moest worden samengesteld voor het terrein waarop de film werd opgenomen; een verzameling klanken, die naar een mediterrane taal en iets van een nieuwe wereld verwijzen. Muziek: Felix Visser. Over het algemeen werd positief door de pers gereageerd. Vertoond op het filmfestival Rotterdam 1985. De Rotterdamse havenfilm paste volgens de makers qua thematiek prima in het programmaonderdeel ‘On the waterfront’ van het International Filmfestival Rotterdam 2001. Programmeur Gertjan Zuilhof besloot echter anders: “VORA-NOVA is binnen de geschiedenis van het filmfestival al zeer prominent gedraaid. Naast havenklassieker heb ik nu juist gekozen voor onbekende, kleine films.” Rijneke en Van Leeuwaarden plaatsen daarom een protestadvertentie in ‘The Daily Tiger’ van vrijdag 26 januari. Zuilhof daarover: “Ik vind het niet zo sportief, waarschijnlijk kunnen ze niet goed tegen hun verlies.”
Première: 25 januari 1985
K-86 minuten

WEG VAN HET VLEES, DE
ook: IN (S)CRYPTO/LIEDEREN VAN ONZEKERHEID
Ramon Gieling

met: Catherine ten Bruggencate, Andrea Fiege, Bea Meulman, Wiske Sterringa, Paul Gieske, Arthur van Rossum, Hubert Fermin

Scenario: Ramon Gieling. Experimentele film. De openingsbeelden tonen een jongetje dat van een arts spraaklessen krijgt. Daarna volgt een beeld van een man die met wijd open ogen (dood?, dromend?) over een typemachine ligt. Dit beeld verwijst naar een tekening van Goya: 'El sueño de la razón produce monstruos'. Deze titel fungeert als motto van de film. Na deze introductie toont de film vier vrouwen (zusters?, vriendinnen?, rivales?) die elkaar na lange tijd weerzien. De aanleiding tot dit weerzien blijft onduidelijk. Ze brengen samen een avond en een nacht door met het vertellen van verhalen over 'liefde en trouw' (en liefdeloosheid en ontrouw). Deze vier verhalen -die afgewisseld worden met beelden van het jongetje en beelden van een toneelstukje dat door twee van de vrouwen wordt opgevoerd- lijken naar een gemeenschappelijk verleden te wijzen en worden gekleurd door zowel liefde- en haatgevoelens voor de betreffende man, als door gevoelens van vertrouwelijkheid en ergernis ten opzichte van elkaar. Muziek: Tom Willems. De filmpers reageerde met gemengde gevoelens.
Première: 2 januari 1986
K-60 minuten

WIE 'T LAATST LACHT
ook: WIE HET LAATST LACHT/GEHEIM VAN DE BLAUWE DIAMANT
Henk van der Linden

met: Jan Kruyk (Lam), Hub Consten (Bram), Jos van der Linden, Cor van der Linden, Ben Malherbe, José Odekerken, Frank Keulen, Henk van der Linden

Scenario: Henk van der Linden. Jeugdfilm van Rex Film. De jacht op een erfenis met vele komische verwikkelingen. Muziekkeuze: Henk van der Linden. De laatste film van Henk van der Linden.
Première: 13 oktober 1985
K-2185 meter

WILDSCHUT
Bobby Eerhart

met: Hidde Maas (gangster Jim), Jack Monkau (gangster Charlie), Annick Christiaens (Lisa), Josse de Pauw (Deleye), Chris Lomme (Sybil), Marc van Eeghem (Hugo), Bert Onraedt (baby Ruben), Werther van der Sarren (politieman Dalsum), Hans De Munter (luitenant Hansen), Dries Wieme (Klipsteen), Annick Segal (mevr. Dalsum), Mark Peeters (autodief), Ronny Waterschoot (Ritmeester), Roger Meusen (korporaal)

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario van Felix Thijssen naar zijn gelijknamige roman uit 1980. Na een woeste rit, waarbij een grenspost wordt genegeerd, stopt een Mercedes bij een tankstation. Dat de pomp met een ketting is vergrendeld is voor de bestuurder geen probleem. Één welgemikte trap en er kan getankt worden. De toesnellende pomphouder protesteert, maar niet lang. De blanke en zwarte gangster hebben een overval gepleegd en willen naar België vluchten. Zij kunnen echter niet verder omdat de zwarte gangster Charlie gewond is. Ze dringen het afgelegen boswachtershuis 'de Wildschut' binnen en gijzelen de bewoners. De gangsters blijven een paar dagen. In die tijd worden de bewoners geterroriseerd, verwijdert de blanke gangster eigenhandig de kogel uit het lichaam van de zwarte, vrijt het meisje met de zwarte gangster, die zij moet verplegen, wordt de jongen nadat hij geprobeerd heeft de koffer met geld te pikken in een gevecht met de blanke gangster gedood en ontdekt de politieman dat de gangsters zich in de Wildschut ophouden. Als deze sheriff (fan van John Wayne) de gangsters wil arresteren, ontwikkelt zich een gevecht, waarbij zowel hij als de blanke gangster het leven laat. De zwarte weet bijna te ontsnappen, met hulp van het meisje. Bijna: in het laatste shot stort hij alleen met de auto in een afgrond. Muziek: Alain Pierre. Speelfilmdebuut van Bobby Eerhart, die in 1972 begon met de korte speelfilm CROSS-OVER. Regisseur Bobby Eerhart wilde de film laten eindigen zonder het allerlaatste stukje, maar Menachem Golan, de Israëlische filmmagnaat, had andere gedachten: 'It's a good movie, but the nigger should die'. De film is op de snijtafel tot stand gekomen. Alle figuren hadden in het script een gelijkwaardige rol. Tijdens de montage werd besloten dat Hidde Maas de hoofdrol kreeg. Op locatie in België opgenomen voor 2,3 miljoen gulden. Gemengde gevoelens over deze eerste film in het genre van de Nederlandse harde actiefilm.
Première: 14 maart 1985
K-92 minuten

ZED AND TWO NOUGHTS, A
ook: ZOO
Peter Greenaway

met: Andréa Ferréol (Alba Bewick), Brian Deacon (Oswald Deuce), Eric Deacon (Oliver Deuce), Frances Barber (Venus De Milo), Joss Ackland (Van Hoyten), Jim Davidson (Joshua Plate), Agnes Brulet (Beta Bewick), Guusje van Tilborgh (Caterina Bolnes), Gerard Thoolen (chirurg Van Meegeren), Ken Campbell (Stephen Pipe), Wolf Kahler (Felipe Arc-en-Ciel), Geoffrey Palmer (Fallast), David Attenborough (verteller Natuurfondsfilmpje)

Engels-Nederlandse co-produktie. Scenario: Peter Greenaway. Bij een auto-ongeval, veroorzaakt door een zwaan die een dodelijke vlucht maakt tegen de vooruit van een auto, komen twee jonge vrouwen om het leven. De vrouwelijke bestuurder van de auto blijft in leven, maar verliest wel een been. De mannen van de overleden vrouwen, Oliver en Oswald, zijn twee biologen die onderzoek doen naar het gedrag van dieren. Na de dood van hun vrouwen zijn ze volkomen ontredderd en worden ze gefascineerd door de lijken van dieren die tot ontbinding overgaan. Alba (bestuurder van de fatale auto) probeert de twee mannen te troosten en krijgt met allebei een affaire. Alba, die in het ziekenhuis ligt, is in de macht van de chirurg Van Meegeren. Deze is er op gebrand dat ze poseert voor foto's die hij maakt naar de schilderijen van Vermeer. Omdat ze voor die poses haar overgebleven been toch niet nodig heeft (en omdat dat been toch maar eenzaam is zonder het andere, volgens Alba) wordt dat been ook afgezet. Alba wordt zwanger van Oliver en Oswald, die zich ontpoppen als een geopereerde Siamese tweeling. In de dierentuin waar Oliver en Oswald werken gebeuren allerlei vreemde dingen. De hoer Venus van Milo vertelt er erotische dierenverhalen en er worden dieren vermoord, zodat Oliver en Oswald hun filmopnamen van in ontbinding verkerende dieren kunnen voortzetten. Nadat Alba haar tweeling van Oliver en Oswald ter wereld heeft gebracht en zij haar droomprins (die om ook op gelijke voet met haar te staan ook zijn benen heeft laten afzetten) heeft ontmoet, besluit ze om niet langer te willen leven. Oliver en Oswald willen het ontbindingsproces van haar lichaam graag filmen, maar als ze gestorven is dan geeft de familie hier geen toestemming voor. Ten einde raad besluiten Oliver en Oswald dan maar zelfmoord te plegen, zodat de camera hun eigen ontbindingsproces zal kunnen vastleggen voor het nageslacht. De natuur grijpt echter in. Muziek: Michael Nyman. Experimentele film. De ordeningstics, woord- en beeldspelletjes, anekdotes, encyclopedische feitjes en verwijzingen naar de schilderkunst en de Griekse mythologie vormen hier een collageachtig geheel. Greenaway lijkt in deze film vooral op zoek te zijn naar het mysterie van het leven (en zijn pedant: de dood). Opgenomen in de Rotterdamse diergaarde Blijdorp.
Première: 23 januari 1986
K-115 minuten


1986

AANSLAG, DE
ook: THE ASSAULT
Fons Rademakers

met: Derek de Lint (Anton Steenwijk), Marc van Uchelen (Anton Steenwijk, 12 jaar), Monique van de Ven (Truus Coster/Saskia de Graaf), John Kraaykamp (verzetsman Cor Takes), Huub van der Lubbe (Fake Ploeg, zoon NSB'er), Elly Weller (mevr. Beumer), Ina van der Molen (Karin Korteweg), Frans Vorstman (vader Steenwijk), Edda Barends (moeder Steenwijk), Casper de Boer (Peter Steenwijk), Olliver Domnick (SD'er), Amadeus August (Hauptsturmführer), Matthias Hell (Feldwebel), Ludwig Haas (generaal), Eric van Heyst (dhr. De Graaff), Kees Coolen (Gerrit-Jan van Lennep), Mies de Heer (Liesbeth), Michel van Rooy (Cor Takes, jong), Hiske van der Linden (Karin Korteweg, jong), Wim de Haas (dhr. Korteweg), Akkemay Marijnissen (Sandra), Ab Abspoel (man in café), Manon Alving (mevr. de Graaff), Cas Baas (Henk), Tabe Bas (Jaap), Harold Bendig (Officer), Mike Bendig (Fake Ploeg als jongen), Pierre Bokma (Student), Willem van de Sande-Bakhuyzen (Student), Filip Bolluyt (Student), Jan Pieter Koch (Student), Gijs de Lange (Student), Kees Hulst (Student), Krijn ter Braak (oom Peter), Piet de Wijn (dhr. Beumer), Karl Golusda (Officer), Guus Hermus (dhr. van Lennep), Kees Hulst (student), Okke Jager (Vicar), Nico Jansen (politieman), Norman Longdon (English General), Kenneth Oakley (Westminster Abbey Guide), Paula Petri (vrouw in spiegeling ruit), Horst Reichel (Officer), Monique Spijker (serveerster), Lisa Takacs (Sandra als jong meisje), Eric van der Hoff (Bastiaan), Eric van der Donk (Simon), Wilem van Ransum (gevangenisbewaarder), Les Wiertz (haringverkoper), Rogier van Gestel (Peter, 18), Mario Ramos (Peter, 8), Dott Martini (dokter), Egbert van Paridon (Geert)

Scenario: Gerard Soeteman, naar de gelijknamige roman van Harry Mulisch uit 1982. Het verhaal draait om de nasleep van een verzetsdaad aan het eind van de oorlog. De buren van een 12-jarig jongetje slepen het lijk van een neergeschoten NSB'er voor zijn huis. Bij de wraakactie verliest de jongen zijn ouders en broer. Het voorval blijft hem zijn verdere leven achtervolgen en bepaalt zijn doen en laten. Hij wordt uiteindelijk medicus en trouwt met het evenbeeld van de vrouw die hij in die bewuste nacht in de gevangenis ontmoette. Ten tijde van de Hongaarse opstand wordt hij met de zoon van de vermoorde NSB'er geconfronteerd en tien jaar later, in 1966, ontmoet hij de verzetsman die de daad pleegde. Zijn vroegere buurmeisje komt hij in 1983 tegen bij de demonstratie tegen de kernbewapening. Zij legt het laatste puzzelstukje op zijn plaats en vertelt dat het lijk voor zijn deur werd neergelegd, omdat bij de andere buren joden zaten ondergedoken. Muziek: Jurriaan Andriessen. Art director: Dorus van der Linden. Montage: Kees Linthorst. Make-up: Ulli Ullrich. Camera: Theo van de Sande. Producent: Fons Rademakers. Oorlogsthematiek: gevolgen. Het boek is vrij nauwgezet gevolgd, hier en daar een accent verschil of enkele bladzijden weggelaten. Fons Rademakers vond Thom Hoffman nog te jong voor de rol. Persreacties: Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 6 februari 1986: "(...)Rademakers is een typische acteurs-regisseur en heeft het uitstekend getroffen met de volslagen onbekende Marc van Uchelen als de jonge Anton Steenwijk en Derek de Lint als man van na de oorlog. (...) Geraffineerd heeft Rademakers ook de erotische lijn uit Mulisch' verhaal versterkt. (...) Het slot is, net als in het boek trouwens, abrupt als een plotselinge punt achter het verhaal. Te snel, te toevallig, te simpel. Hier wreekt zich dat Rademakers zo getrouw het boek heeft gevolgd. (...) Verder zijn er enkele passages die ophouden, waar de spanning de hele film mede door de timing zo goed volgehouden wordt. (...) Het boek van Mulisch biedt in ieder geval niets méér dan wat Rademakers laat zien en voelen in de beste Nederlandse oorlogsfilm, maar vooral een film die veel verder gaat dan dit genre." W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 6 februari 1986: "(...) De film ziet er wonderschoon uitziet (Theo van de Sande en de zijnen gaven de oorlog de kleur van lood) (...) Er wordt uitstekend gespeeld (...) niks geen maren. Ik wil alleen maar zeggen dat dit alles tesamen nog geen superieure film behoeft op te leveren. Dat hij dit wel is geworden danken wij aan de regisseur, aan Fons Rademakers. Die schonk hem zijn ritme en dat geeft uiteindelijk toch de doorslag. (...)" Joyce Roodnat in 'NRC Handelsblad' van 7 februari 1986: "(...)Voor alles gaat DE AANSLAG over een man die weigert zijn oorlogsverleden te verwerken. (...) Is DE AANSLAG door dat scenario [van Gerard Soeteman dat de roman strak volgt] nu een mislukte film? Zeker niet. Rademakers blijft een groot filmmaker die bijvoorbeeld zijn acteurs, met name de jonge Marc van Uchelen en John Kraaykamp sr., tot mooie prestaties brengt. Bovendien wist hij bepaalde symbolen uit Mulisch' boek heel knap naar zijn film te vertalen terwijl zijn beelden precies de juiste sfeer oproepen bij een bepaalde situatie. (...) DE AANSLAG werd een aardige film, die echter minder goed is dan ALS TWEE DRUPPELS WATER, de oorlogsfilm die Rademakers in 1963 maakte. Maar voor die film bewerkte Rademakers zelf een boek tot scenario." Ondanks de vrij goede recensies was er bij de uitreiking van de Gouden Kalveren slechts een half Gouden Kalf voor DE AANSLAG en wel voor John Kraaykamp (tevens voor zijn rol in DE WISSELWACHTER). Daarnaast won Derek de Lint de Vergulde Klaver van het weekblad 'Viva' voor beste acteur. In 1987 zou Fons Rademakers in het buitenland gerehabiliteerd worden: DE AANSLAG won in de VS de Golden Globe voor de beste niet-Engelstalige film en een Oscar voor de beste niet-Amerikaanse film. Andere prijzen: Seattle International filmfestival 1986: best film, best director. Richard Schickel in 'Time' van 6 april 1987: "(...) Director Rademakers is both a careful craftsman and a careful moralist, a man who has the time to pause over the ambiguous nuances of the human behavior under pressure and the skill as a filmmaker to exploit them. No fictional film of recent years has more successfully explored the terrain around that crossroad where personal history and megahistory intersect. None has more persuasively placed us inside the skin of a man caught in its conflicting, unpoliced traffic." DE AANSLAG zou Fons Rademakers voorlaatste film worden; hij regisseerde in 1989 alleen nog de film THE ROSEGARDEN. 310.655 bezoekers.
Première: 6 februari 1986
K-144 minuten

ABEL
Alex van Warmerdam

met: Alex van Warmerdam (Abel), Olga Zuiderhoek (Duif), Henri Garcin=Anton Albers (Victor), Annet Malherbe (Zus), Loes Luca (Christine), Arend Jan Heerma van Voss (psychiater Van Boven), Anton Kothuys (magnetiseur), Peer Mascini (regisseur), Elmar Schiphorst (serveerster), Josse De Pauw (man echtpaar met hond), Mieke Verdin (vrouw echtpaar met hond), Rien Boogaart (de beer), Aat Ceelen (vergadering/pyjama-man/toneelspeler), Hennie Zwanenburg (toneelspeler), Marc van Warmerdam (visboer), Jeroen Henneman (cowboy), Jan Willem Hees (oude man op hometrainer), Otakar Votoçek (verkouden man), Dorien de Jonge (vrouw met schoonmaakmachine), Paul Hoehner (motorfietser), Vedette van de Harginahof (hond), Joke van den Berg, Chris Bolczek, Jan van Eeten, Jan Griese, Henk Pama, Thijs van der Poll, René Sauer, Ton Scheepmaker, Huib Stam, Kees Stolker, Wim Veenendaal, Gerard Vosse

Scenario van Alex van Warmerdam (bekend van de theatergezelschappen Hauser Orkater en de Mexicaanse Hond). Een ongeveer dertigjarige man, Abel, woont nog thuis en is jarenlang niet buiten geweest. Dit tot groot verdriet van zijn vader. Abel heeft het druk genoeg met het proberen om vliegen in volle vlucht door te knippen. Als hij tenslotte toch op straat belandt -nadat Abel tegen de zin van zijn vader een tv heeft aangeschaft- neemt hij gauw zijn intrek bij Zus, de geheime vriendin van zijn vader. In de slotscène bij Zus thuis wordt een nieuw evenwicht gevonden in de verhoudingen. Abel blijft als een laf mannetje bij Zus, en Victor en Duif verzoenen zich. Muziek: Vincent van Warmerdam. Producenten: Laurens Geels, Dick Maas en Robert Swaab. Camera: Marc Felperlaan. Montage: Hans van Dongen. Aanvankelijk zou Frans Weisz de film regisseren, maar gaandeweg werd duidelijk dat het materiaal zo eigen en persoonlijk was, dat alleen Alex van Warmerdam zelf de film kon maken. Van Warmerdam wilde ABEL in zwartwit opnemen, maar dat werd hem afgeraden door het Filmfonds. Toen nam hij de film op in kleuren die zijn geïnspireerd op het Technicolor-palet uit de jaren vijftig. Film behaalde geheel onverwachts meer dan 300.000 bezoekers; film begon met 10 kopieën om er met 30 te eindigen. Drie nieuwe gezichten op vier hoofdrollen (Van Warmerdam, Garcin en Malherbe). Gouden Kalf voor beste lange speelfilm, beste regie. Prijs van de Nederlandse Filmkritiek. Zilveren Lessenaar, muziek. Door de lezers van 'de Volkskrant' in 1986 gekozen tot beste film van het jaar. VPRO-prijs (Nederlandse film) 1987. In 1990, ter gelegenheid van de tiende editie van de Nederlandse Filmdagen, is ABEL gekozen tot de beste Nederlandse speelfilm van de jaren tachtig door de Kring van Nederlandse Filmjournalisten. ABEL liet DE VIERDE MAN, SPOORLOOS, CHARLOTTE en DE AANSLAG achter zich. Officiële presentatie op het festival van Venetië en prijs van de Italiaanse kritiek. 309.797 bezoekers.
Première: 27 februari 1986
K-103 minuten

AFZIEN
ook: SECOND WIND
Gerrard Verhage

met: Gerardjan Rijnders (Oscar), Mies de Heer (Sietske), Ger Thijs (Rudolf), Annet Nieuwenhuyzen (Gwen), Jentien de Boer (Ineke), Pierre Bokma (Alex), Catherine ten Bruggencate (Emma)

Scenario: Gerrard Verhage in samenwerking met Gerrit van Elst naar een idee van José Alders. Een bungalow in het Gooi wordt tijdelijk bewoond door Alex, die het huis verft dat eigendom is van zijn ouders. Alex' ouders zijn allebei op reis. Alex wordt bezocht door een aantal vrienden. Als eersten arriveren Emma en Oscar. Later komen ook Rudolf, Sietske en Irene. Als iedereen er is wordt een grote knal gehoord. Schamper wordt opgemerkt dat de derde wereldoorlog misschien wel begonnen is. Alle vrienden die verenigd zijn in het huis hebben zo hun eigen problemen. Alex zit in over zijn vader die hij er van verdenkt zelfmoord te plegen. Emma is verliefd op Oscar, maar deze heeft geen belangstelling voor haar omdat hij homosexueel is. De relatie tussen Rudolf en Sietske staat onder hoogspanning omdat Rudolfs carrière niet zo goed gaat en die van Sietske juist wel. Van deze situatie probeert Irene gebruik te maken door Rudolf te verleiden. Wanneer de moeder van Alex thuis komt en zij diens bezorgdheid over zijn vader niet deelt, komen alle opgekropte spanningen tot uitbarsting. Aan het eind van de dag gaat iedereen weer naar huis. De grote knal die eerder gehoord was heeft volgens de radio slechts lichte glasschade veroorzaakt. Muziek: Bernard Hunnekink. Titel is afkomstig uit de wielersport (het verdragen van pijn).
Première: 6 februari 1986
K-77 minuten

ALMACITA DI DESOLATO
Felix de Rooy

met: Marian Rolle (priesteres Solem), Gwendomar Roosje (Lucio), Mydia Ecury (mama grandi), Imelda Valerianus (papia un papia dos), Ana Muskus (Palomba), Irene van Grieken (Marga), Ciro Fraai (Sadu), Marjorie Petrona (Caridat), Efraim Lucia (Pachi), Yubi Kirindongo (Alma Sola Yon), Rina Penso (Alma Sola Muhe), Eligio Melfor (Alma Sola Bieu)

Scenario: Norman Ph. de Palm. Het verhaal speelt zich af in een klein, afgelegen dorp. Een paar kilometer buiten het dorpje wordt Solem, de priesteres van het dorpje, verleid door een personificatie van het kwaad (Alma Sola). Deze priesteres, die niet mag praten en geen omgang met mannen mag hebben, wordt, nadat zij een kind (Almacita) heeft gebaard, verbannen uit de gemeenschap. Het dorp wordt voor Solems ontrouw bestraft met droogte. Na een tocht over de barre vlakten en een strijd met Alma Sola in verschillende gedaanten (tijdens deze strijd sterft Almacita) overwint Solem het kwaad, waarna Almacita weer tot leven komt en het dorp verkwikt wordt door een regenbui. Muziek: Grupo Issoco. Opgenomen op Curaçao. Budget: 350.000 gulden. Prijzen: prijs voor muziek bij het Internationaal filmgebeuren van Vlaanderen 1986, beste actrice Marian Rolle bij het International filmfestival of Taormina 1986. Derde plaats in de publieksenquête van het Filmfestival Rotterdam.
Première: 13 maart 1986
K-110 minuten

ALONG THE ROAD
Ruud Monster

met: Mike Paschenegger, Armand Perrenet

Scenario: Ruud Monster. Negen korte films, variërend van viereneenhalve tot 8 minuten, met als gemeenschappelijk thema dat wat vanaf de weg gezien kan worden. In een aflevering rijdt een man in Luxemburg langs vele benzinepompen met gereduceerde prijzen. Totdat hij bij het allerlaatste tankstation voor de grens stopt en daar zijn tank laat vullen en vele jerrycans. Het gezichtspunt ligt in sommige filmpjes op een andere plaats dan normaal; bijvoorbeeld bij dat van een hond, een draaideur of de wieken van een windmolen. Muziek: Dave Mayer.
Première: 24 januari 1986
K-60 minuten

ALS IN EEN ROES...
ook: INTOXICATED
Pim de la Parra

met: Herbert Flack (Nils Wijn), Liz Snoyink (Tessa Mahon), Thom Hoffman (Diederik van Avezaat), Devika Strooker (Esmée), Leonoor Pauw (Sara Severijn), Frances Sanders (Liesje), Eva van Heijningen (Eva Adama), Miguel Stigter (Hero de Winter), Ellen Vogel (Agatha van Avezaat), Nelly Frijda (hoer), José Leal (pianist), Guikje Roethof (meisje op gracht), Judy Doorman (fee met duif), Frans Weisz (fotograaf), Geert Essink (toneelmeester), Stan Schram (toneelknecht), Bodil de la Parra (zangeres)

Scenario: Pim de la Parra, Judy Doorman, Nataša Hanušová. Toneelschrijver en regisseur Nils Wijn verplaatst zijn relatieprobleem naar het toneel. Hij laat zijn vriendin Tessa in zijn stuk 'De hoer, de maagd en de stervende man' opdraven in een niets verhullend stuk lingerie en sleept haar mee naar een echte prostituée voor wat praktijkonderricht. Dit gaat de actrice te ver. Hun probleem blijkt besmettelijk, want ook andere leden van het theatergezelschap krijgen het aan de stok met hun partners. Het toneelstuk, dat gerepeteerd wordt, gaat over een man die verliefd is op zijn zuster. Om allebei vrij te worden huurt de zuster een hoer in, die de man van zijn liefde voor zijn zuster moet bevrijden. De man is echter zo verstrikt in zin fantasieën dat er geen redding mogelijk lijkt. Op de dag van generale repetitie ligt Nils zijn roes uit te slapen zodat Esmée (regie-assistente) de regie over moet nemen. Na deze allerlaatste repetitie verzoenen Nils en Tessa zich met elkaar. Muziek: Lodewijk de Boer, Adriaan van Noord. Songs: 'I don't need you' (Herman Brood/Danny Lademacher), 'Little girl blue' (arr. Mathilde Santing Combo; Lorenz Hart, Richard Rogers). Camera: Frans Bromet. Montage: Sharon van Liempt-Brown. Art direction: Rebecca Geskus. Lange shots van een beweeglijke camera, weinig decoupage en weinig schnitts kenmerken ALS IN EEN ROES... Peter van Bueren in 'de Volkskrant': "Toneel, film, werkelijkheid - alles loopt door elkaar. Een veel gebruikt thema, dat zwaar dramatisch is aangezet. Veel te zwaar, veel te pretentieus in allerlei, overigens voor de hand liggende, diepere bedoelingen." 2.265 bezoekers.
Première: 28 augustus 1986
K-82 minuten

CHARLEY
Theo van Gogh

met: Marie Kooiman (Charley), Rosita Steenbeek (Beri beri), Michiel Berkel (inspecteur Beerekamp), Leo Jacobs (Larive), Rene Voorham, Marja Tap, Mathilda Steenbeek, Eric Schreurs

Scenario: Theo van Gogh. De titelheldin van de film, die ten gevolge van een incestueus verleden en heden weigert te spreken, woont samen met haar niet minder prettig gestoorde vriendin Beri. De twee uitkeringstrekkende dames houden er eigenaardige praktijken op na. Ze lokken loslopende, veelal met een anale fixatie behepte heren mee naar huis, waar ze eerst door Beri verleid en vervolgens door Charley met behulp van vergiftigde kaviaar (gemaskeeerd met Maggi aroma) naar de andere wereld geholpen. De lijken worden van hun geslachtsdelen ('pikjes') ontdaan, die in de ijskast bewaard, als lekkernij opgepeuzeld, of aan de vogeltjes gevoerd worden. Dit gaat een tijdje goed, totdat het zoontje van de huisbaas erachter komt dat Charley wel degelijk kan praten en vriendin Berie zich vergrijpt aan de babypop van Charley. Daarop vergiftigt Charley de beide opponenten op hun respectievelijke verjaardagsfeestjes en geeft ze zichzelf aan bij de politie als moordenares. In de laatste beelden van de film zien we haar glimlachend achterin in een ziekenwagen zitten, terwijl op de achtergrond het liedje 'Alle leuke jongens willen vrijen, maar het stadhuis is er niet bij' klinkt. Songs door Trea Dobbs en Willy Alberti ('De glimlach van een kind'). Camera: Willem Verboom. In drie weken voor vijftigduizend gulden gemaakt. Theo van Gogh stond op voet van oorlog met de filmcriticus Hans Beerekamp van het NRC-Handelsblad, in de film gespeeld door HP-journalist Michiel Berkel. Toch maakt Beerekamp promotie volgens de eindtitelkaart. En Charley? Die gaat in therapie met haar vader. Slecht ontvangen door pers en publiek.
Première: 13 februari 1986
ZW-80 minuten

FLODDER
Dick Maas

met: Nelly Frijda (ma Flodder), Huub Stapel (Johnnie), René van 't Hof (zoon Kees), Tatjana Simic (dochter Kees), Horace Cohen (Henkie), Nani Lehnhausen (Toet), Jan Willem Hees (opa), Boris & Wodan (Whisky), Lou Landré (maatschappelijk werker), Apollonia van Ravenstein (Yolanda Kruisman), Herbert Flack (Wim Kruisman), Lettie Oosthoek (buurvrouw Neuteboom), Bert André (buurman Neuteboom), Gerrie van der Klei (buurvrouw Wijnberg), Egbert van Paridon (buurman Wijnberg), Barbara Barendrecht (buurvrouw Fröbel), Hennie Zwanenburg (buurman Fröbel), Liz Snoyink (Laura), Dick Scheffer (delicatessenhandelaar), Tom van Beek (voorzitter tennisclub), Jasper de Moor, Edward Montie, Rolf X. Wouters (tennisjongens), Tatjana van Zanten, Natascia Paolucci (tennismeisjes), Cas Enklaar (excentrieke buurman), Sache & Pira (Pepita), Serge-Henri Valcke (kapper), Jantine Schoemaker (meisje met konijn), Cecile van der Poel (moeder van meisje met konijn), Simon van Collem (man bij zwembad), Inge Beekman (vrouw bij zwembad), Frans Kokshoorn (wethouder), Annemarie Grewel (reclasseringsambtenaar), Agnes Schuch (secretaresse), Tob de Bordes (psycholoog), Cees Heyne (ambtenaar herhuisvesting), Lex de Regt (brigadier van politie), Peter Lusse (hoofdagent), Hans Veerman (generaal), Bert Kruisenga (jonge officier), Norbert Kaart (soldaten), Oncko Grader (soldaten), Pollo Hamburger (journalist), Christiaan Lippens (fotograaf), David Kweksilber (crossfietsjongen), Mark van Delft (crossfietsjongen), Edwin Bakker (crossfietsjongen), Vincent Vosse (krantenjongen), Robbe de Hert (barkeeper), Miguel Stigter (Kareltje), Henk Schiffmacher (man met tatoeage), Gerard Vosse (autoverkoper), Anton Semmoh (straatveger), Tina Shaw (striptease danseres), Harry Slinger (chauffeur van de wethouder), Jeroen Henneman (tennisleraar), Frans Lodewijks (dronken man), Nora Mullens (voloptueuze dame), Joop Fiolet (bewoner Zonnedael), Ed Bauer (bewoner Zonnedael), Els van Gelder (bewoner Zonnedael), Annelies Gobes (bewoner Zonnedael), Johanneke van Kooten (bewoner Zonnedael), Victor van Swaay (vriend van Johnnie), Hugo van Riet (vriend van Johnnie), Winje Zelisse (vriend van Johnnie), Lydia Blijd (vriend van Johnnie), Raymond Aarden (vriend van Johnnie)

Scenario: Dick Maas. Ma Flodders gezin bestaat uit drie zonen en twee dochters van verschillende vaders en een opa, die geen echte opa is. Het is een volstrekt asociale familie, die in een krot woont, dat op giftige grond blijkt te staan. Mede omdat er niet onmiddelijk vervangende woonruimte beschikbaar is, besluit de gemeente tot een experiment: de Flodders mogen een villa in een sjieke buitenwijk betrekken. Dat leidt al gauw tot irritaties, spanningen en zelfs geweld. Johnnie, de oudste zoon van het gezin, begint een verhouding met de vrouw van een van de villawijkbewoners: Yolanda. Haar man, die commandant van een tankbataljon is, komt daarachter, verkoopt haar een paar oplawaaien, waarop ze het huis verlaat en bij de Flodders intrekt. Johnnie besluit zich met Yolanda te verloven en nodigt alle buren, die net op het punt stonden tegen het gezin in actie te komen, voor het verlovingsfeest uit. Tijdens dat feest kunnen de verschillende partijen het op het punt van eten, drinken en sex best met elkaar vinden. Yolanda's echtgenoot maakt een eind aan de pret door, gezeten in een tank, tot de aanval over te gaan en de hele boel tot puin te schieten. Muziek: Dick Maas. De stem van Apollonia van Ravenstein is nagesynchroniseerd vanwege haar Limburgse tongval. De auto's in de film droegen geen Nederlandse nummerplaten, maar buitenlands ogende kentekens in verband met de verkoop naar het buitenland. Voor een deel opgenomen in België, maar voornamelijk op de wielerbaan van het recreatiegebied Spaarnwoude, waar een straat vol filmvilla's verrees. Een soortgelijke thematiek (confrontatie tussen verschillende milieus) kon ook al gevonden worden bij EEN KONINKRIJK VOOR EEN HUIS (1949). FLODDER werd gevolgd door FLODDER IN AMERIKA (1992), daarna werd er met het uitgangspunt van FLODDER een dertiendelige Veronica televisieserie gemaakt. Huub Stapel (Johnny Flodder) en René van 't Hof (Kees) werden in de televisieserie vervangen door respectievelijk Coen van Vrijberghe de Coningh en Stefan de Walle. Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 19 december 1986: "FLODDER is een aaneenschakeling van vondsten, maar mist een visie die boven de briljante details uitsteekt. (...) Alle kritiek ten spijt is FLODDER een dijk van een film (...)" Frank Zaagsma in 'Het Parool': "een dolzinnige klucht zonder innerlijke logica, waarin de ene te gekke vondst de andere opvolgt. Een dolgedraaide lachmachine met tieten en billen die uit zichzelf een hol geschater produceert." Film ging in 69 bioscopen in première. Videofilmkijkers wezen de film in 1990 aan als de beste Nederlandse speelfilm aller tijden in een verkiezing, gehouden via 600 videotheken, georganiseerd door de Stichting Videofilm Festival Loosdrecht. In april 1998 werd door Veronica op Internet een poll gehouden en opnieuw kwam FLODDER, met 31% van de stemmen, uit de bus als 'de beste Nederlandse speelfilm ooit gemaakt'. Goede tweede werd SOLDAAT VAN ORANJE met 24,9% van de stemmen. In de doctoraalscriptie van Fedor van Rossem worden de (beeld)grappen van FLODDER (en FANFARE en WAT ZIEN IK?) geanalyseerd. Budget: 3.500.000 gulden. 2.313.701 bezoekers.
Première: 18 december 1986
K-111 minuten

GEVOEL VAN MEER, EEN
ook: TOO PROUD BY HALF
Bob Entrop

met: Noud Heijna (Peter), Lisette van Geldorp (Eva), Juan Levenswaard (Ramsley), Jessica Mous (Karin), Patrick Muller (Iwan), Edwin Verkooijen (Frits), Anne-Marie van As (Annet), Ralf Kämena (Gijs)

Scenario: Bob Entrop, Anneke Hopmans. Jeugdfilm over 'verborgen racisme'. Een gezellig clubje jongens en meisjes, waaronder twee zwarte jongens, runnen een fietsenstalling. Zij kunnen het goed met elkaar rooien en losjes gemaakte grappen over verschillen in huidskleur worden wel getolereerd. De natuurlijke leider van de groep let er evenwel scherp op dat deze opmerkingen niet te ver gaan. Zakelijk gaat het ook voorspoedig, tot het geldkistje met tweeduizend gulden erin is verdwenen. Er is alle reden om te veronderstellen dat iemand van de groep dat heeft gedaan. De onderlinge verhoudingen staan onder druk en als een van de zwarte jongens, Iwan, wordt verdacht door Peter, blijkt ook de laatstgenoemde niet vrij van vooroordelen. De geest is uit de fles en het kost veel moeite om deze er weer in te krijgen. Muziek: Toon Plasman. Subsidie voor deze SOL.Film werd verstrekt door WVC hoofdafdeling Welzijn Minderheden, de NCO, NOS-televisie en door twee provincies en tien gemeenten. Vrij slecht ontvangen door de Nederlandse pers. Maarten van Rooijen in 'Het Parool' van 21 oktober 1986: "Alle goede bedoelingen ten spijt, blijft het toch een onbevredigend geheel." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 23 oktober 1986: "(...) technisch gezien weer een stapje vooruit, mede door Marc Felperlaan voor het camerawerk. Het acteren is ook zeer behoorlijk tot uitstekend, alleen het geluid kon beter, zeker gezien de aansprekende muziek van Toon Plasman. (...) Het scenario vertoont zwakke plekken en dat is het voornaamste zorgenkindje van SolFilm. Naarmate de professionaliteit toeneemt, gaan de problemen van de echte professionele filmen tellen. SolFilm zweeft tussen vormingshuis en bioscoop.(...)" Bekroond op het festival te Laon (Frankrijk) 1986.
Première: 17 oktober 1986
K-65 minuten

HOMBRE QUE GANO LA RAZON, EL
ook: DE MAN DIE ZIJN VERSTAND TERUGWON/DE MAN DIE DE WAARHEID OVERWON/ EL HOMBRE QUE GANO LA RAZAN/DER MANN, DER SEINEN VERSTAND ZURÜCKGEWANN
Alejandro Agresti

met: Elio Marchi (Ricardo), Marina Skell (Leticia), Sergio Poves Campos (Sergio), Ulises Dumont, Julio de Grazi, Marcela López Rey, Ruben Aldao, Arturo Bonín, Mirta Busnelli, Maria Concepcion Cesar, Carlos de Mateis, Barbara Marten, Enrique Morales, Federico Peralto Ramos, Ludovica Squirru

Argentijns-Nederlandse co-produktie. Scenario: Alejandro Agresti, Enrique Morales. Ricardo, een schrijver, raakt in de war door zijn op hol geslagen fantasie. Hij slaagt er niet in om de roman waar hij aan werkt af te maken. Op een avond ontmoet hij Leticia, een actrice, en Sergio, eveneens een schrijver. Naast Leticia en Sergio ontmoet Ricardo nog allerlei andere figuren, waarvan het net als bij Leticia en Sergio nooit zeker is of Ricardo ze ter plekke bedenkt of dat ze werkelijk bestaan. Uiteindelijk slaagt hij erin, na al zijn ervaringen met deze figuren, zijn roman te voltooien. Er is nauwelijks sprake van een verhaal. Producent: Liliana Cascante. Art direction: Estella Dorsi. Camera/geluid: Nestor Sanz, Alejandro Agresti. Montage: René Wiegmans. Muziek: Alejandro Agresti. Spaans gesproken. Produktiejaar: 1985. Debuutfilm van Alejandro Agresti, die in in Argentinië niet genoeg financiële middelen vond, maar steun kreeg uit Nederland. Hij vond steun in het Haags Filmhuis en bij Kees Kasander. Hij werkte zijn film af en liet hem in januari 1986 aan Huub Bals zien, die hem onmiddelijk selecteerde voor het International Film Festival Rotterdam. In Rotterdam positief ontvangen, de recensies in de landelijke kranten waren slecht.
Première: 10 maart 1986 (Amsterdams Filmhuis)
ZW-72 minuten (16 mm; geluid)/68 minuten

IN DE SCHADUW VAN DE OVERWINNING
ook: WEINREB/COLLABORATIE EN VERZET/OORLOG EN VERZET/THE SHADOW OF VICTORY
Ate de Jong

met: Jeroen Krabbé (Peter van Dijk), Edwin de Vries (David Blumberg), Marieke van der Pol (Hansje), Linda van Dijck (Sanne), Rijk de Gooyer (Vos), Ton Lutz (verzetsman-arts), Tom Jansen (Kohler), Hein Boele (Schwarz), Filip Bolluyt (Paul), Gijs Scholten van Aschat (Gerard), Sjoerd Pleysier (Leendert Daansen), Lineke Rijxman (Rebecca Blumberg), Eric van der Donk (Blok), Benthe Forrer (Lisa Blok), Carl van der Plas (Berenstein), Allard van der Scheer (Appelboom), Trudy Labij (Lena van Dijk), Dik Boutkan (Romcke), Lex de Regt (bewaker Johnsma), Tim Beekman (Dees), Cor Witschge (agent), Martin Schwab (Martin), Hans Holtkamp (chauffeur), Diane van Kolck (mevrouw Blok), Raymond van Bentum (baby Lies)

Scenario van Ate de Jong in samenwerking met Edwin de Vries. Amsterdam, najaar 1942. Een groepje verzetsstrijders (waaronder kunstenaar Peter van Dijk) weet het gebouw van het bevolkingsregister binnen te dringen en er brand te stichten. De Duitse bezetters zijn woedend en houden als represaille een razzia waarbij 250 joden opgepakt worden. De 'emigratie-deskundige' Blumberg, zelf ook een jood, weet via een lijst een aantal mensen nog te redden van het transport. In de ogen van de Duitsers maakt Blumberg zich echter verdacht. De Duitsers arresteren een arts; de leider van het verzetsgroepje. Een poging om hem te bevrijden mislukt, omdat hij zit vastgeklonken. Peter van Dijk is gedwongen om de dokter dood te schieten om te voorkomen dat hij zal doorslaan. Na de arrestatie-golf laat Peter zijn gezin onderduiken. Zelf verdwijnt hij ook een tijdje uit het zicht. Hij heeft het moeilijk met het feit dat hij de dokter (en zijn beste vriend) dood moest schieten, maar Sanne (verzetsstrijder en marconiste) troost hem. Ze worden verliefd op elkaar, tot grote woede van Hansje (ook een verzetsstrijdster), de vorige vlam van Peter die zwanger van hem is. Uit Londen krijgt het groepje de opdracht om er achter te komen wie Blumberg is en wat hij in zijn schild voert. Via Vos (een louche zwarthandelaar wiens sympathieën echter eerder bij het verzet dan bij de Duitsers liggen) komt Peter met Blumberg in contact. Deze is in de problemen geraakt omdat de Duitsers zijn verzinsels (waarin sprake is van een Duitse generaal die een aantal joden in veiligheid wil brengen) niet meer geloven. Blumberg wil dat Peter een baron speelt die zich voordoet als Blumbergs contactpersoon met de Duitse generaal. Peter weigert aanvankelijk, maar wanneer zowel Sanne als Hansje bij een overval gearresteerd worden, ziet hij in de vermomming een gelegenheid om de gevangenis in te komen om ze te bevrijden. De Duitsers geloven hun verhaal echter niet en ook Blumberg komt in de gevangenis. Op Oudejaarsavond slagen Peter, Hansje en Sanne er inderdaad in (met behulp van buiten) om uit de gevangenis te ontsnappen. Peter wordt daarbij in zijn been en in zijn rug geschoten. De lijst van Blumberg is nu niets meer waard en ook Blumberg wordt op transport gesteld. De Duitsers vinden de schuilplaats van Peter en bij de overval wordt Sanne neergeschoten. Peter blaast het huis op met zichzelf en een hoge Duitse officier erbij. Blumberg krijgt toch nog een laatste kans om een aannemelijk verhaal te verzinnen voor de Duitsers. In de zomer van 1943 wordt het kind van Hansje en Peter geboren. Muziek: Hennie Vrienten. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Eddy van der Enden. Montage: Ton Ruys. Licht: Cor Roodhart. Geluid: Victor Dekker. Oorlogsthematiek: collaboratie, verzet. Aanvankelijk zou de film gaan over de omstreden figuur Weinreb, maar door de complexiteit van de materie bleef Ate de Jong keer op keer steken in de verschillende versies van het scenario. Eerst toen was besloten om nog een andere historische figuur tegenover Weinreb te plaatsen kwam er schot in de zaak. Weinreb (in de film genaamd Blumberg) ontmoet een verzetsheld die veel lijkt op de historische verzetsstrijder en kunstenaar Gerrit-Jan van der Veen (in de film Peter van Dijk). In werkelijkheid hebben zij elkaar nooit ontmoet. De hele film speelt zich af temidden van van 20ste-eeuwse architectonische meesterwerken (Nieuwe Zakelijkheid, van onder andere Berlage, Dudok en Roodenburg). Art direction: Ben van Os en Jan Roelfs. Ate de Jong en Matthijs van Heijningen boden Huub Stapel de hoofdrol aan, maar het werd een paar weken voor het draaien toch mede-scenarioschrijver Edwin de Vries. Huub Stapel daarover in een interview in 'de Volkskrant' d.d. zaterdag 10 juli 1999: 'Ik begin nog te huilen als ik eraan denk. Het is zó onrechtvaardig, doodleuk een telefoontje dat het niet doorgaat. Kan ik iemand nooit vergeven. Nooit. Ik had me zeker een maand op die rol voorbereid. Het dagboek [van Weinreb] is alleen al drieduizend bladzijden. Ook al is Ate de allerlaatste filmer op aarde, dan nog ga ik liever in een broodjeszaak werken. Ik heb hem toen gezegd: "Uit mijn buurt blijven, jij. Anders trek ik je kop d'r af". Ik moet me nog steeds inhouden als ik hem zie'. De meeste critici vonden de fragmenten rond Blumberg en het acteren van Edwin de Vries veel interessanter en dramatisch gezien sterker dan de scènes rond het tweedimensionale karakter Peter van Dijk (Jeroen Krabbé). Matig succes in de Nederlandse bioscopen. De film is verkocht naar Spanje en enkele Latijns-Amerikaanse landen.
Première: 16 januari 1986
K-109 minuten

KKKOMEDIANT, DE
ook: THE PPPERFORMER
Casper Verbrugge

met: Freek de Jonge (de komediant), Rosita Tamara (waarzegster), Johnny van Elk (assistent-komediant), Hugo van den Berge, Jelle de Jonge (zoon komediant), Jan Rauh (manager)

Scenario: Casper Verbrugge en Freek de Jonge, gebaseerd op het theaterstuk 'De bedevaart' van Freek de Jonge. Een artiest vertelt aan zijn zoon zijn levensverhaal (in filmbeelden). Daarbij krijgt hij nogal wat angsten te verwerken, waaronder niet de geringste: het verliezen van het voor het vak zo wezenlijke spraakvermogen. Muziek: Willem Breuker, Hennie Vrienten. Drie jaar na DE ILLUSIONIST ontstond er een soort wedstrijd tussen de voormalige partners: Stelling opende de filmdagen met DE WISSELWACHTER en De Jonge sloot ze af met deze film. In de recensies kwam Jos Stelling als overwinnaar uit de bus. Slecht ontvangen. Zilveren Lessenaar voor de beste filmscore.
Première: 25 september 1986
K-92 minuten

MAMA IS BOOS!
ook: SCHATJES 2/MAMA IS MAD
Ruud van Hemert

met: Peter Faber (John Gisberts), Geert de Jong (Danny Gisberts), Sanne van der Noort (Jan-Julius Gisberts), Alexander Mouissie (Valentijn Gisberts), Rijk de Gooyer (Pete Stewart), Adelheid Roosen (Jane Fongler), Hans Veerman (Mac), Trudy de Jong (Jenny), Bartho Braat (Donald), Joss Flühr (Mary), Pollo Hamburger (Patrick), Mathilde Verhaar (Valéry), Nelly Frijda (dr. Ellis K.P.R.), Bea Meulman (Gerda K.P.R.), Peter Bos (Albert Koning K.P.R.), Annette Nijder (Thea K.P.R.), Heleen van Meurs (Anke Bouma), Sander Kuipers (Theodoor), Rogier van Kralingen (Jan-Joostje), Hans van der Togt (presentator), Cees Heyne (regisseur), Marc Klein Essink (floormanager), Lucas Zeijlemaker (pianist), Jan Ridderhof (gérant), Annet Breed (onderwijzeres), Louis van Doornmalen, Kudo (dirigent en orkest), de hond Arie (de hond Nero)

Scenario: Ruud van Hemert. De komische, dramatische en desastreuze gevolgen rond de scheiding van John, luitenant bij de luchtmacht en zijn hoogblonde vrouw Danny met als inzet: de kinderen. Tijdens het 20-jarig huwelijksfeest explodeert de toch al gespannen situatie. Danny besluit om John er niet meer in te laten. Hij trekt zich eerst terug in eenzaamheid in een legertentje op de vliegbasis, maar verhuist al snel naar de mobile home van zijn vriendin Jane in de polder. Razende Danny neemt wraak met alle mogelijke middelen. Haar toorn vindt zijn hoogtepunt tijdens een schitterende glamourshow ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de NATO, die rechtstreeks en wereldwijd voor de televisie wordt uitgezonden. Danny begint in het wilde weg te schieten op John, die hoog boven haar in een namaakraket hangt. De raket valt naar beneden, zowel Danny als John verpletterend (of toch niet?). Muziek: Ruud van Hemert. Titelsong: 'Take me as I am' (Willeke Frima, Ruud van Hemert) door Sue Chaloner. Harry Wiesenhaan was verantwoordelijk voor de special effects in de film, waaronder de waterbed-scène. Hiervoor was de hele set 70 centimeter verhoogd, zodat onder het bed een diepe bak met water geplaatst kon worden. Daarin zaten twee kanonnen die een stoot lucht afschoten. Geert de Jong viel precies tussen de kanonnen, die gelijktijdig afgingen en door de luchtdruk een enorme plens water omhoog duwden. De scène stond er na drie dagen testen in één keer op. Gouden Kalf beste actrice (Geert de Jong). Voor de film is een ouder scenario bewerkt dat hij al voor SCHATJES! had geschreven, een van de redenen waarom MAMA IS BOOS! niet echt een vervolg werd op SCHATJES! maar meer een variatie. In MAMA IS BOOS! gaat het niet zozeer meer om de kinderen die een loopgravenoorlog tegen hun ouders voeren als wel om ouders die proberen elkaar de hersens in te slaan ove de hoofden van de kinderen heen. Om de zaak niet nodeloos ingewikkeld te maken voerde Van Hemert de twee grootste belhamels uit SCHATJES! af (volgens een brief aan het begin van de film zitten ze in het buitenland). De oplossing die Van Hemert bedacht voor de delicate situatie waarin het echtpaar aan het slot van SCHATJES! was geraakt (in een auto onder het asfalt van een snelweg, door Van Hemert opgelost door te suggereren dat het allemaal maar een nachtmerrie was) werd over het algemeen te simpel gevonden. Recensies waren al met al wèl positief. Tijdens de Nederlandse filmdagen liet Van Hemert zich ontvallen dat hij zeker niet nog een aflevering zou maken in zijn succesvolle reeks films. De dubbelzinnige opmerking aan het slot van MAMA IS BOOS! (op de grafkrans die de 'lijken' van Danny en John bedekt staat: 'Tot de volgende keer. Ruud van Hemert') en het feit dat Van Hemert zijn publiek wel vaker op het verkeerde been zet, doen vermoeden dat dit nog niet zo zeker is. 465.754 bezoekers.
Première: 20 maart 1986
K-110 minuten

MARIA
Peter Jan Rens

met: Jeanne Marleau (Maria), Peter Jan Rens (Erik), Liesbeth Sjollema (Maria, jong), Huub Stapel (Paolo Pietrosanti), Joekie Broedelet (mevr. Van Ooyen), Annemieke Hoogendijk (zuster Elisabeth), Kika Keus (Anneke), Tony Maples (Luca), Rosita Steenbeek (Daniëlle), Ben Bernardus (Bogus), Jules Bruessing (Benito Mussolini), Dominik Böhringer (violist)

Scenario: Peter Jan Rens. Een aantal bewoners van een verpleegtehuis gaat, samen met de verpleegkundigen, een weekje op vakantie. Verpleger Erik roept bij één van de gehandicapte dames, Maria, herinneringen op aan Paolo. In flash-backs krijgen we de tragische liefdesgeschiedenis van Maria en Paolo te zien, die zich afspeelde in het Italië van de jaren twintig. Nadat Maria door een van de zwarthemden uit de kring rond de jonge Mussolini, waarin ook Paolo vertoeft, is verkracht, wordt Paolo, wanneer hij met Maria wil vluchten, als deserteur neergeschoten. In het heden van de film wordt de verpleger Erik verliefd op een collegaatje. MARIA is gebaseerd op het levensverhaal van een in 1977 overleden reumapatiënte die Rens had leren kennen toen hij nog ziekenverzorger was. Gedeeltelijk gefinancierd door een oproep in de media, onder andere via dagbladadvertenties in december 1983 onder het motto 'Betaal nu, kijk later' en een televisie-optreden bij Sonja Barend, om vooraf al een tientje te storten. De gulle gevers zouden dan later een uitnodiging voor de première krijgen. Met de tientjesactie werd van de benodigde acht ton ongeveer drie ton binnengehaald. Muziek: Tonny Eyk. Titelsong door Peter Jan Rens en Annemieke Hoogendijk. De recensies waren vrijwel unaniem vernietigend. Peter Jan Rens weigerde zijn toevlucht te nemen tot het faillisement, maar bracht alle openstaande rekeningen onder bij zijn 'Kaktus BV', waardoor alles tot de laatste cent moest worden betaald.
Première: 20 februari 1986
K-90 minuten

MISLUKKING, DE
ook: FAILURE
Hans de Ridder

met: Peter Kolpa (Erik), Pie Slot (Paul), Theun Huisman (Leo), Ruud Mes (Martin), Jan Cudde (oude man), Puck van Loon (moeder), Lia Clasquin (chef), Henk Groeneveld (vader), Ben Woeltjes (versierder), Ferdi Janssen (Marcel), Michiel van Erp (de ander), Harry te Riele (pianist), Frans Wulffele (solodanser), Michel Verbeek (verkoper), Rien Seip en Dinka van Winden (het stel)

Scenario: Hans de Ridder. Erik is een dertigjarige computerprogrammeur, die een saai en treurig bestaan leidt tot hij in een homobar het prijsdier Paul leert kennen. Na een kortstondige verhouding verlaat Paul hem echter voor een ander, en ook op andere gebieden stapelt de ellende zich op. Zo maakt niet Erik maar diens ambitieuzere collega promotie, gaat de zaak van Eriks vader failliet en wordt een van Eriks vrienden, 'tante', door potenrammers het ziekenhuis ingeslagen. De film eindigt optimistisch en enigszins cryptisch; Erik koopt een jong hondje en in de laatste scène steekt hij de straat over om zich bij zijn oude buurman te voegen, die elke ochtend een grote hoeveelheid lege groentekisten voor zijn huis opstapelt. Deze begroet hem met de woorden: 'Zo, ben je daar eindelijk?'. Muziek: Lelijke Mannen. Camera, montage, producent: Hans de Ridder. Veel trage shots en langdurige close-ups. Amateur-acteurs. De regisseur verzette zich tegen de omschrijving 'homo'-film, hoewel de figuren wel bijna allemaal homo's zijn. Homoseksualiteit is echter niet het onderwerp van de film. Het motto van de film: 'Ervaring is niet wat een mens overkomt. Het is wat een mens doet met wat hem overkomt' (Aldous Huxley). Opgenomen in Rotterdam met een budget van 50.000 gulden afkomstig van enkele fondsen in Rotterdam en het Nederlands Film Fonds. Huub Bals van het Rotterdams Fim Festival vond de film niet goed genoeg om te vertonen, maar hij was daar toch in een bijprogramma te zien. Cor Koppies van Cupido Films kocht de film voor zijn eigen Cinecenter in Amsterdam. In 'Variety' stond een redelijke recensie, waardoor de film uitgenodigd werd voor festivals in Chigago en Newcastle. De film werd door de Nederlandse pers maar matig gewaardeerd. Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 15 augustus 1986: "Misschien is DE MISLUKKING bedoeld als een pijnlijk portret van het onvermogen om gevoelens, gedachten of wat dan ook tot uiting te brengen, maar helaas lijdt de film zelf ook aan dit euvel." Magda Ferdinandus in 'Het Parool' van 14 augustus 1986: "het geluid is abominabel, de beelden zijn statisch. (...) Het acteren van hoofdrolspeler Kolpa is acceptabel, maar menig amateurspeler bezorgde me gekromde tenen (...) de naam speelfilm verdient hij niet." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 14 augustus 1986: "Er zit veel gevoel in de film en een documentair aandoende levensechtheid. (...) Het is goed dat DE MISLUKKING een kans krijgt in de bioscoop, want ook zo'n eenvoudige, voor nog geen vijftigduizend gulden gemaakte, zich niet overschreeuwende, het amateurisme toch overstijgende film moet plaats zijn. Kleine film, klein zaaltje, waarschijnlijk klein publiek. Dat wel." VPRO-prijs (Nederlandse film) 1987.
Première: 14 augustus 1986 (Cinecenter, Amsterdam)
K-78 minuten

OP HOOP VAN ZEGEN
ook: THE GOOD HOPE
Guido Pieters

met: Kitty Courbois (Kniertje), Danny de Munk (Barend), Renée Soutendijk (Jo), Huub Stapel (Geert), Rijk de Gooyer (Clemens Bos), Willeke van Ammelrooy (Mathilde Bos), Ramses Shaffy (Simon), Leen Jongewaard (Kaps), Dorijn Curvers (Marietje), Luc Lutz (Dirksen), Tamar van den Dop (Clementine Bos), Lex Goudsmit (opa), Albert Mol (Daan), Ellen Veger (Truus), Fred Vaassen (Hendriks), Suze Bosch (opoe), Herman Kortekaas (Jelle), Lettie Oosthoek (moeder-overste), Ellen Röhrman (mevr. Kerstens), Jaap Stobbe (Mees), Rein Edzard de Vries (Willem Hengst), Hans Beijer (Faas), Niek Pancras (Stappen), Maarten Wansink, Remco van Dijk, Henrico Traas, Fedor Limperg, Babs Sombogaard, Jolanda van IJken, Edmond Classen, Harry van Rijthoven, Arthur Boni, Walter Scheffer, Louise Ruys, Ingeborg Ansing, Hans Holtkamp, Krijn Troost, Eduard van Dam, Bas de Koeyer, Walter Kuipers, Merlijn de Weerd, Willem Schot

Scenario: Karin Loomans, naar het gelijknamige toneelstuk van Herman Heijermans uit 1900. Hoewel de oude vissersboot 'Op hoop van zegen' nauwelijks nog zeewaardig is, laat reder Bos hem toch weer uitvaren. Van te voren heeft hij het met de verzekering op een akkoordje gegooit. Ondanks de geruchten over de toestand waarin 'De Hoop' verkeert, gaan de vissers aan boord. Ook Barend, de jongste zoon van Knier, wier man en twee kinderen op zee zijn omgekomen. Zijn broer Geert, die een poosje in de gevangenis heeft gezeten en die vanwege zijn 'rooie' opvattingen bij Bos niet in een goed blaadje staat, mag aanmonsteren nadat er voor hem een goed woordje is gedaan. Tijdens een hevige storm vergaat de 'Op hoop van zegen'. In het dorp blijft men op de terugkeer wachten, maar wanneer het lijk van Barend en één van de luiken aanspoelt heeft men zekerheid omtrent hetgeen is gebeurd. Muziek: Rogier van Otterloo. Lied: 'Naar de ratsmodee' (Eric van Tijn, Jochem Fluitsma, Karin Loomans) door Danny de Munk. Het scenario werd op maat gesneden voor Danny de Munk. De 15 jarige Barend werd een brutaal ventje, waarbij de directe reden om niet meer naar zee te gaan nu lag in een ongeluk tijdens een storm en niet in het afwijzen van het uitzichtloze vissersleven. Door vervolgens ook reder Bos niet zo zeer als misdadige kapitalist op te voeren, omdat dat vandaag de dag niet meer zou worden herkend, maar hem wat te nuanceren en een allesbestierende vrouw te geven, raakte men op behoorlijke afstand van Heijermans. De grootste wijziging -waarover de pers nogal viel- was het toevvoegen van een opbloeiende verhouding tussen de dochter van reder Bos en Barend. Piet Römer was in de race voor de rol van reder Bos, maar verloor de rol aan Rijk de Gooyer. De 5 minuten film waarin de 'Op hoop van zegen' vergaat werden in de Engelse Pinewood Studio's opgenomen; kosten 500.000 gulden. Na een volledig zoekgeraakte poging in het begin van deze eeuw en drie vrij toneelmatige verfilmingen van Maurits Binger (1918), James Bauer (1924) en Alex Benno (1934) al de vijfde verfilming van dit toneelstuk. Het scenario van Karin Loomans verscheen tesamen met het toneelstuk van Herman Heijermans als Bulkboek (nummer 158). In 'Bzzlletin' nummer 261-262 van december 1998/januari 1999 staat een artikel van Ron Elshout onder de titel 'De film wordt duur betaald : Op hoop van zegen - toneelstuk en film' (pagina 58-68). Uit dat artiekel de volgende conclusie: "Het lijkt erop dat de scenariste een ander, naïever publiek voor ogen had dan de regisseur. De spanning tussen het vaak expliciete scenario en de definitieve film is nogal eens zichtbaar [voorbeelden van deze vergelijking worden in het artikel gegeven], om nog maar te zwijgen over de gapende kloof tussen het toneelstuk en de film. Er werd te weinig naar Heijermans' intenties gekeken en te veel uitgegaan dat niet Heijermans' verhaal, maar Danny de Munk centraal moest staan. Het is daardoor niet gelukt Heijermans' bezieling op het celluloid te krijgen. Ook het hoge budget van vijf miljoen gulden dat een 'realistische' verfilming mogelijk maakte, voegde daar uiteindelijk weinig aan toe, deed er eerder aan af. Wanneer je een schip wilt laten zinken, kun je beter zelf een verhaal bedenken, dan 'Op hoop van zegen' verhaspelen tot een onherkenbare variant van het origineel. Deze OP HOOP VAN ZEGEN werd (met het oog op de kassa?) een duur betaalde parade van, deels fout gecaste [Kitty Courbois is een Knier, geen Kniertje], filmsterren en beslist geen kassucces. Wel, vrees ik, blokkeert zo'n prijzige mislukking nieuwe initiatieven het wrak te bergen en zal de 'Op hoop van zegen'voor het celluloid voorlopig wel op onbereikbare diepten liggen. Daarmee is het schip voorgoed uit zicht en kunnen we terug naar Kniertjes benauwde huiskamer en Bos' rederij. In het theater, waar het hoort". Publieksprijs voor de film op de Nederlandse Filmdagen. 247.824 bezoekers.
Première: 7 augustus 1986
K-107 minuten

QUATRE MAINS
Hans Fels

met: Peter Fitz (Alexander Grosse), Renée Fokker (Marte), Thore Seeberg (Dieter), Reinhard von Bauer (Dieter), Katharina Matz, Annemarie van Schradiek (oude vrouw), Wilbert Gieske, Hein Dop, Arend Jan Heerma van Voss (pandjesbaas), Eva Probst

Nederlands-Westduitse co-productie. Scenario: Hans Fels. In QUATRE MAINS draait het om de relatie tussen een oudere, in Amsterdam levende, maar oorspronkelijk uit Duitsland afkomstige oudere joodse man (Alexander) die de concentratiekampen overleefde. Hij heeft een uitstekend contact met zijn veel jongere nicht Marte (ze spelen vaak quatre mains op de piano) maar wanneer zij een relatie krijgt met een Duitse fotograaf worden de oorlogswonden weer opengereten. Alexander volgt het stel naar zijn geboorteplaats Hamburg waar hij onder andere geconfronteerd wordt met zijn ouderlijk huis en de bewoners die er in trokken toen zij Duitsland ontvluchtten. De confrontatie met het verleden is dusdanig heftig dat hij de relatie tussen Marte en de fotograaf op gewelddadige wijze beëindigd en zich met Marte terugtrekt in Nederland. Muziek: Paul Prenen. Hans Fels, afgestudeerd als historicus aan de Universiteit van Amsterdam, was voor dit speelfilmdebuut in de Nederlandse filmwereld vooral bekend als scenarist en regisseur van een aantal zeer gerespecteerde documentaires over de Tweede Wereldoorlog. Deze film werd in 1986 gemaakt en de eerste vertoning vond plaats op het filmfestival van Berlijn in maart 1987. De reacties op de film (scenario) waren uiterst negatief. Mede hierdoor (en door geharrewar tussen verschillende distributeurs) ging de film pas bijna twee jaar na de première in Berlijn in slechts één bioscoop in roulatie.
Première: 26 januari 1989
K-90 minuten

RIVERBED, THE
Rachel Reichman

met: John Beuscher (Malcolm), Elaine Grove (Loretta), Sharon Bellanoff-Smith (Lucille)

Amerikaans-Nederlandse co-productie. Scenario: Rachel Reichman. Op zoek naar werk in het zuidelijke Amerika van de crisisjaren, komt Malcolm terecht bij Loretta en haar stomme dochter Lucille. Malcolm blijft hangen. Hij bewerkt het land en repareert de auto in ruil voor eten en onderdak. Lucille is graag buiten. Zij vindt het ook heerlijk om door haar moeder gewassen te worden. Malcolm wil Lucille een keer meenemen voor een uitstapje met de auto. Een poging om het meisje in een restaurant alleen achter te laten mislukt, omdat de auto niet wil starten. Hij betrekt met Lucille een schamel appartement en gaat op zoek naar werk. Als dat hem niet lukt, lift hij met het meisje verder. Tenslotte loopt Malcolm met Lucille in zijn armen een ven in. Daar laat hij haar in het water zakken. Film bevat weinig, maar wel lang aangehouden shots. Producenten: Rachel Reichman, VPRO televisie. Camera: Steven Giuliano. Muziek: Josh Colow. Art direction: Rachel Reichman. Montage: Rachel Reichman. Engels gesproken. Het is tenslotte aan de VPRO te danken dat de 27 jarige Amerikaanse Rachel Reichman haar speelfilmdebuut THE RIVERBED kon afmaken. De VPRO was het laatste station op haar driejarige sprokkeltocht om de 150.000 gulden die de film uiteindelijk heeft gekost helemaal rond te krijgen.
Première: 28 januari 1986/24 april 1986 (Cinecenter-Amsterdam en 't Hoogt-Utrecht)
K-95 minuten (16 mm)

SECRETS OF LOVE, THE
ook: GEHEIMEN DER LIEFDE
Harry Kümel

met: in THE SPANKING: Tina Shaw (de weversvrouw), Lucienne Bruinooge (Mariette), Michael Redfern (de wever), Marc Legein (Luke), Mieke Uitterlinden (de kokkin), in THE PUPIL: Michael Lees (dhr. Desgrands), Isabella Strawa (Suzon), Erik Burke (Paul), Agnes Cassandre (jonge vrouw), Sandrine Lemaire (nieuwe jonge vrouw), in THE GREENHOUSE: Olivia Brunaux (meneer Lerebour), Danielle Pesnot (mevrouw Lerebour), Philippe Auriault (bakkerszoon), Paul Clairy (bakker)

Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Antoine Gallien, Patrick Pesnot, Anne Feldheim, naar de erotische verhalen 'La fesse' van Marguerite de Navarre, 'L'élévée' van Nicolas Restif de la Bretonne en 'La serre' van Guy de Maupassant. Respectievelijk een middeleeuwse klucht, een licht perverse achttiende eeuwse pruikenkomedie en een erotisch vaudeville uit de negentiende eeuw. Dialoog uit het onderdeel THE PUPIL: Teacher: 'Why you silly, they are breasts, and these are nipples, much the same as you suckled when you were an infant'. Pupil: 'And why can't I suckle them today?' Teacher: 'Because you have no real need for them now'. Pupil: 'May I try? I have a sudden thirst for that childhood taste'. Camera: Maurice Fellous. Montage: Ludo Troch, Monique Rysselinck. Muziek: André Colson. Producent: Jan van Raemdonck, Gerrit Visscher. Engels gesproken.
Première: 25 september 1986 (City, Amsterdam)
K-93 minuten/85 minuten

SITA IN DE NOORDZEE
Alma Popeyus/Sita

met: Sita A. Kallasingh, Gurudath Kassalingh en familie, Gaytree Kalpoe, Koeldiep Kalpoe en familie, Nellie van Os, Cynthia Kasi, Barryl Biekman, Chandrika S. Raman

Scenario: Alma Popeyus. Documentaire speelfilm, met verhalende elementen. Sita Kallasingh is een 26-jarige Hindoestaanse vrouw die vanuit haar geboorteland Suriname naar Den Haag is gekomen en daar heeft moeten constateren dat zij aanvankelijk niets van Nederland, de mensen en hun gewoonten wist en dat die mensen niets van haar wisten. Dat eerste is in de loop der jaren aardig veranderd. Sita woont vanaf haar 13de jaar in Nederland en heeft zich zonder veel moeite door de integratieproblemen heengeslagen. Het Hindoestaanse spreekwoord 'Als je in de Noordzee komt wonen, moet je vriendschap sluiten met de vissen' is voor haar opgegaan, ondanks treiterige discriminatie van een Mavo leraar die haar naast een grote plant zette zodat ze zich beter thuis zou voelen. Sita moet daar nog om lachen en heeft zich op vlotte wijze aangepast. Zo bidt ze eerst het Onze Vader en dan tot Siva, heeft ze Nederlandse vriendinnen en aan één van hen verteld ze haar ervaringen. Ze is nog vier keer teruggeweest naar Suriname, maar daar bemerkte ze dat ze zich er steeds minder prettig voelde. Ook haar Hindoestaanse afkomst -in de vierde generatie- ziet ze niet meer zo zitten; de Indiase danslessen ondergaat ze lacherig en afhoudend. Nu ze werkloos is, probeert haar vader haar tot enige ambitie aan te zetten. Een baantje bij de Haagse politie wordt na een mislukte test geweigerd; ze heeft te weinig aan sport gedaan. Een cursusje boekhouden moet haar wat meer mogelijkheden bieden, maar de disco trekt meer. Een baantje als hulp in de huishouding gaat vanwege haar afkomst niet door, maar Sita staat daarboven. Zij zal nog wel eens wat vinden. Muziek: Gerard Stokkink, Tommy Bachmann, Gurudath Kallasingh. Op theaterlengte gebrachte televisiefilm.
Première: 17 maart 1986
K-80 minuten

VAL VAN PATRICIA HAGGERSMITH, DE
ook: THE FALL OF PATRICIA HAGGERSMITH
Mattijn Seip

met: Helene Kamperveen, Gerald Stadwijk, Peter Zegveld, Maureen Birney

Scenario: Mattijn Seip. In de film staat een jonge vrouw centraal, die zoekt naar een samenhang in haar omgeving. Telkens als ze meent die rationeel voor zichzelf onder controle te hebben, gebeuren er weer dingen die haar visie ondermijnen, terwijl ze dan niet in staat is de ontbrekende schakels, die de gebeurtenissen zouden kunnen verklaren, te ontdekken. Meer dan ze zich daarvan bewust is, wordt haar leven beheerst door directe gevoelens, als liefde en verlangn, waarbij van een rationele samenhang geen sprake is. Première op het Filmfestival Rotterdam. In het najaar van 1986 in een dubbelprogramma met IN HET VOORBIJGAAN (1985, zie aldaar) in Amsterdam.
Première: 4 september 1986
ZW-90 minuten

WINDSCHADUW
ook: WINDSHADE
Frans van de Staak

met: Isabelle Guillaume, Gerrart Klieverik

Scenario: Frans van de Staak in samenwerking met Gerrit Kouwenaar gebaseerd op de gedichten 'Tijden' en 'Aire' uit de bundel 'Het blindst van de vlek' van Gerrit Kouwenaar (1982). Experimentele film. De film is opgebouwd uit scènes waarin een acteur of een actrice aankomt of vertrekt. De man en vrouw pakken koffers in en uit, komen steeds andere woonruimten binnen of verlaten die. Een gezamenlijke aankomst, vertrek of verblijf lijkt niet (meer) mogelijk. De dichtregels worden herhaaldelijk door Kouwenaar zelf buiten beeld, en een enkele maal door de acteur of actrice voorgedragen of uitgesproken. De aankomst- en vertrekscènes zijn van elkaar gescheiden door beelden van landschappen die als rustpunten fungeren. Muziek: Bernard Hunnekink, uitgevoerd door Wouter van Ettinger (viool), Aans van Dijk (saxofoon), Wim Boerman (fluit) en Floor Lanz (piano).
Première: 30 januari 1986
K-71 minuten

WISSELWACHTER, DE
ook: THE POINTSMAN
Jos Stelling

met: Jim van der Woude (de wisselwachter), Stéphane Excoffier (de vrouw), John Kraaykamp (de machinist), Josse de Pauw (de postbode), Ton van Dort (de hulpmachinist)

Scenario: George Brugmans, Hans de Wolf, Jos Stelling, naar de gelijknamige novelle van Jean-Paul Franssens (1982). De hele film speelt zich af in een verlaten spoorwegstation in de heuvels van Schotland, waar een dame die een vreemde taal spreekt per ongeluk is uitgestapt. Daardoor wordt het monotone leven van de wisselwachter, ergens bij de kruising van twee spoorbanen in niemandsland, verstoord. De wisselwachter raakt geobsedeerd door de vrouw, die in hem ongekende gevoelens en verlangens opwekt. Ook de andere mannen zijn onder de indruk van de vrouw, en wanneer de begerige postbode de vrouw uiteindelijk op te brute wijze benadert, zet zij de wisselwachter tot een gruweldaad aan. Tenslotte wordt de seinpost opgeheven. De vrouw vertrekt. De wisselwachter blijft alleen, overwoekerd door spinrag, in de winterse koude achter. Muziek: Michel Mulders. De wisseling van de seizoenen werd een belangrijk onderdeel van de film. Vier keer reisde Jos Stelling, steeds met een andere cameraman, naar de Schotse hooglanden. Camera: Frans Bromet, Theo van de Sande, Paul van den Bos, Goert Giltay. Op het filmfestival van Venetië werd de film door pers en publiek enthousiast ontvangen en met een eervolle vermelding onderscheiden. Publieksprijs en tweede persprijs te Sao Paulo 1985. De Nederlandse pers reageerde verdeeld.
Première: 18 september 1986
K-97 minuten

Terug naar de homepage


This page is hosted by GeoCities. Get your own Free homepage
Teller GeoCities

Copyright © 1999: René van Dam.
URL: http://geocities.datacellar.net/Hollywood/Theater/2180/
1