AMOR ES UNA MUJER GORDA, EL
ook: LOVE IS A FAT WOMAN
Alejandro Agresti
met: Elio Marchi (José), Sergio Poves Campos (Caferata),
Carlos Roffe, Theo McNabny, Mario Luciani, Humberto Tito Haas,
Enrique Morales, Harry Havilio, Sergio Lerer
Scenario: Alejandro Agresti. José is een jonge, linkse
journalist die van de hoofdredacteur van zijn krant opdracht heeft
gekregen een artikel te schrijven over een Amerikaanse filmploeg,
die een reportage maakt over armoede in Argentinië. Als hij
echter ziet hoe de Amerikanen de zaak manipuleren om extra dramatische
beelden te kunnen schieten, komt hij in verzet. Wanneer hij zijn
baas vertelt dat hij geen zin heeft een artikel te schrijven over
iets waar hij het niet mee eens is, kan hij vertrekken. Thuis
gekomen krijgt hij te horen dat hij beter ook maar kan vertrekken
uit het pension waar hij woont. Hij zoekt troost en onderdak bij
zijn (politieke) vrienden en later bij een vrouw. Zij kan hem
echter zijn oude vriendin, Claudia, die op raadselachtige wijze
is verdwenen, niet doen vergeten. Met Caferata, een bevriende
bandeonspeler uit een tango-orkestje besluit hij opnieuw te gaan
zoeken naar Claudia. Tijdens zijn zoektocht kruist de Amerikaanse
filmploeg zijn pad. Men laat nu ingehuurde geestelijken vertellen
over de bloedige strijd tegen de communisten. José windt
zich hierover zo op dat hij de cameraman te lijf wil. Hij wordt
opgepakt door de politie en een nacht vastgezet in een cel. De
volgende dag komt zijn vriend Caferata hem weer ophalen en vervolgen
zij hun ogenschijnlijk zinloze omzwervingen. In een park vertelt
een man José dat hij werkloos is geworden als gevolg van
zijn politieke verleden en nu wat bijverdient als baby-oppas.
Het is dat soort zaken waar José zich enorm kwaad over
kan maken en hij verbaast zich over de lethargie van de mensen.
Zijn vrienden in het café verwijt hij dat ze alleen nog
maar met hun kont achter de tv zitten en nergens meer op reageren.
Zij wijzen hem erop dat het allemaal zinloos is, zoals ook zijn
zoektocht naar Claudia zinloos is, omdat die volgens hen door
de militairen is vermoord. Maar José gelooft hen niet,
omdat daarvoor volgens hem helemaal geen reden was. Daarom besluit
hij om toch verder te zoeken. Samen met zijn vriend de bandeonspeler
en een oude zwerver neemt hij de bus om even later te ontdekken
dat ze het middelpunt zijn geworden van de Amerikaanse filmploeg.
Muziek: Paul Michael van Brugge. De film ging op 23 september
1987 in wereldpremière op het filmfestival van San Sebastián
en won er een eerste prijs. Festivals als die van Rotterdam en
Berlijn volgden en in september 1988 was Agresti de winnaar van
de Jury-prijs tijdens de Nederlandse Filmdagen. Gefluisterd wordt
dat die jury hem veel hoger had willen waarderen vanwege zijn
oorspronkelijk talent, maar dat een stevige Nederlandse lobby
haar weerhield van een hoofdprijs voor een in Argentinië
gedraaide Spaans gesproken film, die weliswaar met behulp van
Nederlandse financiering was geproduceerd en alhier gemonteerd
en afgewerkt.
Première: 24 maart 1988
ZW-80 minuten
BLONDE DOLLY
ook: BLOND DOLLY
Gerrit van Elst
met: Hilde van Mieghem (Dolly/Sylvia/Kitty), Peter Tuinman (Eddy
Cremer), Fred Vaassen (Vaclav), Adrian Brine (baron Tuft), Piet
Kamerman (Debrie), Astrid Seriese (Loan Cremer), Marieke van der
Pol (Marietje), Herbert Flack (ambassadeur), Wilbert Gieske (Karel),
Priscilla Visser (Anita), Con Meyer (Adje), Celia Nufaar (moeder),
Suzanne Colin (galeriehouder), Stef Field (fietser), Laus Steenbeeke
(jongen met mes)
Scenario: Joyce van Rijn, Hein Schütz, Alma Popeyus. Mevrouw
Hogendijk is hoer (Blonde Dolly). Ze raakt verliefd op Eddy Cremer,
directeur van het Haagse Gemeentemuseum, door wiens vrouw ze zich
laat schilderen. Deze beeldt haar af als een vamp met vele gezichten,
een schilderij dat Blonde Dolly verbrandt. Eddy's kwaliteit is
inzicht in echt en vals. Wanneer hij een mogelijke Vermeer op
het oog heeft medefinanciert Blonde Dolly de koop. Samen halen
ze het op in Parijs, maar het schilderij blijkt geen Vermeer (dus
vals) te zijn. Blonde Dolly distantieert zich van Eddy. In de
rosse buurt waar ze werkt, maar die ze ook regelmatig verlaat
om in hogere kringen te verkeren, wordt het steeds onrustiger
met als dieptepunt de moord op een hoer. Enige weken later wordt
Blonde Dolly vermoord gevonden. Alle verdachten hebben een alibi.
Muziek: Lucas Asselbergs, songs: titelsong 'My second skin' door
Cherry en 'Tango di Asesinato'. Psychologische thriller gebaseerd
op het leven van de Haagse luxehoer Sybille Niemans, alias Blonde
Dolly, die onder mysterieuze omstandigheden in november 1959 werd
vermoord. Na haar dood blijkt dat zij diverse dubbellevens te
hebben geleid met vele compromitterende 'vriendschappen' in de
hoogste Haagse kringen. Justitie gaf het in 1977 gesloten dossier
niet vrij. Er zijn van de film zeven scenarioversies gemaakt.
Regisseur Jonne Severijn werd tijdens de opnamen vervangen door
zijn assistent Gerrit van Elst. Liz Snoyink was in de race voor
een rol in deze film.
Première: 19 februari 1987
K-102 minuten
DIARY OF A MAD OLD MAN
ook: DAGBOEK VAN EEN OUDE DWAAS
Lili Rademakers
met: Ralph Michael (Marcel Hamelinck), Beatie Edney (Simone),
Suzanne Flon (Denise Hamelinck), Derek de Lint (Philippe), Dora
van der Groen (zuster Alma), Ina van der Molen (Karin)
Belgisch-Nederlands-Franse co-produktie. Scenario: Hugo Claus,
Claudine Bouvier, naar de gelijknamige roman van de Japanse Junichiro
Tanazaki. Marcel Hamelinck moet zich vanwege een voortschrijdende
spieraandoening als directeur van zijn eigen bank terugtrekken.
Zijn fysieke achteruitgang betekent echter nog niet dat hij nergens
meer in is geïnteresseerd. Zijn schoondochter, ex-ballerina
en ex-nachtclubdanseres Simone, heeft zijn meer dan normale belangstelling
en is na de plotselinge dood van zijn vrouw Denise zijn enige
passie. Hamelincks verzorgster, zuster Alma de Wispelaere, moet
toezien hoe de oudere man alles in het werk stelt om in de buurt
van Simone te komen. Gezondheid wordt opgeofferd om maar een glimp
van haar op te vangen. Zijn liefste wens is Simone ooit nog eens
in het zwembad te zien zwemmen. Daartoe laat Hamelinck een zwembad
in zijn tuin bouwen. Met juwelen en dure tassen van krokodillenleer
probeert hij Simone in te palmen. Wanneer Alma, die op zijn kamer
slaapt, een weekend weggaat, neemt Simone haar plaats in en mag
Hamelinck haar been aanraken. Zijn zoon Philippe heeft eigenlijk
weinig in de gaten en de oude man wil nog uitsluitend haar slaaf
zijn. Zonder schaamtegevoel vernedert hij zich telkens weer, waarbij
Simone de situatie handig uitbuit. Bezoek aan tennisbanen, modeshows
en geluiden uit haar slaapkamer wanneer Simone met haar neef vreemdgaat,
maken Hamelinck duidelijk dat zijn einde nadert. Zijn laatste
wens is een voetafdruk van haar te hebben om die op zijn graf
te kunnen laten plaatsen. Eigenhandig verft hij haar voeten en
weet ze op papier te zetten. Dan is hij tot niets meer in staat.
Muziek: Egisto Macchi. Opgenomen in België. Engels gesproken.
Geselecteerd voor de Semaine de la Critique van het filmfestival van Cannes, 1987.
Première: 14 januari 1988
K-89 minuten
DONNA DONNA!!
Hans van Beek/Luc van Beek
met: René van 't Hof (Felix), Simone Walraven (Esther),
Joke Tjalsma (Coby Gompelman), Glenn Durfort (Stanley), Guusje
van Tilborgh (Stanley's vrouw), Bridget George (Donna/Margot),
Lou Landré (directeur Schuitemaker), Marlies van Alcmaer
(Donna's moeder), Heleen van Meurs (therapeute), Bart Klever (ass.
therapeut), Eva van Heyningen, Manouk van der Meulen, Michel Sorbach,
Robin Kortlang (patiënten)
Scenario: Luc van Beek i.s.m. Hans van Beek. Felix valt van de
ene verliefdheid in de andere, maar hij heeft er volstrekt geen
kaas van gegeten hoe hij de meisjes van zijn dromen moet benaderen.
Om zijn vrienden te overtuigen dat hij wel degelijk van wanten
weet, maakt hij zijn verloving met Donna bekend. Donna is een
fotomodel, die hij alleen maar van een poster kent. Haar afwezigheid
op het verlovingsfeest verklaart hij door te zeggen dat ze plotseling
voor een opdracht naar het buitenland moest. Er komt een nieuwe
kamerbewoonster, Esther, op zijn verdieping en prompt is Felix
weer verliefd. Hij doet alle moeite haar te veroveren. Aanvankelijk
heeft hij geen schijn van kans, ook niet omdat ze al een veel
oudere vriend heeft. Gaandeweg ontstaat er toch iets als een verhouding,
maar dan komt Coby op de proppen, een meisje waarmee Felix in
therapie is geweest en dat beweert zwanger van hem te zijn. Esther
ruimt het veld. Door een toeval maakt Felix kennis met de moeder
van Donna, die in werkelijkheid Margot heet. Ze vertelt dat haar
dochter in de buurt van München woont. Felix lift daarheen
en ontdekt dat Donna daar gelukkig samenwoont met een gekleurde
vriendin. Felix trekt bij de beide dames in en wordt de vader
van een blanke en een zwarte baby. Muziek: Bert Hermelink. Song:
'De allereerste keer' door Pol & Mitch. 99.310 bezoekers in
1988. Totaal: 231.134 bezoekers.
Première: 17 december 1987
K-85 minuten
FIELD OF HONOR
ook: HET VELD VAN EER
Hans Scheepmaker
met: Everett McGill (sergeant De Koning alias Sire), Ron Brandsteder
(Tiny; in persmap: Pukkie), Bart Römer (luitenant), Annies de Jong (Taihutu), Hey Young Lee;
in persmap gespeld als: Jin-Kyung Lee (Sun Yi), Min Yoo (Kim), Dong Hyum Kim; in persmap gespeld als: Kim Koo Ahn (Applesan; in persmap: Appeltje), Marc van Eeghem (Brammetje; in persmap: Wiel), Frank Schaafsma (Wiel; in persmap: Brammetje), Guus van der Made (Leen), Jae Ho Choi (Chinese hospik), Mike Mooney (journalist), Jon Bluming (sergeant), Cris Campion, Marcelle Dessalles, Frederic Mayer, Pascale Rocard, Eric Wapler, André Wilms
Scenario: Henk Bos. Het verhaal speelt in het Korea van 1951.
De Nederlandse sergeant De Koning heeft zijn manschappen niet
helemaal in de hand. Er wordt gemoord, geplunderd en verkracht
en na een Chinese aanval staat de Hollander er alleen voor. Een
serie confrontaties met de vijand en onverwacht vriendelijke Koreanen
brengen De Koning in lastige situaties. Tijdens deze dagenlange
beproeving komt hij niet alleen zichzelf tegen; hij 'deelt' het
slagveld met een jonge, Koreaanse boerin, die vanuit een hol in
de grond zichzelf en haar door shell-shock catatonisch verkrampte
broertje in leven tracht te houden. Deze confrontatie slaat voorgoed
een bres in De Konings huurlingenpantser en hij kiest -tegen zijn
aangekweekte natuur in- partij voor het enige echte slachtoffer:
de onschuldige burger. Hij heeft eindelijk een doel en hij slaagt
erin dat te bereiken. Hij redt het jongetje en weet het in veiligheid
te brengen. Muziek: Roy Budd. Jean-Pierre Denis wordt ook als mederegisseur genoemd. Montage: Victorine Habets. Camera: Hein Groot. Producent: Yoram Globus en Menaham Golan. Na zijn wereldpremière op
de filmmarkt te Cannes in 1986 waren de reacties op deze door
Cannon geproduceerde oorlogsfilm zodanig dat van de geplande release
lange tijd werd afgezien. Film gebaseerd op het oorlogsverleden
van producent Henk Bos en van Peet van Haalem. Geen succes.
Première: 19 maart 1987
K-95 minuten
HAVINCK
Frans Weisz
met: Willem Nijholt (advocaat Havinck), Will van Kralingen (zijn
vrouw Lydia), Carolien van den Berg (Havincks minnares Maud),
Anne Martien-Lousberg (Havincks dochter Eva), Maarten Wansink
(Greve), Coen Flink (Bork), Max Croiset (vader Lydia), Dora van
der Groen (moeder Lydia), Kenneth Herdigein (Kenneth), Eric van
Heyst (Noordwal), Ella van Drumpt (secretaresse Havinck), Lieneke
le Roux (secretaresse Bork), Lex de Regt (rechercheur), Dorijn
Curvers (agente), Han Kerckhoffs (agent), Ger Thijs (reclasseringsambtenaar),
Raffles Dawson (Dennis), Janine Versluys (mevr. Bork), Juan Carlos
Tajes (performer Raphael)
Scenario: Ger Thijs, naar de roman van Marja Brouwers uit 1984.
Havinck is een succesvol Amsterdamse advocaat, die de indruk maakt
onbewogen door het leven te gaan. Wanneer zijn vrouw verongelukt,
wordt via flash-backs duidelijk, wat er werkelijk achter zijn
koele masker schuilt. Havincks dochter Eva vindt onverwachts haar
moeders afscheidsbrief en realiseert zich wat er echt is gebeurd.
Zij confronteert Havinck met de harde werkelijkheid: zijn mislukte
huwelijk, de heimelijke relatie met zijn minnares en zijn gebrek
aan aandacht voor zijn eigen dochter. Lydia heeft zelfmoord gepleegd,
maar Havinck voelt zich daaraan schuldig. Toch kan hem formeel
niets ten laste worden gelegd. Havinck slaagt er in de emotionele
crisis, waarin hij is komen te verkeren, te overwinnen. Zijn in
het slop geraakte relatie met zijn dochter Eva wordt eveneens
hersteld. Muziek: Egisto Macchi. Muziekfragmenten: 'True love'
door Theo Nijland, 'Baby love', 'Gimme love' door Jump Dickie
Jump, 'Dies irae' uit 'Messa de Requiem' van Giuseppe Verdi, 'Mazurk'
door Alan Marks. Zeer goed ontvangen. In de bioscoop werd op een
rare plaats (juist nadat Havinck de nagelaten brief van Lydia
heeft gelezen en een enorme ruzie met zijn dochter heeft gehad;
in de volgende scène loopt hij bruusk door alle kamers
van het advocatenkantoor) een pauze ingelast. De film werd na
twee bepaald niet slechte weken in Calypso (Amsterdam, 550 stoelen)
overgeplaatst naar het uitdraai-theater De Uitkijk (170 stoelen).
Een spoedarbitrage van de Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmondernemingen
leverde weinig op. Frans Weisz wilde Huub Stapel hebben voor HAVINCK,
maar Huub Stapel zei nee, omdat hij zichzelf te jong vond voor
die rol.
Première: 15 oktober 1987
K-102 minuten
HECTOR
Stijn Coninx
met: Urbanus (Hector), Sylvia Millecam (Ella Mattheusen), Herbert Flack (Gregoire Ghijssels), Marc van Eeghem (Swa Ghijssels), Heyn van der Heyden (Jos Mattheusen), Frank Aendenboom (Achiel Mattheusen), Cas Baas (dokter), Jean Blaute (chauffeur Fiatje), Maja van den Broecke (Ikebana), Chris Cauwenbergs (fietsenmaker), Guido Claus (cafébaas), Patrick Conrad (filmregisseur), Josse De Pauw (commentator), Jan De Smet (caféganger), Hilde Heynen (dienstmaagd), Kees Hulst (toneelregisseur), Duck Jetten (Ikebana), Fred van Kuyk (wedstrijdleider), Pieter Lutz (bedrogen graaf), Ann Petersen (zuster Abdis), Paul Schrijvers (toneelmeester), Yvonne Verbeeck (zuster Carbon)
Belgisch-Nederlandse co-produktie met de Vlaamse cabaretier Urbanus
in de hoofdrol. Scenario: Urbanus, Stijn Coninx, Walter van den
Broeck. Jos Mattheusen, de zoon van de bakker, kan maar niet winnen
van Swa Ghijssels in het wielerspektakel op het platteland. Hij
traint niet genoeg, zegt zijn vader. Hij werkt teveel zegt zijn
jonge stiefmoeder Ella, net als zijn vader. Ella wil hogerop als
actrice, maar heeft niet genoeg tijd om haar rollen te leren.
Reden genoeg voor het gezin Mattheusen om eens op zoek te gaan
naar een goedkope arbeidskracht. In het weeshuis zit nog een neefje
Hector, die 35 jaar geleden na een pokkeninenting daar door zijn
moeder is achtergelaten en nooit meer is opgehaald. Tegen de zin
van Jules, de bakker, wordt 'de mislukte abortus' opgehaald in
de begrafenisauto die dienst doet als bestelauto en volgwagen
bij het wielrennen. Hector neemt afscheid van zijn medepupillen
in het huis dat gerund wordt door nonnen. In de bakkerij wordt
hij ingezet bij het werk, het wielrennen en de acteerkunsten van
Ella. De laatste speelt een liefdesrol met Ghijssels, de rivaal
van Jules. Met kinderlijke blik en een open vizier helpt Hector
in de bakkerij. Jos kan trainen op een door Hector vervaardigde
hometrainer die ook de energie levert voor de apparatuur in de
bakkerij. Het hele huis stort bijna in elkaar als Jules de normale
stroomvoorziening erbij schakelt. Bij het toneel blijkt Hector
de rollen heel snel te leren en Ella vat een zekere sympathie
op voor de schijnbaar onnozele man. Hij wordt echter naar huis
gestuurd wanneer Hector de eerste overwinning van Jos onmogelijk
maakt door vlak voor de eindstreep de renner ten val te brengen.
Wanneer 's avonds de première is van het toneelstuk onder
het toeziend oog van Jules en een Italiaanse regisseur wordt Hector
opgeroepen om een speler te vervangen. Hector weet met kunst en
vliegwerk aan het weeshuis te ontsnappen en komt in het toneelstuk.
Het stuk ontaardt in een vechtpartij tussen Hector en de geliefde
van Ella, waarbij Jules van emotie het leven laat. Hector stelt
voor om samen met Ella naar Amerika te reizen. Ella heeft namelijk
het contract, dat Jules verstopt had, ontdekt. Ella stuurt Hector
weg. Hij vertrekt met zijn goudvis in zijn rugzak. Toch kan Ella
Hector niet meer missen. Muziek: Jan de Wilde. Producent: Erwin Provoost. Camera: Willy Stassen. Montage: Kees Linthorst. 756.128 bezoekers.
Première: 19 oktober 1987
K-90 minuten
IRIS
Mady Saks
met: Monique van de Ven (Iris), John Kraaykamp (Versteeg), Titus
Tiel Groenestege (Frank), Roger van Hool (Paul), Elsje Scherjon
(Nellie), Tom Jansen (Hagenbeek), Marja Habraken (Martha), Hiske
van der Linden (Eva), Ingeborg Loedeman (Anna), Tabe Bas (cafébaas),
Ad Noyons (boer Houtstra), Catrien Wolthuyzen (mevr. Houtstra),
Harry van Rijthoven (Bert Houtstra), Cas Baas (oude boer), Paul
Kooy (boer Van Dam), Frouke Fokkema (mevr. Van Dam), Gerard Borkus
(jonge boer), Freark Smink (dokter), Klaasje Postma (doktersvrouw)
Scenario: Felix Thijssen naar een gegeven van Mady Saks. Een dertigjarige
veearts is weliswaar al jaren afgestudeerd, maar nooit aan het
echte werk op het platteland toegekomen, woont in de stad, samen
met haar pietluttige, bezitterige vriend Paul. Paul ziet met lede
ogen toe hoe Iris op een dag naar Friesland afreist, waar ze de
praktijk van een oude veearts heeft overgenomen. Vol ijver begint
ze de praktijk weer op te bouwen, maar ze wordt stelselmatig tegengewerkt.
Vooral door boer Versteeg, een alcoholistische, invalide herenboer
met ouderwetse opvattingen over de plaats van de vrouw. Als zij
tenslotte, nadat zij het interieur van haar boerderij vernield
heeft aangetroffen, verkracht wordt, neemt ze wraak op de dader.
De dader blijkt haar jaloerse vriend te zijn; de rode handschoenen
van de verkrachter liggen in zijn auto. Ze lokt Paul vervolgens
naar de behandelkamer en bindt hem vast op de operatietafel om
hem te castreren. Muziek: Loek Dikker. De Vlaamse acteur Roger
van Hool is nagesynchroniseerd door een Nederlandse acteur. Monique
van de Ven 'best actress' tijdens het Seattle international film
festival 1987. Film kreeg de Alcan prize bij het World film festival
Montreal 1988.
Première: 26 maart 1987
K-78 minuten
JULIA'S GEHEIM
ook: JÜLYET' IN SIRRI
Hans Hylkema
met: Funda Müjde (Arzu Sülün, Julia), Nahit Güvendi
(Ibrahim Sülün), Nigar Cankur (Nuran Sülün),
Vedat Gültekin (Erdal Sülün), Yavuz Tuncer (Hasan
Sülün), Özdemir Suveren (grootvader Sülün),
Ceylan Utlu (Ramazan), Mehmet Dag (vader Ramazan), Ahmet Dayan
(Duitse neef), Mustafa Lafatan (opdrachtgever), Casper de Boer
(Karst, Romeo), Andrea Vos (Annemiek, voedster), Lucien Spee (signor
Capuletti), Sharon Wolff (signora Capuletti), Maarten Rijk-Toussaint
(graaf Paris), Bruce Gray, Marcelle Meuleman (speldocenten), Winston
Linger, Maikel Reeder (vertellers), Kees Groeneveld (rector),
Will Beets (costumière), leerlingen Augustinus College
Amsterdam
Scenario: Hans Hylkema, met adviezen van Tonnie van Velzen. Arzu
Sülün, een Turkse leerlinge op een Nederlandse middelbare
school, wordt uitgekozen om de rol van Julia te spelen in een
moderne bewerking van Shakespeare's 'Romeo en Julia'. Haar enthousiasme
daarover wordt getemperd door het feit dat ze er thuis niets over
mag zeggen omdat in de traditionele opvattingen van haar vader
toneelspelen uit den boze is. De enige die ze in vertrouwen neemt
is haar jongste broer Erdal, die ze nodig heeft als een excuus
om 's avonds de deur uit te kunnen. Terwijl haar ouders denken
dat ze op koopavond samen de stad in gaan, gaat Arzu naar school
om te repeteren, terwijl Erdal wat geld bijverdient met het balletje-balletje
spel. Arzu gaat zo op in haar rol dat ze op een nacht aan het
repeteren slaat in het naaiatelier van haar vader. Ze wekt daarmee
de rest van haar familie, die vanaf de trap verbaasd toekijkt.
Haar vader denkt aanvankelijk nog dat ze wat raar doet omdat ze
misschien een Nederlandse vriend heeft, maar nadat Erdal en Arzu
op een avond zijn betrapt door twee kennissen van haar vader,
komt hij achter de waarheid. Terwijl Erdal wordt opgepakt door
de politie bij het balletje-balletje spel, krijgt Arzu van haar
vader de wind van voren. Hij wijst erop dat Arzu verloofd is en
zich aan de Turkse cultuurgewoonten moet houden. De vader wordt
daarin gecontroleerd door de Turkse gemeenschap, die anoniem de
familie van de toekomstige bruidegom heeft gealarmeerd. Kort daarop
arriveren de verontruste familieleden uit Turkije om met de vader
van Arzu de trouwdatum vast te stellen. Tegen een Nederlandse
vriendin verklapt Arzu haar geheim, namelijk dat ze al drie jaar
verloofd is met een jongen die ze niet kent. Ze loopt van huis
weg, maar na een nacht zwerven keert ze weer terug naar huis.
Haar vader geeft haar alsnog toestemming om de rol van Julia te
spelen. Bij de uitvoering herkent hij de parallellen die er zijn
tussen het leven van Julia en dat van Arzu. Hij raakt in gewetensnood
over het uithuwelijken, maar is te laat om die keus nog te veranderen.
Met steun van het Nederlands Centrum Buitenlanders gemaakte film.
Muziek: Hasan Band. Prijs: de Blue Ribbon bij het American film
and video festival New York 1989. Redelijk positief ontvangen
in de pers.
Première: 24 september 1987
K-103 minuten
LAATSTE REIS, DE
Kees Hin
met: Hans Hoes (Matthijs Vermeulen), Judy Doorman, Michel van
Rooy, Diederik de Groot van Embden
Scenario: Kees Hin en Otto Ketting, gebaseerd op gegevens uit
brieven en boeken. Gespeelde documentaire. Muziekbiografie. Een
speurtocht naar het leven en de persoonlijkheid van de componist
Matthijs Vermeulen (1888-1967). In de muziek vond hij zijn gelukkige
momenten, maar erkenning kreeg hij zelden. Zijn eerste symfonie
(1914) werd pas vijftig jaar later voor het eerst ten gehore gebracht.
Op de uitvoering van de tweede symfonie (1920) moest Vermeulen
36 jaar wachten, op de derde (1922) 16 jaar. Muziek: Matthijs
Vermeulen. De criticus Vermeulen wordt in de film achterwege gelaten.
DE LAATSTE REIS richt zich louter op de muziek en op Vermeulen
als componist.
Première: 18 september 1987 (Nederlandse Filmdagen)/11
mei 1988
K-100 minuten
MAAND LATER, EEN
ook: ONE MONTH LATER
Nouchka van Brakel
met: Renée Soutendijk (Liesbeth), Monique van de Ven (Monika),
Edwin de Vries (Constant), Sunny Bergman (Judith), Tijmen Bergman
(Jonas), Jeroen Oostenbrink (Jobje), Jean-Yves Berteloot (Hugo),
Bas Voets (Steffie), Marjo van der Meulen (Ingrid), Coot van Doesburgh (Astrid), Kietje Sewrattan (Jessica), Marion Bloem (Tinelou), Femke van Hoven (Betty), Pauline Daniels (Susan), Yvonne Ristie (sollicitante 1), Marjolein Sligter (sollicitante 2), Els Weenink (sollicitante 3), Case of Tomatoes (popgroep), Michael Sanders (Arthur), Sigrid Adrienne (moeder Arthur), Jan Jaap Hoekstra (Maurits), Allard Bekker (jogger), Joost Boer (Jeroen), Sep van Kampen (Dorus), Maarten Wansdronk (buurman), Remco Daalder (bouwvakker), de heer Van der Zee (groenteman), de heer Van Eimeren (heer op markt), mevrouw Boon (dame op markt); nasynchronisatie: Loes Luca (Marjo van der Meulen)
Scenario van Ate de Jong, in samenwerking met Nouchka van Brakel
en Jan Donkers. Jan Donkers las in de Newyorkse 'Village voice'
een contactadvertentie van een vrouw die haar leven voor een maand
wilde ruilen met dat van een andere vrouw, daarop schreef hij
in 1985 een toneelstuk (gespeeld door 'Baal') over de gevolgen
van zo'n levensruil. Verfilming van het toneelstuk (met Olga Zuiderhoek
en Els Ingeborg Smits) van Jan Donkers over twee vrouwen -Liesbeth
(huisvrouw, getrouwd met Constant, moeder van drie kinderen) en
Monika (freelance-journaliste bij 'Zij', vrijgezel)- die via een
contactadvertentie voor een maand hun leven -inclusief partners-
verruilen. De levensruil bevalt zo goed dat ze een maand later
besluiten om het contract met een tweede maand te verlengen. De
situatie verergert alleen maar: de vrouwen vinden steeds meer
hun draai in het leven van de ander. Er komen nu nogal wat verwikkelingen;
Monika en Constant krijgen een verhouding en Liesbeth laat zich
versieren door een snelle jongen Hugo, met wie ze naar de wintersport
gaat. Wanneer alle betrokkenen er achter komen hoe de zaken er
voor staan, wordt gevieren tijdens een gezellig etentje over de
toekomstmogelijkheden gefantaseerd. Het publiek moet de keuze
maken uit de diverse happy-endings. Muziek: Rob van Donselaar. Producent: Matthijs van Heijningen. Camera: Peter De Bont. Kostuums: Linda Bogers. Montage: Edgar Burcksen. Marjo van der Meulen is nagesynchroniseerd door Loes Luca. De minnaar Steffie (Bas Voets) is ook nagesynchroniseerd door een
andere acteur. Enige probleem bij de film: wie moest als eerste
genoemd worden op het affice; Van de Ven of Soutendijk? Renée
besliste Matthijs van Heijningen, zij zou internationaal meer
aanspreken. Monique van de Ven en Edwin de Vries werden tijdens
de opnamen van EEN MAAND LATER ook in werkelijkheid een echtpaar. Monique was op dat moment nog getrouwd met Jan de Bont.
Eerste Nederlandse speelfilm die verkocht werd aan Warner door
producent Matthijs van Heijningen zonder dat er nog maar één
opname gemaakt was, zodat een Nederlandstalige en Engelstalige
versie gemaakt werden. Redelijk positief ontvangen. Groot commercieel
succes. 323.654 bezoekers.
Première: 17 september 1987
K-102 minuten
MASCARA
ook: MAKE UP FOR MURDER
Patrick Conrad
met: Charlotte Rampling (Gaby Hart), Michael Sarrazin (Bert Sanders),
Derek de Lint (Chris Brine), Romy Haag (Lana), Eva Robbins (Pepper),
Herbert Flack (David Hyde), Serge-Henri Valcke (Harry Wellman),
Jappe Claes (kolonel March), John van Dreelen (minister Weinberger),
Harry Cleven (P.C.), Norma Christine Deumner, Pascale Jean-Louis,
Alexandra Vandernoot, Mark Verstraete, Hugo van den Berghe, Charlotte
Berden, Marie-Luce Bonfanti, Carmela Locantore, Lois Chacon, Michel
Laborde, Alain Zerar (Tina Turner), Lida Lobo (golden woman),
Nathalie Fritz, Serge "Lydie" Lambert, Katja Delvos,
Lou de Prijck, Terry Fischer
Belgisch-Nederlands-Franse co-produktie. Scenario: Hugo Claus,
Pierre Drouot, Patrick Conrad, Frank Daniel, Malia Scotch Marmo.
Bert Sanders is een politiecommissaris die met zijn zuster de
première van Christoph von Glucks 'Orfeo ed Euridice' bijwoont.
Daarbij ontmoet hij Chris Brine, de ontwerper van Euridice's kostuum.
Gaby en Chris voelen zich tot elkaar aangetrokken. Bert brengt
een bezoek aan Chris om Eurydice's jurk te lenen voor een feestje.
In de veronderstelling dat Bert Gaby's vriendin is en dat het
voor haar bedoeld is, stemt Chris toe op voorwaarde dat hij haar
de jurk zal aantrekken. Aangekomen in de onderaardse nachtclub
'Mister Butterfly' blijkt het niet om Gaby maar om ene Pepper
te gaan, een hermafrodiet en (ex-)vriendin van Bert. Chris wordt
opgesloten in een kleedkamer en is geen getuige van Peppers nieuwe
toenaderingspogingen naar Bert en de daarop volgende moord. Chris,
inmiddels op de hoogte dat Bert de broer van Gaby is, neemt zijn
intrek in een appartement met uitzicht op Gaby's kamer en krijgt
een verhouding met haar. Bert, jaloers, probeert hem middels chantage
te dwingen de jurk nog een keer te lenen. Het optreden als Euridice
in de nachtclub moet de travestiet Lana met de dood bekopen, waarbij
Bert de zaak zo heeft georganiseerd dat het lijkt alsof Chris
de schuldige is. Chris vertelt alles aan Gaby. Wanneer Bert dan
voor de derde keer de jurk leent en er zelf in optreed, wordt
Chris als mogelijke moordenaar in elkaar getrapt. Gaby ziet nog
juist hoe Bert het lijk van Chris de pier afgooit en laat zich
door hem niet meer overtuigen. Zijn belofte dat alles weer zoals
voorheen zal zijn, wordt met een duw beantwoord. Gaby identificeert
de volgende morgen de twee lichamen op het strand. Muziek: Egisto
Macchi. Producent: Pierre Drouot, René Solleveld, Henry Lange. Camera: Gilberto Azavedo. Art direction: Misjel Vermieren, Dirk Debou. Montage: Susana Roseberg. Charlotte Rampling verklaarde na afloop van de opnamen niet te weten hoe ze had moeten spelen. Vrij slecht ontvangen bij de pers. Harry Peters in FID 1987: "Van meet af aan stijfstaand van de pretenties vergeet Conrad door de overwaardering van de vormgeving (ja hoor, prachtig dat huis aan het strand) en de lokaties ook nog een mens in zijn film op te voeren en zo komt de als zodanig bedoelde Derek de Lint behoorlijk te zweven. Hij lijkt in alle opzichten verdwaald en is in zijn naïviteit volslagen ongeloofwaardig. (...) Het trapezewerk in de vormgeving is adembenemend. (...) De maskerade die hij [Conrad] hier opvoert is gewoon holle aanstellerij. Kunst is alleen kunst als er geen kunst op staat."
Première: 7 mei 1987
K-98 minuten
NITWITS
Nikolaï van der Heyde
met: Ramses Shaffy (Joel Palsma), Monique Rosier (Daniëlle
Kooiman), Martijn Oversteegen (Eddie Bakker), Muriel Chaal-Gohier
(Magda Palsma), Masha van der Heyde (Zelda Palsma), Ilone Wals
(Roelie Kok), Jérôme Reehuis (filmregisseur), Xavier
Serge Martin (bedrijfsleider Burger King), Willem Wagter (onweerstaanbare
vijftiger), Walter Crommelin, Rob Fruithof, Boudewijn van Hulzen,
Martijn van Soerick (reclamejongens), Nikolaï van der Heyde
Scenario: Nikolaï van der Heyde. NITWITS toont het leven
van een derderangs acteur Joel Palsma, die 's avonds in gemakkelijke
blijspelen op de planken staat en overdag van de ene reclame-
en televisieschnabbel naar de andere rent. Hij is getrouwd met
een Française, die een mode-atelier leidt, en heeft een
leuke dochter van elf. In zijn werk is hij meestal te zien met
een vijftien jaar jongere vrouw, die het met de huwelijkstrouw
niet al te ernstig neemt en in het begin van de film ook Joel
weet te verleiden tot een slippertje. Daarmee wordt een reeks
dwaze verwikkelingen in gang gezet, waarbij Joel voortdurend met
koffers zeult tussen zijn eigen huis, een hotel en de woning van
de twintig jaar jongere Danielle, op wie hij smoorverliefd is
geworden. Als rode lijn lopen door de film de opnamen van reclamespotjes
voor pleisters. In de slotscène van de film blijkt Nikolaï
van der Heyde zelf de regisseur van een reclamefilmpje te zijn
en zwaaiend naar de camera bevriest hij in het laatste beeld.
Muziek: Vladimir Cosma. De film kostte twee miljoen gulden, waarvan 750.000 gulden afkomstig was van het Produktiefonds. Zelden was de kritiek zo unaniem negatief. De reacties op NITWITS overtroffen in heftigheid alle voorgaande
flops. W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 20 augustus 1987: "Naar ritme en timing kun je je het rambam zoeken voor nop. (...) Zulke engerds als Martijn Oversteegen en Jerôme Reehuis... je hoort toch geld toe te krijgen als je daar geruime tijd naar moet kijken en luisteren? Van een groot deel van het acteursbestand, bijeengegaard uit Vlaanderen en de Lage Landen, kun je alleen maar voorstellen dat ze zijn geëngageerd omdat ze mochten spelen met behoud van uitkering. (...) Er zijn films waarbij ik denk: 'Hoe is het mogelijk dat iemand niet halfverwege heeft gezegd: 'Jongens, stop, dit kan niet'. Tot dat soort film behoort Nitwits'." Jan Heijs in 'de Volkskrant' van 20 augustus 1987: "NITWITS graaaft in ieder geval geen milimeter dieper dan de vier die de persmap dik is. Je blijft kijken naar typetjes en sketches, naar uitsluitend buitenkantjes. Bij zoveel oppervlakkigheid ga je je storen aan continuïteitsfouten en de wat knullige nasynchronisatie. (...) Er is een hoop production value in gestopt, in de vorm van veel lokaties, ontploffingen enzovoort. Ondanks die 'moderne' buitenkant, blijf je het gevoel houden naar een Nederlandse film van vijftien jaar geleden te zitten te kijken. Hoe serieus Van der Heyde zijn comeback inde bioscoop neemt, is ook nog maar de vraag. In de slotscène blijkt hijzelf plotseling de regisseur van een reclamefilmpje te zijn en zwaaiend naar de camera bevriest hij in het laatste beeld. Een afscheid van het bioscooppubliek en een definitieve sollicitatie naar het vak van reclamefilmer?" Producent Chris Houtman verbaasde zich over de toon van de recensies: "Je kunt je niet aan de indruk ontrekken dat een aantal kritieken zich nogal persoonlijk tegen Nikolai van der Heyde richtte en op de lange periode dat hij in de reclame heeft gewerkt. Wat wij juist heel aardig aan NITWITS vinden is de opstelling van Nikolai. De zelfspot en de kritiek naar zichzelf, dat is in de kritiek niet opgepikt." De film is na één week uit de bioscopen verdwenen. In een Utrechtse bioscoop is het voorgekomen dat op sommige dagen geen enkel kaartje voor de 3 voorstellingen werd gekocht. Distributeur Holland Film Releasing prolongeerde daarop de film nergens. Debuterende cineaste Maria Peters had voor de KRO-televisie een documentaire gemaakt, die de film op 12 september 1987 een extra zetje zou moeten geven als de publiciteit rond de première was uitgewoed. Maar dat extra zetje was overbodig geworden daar de film al uit de roulatie was genomen. De KRO besloot dan ook om de documentaire niet meer uit te zenden. Nikolai van der Heyden over het fiasco van NITWITS in 'De Tijd' van 4 september 1987: "Ik heb een hele harde klap gehad. De eerste kritiek kreeg ik onder ogen kort na de première. Mijn hart stond stil: wat gebeurt hier? Dit kan toch niet over mijn film gaan? De volgende dag kwamen de andere kritieken. Van hetzelfde. Ik was beurtelings verslagen, woedend en berustend. (...) Ik heb een paar kritieken gelezen en wilde toen niet meer. Ik ben geen masochist. En ik wil de critici niet het genoegen geven dat ik ook nog eens lees wat ze te beweren hebben. Ik moet ook verder leven. Maar er is iets in me geknapt. (...) Drieënhalf jaar ben ik ermee bezig geweest. (...) Vele mensen heb ik gevraagd om hun vertrouwen, en dat is het ellendigste: ze hebben er niets dan rotte tomaten voor teruggekregen. (...) Als ik geld had - maar ik heb geen geld meer - zou ik een theater hebben afgehuurd waarin de film nog geruime tijd te zien was. (...) Ik heb zeven films gemaakt [waarvan hj ANGELA en NITWITS als belangrijkste beschouwt], zeven kansen gehad, maar de laatste werd een debâcle. Ik zit nu in een rouwproces, maar, god, ik weet dat ik het kan. Ik kom terug. Hoe- dat weet ik nog niet, maar ik kan het en ik kom terug. In wezen heb ik geen toekomst meer. Welke gek zal nog een dubbeltje in mij investeren? (...) Ik heb een nekslag gehad. Ik ben een tijd dood. Men praat tegen me, men belt me, maar ik hoor niets, ik ben dood. Wat ik nu ondervind ligt het dichtst bij een sterfgeval in de naaste familie. Een tijd dood. Maar mijn film is níet dood."
Première: 20 augustus 1987
K-112 minuten
ODYSSÉE D'AMOUR
Pim de la Parra
met: Herbert Flack (Paul Henkes), Sarah Brackett (beeldhouwster Elizabeth), Patty Brard (stewardess Valerie), Liz Snoyink (Pauls halfzuster Zippy), Eddy Marchena (Ramon), Ramon Todd Dandare (Nicholas), Thom Hoffman (Bart Huisman, assistent chirurg), Devika Strooker (Ramona), John van Dreelen (chirurg Alexander de Winter), Mavis Helneyer (Aida), Lilian van Everdingen (Isabel), Laura Quast (Koniningin van de Nacht), Myrena Sint Jago (Cecilia), Kenneth Herdigein (Waldo), Monifa King (Belinda), Dorna van Rouveroy
Scenario: Pim de la Parra, Rudi F. Kross en Dorna van Rouveroy.
De Nederlandse ingenieur Paul Henkes, die al geruime tijd op Bonaire
werkt, leeft samen met de Engelse beeldhouwster Elisabeth, maar
houdt er ook een aantal inheemse vriendinnetjes op na. Wanneer
zijn, bij één van die vriendinnen verwekte, zoon
Tico plotseling overlijdt, geraakt Paul in een crisis. Bij zijn
vrienden Nicholas en Ramon vindt hij weinig steun, omdat die zelf
in de problemen zitten. Nicholas houdt het met een buurvrouw,
wier Surinaamse verloofde opeens opduikt, en Ramon maakt zich
zorgen om zijn dochter, die een relatie begint met een jonge Nederlandse
arts. In een poging schoon schip te maken, neemt Paul ontslag,
maar de moeilijkheden stapelen zich op. Zijn verhouding met Elisabeth
is niet langer ideaal en zijn vriendin Valerie blijkt in verwachting
te zijn. Ze weet echter niet of het kind van hem of van een ander
is. Tot overmaat van ramp komt zijn halfzuster Zippy, met wie
hij vroeger ook al het bed heeft gedeeld, naar Bonaire. Paul laat
zijn auto in zee storten, trekt een duikersuitrusting aan en verdwijnt
in de golven. Nadat hij de zuurstofslang uit zijn mond heeft getrokken,
verdrinkt hij bijna, maar spoelt toch levend aan in de buurt van
een vissersdorp, waar hij enigszins tot rust komt. Hij wordt uiteindelijk
door Zippy gevonden. Zij wil hun relatie voortzetten, maar Paul
niet. Na een emotioneel gesprek zoekt ze de dood in de golven.
Muziek: Adriaan van Noord, Eddy Bennett. Songs: 'Odisea d'amour'
door Inky, 'Hoy sé más', 'Oyeme mama' door Bienvenudo
Granda, 'Una aventura' door Vicentico Valdes, 'Todo me gusta de
ti' door Alberto Beltran, 'Apambichao' door Carlos Argentino.
Vrijwel unaniem door de kritiek de grond in geboord. Na één
week uit de bioscoop verdwenen.
Première: 27 augustus 1987
K-108 minuten
ORIONNEVEL, DE
Jurriën Rood
met: Bert Kuizenga (Gerdo), Han Kerckhoffs (Bril), Michiel Romeyn
(Baard), Beppie Melissen (moeder), Sylvia Holstijn (Lisa), Han
Römer (John Alberts), Marije Boonstra (dochter), Jasper Krabbé
(walkman), Lieneke le Roux (Brils vriendin), Leonoor Pauw (Baards
ex-vrouw), Agnes Schuch (zangeres), Saskia Zwart, Bouwe Jan Swart
(verloofden), Jan Willem Jurg, Bruun Kuijt, Willem van de Sande
Bakhuijzen (gasten)
Scenario: Jurriën Rood. Hoofdfiguur is Gerdo, een wat wild
ogende jongeman die na het vertrek van zijn vriendin in een crisis
is beland. De aanblik van twee stoelen alleen al doet hem pijn.
In het park ontmoet hij de joggende natuurkundeleraar Bril, die
eveneens ernstig lijdt onder zijn eenzaamheid. Bij het duo voegen
zich later nog de voormalig welzijnswerker Baard en de gescheiden
moeder van een leerling van Bril. Film bevat tussentitels, rechtstreeks
tot de kijker gerichte commentaren en droom- en fantasiebeelden
en flashbacks. Gerdo, Bril en Baard hervinden zich uiteindelijk
in een ouderwetse actie gericht op het behoud van het bankje dat
Baard als opvangplaats gebruikt. Maar ze weten ook dat het leven
weer nieuwe teleurstellingen voor hen in petto heeft. Muziek:
Jurriën Rood, Arjen Hogendorf (ook gespeld als Hogendorp).
Songs: 'With a little help from my friends' door Joe Cocker, 'Morgen
ben ik de bruid' door Willeke Alberti. Uit behoefte aan goede,
originele scenario's schreef het Fonds voor de Nederlandse Film
een soort prijsvraag uit onder jonge cineasten. Jurriën Rood
werd de winnaar. De oorspronkelijk opdracht van het Fonds hield
in een script te schrijven rond het thema van de onmogelijkheid
om in Nederland een anoniem bestaan te leiden, maar Rood draaide
het om en schreef een film over een stel dertigers die juist eenzaam
blijven omdat ze niet bij machte zijn om elkaars vriendschap te
herkennen en te accepteren. In deze film treden voor film tot dan toe louter
onbekende acteurs op, maar sommigen beschikten al over een aardige reputatie in het theater (Kerckhoffs, Römer) of cabaret en televisie (Holstijn, Melissen, Romeyn). Geen succes.
Première: 10 september 1987
K-80 minuten
PERMEKE
Henri Storck/Patrick Conrad (regisseur van het dramatische gedeelte)
met: Ilse Uytterlinden (Anna), Paul Steenbergen (oude man), Linda Schagen van Leeuwen (dame met de rode handschoen), Bert van Tichelen (museumbewaker Oostende), Chris Cauwenberghs, Hugo Claus, Paul Permeke, John Permeke, Tinus van Bakel, Willy van den Bussche, Emile Veranneman, Henri Storck, Guido Claus, Linda Conrad, Jan Decleir (Stan Permeke)
Belgisch-Frans-Nederlandse co-produktie. Scenario: Henri Storck, Patrick Conrad, Pierre Drouot. Documentaire speelfilm. In een originele formule wordt het leven en werk van de Vlaamse expressionistische kunstschilder en beeldhouwer Constant Permeke opgeroepen. De grenzen tussen documentaire en speelfilm worden verkend in PERMEKE. Wanneer Anna, een 28-jarige fotoreporter, voor haar weekblad een reportage moet maken over de verbouwingswerken van het toekomstige museum van Moderne Kunst te Oostende, ontdekt zij toevallig vijf raadselachtige doeken van Constant Permeke, die haar tegelijk fascineren en ontroeren. Zij beset dat zij geen rust meer zal kennen vooraleer zij de antwoorden op deze raadsels gevonden zal hebben. Wat schuilt er achter deze vreemde schilderijen? Waarom en in welke omstandigheden schildert een kunstenaar dergelijke enigmatische werken? Om de sleutels te vinden, begint zij voor zichzelf een enquète die haar naar alle plekken zal leiden, waar Permeke ooit vertoefde. Produktiemaatschappijen: Iblis Films, De Films Henri Storck, Praxino Pictures. Producent: Pierre Drouot, Henri Storck, René Solleveld. Er zijn duidelijke verschillen in de diverse lijsten met credits; film wordt ook Belgisch-Frans-Engels genoemd. Camera: Marc Koninckx, Gilberto Azevedo. Montage: Ton de Graaff. Muziek: David Darling, John Surman. Nederlands, Frans, Engels gesproken, door Leslie de Gruyter. Produktiejaar: 1985. De selectiekommissie van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap wilde geen geld geven voor een documentaire ter gelegenheid van het feit dat Permeke 100 jaar geleden geboren was; Permeke moest behandeld worden in een fictiefilm. Henri Storck (geboren 1907 te Oostende) vond zichzelf te oud om de stress van het regisseren te ondergaan en vroeg Patrick Conrad voor de fictie-gedeelten. De film is ook vertoond tijdens 'Festikon 86' (7-11 oktober 1986). Speciale Prijs van de Jury aan Henri Storck en Speciale Vermelding van het Publiek op het Internationaal Filmfestival van Nyon 1985. Prijs André Cavens van de Belgische Film door de Unie van de Filmkritiek (U.F.K., Brussel) 1985. Prijs van de stad Brussel: 'Prix Fémina Belge du Cinéma' 1985. Negende 'Gouden Matille' door de Oostendse persklub aan Henri Storck in 1985.
Première: 3 december 1987
K-95 minuten (35 mm; geluid)
RATELRAT, DE
ook: THE RATTLE RAT
Wim Verstappen
met: Rijk de Gooyer (adjudant Grijpstra), Peter Faber (brigadier
De Gier), Jon Bluming (dronken chauffeur), Lesley Lengkeek (blondje
in auto), Marc Klein Essink (hoofdagent Cardozo), Marjan Berk
(Grijpstra's vrouw), Henk van Ulsen (patholoog Grijpstra), Rob
Fruithof (judo-instructeur), Carine Weve (secretaresse), Bernhard
Droog (commissaris), Annemieke Verdoorn (Hylkje Hilarius), Willem
van Dooren (helicopterpiloot), Hidde Maas (luitenant Sudema),
Pieter Lutz (adjudant Opperhuizen), Steve Heinze (rechercheur),
Sacco van der Made (cafébaas Troelstra), Tetske van Ossewaarde,
Femke Boersma, Toon Agterberg, Jaap Stobbe, Frank Schaafsma, Linda Dubbeldeman, Tom Jansen, Frits Jansma, Lettie Oosthoek
Scenario: Wim Verstappen, Janwillem van de Weterering, Rogier
Proper, naar het boek 'De ratelrat' van Janwillem van de Wetering
uit 1984. Een lijk in een uitgebrand bootje, dat van een Friese
schapeboer blijkt te zijn, een heroïne-oorlog en een corrupte
agent vormen de ingrediënten voor dit politieverhaal, waarin
de sfeer belangrijker is dan de plot. De corrupte agent blijkt
de moordenaar te zijn van Douwe Scherjoen (de Friese veeboer).
Hij gaf Chinezen verblijfsvergunningen in ruil voor heroïne
en was tevens bereid om Douwe, hun concurrent, uit de weg te ruimen.
De Gier is begaan met het lot van de man, die korte tijd later
zelfmoord pleegt. Muziek: Ruud Bos. Peter Faber nam de plaats
van Rutger Hauer in als brigadier De Gier in deze tweede Grijpstra
en De Gier-verfilming, na GRIJPSTRA EN DE GIER uit 1979. Geen
succes. Zeer slecht ontvangen. Ook als televisie-serie bij de
AVRO.
Première: 5 februari 1987
K-90 minuten
STRAVERS
Peter Delpeut
met: Armand Perrenet, Paul van der Zande, Lieke Leo, Willemien van Dartel, Monique Toll, Jake Kruijer, Rieks Hadders, Bob Bronshoff, Adrie Verberne, Henk Rabbers, Chiel van Laarhoven, Steven van Galen, Kitti Manning
Scenario: Peter Delpeut, Céline Linssen, Anne van Gool (continuity) en Martin Cleaver (Nederlandse vertaling). Twee broers, beiden grondwerkers in de Biesbos, wonen samen. De oudste neemt een vrouw in huis, waarna de spanningen ontstaan als de jongste op haar verliefd wordt. De spanningen nemen niet af als de oudste de vrouw verkoopt aan een bordeel, want zijn broer blijft haar bezoeken. Om hun familieband niet te schaden besluiten de twee uiteindelijk om de vrouw om te brengen. Art direction: Constance de Vos. Camera: Herman Boogaerdt. Licht: Stef Tijdink. Montage: Herman Boerema. Geluid: Paul Veld. Producent: Elly Klaassen. Produktiemaatschappij: Theorema Films. Produktiejaar: 1986.
Première: 8 januari 1987
ZW-57 minuten (16 mm; geluid)/60 minuten
TERUG NAAR OEGSTGEEST
ook: RETURN TO OEGSTGEEST
Theo van Gogh
met: Hidde Kuiper (kleine Jan), Casper de Boer (grote Jan), Cas
Enklaar (oude Jan), Tom Jansen (vader), Geert de Jong (moeder),
Fedja Nijholt=Fedja van Huêt (kleine Peter), Eric Schreurs (grote Peter), Leen
Jongewaard (oom Louis), Jes Vriens (Koosje), Renée Fokker
(Serpentina), Pascal Krottjé (kleine Lia), Mirinde Vermeyden
(grote Lia), Jaap Hoogstra (dominee), Louise Robben (juffrouw
Hakkenberg), Ellen de Thouars (mevr. Van Teeng), Wim T. Schippers
(lijkenwasser), Marc van Uchelen
Scenario: Theo van Gogh, naar het gelijknamige boek van Jan Wolkers
uit 1965 en de verhalen 'Serpentina's petticoat' en 'Dominee met
de strooien hoed'. Terug in zijn geboorteplaats Oegstgeest, gezeten
aan het sterfbed van zijn vader, herinnert Jan Wolkers zich zijn
jeugd die een beslissende invloed heeft gehad op zijn huidige
bestaan. In het oog springen zijn litteken, veroorzaakt door een
druppel lood die op zijn slaap viel; zijn heerszuchtige vader
die als een aardse god zijn kinderrijk gezin naar zijn had zet;
de zwakzinnige Koosje die tegen betaling in het gezin wordt opgenomen
en later door de Duitsers weggehaald; zijn moeder die met een
subtiele mimiek Jan beschermt tegen de rest van de wereld; oom
Louis, de dominee en Serpentina, het liefje van zijn broer Peter,
aan wiens vroege dood hij meent schuldig te zijn. Naarmate de
dood van zijn broer Peter zich opdringt in zijn herinnering, nadert
ook de vader van Jan zijn einde. Diens dood valt vrijwel samen
met lucide herinneringen aan Peters dood. Muziek: Rainer Hensel.
Pers was enthousiast. Jan Wolkers noemde de film 'van begin tot
einde briljant' en 'een torenhoge uitschieter boven alles wat
er de laatste jaren in Nederland verfilmd is'. Bij het publiek
viel de film in minder goede aarde.
Première: 9 april 1987
K-95 minuten
VAN GELUK GESPROKEN
ook: COUNT YOUR BLESSINGS
Pieter Verhoeff
met: Mirjam Sternheim (Martje Wilbrink), Peter Tuinman (Leo de
Zeeuw), Geert de Jong (Rosa Leroy), Marijke Veugelers (Karin de
Bruin), Michiel Romeyn (Harrie de Bruin), Loudi Nijhoff (moeder
Kalk), Aart Lamberts (Wouter Kalk), Gerard Thoolen (Sjef), Olga
Zuiderhoek (Barbara), Arend Jan Heerma van Voss (Thomas Wilbrink),
Sylvia Holstijn (Veronica), Don Duyns (Martijn Wilbrink), Kees
Prins (quizmaster), Hans van Toorenburg (barkeeper), Anton Haakman
(professor), Jennifer van Kuyk (Jennifer), Tania Landburg (Chantal),
Anke van 't Hof (Geesje), Paul Stolk (psychiater), Han Reiziger
(buurman), Jannie Baay (koningin Beatrix)
Scenario van Jean van de Velde en Pieter Verhoeff naar de roman
van Marijke Höweler (1982). Gedurende een jaar, tussen Kerst
en Kerst, worden de levens van verschillende mensen in een typisch
Amsterdams huis gevolgd. In dat jaar raken de levens van de bewoners
in elkaar verstrengeld. Op de bovenste verdieping van het huis
woont Karin met haar twee dochters uit een vorige relatie en haar
vriend, de werkloze metselaar Harrie. Daaronder wonen broer en
zus Wilbrink, kinderen van de huiseigenaar. Martje en Martijn
zijn studenten uit de gegoede intellectuele kringen. Beneden woont
Wouter, een simpele ziel en vrijgezel. Vlak voor Kerst haalt Wouter
zijn dementerende moeder uit de inrichting en breng haar onder
in zijn huis. Martje komt net van college af, waar ze heeft geleerd
dat een resusaapje dat geen moederliefde heeft gekend, zelf ook
niet in staat is moederliefde te geven. Ook Karin komt net thuis
met haar twee dochters. Allemaal komen ze samen bij de voordeur
en op de slechtverlichte trap die de drie verdiepingen, de drie
levens en de drie verschillende milieus met elkaar verbindt. Allemaal
zijn ze op zoek naar een sprankje geluk. Na een schokkend avontuur
op weg naar haar vader in Italië om daar Kerstmis te vieren,
is Martje niet alleen hevig verliefd, maar ook zwanger geworden.
'Oom' Leo wil echter niets van zijn daden weten. Terug in Amsterdam
raakt Martje in een crisis en lijkt ze hetzelfde lot beschoren
als haar moeder, die nooit meer uit een krankzinnigeninstituut
is gekomen. Als Martje leeggehuild en trillend als een natgeregend
katje onderaan de trap in de hal schuilt voor de regen, komt Karin
binnen. Ze is net bij de deur van Wouter Kalk aangekomen als het
vervloekte licht weer uitgaat. Martje doet het voor haar aan.
Door het oponthoud ruikt Karin de lucht die uit Wouters appartement
komt; zijn moeder is een tijdje geleden overleden en sindsdien
is hij niet meer buiten de deur gezien. 'Wat een stank', zegt
Karin. 'Woon je op één trap en de één
weet van de ander niet wat hij doormaakt'. Muziek: Cees Bijlstra.
Opgenomen in Amsterdam (o.a. op de Vrije Universiteit). Gouden
Kalf voor Marijke Veugelers (beste actrice), Michiel Romeyn (beste
acteur) en Pieter Verhoeff (beste regie) tijdens de Nederlandse
Filmdagen 1988. Michiel Romeijn over zijn Gouden kalf in 'HP/de Tijd' d.d. 17 september 1999: 'Ik zat in de WW toen ik in VAN GELUK GESPROKEN speelde. Toen kreeg ik het Gouden Kalf voor beste acteur en dacht: nu gaat de wereld voor me open. Maar een dag erna kon ik weer naar het GAK. Ik vond het wel erg eervol, maar snapte eigenlijk niet waarom ze mij dat Kalf hadden gegeven. De andere genomineerden waren Gerard Thoolen en Joop Admiraal, toch niet van de straat. Misschien wilden ze de spot zetten op een debutatnt'. De film werd zeer goed ontvangen.
Première: 19 november 1987
K-100 minuten
VROEGER IS DOOD
ook: BYGONES
Ine Schenkkan
met: Jasperina de Jong (Inez), Elisabeth Hooymans (moeder), Max
Croiset (vader), Eline de Meyer (kleine Inez), Mark de Graaf (Felix), Wendy Bushnell (Linda), Huib Rooymans (Hans), Dolf de Vries (Johan), Mies de Heer (Else), Ruud Westerkamp (Maarten), Liliane Kuiper (Denise), Rens Schenkkan (kleine Johan), Gerda Havertong (Surinaamse zuster), Mattheo Verhaert (broeder Mattheo), Hiske van der Linden (zuster), Truus Dekker (moeder overste), Pierre Bokma (psychiater), Olaf Malmberg (SS'er), Jan Willem Sterneberg (glazenwasser), Beppie Melissen (mevrouw Van Vliet), Ingeborg Elsevier (pensionhoudster), zozos Kanitsis (Griekse jongen), Ellis van den Brink, Nancy Geyskens (zusters kliniek), Els Reitsma (EEG zuster), Joe Raphael (dirigent schoolorkest), James Cohen Stuart (cycloop), leerlingen van gymnasium Haganum te 's Gravenhage (voorstelling Odysseus), Martin Schwab
Debuutfilm van Ine Schenkkan (scenario en regie), gebaseerd op
het boek van Inez van Dullemen uit 1976, over een schrijfster
die de dementie van haar vader en de dood van beide ouders moet
verwerken. Inez van Dullemen, dochter van een procureur-generaal
en zelf moeder van twee kinderen in de puberteit, schrijft een
boek kort na het overlijden van haar moeder en vader. Het schrijven
is haar vormgeving van het rouwproces dat flarden uit haar jeugd
terugroept en uit de intensieve periode waarin ze werd geconfronteerd
met dhet sterven van haar ouders. De jeugdbeelden hebben te maken
met haar vader: samen schaatsen -waarbij hij haar van de verdrinkingsdood
redt-, voorgelezen worden uit de boeken van Homerus, hem opzoeken
op zijn werk. De terugblik op de sterfperiode laat zien hoe haar
ouders weigeren 'verkast' te worden; haar vader wordt niettemin
opgenomen vanwege een groeiende dementie; ook haar moeder -een
zelfstandige vrouw- ontloopt haar lot niet: eerst een pension,
daarna een ziekenhuis waar ze, na een tijdje in coma te hebben
gelegen, sterft. Korte tijd later sterft ook haar vader, waarna
Inez en haar twee broers de erfenis verdelen. Haar zoontje treedt
op als Odysseus in een schooltoneelvoorstelling. Muziek: Simon
Burgers. Camera: Goert Giltay. Geluid: Peter Flamman. Art direction: Freek Biesiot. Kleding: Yan Tax. Montage: Jorge Hoogland. Opnamen in Nederland en Griekenland. Twee Gouden Kalveren; één voor Jasperina
de Jong en één voor de beste film. Hoogste onderscheiding op het internationale filmfestival Plovdiv in Hongarije. Uitgezonden op televisie op woensdag 6 april 1988 bij de NOS.
Première: 29 januari 1987
K-90 minuten
ZJOEK: DE KUNST VAN HET VERGETEN
Erik van Zuylen
met: Hans Dagelet (Solomon S.), Felix-Jan Kuypers (Ljova Z.),
Guusje van Tilborgh (Olga), Rudolf Lucieer (A.R. Luria), Herman
Naber (welzijnsofficier), Anke Lankzeyer (zangeres), Dorijn Curvers
(zuster Tatjana), Maarten Wansink (Pjotr), Betty Aardewerk (moeder
S.), Gerard Stigter (vader S.), Coby Stunnenberg (moeder Z.),
Tamar Baruch (Zjenja), Hannie Scherpenzeel (Tamara)
Scenario: Erik van Zuylen, gebaseerd op 'The mind of a mnemonist'
en 'The man with a shattered world' van de Russische neuroloog-psycholoog
Alexander B. Luria. In 'The mind of a mnemonist' beschrijft Luria
het geval van een man met een absoluut geheugen. Deze Solomon
S. herinnert zich gebeurtenissen van twintig jaar geleden net
zo scherp als die van de vorige dag. Zijn brein slaat alles op,
zonder uitzondering, ook de zaken die hij liever vergeet. Om te
leren vergeten, schrijft hij de gebeurtenissen op en verbrandt
hij de aantekeningen. 'The man with a shattered world' gaat over
de jonge soldaat Ljova Zasetsky, die in het voorjaar van 1943
door een granaatscherf aan het hoofd werd verwond. Door hersenletsel
is hij niet meer in staat om indrukken tot één geheel
samen te voegen. Zijn wereld valt uiteen in fragmenten. Hij kan
niets onthouden en moet via een bepaald systeem opnieuw leren
spreken, lezen en schrijven. Olga, de therapeute van Ljova, wijst
hem erop dat zijn hand meer weet dan zijn hoofd. In de film is
het personage van Ljova opgesplitst in twee figuren: het ene Ljova
Z., is de stamelende idioot met een scheef hoofd en de stomme
grijns die de wereld ziet, het andere Zasetsky, verwoordt wat
Ljova Z. ondergaat door het zelfgeschreven levensverhaal. Het
resultaat kan hij zelf niet lezen, omdat hij de eerste letters
van een woord al is vergeten als hij bij de laatste is aangekomen.
Olga is de verbindende factor tussen de twee hoofdpersonen. Olga
is geïntigreerd door Solomon. Hoewel Solomon grote moeite
heeft met abstract denken, weet Olga een onuitwisbare indruk bij
Solomon achter te laten. Niet door een zoen, zoals ze zelf graag
zou hebben gewild, maar door de moedervlek achter haar oor te
tonen: een 'zjoek'. Zjoek is het Russische woord voor 'kever'
, maar het staat ook voor de angst van een kind voor het donker
en de angst voor geheugenverlies. Muziek: Henk Hofstede. Art direction:
Jan Roelofs en Ben van Os. De film is opgenomen in de buurt van
Wassenaar. O.a. bij Landhuis 'Rust en Vreugd'. De pers was verrast
door deze film en verdeeld over de kwaliteit ervan. L.J. Jordaanprijs
1987; Cor Koppies, de distributeur van de film, zat in de jury
van deze jaarlijkse film/videoprijs van het Amsterdamse Fonds
voor de Kunst.
Première: 22 oktober 1987
ZW-90 minuten
ZOEKEN NAAR EILEEN
Rudolf van den Berg
met: Thom Hoffman (Philip de Wit), Lysette Anthony (Marian Faber/Eileen
W.), Marijke Veugelers (stem van Marian Faber/Eileen W.), John
van Dreelen (Philips vader), Kenneth Herdigein (Geoffrey), Hans
Kemna (Henk Faber), John Landwehr (veilingmeester), Maan Leo (Ginny,
Eileens baby), Simon Vinkenoog (belager Eileen), Monique Klemann
(Donna), Coby Timp (toiletjuffrouw), Jill Shand (Oona de hoer),
Celia van den Boogert (pensionhoudster), Ellen de Thouars (haar
schoonmoeder), Gary Whelan (Marc Nolan), Rolf Leenders (kale Bob),
Tamar Baruch, Connie Postel, Manouk van der Meulen (hoertjes), Leen Jongewaard (politieagent)
Scenario: Leon de Winter en Rudolf van den Berg, naar het boek
'Zoeken naar Eileen W.' van Leon de Winter uit 1981. De jonge
architect Philip de Wit raakt volledig van slag als zijn vriendin
Marian bij een auto-ongeval omkomt. Zijn vader en schoonvader
weten net op tijd een zelfmoord te verhinderen. Philip zet haar
boekhandel voort; op een dag, een jaar later, loopt daar het Engels
sprekende meisje Eileen met een kindje binnen, die hem om een
exemplaar van 'Tristan en Isolde' vraagt. De vrouw, Eileen, lijkt
sprekend op Marjan. Philip twijfelt aan zijn verstand, maar gaat
haar toch achterna. Ze blijkt een Ierse te zijn, maar meer wil
ze niet kwijt. De gedachte aan Eileen laat Philip echter niet
los. Ze is inmiddels spoorloos verdwenen en Philip zoekt haar
overal. Hij komt in contact met Marc, de man van Eileen, die haar
al maanden zoekt. Langzamerhand wordt het mysterie rond Eileen
opgelost: ze is een katholieke Ierse die omging met de protestante
Kevin. Nadat ze van hem zwanger was geworden trouwde ze om dit
feit te verbergen met haar baas Marc. Na de geboorte van haar
baby hield ze het echter niet meer uit en vluchtte ze naar Nederland,
op zoek naar de inmiddels verslaafd geraakte Kevin. Philip kan
de aggressieve Marc met moeite bij Eileen vandaan houden en wanneer
ze Kevin gevonden heeft blijkt hij vermoord te zijn door een drugdealer
bij wie hij in het krijt stond. Twee jaar later heeft Philip -mede
dankzij zijn ontmoeting met de inmiddels verdwenen Eileen- het
leed van de dood van zijn vrouw verwerkt. Hij heeft zijn architectenbaan
weer opgevat en gaat een oud landhuis restaureren. In het landhuis
ontmoet hij opnieuw Eileen, die er als kindermeisje werkt. Ze
staan nu als nieuwe mensen, los van het verleden tegenover elkaar
en niets staat hun liefde in de weg. Muziek: Boudewijn Tarenskeen.
Song: 'How can we hang on to a dream' door Tim Hardin. Cannon
zou de film wereldwijd distribueren, maar onder druk van Israël
is dat alleen tot Nederland beperkt gebleven, omdat Rudolf van
den Berg twee documentaires -DE PLAATS VAN DE VREEMDELING en STRANGER
AT HOME- had gemaakt, waarin hij het voor de Palestijnen had opgenomen.
Pers en publiek waren over het algemeen wel te spreken over de
film.
Première: 24 september 1987
K-109 minuten
1988
AMSTERDAMNED
ook: VERFLUCHTES AMSTERDAM
Dick Maas
met: Huub Stapel (inspecteur van politie Eric Visser), Monique van de Ven (Laura), Serge-Henri Valcke (ass. inspecteur van politie Vermeer), Tanneke Hartzuiker (brigadier Potter), Wim Zomer (John), Hidde Maas (Ruysdael), Lou Landré (chef), Tatum Dagelet (Anneke), Edwin Bakker (Willy), Door van Boekel (Breitner), Barbara Martijn (prostituée), Pieter Lutz (schipper), Simone Ettekoven (heilsoldate), Koos van der Knaap (milieudeskundige 1), Pieter Loef (milieudeskundige 2), Paul van Soest (beheerder), Jules Croiset (burgemeester), Helmert Woudenberg (hoofdcommissaris), Lettie Oosthoek (baglady), Leontien Ruyters (serveerster), Bert Haanstra (dirigent), Simon van Collem, Inge Beekman (echtpaar op waterfietsen), Laurens Geels (dokter), G.H. van Essen (truck bestuurder), Bert Luppes (zijn maat), Ko van den Bosch (Taxibestuurder), Jaap Stobbe (taxichauffeur), Hans Dagelet (verdachte), Louise Ruys (huishoudster), Inge Ipenburg (gids op grachtenboot), Roelant Radier (patholoog anatoom), Leontine Ruiters (vrouw in bootje/serveerster), Don Duyns (jongen op boot), Hans Beyer (man stadsreiniging), Freark Smink (dokter) Myra de Vries (verpleegster), Jan van Eijndthoven (winkelier), Leonie de Laat (winkelmeisje), Lars Boom (politieagent bij heilsoldate 1), Tjerk Risselada (politieagent bij heilsoldate 2), Jan Winter (politieagent te water), Huub Goedegebuure (agent rijkspolitie), Frank Brouwer (politieagent), Flip Filz (jonge agent), René Lobo (oudere agent), Franklin Salanous (bestuurder politiewagen), Jan de Koning (Tinus), Eric Kuit (Man met hond), Leo Straus (portier ziekenhuis), Marien Jongewaard (jongen in gastenverblijf), Frits Jansma (bewaker), Paco García Fernández (Mexicaanse gitaarspeler), Hiromi Tojo (Japanner), Victor Tiebosch (officier van justitie), Lilian van Everdingen (collega prostitutée 1), Silvia Weve (collega prostituée 2), Moa Borm (junk), F.S. Tsjm (Chinese kok 1), Kiew San Cheng (Chinese kok 2)
Scenario: Dick Maas. Een prostituée wordt uit een taxi
gesmeten, omdat ze de chauffeur niet zijn zin geeft. Terwijl ze
vlak bij een Amsterdamse gracht haar spulletjes bij elkaar zoekt,
wordt ze het water ingesleurd. De volgende morgen hangt haar lijk
aan één van de bruggen. Inspecteur Eric Visser wordt
met het onderzoek belast. Kort na elkaar vallen er meer doden.
De slachtoffers verdwijnen, net als het eerste, in het water en
worden gruwelijk verminkt. Eric leert tijdens het onderzoek Laura
kennen. Zij is in therapie bij psychiater Ruysdael en deze schijnt
op de een of andere manier bij de moorden betrokken te zijn. Wanneer
men de vermoedelijke, in een duikerspak gehulde dader in de val
meent te hebben, weet deze met een speedboot te ontsnappen. Er
volgt een woeste achtervolging die geen resultaat oplevert. Laura
vindt bij een bezoek aan Ruysdael attributen die onmiskenbaar
van de dader afkomstig zijn en is ervan overtuigd dat de psychiater
de afschuwelijke moorden op zijn geweten heeft. Zij weet Ruysdael
te overweldigen maar wordt daarna bijna het slachtoffer van de
werkelijke dader: een man die bij een ongeluk met vaten gif niet
alleen lichamelijk maar ook geestelijk verminkt is. Muziek: Dick
Maas. Titelsong door Loïs Lane. De Golden Earring had voor
de film ook een song geschreven, maar Dick Maas koos voor 'Amsterdamned'
van Loïs Lane. Gastrolletjes voor Simon van Collem en Bert
Haanstra. Inge Beekman is de moeder van Dick
Maas. Een gedeelte van de grachtenscènes werd niet
in Amsterdam, maar in Utrecht gefilmd. De stunt van de film is die van de vliegende speedboot. Om niet in aanvaring te komen met Bert Haanstra en een fanfare-orkest, schiet Huub Stapel via een woonboot over een brug. De stunt werd gedaan door Dickey Beer. De opnamen vonden plaats in drie fases. Eerst werd het stuk gedraaid waarin de boot komt aanvaren en op een woonark beland. Vanaf die woonark als schans schiet hij een brug op waar hij in een stapel dozen terechtkomt. Een stukje verderop wordt hij vervolgens door een hogedrukkanon weggeschoten. Dat is een apparaat waar de boot overheen wordt geschoven, er wordt een kraan opengedraaid en de boot wordt met stikstof weggeschoten over een rails. Hij land in het water en stuift verder. De opnames van de speedbootachtervolging vonden plaats in Utrecht en namen vier weken in beslag. Kosten film: 4,2 miljoen gulden. Nummer 3 over 1988, 971.027 bezoekers in Nederland. De
film werd aan talloze landen verkocht en ging met 400 kopieën
uit in de Verenigde Staten. Door het succes van FLODDER en AMSTERDAMNED
was Dick Maas (samen met Laurens Geels) in staat om de filmstudio
'First Floor Features' te realiseren. Zaterdag 16 maart 1991 werd
de filmstudio in Almere geopend.
Première: 11 februari 1988
K-105 minuten
DORST
Willy Breebaart
met: Alexander van Heteren (Peter), Carla Hardy (Nanny), Gijs
Scholten van Aschat (Harry), Sylvia Millecam (Linda), Pollo Hamburger
(Ben), Lieneke le Roux (Karin), Henk Strijbos (Wim), Jet Remmerts
de Vries (Katrien), Evert Holtzer (Karel), Tessa du Mee (stagiaire
krant), Marja Koppejan (vrouw in café), Bertus Botterman
(Jacques), Johan Ooms (eigenaar schoenenwinkel), Alistair Maclean
(Streep), Eric van Sauers (kelner), Paul Meijer (sombere man), Feliks Arons (verpleger), Rik Hoogendoorn (portier kliniek), Paul van der Lek (heer in bar), Wilbert Gieske (man in café)
Scenario van Willy Breebaart en Rogier Proper. Peter, een jonge
journalist, is een dopingaffaire in de draf- en rensport op het
spoor. Hij wil daarover publiceren, maar het werk vlot niet erg,
omdat hij steeds zodra hij achter de schrijfmachine zit naar de
fles grijpt. De alcohol is er ook de oorzaak van dat hij voortdurend
afspraakjes vergeet die hij met Nanny, zijn min of meer vaste
vriendin, maakt. Peters vriend en collega, Harry, tracht hem tevergeefs
van de drank af te houden en neemt hem tevens in bescherming tegenover
Ben, de hoofdredacteur, die zich afvraagt waar dat beloofde stuk
blijft. Linda, de vrouw van Ben, is een oude bekende van Peter
en uitgerekend met haar duikt hij een hotel in en stort zich in
een dagenlang durende drank- en sexorgie. Wanneer Linda weer naar
huis is, wordt Peter door Harry naar een ontwenningskliniek gebracht.
Na een kort verblijf loopt hij weg met het vaste voornemen de
fles voortaan te laten staan. Hij maakt zijn artikel af en vraagt
Nanny ten huwelijk. Zij wil daar eerst eens over nadenken en verzoekt
Peter haar voorlopig met rust te laten. Wanneer Peter en Harry
samen aan de Spa en tomatensap zitten kan Peter, wanneer Harry
even weg moet, de verleiding niet weerstaan om toch maar weer
eens een pilsje te pakken. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Camera: Jules van den Steenhoven. Licht: Daaf van der Veen. Geluid: Lukas Boeke. Art direction: Harry Ammerlaan. Kleding: Els Mes. Montage: Rob van Steensel. Tweede regie assistent: Paula van der Oest. Producent: Olga Madsen. Co-producent: NOS Televisie. Opgenomen in Amsterdam (Montessori school Maas & Waal, Rembrandtplein en omgeving). Met dank aan Draf- en Renbaan Limburg en het Schiller Crest hotel. Bij een bioscoop die gepasseerd wordt hangt een affiche van LA FEMME DE MA VIE, een film van Régis Wargnier die ook over drankmisbruik gaat. Expres opgehangen, want de film heeft nooit in die bioscoop gedraaid. Debuutfilm voor de dan 51-jarige Willy Breebaart, die op dat moment al 25 jaar in de film werkt. Eerst deed ze script en continuity, later regie-assistentie. De gebeurtenissen in DORST zijn niet autobiografisch, hoewel Willy wel een verhouding had op haar vijfentwintigste met een man die aan de drank verslaafd was. De film speelde tegen een zomers décor, hoewel de opnamen geteisterd werden door regen. Willy Breebaart koos Alexander van Heteren, omdat hij iets on-Hollands had. Zij had hem zien spelen bij het Publiekstheater. De krantenscènes werden gedraaid op de burelen van ‘de Volkskrant’. Persreacties: Frans Kotterer in ‘Het Parool’ d.d. 9 maart 1988: “(…) tamelijk bleke debuut van Willy Breebaart. (…) een beetje saai. Alexander van Heteren is als beroepsdrankorgel niet echt overtuigend en als journalist al helemaal niet. (…) een oude Hollandse kwaal de kop weer eens opsteekt: onverstaanbaarheid. Je kan niet zeggen dat Breebaart in haar eerste film heeft gefaald, noch kan je zeggen dat ze haar onmisbaarheid als regisseuse heeft bewezen. Eigenlijk valt er niet zoveel te zeggen over DORST.”
‘Algemeen Dagblad’ d.d. 10 maart 1988: “Jammer alleen dat de film zo weinig betrokkenheid oproept. Willy Breebaart heeft de belevingswereld van een alcoholist wel zichtbaar, maar niet voelbaar gemaakt. Helemaal overtuigen doet de film daarom niet. DORST is een sympathiek debuut, niet meer dan dat. Een in visueel opzicht ‘kleine’ film bovendien, die niet echt om een groot bioscoopdoek vraagt en die beter op televisie tot zijn recht zou zijn gekomen.”
Hans Kroon in ‘Trouw’ d.d. 10 maart 1988: “Dat DORST een speelfilm genoemd wordt, is verre van juist. Het is veeleer een als speelfilm vermomde voorlichtingsfilm. (…) Al even voorspelbaar, doods en slaapverwekkend als het verhaaltje is de vormgeving van DORST. Dat Breebaart het vak leerde in de film- en vooral tv-studio’s is doorlopend zonneklaar. Als in zovele docudrama’s uit Hollands tv-fabrieken waan je je in haar film doorlopend in de toonkamers van Ikea en de reisgidsen van Neckermann. (…) bij vergissing niet op de buis maar op het witte doek wordt vertoond. Het enige lichtpuntje dat er in te ontdekken valt is het ingetogen spel van bijna alle acteurs. Bijna alle, want Sylvia Millecam is weer eens een ramp. Dat mens blijft maar denken dat acteren hetzelfde is als je letterlijk bloter dan bloot geven.”
Hans Beerekamp in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 10 maart 1988: “In de ogen van de bekwaam maar ongeïnspireerd spelende acteurs valt zelden wanhoop, woede, teleurstelling, pret of ironie te ontdekken. Het moment dat Sylvia Millecam aan de telefoon oprecht ontgoocheld kijkt, wanneer Peter haar al bijna vergeten blijkt te zijn, is in al zijn clichématigheid een hoogtepunt van authenticiteit. (…) Gebrek aan karakter, is misschien de beste diagnose van zowel de film als de hoofdpersoon.”
Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ d.d. 10 maart 1988: “(…) Het drama is zo sober in beeld gebracht dat er van drama nauwelijks sprake is. (…) Na een uur heb je het gevoel dat de film nog steeds niet is begonnen. De scènes hebben geen enkele spanning en zijn geen moment interessant. (…) De buitengewoon slappe televisieserie Medisch Centrum West is twintig keer zo opwindend. Deze film over alcohol, over de ‘vicieuze cirkel van een dronkemansbestaan’ is een misvatting. Hij had net zo goed kunnen heten Lust je nog peultjes?”
Pieter van Lierop in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. 10 maart 1988: “Je maakt het niet vaak mee, een speelfilmdebuut waaraan eigenlijk helemaal n i e t s interessants valt op te merken. Zoiets evenwel doet zich thans voor met DORST (…) Hoofdprobleem van het DORST-verhaal is dat er iets fundamenteels mis is met de introductie van het hoofdpersonage, of meer nog met het moment waarop hij wordt geïntroduceerd. Als we Peters leven binnen worden gevoerd, is daar de hele boel al gaan schuiven (…) De dialogen zijn akelig kunstmatig (…) De vormgeving is karakterloos, de camera-regie, de atmosfeer van de fotografie, de muziek, de totale aankleding, ze weerspiegelen visie noch stijl. (…) Deze film waarschuwt dan toevallig tegen alcohol, ziet eruit als een opdrachtfilm, maar het is niet eens een opdrachtfilm. 25 jaar zat Willy Breebaart al in het filmvak voor er een eerste lange speelfilm uit is gekomen. Op basis van DORST zou het niemand hoeven spijten als Breebaarts volgende lange speelfilm andermaal 25 jaar op zich laat wachten.”
Ab van Ieperen in ‘Vrij Nederland’ d.d. 19 maart 1988: “Alexanderen van Heteren is een acteur die er aangenaam uitziet, en hij speelt zijn rol tegen de klippen op met respectabele lichtheid, maar het scenario schildert hem af als zo’n totale hufter dat zijn charme voor andere personages in de film nergens aannemelijk wordt. Het heeft er bijna de schijn van dat Breebaart als coscenarioschrijfster dermate weerzin jegens haar hoofdpersoon had dat ze haar acteur én zichzelf als regisseuse vrijwel kansloos maakte. (…) Carla Hardy als de vriendin krijgt zo mogelijk nóg minder contour. (…) Sylvia Millecam, in een verder volstrekt potsierlijke rol (…) Het is allemaal zo probleem- en daardoor spanningsloos, dat de aandacht verschuift naar een derde hoofdpersoon (…) Gijs van Scholten Aschat heeft een intrigerende présence op het doek die ook helpt, maar het vermoeden dat er bij hem meer speelt dan alleen zijn schuldig verleden houdt een film lang de interesse voor hem gaande, al blijft de toeschouwer ook daarmee danig in de kou staan.”
Première: 10 maart 1988
K-87 minuten
DROWNING BY NUMBERS
Peter Greenaway
met: Joan Plowright (Cissie Colpitts 1), Juliet Stevenson (Cissie Colpitts 2), Joely Richardson (Cissie Colpitts 3), Bernard Hill (Henry Madgett), Jason Edwards (Smut), Bryan Pringle (Jake), Trevor Cooper (Hardy), David Morrissey (Bellamy), John Rogan (Gregory), Paul Mooney (Teigan), Jane Gurnett (Nancy), Kenny Ireland (Jonah Bognor), Michael Percival (Moses Bognor), Joanna Dickens (Mrs. Hardy), Janine Duvitski (Marina Bellamy), Michael Fitzgerald (Mr. 70 Van Dyke), Edward Tudor Pole (Mr. 71 Van Dyke), Natalie Morse (The Skipping Girl), Arthur Spreckley (Sid the Gravedigger), Ian Talbot (The Police Detective), Roderic Leigh (The Policeman), Vanni Corbellini (The Hare), Jose Berg (Skipping Girl's Mother)
Brits-Nederlandse coproduktie. Scenario: Peter Greenaway. Oma, moeder en dochter, alle drie Cissie Colpitts geheten, verdrinken ieder hun echtgenoot en verleiden een pathaloog-anatoom om de feiten te vervalsen. Een film vol met getallen en wiskundige constructies. Muziek: Michael Nyman. Camera: Sacha Vierny. Producenten: Kees Kasander, Denis Wigman (Allarts) voor Film Four International/Elsevier/Vendex Film i.s.m. VPRO Televisie/NOS. In Cannes bekroond met een prijs voor de beste artistieke bijdrage.
Première: 22 september 1988
K-119 minuten
HERSENSCHIMMEN
Heddy Honigmann
met: Joop Admiraal (Maarten Klein), Marja Kok (Vera Klein), Melanie
Douane (Phil Taylor), Rick Collins (Philip), Lionel Douchette
(dr. Eardly), Robert Dodds (William), Catherine ten Bruggencate
(Sylvie), Inge Marit van der Wal (Lotje), Peer Mascini (Karl Simic),
Catherine Kuhn (barmaid bowling), Maria Oerlemans (school teacher),
Max MacDonald (Montpellier), Carol Bloom, Jennifer Hunt (nurses),
Chris de Vries (Maartens vader), Saa Spanjerberg (Maartens
moeder), Anne Kloppenburg Pyle (kleine Maarten), Stefan van de
Staak
Nederlands-Canadese co-produktie. Scenario: Heddy Honigmann, Otakar
Votoçek, naar het boek van J. Bernlef uit 1984. Maarten Klein
is twintig jaar geleden met zijn vrouw Vera naar Canada geëmigreerd
en vier jaar geleden gepensioneerd als directie-secretaris. Nu
wonen ze in een alleenstaand huis op een witte sneeuwvlakte. Langzaamaan
merkt Maarten hoe zijn herinneringen hem ontglippen, hoe hij elk
gevoel voor tijd en ruimte begint kwijt te raken en hoe hij niet
meer weet dat hij zijn meest intieme gedachten hardop uitspreekt.
Vera doet haar best hem te begrijpen, maar slaagt hierin nauwelijks.
Het dementieproces verloopt steeds sneller en het onderscheid
tussen heden en verleden vervaagt steeds meer: soms lijkt de nieuwe
dag een kantoordag, die hij -als in het verleden- dan ook letterlijk
zo invult; steeds niet begrijpend noch herkennend wie hij tegenover
zich ziet. Uiteindelijk wordt Maarten opgenomen en behandeld zoals
toen hij nog een kind was, met dezelfde angsten als toen hij nog
een kind was: 'Ik mag niet gaan slapen. Ik zou wel willen. Maar
ik mag het niet...' Muziek: composities van Joseph Haydn. De dementerende
man wordt zowel sprekend als met innerlijke monologen op de geluidsband
gezet, zodat we deel worden van zijn aftakelingsproces. Buitenopnamen
gemaakt hartje winter in Nova Scotia - Canada. 34.620 bezoekers.
Première: 21 januari 1988
K-90 minuten
HONNEPONNETJE
ook: HONEYBUNCH
Ruud van Hemert
met: Nada van Nie (Honneponnetje), Marc Hazewinkel (Harry), Hans
Man in 't Veld (Evert, vader van Honneponnetje), Marijke Merckens
(Gerda, moeder van Honneponnetje), Coen Flink (Desiderius), Herbert
Flack (Apollo Romansky), Nora Kretz (moeder-overste), Annette
Nijder (soeur Francisca), Linda Krijgsman (soeur Petronella),
Josephine Peper (soeur Magdalena), Greet Groot (soeur Theresia),
Jacqueline Blom (soeur John Gielgud), Agnes van Leuven (soeur
Clara), Kees Hulst (Benno), Lieneke le Roux (Sofie), Jet van der
Meij (taxichauffeur), Johnny Kraaykamp jr. (tv-verslaggever),
Bert Kuizenga (agent), Arthur Boni, Sacco van der Made, Martine
van Os, Suze Broks, Martin Schwab
Scenario: Ruud van Hemert. Een dochter van rijke ouders wordt
in het streng katholieke internaat Johanna Regina verre van de
feiten van het leven gehouden. Zij ontsnapt op een kwade dag om
de wijde wereld in te trekken, daartoe opgehitst door het liefdesromannetje
'Annets Liefdeszang'. De nieuwsgierige Honneponnetje veroorzaakt
met haar krappe hemdje in de grote stad een chaos. De ouders van
Honneponnetje hebben inmiddels het idee gekregen dat hun dochter
ontvoerd is. In de stad ontmoet ze de aardige student Harry bij
wie ze wel mag blijven logeren. Ze brengt hem flink in de war
met al haar vragen over de liefde. De volgende dag moet Harry
een tentamen afleggen en Honneponnetje ontmoet regisseur Apollo
Romanski, die dol is op jonge meisjes. Zijn spelletje met haar
onder de zonnebank wordt onderbroken door de aankondiging op televisie
van Honneponnetjes ouders dat ze bereid zijn de ontvoerders een
losgeld te betalen. Honneponnetje wil graag nog wat in de stad
blijven en belt haar ouders met de vraag of ze vijfhonderd mag
hebben. Dat wordt volledig verkeerd begrepen en in allerijl scharrelt
men op de bank van haar vader vijfhonderdduizend gulden als losgeld
bij elkaar. De bank is een complete vesting wanneer Honnepon arriveert
in een taxi, waarin toevallig ook twee Arabieren zitten. Één
van de Arabieren is zo aardig om de koffer even op te halen en
die avond gaan Honnepon en Harry uit eten. Wanneer Harry nietsvermoedend
een briefje van duizend probeert te wisselen, wordt hij gearresteerd
en Honnepon wordt teruggestuurd naar het klooster. Maar Harry
laat het er niet bij zitten: terwijl in de kerk de mis in volle
gang is weet hij tot Honnepons kamer door te dringen en de twee
bedrijven de liefde. Wanneer Honnepon haar vriendinnen vertelt
hoe het was, verlaten die en masse het klooster. Muziek: Peter
Schön en Ruud van Hemert. Song: 'Honneponnetje' door Ellen
ten Damme. Nada van Nie, dochter van regisseur René van
Nie, kreeg de hoofdrol, hoewel ze niet was geselecteerd bij de
door Veronica uitgezonden verslag van de audities in Hotel Krasnapolsky. Zowel met Nada van Nie als Ellen ten Damme werd drie weken gerepeteerd, allebei met hun eigen tegenspeler om ze een echte kans te geven. Ellen was als actrice het beste volgens regisseur Ruud van Hemert, maar Nada was als karakter qua uiterlijk en uitstraling de beste. De oorspronkelijke producent stapte op en Van Hemert besloot om de film zelf te produceren met Jos van der Linden, maar dat boterde niet. De produktie liep vertraging op toen tegenspeler Kenneth Herdigein
tijdens de opnamen zijn kniebanden scheurde bij een sprong van
een trap. In aller ijl werd hij vervangen door Marc Hazewinkel.
Opvallende 'Story'-reclame. Recensies waren slecht, de film een
aardig succes. Nummer 10 over 1988, 356.851 bezoekers.
Première: 30 juni 1988
K-95 minuten
JACOBA
Joram ten Brink
met: Johan Omvlee (Salco ten Brink), Coby Omvlee (Hendrina ten Brink), Gezienus Omvlee (Jozef ten Brink), Jan Omvlee (Meijer ten Brink), Ellen Omvlee (meisje op fiets), Jurrie Omvlee (stem van Leo ten Brink)
Scenario: Joram ten Brink. Documentaire speelfilm van Joram ten Brink over de lotgevallen van zijn joodse familie, gebaseerd op documenten uit de Tweede Wereldoorlog. Het titelpersonage, Jacoba Omvlee, laat vier leden van de familie Ten Brink bij haar onderduiken nadat zij een brief had ontvangen van haar zoon Leo, die hem uit de trein gooide op weg naar Auschwitz. De familie schuilt tweeënhalf jaar op een zolder boven het winkeltje van Jacoba. Haar verhaal wordt via getuigenissen van haar kinderen in het eerste deel verteld. In het tweede deel laat men zien wat er allemaal zo bij kwam kijken voor de familie Ten Brink om zo te kunnen blijven onderduiken. Produktiemaatschappij: Studio Nieuwe Gronden, NOS tv. Camera: Goert Giltay, Philip Hering, Frederieke Jochems. Licht: Ton Peters. Montage: Ton de Graaff. Geluid: Lukas Boeke, Pjotr van Dijk, Jan van Sandwijk. Muziek: Eric Hennes. Opgenomen in Nieuw-Amsterdam en Coevorden in Drenthe. Nieuw-Amsterdam was voor de bezetting het middelpunt van een bloeiende joodse veehandel.
Première: 23 september 1988 (Nederlandse Filmdagen)/3 mei 1989 (Rialto-Amsterdam)
K-65 minuten (16 mm; geluid)
ONNO 23
Bea Reese
met: Ina van der Molen, Wally Tax, Har Smeets, Ad Fernhout, Huub
van der Lubbe, Janke Dekker, Merel van Neerbos, Filip Bolluyt,
Jack Monkau
Scenario: Bea Reese. Experimentele film over een depressieve,
eenzame student uit het ik-tijdperk. Stapels kranten en foto's
van wereldleed kenmerken de woning van een contactarmoedige geschiedenisstudent,
waar getormenteerde gasten zijn verjaardag vieren. De theaterwet
van 'eenheid van plaats, tijd en handeling' wordt toegepast.
Première: 26 maart 1989
K-73 minuten
PAPEGAAI, DE
Hans Hylkema
met: Ger Smit (stem van Pedro, de papegaai), Miriam de Boer (Karin
van Dam), Maarten Pinxteren (Teun van Dam), Peter Tuinman (Johan
van Dam), Ineke Holzhaus (Vera van Dam), Arend-Jan Heerma van
Voss (generaal), Frank Groothof (Hans Tergragt), Tom Jansen (buurman),
Bartho Braat (eigenaar papegaai), Tetske van Ossewaarde (Johans
zus), Huib Rooymans (Johans zwager), Tom van Beek (tv-omroeper),
Michiel Hennus (rector), Ed Lautenslager (stem nieuwslezer)
Nederlands-Belgische co-produktie. Scenario: Hans Hylkema. Johan
van Dam zit in het verzet nadat militairen in Nederland de macht
in handen hebben genomen. Evenals de geschiedenisleraar van zijn
kinderen Karin en Teun, Hans Tergragt, probeert hij de mensen
bewust te maken van het onrecht dat plaatsvindt. Wanneer Johan
moet onderduiken begrijpt alleen zijn vrouw Vera de situatie maar
geeft bij een huiszoeking geen krimp. Slechts de papegaai roept
'weg met de militairen'. Toch wordt Van Dam gevonden en in de
gevangenis gezet. Ondanks martelingen houdt hij stand. Vera krijgt
dan het bericht dat een actiecomité op Tyros, een Grieks
eiland, politieke vluchtelingen uit Nederland wil opnemen en het
gezin mag per vliegtuig vertrekken. Het viertal arriveert in een
voor hen totaal vreemde omgeving. Het wonen (in een tent), de
school en het eten zijn anders, terwijl ze van de taal geen woord
verstaan. Karin past zich het beste aan. Twee jaar later spreekt
Johan nog steeds de taal niet en moet Karin inschakelen als tolk
bij een interview met de krant. Johan en enkele andere ballingen
wachten echter tevergeefs omdat Karin met haar Griekse vriend
in een bootje de zee op is en motorpech krijgt. Johan ontsteekt
bij haar thuiskomst in woede, vooral wanneer ze verongelijkt inheemse
muziek gaat draaien. Karin loopt daarop van huis weg. Ze is getuige
van een aanslag op straat en bemerkt dat het slachtoffer de doodgewaande
geschiedenisleraar is. Opeens begrijpt ze haar vaders verzetsdrang.
Hoewel ze het leven op Tyros wel ziet zitten, biedt ze aan met
haar geldige paspoort naar Nederland terug te keren. Muziek: Daniël
Schell. DE PAPEGAAI wordt in de film op niet chronologische wijze
verteld, terwijl de educatieve, zesdelige IKON-BRT televisieserie
die lineaire structuur wel kende. Veel blijft abstract in de film.
Motieven van wie dan ook worden niet gegeven, met als gevolg dat
een verregaande schematisering en een aaneenschakeling van clichés
is ontstaan.
Première: 18 januari 1989
K-90 minuten
SHADOWMAN
ook: SCHADUWMAN
Piotr Andreyev
met: Tom Hulce (Shadowman), Jeroen Krabbé (Theo), Manouk van der Meulen (Monique), Trudy Labij (mevrouw Wisse), Thom Hoffman (Fuchs), Karin Bloemen (Bella), Hans Hoes (Brosch), Hans Dagelet (postbode), Jasper Faber (barman), Roelant Radier (rechercheur), Vincent Lancee (politie-agent)
Scenario: Piotr Andreyev. Amsterdam in oorlogstijd. Shadowman
is een angstige Poolse vluchteling die door zwarthandelaar Theo
aan een onderduikadres wordt geholpen. Zijn hulpvaardigheid verdwijnt
als sneeuw voor de zon wanneer blijkt dat het bevende scharminkel
geen cent bezit. Shadowman weigert echter de zolderkast te verlaten,
want de patrouilles op straat jagen hem meer angst aan dan Theo.
Deze laatste is zo goed niet of hij brengt zijn onderduiker af
en toe wat eten. Intussen probeert hij de benedenbuurvrouw, mevrouw
Wisse, ervan te overtuigen dat er alleen maar een rat op zolder
zit. Theo woont samen met Monique, een knappe jonge vrouw die
hem bewondert maar die ook geschokt is door zijn cynisme. Bovendien
vermoedt ze dat Theo slippertjes maakt met de blonde lellebel
Bella. Monique dringt er op aan dat Theo haar aan Shadowman voorstelt.
Haar medelijden met die arme jongen in zijn donkere kast is zo
groot dat ze zich pardoes aan hem geeft. Mevrouw Wisse, toch al
in de war nadat haar zoon aan het front gesneuveld is, wordt bang
van de aanhoudende geluiden op zolder en belt de politie. Op het
moment dat de agenten de kast willen open maken, springt Shadowman
met een houten pistool tevoorschijn. Theo schiet hem te hulp en
wordt doodgeschoten. Shadowman duikt de gracht in en verdwijnt
spoorloos. Jaren later krijgt mevrouw Wisse een brief uit Amerika...
Muziek: fragment 'Ase's Tod', 'Der Brautraub (Ingrid's Klage)' uit Peer Gynt
(Edvard Grieg) en 'The Fosse' van Wim Mertens. Een verhaal dat volgens de regisseur
niet in de tijd is afgezet, maar op de Tweede Wereldoorlog lijkt,
zij het uiterst knullig; haardracht, kleding en omgeving (Amsterdammertjes)
representeren een modernere tijd. Vele problemen bij de voorbereiding
van de film; o.a. Kees Kasanders Allarts Productions trok zich
terug en de hele produktie ging over naar Gijs Versluys' Riverside
Pictures. Ook de casting leverde veel problemen op: de Britse
Patsy Kensit belde vlak voor de eerste draaidag af in verband
met plaatopnames. Na veel heen en weer gepraat werd toen gekozen
voor de Nederlandse 'reserve' Manouk van der Meulen. Budget: 1,8 miljoen gulden. Recensies
waren slecht voor deze film van de sinds 1982 in Nederland woonachtige Poolse
politieke vluchteling. Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 6 oktober 1988: "Tom Hulce (...) zit de hele tijd op een zolder te lijden, zonder dat zijn ellende tot medelijden oproept. Jeroen Krabbé loopt kloek en met veel flair als de helper door het verhaal (...) Alles in de film lijkt op een aftreksel van eerdere in Amsterdam spelende oorlogsfilms. (..) Allemaal veel te gezwollen. Alles is te dik. (...) Over de vele onmogelijke details (zoals hedendaagse sigaretten en slecht gecamoufleerde auto's langs de gracht) moet maar helemaal niet gepraat worden. En liefhebbers van mooie muziek zullen ineenkrimpen bij het horen van een stukje Grieg, dat honderden keren herhaald wordt om aan te geven dat het Drama weer en steeds opnieuw een hoogtepunt beleeft. Er is eigenlijk heel weinig goeds te zeggen over deze mislukte poging de mythe van Amsterdam in oorlogstijd vorm te geven. (...)" W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 6 oktober 1988: "Het zit stikvol belegen, uitgeslagen en beschimmelde clichés. De arme jood (...) zit van angst te snuiven, te snotteren en te snikken, maar geil is hij wel. (...)En tot slot slaat de muziek je met doofheid (...)de eerstvolgende veertig jaar wik ik geen Grieg meer horen." A.K. in 'Algemeen Dagblad' van 6 oktober 1988: "(...) ratjetoe van oorlogsleed, erotiek en overlevingsdrang (...)Rollend oorlogsmaterieel uit 1940 wordt vrolijk geparkeerd naast 'Amsterdammertjes' uit 1988. Dat is een wel heel gemakzuchtige manier om aan het door Andrejev gewenste 'onbepaalde tijdsbeeld' te komen." Joyce Roodnat in 'NRC Handelsblad' van 6 oktober 1988: "Films kunnen om uiteenlopende redenen mislukken. (...) film die nieuwsgierigheid wekt naar het oorspronkelijk scenario. Wat hebben ze erin gezien, de proudcent Gijs Versluys, de leden van de beoordelingscommissie van het Fonds voor de Nederlandse film, de afdeling drama van de AVRO-televisie? (...)vergeefs mooi gespeeld door Jeroen Krabbé (...)" Eric Koch in 'de Telegraaf'van 6 oktober 1988: "Manouk van der Meulen, opnieuw niet in de gelegenheid om iets met haar mogelijkheden te doen (...) Waarom? Dat blijft in nevelen gehuld, net zoals de reden waarom sommige personages Engels spreken en andere Nederlands. Thom Hoffman, in een onthutsend rolletje als landverrader, gooit er zelfs een paar zinnetjes Duits tegenaan. Het beoogde internationale niveau wordt er niet mee bereikt. SHADOWMAN is een pijnlijke vergissing van alle betrokkenen." In 1989 verscheen het stageverslag van Universiteit van Amsterdam-student Erik de Bruyn onder de titel
'Shadowman : Een Nederlands-Pools speelfilm-debacle : Aantekeningen van een stagiaire'.
Première: 6 oktober 1988
K-96 minuten
SPOORLOOS
ook: THE VANISHING
George Sluizer
met: Bernard-Pierre Donnadieu (Raymond Lemorne), Gène Bervoets
(Rex Hofman), Johanna ter Steege (Saskia), Gwen Eckhaus (Lieneke),
Bernadette le Saché (Simone Lemorne), Tania Latarjet (Denise),
Lucille Glenn (Gabrielle), Roger Souza (bedrijfsleider), Caroline
Appéré (cassière), Pierre Forget (boer Laurent),
Didier Rousset (tv-journalist), Raphaëline (Grisèle
Marzin), David Bayle (Lemorne, 16 jaar), Robert Lucibello (leraar),
Doumée (dame Prisunic), Eric Jacquet (pompbediende), Aziz
Djahnit (pompbediende), Linda Wise (Engelse toeriste), Ian Magilton
(Engelse toerist), Mieke de Groot (Belgische toerist), Jean Grandeau
(Duitse toerist), Faustine Wünsche (klein meisje), Ghislaine
Gazaix (liftster), M. Martinez (cafébaas), François Guizerix (politieagent en sportcommentator)
Nederlands-Franse co-produktie naar het boek 'Het gouden ei' van
Tim Krabbé (1984). Scenario van Tim Krabbé en George
Sluizer. Tijdens een vakantie in Zuid-Frankrijk verdwijnt Saskia.
Haar vriend Rex ziet haar voor het laatst bij het benzinestation
waar ze uitstapt om wat te kopen en ondanks intensief speurwerk
van de plaatselijke autoriteiten wordt haar verdwijning nooit
opgelost. Elke volgende zomer brengt Rex in de Provence door in
de hoop een spoor van Saskia te vinden. Hij verspreidt affiches
en doet oproepen op de televisie, maar alle verkregen reacties
lopen steevast op niets uit. Vier jaar na de verdwijning wordt
hij in zijn woonplaats aangesproken door een Fransman. Deze zegt
het lot van Saskia te kennen en belooft alles te zullen vertellen
mits Rex meteen meegaat naar Zuid-Frankrijk. Verbijsterd wil Rex
de man te lijf gaan, maar deze waarschuwt dat hij bij elke vorm
van verzet alleen zal vertrekken zodat de jongen nooit het lot
van zijn vriendin zal vernemen. Rex beseft hoezeer de man hem
in zijn houdgreep heeft; zijn nieuwsgierigheid zal het altijd
winnen van zijn angst en afschuw. De gedachte zo dicht bij de
waarheid te staan doet hem besluiten het aanbod aan te nemen en
ze vertrekken naar Frankrijk. Eenmaal bij het bewuste pompstation
aangekomen slaan bij Rex de twijfels toe, maar de man herhaalt
zijn dreigement. Als de jongeman vervolgens opnieuw instapt, krijgt
hij een slaapmiddel toegediend met de verzekering dat hij exact
Saskia's voetsporen zal volgen. Hij komt bij in een kist, veilig
weggestopt onder grond in de tuin van de moordenaar wiens identiteit
hij nooit zal kennen. Muziek: Hennie Vrienten. Producenten: Anne Lordon en George Sluizer. Camera: Toni Kuhn. Montage: Lin Friedman en George Sluizer. Het budget van de film was één miljoen dollar. De recensies van de
film waren jubelend. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 26 oktober 1988: "SPOORLOOS is en hele spannende en hecht in elkaar zittende film, waarin redelijk tot zeer goed (de Fransman Bernard-Pierre Donnadieu) wordt geacteerd. Sluizer heeft je van meet af aan in z'n ban en het enige verwijt dat je hem kan maken, is dat hij soms wat te veel uitlegt en wat weinig vertrouwen stelt in de opmerkingsgave van de kijker. (...) Sluizer heeft het einde zo sterk verfilmd dat je met stokkende adem toeziet en bijna meevoelt wat op het doek gebeurt. Blijven ademen dus, anders loopt het slecht af." De produktie en distributie verliepen niet zo vlekkeloos als de media-ontvangst. Preston zou de film produceren,
Holland Film Releasing zou SPOORLOOS distribueren, maar beide
maatschappijen werden meegesleurd door de artistieke en financiële
ramp die NITWITS heette. Sluizer nam, met tegenzin, de produktie
in eigen handen, samen met zijn vrouw. In allerijl een nieuwe
distributeur vinden, gaf grotere problemen. Uiteindelijk werd
Goedings van The Movies bereid gevonden. Deze wilde echter maar
met één of twee kopieën uitkomen, terwijl Sluizers
minimum op vijf of zes lag. Inmiddels had SPOORLOOS zijn wereldpremière
in Montreal beleefd en was daar dusdanig positief ontvangen (o.a.
door het filmvakblad 'Variety') dat Goedings alsnog op Sluizers
eisen inging. Een juiste beslissing: Gouden Kalf voor de beste
speelfilm en de Persprijs tijdens de Nederlandse filmdagen. Felix
voor Johanna ter Steege; beste vrouwelijke bijrol. Nominatie beste
Europese film. Andere prijzen: Internationaal filmfestival Brussel
1988: best screenplay, Geneve festival of Geneva 'star of tomorrow'
Johanna ter Steege/award of the public 1989, Madrid International
film festival-imagfic 'best actor': B.P. Donnadieu 1989, Sydney
filmfestival: best film of festival 1989. In 1993 is door George
Sluizer zelf, met een budget van 20 miljoen dollar, een remake gemaakt in de Verenigde Staten onder de
titel THE VANISHING met Jeff Bridges -in de rol die Bernard-Pierre
Donnadieu in het origineel heeft-, Kiefer Sutherland en Nancy
Travis. Het zwarte einde is daarin vervangen door een happy-ending. Het verhaal zelf werd, zonder flashbacks, lineair verteld. Tim Krabbé vond de tweede verfilming een verkrachting van het
originele meesterwerk. Nummer 36 over 1988, 81.103 bezoekers.
Nummer 65 over 1989, 37.355 bezoekers.
Première: 27 oktober 1988
K-107 minuten
VICTIM OF THE BRAIN : A FILM ABOUT THE IDEAS OF DOUGLAS R. HOFSTADTER
Piet Hoenderdos
met: Frances Barber, Adrian Brine, Rodney Beddall, Roderic Leigh
Scenario naar het boek 'Gödel, Escher, Bach' van Douglas
R. Hofstadter uit 1979. Documentaire speelfilm waarin een speurtocht
wordt ondernomen naar de werking van het menselijk brein aan de
hand van de opvattingen van Douglas Hofstadter. Voor het Centraal
Station in Boston ontmoeten een man en een vrouw elkaar per ongeluk.
Ze blijken een gemeenschappelijke belanstelling te hebben: Hofstadters
ideeën. In een mengeling van fantasie en werkelijkheid volgt
de film het tweetal op hun reis door Hofstadters wereld. De film
tekent met een interview met Hofstadter zelf, science fiction,
animaties, gespeelde en echte personen de hoofdlijnen van Hofstadters
model op een weer heel andere manier dan het boek, om tenslotte
uit te komen op een aarzelende verkenning van de morele aspecten
van kunstmatige intelligentie. Geluid: Lucas Boeke.
Première: 6 mei 1988 (De Balie)
K-86 minuten
1989
AVONDEN, DE
ook: EVENINGS
Rudolf van den Berg
met: Thom Hoffman (Frits van Egters), Rijk de Gooyer (Frits' vader),
Viviane de Muynck (Frits' moeder), Pierre Bokma (Maurits), Elja
Pelgrom (Bep), Dela Maria Vaags (Pim), Jobst Schnibbe (Wim), Gijs
Scholten van Aschat (Viktor), Kees Hulst (Joop Egberts), Gwen
Eckhaus (Ina), Gijs de Lange (Jaap), Hilde de Mildt (Joosje),
Sylvia de Leur (Stien), Leen Jongewaard (Arie), Cees van Oyen
(Wening), Kees Coolen (rector), Wigbolt Kruyver (Gestapoman), Frank Sheppard (G.I.), Diane Meulbroek (droom Pim), Jannie Houweling (ouvreuse)
Scenario: Jean Ummels met dialoogadviezen van Ischa Meijer. Naar
de roman van Simon van 't Reve (Gerard Reve) uit 1947. Het jaar
1946 loopt ten einde. Frits van Egters, begin twintig, woont nog
bij zijn ouders in Amsterdam. Uit zijn baan in een stoffig archief
put hij weinig bevrediging, maar het is vooral zijn vader die
zijn bestaan grondig verknalt. Hij laat boeren en winden, schept
met zijn eetlepel uit de suikerpot en is -deels door zijn doofheid-
niet aanspreekbaar voor kritiek. Met zijn moeder heeft Frits een
wat beter contact, al mist zij ook iedere geestelijke bevlogenheid.
Haar zorgelijke, beperkte bestaan roept bij Frits een mengeling
van ergernis en medelijden op. Iedere avond na het werk gaat Frits
op stap. Zo bezoekt hij met zijn broer Joop en schoonzusje Ina
een reünie van zijn oude HBS. Een korte ontmoeting met een
oud-leerling, Wim, maakt op hem een onvermoed grote indruk. Frits
legt ook bezoeken af aan vrienden, zoals Viktor en Jaap, wiens
kind één jaar geworden is. Een vrolijke gast is
hij niet: wanneer hij de kans krijgt, begint hij over vreselijke
ziektes, aftakeling en dood. Ook mag Frits zijn vrienden graag
wijzen op hun naderende of voortschrijdende kaalheid. Het is niet
alleen de huiselijke situatie die zorgt voor innerlijke onvrede;
Frits zit ook in de knoop met zichzelf, meer specifiek met zijn
sexuele identiteit. Een aantal keren loopt hij langs de herenmodezaak
waar Wim werkt, maar wel bij voorkeur als de winkel gesloten is.
Op een avond vergrijpt hij zich koortsig en onbeholpen aan een
oude vriendin Bep, maar als blijkt dat zij wel wil vrijen rent
hij weg. In zijn dromen wordt hij achtervolgd door sexuele fantasieën
waarin zowel mannen als vrouwen een rol spelen. Op een dag verneemt
Frits terloops dat Wim zelfmoord heeft gepleegd. Hij is geschokt,
maar laat niets blijken. De oudejaarsavond is vol tragiek. Frits'
moeder dacht wijn gekocht te hebben, maar het blijkt vruchtewijn:
appel-bessen. Frits wordt verscheurd door één gedachte:
voor het jaar om is moet hij zijn vader wezenlijk bereiken. Dan
slaat de klok twaalf. Na een nachtelijke wandeling, waarbij Frits
luidop uiting geeft aan zijn gevoelens, kruipt hij in bed en droomt
dat zijn ouders hem begrijpen. Muziek: Bob Zimmerman, uitgevoerd
door het Metropoolorkest. Thom Hoffman beschouwt DE AVONDEN onbetwist
als zijn meest geslaagde film. En dat terwijl Rudolf van den Berg
eigenlijk een nog onbekende, jonge acteur wilde. Rik Hendriks,
Jop de Vries, Eric Corton, Dick van den Toorn en Erik van Muiswinkel
waren ook in de race geweest voor de rol van Frits van Egters.
Rijk de Gooyer heeft Rudolf van den Berg zelfs opgebeld voor een
rol in de film, daar 'De avonden' zijn lievelingsboek is. Opgenomen
tussen 20 februari en 14 april 1989. Thom Hoffman schreef ook
het boek '23 brieven aan Frits van Egters over het maken van De
Avonden' (1989). Het scenario van de film is verschenen als 2e
deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1990). De film is
niet alleen gebaseerd op de roman, maar er is ook gebruik gemaakt
van wat er na het verschijnen van het boek over de schrijver bekend
is geworden. Daarnaast is de film een spanningsopbouw meegegeven
rondom de vraag wat Frits zijn ouders zo graag wil, maar niet
kan zeggen, waarbij wordt doorgeschemerd dat dat iets met de,
van de latere Reve bekende, homoseksualiteit te maken heeft. Het
affiche van de film werd gemaakt door Joost Veerkamp, zijn naam
werd echter niet genoemd in de advertenties. Film werd vrij goed
ontvangen, alleen de muziek van Bob Zimmerman werd slecht ontvangen
('pompeus, misplaatst en clichématig'). Gouden Kalf voor
de beste speelfilm en voor Thom Hoffman (beste acteur). Beste
buitenlandse film op het Houston International Film Festival 1991.
Nummer 40 over 1989, 67.158 bezoekers. Nummer 54 over 1990, 57.609
bezoekers.
Première: 8 december 1989
K-122 minuten
BODA SECRETA
ook: SECRET WEDDING
Alejandro Agresti
met: Tito Haas (Fermin), Mirtha Busnelli (Tota), Sergio Poves
Campos (Pipi), Nathan Pinzon (dominee), Floria Bloise (Dona Patricia),
Elio Marchi (Leandro), Carlos Roffe (Merello)
Nederlands-Canadees-Argentijnse co-produktie. Scenario: Alejandro
Agresti. De film opent met een naakte man, die vanuit een duistere
gang van de metro naar het daglicht van de stad Buenos Aires loopt.
Niet alleen zijn naakte mollige gestalte, ook zijn onwetendheid
verwijst naar een geboorte. Op het het politiebureau blijkt de
man, Fermin geheten, in 1976 tijdens de dictatuur verdwenen te
zijn. De politieagenten lichten hem in over de nieuwe situatie.
Hij krijgt op het bureau geld en kleren van een overledene en
mag gaan. In de stad is het nodige veranderd in de dertien jaar
van zijn miraculeuze afwezigheid, maar in het dorp op het platteland,
waar hij destijds woonde, niet veel. Op het platteland zijn de
sociale verhoudingen en de mentaliteit ongewijzigd gebleven. De
bevolking van het dorpje illustreert dat. De pastoor en de rijkaard
maken de dienst uit, twee homo's doen alsof ze broers zijn en
Fermin, die zich Alberto noemt, wordt van alle kanten tegengewerkt.
Tota, de vrouw met wie hij destijds zou trouwen, herkent hem niet
meer. Na zijn verdwijning is ze krankzinnig geworden. Alberto
vertelt haar niet wie hij eigenlijk is, maar probeert haar opnieuw
voor zich te interesseren. Hij probeert de draad van zijn leven
weer op te pakken, maar dat lukt niet. Tenslotte zal hij de reactionaire
pastoor om het leven brengen. En Tota ziet weer haar geliefde
verdwijnen. Want zij is van Alberto gaan houden, omdat hij zoveel
op Fermin lijkt. Aldus herhaalt zich de geschiedenis. Muziek:
Paul Michael van Brugge. Opgenomen in Argentinië, waar Agresti
geboren is, maar waar hij om politieke redenen vandaan vluchtte.
Spaans gesproken. Gemaakt met hulp van de Nederlandse producenten
Kees Kasander en Denis Wigman, derhalve kon het gebeuren dat deze
Spaans gesproken film van een Argentijnse regisseur op de Nederlandse
Filmdagen uitgeroepen werd tot beste Nederlandse film.
Première: 29 september 1989
K-95 minuten
COOK THE THIEF HIS WIFE & HER LOVER, THE
ook: COOK, THE THIEF, HIS WIFE AND HER LOVER
Peter Greenaway
met: Richard Bohringer (Richard Borst), Michael Gambon (Albert Spica), Helen Mirren (Georgina Spica), Alan Howard (Michael), Tim Roth (Mitchel), Ciaran Hinds (Cory), Gary Olsen (Spangler), Ewan Stewart (Harris), Roger Ashton Griffiths (Turpin), Ron Cook (Mews), Liz Smith (Grace), Emer Gillespie (Patricia), Janet Henfrey (Alice), Arnie Breevelt (Eden), Tony Alleff (Troy), Paul Russell (Pup), Alex Kingston (Adele), Ian Sears (Phillipe), Willie Ross (Roy), Ian Dury (Terry Fitch), Diane Langton (May Fitch), Prudence Oliver (Corelle Fitch), Roger Lloyd Pack (Geoff), Bob Goody (Starkie), Peter Rush (Melter), Pauline Mayer (fish girl), Ben Stoneham (meat boy), Andy Wilson (1st dinner), John Mullis (2nd dinner), Flavia Brilli (cabaret singer), Brenda Edwards, Sophie Goodchild (dancers), Alex Fraser, Michael Clark, Gary Logan, Tim Geary, Saffron Rainey, Hywel Williams Ellis, Michael Maguire, Patricia Walters, Sue Maund, Nick Brozovic, Karrie Pagano (waiters kitchen staff)
Engels-Frans-Nederlandse co-produktie. Scenario: Peter Greenaway. Elke avond dineert Albert Spica in het luxueuze restaurant 'Le Hollandais' samen met zijn vrouw Georgina en een stel trawanten, die voor hem vuile zaakjes opknappen, waaraan hij veel geld verdient. Onder de gasten in het restaurant bevindt zich op een avond een zekere Michael, die de aandacht van Georgina trekt. De twee ontmoeten elkaar op de damestoiletten, waar ze haast op heterdaad worden betrapt door Spica. Als ze elkaar later in de keuken beminnen, stormt Spica opnieuw binnen en dankzij de chef-kok Richard kunnen
ze net op tijd in een vleeswagen ontsnappen. Ze duiken onder in een boekendepot van Michael, waar ze door de chef-kok via het keukenhulpje Pup regelmatig van voedsel worden voorzien. Hun romance wordt wreed verstoord door Spica en de zijnen die hun schuilplaats hebben ontdekt. Spica laat Micheal tot stikkens toe de strot volproppen met boeken over de Franse revolutie, maar Georgina laat hij ongemoeid. Deze besluit wraak te nemen op haar man, van wie ze zich herinnert dat hij ooit heeft gezworen haar minnaar te vermoorden en op te eten. Georgina haalt Richard over om het lijk van Michael als vleesschotel op te dienen. Spica is ontzet bij het zien van dat gerecht, maar wordt onder bedreiging van Georgina's revolver gedwongen ervan te eten. Het lukt hem niet echt, en daarop schiet Georgina hem neer. Muziek: Michael Nyman. Produktie ontwerpers: Ben van Os en Jan Roelfs. Co-producent: Kees Kasander. Kostuums: Jean-Paul Gaultier. Montage: John Wilson. Make-up: Sjoerd Didden en Sara Meerman. The Cook (Richard Bohringen) heet Richard Borst. Een Fransman en eigenaar van het restaurant ‘Le Hollandais’. Aan een van de wanden hangt het schilderij ‘Maaltijd van de officieren van de Sint Jorisschutterij te Haarlem’ waarop Frans Hals in 1616 officieren van de schuttersvereniging aan een banket vereeuwigde. The Thief (Michael Gambon) heet Albert Spica. Een veertigjarige gast, die aan tafel zijn gestolen waar toont. The Wife (Helen Mirren) heet Georgina. Een vrouw die voortdurend wordt afgesnauwd door haar man Albert. The Lover (Alan Howard) heet Michael. Een zwijgzame gynaecoloog, die later boekhandelaar blijkt te zijn. Onder het eten bij Richard leest hij in ‘De vlucht naar Varenne’ en ‘De Franse revolutie’ van Pascal Astruc-Latelle. Zijn passie voor Georgina is dodelijk. De kok gedoogt de dief, omdat zijn geld hem in staat stelt de verfijnste gerechten te maken. Minstens vijf ideeën vormen de grondslag van de film: kleuren, Jacobijns theater, tafelgroeperingen, gebruik van menselijke figuren als sculpturen en eten. Kleuren en kleding spelen een belangrijke rol in The Cook, The Thief, His Wife and Her Lover. De film is strak opgebouwd rond de kleuren blauw, geel, rood en wit, die horen bij de verschillende lokaties waar de gebeurtenissen zich afspelen: het parkeerterrein, de keuken, het restaurant, de toiletten en de bibliotheek. Van de blauwe buitenlucht op de parkeerplaats en de groene keuken, tot de rode eetzaal en het witte toilet, het geel van het ziekenhuis en het goud van de bibliotheek. De kostuums werden gemaakt door de Parijse ontwerper Jean-Paul Gaultier, die al sinds 1976 een van de belangrijkste waarden in de modewereld is. De dief en zijn maten dragen het donkerrode en zwarte fluweel met kanten kraag van de zeventiende eeuwse Hollandse koopman, zoals die te zien is op de schuttersstukken. Het bedienend personeel draagt rood fluweel. Opvallend bij de kleding is dat de kleding verandert als het personage zich naar een ander terrein begeeft; hierbij wordt de continuïteit doelbewust losgelaten. Greenaway zegt dat hij zich bij het maken van de film sterk heeft laten beïnvloeden door het Jacobijns theater, waarin een grote rol is weggelegd voor erotiek en geweld, en dan vooral de lichamelijke kanten daarvan. Ook kunstenaars als Jarry, Artaud, Bataille en Bunuel dienden als voorbeeld. Kees Kasander produceerde de film, Denis Wigman, Pascale Dauman en Daniel Toscan du Plantier co-produceerden. Kees Kasander werkt sinds 1978 in de Nederlandse filmwereld. Hij begon als hoofd van de distributiemaatschappij Film International, dat ook het International Filmfestival Rotterdam organiseerde. Van 1982 tot en met 1985 was Kees Kasander de officiële producent van dat festival. Kees Kasander ontmoette Peter Greenaway voor het eerst op het filmfestival van Edinburgh in 1982. Daar werd THE DRAUGHTSMAN’S CONTRACT vertoond. Kees nodigde Greenaway uit voor het filmfestival in Rotterdam en daar ontstonden de plannen om samen te werken. A ZED AND TWO NOUGHTS was daarvan het eerste resultaat. Na DROWNING BY NUMBERS was THE COOK, THE THIEF, HIS WIFE AND HER LOVER de derde gezamenlijke film. De opnamen vonden plaats tussen februari en april 1989 in de Goldcrest Elstree Studios in Engeland. De muziek bestaat uit composities van de Brit Michael Nyman (Londen, 23 maart 1944). Het camerawerk in cinemascope is van de hand van de Fransman Sacha Vierney. De Nederlandse bijdrage bestaat naast co-producenten Kasander en Wigman onder andere uit de production designers Ben van Os en Jan Roelfs, acteur Arnie Breevelt, first assistant director Gerrit Martijn en, electrician Piotr Kukla. Zij starten hun samenwerking in de filmindustrie in 1983. De Engelse acteur Michael Gambon was in 1989 vooral bekend onder de tv-kijkers van The Singing Detective, waarin hij de hoofdrol speelde. De Franse acteur Richard Bohringer speelde eerder in DIVA (1981) van Jean-Jacques Beineix en LE GRAND CHEMIN van Jean-Loup Hubert (1986). De Engelse actrice Helen Mirren speelde in vele toneelstukken en films; waaronder MOSQUITO COAST (1984). De Britse acteur Alan Howard speelde vooral vele rollen op het toneel met de Royal Shakespeare Company. Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ van 23 november 1989: “Peter Greenaway maakt zijn beste film. Geniaal spel van intimiteit en walgelijke liederlijkheid. (...) een hoogtepunt in het oeuvre van een genie.” Pauline Terreehorst in ‘de Volkskrant’ van 17 september 1993: “een film als een boek, of een gedicht dat na iedere keer herlezen rijker wordt. Dan wordt ook duidelijk op hoeveel niveaus de film aan de vele verwachtingen voldoet. (...) Greenaway daagt uit tot interpretatie, maar je kunt hem ook laten praten en je laten meevoeren door de beelden. In beide gevallen zul je je geen moment vervelen.” Hans Kroon in ‘Trouw’ van 23 november 1989: “Ondanks de knappe constructie, de gruwelijke thematiek en de al geromd bijdragen van Roelfs, Van Os en Gaulthier werd ‘The Cook’ toch niet de aangrijpend ervaring die het had kunnen zijn. Zoals vaker spreekt Greenaway ook deze keer weer meer tot het hoofd dan tot het hart. Ook ‘The Cook’ is te vaak zo’n post-modern artistiek cryptogram, dat emoties verstikt en alleen door gevorderde kunstknners ontcijferd kan worden. Uit de film bevalt bijvoorbeeld niet zo maar af te leiden waarom het restaurant ‘Le Hollandais’ heet en waarom het schuttersstuk van Hals zo’n prominente rol speelt. Heel irritant, het geeft de kijker het gevoel dat hij een nitwit is en vermindert hierdoor zijn betrokkenheid bij de film.” Op tv vertoond op 18 september 1993 om 22.31 uur op Nederland 3.
Première: 24 november 1989
K-124 minuten (3397 meter)
DILEMMA
Freddy Coppens
met: Alexandra Vandernoot (Karen Vincke), Johan Leysen (Jan Rijckaert),
Inte Gilles (Thomas), Thom Hoffman (Jef Mees), Renée Fokker
(Nora Nagels), Jan Decleir (Leon Bekkers), Marc Janssen (onderzoeksrechter), Jaak van Hombeeck (Louis Vincke), Viviane Chantel (moeder Vincke), Gène Bervoets (Zeger), Helga Demeyre, Chiel van Berkel, Anne de Roover, Doriane Moretus, Eric van Herreweghe, Steve Plytas, Dre van Daele, Dirk van Dijck, Jo de Caluwe, Daniela Bisconte, Luc d'Heu, Fred van Kuyck, Gerda Marchand, Wim Meuwissen, Daan Hugaert, Marleen Maes, Max Schnur, Rebecca Huys, Robbe De Hert; stemmen: Guusje van Tilborgh (Karen Vincke), Walter Claessens (Louis Vincke), Emmy Leemans (moeder Vincke)
Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Freddy Coppens, met advies van o.a. Guido Pieters. Jong,
modern en dynamisch. Het ontbreekt Karen en Jan werkelijk aan
niets. Ze hebben een droom van een villa, een schat van een kind,
een toegewijde huishoudster en elk een dure auto. Karen maakt
carrière als sociaal bewogen advocate en Jan doet in niets
voor haar onder als zelfbewust zakenman. De eerste scheurtjes
in het huwelijk komen aan de oppervlakte als ze zakelijk met elkaar
te doen krijgen. Karen bemoeit zich namelijk onbewust met Jans
werk. Zij houdt de gelegenheidsboef Jef Mees uit de gevangenis
door hem een baan aan te bieden in het familiebedrijf van haar
vader. Manlief Jan runt het bedrijf en is met dit aanbod weinig
ingenomen. Jef krijft emplooi als bijrijder en veroorzaakt een
verkeersongeluk met verstrekkende gevolgen. Het eens zo idyllische
huwelijk krijgt het nog zwaarder te verduren als Karen ontdekt
dat haar ambitieuze echtgenoot er een stiekeme relatie met haar
collega op na houdt. En het door Jef veroorzaakte ongeluk dreigt
een regelrecht milieuschandaal aan het licht te brengen. Voor
Karen betekent dit dat ze een keuze moet maken. Het is een keuze
tegen haar man, de kwade genius achter het schandaal of voor de
rechtvaardigheid. Zij kiest voor het laatste. Er is voor Karen
geen weg meer terug als Jef -de belangrijkste getuige- onder verdachte
omstandigheden komt te overlijden. Zij gaat eigenhandig op onderzoek
uit om de immorele praktijken van haar man aan de kaak te stellen.
Uiteindelijk mondt het schandaal uit in een gigantische explosie
in de fabriek. De ontploffing symboliseert het eens zo vruchtbare
huwelijk dat uit elkaar ploft. Net als de zakenpraktijken van
Jan leek het huwelijk te berusten op leugen, intrige en bedrog.
Er volgt nog een slotscène vol symboliek waarin Jan zijn
gram probeert te halen bij zijn vrouw. De eindstrijd speelt zich
af op het dak van het Pullman Park Hotel (sponsor van deze film).
Een ijselijke kreet maakt duidelijk dat het onrecht alsnog zegeviert.
Muziek: Loek Dikker. Mixage: Pjotr van Dijk. Camera: Gilberto Azevedo, Michel Houssiau. Montage: Henri Erismann. Art director: Hubert Pouille. Producenten: Hans Otten, Willem Thijssen. Een Cineté Production Antwerpen/Amsterdam. De stemmen van Karen Vincke, Louis Vincke en moeder Vincke werden nagesynchroniseerd. Film bevat fragment uit JAN ZONDER VREES van Jef Cassiers en van het BRT journaal. Opgenomen in Antwerpen.
Première: 8 juni 1990/17 september 1990
K-96 minuten
GUESTS OF HOTEL ASTORIA, THE
ook: MEHMANAN-E-HOTEL ASTORIA/DE GASTEN VAN HOTEL ASTORIA
Reza Allamehzadeh
met: Shohreh Aghadashloo (Pori), Mohsen Marzban (dhr. Karimnia),
Hooshang Touzi (dhr. Mohseni), Vida Ghahremany (Mahin Khanom),
Bahram Vatanparast (hotel-manager), Soraya Mophid (mevr. Ziaee),
Vacheh Mangasarian (dhr. Tabatabace), Naser Rahmany Nejad (dhr.
Taghy), Kamran Nozad (dhr. Ziaee)
Nederlands-Amerikaans-Turkse co-produktie. Scenario: Mohammed
Reza Allamehzadeh. Het Astoria-hotel in Istanboel is een doorgangshuis
voor Iraanse vluchtelingen die, na de eerste stap om het land
uit te komen, wachten op de volgende, moeilijker etappe: een visum
krijgen voor toelating tot een westers land. De vluchtelingen
worden het slachtoffer van oplichters en houden zich overeind
met hoopvolle fantasieën. De film volgt de omzwervingen van
een jong stel. Dramatische wending aan het slot van de film: de
man verliest zijn vrouw en mag daarom wel de Verenigde Staten
in. Hoewel de film een feitelijk uitgangspunt heeft en in menig
opzicht de werkelijke situatie van de vluchtelingen documenteert,
heeft het de vorm van een speelfilm. Bij de omzwervingen van het
jonge stel wordt ook Nederland aangedaan, maar verder dan het
opvangcentrum voor asielzoekers komen ze niet. Muziek: Esfandian
Moufanedzadeh. Om toestemming te krijgen om op Schiphol te mogen
filmen, vroeg de Marechaussee inzage in het scenario. Op Schiphol
mocht namelijk aanvankelijk niet gefilmd worden, omdat er een
scène in het scenario voorkwam waarin de mannelijke hoofdpersoon
zich helemaal moest uitkleden tijdens het fouilleren. Dat gebeurde
nooit op Schiphol, zei men, terwijl het de regisseur zelf in Nederland
wèl was overkomen. De film werd mede mogelijk gemaakt door
financiële steun van vermogende Iraanse vrienden uit de VS.
Film heeft gedraaid op het festival van Venetië.
Première: 25 mei 1989
K-124 minuten
IN KRAKENDE WELSTAND
ook: SQUATTERS' DELIGHT
Mijke de Jong
met: Sophie Hoeberechts (Eveline), Ottolien Boeschoten (Kaat),
Matthias Maat (Michiel), Angela van de Zon (Hansje)
Scenario van Mijke de Jong en Jan Eilander. Speelfilm die door
het scenario en het acteren documentaire kwaliteiten krijgt. Eveline
woont in een Amsterdams kraakpand. Als werkstuk voor de School
voor de Journalistiek maakt ze een videoreportage over het huis,
haar medebewoners en de kraakbeweging. Kaat is de beste vriendin
van Eveline. Ze is haar principes trouw gebleven en houdt zich
nog steeds bezig met harde acties. Michiel is ook een kraker van
het eerste uur, maar hij heeft andere ambities gekregen. Hij staat
aan het begin van een reclamecarrière en wordt door de
andere bewoners voor burgerlijk versleten. Dan is er nog Maurice,
een vluchteling uit Ghana, die zich voorlopig wat op de achtergrond
houdt. Als de gemeente aanbiedt het pand te kopen, op te knappen
en weer aan de bewoners te verhuren is Michiel er als de kippen
bij. Hij vindt het heel normaal dat er straks een flinke huur
betaald moet worden. Kaat beschouwt het kraakpand als een symbool
van verzet en peinst er niet over om haar idealen op te geven.
Zeker niet als blijkt dat Maurice het slachtoffer van Michiels
plannenmakerij dreigt te worden. Het conflict wordt steeds grimmiger.
Behalve ideologie spelen ook persoonlijke omstandigheden mee.
Eveline heeft problemen met haar studie en Kaat heeft het er nog
steeds moeilijk mee dat haar vriend haar verlaten heeft. Kaat
zoekt troost bij Maurice en Eveline knoopt een relatie aan met
haar nieuwe vriendin Hansje. Als Eveline niet durft mee te doen
aan een nieuwe actie van Kaat zet dat hun vriendschap verder onder
druk. Kaat wordt opgepakt en komt in de gevangenis. Michiel probeert
van de gelegenheid gebruik te maken om de andere bewoners tegen
haar op te stoken. Voor Eveline is dit het moment om een keuze
te maken. Samen met Hansje en enkele enthousiaste jonge mensen
beraamt ze een herkraak van het inmiddels aangekochte pand. Voor
Michiel is daar geen plaats meer. Camera: Peter Mariouw Smit.
Prijs van de stad Utrecht tijdens de Nederlandse Filmdagen 1989.
Première: 23 maart 1990
ZW-65 minuten
JAN RAP EN ZIJN MAAT
ook: TOUGH
Ine Schenkkan
met: Jasperina de Jong (Elly), Heidi Arts (Gemma), Paul de Leeuw
(Derek), John Leddy (Klaas), Jan Pontier (Louis), Jack Spijkerman
(Koen), Erik Arens (Charrie), Edwin de Vries (Tymen), Erna Bos
(Lennie), Jaloe Maat (Ali), Dora van der Groen (dokter Jo), Hans
Breetveld (Edje), Floris Vermeulen (Klaasje), Ellis van den Brink
(Ina), Hero Muller (Chiel), Marc Hazewinkel, Maartje Paans, Tamar
van den Dop, Thomas Koenen, Dennis Milton, Dan van Steen, Celia
Nufaar (moeder Gemma), Hans Veerman, Mara Otten, Natasja Hoekstra,
Jan Majoor, Rolf Muller, Regina Floor, Cootje Admiraal, Bea Tieleman,
Koosje (baby), Rik Launspach, Ine Veenhoven, Pollo de Pimentel,
Beppie Melissen, Lieneke le Roux
Scenario Yvonne Keuls en Ine Schenkkan, met adviezen van Ivo de
Wijs en Gerard Soeteman, naar het boek van Yvonne Keuls uit 1977.
In een pas geopend opvanghuis in Amsterdam ontfermt een aantal
hulpverleners zich over van de rails geraakte jongeren. Van alles
krijgen ze over de vloer: zwangere meisjes, een agressieve drugsgebruiker,
een dwepende nicht, een hysterica, een epileptische krachtpatser
en nog meer types. De hulpverleners hebben, op klusjesman Klaas
na, allen gestudeerd. Ze mogen dan niet uit de goot komen, in
het welzijnswerk blijven het prille beginners. Het ontbreekt hen
aan doelstellingen, zoals de praktische Klaas meermalen opmerkt.
In het tehuis speelt zich het ene drama na het andere af rond
de verschillende probleemjongeren. Uit een aantal van de gebeurtenissen,
zoals de zelfmoordpoging van het zachtaardige punkjongetje Klaasje,
blijkt het hopeloos tekort schieten van het personeel. Ze kunnen
het niet aan, beseffen hun onvermogen en raken een voor een overspannen.
Wat hen uiteindelijk de nek breekt is de vernietigende kracht
van de epilepticus. Ten prooi aan ontreddering slaat hij het interieur
volledig aan barrels. Het opvanghuis wordt door iedereen verlaten
en lijkt klaar voor de sloop. Muziek: Hennie Vrienten. Liedjes:
o.a. 'My roof is rainproof' (Peter Koelewijn) door Jan Rap en
zijn maat, 'South Africa' door Revelation time, 'Twilight zone'
door Golden earring, 'Que sera mi vida' door Gibson brothers,
'Live is life' door Opus, 'Born to be alive' door Patrick Hernandez
en 'History' door Mai tai. Art direction: Harry Ammerlaan. Geluid: Peter Flamman. Montage: Ton Ruys. Camera: Goert Giltay. Uitvoerend producent: Remmelt Remmelts. Producent: Gijs Versluys. Opgenomen in Amsterdam (onder andere Centraal Station). Ine Schenkkan maakte na deze film geen films meer. Ze overleed in 2001. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 15 februari 1989: "Het is weer eens zover: een nieuwe Nederlandse film en een nieuw dieptepunt. (...) met Jan Rap gaat Schenkkan reddeloos onderuit en met haar vrijwel de hele cast, inclusief Jasperina de Jong. De acteurs hebben daar weinig aan kunnen doen, want de ergste fouten lijken voor én na de opnamen gemaakt te zijn. In het scenario en in de montage dus. De niet in de wereld van Jan Rap ingewijde kijker raakt voortdurend het spoor bijster. Het is één lange aaneenschakeling van scènes die de samenhang van los zand in een orkaan hebben. De personages staan elkaar te vertrappen voor de lens. (...) Schenkkan slaagt er niet in de kinderen meer te laten zijn dan clichés uit de omgevallen kaartenbak van de hulpverlening. (...) Jan Rap gaat over problemen, niet over mensen. De staf komt er al niet beter van af. (...) Ze had om te beginnen duchtig moeten schrappen in het aantal karakters. (...) Los daarvan geeft ze er blijk van (...) geen moment gevoel te hebben voor dosering en timing. Als de onvermijdelijke poging tot zelfmoord aan bod komt, propt Schenkkan er maar liefst twee in paar minuten. Wat alles slaat is een allerbelabberdst gemaakt videoclipje, dat zomaar midden in de film opduikt. (...) Dat clipje is niet alleen een blijk van onkunde, dat is als een regisseur de schoenen van de producent likken." Nummer 37 over 1989, 73.691 bezoekers. Yvonne Keuls stond in 1989 achter de regisseur, maar in 2005 zegt ze in 'VARA TV magazine': "Ik ben niet bitter en ik kan er zoveel jaar later best nog naar kijken. Maar het is gewoon een ander verhaal geworden. (...) Het speelt zich af in de hippietijd. Om, zoals Ine Schenkkan deed, het uit zijn tijd weg te halen, vind ik respectloos. (...) Daarbij heeft ze geschoven met de hoofdpersonen. In het boek is Gemma de hoofdpersoon; uit publiciteitsoverwegingen verlegde ze het perspectief naar Paul de Leeuw die toen up and coming was, maar een groot acteur, nee. Ze deed ook wel aan vriendjespolitiek. Liep er opeens een kok rond, waar ze die rol vandaan had gehaald. Bleek ook weer een vriend, dus die moest er ook in. De enige openbaring was voor mij Jack Spijkerman, die speelt heel mooi. Hij is een van de weinigen die echt voldeed."
Première: 16 februari 1989
K-113 minuten
JAS, DE
Nico Verhoeve
met: Sjef Nijsten, Bertha Paulissen, Jo Janssen, Peter Bult
Scenario: Nico Verhoeve. Speelfilm in Limburgs dialect over de herinneringen van een leren
jas aan de oorlogservaringen van een voormalige eigenaar. Produktie/Geluid/Camera/Montage/Muziek: Nico Verhoeve. Produktiemaatschappij: Aloys Bonpere Filmgroep.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-65 minuten
KASSIèRE, DE
ook: LILY WAS HERE
Ben Verbong
met: Marion van Thijn (Lily), Thom Hoffman (Arend), Coen van Vrijberghe
de Coningh (pooier Ted), Truus te Selle (moeder), Huib Broos (vriend
moeder), Con Meyer (Sjaak), Dennis Rudge (Alan), Adrian Brine
(Doesburg), Yvonne Ristie (Rita), Monique van de Ven (vroedvrouw
Conny), Jeroen Planting (inspecteur Wester), Gunar Gritters-Doublet
(man met scheve neus), Eric Beekes (juwelier), Hans Kesting (Piccolo),
Kees Hulst (Emile), Jaloe Maat (Helen), Beppie Melissen (bankbediende), Richard Messina, Boudewijn van Hulzen (American Officer), Arnon Grünberg (puber), Otto Sterman (grijze neger), Erika Kuyten (verkoopster babywarenhuis), Wilma Bult (verpleegster), Paul Meyer (pensionhouder), Venus Veldhoen (hoertje), Willem Boogaard, John Schoonhoven (motorrijder), Deniz Pedük (cassière), Jan Willem Ruyter (portier)
Scenario: Ben Verbong, Sytze van der Laan, naar een idee van Willem
Jan Otten en Ben Verbong. Treurige lotgevallen van het jonge meisje
Lily (Marion van Thijn, dochter van de toenmalige burgemeester
van Amsterdam Ed van Thijn). Lily slijt haar dagen achter de kassa
van een supermarkt. Thuis bij haar egoïstische moeder en
diens vriend heeft ze niets te zoeken. De enige bij wie ze zich
thuis voelt is haar zwarte Amerikaanse vriend, van wie ze een
kind verwacht. Als de vriend bij een rascistische steekpartij
om het leven komt besluit ze, tegen de wens in van haar moeder,
het kind geboren te laten worden. Ze trekt naar de grote stad,
waar ze al snel in handen valt van een pooier. Ze ontvlucht hem
en gaat in haar levensonderhoud voorzien door winkels en banken
te beroven. De roofovervallen gepleegd door het langzamerhand
hoogzwangere meisje blijven uiteraard ook voor de politie niet
onopgemerkt. Met behulp van een hulpje van de pooier (Thom Hoffman)
en van een zorgzame vroedvrouw weet ze uit handen van de politie
te blijven en kan haar baby in de technische ruimte van de metro
geboren worden. De baby belandt in een ziekenhuis, maar als de
politie een oogje dichtknijpt kan Lily hem daar weghalen en naar
het buitenland vluchten. Muziek: David A. Stewart. Liedjes: 'Here
comes the rain again' door de Eurythmics en 'Lily was here' door
David A. Stewart en Candy Dulfer. Het laatste nummer behaalde
de eerste plaats in de Nederlandse hitparades. Art director: Dorus van der Linden. Kostuums: Yan Tax. Montage: Ton de Graaff. Camera: Lex Wertwijn. Producenten: Haig Balian en Chris Brouwer. Coen van Vrijberghe
de Coningh is de zoon van acteur Cruys Voorbergh. Nummer 18 over
1989, 211.769 bezoekers. Nummer 83 over 1990, 26.264 bezoekers.
Totaal: 238.033 bezoekers.
Première: 10 november 1989
K-112 minuten
KUNST EN VLIEGWERK
ook: AT STALLING SPEED
Karst van der Meulen
met: Inge Alkema (Chantal), Maurice Beeke (Jeroen), Sandy van
der Brink (Nicky), Vincent van der Hoek (Marcel), Arjan Roodenburg
(Rogier), Toon Agterberg (Frans Meyer/UFO), Herman van Veen (vader
Drost), Saskia van Basten Batenburg (moeder Drost), André
van den Heuvel (buurman Veldhuis), Kitty Janssen (buurvrouw Veldhuis),
Serge Henri Valcke (Van Rossum), Jan van Eijndthoven (dhr. Kramer),
Marieke van Leeuwen (mevr. Kramer), Paul Gieske (Bertus), Eric
Winder (Jannus), Jim Berghout (agent Ard), Lieneke le Roux (agente
Keesje), Frederik de Groot (projectontwikkelaar), Tonny Eyk (vader
Marcel)
Scenario van Karst van der Meulen en Piet Geelhoed. Jeugdfilm.
De drie kinderen van een kunstenaar zijn ondernemend en zien hun
zelfgebouwde raket in hun achtertuin tot voorwerp van allerlei
verwikkelingen worden. De buurman die eigenaar van het huis is,
heeft er nogal last van en wanneer een filmstuntman bij toeval
in hun raket raakt en gelanceerd wordt, verliest deze zijn geheugen
en wordt door de kinderen UFO genoemd. De buurman ziet in hem
een misdadiger en nog eens een reden om het merkwaardige gezin
uit zijn huis te krijgen, maar moet na een wilde achtervolging
toezien hoe alles door zijn toedoen voor de kinderen toch nog
goed afloopt. Vijfdelige televisie-serie bij de NCRV. Muziek:
Tonny Eyk. Liedje: 'Kunst en vliegwerk' door Herman van Veen.
Gouden Beer op het Kinderfilmfest Berlijn 1990.
Première: 24 maart 1989
K-114 minuten
LAURA LEY
Jenne Sipman
met: Hilde van Mieghem (Laura Ley), Tom Jansen (wethouder Mike
Daniëls), Miguel Stigter (Harrie Zeirsky), Maurits Martijn
(Raoul), Martin Lüttge (Trucking Teddybeer), Renée
Fokker (Jeanet), Silvana Span (Agnes), Dries Smits (Fred), Hans
Ligtvoet (barman), Anneke Klerks (Karin), Ruud Mooij (man achter
balie), Frans Vogel (pratende pater), Ellen van Rossum (journaliste),
Christof van Basten-Batenburg (journalist), Fred van der Hilst
(Fred RCD), Mike van Rijn (Karin), Pepijn Gunneweg (Dennis), Myrthe
Venema (moeder Dennis), John de Haas (baas van het motel), Anne
de Regt en Alida van der Spui (kamermeisjes), Jos Vandermissen
(buurvrouw 1), Jan Eilander
Scenario: Jenne Sipman, i.s.m. Leo de Boer. Bij een snelle uitspraak
klinkt LAURA LEY al snel als Lorelei en daar heeft dit speelfilmdebuut
van Jenne Sipman dan ook alles mee te maken. Het bekende verhaal
over de langharige schone die de schepen in de Rijn op een rots
liet lopen is naar deze tijd gehaald en aangepast aan de modernste
verleidingstechnieken. Met haar 27 MC zender zoekt Laura erotische
contacten met automobilisten die in de buurt rijden. Daardoor
gebeuren er ongelukken en stelt iemand van de Radio Opsporingsdienst
alles in het werk om haar te traceren. Maar ook de wethouder van
Volksgezondheid en Milieu is naar haar op zoek en terwijl zijn
huiselijke problemen nog eens worden vergroot door een weken durende
staking van de vuilnismannen, wordt het duidelijk dat de vrouw
de mannen in de val laat lopen. Een uiteindelijke confrontatie
tussen de twee loopt voor één van hen niet goed
af. Muziek: Henk Hofstede. Producenten: Kees Kasander en Denis
Wigman. Art direction: Ben van Os en Jan Roelfs. Acteur Pepijn Gunneweg (dan 12) debuteerde weliswaar in deze film, maar zijn rol sneuvelde in de montage. Hij speelde een jongetje dat op een vuilnisbelt door ratten gebeten werd.
Première: 16 maart 1989
K-89 minuten
LEEDVERMAAK
ook: POLONAISE
Frans Weisz
met: Catherine ten Bruggencate (Lea), Pierre Bokma (Nico), Kitty
Courbois (Ada, moeder van Lea), Peter Oosthoek (Simon, vader van
Lea), Annet Nieuwenhuijzen (Riet), Rijk de Gooyer (Zwart), Sigrid
Koetse (Duifje), Edwin de Vries (Hans), Hugo Haenen (Alexander),
Marjon Brandsma (Dory), Hugo Koolschijn (Daniel), Ingeborg Loedeman
(Pien), Margo Dames (Janna), Dennis Rudge, Colla Marsman, Mirjam de Rooij, Mirjanna Boon, Arthur Schlemper, Job Redelaar, Dan van Steen (collega's van Nico)
Scenario van Judith Herzberg en Frans Weisz, naar het toneelstuk
van Judith Herzberg. Dit werd voor het eerst gespeeld in 1982
door Toneelgroep Baal. Begin jaren zeventig. Ada en Simon, overlevenden
van Auschwitz, geven een groot feest ter gelegenheid van het derde
huwelijk van hun enig kind Lea met de succesvolle dokter Nico.
Het feest wordt overschaduwd door wrokgevoelens, herinneringen
aan de holocaust, jaloezie en frustraties. Ondertussen doet iedereen
hard zijn best om het feest een feest te laten blijven. Als het
feest zijn hoogtepunt bereikt, trekken de gasten door de tuin
in een polonaise die uitpakt als een danse macabre. Wanneer het
feest voorbij is, lijkt het huwelijk gestrand voordat het is begonnen.
Muziek: Theo Nijland. Themasong: 'There will never be another
you' van Mathilde Santing. Door The Bach boys uitgevoerde songs: Those were the days, Wals uit Serenade voor strijkers, Venus, Nights in white satin, Waterloo sunset, Air. Licht: Tom Erisman. Producent: Gijs Versluys. Uitvoerend producent: Remmelt Remmelts. Co-producent: NOS televisie. Art direction: Ben van Os, Jan Roelfs. Kostuums: Inger Kolff. Casting: Hans Kemna. Geluid: Marcel de Hoogd. Montage: Ton Ruys. Camera: Goert Giltay. LEEDVERMAAK schetst de manier waarop de jodenvervolging van 1940-1945 generaties lang doorwerkt in de joodse gemeenschap. Opgenomen in Huize Ter Leede te Sassenheim. Low budget film van 1 miljoen gulden. In 20 koude aprilnachten herschiepen cast en crew de 83 scènes. Rijk de Gooyer speelde tegelijkertijd vader Van Egters in DE AVONDEN. Gouden Kalveren voor de beste regie en voor Pierre Bokma en Annet Nieuwenhuijzen (als
de lieve vrouw die Lea tijdens de oorlog opvoedde). De bekroonde rol van Annet Niewenhuijzen werd in het toneelstuk gepeeld door Elsje de Wijn. Kitty Courbois heeft ook auditie gedaan voor de rol van Riet. In de bijlage 'Twintig nachten Leedvermaak' van Vrij Nederland, d.d. 23 september 1989, wordt het ontstaan van de film uit de doeken gedaan. Persreacties: Antoinette Polak in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 5 oktober 1989: “LEEDVERMAAK is juist zo aangrijpend door een intelligent soort understatement, en soms zelfs bevrijdend door lakonieke reacties, uitmuntend gespeeld door een ensemble acteurs waarin hooguit Pierre Bokma iets te jong oogt en een enkele zin wat toneelmatig in de lucht blijft hangen. Weisz stelde zich bescheiden op en verfilmde het geheel tactvol, attent en discreet zonder zich te laten verleiden tot gemakkelijke, want ‘filmische’ terugblikken naar het verleden. (…) Een miniem bezwaar is de figuur van Daniël in het stuk van een rugzak voorzien als ‘de wandelende jood’ en hier gehuld in rokkostuum. (…) Voor niet ingewijden is de figuur te vaag, al is er ook wel wat voor te zeggen dat hij als joods fenomeen gehandhaafd bleef. LEEDVERMAAK is per slot van rekening een specifiek joods stuk. De problematiek is niet universeel - het zou wat aanmatigend zijn het oorlogsleed te willen confisceren - maar kan door de vorm die Weisz en Herzberg eraan gaven, wel door iedereen worden meegevoeld.”
Peter van Bueren in ‘de Volkskrant’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) Al meteen valt op dat het acteren gestoord wordt door te lange teksten, zinnen die zijn uit-geschreven. Meestal mooie zinnen, zoals er later veel indrukwekkende zinnen komen. (…) Voor anderhalf uur worden in feite te veel thema’s aangesneden, alles wat binnen een dergelijk gezelschap aan de orde kan komen, komt ook aan de orde, terloops of min of meer uitgediept. (…) Er is sprake van een bewonderenswaardig hecht ensemble-werk, waarop intensief (drie weken) is gerepeteerd. En Frans Weisz toont meer dan ooit zijn sterkste kant als regisseur: de mis-en-scène. Er zitten door de film heen schitterende momenten, prachtig gecomponeerde scènes, uitgewerkt als een choreografie. (…) Het toneelstuk is ontleed, uit elkaar getrokken en weer tot zoiets als film samengelijmd, maar het geheel is een verzameling van toneelfacetten. (…) Juist de scènes die het meest aan toneel doen herinneren, zijn het sterkst in de film. LEEDVERMAAK laat mij als film koud, hoe goed de onderdelen ook zijn. (…) Rijk de Gooyer heeft de meest natuurlijke film-presence en, om nog een voorbeeld te geven, Erwin de Vries [sic] de minste. De inhoud, de boodschap, van LEEDVERMAAK is natuurlijk van grote betekenis en zal ongetwijfeld iedereen beroeren, maar de daardoor opgeroepen emotie heeft niets te maken met de principiële vraag in hoeverre Frans Weisz van het theater ook een goede film heeft gemaakt. Nee dus.”
Hans Kroon in ‘Trouw’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) imposante film. Er kleeft maar één schoonheidsfoutje aan. Weisz heeft, misschien omdat hij met Herzberg samenwerkte, wat te vel respect voor het toneelstuk. Zo zag hij over het hoofd dat nogal wat figuren (en met name van die van de tweede generatie) voor een psychologische en realistische film te onbehouwen en ondoordacht zijn.”
Frans Kotterer in ‘Het Parool’ d.d. 5 oktober 1989: “(…) prachtige afgewogen film, waarin voorbeeldig wordt geacteerd. Bovendien gaat hij ergens over. (…) Het voordeel van de film boven het toneelstuk is dat de camera er dichter op kan kruipen. Je kan als het ware beter accenten leggen. Het is de grote verdienste van Frans Weisz dat hij precies weet waar hij de accenten moet leggen, zonder zich te verliezen in overbodige mooifilmerij. (…) Niemand steekt er bovenuit, niemand heeft last van een gezwollen ego. Er staat een hecht, vrijwel ongenaakbaar blok dat geen enkele zwakke plek heeft. Het enige dat je Weisz kunt verwijten is dat hij het verhaal te duidelijk vastpint op de jaren zeventig. (…) Afgezien van dit enige punt van kritiek is LEEDVERMAAK niet minder dan een bescheiden en indrukwekkend meesterwerk.”
34.958 bezoekers.
Première: 6 oktober 1989
K-92 minuten
LOOS
ook: NO POTATOES
Theo van Gogh
met: Tom Jansen (Loos), Renée Fokker (Anna Montijn), Marie
Kooyman (Maria), Leen Jongewaard (Dorrius), Max Pam (Harry Wery),
Cas Enklaar (De Vries), Matthijs van Heijningen (gevangenisbewaarder),
Karel van het Reve (rechter), J.M.A. Biesheuvel (rechter), Jaap
Hoogstra (rechter), Carmen de Witt (officier van Justitie), Diederik
Hummelinck (griffier), Edgar Cairo (Frank Benninkmeijer), Heleen
Hummelen (Marlies Benninkmeijer), Karin Holla (mevr. Swart), Roelant
Radier (hotelreceptionist), Leontien Ceulemans (Els), Dik Boutkan
(barkeeper 'Showtime club'), Frank Krom, Erwin Olaf (barkeepers
'De sport')
Scenario: Guus Luijters en Theo van Gogh. Een advocaat heeft in
het verleden vele vieze zaakjes opgeknapt en wil daar wel eens
mee stoppen. Echter doordat hij een SM-relatie heeft met Anna
Montijn, wordt hij door de nachtclubeigenaar Wery, die Anna laat
verdwijnen, gemanipuleerd en moet hij diens verdediging bij weer
een nieuwe lustmoordzaak opnemen. Wanneer de vrouw echter definitief
verdwijnt, schakelt de advocaat haar lesbische vriendin in om
wraak op Wery te nemen. Muziek van Rainer Hensel. Opgenomen in o.a. subtropisch zwemparadijs Tropicana aan de Maasboulevard te Rotterdam. Affiche van
fotograaf Erwin Olaf, waarop een vrouwelijk achterwerk op hoge
benen omsnoerd met een rode telefoondraad staat, kreeg meer bekijks
dan de film. In de film is een fototentoonstelling van zijn werk
te zien (en hijzelf). Liz Snoyink was in de race voor een rol
in deze film. Veronica zou aanvankelijk voor drie ton meefinancieren,
maar nadat Theo van Gogh in een van zijn onstuimige columns de
toenmalige omroepbaas Rob Out had omschreven als een aan coke
verslaafde losbol, 'gespecialiseerd in secretaresses over het
balkon werpen', trok de zendgemachtigde zich terug. Er bleef toen
nog zeven ton over om LOOS te maken. Vrijdag 23 september 1994
zond Veronica LOOS alsnog uit (Rob Out is dan inmiddels al opgestapt)
in het kader van 'sextember'. Dat kon alleen als in twee spraakmakende
scènes het mes werd gezet. Het fragment dat in close-up
aanschouwelijk maakt hoe simpel een blote penis is vast te spijkeren
aan het hardhout van een piano en de passage waarin Tom Jansen
een realistische video bestudeert van het bloedspuwende, omzwachtelde
hoofd van een ter dood veroordeelde op de elektrische stoel sneuvelden.
Première: 11 mei 1989
K-97 minuten
LOST IN AMSTERDAM
Pim de la Parra
met: Kenneth Herdigein (Max Binger), Sabine van den Eynden (Rebecca),
Ira Goldwasser (Scotty), Manouk van der Meulen (Laura Binger),
Bonnie Williams (Bonnie), Barbara Martijn (Princess Carmen), Ralph
Wingens (Mr. Johnny), Frank Rigter (Tom), Marie Kooyman (Sister
Joyce), Jake Kruyer (Jupiter), Bodil de la Parra (Bo), Colla Marsman
(Annabelle), Bart Oomen (Max's manager), Erik de Vogel (Orlando
da Silva), Charlie Norden (Charlie), Saïna Zwart (Laura's
friend), Linda de Wolf (sister), Ellen van Harmelen (sister),
Frank Sheppard (Rex Griffin), Hank Strijbos (Josef Block), Merel
van Neerbos, Pief Weyman, Miranda de Vries, Camilla Braaksma,
Pauline Vodegel Matzen, Rob du Mée, Edmund Welles, Antoinette
van Rossum, Jan Lopez, Stephen Tye, Iris Wielkens, John Serkei,
Suzan IJzermans, Cleo Campert, Sylvia Holstijn, Odette Haringsma,
Noortje van der Putten, Cocky Visser, Erzi Hoogveld, Igor Binsbergen,
Gerjan Evelo, Gerita Haringsma, Nicole Oei, Tamara Beudeker, Kietje
Sewrattan, Asha Jodha, Galassia, Yvonne Ristie, Clamy Os, Mary
Feyr, Sita Girbaran, Tatiana Brinkman, Marina Kaptijn, Debora
Korper, Carlina de Lorenzo, Romana de Lorenzo, Manon Nieuweboer,
Karina Meeuwse, Ray Oei, Carla Bonnet, Leonard Retel Helmrich,
Medina Schuurman, Paul Ruven (man die foto maakt), Wally Tax (Wally
Tax), Philip Mechanicus, Sarah (the dear pitbull)
Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven. Minimal-movie. Na
vijfentwintig jaar actief te zijn geweest in New York is de Amerikaanse
privé-detective Scotty een bureautje begonnen in Amsterdam,
United Detectives. Op een dag krijgt Scotty via de autotelefoon
van zijn vriendin Bonnie te horen dat er een sjieke vrouw op zijn
kantoor zit met een opdracht. Het blijkt Laura Binger te zijn
die haar man, de oorlogsfotograaf Max, al twee maanden niet heeft
gezien en graag wil dat Scotty hem weer thuis bezorgt. Maar Max
heeft zijn handen vol aan het fotograferen van Rebecca, een mooie
vrouw die connecties heeft met de onderwereld. Scotty gaat met
zijn assistent Tom op onderzoek uit in de Amsterdamse penose,
waar net een strijd om de macht aan de gang is tussen gangsterbaas
Mr. Johnny en zijn kornuiten en een andere bende van drugsdealers.
Scotty krijgt van Mr. Johnny de waarschuwing zich nergens mee
te bemoeien, maar de detective trekt zich daar niets van aan en
gaat gewoon door met het schaduwen van Max en diens nieuwe vriendin
Rebecca. Hij leert zijn assistent Tom de kneepjes van het detective-vak
en lijkt zich op straat beter thuis te voelen dan thuis, waar
hij toch alleen maar ruzie heeft met zijn twintig jaar jongere
vriendin. Scotty is er getuige van hoe Max op straat een nieuwe
vriendin versiert met wie hij, zoals gebruikelijk, binnen de kortste
keren in bed belandt. Kort daarop maakt hij kennis met Max en
vertelt hem wat zijn opdracht is. Maar Max voelt er niets voor
om terug te keren naar zijn vrouw. Rebecca heeft intussen van
prinses Carmen, de leidster van een sekte van priesteressen, opdracht
gekregen Mr. Johnny te verleiden en hem te vermoorden. Zo gezegd,
zo gedaan. Als beloning wordt ze ingewijd in de sekte van priesteressen.
Ook Scotty slaagt er daarna in zijn opdracht te voltooien. In
een telefoongesprek weet hij Max en Laura weer aan elkaar te koppelen,
waarna de twee elkaar in de armen vallen en Scotty zelfgenoegzaam
een nieuwe Cubaanse sigaar opsteekt. Muziek: Patrick Sedoc, uitgevoerd
door Fra Fra Sound. Liedje 'Alone again' door Exit Stage Left. Muziekproduktie: Boudewijn de Groot. Camera: Dirk Teenstra, Jan Wich, Nils Post. Regie-assistentie: Paul Ruven. Licht: Jan Jeroen Rietman. Art direction: Rebecca Geskus. Catering assistent: Pimm Jal de la Parra. Montage: Herman P. Koerts. Producent: Fransjoris de Graaf. Engels gesproken. Opgenomen in elf dagen met een budget van slechts 75.000 gulden. Film kwam tot stand zonder steun van de Nederlandse filmfondsen. Opgedragen aan Jacques Ledoux & Hubert Bals (dan net overleden directeur van het filmfestival Rotterdam). Desondanks ging de film niet in Rotterdam in première. Ira Goldwasser is in werkelijkheid een Amerikaans psychiater. Meest gesproken woord in de film door hem is 'dick' en ook de 'dog shit' in Amsterdam blijft niet onvermeld. Opgenomen met zichtbare medewerking van Barbizon Palace Hotel en Holiday Inn Crown Plaza Hotel. Hans Kroon in 'Trouw': "te infantiel voor woorden (...) Niet meer om aan te zien zijn de uit De la Parra's vorige films al bekende platte scènes. (...) Met film, met de filmische verbeelding van seksuele en erotische gevoelens, heeft het niets te maken." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad': "Voorwaarde om ervan te genieten is een zekere ontvankelijkheid voor de dromen van Pim de la Parra, en dat voorrecht is niet voor iedereen weggelegd." 41 bezoekers gingen naar de bioscoop.
Première: 9 februari 1989
ZW-115 minuten
MAX & LAURA & HENK & WILLIE
ook: MAX & LAURA & HENK & WILLY
Paul Ruven/Sabine van den Eynden
met: Marina de Graaf (Willie), Pim de la Parra (Max), Manouk van
der Meulen (Laura), Jake Kruyer (Henk), Marleen Stoltz (Veronica),
Wim Verstappen (meneer Gisbers), Gerardjan Rijnders (Gerardjan
Rijnders), Jenny Arean (voorzitster kunstcommissie), Herman Pohle,
Frank Lucas (kunstcommissieleden), Rob van Houten (dronkelap),
Gert-Jan Louwe, Barbara Sobels, Steven van Galen (vertegenwoordigers),
Frank Ketelaar (ex-vriend Laura), Tamara Beudeker (meisje in bed),
Gabriella van Daatselaar (relatietherapeute), Hugo Haenen (röntgenoloog),
Yip Zandwijken (caterer at party), Henk & Theo Eissens (de
tweeling), Robert Vogtländer, Nico Witteveen, Ludo Keeris
(verhuizers), Kees Prins (radiostem)
Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven, Sabine van den Eynden.
Minimal movie. Max, een Amsterdamse apotheker, is niet helemaal
tevreden met zijn LAT-relatie met Willie. Daarom heeft hij er
sinds kort een platonische relatie naast, met de mooie arts Laura.
Willie is nog niet helemaal los van Henk, een kunstschilder. Vooral
als zij kwaad is en dat is hij regelmatig, vindt ze hem nog steeds
erg aantrekkelijk. Op een kwade dag wordt Laura door haar ex-vriend,
die intussen een nieuwe vriendin heeft, op straat gezet. Ze staat
met haar koffer bij Max voor de deur en blijft logeren. De volgende
avond komt ze weer aanwaaien. Willie is toevallig bij Max en reageert
agressief op het bezoek. Maar als Max op een matrasje in de apotheek
ligt, hoort hij de twee vrouwen gieren van de pret, voornamelijk
om hem. Dan ontmoet Laura Henk en de twee vallen als een blok
voor elkaar. Laura trekt bij Henk in, maar erg lang gaat dat niet
goed. Ze pakt haar biezen en verhuist naar Willie's etage. Toch
is het niet echt over met Henk, dus ook Henk trekt half en half
bij Willie in. Dan houdt Willie het niet meer uit en deelt Max
mee dat ze bij hem komt wonen. Max is niet gelukkig met dit voornemen,
maar ook voor hem is er een oplossing: de woning van Henk. De
keurige Max treft het slecht: Henks atelier is een grote puinhoop.
Gedreven gaat Max aan de slag en als hij de boel op orde heeft,
geeft hij een feest. Bij die gelegenheid duikt Henk het bed in
met de apothekersassistente, dus er zal snel weer een nieuwe woningruil
moeten plaatsvinden. Muziek: Adriaan van Noord, Hans Dulfer, Walther
de Graaff. Semi-gewichtige titelkaarten (zoals: Laura krijgt een
telefoontje) verluchtigen de vorm. Film is in zes en een halve
dag opgenomen. Kosten: 66.000 gulden. De kosten konden alleen
zo laag blijven dankzij de inzet en zuinigheid van de medewerkers
(o.a. geen salarissen). Na hun laatste samenwerking in 1975 met
MENS ERGER JE NIET is dit de eerste samenwerking van Pim &
Wim (destijds van Scorpio film). Op de titelrol staat de vermelding:
'Deze film kwam tot stand zonder steun van de Nederlandse filmfondsen'.
Première: 13 oktober 1989
K-82 minuten
MIJN VADER WOONT IN RIO
ook: MY FATHER LIVES IN RIO
Ben Sombogaart
met: Wenneke (Liesje), Geert de Jong (An), Theu Boermans (Frits),
Hans Veerman (opa), Peter Faber (Jacob), Paul Meijer (postzegelhandelaar
1), Michiel Romeyn (postzegelhandelaar 2), Gerard Thoolen (klant),
Wim de Haas (oudere man), Ryan van de Akker (Marjolein), Nora
Kretz (directrice reisbureau), Jurg Molenaar (gevangenisbewaarder),
Jan Willem Hees (grafredenaar)
Scenario: Burny Bos en Ben Sombogaart naar het boek 'Mijn vader
woont in Rio' van Burny Bos. Jeugdfilm. Na de begrafenis van haar
opa denkt de tienjarige Liesje nog vaak terug aan de verhalen
die hij haar vertelde. Vooral zijn onderduikperiode tijdens de
oorlog intrigeert haar. De speciale traptree die hem voor bezoek
waarschuwde bestaat nog steeds en soms trekt Liesje zich op zijn
schuilplaats terug. Ze wil er een opa-museum van maken. Liesje
ontvangt regelmatig een brief van haar vader uit Rio, maar wat
zij niet weet is dat hij deze brieven vanuit de gevangenis aan
haar moeder stuurt. De nagemaakte stempels moeten voor Liesje
verhullen dat haar vader niet in Zuid-Amerika woont. Intussen
raakt Liesjes moeder meer en meer bevriend met 'oom' Frits, die
na een tijdje ook bij hen in komt wonen. Wanneer Liesje voor een
werkstuk op school informatie over Rio de Janeiro haalt bij een
reisbureau, vat ze het plan op om te gaan sparen voor die reis.
De 1800 gulden worden bijeengebracht door de kostbare postzegelverzameling
van opa beetje bij beetje te verkopen. En terwijl haar nachtmerries
over een strijd met krokodillen toenemen, raakt ze vastbesloten
alleen naar Rio te gaan. Ze schrijft haar vader een brief over
haar komst, maar vlak voor ze gaat vertrekken komt de brief onbestelbaar
retour. Hoewel Frits het niet eens is met de wijze waarop moeder
en vader handelen, sturen ze de brief toch door naar de gevangenis.
Daar merkt vader dat een en ander uit de hand is gelopen. Terwijl
moeder met haar vriend na de ontdekking van Liesjes verdwijnen
naar het vliegveld snelt, krijgt vader toestemming om zijn dochtertje
daar tegen te houden. Nog juist voor het vliegtuig vertrekt, wordt
Liesje door de politie opgehaald. Muziek: Nout Grupstra, Karel
von Kleist; gezongen door Jenny Arean, Wenneke. Zowel het Productiefonds
als het Fonds voor de Nederlandse Film zagen het scenario van
MIJN VADER WOONT IN RIO niet zitten en voelden zich in de voorbereidings-
als ook in de produktiefase niet geroepen om regisseur Ben Sombogaart
en producent Dirk Schreiner te steunen. Prijs van de Nederlandse
Filmkritiek 1989. Gouden Beer 1989 op het Kinderfilmfest Berlijn.
15.958 bezoekers.
Première: 3 mei 1989
K-97 minuten
MURDER STORY
Eddie Arno/Markus Innocenti
met: Christopher Lee (Willard Hope), Bruce Boa (Corrigan), Alexis Desinof (Tony Zonis), Stacia Burton (Marty), Kieron Jecchinis, Jeff Harding (Larry DeLeo), Kate Harper (Swan), Garrick Hagon, Marie Stillin, Bill Bailey
Nederlands-Engelse co-productie. Scenario: Markus Innocenti. Tony Zonis is een jonge schrijver die in Amsterdam woont. Hij kopieert de techniek van zijn grote voorbeeld Willard Hope. Als Tony zijn held ontmoet bij een boeksigneersessie en hoort dat hij ook in Amsterdam leeft, vraagt hij hem om hulp. Ondertussen worden krantenknipsels getoond, die de basis vormen van een moordmysterie. Tony, Willard en Tony's vriendin Marty speuren naar de daders en worden op die manier doelwit van moordenaars die zich bezighouden met gestolen wetenschappelijk onderzoek. Het open einde lost het mysterie niet op… Produktiemaatschappijen: Murder Story Holland for Reeve & Parner Film Co., Contracts International, Elsevier-Vendex Film Beheer. Producenten: Tom en Jim Reeve, Ronnie Gerschtanowitz. Productiemanager: Simon Jansen. Camera: Marc Felperlaan. Regie-assistentie: Will Koopmans. Art direction: Morley Smith. Montage: Rodney Holland. Geluid: Victor Dekker. Muziek: Wayne Bickerton. Engels en Nederlands (?) gesproken. Produktiejaar: 1989. Slechts in één bron ('Variety', 9-15 augustus 1989, pagina 25) wordt de Nederlandse produktiemaatschappij 'Murder Story BV Holland' vermeld; waarschijnlijk een 'tax shelter company'.
Première: geen? Waarschijnlijk meteen op video uitgebracht.
K-90 minuten (35 mm; geluid)
ONGEDAAN GEDAAN
ook: DEED UNDONE
Frans van de Staak
met: Thom Hoffman (Anton), Martien van den Ouwelant (Anton), Olga
Zuiderhoek, Catherine ten Bruggencate (Brigitte), Titus Muizelaar,
Hans Hausdörfer (Clemens), Chris Jolles, Lineke Rijxman (Diane)
Scenario: Frans van de Staak, Gerrit Kouwenaar, Stan Lapinski,
naar aanleiding van poëzie van Gerrit Kouwenaar. Experimentele
film. Na de opening, het tonen van een gedicht, zien we Gerrit
Kouwenaar aan het werk achter de typemachine. De titel 'Ongedaan
gedaan' verschijnt in beeld. Wat volgt kan eenvoudigweg omschreven
worden als een aaneenschakeling van scènes, waarin acht
personen, alleen of met zijn tweeën, allerlei handelingen
verrichten. De manier waarop deze vier mannen en vier vrouwen
hun handelingen uitvoeren is belangrijker dan het resultaat dat
zo'n handeling oplevert. Vaak zijn deze handelingen alledaags:
het wassen van handen, het snijden van een rode kool, het smeren
van een boterham en hoe die wordt gegeten, het nemen van een douche,
het wakker worden 's ochtends en het opstaan, het naar bed gaan.
Als er twee personages worden getoond (altijd één
vrouw en één man) volgen, spaarzaam en met korte
zinnen, de dialogen. Ze lijken op tekstfragmenten uit een gedicht.
Muziek: Bernard Hunnekink.
Première: 25 mei 1989
K-73 minuten
PLAN DELTA
Bob Visser
met: Ralph Wingens, Hans Man in 't Veld, Anna Visser, Aram Visser,
Mia Reichardt, Pieter Boekschoten, Bruce Geduldig
Scenario: Bob Visser. Deltaplan-werkeiland Neeltje Jans en de
watersnoodramp van 1953 aangegrepen voor futuristische fantasie.
Er is sprake van een verhaal dat zich afspeelt rond het jaar 2300.
Er zijn twee steden, één voor de rijke elite en
één voor de armen. De rijke mensen verliezen hun
vruchtbaarheid, maar de armen blijven potent. De rijken nemen
een arme, maar mooie vrouw mee naar hun stad. Wat daarna volgt
blijft onduidelijk. Muziek: Tuxedomoon, L. Anemaet, Kiem, Interranean.
Slecht ontvangen.
Première: 2 februari 1989
K-90 minuten
RITUELEN
ook: RITUALS
Herbert Curiël
met: Derek de Lint (Inni Wintrop), Thom Hoffman (Philip Taads),
Sigrid Koetse (tante Theresa), Ton Lensink (Arnold Taads), Jérôme
Reehuis (Roozenboom), Johan Ooms (Riezenkamp), Sheryn Hylton Parker
(Zita), Camilla Braaksma (Petra/Sanne), Roswitha Bergman (duivenmeisje),
Christina van der Horst (Lyda), Bert André (monseigneur),
Edo Douma (makelaar), Jaap Hoogstra (oom Louis), George Konig
(fotograaf), Phons Leussink (man in soos), Julius Vischjager (Pianist), Max Teeuwisse ('flipper'), Lex Wierts (barbezoeker), Fred Butter (barbezoeker), Nicky Baarveld (manicure)
Scenario: Herbert Curiël, naar de gelijknamige roman van
Cees Nooteboom uit 1980. Zwarte Maandag, de beurskrach van 19
oktober 1987, wordt voor de in Amsterdam levende speculant Inni
Wintrop -telg uit een Brabantse katholieke textieldynastie- een
keerpunt in zijn leven. Op een en dezelfde dag verliest hij zijn
vermogen en zijn echtgenote Zita, die hem laat zitten voor een
fotograaf. Bij een van zijn omzwervingen door het Amsterdamse
kunstwereldje ontmoet hij de zonderlinge jongeman Philip Taads,
de verstoten zoon van een vroegere huisvriend van Wintrops familie
in Brabant. Philip roept bij Inni herinneringen op aan diens vader
Arnold Taads, een adviseur en vriend van de Wintrops die Inni
destijds verzekerde van een deel van het familiefortuin van de
Wintrops en hem ook inwijdde in het leven. Ook wordt Inni zich
door Philip bewust van de waarde die rituelen hebben in het leven
van de mens. Philip ontleent deze rituelen aan de klassieke Japanse
cultuur. Inni ontdekt de waarde van het contact met de wereldvreemde,
meditatieve maar niettemin wijze Philip, die emoties in hem losweekt
die hij al jaren geleden had weggestopt. Met afgrijzen zien hij
en de kunsthandelaar, die Philip een oude Japanse theekom verkoopt
waar hij jarenlang naar gezocht heeft, dan ook hoe Philip bij
zijn laatste ritueel -een Japanse theeceremonie- de uiterste consequentie
trekt en de dood prefereert boven het leven. Muziek: Eric van
Tijn en Jochem Fluitsma. Titelsong: 'Beauty of the ritual' door
Mathilde Santing. De critici waren verdeeld over de film (met
name over het gebruik van de voice-over en in de vergelijking
met het boek). In het boek gaat het vooral om de rituelen in het
dagelijks leven waarvan de hoofdpersoon zich steeds sterker bewust
wordt, een thematiek die in het boek met nogal wat monologues
interieurs wordt uitgewerkt. Curiël transplanteerde het verhaal
naar het eind van de jaren tachtig en handhaafde veel van de literaire
stijlmerken.
Première: 20 april 1989
K-97 minuten
ROSE GARDEN, THE
ook: DER ROSENGARTEN
Fons Rademakers
met: Liv Ullmann (Gabriele Schlüter-Freund), Maximilian Schell (Aaron Reichenbach), Peter Fonda (Herbert Schlüter), Jan Niklas (Pässler, journalist), Kurt Hubner (Arnold Krenn), Hanns Zischler (Prof. Eckert), Gila Almagor (Ruth Levi), Katarina Lena Muller (Tina), Mareike Carriere, Georg Marischka, Nicolaus Sombart, Ozay Fecht, Achim Ruppel, Friedhelm Lehmann, Lutz Weidlich, Peter Kortenbach, Marco Kroger, Hans Jurgen Schatz, Dagmar Cassens, Horst Scheel, Roland Schafer , Uwe Schawz, Rolf Mautz, Martin Hoppe, Helga Sloop, Helmut Kraus, Hans-Martin Stier, Barbara Werz, Sylvia Martin, Andreas Schmidt, Deirdre Fitzpatrick, Ines Fridman, Evelyn Kussmann, Ute Brankatsch, Jean-Theo Jost
Amerikaans-Duits-Nederlandse co-produktie. Scenario van de Oostenrijker
Paul Hengge. De Duitse advocate Gabriele moet een oude man verdedigen. De man heeft op een vliegveld een oude Duitser aangevallen, die een onfris oorlogsverleden heeft. De aanvaller heeft in een concentratiekamp gezeten en is twee zusjes kwijt geraakt; de één is dood, van de ander is niets bekend. De zusjes maakten deel uit van een groep van twintig kinderen die in koelen bloede werden vermoord. De oud-nazi spant een proces aan tegen zijn aanvaller. THE ROSE GARDEN gaat over de moord op de kinderen van de Bullenhuser Damm, die onder leiding van Strippel, Obersturmführer
van het concentratiekamp Neuengamme, op de verjaardag van Hitler werden opgehangen, terwijl de oorlog op 20 april 1945 bijna was afgelopen. De kinderen, tussen vijf en twaalf, waren gebruikt voor medische experimenten.
Ze kregen tuberculose-bacillen toegekend, om na te gaan hoe mensen daarop reageerden en moesten uit de weg geruimd omdat Britse troepen de stad introkken. In 1976 werd Strippel vrijgesproken. In 1985 liep de tweede juridische poging spaak wegens de zwakke gezondheid van Strippel. De man -in de film Krenn genaamd- die deze veelvoudige
moord op zijn geweten heeft, leeft nog steeds en de film eindigt dan ook met: 'This film is fully fictious, but resemblance to people dead or alive is no coincidence. The childkilling actually took place'. Muziek: Egisto Macchi. Montage: Kees Linthorst. Regie-assistent: Lili Rademakers. Opgenomen in Berlijn, Frankfurt en Hamburg in 8 weken. Budget: vijf miljoen dollar. Hoewel de film in Duitsland speelt wordt er Engels gesproken. De film was in augustus 1989 voor het eerst te zien tijdens het Noorse filmfestival in Haugesund, kreeg een matige recensie in Variety, had weinig succes in Los Angeles waar hij in december 1989 in première ging. Actrice Liv Ullmann kreeg een Golden Globe voor haar rol van de Duitse advocate, die een oude man moet verdedigen. Zeer slecht ontvangen bij de Nederlandse pers. Hans Kroon in 'Trouw' van 8 februari 1990: "Zeker, ook een Oscar-winnaar mag af en toe een lor van een film afleveren. We zouden Rademakers THE ROSE GARDEN dan ook snel kunnen vergeten. Ware het niet, dat deze film een ontknoping heeft, die in 1990 echt niet meer kan. (...) Alsof hij de 45 jaar na de oorlog niet meemaakte, probeert Rademakers hier met de ordinairste dramatische trucs bij het publiek afschuw voor de oorlog bij te brengen. Dat maakt THE ROSE GARDEN tot een wel heel gênant brevet van onnozelheid en wereldvreemdheid." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 8 februari 1990: "(...)een pijnlijk oppervlakkige en onhandige film. (...) een tv-film zonder allure (...) het onderwerp is te belangrijk en ligt te gevoelig om een zo domme en clichématige benadering te kunnen verdragen." Frans Kotterer in 'Het Parool' van 8 februari 1990: "Zijn film wankelt lange tijd tussen falen en slagen en gaat in de slotfase uiteindelijk reddeloos onderuit. Met als belangrijkste oorzaak bombast - in het acteren, de beelden en de muziek. (...) De voertaal had, juist met dit onderwerp, natuurlijk Duits moeten zijn. De grootste fout maakt Rademakers echter tegen het eind, als hij de grenzen van de goede smaak en eerlijkheid overschrijdt en verzandt in grof effectbejag. (...) Hij heeft het gruwelijke verhaal verbeeld in een flash-back. En dus zit je te kijken naar gespeelde gruwelijkheden met de bekende, iets te gezond ogende acteurs en actrices. En opeens weet je het weer: ach, het is maar film. En bovendien valse film." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 8 februari 1990: "er valt wel wat op aan te merken, maar zo slecht kan de film niet zijn wanneer ik er met een brok in mijn keel vandaan kom. Voor een 'gewone', traditionele, ouderwetse Hollywood-produktie is THE ROSE GARDEN een technisch uitstekende, sterk gespeelde en bekwaam vertelde film, met bovendien een gegeven dat minstens zo aangrijpend is als bijvoorbeeld dat van het overal zo bejubelde SOPHIE'S CHOICE met Meryl Streep. (...) Er zijn momenten waarop in de oude Hollywood-fout vervalt door emoties nog eens extra te onderstrepen met een op dat moment storend vioolaanzetje of door een volstrekt overbodig detail toe te voegen (...) Ook is het verloop van het verhaal nogal voorspelbaar, zit de rechtszaak vol cliché's en zijn enkele personages niet al te sterk uitgewerkt (zoals de gescheiden vader van het meisje). Maar er is geen enkele aanleiding om deze zwakheden aan te grijpen voor een vernietigend oordeel. THE ROSE GARDEN is hecht geconstrueerd, heel soepel gemonteerd door Kees Linthorst en met name Schell bewijst weer eens het gevoel voor acteren en dus acteursregie dat Rademakers heeft. (...) er is geen enkele Nederlandse regisseur die zo'n degelijk melodrama zo vakkundig had kunnen vertellen. THE ROSE GARDEN drijft op het verhaalthema, het spel en de persoonlijkheid van Rademakers. Eerdere en veel slechter films van hem hebben wel eens een groter, soms onverdiende positieve, reclame gehad." De op video uitgebrachte versie is bijna 31 minuten ingekort.
Première: 8 februari 1990 (11 theaters)
K-112 minuten
SAILORS DON'T CRY
Marc Didden
met: Hilde van Mieghem (Hilde), Josse de Pauw (Guy), Johan Leysen
(Paul), Din Meysmans (Styn), Hilde Wils (Anna)
Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Marc Didden en Annemarie
Vandeputte, gebaseerd op een verhaal van Annemarie Vandeputte.
Kort na de geboorte van haar zoontje Styn wordt Hilde in de steek
gelaten door haar man Paul. Hij gaat varen. Hilde werkt als barjuffrouw
in een zeemanscafé aan de haven. Zij heeft een relatie
met Guy, een stugge man met als grote hartstocht motorfietsen.
Guy en Styn kunnen het goed met elkaar vinden. Hilde's vriendin
Anna heeft veel desillusies in haar leven gekend. Op een dag duikt
Paul weer op. Er ontstaan spanningen met Hilde en ook met Guy.
Styn is er zich als achtjarige goed van bewust wat er gaande is.
Om wat meer tijd voor elkaar te hebben besluiten Hilde en Guy
de jongen op een kostschool te plaatsen. Ze trekken er vervolgens
samen op uit en belanden in een motel, waar het tot een knallende
ruzie komt. Hilde slaat Guy met een asbak bewusteloos en gaat
terug naar huis. Inmiddels is Styn van huis weggelopen. Hij zoekt
Paul die een zeilboot heeft gebouwd. Hilde voegt zich bij hen
en gedrieën kiezen zij het ruime sop, nagestaard door Guy
die op zijn motor met Anna achterop naar het strand is gereden.
Muziek: Raymond van het Groenewoud. Titelsong gezongen door Els
Helewaut. De film is opgenomen op het brede strand van Rockanje,
op een Rotterdamse kade en een Rotterdamse studio waar ook het
exterieur van het Belgische café werd opgetrokken. Din
Meysmans was bij de opnamen nog geen zeven jaar jong. Goed ontvangen.
Première: 8 juni 1990
K-100 minuten
THEO EN THEA EN DE ONTMASKERING VAN HET TENENKAASIMPERIUM
ook: THEO & THEA AND THE SEVEN DWARFS
Pieter Kramer
met: Arjan Ederveen (Theo), Tosca Niterink (Thea), Marco Bakker
(Marco Bakker), Adèle Bloemendaal (Brigitta Berger), Leny
Breederveld (Magda), Beppie Melissen (Ingrid), Cecile Heuer (mevr.
De Vries), Paul van der Lec (Van Zwieten), Henry Guns (Domme Blonde),
Olga Zuiderhoek (Edith), Kees Prins (André), René
Groothof (Frits), Germaine Compier (Titiana Venduta), Mike Meyer
(Franz), Anita Heins (Fiona de Frima), Jannie Baay (koningin Beatrix),
Loes Luca (masochistische huishoudster), Michiel Drommel (studio-opnameleider),
Gaston B. Buyckhuysse (jazzclubeigenaar), Trudie (de hond Trudie),
Bobby (de hond Ronnie), Will Simon (special appearance), Gerard Joling (NIET de knappe prins)
Scenario: Arjan Ederveen en Tosca Niterink. Theo en Thea (bekend
van de VPRO zondagochtend jeugdtelevisie) willen het sprookje
van Sneeuwwitje op hun eigen wijze verfilmen. De opnamen vinden
plaats in een museum. Theo en Thea spelen aanvankelijk de koning
en koningin van Oranje Nassi. Er ontstaat onenigheid met personeelsleden
van het museum, maar die wordt opgelost als zij in de film mogen
meespelen. De scène waarin Thea als koningin de tweeling
Sneeuwwitje baart en zelf in het kraambed overlijd, kan nu zonder
problemen worden opgenomen. Thea en Theo zijn de tweeling Sneeuwwitje.
Een ernstiger probleem vormt het afzeggen van Gerard Joling, die
de rol van prins zou spelen. Na enig dubben komt men op Marco
Bakker als vervanger van Joling. Theo en Thea benaderen de operettester,
maar die wil niets van hen weten. Dan besluiten de twee zich voor
te doen als de vrouwelijke producenten van de film. Daarvoor moet
Theo in travestie. Aangezien Marco Bakker valt op middelbare dames
die op grote voet leven, raakt hij gecharmeerd van Theo. Dit tot
groot verdriet van Thea. Na een screentest aan de Van Boetzelaarstraat
17, waarvan de bewoners door Theo en Thea onder valse voorwendsels
richting tv-studio Aalsmeer worden gestuurd, krijgt en neemt Marco
Bakker de rol. Omdat Marco precies op tijd dat de opnamen voor
de film plaatsvinden een tv-opname in Oostenrijk heeft, neemt
hij de hele filmploeg mee naar Oostenrijk. Daar onthult Theo hem
zijn ware identiteit. Marco zoekt troost bij zijn vriendin Brigitta,
die een kasteel bewoont. Brigitta heeft tegen de liefde gekozen
en voor geld en macht. Via een bepaalde kaassoort, die zij ontwikkelt
met behulp van Marco Bakker, een koor van opera- en operettezangeressen
en haar eigen teennagels, doet zij zelfs een greep naar de wereldmacht.
Maar Thea en Theo steken daar een stokje voor en turnen de heks
zelfs om tot een goede fee. Als beloning mogen de twee thee drinken
bij de koningin, die bij de gelegenheid verzucht: 'Ik wou dat
ik zulke lieve kinderen had'. Muziek: Patty Trossèl, Marina
Bodbijl. Ruim twee jaar voor de première vroeg Laurens
Geels het televisieduo een script te schrijven voor een speelfilm
van anderhalf uur. Geels vond het script niet verfilmbaar, want
te ingewikkeld. Kees Kasander dacht daar anders over en produceerde
deze film. Niterink en Ederveen hadden hun script met storyboard
en al, al helemaal rond de figuur van Marco Bakker geschreven,
zonder te weten of hij er wel voor zou voelen. Kosten film: 1,4
miljoen gulden. Met titelsequentie in zelf ontworpen letters met veel goudbrokaat. De aftiteling werd door Ruud van Empel met de hand geschreven, in kinderhandschrift met veel koninklijke krulletters en talrijke doorhalingen en verbeteringen. Gouden hart van de stad Rotterdam. Frans Kotterer in 'Het Parool' van 14 december 1989: "De bezoeker aan THEO EN THEA EN DE ONTMASKERING VAN HET TENENKAASIMPERIUM is bij voorbaat gewaarschuwd. Hem wachten verschrikkingen als ondraaglijke pijn in de kaken, een stalen klem op het middenrif en schier onvoorstelbare fysieke uitputting. Het zijn allemaal symptomen van wat in de medische wereld bekend staat als een derdegraads lachsyndroom. (...) Grote humor gedijt alleen maar als de komieken in de onmiskenbare chaos een ijzeren zelfdiscipline op kunnen brengen. (...) een aaneenschakeling van flauwe, melige en uiterst grappige humor. Daarnaast is het ook nog eens een goed gemaakte film. (...) die recht doet aan het aanwezige talent. (...) De filmliefhebber kan, tussen de tranen door, allerlei verwijzingen ontdekken nar bestaande genres zoals de Dracula-films. Plus een briljante verwijzing, die tegelijk persiflage is, naar THE SOUND OF MUSIC (...) Eén van de meesterwerkjes in de film is het bezoek aan koningin Beatrix. (...) het is verstandig van tevoren even aan de fysieke conditie te werken." Nummer 17 over 1989, 209.040 bezoekers. Nummer 30 over 1990, 131.750 bezoekers. Totaal: 340.845 bezoekers.
Première: 15 december 1989
K-106 minuten
TROUBLE IN PARADISE
ook: DE ONHEILSBODE
Robbe de Hert
met: Beatie Edney (Ann Kusters), Peter Firth (Adrian), Freark
Smink (Freddy de Jonge), Carl Huybrechts (Carl), Eric Schneider
(Eric Kusters), Gees Linnebank (Johan van Zuylen-Worms), Jasper
de Moor (Dirk), Rik Hancké (Jean-Pierre Miro), Patty Pontier
(Myrthe, secretaresse Kusters), Edmond Classen (Paul de Vos),
Jack Coulter (Jack, chauffeur), Alexandra Vandernoot (Francine),
Monika Dumon (Claire), Peter Hoeksema (Anton Meijer), Sonja Barend
(hoofdredacteur), Adriaan van Dis (maître d'hotel), Cees
van Ede, Thijs Ockersen, Marina de Vos, Chiem van Houweninge
Belgisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Chiem van Houweninge,
Robbe de Hert. Ann Kusters, een tolk bij het Europese Parlement
en vrouw van de Rotterdamse scheepsmagnaat Eric Kusters, heeft
een relatie met een Frans lid van het Europese Parlement. Die
werkt in het geheim aan een onderzoek naar de betrokkenheid van
de lidstaten bij de illegale wapenhandel. De op de radicale actiegroep
Onkruit gebaseerde groep Redpeace dreigt foto's van het intieme
samenzijn van Ann Kusters en het Franse parlementslid aan Eric
Kusters te sturen als Ann hen niet geheime documenten van het
geheime wapenhandelonderzoek toespeelt. Als daarna het Franse
parlementslid wordt vermoord, zoekt Ann Kusters contact met een
oude vriend, een Belgische journalist. Samen met een Nederlandse
collega die al langer achter de internationale wapensmokkel aanzit,
probeert de Belgische journalist Carl het complot te ontrafelen.
Het spoor voert via Straatsburg, Antwerpen, Caïro, en Den
Haag naar Rotterdam, naar Ann's echtgenote, Eric Kusters. Eric
Kusters stapt in zijn auto om te vluchten, draait het contactsleuteltje
om en wordt opgeblazen door een bom. Muziek: Jack van Poll (ook
gespeld als Van den Poll). Na veel moeilijkheden om de film gefinancierd
te krijgen, slagen Luc Pien en Otto Wobma er pas in om voldoende
geld te krijgen, als Wobma in contact komt met de Amerikaanse
firma JP Four die, op voorwaarde dat er een Engelse versie komt
en er internationale sterren worden aangetrokken, een fors bedrag
wil fourneren. Terwijl de opnamen vorderen, waarbij eerst wel
en toen weer niet en uiteindelijk toch in het Europese Parlement
mag worden gefilmd, blijkt dat de Amerikaanse geldschieters niet
met hun geld over de brug komen. De produktie raakt in grote moeilijkheden
en crew en cast dreigen op te stappen. De film zou op 16 juni
1988 in Straatsburg in première gaan, maar is dan nog niet
af. Het negatief ligt op dat moment in de kluis van een Nederlands
laboratorium en het wachten is op het betalen van de rekeningen
van acteurs, crewleden, het laboratorium en anderen. Uiteindelijk
slagen de producenten er toch in geld voor onbetaalde rekeningen
en de afwerking van de film bijelkaar te krijgen en de film in
het voorjaar van 1989 in de bioscoop te brengen.
Première: 25 mei 1989
K-97 minuten
VERHAAL VAN KEES, HET
André van Duren
met: Herman Veerkamp (Kees), Herman Finkers (vader), Nelleke Zitman (moeder), Sandy Käveker (Tineke), Frank Groothof (Gerrit), Henny Voerman (Dieka), Ezra Davidson (David), Laus Steenbeeke
Scenario: Willem Wilmink en scripteditor Peter van Gestel. Twente, tijdens de zomer van 1944. Kees, een tienjarige jongen, kan de bombardementen op
zijn woonplaats niet langer verdragen. Hij verhuist naar het platteland om tot rust te komen. Op de boerderij gaat er een wereld voor de stadsjongen open. Hij leert de vijftienjarige Dieka en gekke Gerrit kennen, speelt met zijn joodse vriendje David en vergeet de oorlog... Produktie: Dieke van Waveren. Willem Wilmink, zelf van Twentse origine, nam zijn eigen jeugdherinneringen als uitgangspunt voor de film. "De oorlog speelt op de achtergrond", zegt hij. "Voorgrond is de betoverende kinderwereld. Er zit ook iets in van het paradijs, waar iedereen van droomt. In dit geval is dat de boerderij, het leven op het land." Voor televisie gemaakte film. Voor het eerst vertoond op NCRV televisie op zaterdag 15 april 1989 (op Nederland 1 van 21.02-22.02 uur). Eervolle vermelding door de Stichting Nipkow 1998. Geselecteerd voor '30e Festival International de Television de Monte-Carlo 1990'. Geselecteerd voor 'The Banff Television Festival 1990' in Canada.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-62 minuten (16 mm)
VINCENT & THEO
ook: VINCENT EN THEO/VINCENT ET THÉO
Robert Altman
met: Tim Roth (Vincent van Gogh), Paul Rhys (Theo van Gogh), Johanna
ter Steege (Jo Bonger), Vladimir Yordanoff (Paul Gauguin), Jip
Wijngaarden (Sien Hoornik), Anne Canovas (Marie), Jean-Pierre
Cassel (Dr. Paul Gachet), Bernadette Giraud (Marguerite Gachet), Adrian
Brine (uncle Cent), Adelheid Roosen, Hans Kesting (Andries Bonger), Jean Francois Perrier (Leon Bouscod), Vincent Vallier (René Valadon)
Engels-Frans-Nederlands-Westduitse co-produktie. Scenario: Julian
Mitchell. Op een veiling bij Christie's in Londen verwisselt Vincent
van Gogh's 'Zonnebloemen' voor 22,5 miljoen Engelse ponden van
eigenaar. Ruim honderd jaar daarvoor bijt de aankomend kunstenaar
nerveus op zijn pijp. Vincents domineecarrière in de arme
Belgische mijnstreek de Borinage is mislukt. Nu wil hij schilder
worden, zo vertrouwt hij zijn broer Theo toe. Vincent gaat naar
Den Haag, waar hij familie in de kunsthandel heeft. Hij neemt
er lessen en ontpopt zich al snel als een kunstenaar die koppig
zijn eigen weg zoekt. Hij gaat samenwonen met Sien, een voormalige
prostituée, die vaak voor hem model staat. Na een jaar
komt het tot een breuk. Broer Theo heeft in Parijs een kunsthandel
en haalt Vincent over naar de Franse hoofdstad te komen. In Parijs maakt Vincent
kennis met de impressionisten. Toch wordt hij in die kringen niet echt geaccepteerd.
Hij blijft een buitenstaander. Alleen Paul Gauguin neemt het voor
hem op. Het is het begin van een vriendschap die veel voor Vincent
zal betekenen. Vincent vertrekt naar het zuiden, naar Arles. Gauguin
voegt zich bij hem. Samen schilderen ze in de brandende zon. Vincent
werkt als een bezetene en maakt het zichzelf en zijn omgeving
steeds moeilijker. Hij bedreigt Gauguin en tijdens een uitbarsting
snijdt hij zich uit wanhoop met een scheermes in zijn oor. Bang
voor nieuwe aanvallen laat hij zich opnemen in een zenuwinrichting
in Saint Rémy. Zijn broer Theo, intussen getrouwd met de
Zeeuwse Jo Bonger, trekt zich het lot van zijn broer steeds meer
aan. Na zijn herstel vindt Vincent onderdak bij dr. Gachet in
Auvers-sur-Oise. Tijdens het schilderen van het 'Korenveld met
Kraaien' staat hij op, loopt een eindje het veld in en schiet
zich een kogel in het lijf. Twee dagen later sterft hij. Theo
is ontroostbaar. Hij kwijnt weg en overlijdt een jaar na zijn
broer. Muziek: Gabriel Yared. Art direction: Dominique Douret
(Frankrijk), Ben van Os en Jan Roelfs (Nederland).
Montage: Francois Coispeau en Geraldine Peroni. Camera: Jean Lepine. Producent: Ludi Boeken. Engels gesproken.
Vincents domineeachtergrond is in de film geheel verdonkeremaand.
Tevens tv-serie van vier maal 50 minuten. Engels gesproken.
Première: 27 april 1990
K-130 minuten
WEER-BERICHT
ook: WEATHER FORECAST
Barbara Meter
met: Conny Brak, August Willemsen, Heidi Vreugde, Richard Boulez,
Carolien Heikens, Debby Kowsoleea, Joost (Bep) Mous, Corrie de
Boer
Scenario: Barbara Meter. Het gedicht 'De moeder en de vrouw' van
Nijhoff brengt een aantal mensen ertoe naar de oever van de Waal
te gaan en daar in het zicht van de brug van Zaltbommel te picknicken.
Een vrouw en een man ruziën wat aan de afwas. Een man stofzuigt.
Drie vrienden stappen min of meer in travestie over de stoep van
een straat. Een meisje vertelt over haar dromen. Een aantal mensen
steken een weide over waar geen einde aan lijkt te komen. Een
man zet ongezouten verrukkingszout weg. Off screen zegt een vrouwenstem
teksten als: 'Zij kwamen bijeen om de belevenissen van de dag
nog eens te beleven', 'Het water blijft altijd hetzelfde', 'Wat
je verwacht gebeurt niet, maar toch gebeurt er wel iets onverwachts',
'Een weide oversteken is een eindeloos karwei, want je hebt geen
houvast in die vlakte' en 'Hij kwam om zware woorden en ongezouten
verrukkingszout op hun plaats te zetten'. Muziek: Hugo van Nes.
Première: 21 september 1989 (Nederlandse Filmdagen)
K-73 minuten
WILDE HARTEN
ook: WILD HEARTS
Jindra Marcus
met: Alexandra van Marken (Alison), Han Oldigs (Quinten), Herbert
Flack (Martin), Wim van Rooij (Primo), Frank Schaafsma (Tommie),
Joop Doderer (Ormas), Andrea Domburg (Dora), Tom de Ket, Yorrick
van Wageningen (handlangers), Dries Smits, René van Asten,
Fred Florusse (cabaretiers), Hein Boele (choreograaf) Tingue Dongelmans
(verpleegster), Ronald Beer (arts), Rob Fruithof (journalist),
Ab Abspoel (politieman in ziekenhuis), Rita Veth (Heilssoldate),
Fred Vaassen (eigenaar strandtent), Coen van Vrijberghe (visser/afficheplakker),
Marnix Kappers (makelaar), Rosita Steenbeek (hoertje)
Scenario: Jindra Markus. Alison, een jonge, mooie vrouw, is hard
op weg een ster te worden in de showbizz. Haar impressario Martin
heeft haar weggehaald uit de wereld van de kleine theatertjes
en gaat haar nu 'groot' brengen. De tamelijk louche impressario
heeft een jongere broer, Quinten, die ook niet helemaal zuiver
op de graat is. Hij is verslaafd aan coke en pillen en financiert
dat door banken te beroven en valse cheques in te wisselen. Alison
en Quinten ontmoeten elkaar voor het eerst bij het afscheidsoptreden
van Alison en haar oude theatergroep. Alison betrapt Quinten terwijl
hij wat binnenzakken rolt, maar ze houdt haar mond. Het komt tot
een tweede ontmoeting op het strand, waar Quinten zich schuilhoudt
voor de politie. Opnieuw verraadt Alison hem niet en er ontstaat
een gepassioneerde verhouding tussen de twee. Quinten voorziet
Alisons huis van nieuwe meubels en niets lijkt hun geluk in de
weg te kunnen staan. Maar Quintens coke-dealer doet opnieuw een
beroep op hem en intussen probeert Martin Alison geld af te troggelen.
Bij een bankoverval die Quinten pleegt met enkele maten schiet
een van hen Quintens vader Ormas, die toevallig aanwezig is in
de bank, neer. Op zijn sterfbed vertelt Ormas aan Quinten dat
hij niet zijn echte vader is. Ook Quinten belandt in het ziekenhuis.
Door zijn ongezonde manier van leven heeft zich een tumor in zijn
hoofd ontwikkeld. Bij de operatie gaat iets fout, waarna Quinten
met opgezwollen hoofd en lichaam verder moet. Hij probeert het
opnieuw met Alison, maar dat loopt op niets uit. In een laatste
poging om nog iets van zijn leven te maken verhindert Quinten
dat Martin er met Alisons geld vandoor gaat. Als gevolg van die
actie komt hij om het leven tussen de draaiende reclamezuilen
bovenop het theater waar Alisons show wordt voorbereid. Muziek:
Michiel Jansen, Erik Brusse. Titelsong door Alexandra van Marken.
Tijdens de opnameperiode bleek al dat er veel te weinig dagen
waren om alles uit het script in beeld te brengen. Halverwege
de produktie werd er derhalve geschrapt. Zeer slecht ontvangen
bij de pers. 13.926 bezoekers.
Première: 1 september 1989
K-103 minuten
ZWERFSTERS
ook: TRAVELLING LIGHT
Marja Kok
met: Loudi Nijhoff (Louise), Catherine Holland (zwerfster), Catherine
ten Bruggencate (Catherine), Helmert Woudenberg (Jaap), Liesbeth
Coops (Ineke), Peer Mascini (Leo), Margreet Blanken (Martha),
Cas Enklaar (Romein), Annemarie Prins (schooljuffrouw), Mauricio
Rubinstein, Floris de Rijke, Thijs Bayens, Frans van Lier, Jan
Woudenberg, Gijs ten Kate, Ana Wessel
Scenario: Marja Kok. Louise is een oude, nette vrouw uit Amsterdam-Zuid.
Zelfstandig leeft ze met haar twee bejaarde katten op een etage.
Ze heeft een goed contact met haar familie, met dien verstande
dat die ook hun eigen gang gaan; door middel van een antwoordapparaat
vangt Louise boodschappen op van haar dochter Catherine. Natuurlijk,
ouderdom komt met gebreken. Alles gaat niet meer zo vlot als vroeger,
vrienden en vriendinnen zijn dood en begraven, maar het ergste
is wel haar vergeetachtigheid. Zo vergeet Louise, als ze na een
zondagmiddagdutje een stukje gaat wandelen, haar huissleutels.
Ze kan niet meer naar binnen en ook alle slotenmakers zijn dicht.
Doelloos zwerft ze door de stad. Steeds wordt haar pad gekruist
door een zwerfster die in alle opzichten van Louise verschilt.
Ze volgt de intrigerende figuur door de stad. Samen steken ze
zo het IJ over met de pont en uiteindelijk maakt Louise een praatje
met de zwerfster. Nog steeds kan Louise haar huis niet in, dus
besluit ze het voorbeeld van de zwerfster op te volgen en brengt
de nacht door op een parkbankje. Dat bevalt boven alle verwachtingen
wonderwel. Thuis blijken de sleutels gewoon in het slot, maar
de katten zijn weg. Vreemd. Wanneer haar familie op bezoek komt,
negeren ze haar. Langzaam dringt het tot Louise door dat de zwerfster
gelijk had. Eerst met grote tegenzin moet ze bekennen dat ze allang
dood is. Haar ziel zal ook door de stad blijven zwerven en dat
is nog niet eens zo'n slecht vooruitzicht. Muziek: Rob Boonzajer
Flaes, Paul Prenen. Laatste rol van de in 1900 geboren Loudi Nijhoff.
De film was aanvankelijk geschreven over Loudi Nijhoff, maar zij
was het daar niet mee eens, dus is er in overleg een personage
ontwikkeld naast de werkelijkheid en is Loudi Louise geworden.
ZWERFSTERS is een produktie van De Vereniging VideoDrama; de film
is op 16 mm opgenomen, maar wel op video gemonteerd.
Première: 20 april 1989
K-70 minuten
1990
ALISSA IN CONCERT
Erik van Zuylen
met: Frances-Marie Uitti (Alissa), Michael Matthews (Justice),
Pim Lambeau (oude dame), Guido Lauwaert (ceremoniemeester), Johan
Leysen (ziekenbroeder), Hans Veerman (huisbaas/koopman), Trudy
de Jong (vrouw), Gonnie de Regt, Jan Steen (livreiknecht), Victor
Reinier, Emile Seghers, Robert Mauricio, Martin Bakker, Henri
Kalb, Henk Lux, Paul Vink, Peter van Gameren, Jacques van Heijningen,
Fred van der Hilst, Theo Hensen, Carel Alphenaar
Scenario: Erik van Zuylen. Een vrouw is koortsachtig op zoek naar
haar geliefde. Ze heet Alissa en bespeelt de cello, een instrument
dat ze gedurende de hele zoektocht met zich mee torst. Alissa
laat zich nog het best vergelijken met de mythische Orpheus die
in zijn wanhoop zijn geliefde Eurydice volgt tot in het dodenrijk.
In haar speurtocht belandt Alissa in angstige en surrealistisch
aandoende situaties. Situaties die ze zelf door de magie van haar
spel lijkt op te roepen. Haar geliefde Justice (Engels voor rechtvaardigheid)
lijkt die liefde niet te delen. Overal waar Alissa opduikt is
hij zojuist verdwenen. Alissa zoekt haar geliefde tussen de baren
in een als mortuarium dienstdoende balzaal. Later betreedt ze
die balzaal opnieuw. Dan schuifelt ze schuchter tussen groteske
balgasten om haar opwachting bij een oude adellijke dame te maken,
die haar sommeert om te doen waarvoor ze gekomen is, nl. spelen.
Zeker niet elke handeling doet Alissa in hogere sferen belanden,
haar zoektocht drijft haar naar banalere sferen. Zo ontmoet ze
een druivenkoopman die een kamer aan Justice blijkt te verhuren.
Justice echter verzuimde de huur te betalen, waardoor de man Alissa's
cello als betaling wenst. Niemand dan Alissa haalt echter zulke
zoetgevooisde klanken uit het instrument. Wanneer ze het instrument
weer heeft weten terug te krijgen, betovert ze met haar magische
klanken het gezelschap, waarna ze veilig de aftocht kan blazen.
Tegen het einde blijkt definitief dat Alissa alleen in haar liefde
staat. Dan zet een Amerikaanse neger in enkele heldere lijnen
uiteen hoe zijn relatie met de vrouw verging, hoe deze afliep
en hoe dat hem verder koud liet. Muziek: Frances-Marie Uitti.
Camera: Alejandro Agresti. Eerder was de film 'Alissa in concert'
onderdeel van een theatervoorstelling die door het land trok.
In die voorstelling becommentarieerden de hoofdrolspeelsters,
celliste Frances-Marie Uitti en Michael Matthews, vanaf het podium
de scènes op het witte doek.
Première: 5 oktober 1990
ZW-75 minuten
AVA & GABRIëL - UN HISTORIA DI AMOR
Felix de Rooy
met: Nashaira Desbarida (Ava Recordina), Cliff San-A-Jong (Gabriel
Goedbloed), Theu Boermans (Father Fidelius), Carol Brown Winkel
(Carlos Zarius), Dolf de Vries (Bishop Hildebrand), Geert de Jong
(Louise van Hansschot), Edmond Classen (Governor van Hansschot),
Frederik de Groot (Pieter van Knippenveld), Janine Vieren (Elise
van Knippenveld), Serge Ubrette (Maurice), Rina Penso (Shon Arlina
Recordina), Norman de Palm (Shon Francois), Burny Every (Shon
Carolina), Ana Muskus (Farida), Helen Kamperveen (Delia), Truus
Dijk (Mother Superior), George Curiel (Shon Union Hernandez),
Willy Westermann (Mieke Herandez), Fifi Rademaker (Shon Bonheer),
Hetty Oster (Mrs. Bonheer), Corrie van Heijningen (Leonora Zarius),
Chopi van der Ree (Fete Zarius), Nadelia Walfenzao (Claudette
Zarius), Jasper de Windt (Pieter Paul Zarius), Alexander Ventura
(El Testigo), Gerda Gosepa (Mimi Resado), Marjorie Petrona (Yuya
Bokadushi), Leendert Hogerwerf (Bishop's secretary), Ifna Isenia
(sister Angela), Mercedes Winkel (sister Felicité), Gilbert
Sparen (Hooligan)
Scenario van Norman de Palm naar een verhaal van Felix de Rooy.
Curaçao, eind jaren veertig. Op verzoek van pastoor Fidelius
arriveert de Surinaamse schilder Gabriël Goedbloed uit Nederland
om een muurschildering te maken van de heilige maagd Maria. Gabriël
kiest de donkere, jonge onderwijzeres Ava Recordina om model te
staan voor de Madonna, tevens begint hij een verhouding met haar.
De lokale bevolking en de bisschop zijn geschokt, maar de pastoor
zwicht uiteindelijk voor het idee. Inmiddels wordt er rondom Gabriël
een web van spanningen gesponnen waarin de vrouw van de gouverneur
een rol speelt: zij wil zowel de schilder als zijn werk aan haar
collectie toevoegen. Wanneer zijn schilderij van haar ten overstaan
van vele notabelen onthuld wordt, blijkt dat Gabriel de vrouw
prominent heeft afgebeeld met een ontsierend litteken. Ondertussen
gaat het werk aan het fresco door, maar stapelen de problemen
zich op. Op Koninginnedag, 31 augustus 1948, bereiken spanningen
en intriges een climax. Zo komt de verloofde van Ava, politiechef
Carlos, achter de ontrouw van zijn vriendin Ava en tuigt Gabriel
af. Ava zelf is ondertussen het middelpunt van een actieve heiligenverering
geworden, die onstond na merkwaardige verschijnselen in de kerk.
Dan grijpt bisschop Hildebrand in. Hij gelast dat het werk aan
de muurschildering gestopt wordt en dat de kunstenaar zijn biezen
pakt. Terwijl Gabriel zich opmaakt voor vertrek, wordt in de kapel
zijn fresco witgekalkt. Muziek: Roy Louis, Ced Ride. De hoofdrol is voor de dan 21-jarige Antilliaanse Nashaïra Desbarida, die sinds haar 15e in Nederland woont. Zij reageerde op aanraden van haar zus op een advertentie uit de krant. NCRV's Paperclip: "De film kunnen we helaas niet van harte bij je aanbevelen. Het verhaal is warrig, de acteerprestaties zijn wisselend en de film verondersteld bovendien een brede kennis van de cultuur en geschiedenis van Curaçao". Speciale Juryprijs tijdens de Nederlandse Filmdagen 1990.
Première: 9 november 1990
K-100 minuten
CITY LIFE, THE INTERNATIONAL EPISODE FILM
Alejandro Agresti/Gabor Altorjay/José Luis Guérin/Krzysztof
Kieslowski/Clemens Klopfenstein/Tato Kotetishvili/Ousmane William
M'Baye/Eagle Pennell/Carlos Reichenbach/Dick Rijneke & Mildred
van Leeuwarden/Mrinal Sen/Béla Tarr
met: diverse acteurs uit vele landen
Scenario: naar een idee van Dick Rijneke en Mildred van Leeuwarden
en filmcriticus Jan Heijs. Twaalf-luik over modern leven in steden
over de gehele wereld. Aan bod komen: het stedenconglomeraat in
Nederland, Tbilisi in de Sovjet-republiek Georgië, Sao Paolo
in Brazilië, Houston in de Verenigde Staten, Warschau in
Polen, Buenos Aires in Argentinië, Boedapest in Hongarije,
Hamburg in Duitsland, Barcelona in Spanje, Dakar in Senegal, Bevagna
in Italië en Calcutta in India. Elke episode duurt ongeveer
20 minuten. Het doel van de film is een impressie geven van de
snelle veranderingen in de moderne maatschappij. Als verbindend
principe is gekozen voor het lichten van de legendarische Titanic,
maar ook de toren van Babel speelt met zijn spraakverwarring een
belangrijke rol. Motto van de film (afkomstig uit het werk van
de Italiaanse schrijver Italo Calvino): 'Steden, net als dromen,
zijn opgebouwd uit verlangens en angsten, ook al is de draad van
hun verhaal geheim, zijn hun regels absurd, de perspectieven bedriegelijk,
en verbergt iedere zaak een andere zaak'. De Nederlandse Argentijn
Alejandro Agresti levert een humoristisch verhaal, A SHORT STORY
ABOUT NOTHING/UNA HISTORIA BREVE SOBRE NADA, waarin hij het imago
van de swingende vrijgezel in de grote stad (elke dag is een avontuur,
je moet het alleen willen grijpen) ontzenuwt. Met: Quique Morales,
Lidia Lugo. K-10 minuten. Dick Rijneke & Mildred van Leeuwarden
leveren URBAN JUNGLES/RANDSTAD: In een kantoor (het Van Nelle
gebouw in Rotterdam) strooit een vrouwelijke yuppie (Carla Mulder)
haar wufte beschouwingen omtrent de hedendaagse stadsontwikkeling
rond. Daar tegenover volgen we in een metrocoupé het treiterige
gekwetter van een groepje doelloos rondhangende jongeren. Met:
Carla Mulder, Bert van der Kruk. K-20 minuten. De elf regisseurs
zijn geselecteerd in overleg met Hubert Bals, directeur van het
Filmfestival Rotterdam. Muziek: Zbigniew Preisner. Vanuit Rotterdam
geproduceerd. Zes jaar lang is er aan deze film gewerkt. Getz
World Peace Prize 1990 te Chigago op het International Film Festival.
Gold Jury Award op het 25ste filmfestival van Houston 1992. British
Samuelson City Experience Film Award. Onderscheiding van de USSR
Filmmakers Unie 1991.
Première: 25 januari 1990
K-240 minuten
GROT VAN PLATO, DE
Joris Baudoin/Douwe Jan Wiersma
met: Gordon Eccles (Gordon), Immanuel Derks (Broetske), Wouter
Krijbolder (Wouter), Pauline Wolbers (Pauline)
Scenario: Joris Baudoin, Douwe Jan Wiersma, Gordon Eccles. Gordon,
Broetske, Wouter en Pauline zijn vier jongelui in Amsterdam die
zich als geroutineerde werkontwijkers wijden aan de kunst om van
verveling een deugd te maken. Rondtoeren op een oud mobyletje,
proletarisch winkelen, pokeren, biljarten en zelfs een bankoverval
zijn de zaken waarmee zij de tijd doden. Pauline experimenteert
met het schilderen van zwart-witte abstrakten. Ook het gebruik
van drugs is opgenomen in hun levenspatroon. Het is hun wens om
het leven in de marge op een goede dag in te ruilen voor het goede,
het ware, het schone. Bijvoorbeeld een geriefelijk huis, luieren
op het strand of lekker eten en drinken. Dit ideaal kunnen zij
verwezenlijken doordat het schilderij dat Wouter met een partij
poker heeft gewonnen een Van Gogh blijkt te zijn. Vertaling van
Plato's grotparabel naar het alledaagse banale leven van nu, waarin
de grote vraag is of de hoofdpersonen erin slagen te ontsnappen
aan de 'grot'. Opgenomen tussen 1987 en 1990 met een tweedehands
camera en met her en der bijeengesprokkelde restjes 16 milimetermateriaal
leverde dat op den duur een 85 minuten durende film op. Aanvankelijk
zonder geluid, maar toen een distributeur en een paar enthousiaste
vaklui interesse kregen in hun maaksel, kon er muziek en een voice-over-tekst
over heen gezet worden en werd de montage wat aangescherpt. Het
laatste halfuur van de film, als de personages het schimmige bestaan
in hun grot verlaten hebben, is in kleur. Slecht ontvangen.
Première: 7 september 1990
ZW/K-78 minuten
GULLE MINNAAR, DE
ook: THE GENEROUS LOVER
Mady Saks
met: Peter Faber (Peter Heg), Mariska van Kolck (Mascha Silman),
Ian Smith (Tommie), Ella van Drumpt (Kiki), Lieneke le Roux (Oekje),
Sylvia Millecam (Hedda), Lex de Regt, Rik Launspach (Lucas), Adèle
Bloemendaal, Joop Braakhekke, Maarten Spanjer, Herbert Flack (Jimmy),
Ella van Drumpt, Jan Lenferink, Hester van de Vijver, Christiane
Ramseyer, Frank Groothof, Hans Beyer, Chiem van Houweninge, Sylvie
Allard, Merlijn van Veen, Rob Veldhuijsen, Ab van der Linden,
Walter Crommelin, Nelleke Burg, Kees Prins, Duck Jetten, Hugo
Koolschijn, Ursul de Geer, Els Wenink, Monique Emmen, Buffel (de
hond)
Scenario: Rob Houwer, vrij naar 'De feminist' en 'De dag dat de
mayonaise mislukte' van Marjan Berk. Peter Heg verdient zijn brood
als grafisch tekenaar. Zijn vrouw heeft hem verlaten, waardoor
hij alleen staat voor de opvoeding van zijn tienjarig zoontje
Tommie. Peter brengt hem dagelijks naar school. Hij lijkt daarin
niet door vaderliefde gedreven, maar eerder door de ontmoetingen
met de vele hitsige moeders die het allemaal op Peter voorzien
hebben. Op een dag botst Peter met zijn fiets op het kleine autootje
van Mascha. Mascha's ogen zijn omfloerst door liefdesverdriet
en Peter propt zijn fiets in het kleine autootje en neemt robuust
het stuur over. Al op weg naar huis ontdekken de twee dat het
hier liefde op het eerste gezicht betreft en Mascha trekt dan
ook subiet bij Peter in. Mascha presenteert een culinair programma,
maar weet van koude melk nog geen warme melk te brouwen. Peter
daarentegen beheerst de kookkunst als geen ander. Hij zit echter
nog met de erfenis van zijn vorige liefdesleven en de dames laten
zich niet zo gemakkelijk afdanken als hij wel zou wensen. Vooral
de domme, geile Hedda zint op wraak. Zij laat haar ex-man opdraven,
een fotograaf bij één van de roddelbladen. Twee
andere vriendinnen brengen Peter in een ondubbelzinnige situatie,
waarbij de ex, gelegen in het struikgewas, zijn rolletje volschiet.
Het roddelblad brengt het pikante verhaal breed uitgemeten. Mascha
pikt dat natuurlijk niet en verlaat de volmaakt onschuldige Peter.
Mascha stort zich vervolgens in de armen van een fabrikant die
een erotische film met haar wil produceren. Als apotheose moet
Mascha het op het 'Grand Gala Culinair' opnemen tegen een Franse
kookspecialiste. Natuurlijk redt Peter haar uit die precaire situatie.
Muziek: Hennie Vrienten. Song: 'Message of love' gezongen door
Mariska van Kolck. Mady Saks (ADEMLOOS,
IRIS) liet nadrukkelijk weten dat zij zich voor deze klus liet
inhuren. Het was Robs film. Zij zag Peter Faber ook niet zitten 'een prima acteur, maar geen Don Juan'. Marjan Berk heeft altijd geweigerd om de film te bekijken en zette ook naderhand bij de tv-uitzendingen de tv niet aan. Ze had bij het lezen van het scenario al het gevoel of iemand haar pronkstukken uit haar mooie kamer had geroofd. De twee boeken waar de film op gebaseerd waren, zijn volgens Berk niet te mengen, want hebben niets met elkaar te maken. Verschillende Duitse producenten hadden belangstelling getoond in De Dag dat de Mayonaise mislukte, maar Rob Houwer gunde ook de regisseuse van de bekroonde Duitse televisiefilm Sweethearts de door hem gekochte rechten niet. Vele reclamespots in de film; zo moet zoontje Tommie de wonderlijkste capriolen uithalen om al fietsend een blikje
Fristi leeg te drinken. Wanneer hem dat gelukt is, moet hij het
blikje in een vuilnisbakje werpen. Langzaam komt dan het vuilnisbakje
in beeld en wordt er traag ingezoomd. Vervolgens blijft de camera
welgeteld vijf volle seconden bij het lege blikje rusten. Zeer slecht ontvangen. De reactie van de pers werd leuker gevonden dan de film. 'Het Parool' sprak van 'één aaneenschakeling van grove lol, ongekende platheden en klootloze humor'. Ook de andere dagbladen waren niet mals in hun oordeel: 'Niemand is gebaat bij deze achterhaalde rommel' (Algemeen Dagblad), 'Die film deugt niet'(NRC Handelsblad) en 'Een vunzig filmpje' (Trouw). Producent Rob Houwer was vol vertrouwen dat het publiek de film wel zou waarderen, maar de film werd weinig strategisch uitgebracht in het weekend van de finale van het WK voetbal en ook in de weken daarna gaf het publiek door weg te blijven blijk van geen interesse. De film haalde slechts 30.048 bezoekers, goed voor plaats 79 in de bioscoop top 100 over 1990. Peter Faber over de opnamen: "De opnamen waren buitengewoon plezierig, de screentests zijn zelfs meesterlijk. De improvisaties van zangeres Mariska van Kolck doen Faber zelfs sterk aan Goldie Hawn denken. Yech, om te zien wat daarvan overblijft in handen van regisseur Mady Saks. Te braaf, te oppervlakkig. Persreacties uitgebreid: Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 5 juli 1990: "De brutaliteit waarmee de wansmaak zich emancipeert maakt van DE GULLE MINNAAR een mijlpaal in de Nederlandse filmgeschiedenis. Vanaf de openingsscène (...) is het een staalkaart van de onbenulligheid die in de jaren negentig luider dan ooit victorie kraait. (...) Een begaafd regisseur als Frans Weisz of Pieter Verhoeff had van Houwers dolgedraaide consumptiekermis nog een absurde of tegendraadse komedie kunnen bakken. Mady Saks heef daarentegen de vloedgolf over zich heen laten komen en verdrinkt reddeloos. Sommige scènes zijn zo knullig van spel, mise-en-scène en timing dat je je kunt afvragen of er wel een regisseur aan te pas is gekomen. (...) Maar het is niet de reactionaire, kleinburgerlijke en de pretcultuur propagerende inhoud die DE GULLE MINNAAR tot de slechtste Nederlandse film sinds 1971 maakt. (...) Die film deugt niet, vanwege de liefdeloosheid, de slordigheid, de laat-maar-waaien-mentaliteit van de makelij. Daarmee wordt namelijk het publiek (...) beledigd." Hans Kroon in 'Trouw' d.d. 5 juli 1990: "DE GULLE MINNAAR is kortom een terugval in de met grove seks, overdadig bloot en vakmatige onvolkomenheden zo rijkelijk gelardeerde begindagen van de moderne Nederlandse speelfilm. Een gênante misser, waar we ons maar niet al te druk over moeten maken. Deze 'Hollandse nieuwe' zegt namelijk alles over de vieze man Rob Houwer en niets, helemaal niets over al die Nederlandse filmvaklieden die de afgelopen twintig jaar wél veranderden en wél vooruitgang boekten." 'de Volkskrant' d.d. 5 juli 1990: "Is er helemaal niets goeds te melden? Twee punten, na lang nadenken en in een plotselinge bui van mededogen. Hoe vermoeiend vitaal Peter Faber ook nu weer door het beeld draaft, hij speelt zijn rol tenminste nog zoals niemand anders dat zou kunnen. (...) En geheel los van de vraag of zij kan acteren is de aanwezigheid van Mariska van Kolck verre van onaangenaam." 'Het Parool' d.d. 5 juli 1990: "Wat is er misgegaan met Mady Saks en haar film? Ze is bekend geworden met integere films als ADEMLOOS en IRIS en ze vertilt zich nu hopeloos aan een flutwerkje dat gebaseerd is op de boeken van Marjan Berk. (...) Het lijkt wel of Saks dezelfde fout heeft gemaakt als collega Schenkkan die een fraai debuut afleverde met VROEGER IS DOOD (...) en daarna plat op haar gezicht ging met de komedie JAN RAP. (...) Mady Saks hinkeldepinkelt als een zwaar aangeschoten reiger naar het einde van het verhaal, waarin al snel geen enkele plaats meer is voor logica, menselijkheid en geloofwaardigheid. Het is één aaneenschakeling van groffe lol, ongekende platheden en klootloze humor. Driewerf gadverdamme." Rob Houwers reactie op de hartgrondige afkrakingen in alle recensies: "Je denkt toch niet dat ik veel anders had verwacht? Maar dat het zo extreem zou worden, vind ik verwonderlijk. Ik heb er kennis van genomen; nou en dat was het dan. DE GULLE MINNAAR is een film zonder artistieke pretenties en daar wordt te zwaar aan getild." Mariska van Kolck in 'TeleVizier' nummer 15-2001: "DE GULLE MINNAAR is niet bepaald een hoogtepunt uit mijn carrière. Nu moet ik er onbedaarlijk om lachen, maar toen vond ik het vreselijk wat ze ermee hadden uitgespookt. Omdat ik geen ervaring had met nasynchronisatie sprak iemand anders mijn rol in. Vreselijk! Ik weet nog dat ik bij de première wel door mijn stoel kon zakken. Ik ben daarna ook meteen weggegaan. Als ik de beelden uit die periode terugzie, zie ik mezelf enorm hard mijn best doen. Breeduit lachend sta ik heel overtuigend te wezen, maar de uitstraling klopt gewoon niet." Rob Houwer over Mady Saks in 'de Volkskrant' van 20 oktober 2005: "(...) 'Ik had van Mady Saks Iris gezien, en dacht: die past bij De gulle minnaar. Ik wist toen niet dat cameraman Frans Bromet Iris eigenlijk had gemaakt.' Een verkeerde inschatting. 'Mady heeft tijdens het draaien van De gulle minnaar haar volgende huwelijk voorbereid. Kun je nagaan met wat voor instelling ze op de set heeft gestaan."
Première: 6 juli 1990 (23 bioscopen)
K-87 minuten
HAN DE WIT
ook: HANK WHITE
Joost Ranzijn
met: Koen de Bouw (Han de Wit), Nelly Frijda (moeder), Jim van
der Woude (vader), Jaloe Maat (Nellie), Huub van der Lubbe (zeeman),
Hans Beijer (boekhouder), Kees Hulst (dokter), Leny Breederveld (dokter), Hans Trentelman(doktor), Mimi Kok (psychiater), Patrick Muller (blinde Douwe), Sonja Paal (Surinaamse buurvrouw), Han Kerckhoffs (brillenverkoper), Ria Marks (verpleegster skelet), Annette Nijder (verpleegster prik), Paulien Leussink (verpleegster kast), Rik Hoogendoorn (barkeeper), Bert Koster, Jan Pontier (vuilnismannen), Porgy Franssen (deurwaarder), Theo Pont (Van der Velde), Bert Luppes (koper klok)
Scenario: Jane Waltman, Joost Ranzijn, zeer vrij naar het boek
'Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp' van Heere Heeresma. Han
de Wit is een brave, enigszins wereldvreemde scholier. Thuis (Han
is het verwende enig kind) weet hij alles beter dan zijn ouders,
eveneens brave en simpele zielen. Na het ontslag van zijn vader
bij de staalfabriek moet het arbeidersgezin hun knusse huisje
verlaten en verhuizen naar een kleine flat in een industriewijk.
Het is afgelopen met Hans beschermde leventje. Het gezin kan het
schoolgeld niet meer betalen en dus komt Han terecht bij het bedrijf
waar zijn vader vuilnisman is. Vanwege zijn goede ideeën
over de planning van vuilnisophaalroutes maakt Han snel promotie
en krijgt het gezin het iets beter. Han zelf is in de wolken van
het meisje Nellie dat bij hem in de buurt woont en werkt in het
café. Dan komen er opnieuw onweerswolken. Hans vader krijgt
een ongeluk met de vuilniswagen en moet het bed houden met een
been dat niet meer te genezen lijkt. Han zelf stapelt binnen het
bedrijf de ene fout op de andere, zodat hij ontslagen wordt. In
opperste nood probeert hij het been van zijn vader zelf te herstellen
door hem met hulp van zijn moeder te opereren. Voordat hij de
operatie uitvoert, experimenteert Han op een eend, een hond en
zelfs een blinde voorbijganger. Na de operatie blijkt van Hans
plan niets terecht te zijn gekomen; vader kan nog steeds niet
lopen. Woedend laat zijn vader hem keuren en Han wordt gezond
bevonden om te functioneren in Afrika. Vier jaar zal hij weg zijn.
Han en Nellie beloven op elkaar te zullen wachten. Wanneer Han
wegrijdt om de boot naar Afrika te halen, blijkt dat de operatie
wel geslaagd is. Muziek: Kees van der Vooren, Wilfrid Snellens. Producenten: Jane Waltman, Joost Ranzijn. Camera: Lex Wertwijn. Montage: Herman P. Koerts. Opgenomen bij de staalfabriek Cockerill Sambre in Charleroi (België). Matig ontvangen. De film verdween al snel uit de theaters.
Première: 16 februari 1990
K-93 minuten
HOW TO SURVIVE A BROKEN HEART
Paul Ruven
met: Bonnie Williams (Gina), Erik de Bruyn (D.C.), Alejandro Agresti
(Giro), Gerard Thoolen (Brack), Jim Cook (Clay), Isabella van
Rooy (Nola), Frank Sheppard (barman), Mylène d'Anjou (Iris),
Kim Soepel (Mik), Richard Messina (Frank), Ruben Morales (bookmaker),
Ardalic Milenko (Bookie), Hanne Hansen (Emmy), Dawn Mastin (Joannie),
Camilla Siegertsz (nurse), Chip Bray (friend of the family), Roy
Ward (creepy man in cab), Michael Manicardi (Bum), Erik Luyten
(car salesman), Stan Schram (truck driver), Nadia Bloemberg, Diana
Perez, Nicolien Graat van Rogge, Gigi Gommers (girlfriends of
D.C.), Marcelle Boulangé (Extra), Elsa Jansen (Frank's
new woman)
Scenario: Paul Ruven, Pim de la Parra en P.J. Vernu. Screenplay advisor: Steven van Galen. Verhaal speelt
zich af in de periferie van Amsterdam, waar de Urban Cowboy D.C.,
Gina en Giro zich staande proberen te houden. D.C. is door zijn
vriendin Nola in de steek gelaten, wil naar Hollywood en doet
uit wanhoop en geldgebrek mee aan 'chicken-races'; een hachelijk
evenement waarbij men per auto een bepaald traject op de weg aflegt
zonder te stoppen. Gina is zwanger en in de steek gelaten door
haar vriend Frank. De Rus Giro is werkloos en woont in zijn auto.
Gina valt op Giro. D.C. probeert Giro te strikken om zijn plaats
in te nemen bij een chicken-race. Hij valt wel op de charmes van
Gina. Muziek: Marcel de Groot en Åke Danielson. Songs: 'How
to survive a broken heart'; tekst van Boudewijn de Groot, muziek
van en gezongen door Marcel de Groot en 'Live fast, die young'
gezongen door Erik de Bruyn. Montage: Herman P. Koerts. Vrij citaat van de trappen-/kinderwagen-scène uit PANTSERKRUISER POTEMKIN. Producent: Boudewijn de Groot. Production advisor: Bastiaan Anink. Zijn structuur ontleent de film aan
het citeren van tien geestige geboden op het gebied van de liefde,
vrij naar 'The 10 commandments of love', een liedje uit de jaren
vijftig van M. Paul.
Première: 5 april 1991
ZW-84 minuten
KOKO FLANEL
Stijn Coninx
met: Urbanus (Placide Smellekens), Bea van der Maat (Sarah), Willeke van Ammelrooy (Madame Germaine), Herbert Flack (Arlondo), Jan Decleir (Azère), Ann Petersen (Dora), Henri Garcin (Didier de Merengue), Koen Crucke (Jean-Claude), Philippe Kerjean (Helmut de Merengue), Isabelle Noah (Orphelia), Leontien Nelissen (Hildeke), Marc-Henri Wajnberg (Frederic), Cris Cauwenberghs (Fritz), Romain De Coninck (vader van Azère), Katrien Devos (moeder Grote Markt)
Belgisch-Nederlandse (?) co-produktie. Scenario: Stijn Coninx, Urbanus i.s.m. Alain Berliner en Luc Janssen. Placide Smellekens woont in een caravan. Op zijn sterfbed vraagt zijn pa aan hem om toch te trouwen en kindjes te krijgen. Placide heeft echter een probleem: hij vindt zichzelf lelijk en wil alleen met een heel mooie vrouw trouwen. Gelukkig voor hem loopt hij op een dag vrij stuntelig dwars door een fotosessie voor een modereportage heen en zo ontmoet hij de knappe Sarah. De balorige en bologige Placide wordt zelf een succesvol mannelijk fotomodel in de modewereld en versiert bovendien de onschuldige Sarah... Producent: Erwin Provoost. Productiemaatschappij: Motion Picture Group. Muziek: Dirk Brossé. Camera: Willy Stassen. Montage: Susanna Rossberg. Art direction: Hubert Pouille. Kostuums: Yan Tax. Tweede film met Urbanus in de hoofdrol. Debuut van Bea van der Maat, in België bekend als televisiepresentatrice en -ook in Nederland- als zangeres van de groep Won ton ton (hit: 'I lie and I cheat'; 7 weken top 40 in Nederland in 1988 met als hoogste notering 13).
Première: 23 februari 1990
K-95 minuten
KRACHT
ook: VIGOUR
Frouke Fokkema
met: Theu Boermans (Bert Bollens), Anneke Blok (Roos Rozemond),
Dave van Dinther (Thomas), Khaldoun el Mecky (Jeu), Bert Geurkink
(Jo), Jaap Spijkers (slager), Mieke Verheyden (moeder), Marisa
van Eyle (slagersvrouw), Marieke Heebink (Maria), Ivo Jacobs,
Rogier Gerardu (slagerszonen), Eelco Vellema (Hubert), Dea Koert
(Marie Louise), Myranda Jongeling (marktvrouw), Rik Launspach
(Sjors), Lukas Dijkema (pastoor), Frans Veugen (grafdelver), Alain
Lamour, Martin Baay (misdienaartjes), Fanfare Sippenaeken (fanfare),
Toneelvereniging 'St. Laurentius' Voerendaal, Toneelvereniging
Palliter, Volkstoneel Amstenrade, bewoners van Sippenaeken e.o.
(figuratie Limburg)
Scenario: Frouke Fokkema. Scenario-adviezen: Theo van Gogh. Boer
Bert Bollens heeft onlangs zijn vrouw verloren. De teraardebestelling
loopt niet van een leien dakje, omdat de doodgravers met motorpech
te kampen hebben. In arren moede besluit de boer de kist met paard
en wagen naar de begraafplaats te vervoeren, waar hij te laat
arriveert. De plaatselijke pastoor is echter onvermurwbaar. Uiteindelijk
verbrandt de boer zijn vrouw in een zelfgeknutseld oventje. Haar
as wordt in een zwarte urn op de schoorsteen geplaatst. Het verlies
van zijn vrouw valt Bert Bollens zwaar. Zij immers vormde het
brein achter het familiebedrijf. Met haar wegvallen verliest de
boer zelfs aan kredietwaardigheid bij de banken. Bollens wentelt
zich in rouw en verwaarloost in zijn wanhoop beesten en bedrijf.
De pastoor raadt hem aan er eens op uit te gaan. Bollens bezoekt
de landbouwtentoonstelling in Amsterdam. Schilderes en fotografe
Roos Rozemond merkt hem op en raakt gefascineerd. Ze brengen de
nacht samen door. Het blijkt al snel dat het geen liefde is die
hen bindt. Zijn drijfveren zijn duidelijk: hij zoekt een nieuwe
kracht en een moeder voor zijn zoon. Toch trekt Roos naar zijn
boerderij. Berts zoontje verwelkomt Roos Rozemond op de vierkantsboerderij.
De boer biedt haar de ruimte om haar stadse bestaan op het platteland
voort te zetten, maar het gemis van een heuse boerin blijft. Om
dichter bij Bert te komen, probeert Roos meer en meer op zijn
overleden vrouw te lijken. Maar het maakt de afstand tussen de
twee alleen maar groter. Na een hevig conflict wordt duidelijk
dat Bert en Roos elkaar vanuit hun verschillende 'werkelijkheden'
nooit kunnen bereiken. Roos ziet geen weg terug en verhangt zich
aan een balk. Boer Bollens moet voor de tweede keer een vrouw
ten grave dragen. Muziek: Lodewijk de Boer. Filmdebuut van toneelschrijfster
Frouke Fokkema. Gedeeltelijk in dialect gesproken, Nederlands
ondertiteld. Goed ontvangen. Rutger Hauer kocht de rechten op
het scenario. Gouden Kalf voor beste regie. Grote prijs van de
jury op het Festival International de films des femmes 1991.
Première: 21 september 1990
K-104 minuten
KROKODILLEN IN AMSTERDAM
ook: CROCODILES IN AMSTERDAM
Annette Apon
met: Yolanda Entius (Nina), Joan Nederlof (Gino), Hans Hoes (Jacques),
Olga Zuiderhoek (mevrouw Top), Marcel Musters (Jerry), Trudie
Lute (Charlotte), Jaap ten Holt (Peter), Truus te Selle (moeder),
Evert van der Meulen (Adje), Cahit Olmez (Alex), Khaldoun el Mecky
(Koos), Fried Mertens (Mike), Carel Alphenaar (oom Victor), Daria
Mohr (Theresa), Wim Meuwissen, Peter Blok (makelaars), Ed Pols
(garagehouder), Nancy Gould (toeriste), Lieneke le Roux (Inez),
Marcel Jansen ("Jacques"), Nynke van de Velde (meisje),
Hans Hausdörfer (nachtwaker), Gerard van Kooten (ober)
Scenario: Yolanda Entius, Annette Apon, Henriëtte Remmers.
Komedie. De film gaat over de meiden Nina en Gino (voorheen Els).
De één weet zich als uitvreter een heerlijk leventje
te bezorgen, de ander staat als activiste klaar om de wereld naar
haar inzichten om te buigen. Daar is geld voor nodig en wanneer
Nina daarvoor een rijke patser wil overvallen loopt ze in de armen
van zijn nichtje Gino. De vonk springt over, maar de vriendschap
moet wel door beiden worden veroverd. Dat gebeurt tijdens hilarische
tochten door Amsterdam, tijdens welke hondjes, ex-minnaars, telefooncellen,
blauw en krokodillen hun aandacht opeisen. De bedoeling is alsnog
de oom van zijn geld te verlossen en daarmee iets nuttigs te verrichten,
maar daar komt het maar niet van. Tijdens die tochten groeien
ze naar elkaar toe, niet door te veranderen, maar wel door elkaar
te accepteren. Zonder elkaar is het tenslotte een stuk saaier.
De twee zo verschillende karakters zijn uitgegroeid tot hartsvriendinnen
en ze filosoferen erover hoe het zou zijn om krokodillen in Amsterdam
tegen te komen. Zou je ze wel tijdig herkennen in het hoge gras
langs de Amstel en zou je dan eerst je vriendin redden of er zelf
het eerst vandoorgaan? Muziek: Henk van der Meulen i.s.m. Michel
Mulders. Goed ontvangen. Gerdin Linthorst in 'de Volkskrant' van 17 mei 1990: "Zelden heb ik 'normaler' dialogen in een Nederlandse film gehoord, een ware verademing. Des te groter is het contrast met de verhaalopbouw. In plaats van een ideaal, een drift of wat personages dan ook normaliter beweegt, gebruikt Apon een fascinatie voor de kleur blauw als motor voor de gebeurtenissen. (...) Talloze kleine grapjes verlevendigen de show, die met groot gemak en een verfrissend elan wordt gestolen door Jolanda Entius (...) Dit alles wil niet zeggen dat KROKODILLEN IN AMSTERDAM als meesterwerk de geschiedenis in zal gaan. Hier en daar trekt het wat in het ritme, wordt aan gewekte verwachtingen niet helemaal voldaan en stellen de verrassende wendingen wat teleur (...)." Joyce Roodnat in 'NRC Handelsblad': "Een fenomenale, alles omverblazende climax, dat mist KROKODILLEN IN AMSTERDAM." Monique van de Sande in 'Algemeen Dagblad' van 18 mei 1990: "Het resultaat is een komedie waarmee je niet meeleeft, maar tegenaan blijft kijken. (...) Apon schiet wel raak met een schitterende slapstickscène, waarin Olga Zuiderhoek haar blinde woede koelt op Gino's motor, en met een mal verhaal over twee hondjes die een afspraak maken in het park. De dynamische montage komt hier volledig tot zijn recht. (...) deze krokodillen zwalken." W. Wielek-Berg in 'Trouw' van 17 mei 1990: "Hoewel het positieve verreweg overheerst, is KROKODILLEN IN AMSTERDAM zeker niet perfect. Er zijn te veel ideeën in gestopt, daardoor krijgen sommige scènes niet genoeg adem.(...)" Peter van Ulsen in 'Kunststof' van maart 1994: "Sommige films blijven op je netvlies steken. Niet omdat ze zo knap, veelzeggend en interessant, maar alleen omdat ze zo leuk zijn. KROKODILLEN IN AMSTERDAM is zo'n film. (...) Regisseuse Annette Apon leverde met deze film een komedie af die als een stoomwals over je netvlies rolt. (...) Bovendien schuwt ze geen enkel vormexperiment en weet ze daarmee de aandacht goed vast te houden. Een nadeel is misschien dat de film eigenlijk een aaneenschakeling van sketches blijft (...) maar het enthousiasme waarmee deze film is gemaakt, vergoedt dat volledig. (...) Bovendien weten de actrice Joan Nederlof en Yolande Entius met veel verve hun rollen neer te zetten." Tweede prijs op het Montreal Festival de films des femmes.
Première: 18 mei 1990
K-88 minuten
LAST ISLAND, THE
Marleen Gorris
met: Paul Freeman (Sean), Shelagh McLeod (Joanna), Patricia Hayes
(Mrs. Godame), Kenneth Colley (Nick), Marc Berman (Pierre), Ian
Tracey (Jack), Mark Hembrow (Frank)
Scenario: Marleen Gorris. Feministische film. Een verkeersvliegtuig
stort neer op een Caraïbisch eiland. Zeven inzittenden en
een hond overleven de ramp: de oudere mevrouw Godame, de jonge
juriste Joanna, de Franse bioloog Pierre, de Schotse zakenman
Sean, de militair Nick en twee jongemannen Frank en Jack. Nadat
ze de doden hebben verbrand, gaan ze op onderzoek uit en komen
tot de ontdekking dat het eiland onbewoond is. Na een vergeefse
poging het eiland met een zelfgemaakte boot te verlaten, onstaan
er gaandeweg spanningen. Jack wil met alle geweld Joanna veroveren,
terwijl zij niets van hem wil weten. Bij één van
zijn toenaderingspogingen wordt hij door een slang in de hand
gebeten. Nick hakt hem radicaal de verwonde hand af, hoewel de
slang helemaal niet giftig blijkt te zijn. Jack sterft onder helse
pijnen. Nick ontpopt zich als een religieuze fanaat, die vindt
dat de anderen zich bij zijn opvattingen moeten neerleggen. Hij
ergert zich dermate aan Sean, die een homofiele verhouding met
Frank is begonnen, dat hij hem doodschiet. Frank zint op wraak.
Hij doodt Nick, waarna hij zelf overlijdt. Pierre, die tussenbeide
wilde komen, sterft daarbij eveneens. De twee vrouwen blijven
alleen over. Samen besluiten ze een nieuwe boot te bouwen. Muziek:
Boudewijn Tarenskeen. Geheel in het Engels opgenomen op het Caraïbische
eiland Tobago met vrij onbekende acteurs uit het Angelsaksich
taalgebied. In THE LAST ISLAND zitten vele verwijzingen naar de
bijbel; het 'Adam en Eva in het paradijs'-verhaal is in het scenario
echter sterk gewijzigd. Het scenario van THE LAST ISLAND is samen
met die van DE STILTE ROND CHRISTINE M. en GEBROKEN SPIEGELS gepubliceerd
als 3e deel in de reeks 'Het Nederlands Scenario' (1990). 10.978
bezoekers.
Première: 16 november 1990
K-96 minuten
LET THE MUSIC DANCE
Pim de la Parra
met: Boudewijn de Groot (Adam Adamus), Eugenie Schellen (Alexandraf), Bonnie Williams (Donna Steele), Marc Hazewinkel (Maurits
Dahlberg), Ingrid Willemse (Bijou), Pim de la Parra (Zep Friday),
Hedda Oledzky (Hannah Friday), Renée van Egmond (Ruby),
Paul Egbers (Zack), Bart Oomen (de heer Draak), Esther Beste (Lydia,
secretaresse van Adam), Ben Cramer (Ben Cramer), Marion van Thijn
(dame in de nacht), Hennie Vrienten (Vinnie Heretent), Hans Dulfer
(Dulver), Ben Herman (saxofonist), Woody Bienemann, Otto Cooymans,
Michiel de Groot, David van der Heijden, Leen Kievit, Martino
Latupeirissa, Marco Legemaate, Chris van Maasdijk, Maarten Regtien,
Frank Sheppard, Dick Schulte Nordholt, Rik Tijhuis, Hans Waterman
(muzikanten), Peppina Brouwers, Lia Sijberden, Annemiek van Vlerken,
Suzan IJzermans (zangeressen), K.S. Kuang, Jackie Jai (Japanse
dansers), Nancy Gould (eigenaresse nachtclub), Margreet Dijk (assistente
van Ben Cramer), Henk Hoogkamer (schoonmaker in studio), Jan Willem
van Goor (portier Holiday Inn), Laurence van Haren (technica),
Carel Donck, Johan Schulmaijer, Jan Spoel, Eva van Vliet (leden
Europese Commissie), Michel boersma, Jacques Driessen, Daniel
Kelaton, Eddy Liebenwein, Michael Manicardi, Cennie Suurlant,
C.E.F. Thomas, Els Lyesen, Aurora Martin, 'Beertje' Noorbergen,
T. Swart, M.J. Willemsen, de beo Doerak, de herder Asja (figuranten)
Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven en P.J. Vernu. Minimal movie.
Componist Adam Adamus wordt ruw uit zijn slaap gewekt door vriendin
Donna. Ze maakt muziek, zingt, danst en als dat niet helpt vertelt
ze schuine moppen. Schijnbaar kent Adamus dit ochtendritueel en
het irriteert hem mateloos. Donna zal dan ook spoedig de laan
uit worden gestuurd. Adamus heeft het zo al moeilijk genoeg. Zijn
louche manager Zep Friday heeft er voor gezorgd dat Adam het Europese
volkslied mag componeren. Twee problemen spelen hem hierbij parten:
het ontbreken van een zangeres en de belastinginspecteur die het
Adam bepaald niet gemakkelijk maakt. Om Adams taak een beetje
te verlichten krijgt hij de vrouwelijke secretaresse Alexandra
toegewezen. Adam is daar weinig van gediend, al valt ze goed in
de smaak bij belastinginspecteur, die maar blijft plakken. Omdat
de Europese Commissie de volgende dag zijn compositie al komt
beluisteren, wordt voor Adam de druk intussen steeds groter. Ook
voor Zep stijgt de druk, want hij vliegt de laan uit als hij niet
met een zangeres komt. Alsof er nog geen vrouwen genoeg zijn in
het leven van Adam, maakt ook de struise Byoux haar opwachting.
Ze heeft twee vliegtuigtickets voor Las Vegas en vraagt Adam ten
huwelijk. Tussendoor wandelt een popzanger een scène binnen
en hij geeft een perfecte imitatie van Tom Waits ten beste. De
relaties worden steeds onoverzichtelijker. Hannah, de vrouw van
Zep, lijkt iets met een donkere trompettist te hebben, die later
evenwel haar zoon blijkt te zijn. Naarmate de compositie vordert
krijgt ook de verhouding tussen Adam en Alexandra meer gestalte.
De twee zullen elkaar dan ook vinden, maar niet nadat Adam afscheid
van zijn vorige vriendinnen heeft genomen. Dat levert een scène
op met Byoux die in een nachtclub een striptease ten beste geeft.
Muziek: Åke Danielson, J.P. den Tex. Deze film kwam mede
tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds voor de Nederlandse
film.
Première: 21 september 1990
K-89 minuten
LUBA
Alejandro Agresti
met: Bozena Lasota (Luba), Elio Marchi (Roberto), Adrian Brine
(professor), Michael Matthews (Mike), Alex van der Wijck (Spencer),
Viveca Lindfors (madam), Amelita Baltar (zangeres)
Nederlands-Argentijnse co-produktie. Scenario: Alejandro Agresti.
Rotterdam, 1941: een Argentijnse schrijver-dichter Roberto wordt
achtervolgd door twee Amerikanen van de geheime dienst. Met twee
benen van een vrouwelijke etalagepop -Roberto heeft ook een onverslijtbare
panty uitgevonden- vlucht hij een bordeel binnen. Daar huurt hij
de prostituée Luba voor een hele nacht. Een spel van afstoten
en aantrekken tussen de schrijver en de hoer krijgt zijn beslag.
Intussen weet de hoerenmadam de twee achter- volgers buiten het
bordeel te houden. Een zangeres zingt Argentijnse liederen. Vermomd
als clown blijkt ook een professor van wie Roberto vroeger college
heeft gehad te zijn ondergedoken in het bordeel. Bij het ochtendkrieken,
als Luba en Roberto elkaar hun liefde hebben verklaard, verlaat
het stel het bordeel om een nieuw leven te beginnen. Dit wordt
mogelijk omdat een van de achtervolgers zijn maat doodschiet en
vervolgens in het bordeel mag onderduiken. 'Luba is een van de
mensen die niets hebben te verliezen en daarom geschikt om revolutie
te maken', laat Roberto weten. Muziek: Paul M. van Brugge. Viveca
Lindfors is de derde Zweedse actrice in een Nederlandse film (na
Gunnel Lindblom in DE DANS VAN DE REIGER en Bibi Andersson in
TWEE VROUWEN).
Première: 28 september 1990
K-81 minuten
MY BLUE HEAVEN
Ronald Beer
met: Ruud de Wolff (Paatje), Ivon=Yvonne Pelasula (Brenda Benoit),
Koen Wauters (Hans van de Broeck), Bo Bojoh (Maatje), Leen Jongewaard
(vader Van de Broeck), Michel Sorbach (Boetie), Angelique Corneille
(Bella), Remco Djojosepoetrio, Victor Reinier (Mickey), Con Meyer
(Meyer), Edda Barends (mevr. Van de Broek), Bert Luppes (Leen),
Tatjana Simic (Suzy), Julius Wendrich (Ko), Carola Gijsbers van
Wijk, Bert André, Herman Hafkamp, Simone Dresens, Wil Zuidema,
Karla Wildschut, Hans Beyer, Ineke Cohen, Hans van den Berg, Mathijs
Jansen, Bob Goedhart, Koos Elferink, Nico Schaap, Pier van Brakel,
Tim Beekman, Duck Jetten (mevr. Wang), Ronald Beer (dhr. Wang),
Job van As, Steve Wong, Yuri Wong, Vincent Stoof, Edwin Bakker,
Yvette Valkering, Aniek Kamerlingh, Edu Schalk, Johan Brak, Nico
Jansen, Klaas ten Holt, Jan Vriend, Frank van der Endt, Victorien
Barendrecht, Marion Krom
Scenario: Ronald Beer. Rotterdam, 1961. De gerepatrieerde Indische
familie Benoit komt op het idee om een oude fietsenstalling om
te bouwen tot een Indisch restaurant. Voor hen de manier om
er in Nederland wat warmer bij te komen zitten. En om een gloeiende
ruzie te krijgen met meneer Van de Broeck van de snackbar uit
de buurt. Het loop echt uit de hand als de zoon Hans van de Broeck
(Koen Wauters, van de Vlaamse popgroep Clouseau) verliefd wordt
op Brenda Benoit. Immers 'Pinda's' of 'Peloppers', zoals de Indische
Nederlanders genoemd worden, zijn lui, dom, maar bovenal anders,
zo vinden de Nederlanders. Muziek: Dick Maas. Song: 'Spiegelbeeld'
door Willeke Alberti. Andere liedjes o.a.: 'Vino waar blijft de
wijn', 'Ramona' en 'Kom van dat dak af'. Bij de in de film gebruikte
N.O.B.-filmarchiefbeelden is de stem van Philip Bloemendaal te
horen. Opgenomen in Rotterdam, Amsterdam, Delft, Haarlem, Noord-Scharwoude
en de First Floor Features studio. Ruud de Wolff (van de Blue
Diamonds) debuteert naast Wauters als de Indische vader. In
de Verenigde Staten werd tegelijkertijd een totaal andere film
met de titel MY BLUE HEAVEN gemaakt met in de hoofdrol Steve Martin.
Nummer 63 over 1990, 50.419 bezoekers. Totaal 90.563 bezoekers.
Première: 21 december 1990
K-93 minuten
NACHT VAN DE WILDE EZELS, DE
ook: THE NIGHT OF THE WILD DONKEYS
Pim de la Parra
met: Pim de la Parra (Waldo van Romondt), Liz Snoyink (Joanna
van Romondt), Camilla Braaksma (Carmen Helman), Kenneth Herdigein
(Patrick Delprado), Hans Dagelet (Jack de Boer), Manouk van der
Meulen (Mathilde Vanessen), Jake Kruyer (John Bob), Marian Morée
(Marouska), G.J. Louwe (Laurens Lang), Isabella van Rooy (Lovanna),
Martijn Apituley (Vincent de Leeuw), Marie Kooiman (Helen de Boer),
Carel Donck (Jan Slokker), Bonnie Williams (Maureen Schwarzenegger),
Harriët Beudeker, Elske Falkena (Girlgang), Bodil de la Parra,
Joanna Swaan (secretaries), Dana Dool (Joanna's secretary), Albert
Blitz (male cliënt), Judy Doorman (female cliënt), Edo
Douma (Horatio), Jacques Laureys (Patrick's cousin), Heer Herman
& Heer Groenteman (orgeldraaiers), The butchered babies (special
appearance), Xaviera Hollander, Rieks Hadders, Theo van Gogh, Herbert Curiël, Isa Hoes, Huub Stapel, Gert Jan Dröge (enkele van de gasten op feest)
Scenario: Pim de la Parra, Paul Ruven, Steven van Galen. Minimal
movie. Filmregisseur Waldo van Romond heeft het nog nooit zo moeilijk
gehad. Dat een dramatische liefdesscène telkens verkeerd
gaat is nog niets vergeleken met de andere problemen die hij aan
zijn hoofd heeft. De actrice Carmen, die hij dolgraag als hoofdrolspeelster
wil, heeft nog steeds niet toegezegd. De Duitse co-producent (de
kleinzoon van Fritz Lang) wordt ongeduldig en stelt eisen: er
moet een 'bankable star' zijn en de film moet in kleur worden
opgenomen. Ook Waldo's privéleven ligt overhoop. Zelf woont
hij in een tentje op zolder terwijl zijn vrouw Joanna bezig is
te verhuizen naar een nieuw appartement waar ze een psychiatrische
praktijk heeft. De spanningen reageert ze af op haar patiënten.
Bovendien is er nog steeds geen geld. Het Lower European Filmfund,
onder voorzitterschap van Jan Slokker, vindt het scenario van
'De nacht van de wilde ezels' maar niets. Teveel symboliek. Waldo
werpt tegen dat alleen de titel al geld waard is. Het hele verhaal
in één zin samengevat. De onverstoorbare scriptgirl
is benieuwd hoe het zal aflopen en schrijft intussen lange brieven
aan haar moeder. De chaos wordt zo groot dat de produktieleider
de regie moet overnemen. De liefdesscène wil nog steeds
niet lukken, ook niet met andere acteurs. Waldo probeert op een
feestelijke receptie de stemming er in te houden. De relatie met
zijn vrouw is op een dieptepunt. Joanna gaat verkleed naar decadente
feestjes en in een verlaten treinwagon doet ze aan wilde seks
met een van de filmacteurs. Ondanks Waldo's optimisme is de toestand
onhoudbaar. Actrices maken ruzie, het fonds zegt definitief nee,
het verhaal over het Fritz Lang kapitaal blijkt geheel verzonnen
en medewerkers lopen weg. Het is de eerste film van Waldo die
mislukt. 'Misschien was de titel niet goed', verzucht hij. Gelukkig
wil Joanna nu weer bij hem terugkomen. Muziek: Patric Sedoc, Ben
Herman. Camera: Alejandro Agresti. Montage: Lorraine T. Miller. Art direction: Bartel Meyburg, Suzan IJzermans. Muziekproduktie: Boudewijn de Groot. Producent: Emjay Rechsteiner. De vijfde minimal movie vanaf De la Parra's come-back in 1985 is opgenomen met steun van het Productiefonds. Pim de la Parra speelde zelf de hoofdrol, omdat Gerben Hellinga opeeens geen zin meer had in de rol. De film kreeg zijn première op het filmfestival in Rotterdam. Marian Morée is de later uit de tv-serie Baantjer bekende Marian Mudder.
Première: 9 februari 1990 (Kriterion-Amsterdam)
K/ZW-108 minuten
OPENBARINGEN VAN EEN SLAPELOZE
ook: REVELATIONS OF AN INSOMNIAC
Pim de la Parra
met: Miguel Stigter (prof. mr. dr. drs. J.A. Wierook), Marian
Morée (Anna Wierook), Liz Snoyink (Lydia), Bart Oomen (1st
research assistant), Bodil de la Parra (2nd research assistant),
Joanna Swaan (3rd research assistant), Johan Leysen (visitor),
Camilla Braaksma (visitor), Jacob Smolders (truckdriver)
Scenario: Pim de la Parra, J.P. Vernu. Minimal movie. Professor
Johannes Antonius Wierook is een briljante geleerde. Hij leeft
met zijn zuster Anna in een groot huis, dat hen tien jaar geleden
is nagelaten na de onverwachte dood van hun ouders. Broer en zus
hebben sindsdien in een shocktoestand geleefd en zijn in een spel
van wederzijdse aantrekking en afstoting terechtgekomen. Dit heeft
eens in een hotel in Barcelona tot een incestueuze liefdesnacht
geleid. De aankomst van een mysterieuze gast, Lydia, veroorzaakt
een kettingreactie. Zowel broer als zus voelen zich tot haar aangetrokken
en dit doorbreekt hun spel. Anna verlaat haar broer en wanneer
Lydia ook vertrekt, blijft Johannes alleen achter. Muziek van
Sergei Rachmaninov. Opgenomen in drie dagen zonder script. Deze
film kwam tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds voor de
Nederlandse film.
Première: 17 mei 1991
K-82 minuten
PASSAGIERS
ook: PASSENGERS
Ben van Lieshout
met: Olga Zuiderhoek, Hans Hausdörfer, Manouk van der Meulen,
Titus Muizelaar, Huub van der Lubbe, Felix-Jan Kuypers, René
Eljon
Scenario: Bert Bisperink, Ben van Lieshout. Het pad van twee stellen
kruist zich: een getrouwd stel en een principieel zwerversechtpaar.
Een buschauffeur en zijn jonge vrouw verhuizen naar een nieuw
huis in een polderlandschap, terwijl een sjofele man en vrouw
door de kale polder zwerven. Als de buschauffeur hen vindt op
zijn route door de polder, biedt hij hen onderdak in zijn bus
aan. Hij laat hen overnachten in de bus als hij de bus terugbrengt
naar de garage. Als het stel door een conducteur uit de bus wordt
gegooid, haalt de buschauffeur de man en vrouw na zijn dienst
met zijn eigen auto weer op. Hij brengt hen naar een verlaten
bouwkeet. Het stel vernielt langzaam maar zeker de keet en steken
het in de brand voordat ze verder trekken. Ondertussen kan de
vrouw van de buschauffeur niet wennen in haar nieuwe huis; ze
is niet in staat om het in te richten en vervalt tot apathie.
Uiteindelijk verlaat zij haar man. Geen muziek.
Première: 22 maart 1990
ZW-86 minuten
PHOENIX MYSTERIE, HET
ook: THE PHOENIX MYSTERY
Leonard Retel Helmrich
met: Luc Boyer (architect Alhamy Albakry), Liz Snoyink (wethouder
Natasja Merckelbacht), Manouk van der Meulen (Malou), Rutger Weemhoff
(Johan Cooyman), Jake Kruyer (Frank Smulders), Martijn Oversteegen
(Remon Dominicus), Berry van Oudheusden (Twan van Berkel), Koos
Elfering (sloper Mari), Gerrit Ph. Brokx (burgemeester), Hans
Krosse (wethouder), Jan Naaijkens (directeur architecten bureau),
Bram Wiersma (poppenspeler), Roel den Ouden (hotelbediende), Huub
Mensen (stationchef), Lieveke Roelofs (toiletjuffrouw), Eddie
Schenkers, Bodil de la Parra (studenten), Gemeenteraadsleden (gemeenteraadsleden),
Hans Leeuwenkamp (persvoorlichter), Toine van Corven, Ewalt Smits,
Paul Verlinden, Kees van de Ven, Jack Mensink, Niek Hermans,
Gerard van de Wielen, Jack Aarts, Francien van de Werde, Piet
Hermans (persfotografen), Lieke Abbehuize, Bart van Zummeren,
Roland Spinnenwijn (journalisten), André Joore (taxi chauffeur),
Armand van Gillis (computer installeur), Magdy Albakry (shoarma
verkoper), Harry van Hoof, Joris Naaykens (vechtende mannen),
Errol Hernandez en 304 figuranten (Caribische dans groep)
Scenario: Leonard Retel Helmich. Minimal movie, gemaakt met steun
van de Tilburgse overheid en het bedrijfsleven. Hoofdpersoon van
HET PHOENIX MYSTERIE is de Egyptische architect Alhamy Albakry,
die een prijsvraag voor de bouw van een openbaar gebouw in Tilburg
gewonnen heeft. Rond die opdracht is een heel gedoe ten stadhuize
gaande. De medespelers in het ambtelijke drama hebben daarnaast
nog allerlei persoonlijke sores. Tweede hoofdpersonage is wethouder
Natasja Merkelbach. Zij heeft niet alleen een scheiding achter
de rug, maar ze treurt ook om de dood van haar zusje, die als
spookverschijning door de stad rent. De komst van de Egyptische
architect brengt de Egyptische mythologie naar Brabant en daarin
zit voor de harde wethouder een therapeutische les. Parallel aan
de herrijzing van de stad (er gaat gebouwd worden op het terrein
van de voormalige textielfabriek De Phoenix) loopt voor haar het
accepteren -via een love story- van de dood. Bovendien beleeft
Tilburg tijdens het carnaval een reprise van de geschiedenis van
de vrouwelijke farao Hatsjepsoet en haar bouwmeester Senmoet.
Muziek: Lauran van der Sanden. Liz Snoyink en Leonard Retel Helmrich
zijn beiden in Tilburg geboren.
Première: 19 oktober 1990
K-93 minuten
PINK ULYSSES
Eric de Kuyper
met: José Theunissen (Penelope), Jos IJland, Dolf Wilkens,
Erik de Bruyn, Margie Smit, Daan Jansen
Scenario: Eric de Kuyper, met bijdragen van Peter Delpeut, Ine
van Dooren, Emile Poppe, Stef Tijdink en Erik de Bruyn. PINK ULYSSES
toont een reeks 'willekeurige' beelden die dramatisch gezien op
zichzelf staan en die door de montage in een volgorde zijn gerangschikt.
Grofweg onderscheiden zich drie groepen: 1) Beelden uit bekende
en minder bekende zwijgende films zoals LA CADUTA DI TROIA van
Piero Fosco, POTEMKIN van S.M. Eisenstein, OP HOOP VAN ZEGEN van
Maurits H. Binger en STRIKE van S.M. Eisenstein. 2) De in weekends
gedraaide korrelige zwart-wit beelden van ondermeer een ontbloot
jongenslichaam voor een strijkplank (bezig met het strijken van
een spijkerbroek), de dansende onderbenen van een jongeman, een
strelende mannenhand over een bloot mannenlichaam, een jonge heer
die de bloemblaadjes van een roos nuttigt, een tussen gedrapeerde
lakens op een bed rollende jongen, een kruisaflegging door een
in lappen gehulde groep mensen en een via drie spiegels in beeld
gebrachte masturbatiescène met in elke spiegel een verschillende
uitsnede van de zichzelf bevredigende jongeman. 3) Tussen al deze
beelden zijn -in kleur- scènes te zien uit de Odyssee van
Homerus. Te zien zijn Odysseus' omzwervingen in decors van bordkarton;
zijn ontsnapping aan de sirenen, vastgebonden aan de mast van
zijn schip en het wachten van Penelope; alleen in haar paleis
tussen papieren pilaren en hangende, licht bewegende kleden, terwijl
ze werkt aan haar kleed of belaagd wordt door een naar haar hand
dingende groep van jongemannen. Muziek: 'Le Sacre du Printemps'
van Igor Strawinsky, 'Il Ritorno d'Ulisse in Patria' en 'Ardo
Avvampo' van Claudio Monteverdi, 'Ich steh im Regen' van Zarah
Leander, 'Cinderella' van Prokofjev, 'Al Bint el Chalabiya' van
Fairuz, Ravel, e.a. Montage: Ton de Graaf. Camera: Stef Tijdink. Decorontwerp: Herman Coenen. Producent: Suzanne van Voorst. PINK ULYSSES bevat geen dialogen. Het is een
zwijgende film, met hier en daar citaten als tussentitels. Voor het eerst vertoond op het International Film Festival Rotterdam in januari 1990.
Première: 20 april 1990
ZW/K-98 minuten
ROMEO
Rita Horst
met: Monique van de Ven (Anne Herden), Johan Leysen (Matthijs), Ottolien Boeschoten (Nel), Peter Bolhuis (Chiel), Hans Croiset (dokter), Pieter de Wijn (Verhoeven, oude man), Coby Timp (moeder van Anne), Bob van den Berg (vader van Anne), Pim Lambeau (dame met hondje), Mouna Goeman Borgesius (verpleegster), Theo de Groot (co-assistent), Nettie Blanken (tweede dokter), Judy Doorman (kennis Matthijs), Elja Pelgrom (kennis Anne), Arjan Kindermans (Frank), David Jansen (Tommie), Wick Ederveen (directeur), Quintijn Janse (regie-assistent), Devika Strooker (actrice), Dirk Zeelenberg (acteur), Joke Hoolboom, Leoni Jansen, Magdalena Jansen, Maeve van der Steen, Dela Maria Vaags (vriendinnen), Dick van den Toorn (kennis op feest), Peter Bos (kennis op bezoek), Nico Schaap (controleur tram), De Gebroeders Flint (tram muzikanten), Dean Kaye-Creatrix (baby Romeo)
Scenario van Rita Horst. Anne Herden en haar vriend Matthijs wonen
in Amsterdam. Zij tekent en hij is acteur. Beiden verheugen zich
op de geboorte van hun eerste kind. Als Anne bijna zeven maanden
zwanger is, blijkt dat het ongeboren kind versteende nieren heeft,
nieren die niet functioneren. Het houdt in dat het het kind niet
levensvatbaar is en waarschijnlijk tijdens of vlak na de geboorte
zal sterven. De dagen na het onheilsbericht zijn voor Anne en
Matthijs ondraaglijk. Uiteindelijk besluiten ze het advies van
de gynaecoloog op te volgen en de geboorte te laten opwekken.
In het ziekenhuis komt het onvolgroeide kind ter wereld en sterft
onmiddelijk. Het is een jongetje en Anne noemt hem Romeo, de naam
die ze voor haar zoon in gedachten had. Anne en Matthijs gaan naar
huis met alleen een paar foto's van Romeo. Matthijs probeert de
draad van het leven weer op te pakken, maar Anne kan de afschuwelijke
ervaring niet verwerken. Ze praat over niets anders, laat iedereen
de foto's zien en vervalt tot apathie. Matthijs doet zijn best
om haar op te beuren, maar Anne verwijt hem dat de hele gebeurtenis
hem blijkbaar koud laat. Langzaam maar zeker drijven de twee uit
elkaar. Dan ontmoet Anne op een kerkhof een oude man die het graf
van zijn jong gestorven zoon bezoekt. De man vertrouwt haar toe
dat hij nog dagelijks gesprekken met hem voert in gedachten. Hij
is de eerste die haar begrijpt en haar bevestigt in haar gevoelens.
Ze is niet kinderloos, zoals de omgeving haar ziet, ze is wel
degelijk de moeder van haar zoon. Anne put zoveel kracht uit deze
ontmoeting dat ze de confrontatie met Matthijs weer aankan. Ook
hij beseft uiteindelijk dat zijn oplossing -het verdringen van
zijn verdriet- niet de beste was. Muziek: Boudewijn Tarenskeen. Camera: Theo Bierkens. Geluid: Hugo de Vries. Art direction: Philippe Graff. Montage: Ot Louw-Het Materiaal. Producent: Frans Rasker. ROMEO is een coproductie van Horizon Filmproductions en de NOS, met
cofinanciering door de Stichting Coproductiefonds Binnenlandse Omroep.Deze film kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van het fonds voor de Nederlandse Film. Fragment uit MONUMENT VOOR EEN GORILLA ter beschikking gesteld door Bert Haanstra. Het echtpaar Johan Leysen en Rita Horst maakten dit alles in de realiteit mee. Voor Rita Horst was het schrijven van het scenario
therapeutisch. In werkelijkheid overleed in december 1993 het anderhalf jaar oude zoontje van Monique van de Ven en haar
man Edwin de Vries. Monique van de Ven in 'VARA TV Magazine' 48-2006: "Was de eerste keer dat ik een script las, waarbij ik dacht: dit moet ik maken, geen twijfel mogelijk. (...) Heb me enorm vastgebeten in die rol. Ik had steeds voor ogen: er mag geen moment zijn dat je het niet geloofd. Dan is de hele film weggegooid. (...) Ik kan er nog naar kijken. Toen het mezelf overkwam, dacht ik alleen maar: ik doe nooit meer een film waarin het slecht met me afloopt of waarin me iets gebeurt. Je gaat echt even denken: loopt mijn eigen leven parallel aan mijn filmleven. Dat kan toch niet waar zijn. (...)" Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 1990.
Gouden Kalf voor Monique van de Ven. Nummer 40 over 1990, 87.608
bezoekers. Goed ontvangen bij de Nederlandse pers. In 'Acteren voor de camera : methode van onderzoek naar acteerprestaties in realistisch drama van acteurs en actrices in Nederlandse speelfilms na 1989' van Joost J. Njio (Theater-, film- en televisiewetenschap - Universiteit Utrecht, maart 1999) worden de acteerprestaties van de hoofdrolspelers uit ROMEO, DE KLEINE BLONDE DOOD, ADVOCAAT VAN DE HANEN en DE POOLSE BRUID geanalyseerd.
Première: 13 april 1990
K-94 minuten
ROSA ROSA
Martin Uitvlugt
met: Guusje van Tilborgh (Rosa), Johan Leysen (Heinz/Herman), Marieke van der Pol (Pauline, vriendin van Rosa), Herbert Flack (Eric, ex-man van Rosa), Sanderien van Rooy (Ine, Rosa’s dochter), Raymond Campfens, Wilma Borgman (presentatoren), Stef de Niet (deskundige), Oof Verschuren (glazenwasser), David Blake (collega Heinz/Herman), Jan Blom (man met krant), Ruben Uitvlugt (Duitse soldaat), Ank van Straalen, Ans Kroon (clienten)
Scenario: Martin Uitvlugt. Psychologische thriller over een gescheiden,
zich vervelende kapster in Den Haag, die op een terrorist valt.
Rosa Brand heeft een kapsalon. Op een avond komt na sluitingstijd
een onverzorgde man binnen. Hij heeft een brief van Rosa's ex-man
bij zich, die in Duitsland als journalist werkt. De onverzorgde
man beweert een collega van Eric te zijn. Hij wil dat Rosa zijn
uiterlijk verandert, maar staat niet toe dat zij vragen stelt.
Hij ondergaat een metamorfose en vertrekt zonder een woord te
zeggen. Rosa kan hem niet uit haar gedachten zetten en begint
een zoektocht naar hem. Bij toeval komt ze een man tegen die het
evenbeeld is van de vreemde. Het lukt haar om met hem in gesprek
te komen door zich voor zijn auto te werpen. Zijn naam is Herman
en hij zegt dat hij een computer traffic controller is. Ze krijgen
een gepassioneerde verhouding totdat Herman plotseling verdwijnt.
Een bezoek aan Eric om meer te weten te komen over Herman levert
niets op. Ondertussen hoort Rosa via het journaal steeds meer over een in Europa
actieve terroristische organisatie. Ze ziet een foto op tv van
een gezochte terrorist, die lijkt op haar vriend Herman. Rosa,
die verliefd en nieuwsgierig is, komt van het ene mysterie in
het andere terecht. Camera: Piotr Kukla. Geluid: Bert Koops. Licht: Pawel Edelman, Onno van der Wal. Art direction: Rob Vermeulen, Diana van den Vossenberg. Montage: Arno Hagens. Muziek: Robert Jan Stips en Hi Ho Silver (‘Poll’). Producent: Cesar Messemaker. Meatball-produktie. Opgenomen op locaties in Den Haag, Scheveningen en op het Kagereiland. De film van distributeur Cor Koppes werd alleen om contractuele redenen een weekje in de Amsterdamse bioscoop Cinecenter gedropt. De recensies waren vernietigend. Enkele kreten: 'Derrick tien keer beter', 'raar debuut', 'alleen voor zij die verslaafd zijn aan Nederlandse films'. Pieter van Lierop in ‘Utrechts Nieuwsblad’ d.d. donderdag 19 maart 1992: “Dit door Martin Uitvlugt geregisseerde filmdrama begint nochtans zeer beloftevol. Als je tenminste voorbij wil gaan aan het temende pianodeuntje dat al binnen drie minuten op je zenuwen werkt, maar dat door de met zijn compositorisch talent woekerende Robert Jan Stips in nauwelijks merkbare variaties door de hele film heen wordt getrokken zodat na anderhalf uur je oorschelpen gaan schilferen. (…) Wat verder volgt is hemeltergende onzin. (…) De dialogen zijn vaak van onbeschrijflijke houterigheid. (…) Qua plot, boodschap of visie bezit ROSA ROSA niets dat verfilming de moeite waard maakte. Maar de manier waarop het allemaal in scène gezet werd - zo stijf, zo vreugdeloos saai - dat had zelfs dit slechte scenario niet verdiend.” Mark Moorman in ‘Het Parool’ d.d. donderdag 12 maart 1992: “De distributeur heeft het geheim niet langer op de plank kunnen laten liggen (…) [dat] bijna twee jaar op uitbreng [moest] wachten. (…) Het slecht geconstrueerde scenario, om eens een constructieve opmerking te maken, (…) uiterst beroerd bordkarton. Gebrek aan geld is nooit een excuus. Andere regisseurs hebben bewezen dat visuele vindingrijkheid en een klein budget elkaar niet noodzakelijkerwijs uitsluiten.” Joyce Roodnat in ‘NRC Handelsblad’ d.d. donderdag 12 maart 1992: “(…) inconsistent ratjetoe van vage ideeën en gedachtetjes. De medewerking van twee acteurs die in andere films lieten zien grootse prestaties te kunnen verrichten heeft niet mogen baten (…) dat zegt vooral veel over Uitvlugts acteursregie, over de overdadige pingelmuziek en over de blikken montage. Camera en licht werden zonder allure gebruikt, in de oppervlakkige stijl van het voor snelle consumptie bedoelde, mindere televisiespel (…) Er blijven alleen maar vragen over. Waarom valt Rosa juist op hem? Waarom valt hij voor Rosa? Wat wil Uitvlugt kwijt over terreur op Europees niveau? En wat is de bedoeling van zogenaamde diepzinnigheden als ‘Ik heb altijd sterke banden gehad met het alledaagse, Herman’ of ‘Ik vind het leuk mensen te veranderen’of ‘We moeten blijven wat we zijn’? (…) In afwachting van een volgende, wellicht meer voor openbaarheid geschikte fase in Uitvlugts ontwikkeling, had ROSA ROSA op de plank moeten blijven liggen, misschien met een in weemoed gestrikt lint om de filmblikken - als een herinnering aan een onvolgroeide poging die wellicht een eerste opstapje was.”
Première: Nederlandse Filmdagen 1990/13 maart 1992 (Cinecenter - Amsterdam)
K-90 minuten
SCHERZO FURIOSO, EEN
ook: A SCHERZO FURIOSO
Marianna Dikker
met: Will van Kralingen (Stephanie), Hans Dagelet (Laurens), Joke
Tjalsma (Marieke), Johan Ooms (Guus)
Scenario van Marianne Dikker. Laurens en Stephanie zijn acht jaar
getrouwd en dat is aanleiding voor een feest. Maar Laurens heeft
er geen enkele moeite mee om tussen het schrijven van de uitnodigingen
door af en toe met een andere vrouw in bed te stappen, zoals hij
dat in feite al die tijd heeft gedaan. Soms leidt dat tot een
bitse woordenwisseling of een kussengevecht tussen hem en Stephanie,
maar het is eigenlijk al heel wat dat ze nog bij elkaar zijn.
Stephanie lijkt de avontuurtjes van Laurens te accepteren als
iets dat erbij hoort, als die vriendinnen maar van haar make-up
spullen afblijven. Totdat alle vrienden en vooral vriendinnen
verzameld zijn op het feest en Stephanie een voor Laurens nogal
onverwachte toespraak houdt. Ze spreekt een woord van dank uit
aan de ongeveer dertig vriendinnen die Laurens in acht jaar tijd
heeft versleten en laat weten dat nu het moment is gekomen dat
Laurens en zij uit elkaar gaan. Laurens veinst dat dat in goede
harmonie gebeurt, maar in werkelijkheid voelt hij zich verraden.
Dat wordt nog versterkt als de volgende dag Marieke, een van zijn
vriendinnen, voor de deur staat met haar echtgenoot. Marieke wil
scheiden en met Laurens een nieuw leven beginnen omdat ze van
Stephanie gehoord heeft dat zij Laurens' nieuwe grote liefde is.
Niets blijkt minder waar te zijn, tot verdriet van iedereen. En
's avonds staat dan Stephanie opeens weer bij Laurens in de slaapkamer,
al krijgt haar terugkeer een andere wending dan Laurens in zijn
vreugde vermoedt. Muziek: Loek Dikker. Scenario won in 1987 de
Prix Genève Europe. Winnaar Lilian Gish Award van het Woman
in Film Festival 1990 in Hollywood. Goed ontvangen bij de Nederlandse
pers. Vooraf: HET SEIZOEN van Rob Mooy (NL 1989-20 minuten met:
Cas Enklaar, Lineke le Roux, Joris Rijnberg, Jules Croiset) over
het jachtseizoen voor mannen en vrouwen.
Première: 5 januari 1990
K-63 minuten
WAY UPSTREAM
ook: STROOM OPWAARTS
Sander Francken
met: George van Houts (Aldert-Jan), Celia van den Boogert (Joke),
Aus Greidanus (Kees), Geert de Jong (Wendy), Gees Linnebank (Jim),
Juul Vrijdag
Scenario: Hugo Heinen, Sander Francken, naar een toneelstuk van
Alan Ayckbourn. Twee stellen gaan op vakantie met een plezierjacht.
De verwende Wendy verafschuwt haar brallerige echtgenoot Kees,
Alder-Jan is een teleurgesteld ei en zijn huwelijk met Joke is
een sleur. De onderlinge frustraties worden verscherpt door de
komst van een vreemdeling, Jim, die de boot uit een benarde situatie
redt, daarna als gast een eindje meevaart en vervolgens het commando
meer en meer overneemt. Hij ontpopt zich als een machtswellusteling,
die uiteindelijk (bijna) zelfs over leven en dood van de passagiers
beslist. Muziek: Het Paleis van Boem. Opgenomen in de Spiegelpolder
bij Nederhorst den Berg. De film was oorspronkelijk gepland voor
de VARA-televisie. Slecht ontvangen; alleen de acteerprestatie
van Celia van den Boogert werd geprezen.
Première: 27 september 1991
K-88 minuten
WIJ HOUDEN ZO VAN JULIO
ook: (WE HOUDEN ZO VAN) JULIO/WE HOUDEN ZO VAN JULIO/WE LOVE JULIO
Ramon Gieling
met: Heyn van der Heyden, Anneke Blok, Marieke Heebink, Sylvia
Poorta, Isabelle Guillaume, Barbara Feldbrugge, Hans Hoes, Annette
Apon, Stefan van de Staak
Scenario: Ramon Gieling. Losse, bijna experimentele komedie met lichte toon. Julio
strijkt als een soort onschuldige engel uit de hemel neer op aarde.
Vijf vrouwen en een man mijmeren over hun geliefde jongeman die
maar niet volwassen wil worden. In flash-backs wordt de relatie
die Julio met de diverse personen had getoond. Aan het slot laat
Julio zijn weldoeners ontgoocheld achter. Muziek: Bach, Beethoven,
Ravel. Fotografie: Guus van Geffen. Geluid: Marcus Nijssen, Frans van de Staak, Lukas Boeke. Art direction: Ruben Schwartz, Serge van Opzeeland. Montage: Ton de Graaff, Jan Dop. Producenten: Suzanne van Voorst en Floor Kooij voor Yuca Film.
Première: 9 maart 1990
K-77 minuten
WINGS OF FAME
Otakar Votoçek
met: Peter O'Toole (Cesar Valentin), Colin Firth (Brian Smith), Marie Trintignant (zangeres Bianca), Andréa Ferréol (Theresa), Maria Becker (Dr. Frisch), Gottfried John (Russische dichter Zlatogorski), Walter Gotell (receptionist), Ken Campbell (gerant), Robert Stephens (Merrick), Terry Raven (mysticus), Luc Boyer (Kobayashi), Michiel Romeyn (Baldesari), Pat Roach (guerilla 1), Jerry Di Giacomo (guerilla 2), Ellen Umlauf, Peter Firth, Nicolas Chagrin, Ken Campbell, Mark Tandy, Dagmar Schwarz,Phil Warnett, Herman=Hermann Lause (schaker),Terry Raven, Jonathan Hackett, Eva Kryll, Emilio Linder, Pat Roach, Jerry Di Giacomo, Klaus Kelterborn, Bruno Eiron, Remo Rostagno, Luc Boyer, Bernard Fontaine, Tina van Baren, Jürgen Schornagel, Michael Harrican, Luc Walter, Gylan Kain, Ian Elliot, Patrick Le Barz, Jean-Jacques Delbo, Stacey Whorton, Adam Fresco, Harry Barrowclough, Mary Donovan, Richard Graydon, Eric Fostinelli, David Doyle, Robert Darame, Joe Weston, Michael Krass, Keith Adrian, Grant Coburn, Juri Voogd, Josyane Cianelli, Colin Scott, Moune Duvivier, Sander Brouwer
Scenario: Otakar Votoçek, Herman Koch. Het is 1966, het succesjaar
van de Beatles, maar ook van Cesar Valentin, een filmacteur op
het toppunt van zijn roem. Hij is een van de belangrijke gasten
op een internationaal filmfestival waar ook de onbekende schrijver
Brian Smith zich onder de aanwezigen bevindt. Smith heeft nog
een appeltje te schillen met Valentin, omdat de filmacteur volgens
hem zijn manuscript heeft gestolen. Het manuscript bevatte een
biografie over het leven van Cesar Valentin, die er heel handig
een autobiografie van heeft gemaakt met als titel 'Wings of Fame'.
Na een aantal tevergeefse pogingen om de ijdele en arrogante acteur
te spreken te krijgen, schiet Smith hem voor het filmpaleis neer.
Maar nog in dezelfde minuut komt hij ook zelf om het leven onder
een neerstortende filmlamp. Samen arriveren ze per roeiboot in
het hiernamaals. Dat blijkt een luxueus hotel op een eiland te
zijn, waar alle aardse beroemdheden zijn samengebracht. Zo logeren
in het hotel mensen als Einstein en Hemingway, naast Albert Speer,
de baby van Lindbergh en de filmhond Lassie. Valentin krijgt vanwege
zijn beroemdheid een comfortabele, luxe kamer toegewezen, maar
Smith die slechts bekend is geworden als de moordenaar van Valentin
moet zich met minder luxe tevreden stellen. Smith ontdekt al snel
dat de mate van comfort bepaald wordt door de roem die iemand
na zijn dood nog heeft op aarde. En is die tanende dan wacht hem
of haar een schamele zolderkamer of een verblijf in de kelder.
Valentin heeft intussen kennis gemaakt met zijn moordenaar en
probeert er achter te komen wat het motief is geweest voor de
moord. Verder houdt hij zich bezig met het popzangeresje Bianca,
tot jaloezie van Smith die hevig verliefd op haar is geworden.
Zij lijdt aan geheugenverlies en is de enige die denkt dat ze
nog leeft. Haar roem heeft ze te danken aan een enkel tophitje
dat ze tot vervelens toe draait op haar koffergrammofoon. Na verloop
van tijd wordt tot zijn grote woede ook Valentin verplaatst naar
een andere kamer. Hij kan zich niet voorstellen dat hij al zo
snel in de vergetelheid begint te raken. Maar de wetten van het
hiernamaals zijn genadeloos. Dat blijkt wanneer tijdens een gemeenschappelijke
bijeenkomst bepaald wordt wie er nog in het hotel mag blijven
wonen en wie er bij de naamlozen in zee wordt geworpen. Ook Valentin,
en met hem zijn moordenaar, moeten het hotel verlaten, maar tijdens
een loterij wint Smith de hoofdprijs: de terugkeer naar de aarde.
Hij mag een persoon met zich meenemen en dat wordt na lang aarzelen
Valentin. Het is 1988 als ze allebei weer terugkeren in het leven.
In een jukebox klinkt de tophit van Bianca en in een bioscoop
wordt een retrospectief gewijd aan de films van Valentin. Samen
gaan ze erheen. Muziek: Paul M. van Brugge. Montage: Hans van Dongen. Producenten: Laurens Geels en Dick Maas. Camera: Alex Thomson Montage: Hans van Dongen. De regisseur, de Nederlandse
Tjech Otakar Votoçek, is visueel gehandicapt. Producenten: Dick
Maas en Laurens Geels. Het budget van de film liep tegen de tien
miljoen gulden. Opgenomen in Zuid-Frankrijk. Film werd goed ontvangen;
vooral het originele gegeven en de locaties werden geprezen. 'Gold
Special Jury Award' van het International Film Festival Houston
1991. Tevens ontving de film prijzen voor art direction en kostuums
op het filmfestival van Viareggio (Italië, 1990: Benedict Schillemans kreeg voor zijn werk aan WINGS OF FAME de Fellini Award), de Speciale Prijs
van de buitenlandse jury en de Prijs van de kritiek op het Internationaal
Festival van de Fantastische Film te Avoriaz en de Publieksprijs
van het filmfestival van Angers (Frankrijk). 9.170 bezoekers.
Première: 23 maart 1990
K-116 minuten
Terug naar de homepage