Alle Nederlandse films vanaf 2000

Films alfabetisch gerangschikt op titel per jaar

2000


Naar de films uit 2001
Naar de films uit 2002
Naar de films uit 2003
Naar de films uit 2004
Terug naar de homepage

8½ WOMEN
ook: EIGHT AND A HALF WOMEN
Peter Greenaway

met: John Standing (Philip Emmenthal), Matthew Delamere (Storey Emmenthal), Vivian Wu (Kito), Annie Shizuka Inoh (Simato), Barbara Sarafian (Clothilde), Kirina Mano (Mio), Toni Collette (Griselda), Amanda Plummer (Beryl), Natacha Amal (Giaconda), Manna Fujiwara (Giulietta/half woman), Polly Walker (Palmira), Elizabeth Berrington (Celeste), Myriam Muller (Marianne), Don Warrington (Simon), Claire Johnston (Philip's wife), Paul Hoffmann (mourner), Tony Kaye (mourner), Ann Overstall Comfort (mourner), Malcolm Turner (undertaker), Patrick Hastert (man in street), Julian Vincent (first man in cinema), Ciaran Mulhern (second man in cinema), John Overstall (third man in cinema), Derek Kueter (debt collector), Jules Werner (debt collector), Sophie Langevin (debt collector woman), Denise Gregoire (sister nun), Sascha Ley (nun), Bettina Scheuritzel (nun), Radica Jovicic (nun), Jill Mercedes (Nun), Dean Harrington (American businessman), Noriyuki Konishi (Korean businessman), Jean-Gabriel Dupuy (French businessman), Stéphane Prevot (French businessman), Katsuya Kobayashi (Simato's father), Ryota Tsuchiya (Simato's brother), Takumi Matsui (Simato's fiancé), Kiyosi Ishiguro (brother fiancé), Hairi Katagiri (1/2 woman companion), Yurika Sano (1/2 woman 8 years old), Satomi Ando (1/2 woman 10 years old), Sachiko Meguro (Mio's companion #1), Hisayuki Yoshioka (Mio's companion #2), Hanji Mishima (Mio's companion #3), Toyonosuke Fujima (Kabuki father), Kango Fujima (Kabuki son), enyoichi Nishikawa (Kabuki son)

Nederlands-Luxemburgs-Engels-Duitse co-produktie. Scenario: Peter Greenaway. Een vader en een zoon runnen samen een bordeel. Het bordeel wordt bewoond door 8 ½ vrouw. Het reilen en zeilen binnen deze leefgemeenschap wordt getoond, de betrokkenheid van de vrouwen, de vreemde relatie tussen vader en zoon en het uiteindelijke uiteenvallen van de groep. Een aardbeving maakt aan alles een einde. De film werd opgenomen in Japan en Luxemburg. Producenten: Jimmy De Brabant, Terry Glinwood, Bob Hubar, Kees Kasander, Michael Pakleppa, Denis Wigman. Scenario: Peter Greenaway. Camera: Reinier van Brummelen, Sacha Vierny. Geluid: Garth Marshall. Montage: Elmer Leupen. Art Direction: Wilbert van Dorp, Emi Wada. Casting: Daniëlle Roffe. Licht: Reinier van Brummelen. Luxemburgse producent: Delux Productions. Engelse producent: Woodline Films. Duitse producent: Continent Films. Nederlandse producent: Denis Wigman, Bob Hellenberg Hubar (Movie Masters). Camera: Reinier van Brummelen en Sacha Vierny. Montage: Elmer Leupen. Casting: Danielle Roffe. Art direction: Wilbert van Dorp en Emi Wada. Regie-assistent: Gert Embrechts. Enige Nederlandse aandeel op het filmfestival van Cannes in 1999. Première aldaar op 22 mei 1999. Ook vertoond op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen in oktober 1999. In de film zit een fragment van 8 1/2 van Fellini. Reacties pers/publiek: 'Het Parool' d.d. 5 januari 2000: "(...) slaagt Greenaway er niet in om ook maar een vleugje leven in deze steriele constructie te brengen. Zijn teksten zijn opzettelijk toneelmatig en worden door het ensemble met een minimum aan levensvreugde gedeponeerd." 'Vrij Nederland' d.d. 8 januari 2000: "Al is het geen verhaal met een begin en een einde, iets moet je toch te melden hebben om aanspraak te maken op twee uur aandacht. Maar 8½ WOMEN is alleen versierde leegte. Ditmaal is die versiering zoveel minder vindingrijk, epaterend en murw makend dan in vorige films. Bovendien blijft het scenario merkwaardig genoeg braaf binnen narratieve conventies. En dus is het alsof elke fantasie verspilde moeite was. Het enige wat Greenaway overbrengt op de toeschouwer is zijn eigen desinteresse." Opmerkelijk: Enige Nederlandse bijdrage op het filmfestival van Cannes in 1999. Première aldaar op 22 mei 1999. Ook vertoond op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen in oktober 1999. Geflopte film met 4.561 bezoekers.
Première: 6 januari 2000 in 6 kopieën
K-120 minuten

ABENDLAND
ook: NIGHTFALL
Fred Kelemen

met: Verena Jasch, Wolfgang Michael, Adolfo Assor, Isa Hochgerner, Urs Remond

Anton, die al jaren samenleeft met Leni, kan zich niet onttrekken aan de dreiging, angst en twijfel waarvan de wereld aan het einde van de twintigste eeuw doordrongen lijkt te zijn. Steeds dieper zakt hij weg in lethargie. Leni gelooft nog in een leven dat niet geregeerd wordt door werk en materialisme. Liefde, vertrouwen en sensualiteit zijn voor haar de tegenhangers van de benauwde wereld rondom haar en de sfeer van doem die Anton om zich heen gesponnen heeft. In de film brengen Anton en Leni onafhankelijk van elkaar de nacht door, wat onvermijdelijk een confrontatie met zichzelf en met hun eenzaamheid tot gevolg heeft. Hun reis door de nacht wordt doorkruist door verschillende ontmoetingen, die hun diepste verlangens en gevoelens aan de oppervlakte brengen. Aan het einde van hun nachtelijke odyssee vinden ze elkaar weer terug, met meer zekerheid en minder illusies. Historie: Duits-Nederlandse co-productie. Productie maatschappij: Mediopolis Berlin. Scenario: Fred Kelemen. Camera: Fred Kelemen. Muziek: Rainer Kirchmann. Montage: Fred Kelemen, Anja Neraal, Nicola Undritz-Cope. Sales: Futura Film. Eerste vertoning op het International Filmfestival: 3 februari 2000.
Première: 3 februari 2000
K-140 minuten

BABS
Irma Achten

Met: Brigitte Kaandorp (Babs), Naomi Colombaioni (Geert, haar dochter), Victor Löw (Citroen), Michel van Dousselaere (Juan Carlos), Cecile Heuer (Fritsie), Wivineke van Groningen (Deen), Brigitte Kaandorp (Karla), John Buysman (inspecteur), Dimme Treurniet (jonge inspecteur, vriend van de inspecteur), Rob Bolland (Bram), Matilde Santing (gevangenisbewaakster), Henk Voorn (barkeeper), Naomi Menso, Mirjam Mossel, Sarina Voorn (zangeressen nachtclub VIG), Tarif Heljanan, Werner Penza (zangers 'Babs Boyz' in Fritsie's café), Hein van Beem (arts), Lee Towers (Lee Towers), Hunter Bussemakers (jongetje met fiets), Wil van der Meer, Rick van Gastel (?)

Scenario: Irma Achten, met assistentie van Corina van Eijk. Een muzikale komedie over een criminele romance. Babs (Brigitte Kaandorp) is een beminnelijke, onhandige vrouw van vijfendertig en moeder van het achtjarige meisje Geert (Naomi Colombaioni). Op het moment dat zij een vrijwel nieuwe mannenschoen op straat vindt, verandert haar leven. De schoen behoort toe aan Juan Carlos, een nachtclubeigenaar met een aantrekkelijke boeventronie en een stevig Spaans accent. Er gaat een onweerstaanbare aantrekkingskracht van hem uit en Babs gaat in op zijn avances. Wanneer ze 's nachts langs de Nieuwe Maas eindelijk elkaars lippen vinden, wordt Juan Carlos met veel aplomb gearresteerd op verdenking van moord op een danseres... De arrestatie is het werk van een zekere Karla, zus van Juans rechterhand, die heimelijk op hem verliefd is. Zij heeft de politie getipt en hen de foto's toegespeeld waarop Juan Carlos staat afgebeeld op de plek waar het lijk gevonden is. Babs is ten einde raad. Eindelijk heeft zij de man van haar dromen gevonden en nu gebeurt er zo iets. Is hij echt de moordenaar of is hij erin geluisd? Wie is Juan Carlos en wie moet ze geloven? Oorspronkelijk was het de bedoeling om een televisieserie voor de VARA te maken rond Brigitte Kaandorp, maar de trage Hilversumse molens zorgden ervoor dat Irma Achten het voor gezien hield en de tv-serie omwerkte tot een speelfilm. De opnamen voor de film vonden op lokatie plaats in Rotterdam (periode 1 t/m 9 september 2000) en in Luxemburg (periode 15 september t/m 2 oktober 2000 - zichtbaar aan het "Feuerwehr"-brandalarm). In Rotterdam werd o.a. gefilmd op het schip ‘De Majesteit’ en tijdens het Lee Towers Gala of the Year op zaterdag 21 oktober 2000. Er is met meerdere digitale Canon XL-1 DV camera's opgenomen om zowel Brigitte niet te beperken en om de onervaren Naomi ruimte te geven. De fotografie was in handen van Reinier van Brummelen. Geluid: Hugo Helmond. Art Director is Heleen Heintjes. Els Cuppens is verantwoordelijk voor de kostuums. De componisten van de score en de algehele muziekproductie inclusief twaalf nieuwe liedjes zijn van Ferdi Bolland & Rob Bolland. Songs o.a. 'Ain't no sunshine' door Lee Towers, 'Schoenlied' door Brigitte Kaandorp, 'Warn' door Rob Bolland. De producent is Kees Kasander voor The Kasander Film Company te Amsterdam. Co-producenten: Jimmy de Brabant (Delux Productions S.A.) en Marina Blok, Monique van Welzen (NPS). Buena Vista International (Netherlands) BV verzorgt de distributie in de Benelux. Irma Achten: “Ik zag Brigitte Kaandorp in een musical en vond haar een klassiek comedienne. Tijdens het schrijven van een script dacht ik: hé dit is voor Brigitte.” Brigitte Kaandorp over haar eerste filmrol: "Ik vond het wel spannend om kneedbare klei te zijn in de handen van een ander, de regisseur in dit geval. Het was beslist niet: 'Eens maar nooit weer'". ?: Rick van Gastel, bekend van ABELTJE, kwam toevallig langs op de set, waardoor hij in de film terechtkwam (“Hé, wil je een lift?” ). BABS werd gerealiseerd in nauwelijks vijf maanden, wat ver onder het gemiddelde ligt voor een film. Achten hoopt bij een volgende film meer tijd te hebben: "Maanden zeven dagen per week werken is niet fijn, want je hebt geen tijd meer om te reflecteren op je werk." Persreacties: 'de Filmkrant' d.d. december 2000: "De signatuur van Achten is herkenbaar in de absurde wendingen, groteske ontwikkelingen en rare vondsten, die soms plat neervallen, maar vaker voor een glimlach zorgen. (…) De film heeft een bijna kabbelend ritme. De basis daarvan is het camerawerk van Reinier van Brummelen, die het aandurfde om lange rijders te maken. (…) BABS doet niet denken aan doelgroepen maar aan het plezier dat de makers eraan beleefd hebben. (…) Het magere verhaaltje functioneert als een kapstok voor een verzameling scènes en liedjes waarin Kaandorp als Babs uitstekend overeind blijft. (…) Het is geen film voor lachsalvo's, maar voor een milde glimlach over misverstanden en menselijke tekortkomingen. (…) Dat BABS toch niet helemaal overtuigt, komt doordat Achten ook nu weer een film heeft gemaakt die teveel kanten uitfladdert. In BABS schuilt een heel goede film, maar die komt niet tevoorschijn door het ontbreken van een consistente benadering. Het verschil in acteeropvatting is daarvan een illustratie: Löw zet een moddervet type neer, terwijl Kaandorp haar twee personages wel degelijk diepte geeft. BABS is een knusse kronkelweg." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 6 december 2000: "Toon Hermans, Wim Sonneveld, Kees van Kooten, Herman van Veen en Freek de Jonge zijn stuk voor stuk ooit de mist in gegaan met een rond hun persoonlijkheid geconstrueerde film, die niemand wilde zien. Cabaretière Brigitte Kaandorp debuteert als ster van Babs (…) Babs is ook de derde film van regisseuse Irma Achten, die met Belle (1992) en Marie-Antoinette is niet dood (1995) bewees over een even excentriek als ongedisciplineerd visueel talent te beschikken. Zo werd de film een confrontatie van twee slecht bij elkaar passende benaderingen: enerzijds is Babs een stervehikel voor een theaterpersoonlijkheid, die wil laten zien dat ze kan zingen en performen als een tegendraadse femme fatale. Anderzijds zet Achten met curieuze kadreringen, belichting en montagegrapjes de film in een poëtisch daglicht, zoekend naar een eigen toon. Het aardigste wat je er van kunt zeggen, is dat het gelukt is om die toon licht en surrealistisch te houden. (…) De rol van Kaandorp als van geluk dromende moeder streeft wanhopig naar allure, maar krijgt geen vleugels, de bijrol als de wraakzuchtige slet blijft een typetje. Toch bevat de film momenten van authentieke schoonheid, ondanks de hinderlijk drabbige beeldkwaliteit. (…) Het resultaat ziet er belabberd uit, en wordt niet gerechtvaardigd door de noodzaak om deze niet- professionele actrice een kans te geven. Daarvoor is het resultaat uiteindelijk te pover, te dun. " Mark Moorman in 'Het Parool' d.d. 6 december 2000: "Kaandorp wordt overigens overtroffen [in het neerzetten van een vet typetje] door Victor Löw en Michel van Dousselaere, die werkelijk een heel arsenaal aan gangsterclichés en accenten op ons loslaten zonder eenmaal doel te treffen. (…) Veel scènes missen een duidelijke clou en dat is niet hetzelfde als 'een spontane scène'. De aardigste momenten zijn die waarin Kaandorp acteert met dochter Geert (Naomi Colombaioni) en de enscenering van een aantal liedjes. (…) Terwijl de moeder/dochter scènes alle gelegenheid geven je in te leven, bevinden we ons bij een aantal bijrollen plotseling op een bonte personeelsavond, waarin iedereen een fopneus heeft opgezet." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' d.d. 7 december 2000: "Wat zullen de privé-investeerders gaan schrikken als zij de film BABS gaan bekijken. Hebben we daar ons spaargeld (gemiddeld 25.000 gulden) ingestoken? Goed, het belastingvoordeel voor volgend jaar is binnen, maar enige artistieke en ambtelijke kwaliteit mogen de geldschieters toch ook wel verlangen? In dat opzicht zijn de financiers schaamteloos opgelicht. BABS is, laten we het maar ronduit zeggen, een zooitje. Een flinterdun, nauwelijks uitgewerkt, door flauwheid gekenmerkt scenario, schmierende acteurs (let vooral op Victor Löw), abominabel uitgewerkte liedjes en in technisch opzicht (beeld en geluid lopen soms niet synchroon) is de film ondanks het gebruik van digitale hocus pocus een aanfluiting. Alles duidt erop dat BABS in een vloek en zucht in elkaar is geflanst om de premièredatum te halen en zodoende te profiteren van de kerstdrukte in de bioscoop. Zei producent Kees Kasander bij de presentatie voor de investeerders van dit project niet dat een Nederlandse film in deze periode nooit kan floppen, denkend aan de successen van KRUIMELTJE en ABELTJE? Dan moet hij eens gaan opletten wat er met BABS gaat gebeuren. De mond-tot-mondreclame moet de komende weken vernietigend zijn. (…) Voor Brigitte Kaandorp blijft het hopelijk bij dit ene filmoptreden. (…) Als de belastingmaatregel voor privé-investeerders nog meer van dit soort Nederlands filmgeknoei oplevert, en die mogelijkheid is niet ondenkbeeldig, dan is dat doodzonde van de beperkte zaalruimte in de Nederlandse bioscopen. Dan maar liever massa-producties uit Hollywood." 'de Telegraaf' d.d. 7 december 2000: "'Babs' is een wat rommelig sprookje, bevolkt door clichés en karikaturen (vooral Victor Löw legt het er in de rol van Juan Carlos' beste vriend duimendik bovenop). De verhaallijn is dun, de knipogen naar de werkelijkheid vet. Mathilde Santing als een potige gevangenisbewaarster die Kaandorp met zichtbare wellust fouilleert... Tja, wat subtieler mag best. Regisseuse Irma Achten ('Belle'), ook verantwoordelijk voor het scenario, spiegelt hier een magisch-realistische wereld voor waarin je moet willen geloven, maar eist daarbij soms teveel van de goede wil van de kijker. De op een enkele uitzondering na kleurloze liedjes en de te vaak naar muzak klinkende soundtrack van het componistenduo Bolland en Bolland voegen eveneens weinig toe. Het lijkt Brigitte Kaandorp allemaal niet te kunnen deren. Met ogenschijnlijk gemak overwint zij de barrières die de camera opwerpt. Het is haar ontspannen komische charme die dit vehikel rijdende houdt. " De film kwam slechts binnen op 13 in de bioscoop top 20 met een eersteweeksopbrengst van 90.706 gulden/circa 7.000 bezoekers. Daarna op 16 en 19. 15.501 bezoekers in 2000 plus 2.518 in 2001. De film cv met een cv kapitaal van 1.318.025 euro op een totaal budget van 1.769.152 euro had een rendement van 12,6%.
Première: 7 december 2000 (35 kopieën)
K-90 minuten

LE CONTE DU VENTRE PLEIN
ook: BELLYFUL/LA BONNE À FAIRE
Melvin Van Peebles

met: Andréa Ferréol (Loretta), Jacques Boudet (Henri), Meiji U Tum'si (Diamantine), Claude Perron (Blanchette), Frank Delhaye (Lucien), Herman van Veen (Jan Harlekijn), Michel Dussauze (Albert), Serge Lacombe (Claude), Daniel Poinard (Maurice), Eliane Bordoni (Madeleine), Odette Duxin (Old lady), Chantal Jeannin (Mme Tallerand)

Frans-Nederlandse co-productie. Scenario: Melvin Van Peebles. Frankrijk, 1967. Loretta en Henri hebben een bistro. Zij huren de zwarte achttienjarige Diamantine in als bediende. Thuis vertellen ze haar dat ze 'een van de familieleden' is, maar in de stad moedigen ze een afkeur tegen haar aan. Zij overtuigen Diamantine om een uit de hand gelopen grap door te zetten - net doen alsof ze zwanger is. Diamantine en Jan, een Vlaamse vriend van het stel, raken verwikkeld in een charade. Engels-Frans gesproken. Producenten: Ron van Eeden (associate producer), F. Jansen (associate producer), Yves Pasquier, Emmanuel Paulin, Stéphane Rollot, Jean-Pierre Saire, Frédéric Sichler, Eric Stanley, Daniel Toscan du Plantier, Melvin Van Peebles. Muziek: Melvin Van Peebles. Titelsong: Herman van Veen. Camera: Philippe Pavans de Ceccatty. Montage: Catherine D'Hoir. Nederlandse co-producerende omroep: K.R.O. Uitgebracht in Frankrijk met 35 kopieën op 28 juni 2000. Vertoond op het filmfestival van Cannes 2000 in de Semaine de la Critique in aanwezigheid van o.a. Herman van Veen. Melvin Van Peebles won op het Acapulco Black Film Festival 2000 'Black Film Award Best International Film'.
K-105 minuten

CROSS FATE
ook: CROSS FATE: A TERRIFYING MIDNIGHT COMEDY, IMMIGRATION/CONDENSATION, EMIGRATION CONDENSATION
Nestor Sanz

met: Behrouz Seiri (Ahmed, kammenverkoper), Ingrid van der Lecq (vrouw van kammenverkoper), Erik de Bruyn/Mr. The Brown (taxi-chauffeur), Wilfried de Jong (Carlitos), Hajo Bruins (man in kantoor), Kitty Courbois (vrouw in tram), Mimi Kok (vrouw op feest), Karim Traïdia (dikke trieste man), Jaqueline Tier (dikke trieste vrouw), Frank Sheppard (zwarte politieman 1), Mike Winter (zwarte politieman 2), Egbert de Jong (Van der Groente), Jovanna Vriend (prostituée), Melanie Vervoort (naakte vrouw in kantoor), Yusuf Dagkilic (kind 1), Çagatay Tikiz (kind 2), Mehdi Madanian (terroristische leider 1), Ali Ghezelbash (terroristische leider 2), Fereidoun Laghai (terroristische leider 3), Jack Kerklaan (gekke barman), Nicole van Esch (klein meisje op feest), Harry van Esch (chef garage), Geert Radsma (zwerver peepshow), Sedat Develi (gevangene op mark), Gürdal Suner (chauffeur op mark), Aysel Kaya (vrouw 1 station), Þaziye Açil (vrouw 2 station), Mehmet Ali Yagdiran (buschauffeur), Ismail Kutluhan (bewaker treinovergang), Stationchef (Stationchef), Jacqueline Bloemhard (stewardess), Leo Peters, Sander Kersting (politie), Miriam van der Heyden (vrouw in bar), Sophie Baardewijk, Sarah Baardewijk, Roel van Esch, Jack Grunil, Monique van Esch (gasten op feest)

Nederlands-Deens-Turkse co-produktie. Scenario: Nestor Sanz. Ahmed, een 38-jarige werkloze arbeider in een derdewereldland, laat de toeschouwer delen in zijn dromen over emigratie naar West-Europa. Hij heeft fantasieën over een loopbaan als crimineel, over het lidmaatschap van een criminele organisatie en over zichzelf als slachtoffer van moord. Historie: Nederlands-Deens-Turkse co-produktie. Geproduceerd door Argus Film Produktie. Producenten: Erik Schut, Peter van Vogelpoel. Co-producenten: Zentropa Productions (Denemarken), Istishai Filmler/Pan Film (Turkije). Regie-assistent: Erik de Bruyn. Productie maatschappij: Argus Film Produktie bv. Camera: Nestor Sanz. Geluid: Frank Weyzig. Muziek: Frank Weyzig. Montage: Nestor Sanz. Art Direction: Ben Zuydwijk, Geert Radsma. Kostuums: Elianne van Dorp. Voor geluid stonden ooit Ab Grooters, Eddie de Cloe vermeld. In de persmap was dat niet meer het geval. Frank Weyzig kwam ook voor als Frank Weyzing. De Argentijn Nestor Sanz (11 april 1956) werkte voor deze film als cameraman bij Alejandro Agresti. Acteur Behrouz Seiri is geboren in 1965 in een klein dorpje in Iran. Hij kreeg in 1988 politiek asiel in Nederland. In Nederland studeerde hij Audiovisuele Kunst aan de Rietveld Academie in Amsterdam en studeerde af als animatiefilmmaker. Opnamen in Nederland (Rotterdam en Amsterdam) en Turkije (Istanbul). In Amsterdam is ook gefilmd in de Wenck Studio Amsterdam. Eerste vertoning op 24 september 1999 op het Nederlands Film Festival. De film ging ruim een half jaar later, op donderdag 30 maart 2000, in roulement in Het Ketelhuis te Amsterdam. Persreacties: 'Het Parool', d.d. 29 maart 2000: "De film verraadt dat er een gedreven filmmaker aan het werk is geweest, maar wat Sanz wil betogen wordt nooit duidelijk. De kijker krijgt geen enkel aanknopingspunt en moet zijn eigen film creëren uit de stortvloed van beelden. CROSS FATE is de ultieme postmoderne film: een verhaallijn ontbreekt en elk beeld en iedere scène zijn even veel waard. Wie nu met een postmodern experiment aankomt is tien jaar te laat. CROSS FATE maakt een hopeloos gedateerde indruk." 'NRC Handelsblad', d.d. 29 maart 2000: "CROSS FATE is een film zonder enige nuance: van het begin tot het eind slaat Sanz dezelfde hysterische toon aan, die van een uit de hand gelopen nachtmerrie. Daardoor wordt het moeilijk CROSS FATE, zelfs als vormexperiment, serieus te nemen. De op video gedraaide film ligt voor het grootste deel beneden professioneel niveau, voor wat betreft de verzorging van de visuele vormgeving en het acteren. Er wordt geschreeuwd en getierd, er worden mitrailleurs leeggeschoten en het scenario volgt onbegrijpelijke kronkels. De titel verwijst vermoedelijk woordspelig naar de cross fade of overvloeier, een montagetruc die Sanz niet erg consequent toepast en er in dit geval aan de haren bijgesleept is." 'de Filmkrant' d.d. april 2000: "Kleurenfilters, slowmotion, omfloerste kaders, animatie, zwart-wit: het is een kleine greep uit het brede scala filmtechnieken dat gebruikt wordt (...) veel verder dan een losse verzameling ideeën komt de film niet. (...)Maar de acteerprestaties zijn, ondanks de aanwezigheid van oud-gedienden als Kitty Courbois, Mimi Kok en Karim Traïdia, nogal matig. CROSS FATE wil wel tien films in een zijn, en is uiteindelijk net niks. Het is geen komedie, geen sociaal drama, geen thriller en ook geen politiek pamflet, en als puur visuele grabbelton mist de film stilistische zeggingskracht. (...) Het is met film net als met het gebruik van een grote doos kleurpotloden; apart kunnen de kleuren best leuk ogen, maar als je ze allemaal tegelijk gebruikt, eindig je met een onaantrekkelijke smurrie van een onbestemde kleur." 51 bezoekers.
Première: vrijdag 24 september 1999 (Nederlands Film Festival)/30 maart 2000 in Het Ketelhuis te Amsterdam
K-85 minuten (35 mm)

CROSSING, THE
Nora Hoppe

met: Behrouz Vossoughi (Babak), Johan Leysen (Sarban), Viviane de Muynck, Mil Seegers, Juan Carlos Tajes, Michel Israel, Amid Chakir, Zaher Howaida

THE CROSSING handelt over ballingschap. Niet de gewone politieke, geografische ballingschap, maar een innerlijke ballingschap. De film speelt zich af op één dag, van de ochtend tot de nacht, in de keuken van een pension en op de straten van een ontoegankelijke West-Europese stad. Bijna twintig jaar geleden is Babak zijn thuisland Afghanistan ontvlucht. Hij kwam in Brussel terecht, waar hij probeerde te ontkomen aan zijn verleden, zijn familie, zijn ambacht als begenadigd kalligraaf en zijn thuisland. Hij is inmiddels gepensioneerd van zijn slavenbaan als tramschoonmaker, als ene Sarban zijn eenzame pad kruist, een vreemdeling die op een ochtend in de keuken van het bouwvallige pension opduikt. Het wordt een dag waarop Babak zich langzaam maar zeker rekenschap moet geven van zijn verleden en van de nachtmerrie die hem het zicht op zichzelf ontnemen. De film probeert zijn eenzaamheid en zijn innerlijke isolatie van 'binnenuit', vanuit zijn 'gemoedstoestand', te portretteren. Het tijdselement is dus volledig subjectief. Historie: Nederlands-Duits-Deense co-productie. Productie maatschappij: Isabella Films, Tatfilm, Zentropa Prods., NPS, ZDF, Arte. Scenario: Nora Hoppe. Camera: Walther Vanden Ende. Geluid: Piotr van Dijk. Muziek: Zaher Howaida, Esfandiar Monfaredzadeh, Vessela Martschewski. Montage: Vessela Martschewski. Art Direction: Vincent de Pater, Floris Vos. Kostuums: Bernadette Corstens. Engels, Frans, Vlaams en Farsi gesproken. Het laatste gedeelte is in Farsi. Johan Leysen leerde voor THE CROSSING Farsi: "Een hele mooie taal. Spannend ook, want in een andere taal ga je anders spelen." Nora Hoppe (1954, New York) woonde en werkte in verschillende Europese steden, waaronder Rotterdam, en momenteel Berlijn. Ze werkte in de filmproductie en filmverkoop en was regieassistente van o.a. Lina Wertmüller. Ze schreef diverse scenario's en werkte voor verschillende festivals als programma-adviseur. The Crossing is haar eerste lange filmproductie. De muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Zaher Howaida, een legendarische Afghaanse muzikant in ballingschap. De herkenningsmelodie, 'Beshnauw az Nai' ('Luister naar het riet') werd geschreven door de grote dertiende-eeuwse Perzische dichter Maulana Djalaluddin Mohammad Balkhi (Rumi) en handelt over de pijn van een scheiding, verteld door een rietfluit die van zijn steel werd afgesneden. Sales: Proctor Film & TV Agency. De film draaide in competitie op het San Sebastian Film Festival in september 1999. Vague d'or (gouden golven) voor het beste scenario op het Festival International d'Arcachon (du cinéma au féminin) in september 2000. Eerste vertoning op het International Film Festival Rotterdam: 1 februari 2000. Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 31 januari 2001: "Hoppe probeert met lange takes de innerlijke gemoedstoestand van de Afghaan op te roepen, maar haar beelden intrigeren onvoldoende om daarin te slagen. Het sombere gestaar van de man sleept ons niet zijn gedachtewereld binnen, maar roept op nogal pathetische wijze het clichébeeld op van de vereenzaamde immigrant. Het maakt THE CROSSING tot een saaie film." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 31 januari 2001: "Voor de lange film die THE CROSSING wil zijn, is de manier waarop het drama is uitgewerkt te bescheiden, blijft het thema van wereldlijke versus innerlijke ballingschap te impliciet en is de stijl te plechtig en gedragen. Van verheugende filmische schoonheid zijn evenwel alle symbolen voor het voorbijgaan van de tijd die Hoppe heeft gekozen om haar verhaal in te vertellen. De waterdruppels die door het plafond heen zwellen en de wolken die op etalageruiten voorbijtrekken, zij lijken het oude en bekende weer nieuw te maken." Marco Weijers in 'de Telegraaf' d.d. 1 februari 2001: "De constatering volstaat dat de van oorsprong Amerikaanse Hoppe zich in haar film uitput in sfeertekeningen, maar dat het verhaal dat zij vertelt nauwelijks kan boeien, mede doorhet tergend trage tempo van de ontwikkelingen. Nieuwsgierig uitkijken naar de ontknoping is er in THE CROSSING daarom niet bij. Popelen tot het licht weer aan mag wel." Uitgeroepen tot 'Beste film van het festival' op het Festivalof Auteur films in Belgrado in november 2000.
Première: 1 februari 2000 (International Film Festival Rotterdam)/1 februari 2001
K-91 minuten

CRUSH PROOF
Paul Tickell

met: Darren Healy (Neal), Jeff O'Toole (Liam), Viviana Verveen (Nuala), Mark Dunne (Sean), Michael McElhatton (brigadier Hogan), Mary Murray (Red Andi), Lisa Fleming (Suki), Fiona Glascott (Aisling), Charlotte Bradley (moeder), Stuart Dunne (vader), Gavin Kelty (Deco), John Conroy (Black Andy), Gerard Kearny (Kevin), Anton Stafford (Luke), Christopher Fitzpatrick (Gary), Pat McGrath (vader van Kevin), Dirk Nijland (politieman)

Engels-Iers-Nederlands-Duitse co-produktie. Scenario: James Mathers. Het verhaal gaat over een groep tieners die in Dublin hun werkterrein hebben. Hun leider Neal is net uit de gevangenis vrijgelaten. Hij probeert zijn leven weer op de rails te krijgen, maar zijn wraak op de drugsdealer, die hem bij de politie aangaf, gaat helemaal mis. Zijn vader is een alcoholicus die niet eens de naam van zijn zoon weet en zijn moeder is lesbisch en bezocht hem niet eens in de gevangenis. Als Neals beste vriend Liam verliefd wordt op Nuala nemen de spanningen toe. Een gewelddadige climax volgt. Camera: Reinier van Brummelen. Montage: Catherine Creed en Chris Wyatt. Production design: Tom Conroy. Costume design: Marie Tierney. Productiemaatschappij: Liquid Films. Producenten: Sophie Fiennes (associate) en Kees Kasander (Movie Masters). Engels gesproken. De Nederlandse coproductie kreeg een late en marginale uitbreng. Oorspronkelijk was de release gepland voor september 1998. 341 bezoekers.
Première: 19 oktober 2000 in Kriterion in Amsterdam.
K-93 minuten

DAMIAAN
ook: DAMIEN, MOLOKAI: THE STORY OF FATHER DAMIEN
Paul Cox

met: David Wenham (father Damien), Kate Ceberano (princess Liliukalani), Chris Haywood (Clayton Strawn), Thom Hoffman (dr. William Saxe), Derek Jacobi (father Leonor Fousnel), Keanu Kapuni-Szasz (Malulani), Alice Krige (mother Marianne), Kris Kristofferson (Rudolph Meyer), Leo McKern (bishop Maigret), Sam Neill (prime minister Gibson), Peter O'Toole (Williamson), Michael Pas (prof. Stottard), Dirk Roofthooft (father Conrardy), Tom Wilkinson (brother Dutton), Aden Young (dr. Kalewis)

DAMIAAN vertelt het waargebeurde verhaal van de priester Damiaan die zich vrijwillig op het Hawaiaanse eiland Molokaï vestigde om daar steun te bieden aan de met lepra besmette bewoners, die om deze reden naar het eiland werden verbannen. Damiaan heeft zich vele jaren ingezet om het leven zo draaglijk mogelijk voor deze mensen te maken. Historie: Belgisch-Nederlandse co-productie. Scenario: John Briley, gebaseerd op het boek 'Damiaan, de definitieve biografie' van Hilde Eynikel. Producent: ERA Films (België). Producenten: Tharsi Vanhuysse, Grietje Lammerteyn. Co-producent: Anton Kramer - Jos Stelling Films. Pater Productie maatschappij: ERA Films, Jos Stelling Films. Camera: Nino Martinetti. Muziek: Wim Mertens. Montage: Ludo Troch. Art Direction: Joris Mertens. Damiaan werd geboren in Tremelo op 3 januari 1840. Zijn echte naam luidde Josef Deveuster. Hij overleed op 15 april 1889. Pas in 1940 kwam een medicijn tegen lepra beschikbaar (Dapsone). In het eerste stadium van lepra, dat erg lang kan duren, bleven de slachtoffers doorgaans gezond en -op een paar oppervlakkige huidverkleuringen na- vertoonden zij geen tekenen van de ziekte. Dit misleidende sluimeren van de ziekte maakte lepra zeer gevreesd en verkeerd begrepen. Wie de ziekte had, of daarvan werd verdacht, werd beschouwd als een crimineel en soms levenslang verbannen naar een schiereiland. De film is op de originele locaties opgenomen; Kalaupapa, Molokai en Honolulu. Duurste Belgische film ooit vervaardigd; het budget bedroeg twintig miljoen gulden. De film kwam tot stand doordat Cox een in België gewonnen prijs in dat land besteden moest. De wereldpremière van de Belgisch-Nederlandse co-produktie in Antwerpen ging op woensdag 10 maart 1999 niet geheel volgens wens. De Nederlands-Australische regisseur Paul Cox weigerde de gala-avond bij te wonen. Hij is het oneens met de wijze waarop de film is gemonteerd. Tijdens de Nederlandse persvoorstelling in 'The Movies' op maandag 24 januari 2000 distantieerde hij zich opnieuw voor de film. Volgens Cox hebben zijn Belgische producenten een versie gesneden die niets te maken heeft met de film die hij oorspronkelijk voor ogen had. De Nederlandse distributeur RCV maakte gebruik van de Vlaamse kopieën, omdat er een overeenkomst bestaat met de Belgische distributeur Kinepolis. Cox ging er echter van uit dat de door hem gemaakte 'director's cut' internationaal zou worden gedistribueerd. Volgens Cox verschillen beide versies aanzienlijk: 'Iedereen is het erover eens dat mijn versie (in de montage van John Scott en met muziek van Paul Grabowsky) beter is. De producentenversie heeft geen hart en geen gevoel. De muziek is compleet anders en essentiële scènes zijn weggelaten.' Persreactie: Volgens het Belgische tijdschrift 'Humo' is DAMIAAN omgeven door een 'klef missionaris-geurtje'. 693 bezoekers.
Première: 27 januari 2000 in 10 kopieën
K-115 minuten

DANCER IN THE DARK
Lars von Trier

met: Björk (Selma), Catherine Deneuve (Kathy), David Morse (Bill), Peter Stormare (Jeff), Udo Kier (Dr. Porkorny), Joel Grey (Oldrich Novy), Vincent Paterson (regisseur Samuel), Cara Seymour (Linda), Jean-Marc Barr (voorman Norman), Stellan Skarsgard (dokter), Paprika Steen (vrouw in nachtdienst)

DANCER IN THE DARK speelt zich af in 1964. De film vertelt het verhaal van Selma (Björk), een Tsjechische emigrante en alleenstaande moeder die lijdt aan een erfelijke ziekte die haar langzaam maar zeker blind maakt. In Amerika probeert zij voldoende geld te verdienen om een operatie te kunnen bekostigen die kan voorkomen dat haar zoon, die dezelfde ziekte heeft eveneens blind wordt. Selma ontsnapt aan haar harde bestaan door haar passie voor Hollywood musicals. Als echter een buurman haar ervan beschuldigt zijn spaargeld te hebben gestolen neemt de film een dramatische wending. Historie: Co-produktie van zeven landen: Zentropa (Denemarken), What else? (Nederland), Liberator Productions (Frankrijk), Pain Unlimited (Duitsland), Trust Film (Zweden), Cinematograph (Noorwegen), Icelandic film corporation (IJsland). Oorspronkelijk zou Argus Film Produktie de Nederlandse co-producent zijn. Productie maatschappij: Zentropa Production. Scenario: Lars von Trier. Camera: Robby Müller. Geluid: Per Streit. Muziek: Björk. Montage: François Gédigier, Molly Marlene Stensgård. Art Direction: Peter Grant. Realiseringsbijdrage van 300.000 gulden van het Nederlands Fonds voor de film. Ook de VPRO steunde financieel. Opgenomen in o.a. Zweden. Choreografie: Vincent Paterson. Distributeur: Upstream Pictures BV. Engels gesproken.Op vrijdagavond 22 september vond tijdens het 20e Nederlands Film Festival de Nederlandse première plaats. Vanuit Nederland was Robby Müller verantwoordelijk voor het camerawerk van deze met honderd camera's opgenomen film. Robby Müller werkte eerder met Lars von Trier in Breaking the Waves. Daarnaast is hij sinds jaren als cameraman werkzaam bij Jim Jarmusch (Dead Man, 1995, Gost Dog: The Way of the Samurai, 1999) en Wim Wenders (uiteenlopend van Im Lauf der Zeit, 1976 tot Buena Vista Social Club, 1999). In Nederland hanteerde Robby Müller de camera bij o.a. Hoogste Tijd (Frans Weisz, 1995). Els Vandevorst is namens What Else? aan de film verbonden als Nederlandse coproducent. Els Vandevorst produceerde, samen met Wilfried Depeweg, vanuit Isabella Films o.a. The Crossing (Nora Hoppe, 1999), 19,99 (Mart Dominicus, 1998) en Mykosch (Danniel Danniel, 1995). De Deense regisseur Lars von Trier brak internationaal door met de veelgeprezen film Breaking the Waves (1996) (ook een co-productie met Nederland) en met de televisieseries The Kingdom (1994) en The Kingdom II (1997). Daarnaast staat hij bekend als een van de initiatief-nemers van Dogma 95: De Kuisheidsgelofte, volgens welke principes hij zijn voorlaatste film The Idiots regisseerde. Zangeres Björk (1965) maakt in Dancer in the Dark haar acteerdebuut en werd hiervoor in Cannes uitgeroepen tot Best Actrice. Prijzen: Gouden Palm op het 53e filmfestival in Cannes, 2000. De IJslandse zangeres Björk kreeg de prijs voor de beste vrouwelijke rol. Von Trier heeft al vier keer eerder een onderscheiding in de wacht gesleept op het jaarlijkse Zuid-Franse festival, voor het eerst in 1984 (Element of Crime) en voor het laatst in 1996 (Breaking the Waves). Tijdens het gala van de Europese filmprijs in Parijs op zaterdag 2 december 2000 kreeg de film prijzen voor beste film van het jaar en Björk werd beste actrice. Film en actrice wonnen ook een publieksprijs. 78.544 bezoekers in 2000 plus 38.947 in 2001.
Première: 26 oktober 2000 in 22 kopieën, later met 2 uitgebreid.
K-139 minuten

DISEURS DE VÉRITÉ, LES
Ook: DISEURS DE VERITE, LES/CLOU DE J'HA, LE/SPREKERS VAN DE WAARHEID, DE
Karim Traïdia

met: Sid Ahmed Agoumi (journalist Sahafi), Mireille Perrier (zijn vrouw), Jaap Spijkers (ambtenaar Breeveld), Monic Hendrickx (tolk Alice Dierna), Mahmoud Benyacoub (vluchteling), Rabah Loucif (minister), Said Bouskra (jongen), Karim Traïdia (Madjid), Moa Abaid (journalist), Hakim Traïdia (Mohammed Sala), Karam Hafidi (pizzaboy), Soraya Traïdia, Ian Strik, Nina Rol (kinderen Sahafi), Djamel Bara (taxichauffeur), Mohamed Zaoui (taxipassagier), Achour Hamidi (politieman 1), Saheb Achour (politieman 2), Kim Nuñez (ober), Fedja El Kadhi (buurmeisje), Fethi Benammar (Kamel), Ahmed Salah (man in Masged), Nouri Al Ansari (oude man), Ajib Bahi (Moes), Amin Daci (Farid), Jacco van den Dol (Jacco), Harrie Strik (Frank), Sidi Ahmed Bensalah (sandwich verkoper)

De Algerijnse journalist Sahafi overleeft meerdere aanslagen op zijn leven. Zijn vriend Madjid vraagt hem daarom in Nederland politiek asiel aan te vragen. Terwijl Sahafi het voorstel overweegt, wordt hij bij een hernieuwde aanslag vermoord. Karim Traïdia zet in LES DISEURS DE VÉRITÉ de tijd stil en geeft een beeld van de twee werelden waarin Sahafi mogelijk nu geleefd zou hebben: mondig journalist in het niet-democratische Algerije of politiek vluchteling in bureaucratisch Nederland. Historie: Nederlands-Franse co-productie. Productie maatschappij: Motel Films (Jeroen Beker, Frans van Gestel). Scenario: Karim Traïdia. Camera: Jacques Laureys. Geluid: Eddy de Cloe. Muziek: Fons Merkies. Montage: Chris Teerink. Art Direction: Anne Winterink. Kostuums: Jany Temime. Co-producent: NPS. Distributie: A-Film Distribution. Vrij snel na de aanslag (midden jaren negentig) op een vriend van regisseur Karim Traïdia ontstond bij hem het idee voor deze film. Karim Traïdia wilde deze film maken omdat sommige dingen hem gewoon te veel zijn als het zijn geboorteland Algerije betreft. In 'Het Parool' d.d. 23 oktober 1999 zegt de regisseur daarover: "Ik draag een koffer bij me en die wordt alsmaar voller. Hij is nu zo vol geraakt, dat ie niet meer dicht kan. Ik heb een keus: ik kan de koffer weggooien, of ik kan hem openen en leger maken, opdat ik er weer verder mee kan. Tja. Weggooien is onmogelijk, want daarmee zou ik ook mezelf weggooien. Hij moet dus open, ik moet mijn verhaal kwijt. Er zit zo'n grote brok emotie in me, dat kan niet langer worden weggedrukt". De film werd in het najaar van 1999 in Nederland (o.a. restaurant Bruxelles in Haarlem, het museum Naturalis te Leiden) en op locatie in Brussel, Lissabon en Parijs opgenomen. De scènes die zich in de film in Algerije afspelen zijn vanwege de politieke situatie elders gedraaid. De set voor de opnamen in een huisje in Algiers werden in een Amsterdamse studio opgenomen. Voornamelijk Frans, maar ook deels Arabisch en Nederlands gesproken film. Alleen de rollen van Jaap Spijkers en Monic Hendrickx zijn vrijwel geheel Nederlandstalig. Titelverklaring: In Algerije worden journalisten ook ‘Les diseurs de vérité’ genoemd. Er wordt flink gerookt in de film. Gegevens van het boek bij de film: Traïdia, K. Sprekers van de waarheid / K. Traïdia. - Uitgeverij Arbeiderspers. - 136 p. ISBN 9029548274; Prijs fl. 24.90. Eerste vertoning op het International Film Festival Rotterdam op 31 januari 2000. 'Skrien' d.d. april 2000: "Alles is doordrenkt met betekenis. Daardoor wordt de film, het urgente thema ten spijt, een platitude. Een aaneenschakeling van op clichématige wijze uiteengezette voorvallen (...) Dat alles samen moet de hel op aarde zijn,maar Traïdia slaagt er nauwelijks in om dat voelbaar te maken. Deels wordt dat veroorzaakt doordat het personage Sahafi, hoewel gezegend met een ijzig charisma, te weinig achtergrond meekrijgt om de Amnesty Interantional-figurant achter zich te laten. (...) Waar zijn toch die prachtige glasheldere observaties gebleven die in DE POOLSE BRUID zoveel ruimte lieten aan de verbeeldingskracht van de kijker? LES DISEURS DE VÉRITÉ ontbeert die vrijheid en dat is een groot gemis." 'de Filmkrant' d.d. april 2000: "Zonder hoogdravend te worden laat hij zijn zoekende hoofdpersoon poëtische overpeinzingen uitspreken, die scherp contrasteren met de absurditeiten van alledag. En zonder al te experimenteel te worden speelt Traïdia met handig gemonteerde beeldherhalingen en suggestieve verhaallijntjes. Het zal hem minder prijzen opleveren [dan bij DE POOLSE BRUID] en minder publiek, maar filmisch is hij wel een stap verder." 'Het Parool' d.d. 5 april 2000: "In de beste scènes weet Traïdia het gevoel om elke dag in angst te leven, voelbaar te maken. Voor het grootste deel zit zijn betrokkenheid de kijker echter in de weg. (...) Les diseurs de vérité is een ideologisch pamflet, dat met korte scènes het gangbare beeld illustreert dat we in het Westen van de Algerijnse strijd hebben. Wie hoopte dat Traïdia ons inzicht in de gecompliceerde Algerijnse werkelijkheid zou vergroten, komt bedrogen uit." 'NRC Handelsblad' d.d. 5 april 2000: "De gekeelde dorpelingen, die het merendeel van de slachtoffers van het geweld in Algerije uitmaken, spelen in de film geen rol. Dit gebrek aan context maakt van de film een zeer declaratoir geheel, zonder adempauzes voor de kijker. Bijna elk gebaar, elke blik van Agoumi heeft een lading van zwaar lijden, cynisme of symboliek, en Agoumi is vrijwel voortdurend in beeld. De kennelijk als intermezzo gedachte scenes met Jaap Spijkers en Monic Hendrickx - een vreemdelingenverhoor in Nederland - zijn te ongeloofwaardig, zoniet potsierlijk om soelaas te bieden." Prijzen: Genomineerd voor de Spirit of Freedom Award van het 17e filmfestival van Jeruzalem in juli 2000. Speciale Juryprijs op de 5e Biennale des Cinémas Arabes in Parijs, juli 2000. In oktober 2000 won de film de Grand Palm Tree Beste Film & Prijs voor de Beste acteur (Agoumi). In dezelfde maand won de film de speciale prijs van de jury op het Internationaal Filmfestival Carthago (Tunesië). 1.384 bezoekers in 2000 plus 35 in 2001.
Première: 6 april 2000 met 4 kopieën
K-75 minuten

FLUORESCEREND BLOED
Rob van Steenbergen, Klaas Panjer, Peter Schong

Met: Bjorn van Mierlo (Henk Johan Kwackel), Peter Schong (interviewer Danny Berghorst), Arjan Adelerhof (Klootzak & Voice-over), Gerie Arends, Miranda Optekamp (Tikgeiten), Arie (Barkeeper), Jacques Bos, Martin Staa (Roelfine-vogelpakmannen), Furbie (Furbie), Evelien van Altena (Rebecca van Stavenborgh-geïnterviewd meisje), Vera Gräber (Wilma Bonkenstoter, Buurvrouw), Rob van Steenbergen (Nico Bonkenstoter, Buurman & slachtoffer), Isidoor (Hond), Eric Wullems, Paulien Kalwij (Erik en Claudia Wortelboer, Kennissen), Thijs Kwakernaak (Presentator bij optredens), Remco Landsheer (PSV), Marco Le Noble (Buurtgenoot), Janine Coghie, Chantal Dudart, Sharona Dudart, Meredith Marengo, Romilde Oxford, Elva Pas, Marolinda Royé, Louelle Maas, Michelle Schoute, Sophia Skempes, Stacey van den Tweel, Ashley van Vliet (Majorettes), Marc van Mossel (Concert bezoeker), Sten van Mierlo (Floris Kwackel), Patrick Mooy (Raymond Mouton, Concert organisator), Jeffrey Ophof (Café bezoeker), Klaas Panjer (Ajax), Klaas Panjer sr (Jordanees), Margreet Pronk, Liesbeth van der Ree, Martine Zegveld (Groupies), Jeroen van Rosmalen (Speeltuinbezoeker), Peter Smits (Bert Verwoerd, vriend Henk Johan Kwackel), Karel Staa (Enthousiasteling), Martin Staa (Bert), Jinwo Versluys (Standhouder concert), Vera Gräber, Peter Smits (Reviewers)

FLUORESCEREND BLOED is het sombere verhaal van Henk Johan Kwackel, een onbegrepen en miskende jonge muzikant die zijn verstikkende woonplaats in de provincie verlaat om - gevolgd door een cameraploeg - zijn erkenning en succes te zoeken in de grote stad. Eenmaal daar gevestigd komen zijn leven en carrière door zijn introverte karakter echter niet van de grond en raakt Henk Johan nog dieper in zijn psychische put. Gedesillusioneerd keert hij terug naar zijn bakermat, waar het verhaal een tragisch einde krijgt. Historie: Productie maatschappij: Chicken Wings Productions. Scenario: Rob van Steenbergen, Klaas Panjer, Peter Schong. De no budget speelfilm van ChickenWings Productions (Rob van Steenbergen, Klaas Panjer en Peter Schong) bestudeert twee thema’s. Het uitgangspunt is de negatieve relatie van de drie cineasten met Lelystad, een stad waar de ontwikkeling stil staat. Een stad waar personen met afwijkende interesses het zelf mogen uitzoeken. "Als ik cd wil kopen, kan ik dat niet in Lelystad. Als ik een optreden wil zien, kan ik dat niet in Lelystad. Als ik een film wil zien, kan ik dat niet in Lelystad", verwoordt Henk Johan Kwackel (vertolkt door Bjorn van Mierlo) de gedachte in Fluorescerend Bloed. Het tweede thema is de vraag of we onze dromen tegen beter weten in moeten nastreven. Henk Johan vertrekt naar Amsterdam om daar een muzikale carrière te gaan beginnen. Het wordt een fiasco. Werd Henk Johan het slachtoffer van tegenspoed, of was hij vanwege zijn karakter mislukt? Besefte hij dit van tevoren al, en zo ja, waarom heeft hij dan toch doorgezet? Wat is daarvan de zin? Of is dat nihilistisch? Tevens is het de vraag of Henk Johan zijn mislukking op de één of andere manier misschien verdiend heeft. Is hij zielig of is hij gewoon een lul? Het idee voor de film ontstond in oktober 1998. In juli 1999 startten de opnamen; o.a. in Amsterdam (Centraal Station, Vondelpark), Lelystad en Zwolle (jongerencentrum Hedon). Productiekosten: 9.000 gulden. FLUORESCEREND BLOED werd opgenomen met amateur-acteurs en digitale camera, om een zo rauw en realistisch mogelijk resultaat te bereiken. De film oogt als een documentaire, te meer doordat er een documentaire door de film heen is gevlochten. Tegelijk geven de hyperrealistische beelden op momenten een surrealistische ambiance. Er is gekozen voor amateur-acteurs, om een naturalistisch effect te oogsten. De acteurs spelen zichzelf, waardoor ze een zeer persoonlijke draai aan hun rol geven. Om die reden werd het script coulant gehanteerd, en diende als een raamwerk waarbinnen de acteurs veel ruimte voor improvisatie en eigen invulling kregen. Productie: Rob van Steenbergen, Klaas Panjer, Peter Schong. Scenario: Rob van Steenbergen, Klaas Panjer, Peter Schong, Peter Smits, Bjorn van Mierlo. Camera: Rob van Steenbergen, Klaas Panjer, Jinwo Versluys, Karel Staa, Peter Schong. Muziek: Afloat, Ambient I, Creepy, I don't mind, Rush, Rust, Strolling. Gecomponeerd en uitgevoerd door Freek Christoffel.Red Lights gecomponeerd en uitgevoerd door Bjorn van Mierlo. Met dank aan: Café De Oude Wester, Filmview.nl, Hedon, KPN Telecom, Nederlandse Spoorwegen, Speeltuin vereniging de Noorderspeeltuin. 'Algemeen Dagblad' d.d. zaterdag 14 oktober 2000: "Inhoudelijk heeft FLUORESCEREND BLOED weinig gemeen met de Amerikaanse kaskraker THE BLAIR WITCH PROJECT. Het verhaal zelf doet meer denken aan de cultklassieker ANDY, BLOED EN BLOND HAAR (1979) van Frank Wiering." De film is eenmalig vertoond in Amsterdam op zondag 15 oktober 2000 om 12.10 uur in Het Ketelhuis. De lokale zender Madison TV, een onderdeel van SALTO Omroep Amsterdam, zond de film uit in zes delen. Dit gebeurde in 12 weken vanaf donderdag 21 december 2001 (21.00-22.00 uur); de ene week een nieuw deel, de andere week een herhaling van dat deel. De herhaling van de laatste 6e aflevering is op 1 maart 2001. Op vrijdagmiddag 9 februari 2001 reisde het ChickenWings team af naar Rijswijk voor een vertoning van Fluorescerend Bloed bij het softwarebedrijf Cyco.
Première: 15 oktober 2000
K-85 minuten

FÛKE, DE
Ook: FUKE, DE, FUIK, DE
Steven de Jong

met: Rense Westra (Jelle Hûn), Peter Tuinman (rechercheur), Hidde Maas (burgemeester), Joop Wittermans (koopman), Steven de Jong (Germ sr.), Hilbert Dijkstra (adjudant), Syb van der Ploeg (JP), Jan Arendz (De Maat), Romke Toering (Krikke), Leo de Jong (Germ jr.), Hilly Harms (Gryt), Cynthia Abma (Mirjam), Wilbert Gieske (officier), Chris Zegers (soldaat Klaus), Jop de Vries (Oberts), Karst Berkenbosch (Klaas), Fedde Hoekstra (Jan), Jan de Jong (boer), Martin Sas (onderofficier), Wobbe Zwart, Fokke de Vries (onderduikers), Jelle Zwart (wachtpost Paleis van Justitie), Feije van der Meer (wachtpost Gemeentehuis), Boy (Bijke sr., hond), Foeke (Bijke jr., hond)

Een visser met een anarchistisch verleden wordt ondervraagd door de Duitsers. Zijn zoon was betrokken bij een wapendropping van het verzet en de Duitsers hopen hem via zijn vader in de val te lokken. Met veel retoriek en psychologische spelletjes wordt de vader gemanipuleerd, waarna hij een drastisch besluit moet nemen. Historie: Friestalige speelfilm. Het scenario is gebaseerd op de Friese bestseller 'De Fûke' van Rink van der Velde uit 1966. Rink van der Velde en Steven de Jong hebben samen het scenario van de film geschreven. Tijdens het schrijven werd een element toegevoegd aan het verhaal: de hond Bijke. Scenario: Rink van der Velde, Steven de Jong. Camera: Anton Stoelwinder. Geluid: Jan Schoen. Muziek: Ronald Schilperoort, De kast. Montage: Anton Stoelwinder. Art Direction: Joyce van Diepen, Lorien Mouyal. Produktie: Marja van der Leij. Producent: Steven de Jong. Licht: Anton Stoelwinder. Distributie: Arcade Movie Company (Sjef Scholte), Independent Films (Marc Punt). Titelsong: 'Wa't ik bin' geschreven door De kast en uitgevoerd door De kast met Maaike Schuurmans. Low budget oorlogsfilm. Het budget bedroeg 750.000 gulden. Tot stand gekomen met financiële steun van Stichting Fries Film Fonds, Cobo Fonds, Omrop Fryslân, Thuiskopiefonds, Provincie Friesland, Select Entertaintment BV. De film werd in 13 dagen opgenomen. Er werd 1 op 4 gedraaid waar dat normaal 1 op 12 is. De opnamen vonden plaats in juli 1999 en duurden 3 weken. De meeste locaties werden gevonden in Friesland. Voor het interieur van de cel en de verhoorkamer werd uitgeweken naar Krommenie en voor het exterieur van de gevangenis naar Veenhuizen (Drenthe). Er wordt volop gepruimd in de film; met dank aan Imperial Tabacco Van Nelle Douwe Egberts. Voor Omrop Fryslân is een miniserie vervaardigd. Steven de Jong (1962) is een autodidact. Hij speelde o.a. in 'Spijkerhoek' en regisseerde/produceerde enkele afleveringen van de RTL4 dramaserie 'Westenwind'. Rense Westra (1946) maakte in 1985 zijn filmdebuut in Pieter Verhoeff's DE DREAM. De Fûke ging op zondag 16 april 2000 in wereldpremière in Leeuwarden. Donderdag 20 april begon het bioscooproulement in Leeuwarden, Heerenveen, Drachten, Sneek, Dokkum, Groningen en niet in Het Ketelhuis te Amsterdam. Er werd overal in Amsterdam wel reclame voor gemaakt en ook in 'Het Parool' stond een advertentie, maar de film werd niet vertoond, omdat Ketelhuis-programmeur Alex de Ronde de film alleen op maandag- en dinsdagavond wilde programmeren. Dit op basis van de te verwachten publieke belangstelling. Daar ging Independent Films niet mee accoord. DE FÛKE trok in het eerste weekend in Friesland ruim 5.000 bezoekers. Dat is opmerkelijk veel. Reacties: 'NRC Handelsblad' d.d. 19 april 2000: "Ook andere Friese kenmerken zijn op De fûke van toepassing: sober, rechtlijnig, zonder poespas gemaakt, en onmiskenbaar geworteld in de lokale traditie, waar de film consistentie, herkenbaarheid en een gevoel van zekerheid over hoe de dingen waren aan ontleent, ondanks het ontbreken van een meeromvattende visie van de regisseur. Men kan ook zeggen: bescheiden, onhandig, en alleen op regionaal niveau ambitieus. (...) Rense Westra, die ook al de hoofdrol had in De gouden swipe, werkt hard maar het resultaat is toneelmatig. Peter Tuinman, 'de Friese Gérard Depardieu', redt zich veel beter met zijn kleinere rol. (...) Andere aanmerkingen, zoals de ongeïnspireerde fotografie, idiote inzoom-effecten en overbodige flashbacks, zullen hopelijk niet verhinderen dat veel Friezen de film zullen gaan zien. Het is bovenal te hopen dat een volgende Friese speelfilm niet alleen zomaar een bekend verhaal wil vertellen, maar wil onderzoeken, prikkelen en ook buiten Friesland volle zalen kan trekken." 'de Telegraaf' d.d. 20 april 2000: "In potentie biedt het gelijknamige boek van Rink van der Velde genoeg aanknopingspunten voor een interessante rolprent, in 'De Fûke' lukt het Steven de Jong echter onvoldoende die te benutten. Daarnaast valt het hem aan te rekenen dat het gros van zijn acteurs zich te buiten gaat aan over-acteren. Zelfs Peter Tuinman toch niet de minste staat flink te schmieren, ogenschijnlijk in de overtuiging dat een 'foute' Nederlander zoals hij die speelt, in de oorlog ook wel érg vuil zal hebben gekeken. Rense Westra als Jelle Hûn daarentegen speelt goed en geloofwaardig zijn rol. Hij is de vleesgeworden onverzettelijkheid, een stijfkoppige Fries die liever barst dan buigt. Die acteerprestatie had beslist een beter podium verdiend." In Friesland trok de film in 13 weken 30.000 bezoekers. Opmerkelijk:In de flashback-scène speelt Leo de Jong, de zoon van regisseur en acteur Steven, de vierjarige Germ. Prijzen: Grolsch Prestatieprijs 2000 ter waarde van 20.000 gulden. Het juryrapport: "De Grolsch Prestatieprijs gaat dit keer naar twee personen. Hun prestatie is meer dan opmerkelijk aan elkaar verbonden. De film is een ingetogen emotioneel verhaal. Gemaakt voor heel Nederland, ten onrechte gezien door één provincie. De hoofdrol in de film maakt zo'n indruk dat een prestatieprijs niet aan zijn neus voorbij mag gaan. De regisseur drukt, als debutant in de speelfilmwereld, zo duidelijk een stempel op het eindproduct dat hij een belofte voor de toekomst genoemd mag worden." De vakjury van de Grolsch Filmprijs bestond uit: René Mioch (voorzitter), Hans Kemna, Paula van der Oest, Monique van de Ven en Dirk Zeelenberg. Speelfilm in drie delen uitgezonden door Omrop Fryslân op Nederland 1 vanaf zondag 1 april 2001 vanaf 13.30-14.00. 34.100 bezoekers in 2000 plus 30 in 2001.
Première: 20 april 2000 met 7 kopieën
K-90 minuten

HIDE OUT
Shane Carn

met: Otto Berchem (Otto), Owen Oppenheimer (David), Shane Carn (Ben), Delphine Doukhan (Sabine), Annie Toop (Elizabeth)

De speelfilm HIDE OUT brengt je in de wereld van David, waarin twee vriendinnen, financiële armoede en een couwboy die in een gaatje in de muur woont, alle aandacht opeisen. HIDE OUT toont een caleidoscoop van beelden over Davids strijd tussen verlangen, vertrouwen en het verbannen van de cowboy in hem. David, een arme Engelse video-artiest, krijgt een studio in Amsterdam voor een jaar. Tussen het maken van zijn 'cowboy'-videokunst en drugs dealen, wordt hij verleid door de Franse Sabine. Doordat hij niet in staat is om aan zijn Engelse vriendin Elizabeth te vertellen over zijn verhouding met Sabine, zorgt zijn bedrog en twijfel ervoor dat hij door beide vrouwen wordt gedumpt... Historie: Productie maatschappij: WYNNE Productions. Scenario: Shane Carn. Camera: Shane Carn, Julian Wynne. Montage: Shane Carn. Producent: Julian Wynne. Geheel in eigen beheer gemaakt. HIDE OUT telde slechts een tweekoppige crew, Shane Carne en Julian Wynne. Op de fiets met een digitale videocamera en een paar vrienden als acteurs; geen set behalve wat de stad Amsterdam te bieden had. Vier jaar werken leidde tot HIDE OUT. Shane Carn (Australië, 1967) studeerde Film in Australië en Londen. In 1995 is hij op uitnodiging van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten naar Amsterdam gekomen. Première: zondag 24 september 2000 om 19:30 uur in Rembrandt 1 te Utrecht (Nederlands Film Festival).
Première: 24 september 2000
K-90 minuten

IEDEREEN BEROEMD!
Ook: EVERYBODY FAMOUS!
Dominique Deruddere

met: Josse De Pauw (Jean Vereecken), Eva van der Gucht ( Marva Vereecken), Werner De Smedt (Willy), Thekla Reuten (Debbie), Victor Löw ( Michael Jansen), Gert Portael (Marva’s moeder), Alice Reys (Vriendin van Willy), Ianka Fleerackers (Gaby), Wim Opbrouck (Rik De Visser), Marc van Eeghem (Georges), Matthias Sercu (Jim Poppe), Sylke Aerts (Greet), George Arrendell (Licentiaat wiskunde), François Beukelaers (Baas van NTO), Marc Didden (Opnameleider), Sien Eggers (Debbie’s buurvrouw), Lut Hannes (Vriendin van Marva’s moeder), Tania Kloek, Filip Peeters (Rijkswachter), Myriam Thys (Nieuwslezeres), Bert Van Nieuwenhuyse (Nieuwslezer)

Komedie over gewone mensen die vanuit hun wens om rijk en beroemd te worden een zangeresje ontvoeren en zich daarmee flink in de nesten werken. Jean Vereecken is een arbeider die een onopvallend bestaan leidt met zijn vrouw Chantal en hun dochter van zeventien, Marva. Marva is een verwoede soundmixer. Als Jean zijn baan kwijt raakt stelt hij alles in het werk om zijn droom te realisteren; zijn dochter Marva tot megaster maken. Willy Van Outreve, een jongere collega van Jean, leeft mee. Op een dag heeft Jean een toevallige ontmoeting met de nummer één zangeres uit Nederland, Debbie, die kind aan huis is bij de Nederlandse commerciële zender NTO. Jean brengt in een impuls een krankzinnig plan ten uitvoer. Hij kidnapt de vedette om de carrière van zijn dochter een duwtje in de goede richting te geven. Willy weigert in eerste instantie met Jean mee te doen, maar besluit na een tijdje toch zijn beste vriend te helpen. De verdwijning van Debbie brengt een ware schokgolf op gang in Nederland. De kijkers worden dag en nacht op de hoogte gehouden, waardoor de platenverkoop van Debbie stijgt tot ongekende hoogten, dit tot grote vreugde van Debbie’s manager Michael. Een tijdlang verloopt alles naar wens, totdat de wensen van het publiek niet meer overeenstemmen met de mensen achter de schermen. De kijkcijfers op de Nederlandse commerciële zender dalen, de platenverkoop zakt pijlsnel. Het publiek wil een ontknoping, en liefst een spectaculaire. Maar Michael had dit voorzien, en zonder medeweten van Jean en Marva, bereidt hij een onvergetelijke finale voor. Historie: Belgisch-Frans-Nederlandse co-produktie. Produktiemaatschappijen: Otomatic (Brussel), Les Films des Tournelles (Frankrijk) en Get Reel Producties (Amsterdam). Gemaakt met steun van Het Nederlands Fonds voor de Film, Stichting Co-produktiefonds Binnenlandse omroep en de NPS. Camera: Willy Stassen. Muziek: Raymond van het Groenewoud. Producenten: Dominique Deruddere, Loret Meus. Geluid: René Van den Bergh, Bert Koops, Alek Goosse. Décor: Hubert Pouille. Kostuums: Loret Meus. Montage: Ludo Troch. Productie maatschappij: Otomatic, Les Films des Tournelles, Get Reel Producties. Scenario: Dominique Deruddere. Geluid: René Van den Bergh, Bert Koops, Alek Goosse. Muziek:Raymond van het Groenewoud. Montage: Ludo Troch. Art Direction: Hubert Pouille. Kostuums: Loret Meus. Dominique Deruddere: "IEDEREEN BEROEMD is geen satire. Het is, zoals de Fransen zo mooi zeggen, ‘une comédie humaine’. (…) Die kritiek op de mediawereld is hier en daar wel degelijk scherp, en zeker niet van enige satirische ondertoon gespeend, maar toch is mijn liefde voor de hoofdpersonen van dit verhaal te groot om van een echte satire te kunnen spreken. Ik hoop gewoon dat IEDEREEN BEROEMD een film is geworden die een ruim publiek in hoge mate zal entertainen, die de toeschouwer vaak zal laten lachen, maar die tegelijkertijd toch een kanttekening maakt bij de situatie van de media zoals wij die vandaag de dag kennen." Dominque Derrudere maakte eerder CRAZY LOVE (1987), WAIT UNTIL SPRING, BANDINI (1989), SUITE 16 (1994) en HOMBRES COPLICADOS (1997). Belgische inzending 2000 voor de Oscar voor de beste buitenlandse film. Opmerkelijk: Thekla Reuten zingt zelf de nummers die haar personage Debbie in IEDEREEN BEROEMD brengt. Prijzen: Belgische Plateau-prijs voor beste acteur Josse De Pauw op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent op 17 oktober 2000. Oscar nominatie (2001) in de categorie 'Beste buitenlandse film'. Medestrijders in de categorie: AMORES PERROS, CROUCHING TIGER, HIDDEN DRAGON (de uiteindelijke winnaar), DIVIDED WE FALL en THE TASTE OF OTHERS. Prix du public op het Festival Du Cinéma Nordique in Rouan in maart 2001. 7.150 bezoekers in 2000 plus 3.846 in 2001.
Première: 1 oktober 2000 in 5 kopieën
K-97 minuten

JACKY
Fow Pyng Hu, Brat Ljatifi

met: Fow Pyng Hu (Jacky), Eveline Wu (Chi Chi), Gary Guo (Gary), Xuan Wei Zhou (Jacky's mother), Jian Pau Toh (Pau Pau), Ka-Way Chui, Chee Ngai Ng (Chinese tourists), Ad van Kempen (real estate agent), Linda van der Herberg (secretary), Michael Hu (singer), Henk Tijssen (Jacky's chief), Louis Lijmer (taxidriver), Marcel Evers, Ad van Bree (trainconductors), Clifton Veldwachter, Joyce Uneputty (salespersons), Barbara Helmer (girl in a snackbar)

Jacky is een vijfentwintigjarige Chinese jongen van geëmigreerde ouders die met zijn moeder in een rijtjeshuis in Eindhoven woont. Hij groeit op in het vacuüm tussen twee culturen. Hij is intelligent, maar mist de daadkracht om zijn leven in een bepaalde richting te sturen. Jacky's rustige bestaan wordt verstoord wanneer zijn moeder er bij hem op aandringt om, volgens traditie, met een vrouw uit China te trouwen en het ouderlijk te verlaten. Voordat hij het weet, woont hij met de jonge Chinese Chi-Chi in een nieuwbouwappartement in Amsterdam. Chi-Chi blijkt moeilijk te kunnen aarden in haar nieuwe omgeving. Haar schoonmoeder heeft niet veel met haar op en het valt haar moeilijk een intieme relatie met Jacky op te bouwen. Het is de vraag of Chi-Chi's relatie met Jacky en diens moeder zal verbeteren waardoor zij kan aarden in de voor haar vreemde omgeving. Het verhaal wordt met weinig woorden, maar met langstaande beelden - voornamelijk van interieurs - verteld. Historie: Productie maatschappij: Motel Films, VPRO. Scenario:Fow Pyng Hu, Brat Ljatifi. Camera: Benito Strangio. Geluid: Rik Meier. Montage: Fow Pyng Hu, Brat Ljatifi. Art Direction: Martine de Schipper. De regisseurs: "De realiteit willen we gebruiken om onze fictie te verbeelden. Ook in de montage en de filmische effecten willen we ons zo bescheiden mogelijk opstellen. We hopen de spanning te vindenin de gebeurtenis van de scène. Door deze manier van filmen denken we de toeschouwer dichter bij de acteur te kunnen laten komen. Hij zal het ongemak van het moment kunnen ervaren." Chinees (Mandarijns) en Nederlands gesproken. Het speelfilmdebuut van de Chinese Nederlander Fow Pyng Hu en Brat Ljatifi (met Servisch-Kroatische achtergrond). Zij kennen elkaar van de Rietveld Academie, waar ze samen audiovisuele vormgeving hebben gestudeerd. Het verhaal is niet gebaseerd op een specifieke gebeurtenis of persoon, maar op mensen die ze kennen in hun omgeving en op eigen ervaringen. Alleen personage Gary is gebaseerd op een bestaand persoon. Deze jongen, Gary Guo, speelt uiteindelijk zelf de rol van Gary. Alle acteurs zijn amateurs. Opgenomen in Amsterdam Noord, het ouderlijk huis van Fow Pyng Hu in Eindhoven, een zwembad, een hotel, het station van Eindhoven en een treincoupe. De beginscène is opgenomen op de Malediven. De titel JACKY is niet opgedragen aan Jackie Brown van Quentin Tarantino, maar eerder aan de Hong Kong-vechtacteur Jackie Chan. De regisseurs over de montage in 'Het Parool' d.d. 14 april 2000: "Toen ik de eerste beelden terug zag, dacht ik: dit is het slechtste wat ik ooit heb gezien. Maar dat was een kwestie van spanning en vermoeidheid; een griep en een paar weken monteren later was JACKY klaar voor vertoning op het Rotterdams Film Film Festival. En de reacties waren, laten we zeggen, juichend." Producent Frans van Gestel over fouten in JACKY in 'Het Parool' d.d. 20 januari 2001: "In JACKY zitten een stuk of veertien fouten. De opnamen in de trein lijken op elkaar, omdat ze op één dag moesten worden gemaakt. Ook zit er een zwak shot in van de moeder die binnenkomt." Eerste vertoning op het International Film Festival Rotterdam: 2 februari 2000. Goed ontvangen door David Rooney in het Amerikaanse 'Variety' d.d. 7 mei 2000. Hij prijst "het genuanceerde portret van een jonge zoon van Chinese immigranten die gevangen zit tussen twee culturen. Hoewel de benadering wat bestudeerd en formeel is, slaagt de film erin om onder de huid van de personages te kruipen, waarbij een onverwachte emotionele diepte wordt onthuld en we een blik van binnenuit krijgen op het leven van een culturele immigrant." 'Skrien' d.d. april 2000: "In JACKY zijn de beelden ruim gekadreerd en staan de shots lang. De leegheid van de beelden correspondeert met het druilerige bestaan van de hoofdpersoon, die krachteloos en doelloos door het leven zwerft. De lengte van de shots roept eenzelfde verveling op als die waar Jacky aan lijdt." 'Het Parool' d.d. 10 mei 2000: "De makers wilden geen sociaal-realistisch drama maken en putten duidelijk inspiratie uit het werk van de Taiwanese cineast Tsai Ming-liang, wiens schrijnende portretten van eenzame zielen zijn opgebouwd uit lange instellingen waardoor de personages in hun leven lijken te zijn opgesloten. Fow Pyng Hu en Brat Ljatifi zijn sterk in het ensceneren van beelden waarin dit onthechte gevoel naar voren komt, maar de som der beelden is niet altijd sterker dan de afzonderlijke scènes. De helden in Jacky nemen poses aan, maar het onderliggende drama lijken we er geheel zelf bij te moeten verzinnen. Het levert een bij vlagen intrigerende film op, die meer als vormexperiment dan als drama boeit." 'de Telegraaf' d.d. 11 mei 2000: "Mag deze interessante visuele benadering geslaagd zijn, op een ander punt schieten de makers tekort. Zij voeren de kunst van het weglaten, wat al te ver door, waardoor er gaten in het verhaal vallen die nauwelijks meer zijn in te vullen. Desondanks is dit debuut eigenzinnig genoeg om op te vallen in de grijze massa." 'Vrij Nederland' d.d. 13 mei 2000: "Ondanks die vooral visuele vorming blijkt hun scenario een wondertje van narratieve economie en vernuft. (...) Maar het zijn vooral de lang aangehouden statische beelden van cameraman Benito Strangio die de aandacht dwingen naar details die in een vlotte vormgeving onopgemerkt zouden blijven, maar hier tot optimale betrokkenheid leiden. (...) Alleen het cruciale personage van de verliefde Gary wordt ondermijnd door de falende geluidstechniek - of matige dictie van zijn (picturaal voortreffelijke) vertolker. (...) Na JACKY dacht ik tevreden: dat zo'n film hier gemaaskt kan worden. Het zou mooi en rechtvaardig zijn als Nederland die film ook nog wilde zíén." Zelden was er zo'n discrepantie tussen kritische waardering en aantallen bezoekers als bij JACKY. Slechts 1.525 kaartjes werden verkocht in 2000, in 2001 kwamen daar nog 44 bij.
Première: 20 april 2000 in 3 kopieën
K-77 minuten

LEF
ook: MIJN REMINGTON/GUTS
Ron Termaat

met: Viggo Waas (Olivier/Jules), Alice Reys (Mariëlle), Rick Engelkes (Luc), Victor Reinier (ex-vriend/Clerence), Berco van Rheeden (Bob), Michiel Varga (regisseur), Isolde Hallensleben (regie assistente), Maks van de Lint (producent), Eric van Sauers (aanplakker), Ineke Veenhoven (tante Liesbeth), Lia Bolte (produktieleidster), Bert Verboom (cameraman), Fer van Duren (art director), Ron Termaat (ober), Bruun Kuijt (buurman), Lies Schuring (buurvrouw), Cees Geel (Jan), Jorgen Appel, Maarten Schipper, Arnout Schmit (matrozen), Silfrère Delhaye (jurist), Griete van den Akker (moeder van Jan), Jeroen Becx, Merel Schoutendorp, Rob Vlaar (bruiloftsorkest)

Scenario: Ron Termaat. Scenariobijdragen: Steven van Galen. Humoristische film over de 33 jarige acteur en scriptschrijver Olivier Desmet die er van droomt een koelbloedige held te zijn. Niet alleen op het witte doek, maar ook in het dagelijks leven. Een held blijkt hij allerminst te zijn als hij getuige is van de mishandeling van een aantrekkelijke vrouw (Mariëlle) door haar vriend. Hij grijpt niet in. Later ontmoet hij Mariëlle opnieuw en wordt verliefd op haar, maar Oliviers schuldgevoel over zijn laffe passieve houding blokkeert een verhouding met haar. Als Mariëlle op het punt staat naar het buitenland te vertrekken, heeft hij eindelijk de moed om alles te vertellen. Olivier geeft letterlijk de controle over zijn leven op als hij Mariëlle voorgoed dreigt kwijt te raken. Muziek: Joep van Deudekom en André van der Hoff. Songs: 'Dromen' door Viggo Waas, 'Breakaway' door Tracey Ullman en 'Hold on tight' door ELO. Camera: Maarten Kramer (kleur) en Stef Tijdink (zwart wit). Montage: Annette Otto, Hans van Dongen. Licht: Oscar van Rijn. Producenten: Ron Termaat & Marijke Kloosterman. Art direction: Joaney Korevaar.Geluid: Sophie Determeyer. Pas op 14 maart 1998 begonnen de opnamen van de film, die al in 1994 een uitwerkingsbijdrage van het Nederlands Fonds voor de Film had gekregen. Dit kwam doordat het scenario door het filmfonds twee maal afgewezen werd en door een gebrek aan financiële middelen. Om LEF te kunnen bekostigen zijn verschillende geldbronnen aangeboord: privé investering van Ron Termaat en Marijke Kloosterman, investeringen van 1000 gulden of een veelvoud daarvan door particulieren die zo stille vennoot werden in de CV LEF, een bijdrage van het Thuiskopiefonds en sponsors. Een van de sponsors is in het verhaal verwerkt door middel van een affiche op een billboard voor het raam van de hoofdrolspeler: de Nederlandse Organisatie Vrijwilligenswerk. Een rode Citroën, model snoek/strijkijzer, is ook beeldvullend aanwezig. LEF werd uiteindelijk in 19 dagen gedraaid op locaties in Amsterdam Oud West (o.a. J.J. Cremerstraat), het westelijk havengebied en IJmuiden. Laatste draaidag was 9 april 1998. De film kostte ruim drie ton. Het Fonds voor de Nederlandse film heeft na het zien van de eerste montageversie een afwerkingssubsidie gegeven. De stille vennoten en de sponsors werden via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond de film. Speelfilmdebutant Viggo Waas is een van de drie leden van de in 1987 opgerichte cabaretgroep Niet Uit Het Raam (NUHR). In 'Skrien' nummer 226 (september 1998) staan de dagboeknotities van regisseur Ron Termaat over de voorbereiding en opnamen van LEF (pagina 28-33). Speelfilmdebuut van Ron Termaat, die in 1996 de Prix Europa for best TV-drama won voor zijn film CHOPSTICKS. Geselecteerd voor het internationale filmfestival van Toronto (9-18 september 1999), waar de film zijn wereldpremière beleefde. Op 26 september 1999 vertoond op het Nederlands Film Festival. Winnaar van de Grolsch Filmprijs 1999 (gekozen door een jury van 150 filmliefhebbers) ter waarde van 30.000 gulden tijdens het Nederlands Film Festival 1999. Officieel geselecteerd voor het AFI-Festival in Los Angeles en Washington DC (oktober/november 1999). Persreacties: 'de Filmkrant' d.d. januari 2000: 'Dat het in LEF draait om jongens die hun ultieme filmdroom willen realiseren is een weinig origineel gegeven, want daarover is al een stroom films gemaakt. Paul Ruven bewees echter met ENIGMA dat dat geen bezwaar hoeft te zijn: ook uitgekauwde onderwerpen kunnen geestige, originele films opleveren. Met LEF is dat niet gelukt. De film straalt een aanstekelijk enthousiasme uit, maar dat is niet voldoende om de manco's te verbergen. De grootste hindernis is de oubolligheid die uit de film walmt en die te wijten is aan het scenario. (...) Aan het knusse LEF is dertig jaar filmgeschiedenis voorbij gegaan.' 'Het Parool' d.d. 19 januari 2000: 'Het is duidelijk welke sfeer Termaat wil oproepen met LEF: we moeten denken aan de vrijgevochten Franse cinema van de jaren zeventig. Soms slaagt Termaat erin om daar een Hollandse, zilten variant van op te roepen, geholpen door de skyline van IJmuiden en het frisse spel van Alice Reys. Maar Lef heeft met die hang naar het bohémienschap en het aanbidden van Alain Delon ook iets oubolligs. De twee jongens zijn gewoon niet interessant en spannend genoeg om negentig minuten mee door te brengen; daarvoor is het verhaaltje te dun en zijn de clichés over jongens-vriendschappen te dik aangezet.' 'NRC Handelsblad' d.d. 19 januari 2000: 'Camerawerk, acteursregie, montage, muziek zijn alle in orde - wat dat betreft zijn er met no-budget wonderen verricht. Maar de vérgaande onbenulligheid van het verhaal, dat van onwaarschijnlijkheden aan elkaar hangt, doet LEF de das om.' 'de Volkskrant' d.d. 20 januari 2000: 'Veel bijzonders of onverwachts gebeurt er niet in LEF. Uit alles straalt een groot en prijzenswaardig enthousiasme, maar het resultaat is toch niet veel meer dat een weinig diepgaande b-film.' 'Spits' d.d. 20 januari 2000: 'LEF is voor Nederlandse begrippen een heel "lieve film" over aardige dertigers, gelukkig eens zonder een overmaat aan seks, drugs en nodeloos geweld. De titelsong "Dromen", gezongen door Viggo Waas zelf, is van eenzelfde liefheid doortrokken. LEF blijkt onlosmakelijk verbonden aan liefde en als je je dromen wilt waarmaken zul je af en toe het stuur eens lekker moeten losaten. Zonde van die mooie auto, dat wel.' 'Vrij Nederland' d.d. 22 januari 200: 'Met iets van de eigenwijze straathumor van Eddy Terstall en de oer-Hollandse oubolligheid van Alex van Warmerdam, doet Termaat wat een Nederlandse filmmakeer behoort te doen: een Nederlandstalige film met een eigen smoel maken. Reken maar dat ze dat ook in het buitenland, met of zonder ondertitels, waarderen.' Opmerkelijk: Regisseur Ron Termaat is zelf in LEF te zien als de kwade ober. Ron Termaat over de film in 'de Filmkrant' d.d. januari 2000: 'Onze maatschappij is zo gecontroleerd. Iedereen stippelt zijn leven keurig uit en is voortdurend bezig alle risico's die het leven in zich draagt uit te bannen. Voordat mensen een goed idee uitvoeren, laten ze eerst een marktonderzoek doen. En als ze met vakantie gaan is alles verzekerd en netjes gepland. Ik denk dat iedereen toch altijd op zoek is naar spanning. Mensen kiezen heden ten dage voor het beheersbare risico. Door het leven van anderen te begluren in een televisieprogramma [BIG BROTHER], door te internetten, te bungyjumpen. In LEF heb ik die keuze tussen totale vrijheid en het gecontroleerde leven uitvergroot. De liefde is misschien één van de weinige dingen die niet beheersbaar zijn, gelukkig maar.' Viggo Waas' antwoord op de vraag "Wat vind je van het eindresultaat?" in 'de Volkskrant' d.d. 15 januari 2000: 'Alle restricties in aanmerking genomen, ben ik tevreden. Het is geen meesterwerk, maar de sfeer is goed. Ik vind het vooral heel leuk voor regisseur Ron Termaat dat de film die hij wilde maken er is gekomen. Vrijwel zonder geld heeft hij een mooi werkstuk afgeleverd dat overwegend positief ontvangen is.' Prijzen: Grolsch Filmprijs ter waarde van 30.000 gulden op het Nederlands Film Festival 1999. 6.671 bezoekers.
Première: 26 september 1999 (Nederlands Film Festival)/20 januari 2000 in 10 kopieën
K/ZW-90 minuten/2650 meter

LEK
ook: VERRAT IN DEN EIGENEN REIHEN
Jean van de Velde

met: Cas Jansen (Eddy), Ricky Koole (Ria), Victor Löw (Jack), Thomas Acda (Franco), Gijs Scholten van Aschat (Ferdinand de Wit), Lou Landré (Berg), Jacob Derwig (Patrick), Ton Kas (Haveman), Jacqueline Blom (gynaecologe), Jasper van Overbrugge (co-assistant), Daniël Boissevain (Wout), Willem de Wolf (Murph), Loes Wouterson (wachtcommandant), Ad Knippels (agent Erik), Mohammed Azaay (agent Suat), Kees Boot (agent), Rob Bartels (agent), Ben Ramakers (agent Henk), Jack Monkau (Bijl), Saskia Temmink (partner Bijl), Ian Bok (Vorrink 1), Horace Cohen (Vorrink 2), Gerda Cronie (Sabine Kluge), Lukas Dijkema (havenmeester), Angelique de Bruijne (vrouw Jack), Paul Rigter (Jonge Chinees), Willem Drieling (Bloemenverkoper), André Arend van de Noord (Joegoslaaf), Micha Hulshof (Joegoslaaf), Dennis de Getrouwe (Neefje Jack 1), Armin Tashakoer (Neefje Jack 2), Michiel Nooter (Eigenaar Nachtclub), Winston Rodriguez (Jongen bij Lamborghini), Adigun Arnaud (Jongen bij Lamborghini), Iwan Vogelland (Jongen bij Lamborghini), Lisa Portengen (Meisje bij Lamborghini), Simon de Waal (Crimineel), Tamer Avkapan (Shoarmaverkoper), Tijn Dokter (06 Telefonist), Mai tai

De jonge agent Eddy is getrouwd met Ria en werkt bij de politie. Met zijn carrière wil het niet echt vlotten. Bovendien lukt het Eddy en Ria niet om een kind te krijgen. Op een dag wordt hij door de C.I.D. gevraagd om te bemiddelen bij een ontmoeting met zijn jeugdvriend Jack, die zeer voortvarend het criminele pad bewandelt. Daardoor komt Eddy in grote moeilijkheden binnen het politiecorps en ook thuis. Het wordt steeds duidelijker dat niet alleen de criminelen een 'lek' hebben, maar dat er waarschijnlijk ook bij de politie een 'lek' zit. Uiteindelijk leidt dat bij hem tot het besef dat hij het heft in eigen handen moet nemen. Historie: Scenario: Simon de Waal en Jean van de Velde, gebaseerd op de roman 'Sans rancune' van voormalig politie-agent Jan van Daalen. Producent: Rolf Koot. Co-producent: VARA. Financiële ondersteuning: Nederlands Fonds voor de Film, CoBO Fonds, Stimuleringsfonds, Fonds Film Rotterdam, Arteco Filmfinanciering BV, Commandieten C.V. LEK. Budget: 4,5 miljoen gulden. Productie maatschappij: All Yours Film VOF. Camera: Jules van den Steenhoven. Geluid: Roberto van Eijden. Montage: Herman P. Koerts. Art Direction: Rikke Jelier, Alfred Schaaf. Kostuums: Simone Geels. Stunts: Willem de Beukelaer. Special effects: Harry Wiessenhaan. Casting: Job Gosschalk, Hans Kemna. Songs: o.a. titelsong 'To all planets' en 'Do you know' van Dilana Smith en 'Am I losing you forever' van Mai tai, die heel even ook in beeld zijn. De opnameperioden vielen tussen 3-28 april en 19 november-23 december 1999. Opnamen o.a. in Amsterdam (Cool Down, voormalig restaurant Mirafiori aan de Hobbemastraat). De titel verwijst naar iemand die de tegenpartij informatie verschaft zonder dat zijn eigen partij daarvan afweet. Opvallende placering: De op werkdagen in de trein verkrijgbare gratis krant 'Metro' wordt meegenomen uit een display. Jean van de Velde koos voor GTST-acteur Cas Jansen "omdat de naïeviteit die de idealistische Eddy uitstraalt nog aan hem kleeft. Bovendien is hij een van die jongens die filmcharisma heeft. Hij komt goed over op het witte doek." Het boek 'Sans Rancune' van Jan van Daalen uit 1991 werd naar aanleiding van de film heruitgegeven bij De Boekerij (ISBN 90-225-2838-3). Bij de credits staat 'geïnspireerd op', want de film is niet gebaseerd op het boek. In de eerste versie van het scenario ging het bijvoorbeeld nog om een rechercheur, een agent in burger, van in de dertig. Toen Jean van de Velde Cas Jansen koos, is het verhaal omgeschreven naar de uniformendienst. Scenarioschrijver Simon de Waal werkt sinds 1986 als rechercheur in deeltijd. Hij was eerder verantwoordelijk voor vele afleveringen van de televisieseries 'Baantjer', 'Unit 13' en 'Bureau Kruislaan'. Regisseur Jean van de Velde voor de uitbreng van LEK in 'Nieuwe Revu' d.d. 16 april 2000: "Zoals ik nu al weet dat het eerste weekend van LEK klote wordt. Nederlanders kijken de kat uit de boom als het om Nederlandse films gaat. Zij moeten eerst van vijf kanten horen dat het écht een aardige film is, voor ze één keer gaan kijken. Een Nederlandse film moet het niet hebben van het eerste weekend, maar van het derde of vierde." Reacties/ontvangst: 'Het Parool' d.d. 26 april 2000: "Lek, van het team dat eerder het grote publiek vond met All Stars, is een geslaagde poging een Nederlandse thriller te maken, waarbij goed gekeken is naar Amerikaanse voorbeelden, zonder een moment de Nederlandse sfeer te verdonkeremanen. (...) Lek opent ijzersterk met een aantal scènes die de toeschouwer voortdurend op het verkeerde been zet. Van de Velde weet als geen ander dat je je publiek even bij de les moet roepen. (...) Een film goed laten beginnen is makkelijker dan een film sterk laten eindigen en Lek schiet aan het slot enigszins uit de bocht als agent Eddy Charles Bronson achterna gaat en uit zijn schulp kruipt met een Death Wish-imitatie. Maar goed, het beeld van agent Eddy met twee zwaaiende pistolen met rokende lopen was waarschijnlijk te sterk om te laten liggen." 'NRC Handelsblad' d.d. 26 april 2000: "De originaliteit van de variant op een beproefd scenario is niet de enige kwaliteit van Lek. Alle acteurs zijn voortreffelijk, tot en met de lichaamstaal van de kleinste rolletjes, bij voorbeeld dat van Loes Wouterson als een wachtcommandante. Dat wordt nog een probleem bij de Gouden Kalveren dit jaar, maar Löw - beter dan ooit - en Thomas Acda als een laffe kantoorgrappen mummelende agent zijn de favorieten, omdat de sublieme schurkenrollen van Ton Kas en Jacob Derwig te klein van omvang zijn. Maar ook de filmtaal van Van de Velde en cameraman Jules van den Steenhoven spreekt een veel brutaler jargon dan in hun voorgaande gezamenlijke films (De kleine blonde dood en All Stars): in Lek beweegt de camera soms zo wild als in een Dogma-productie, worden close-ups in de schaduw niet geschuwd en doet de opvallende montage door Herman P. Koerts soms denken aan een film uit de jonge Vlaamse school van verontrustende boze films als Piranha Blues, S. of Rosie. (...) Lek is nu al de gouden standaard, waaraan de te verwachten golf van publieksfilms getoetst kan worden, vooral op hun filmische originaliteit." 'Sp!ts' d.d. 27 april 2000: "De regisseur (...) koos soapacteur Cas Jansen als hoofdrolspeler. Een risico wellicht, maar Jansen slaagt met vlag en wimpel voor zijn toelatingsexamen op het witte doek. Andere rollen worden met evenveel verve vertolkt door Thomas Acda en Victor Löw. Belangrijk is vooral dat de regisseur zijn onderwerp serieus neemt. (...) Zoals gezegd is de cast van LEK zonder uitzondering overtuigend. Hoewel Löw als Jack soms gevaarlijk dicht bij overacteren in de buurt komt. Het verhaal is beklemmend en tot en met de ontknoping overtuigend." 'Vrij Nederland' d.d. 29 april 2000: "Een Nederlandse politiefilm. Het doet het ergste vrezen. Maar LEK van Jean van de Velde is een aangenaame verrassing. (...) Één kunstje beheerst hij [Jean van de Velde] nog niet: om vrouwenrollen meer te maken dan levende rekwisieten waarop de mannen kunnen reageren. Het ligt niet aan Ricky Koole dat Eddy's echtgenote een blinde vlek blijft, zelfs als ze bruut wordt gemolesteerd. In het eerste weekeinde werden redelijke bezoekcijfers gehaald; in totaal kwamen 12.216 bezoekers naar de 40 theaters waar LEK draaide. Vooral in de grote steden draaide LEK goed. In de provincie was de belangstelling minder. Na vier weken stond de teller op ruim 70.000 bezoekers. LEK zou uiteindelijk de volgende filmtop 10-noteringen behalen: 5-5-6-7-10-weekje afwezig-10. Prijzen: Gouden Kalf voor Beste Lange Speelfilm: "De producent en de regisseur hebben van een ijzersterk scenario de Beste Lange Speelfilm 2000 gemaakt. Het uitgangspunt, een spannende politiefilm, gebaseerd op de geruchtmakende IRT affaire, is buitengewoon goed geslaagd. Opbouw, timing, sfeer en drama zijn ingrediënten die in de speelfilm Lek volkomen onder controle zijn. Belangrijk is ook de cast, die onder regie van Jean van der Velde tot grote prestaties komt. Naar de mening van de jury is Lek de Beste Speelfilm uit de competitie 2000 en gaat het Gouden Kalf naar de producenten Rolf Koot en Jean van der Velde." De andere genomineerden waren: Kruimeltje, productie: Dave Schram en Hans Pos voor Shooting Star Filmcompany en Lijmen / het been, productie: Ruud den Drijver en Michel Houdmont voor Cineventura. Gouden Kalf voor Beste Regie van een Lange Speelfilm: "Een film waar alles klopt, met ziel en kloten. De jury heeft genoten en is er van overtuigd dat Lek de bodem van haar publiek nog lang niet heeft bereikt. Doorslaggevend in de beoordeling is dat Lek meer is dan de som der delen en een Nederlandse film oplevert die als standaard voor de komende jaren gezien mag worden." De andere genomineerden waren: Steven de Jong voor de regie van De Fûke en Maria Peters voor de regie van Kruimeltje. Gouden Kalf voor Beste Scenario van een Lange Speelfilm (t.w.v. f 15.000,- van het Nederlands Fonds voor de Film, te besteden aan het schrijven van een treatment voor een nieuwe film): "Het is de grote verdienste van de schrijvers [JEAN VAN DE VELDE en SIMON DE WAAL], dat ze in een harde en spannende politiefilm ook de menselijke maat hebben weten te vinden. Dwars door de ijzersterke plot heen voelen we steeds dat het uiteindelijk om méér gaat: om 'nieuw leven', om 'je hebt nooit gevraagd hoe ze heet'. Juist díe woorden en de bijbehorende scènes roepen de grootste emoties op. Met dit scenario hebben de schrijvers een standaard gezet." De andere genomineerden waren: Erik de Bruyn voor het scenario van Wilde Mossels en Maria Peters voor het scenario van Kruimeltje. Gouden Kalf voor Beste Acteur Victor Löw: "Voor de caleidoscopische rol die hij speelt in Lek. Al zijn gezichten overtuigen, dat van de harde crimineel, de trouwe vriend en de prille vader. Victor Löw speelt met lef, intensiteit en humor. Hij overtuigt zowel in de grote beweging als in het kleine gebaar, in gewelddadige scènes als op tedere momenten. Een imposante prestatie waarvoor we hem graag belonen met het Gouden Kalf." De andere genomineerden waren: Fedja van Hûet voor zijn rol in Wilde Mossels en Rense Westra voor zijn rol in De Fûke. Grolsch Publieksprijs 2000. Gekozen door een publieksjury van 150 vooraf geselecteerde filmliefhebbers. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van f 30.000,-. De publieksjury beoordeelde tijdens de Grolsch Filmprijsdag op zaterdag 23 september drie speelfilms die door de vakjury waren genomineerd. De andere twee kanshebbers waren Kruimeltje van Maria Peters en Rent-A-Friend van Eddy Terstall. Ondanks alle positieve recensies en prijzen lieten slechts 94.934 bezoekers zich in de bioscopen zien. In 2001 kwamen daar nog 1.110 bij. De acteurs Victor Löw en Cas Jansen kregen in december 2000 in het Italiaanse Courmayeur tijdens het 'Noir in Festival' de Napapijri-Prijs voor hun rollen. Jean van de Velde kreeg in juli 2001 tijdens het 48e Pula Filmfestival in Kroatië de Gouden Arena voor de regie.
Première: 27 april 2000 in 40 kopieën
K-107 minuten

LIJMEN/HET BEEN
ook: LIJMEN HET BEEN, BOORMAN & CO
Robbe De Hert

met: Mike Verdrengh (Boorman), Koen de Bouw (Laarmans), Willeke van Ammelrooy (Madam Lauwereyssen), Sylvia Kristel (barvrouw Jeanne), Els Beatse (Fine Laarmans), Lou Landré (Pieter Lauwereyssen), René van Asten (Korthals), Jan Decleir (rechter Teugels), Hans van den Berg (deurwaarder Van Kamp), Jaak van Assche (Van Ganzen), Tom Lenaerts (fotograaf Poters), Freark Smink (smidsknecht Michel), Sjarel Branckaerts (veilingmeester), Edmond Classen (Hamers), Manuela Servais (docteur Van der Zijpen), Pierre Dherte (professor Brulot), Christian Crahay (directeur inrichting), Christian Courtois (pastoor Jan), Philippe Jordens (bediende commissie), Diane Belmans (Maria Laarmans), Gabrielle de Maeyer (moeder Laarmans), Kan Walgraeven (zoon Laarmans), Pier van Brakel (arbeider Korthals), Roger Meeusen (agent Pauwels), Luc Meirte (Kassier Galerie Nationale), Marilou Mermans (dame met pelsjas), Gert Portael (vrouw met banaan), John Willaert (boekhouder Van Ganzen), Patrick de Neve (bediende Van Ganzen), Patricia Goemaere (winkeljuffrouw Dietrich), Marc Thijs (ploegbaas Hamers), Edward Binders (directeur Zoölogisch Instituut), Henri Jean-Claude Depa (biljetverkoper Nationale Loterij), Jozef van Praet (eigenaar cabaret), Ilse de Rauw (serveerster cabaret), Hans de Weirdt (griffier), Wilfried Dewulf (dokter), Ilse Renders, Erika Samain (verpleegsters), Bas Teeken, Eddy de Clerq (mannen met bolhoed), Chris Dusauchoit (ober), Oris Mertens (Stan Laurel), Gerard Mareels (Oliver Hardy), Steven van Nuffelen (tableau vivant), Tine Brouwers, Stéphanie de Brandt, Mieke de Ley, Yasemin Kandemir, Ann van Vooren, Astrid Vereecken (Can-Can meisjes)

Boorman en Laarmans zijn twee oplichters die in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw bedrijven verleiden tot de aankoop van enorme hoeveelheden van het Algemene Wereldtijdschrift. In ruil daarvoor wordt de betreffende onderneming in het blad de hemel ingeschreven, waarna het bedrijf een aankoopbon krijgt voorgeschoteld en zelf opdraait voor de distributie van de vele tienduizenden exemplaren. Hun lucratieve handeltje in lucht brengt Boorman en Laarmans op het pad van de ziekelijke Madam Lauweryssen, de bazin van een onbenullig bedrijfje in keukenliften. Hun verhaal gaat er bij haar in als koek en ze bestelt grif 100.000 exemplaren van het waardeloze tijdschift. Dat ze daarmee haar financiële ondergang tekent, roept bij de jonge, onervaren Laarmans al direct wroeging op. De doorgewinterde Boorman daarentegen maalt er niet om. Totdat hij Madam Lauwereyssen een jaar later per ongeluk op de markt omver loopt en ziet dat zij inmiddels een been mist. In een plotselinge aanval van menselijkheid zet de oplichter alles op alles om zijn slachtoffer het geld dat hij haar ontnam terug te betalen. Zij voelt daar weinig voor, zo blijkt al snel. Historie: Belgische producent: Michiel Houdmont van Signature Films. Nederlandse co-producent: Ruud den Drijver van Cineventura BV. Scenario: Ruud den Drijver, Fernand Auwera, Robbe De Hert. Camera: Piotr Kukla. Muziek: Joan Berkhemer. Montage: Wim Louwrier. De regisseur en de decorontwerpen van Jean Petitjean waren Vlaams. Geheel in België opgenomen in 33 dagen met een budget van vier miljoen gulden in o.a. Spa en Luik (natuurhistorisch museum). De meeste interieurs werden opgenomen in Mechelen en Gent. Omdat De Hert geen gepaste locatie vond voor de General Marine and Shipbuilding Company, waar Laarmans werkt, werd het uiteindelijk een brouwerij. Sylvia Kristel was gevraagd voor de rol van de ongelukkige Madam, maar zij maakte op een feestje -in gezelschap van Willeke van Ammelrooy- de opmerking dat Willeke haar voor die rol beter geschikt leek. Het gevolg is dat Willeke en Sylvia voor het eerst een gezamenlijke scène hebben. In FRANK EN EVA hadden ze weliswaar beiden een rol, maar speelden niet samen. Frank Jansen, hoofd drama van co-producent KRO, had kritiek op de dictie van Sylvia Kristel in ABN in plaats van Vlaams. Daarop is haar rol nagesynchroniseerd. De helft van de teksten van Sylvia Kristel werd ingesproken door haarzelf, de andere helft door Vera Mann. LIJMEN/HET BEEN is de tweede Elsschot-verfilming. HET DWAALLICHT uit 1973 was de eerste. Het resultaat van HET DWAALLICHT was tot ontevredenheid van de erven Elsschot. In het gekkenhuis leest Boorman het boek 'Het verdriet van België' van Hugo Claus: een bewust anachronisme. De toegift bestaat uit archiefbeelden van de Vlaamse nationalist Borms. Première: woensdag 27-9-2000 om 19:30 in Rembrandt 1 - Utrecht (Nederlands Film Festival). In 'de Filmkrant' van november 2000 was te lezen dat de Belgische filmmaker Robbe De Hert zich bij de première in Utrecht liet begeleiden door twee body guards, omdat hij bang was door producent Ruud den Drijver in elkaar te worden geslagen. De oorzaak van het conflict ligt volgens De Hert in Den Drijvers optreden als producent: "Den Drijver is een dief. Hij staat als scenarist op de aftiteling van de film, terwijl hij er godverdomme geen letter van heeft geschreven. Bovendien heeft hij een deel van het budget van de film gebruikt om de schulden die hij maakte met AN AMSTERDAM TALE -niemand wil die film uitbrengen- af te lossen. Daarom hadden wij constant geldgebrek, terwijl de film toch een mooi budget had." Den Drijver noemt de aantijgingen onzin: "De Hert wou een rel en die heeft ie gekregen." Prijzen: Willeke van Ammelrooy kreeg voor haar rol als mevrouw Lauwereysen in LIJMEN/HET BEEN het Gouden Kalf 2000 voor beste actrice in een lange speelfilm. Het juryrapport: "Haar vertolking van mevrouw Lauwereysen in LIJMEN/HET BEEN werd door de jury unaniem gekozen als beste vrouwelijke acteerprestatie. Met veel gevoel voor detail heeft zij een onvergetelijke rol gecreëerd. Met plezier geeft de jury de prijs aan deze actrice van grote klasse." De andere genomineerden waren: Tamar van den Dop voor haar rol in DE OMWEG en Ricky Koole voor haar rol in LEK. Persreacties: 'de Filmkrant' d.d. januari 2001: "Van een roerige productiegeschiedenis wordt een film doorgaans niet beter. Ook zonder voorkennis over het conflict en de moeizame totstandkoming is aan LIJMEN/HET BEEN af te zien dat er problemen geweest moeten zijn. (...) LIJMEN/HET BEEN heeft een aardige cast: de talentvolle jonge acteur Koen de Bouw (...) Mike Verdrengh (...) is een overtuigende Boorman, en Willeke van Ammelrooy is prima (...) al was het Gouden Kalf dat zij voor deze rol kreeg eerder een teken van het gebrek aan interessante vrouwenrollen in de Nederlandse film, dan de bekroning van een grootse acteerprestatie. Toch komt de film maar niet tot leven. Er wordt veel gepraat, maar weinig getoond. Hoewel veel op locatie gefilmd is, onder andere Gent en Mechelen, houdt de film het aanzien van een statige, droge, plichtmatige toneelopvoering. Een aantal knullige details, zoals de beroerde nasynchronisatie van Sylvia Kristel en het gestuntel van de duidelijk niet éénbenige Van Ammelrooy, versterkt dat beeld. LIJMEN/HET BEEN wordt afgesloten met een merkwaardige compilatie van historische beelden dat rücksichtslos kapitalisme de wereld weinig goeds brengt. Het is ongetwijfeld een persoonlijke hartenkreet van regisseur Robbe de Hert, die bekend staat als notoir communist. Dat zijn hart niet in deze verfilming lag, is helaas duidelijk te zien." 'Het Parool' d.d. 17 januari 2001: "Misschien komt het door het houten been, maar Lijmen/Het been maakt over de hele linie een nogal houterige indruk. Dat ligt niet aan Verdrengh en De Bouw, want die vormen als Boorman en Laarmans een uitstekend koppel. Minder op haar plaats is onder andere Sylvia Kristel, die als cafébazin gewoon La Kristel is als cafébazin. Het grootste probleem is echter het schematische scenario, dat messcherp de grens tussen goed en kwaad meent te kunnen trekken. En wat moeten we met de rare epiloog, die archiefmateriaal bevat van Vlaamse nationalisten die de Hitlergroet brengen? Zijn alle Boormannen fascisten? Leve de simpelheid." Henk van Gelder in 'NRC Handelsblad' d.d. 17 januari 2001: "De door Willem Elsschot zo zorgvuldig geboekstaafde zwendelpraktijken met het Algemeen Wereldtijdschrift kunnen, denk ik, worden verfilmd zoals ze in diens Lijmen/Het Been staan: van begin tot eind. In het moeizaam tot stand gekomen scenario, waar tenslotte vier namen onder staan, is het verhaal echter één grote flashback geworden. (...) De Hert maakte dan ook een uitgesproken praatfilm, met veel kantoorscènes in traditionele tv-close-ups. Zelfs als hij even naar buiten mag, maakt hij daar in visueel opzicht niet veel werk van. (...) Net als De Hert lijken ook de acteurs niet goed te weten welke toon ze moeten treffen. Willeke van Ammelrooy (die niettemin een Gouden Kalf voor de beste actrice kreeg), de nagesynchroniseerde Sylvia Kristel en zelfs Mike Verdrengh als de kleurrijke Boorman blijven kleurloze figuren in een toonloze film." Mirjam Keunen in ‘Algemeen Dagblad’ d.d. donderdag 18 januari 2001: “LIJMEN/HET BEEN heeft sterke hoofdrolspelers. Het is een met zorg gemaakte film die de sfeer van de jaren 30 uitstraalt. (…) De Hert is niet altijd even subtiel. De scènes met de psychiaters (…) zijn bijvoorbeeld te dik. Het commentaar daarin op de vermeende superioriteit van de Franse taal en de quasi-intellectuele discussies tussen specialisten over de geestesgesteldheid van Boormans zijn karikaturaal (…)” André Nientied in Biosmail.nl d.d. 19 januari 2001: "Iedereen heeft zijn best gedaan, de decorontwerpers voorop, maar het is allemaal te traag voor woorden. De helft van de tijd zit je naar bewegende prentbriefkaarten te kijken. De Hert trekt vooral veel tijd uit voor het 'lijmen', maar na één keer geloof je heus wel dat Boorman zijn vak beheerst. Dat het verhaal in retrospectief wordt verteld zodat je weet hoe het afloopt zelfs als je het boek niet recent hebt gelezen, komt de vaart van de film evenmin ten goede. En dat Van Ammelrooy een Gouden Kalf voor haar rol won zegt meer over het gebrek aan goed vrouwenrollen: kennelijk was er weinig concurrentie. Ze maakt wel veel meer van haar rol dan Sylvia Kristel als een treurige café-eigenaresse." Gehonoreerd door de Belgische Unie van de Filmkritiek met de André Cavens prijs voor de beste Belgische film in januari 2001. 5.980 bezoekers in 2001, 1.004 in 2002.
Première: 27 september 2000 (Nederlands Film Festival)/18 januari 2001
K-107 minuten

MARIKEN
André van Duren

met: Laurien van den Broeck (Mariken), Jan Decleir (Archibald), Willeke van Ammelrooy (Griet), Kim van Kooten (Isabella), Johanna ter Steege (de Gravin), Ramsey Nasr (Joachim), Kees Boot (Dirk), Kasper van Kooten (Monne), Willem van den Broeck (Rattejan), Dora van der Groen (Zwarte Weeuw), Hans Dagelet (Magister), Porgy Franssen (Zatte Gijs), Geert Lageveen (Broeder Willem), Bert Geurkink (Jager), Tom Jansen (Graaf), Krijn ter Braak (Gildeman), Hans Karsenbarg (Broeder in kerk), Fred Goessens (Armoedige man), Menno van Beekum (Geldwisselaar), Sofie Shad (Jonge Gravin)

Mariken is een middeleeuws meisje dat bij haar geboorte te vondeling is gelegd en samen met een zonderlinge oude man en een geit is opgegroeid in het Waanwoud, een bos waar het volgens sommigen stikt van de geesten en demonen. Wanneer de geit sterft neemt de kleine Mariken een stoer besluit: ze gaat naar de stad, op zoek naar een nieuwe geit. Niet gehinderd door enige ervaring van hoe slecht de mensen kunnen zijn, leert Mariken in zeven dagen de wereld kennen. Het enige wat Mariken wél weet, komt uit een boek dat 'De mensheid is een klucht' heet, en dat vol staat met vreemde verhalen. Zo leert Mariken dat de duivel ontstond 'toen God een wind liet die klonk als een klaroenstoot'. Onderweg komt Mariken heel wat mensen tegen, sommige met goede bedoelingen, maar ze komt ook in aanraking met minder leuke types, zoals de verbitterde gravin die het meisje voor zichzelf wil houden en haar opsluit in haar kasteel. Historie: Productie maatschappij: Egmond Film and Television. Scenario: Peter van Gestel, Kim van Kooten. Camera: Steve Walker. Geluid: Marcel de Hoogd. Muziek: Mark van Platen. Montage: René Wiegmans. Scenario: Peter van Gestel en Kim van Kooten, naar het gelijknamige boek van Peter van Gestel uit 1997. Het boek werd bekroond met de Gouden Uil, de Jonge Gouden Uil en de Zilveren Griffel. Omdat het verhaal alom gelezen en geprezen werd, kreeg regisseur André van Duren het idee om het boek te verfilmen. Hij vroeg Peter van Gestel om zelf het scenario te schrijven. Eigenlijk vond Peter van Gestel 'Mariken' niet echt geschikt voor een film. De vele dialogen en verhalen geven het boek een labyrintisch karakter dat moeilijk in een film is te vatten. André van Duren gaf na eerste lezing van Van Gestels scenario aan Kim van Kooten de opdracht om de dialogen soepeler, zachter, oftewel: vrouwelijker te maken. Op verzoek van André van Duren is een klein thema uit het boek geprononceerder aanwezig in de film. Marikens zoektocht naar een vader en een moeder is in de film uitgegroeid tot een hoofdthema. Producent: Hans de Weers. Camera: Steve Walker. Geluid: Marcel de Hoogd. Production design: Dirk Debou. Montage: René Wiegmans. Muziek: Mark van Platen. Uitvoerend Producent: Erwin Godschalk. Gedelegeerd Producent: Bert Nijdam. Producent: Hans de Weers - Egmond Film and Television. Co-Producent: VPRO. Budget: 4 miljoen gulden. Kostuumontwerp: Kristin van Passel en Charlotte Willems. De schilderijen van Pieter Bruegel de Oude stonden model voor de kleding. Eind september 1999 startten de opnamen. Opnamen o.a. in de buurt van Haarlem en het Gentse kasteeel Gravensteen. Het merendeel van de opnames vond plaats op het Begijnhof in Leuven waar, door een bouwploeg van zo’n man of dertig, een complete set werd opgebouwd. Er was zodoende min of meer sprake van een studiosituatie. De kasteelscènes werden in Gent opgenomen, op het bekende kasteel Gravensteen; voor de beelden van de stadswallen gebruikte men die van het Duitse plaatsje Rothenburg ob der Tauber en een aantal shots werd digitaal toegevoegd. In Nederland werd in Overveen opgenomen. De props komen uit Engeland. Het meeste materiaal op de set van MARIKEN is eerder in de film BRAVEHEART gebruikt. MARIKEN is ook geheel in het Engels gedraaid. Na een paar Nederlandse takes werden de scènes nog eens, maar dan in het Engels opgenomen. Gemiddeld waren er vier takes per shot in het Nederlands en twee in het Engels. André van Duren vond zeven op de tien shots in het Engels beter. De acteurs spelen vetter. Het initiatief voor de Engelse versie lag bij producent Hans de Weers. De producent bood André van Duren 15 draaidagen erbij; 45 in plaats van 30. De film ging in City - Amsterdam in première op zaterdag 21 oktober 2000 tijdens het Cinekid festival voor de jeugd. Door het beeld van een afgehakte geitenkop vond Cinekid programmeur Harry Peters de film niet geschikt voor kinderen jonger dan acht jaar. Van Duren in 'Het Parool' d.d. 20 oktober 2000: "Ik vind dat kinderen vanaf vijf jaar de film kunnen zien. (...) Die geitenkop is verschrikkelijk, maar ook weer niet, omdat het iets zegt over Mariken. Zij woont in de natuur en accepteert dat zulke dingen daarin voorkomen." Opmerkelijk:Voor regisseur André van Duren stond het zoeken naar topacteurs boven aan zijn prioriteitenlijstje. Uiteindelijk slaagde hij erin om zonder castingdirector een voor Nederlandse begrippen unieke sterrencast bij elkaar te krijgen: Jan Decleir, Willeke van Ammelrooy, Johanna ter Steege, Kim van Kooten en Ramsey Nasr. Van Duren: "Ik ben er erg trots op dat we voor het eerst sinds tien jaar weer een Nederlandse film met een ouderwetse sterrencast hebben. Het is volgens mij een verwaarloosd onderdeel in de Nederlandse film. Ik ben ervan overtuigd dat je het publiek alleen maar naar de bioscoop krijgt wanneer aansprekende acteurs de hoofdrollen spelen. De grote successen van de Nederlandse film in het verleden zijn volledig te danken aan acteurs als Monique van de Ven, Willeke van Ammelrooy, René Soutendijk en Rutger Hauer. Toen daar op een gegeven moment geen opvolgers voor kwamen ging het meteen een stuk slechter. Overal ter wereld weten ze dat de cast het belangrijkste onderdeel is van een film." Elfjarige Laurien van den Broeck speelde eerder in het televisiespel 'Maria op zolder' van Arno Dierckx. Jan Decleir over haar in het 'Algemeen Dagblad' d.d. 25 november 1999: "Ze is geen kind, ze is een acteur. Kinderen zijn niet altijd leuk, deze dame is ook niet leuk, ze heeft geen hoge aaibaarheidsfactor, maar ik ben blij dat ik haar heb leren kennen. De kunstenares in haar is wezenlijker dan het kind." Gekozen tot beste jeugdfilm door de publieksjury op Cinekid 2000 in oktober. Daarbij speelden de sterren overigens niet zo'n grote rol, want bij een viewing voor kinderen bleek dat de enige die ze hadden herkend de manager uit de Cup-a-Soup reclame was (Kees Boot). Persreacties: Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 6 december 2000:"(…)openingsfilm van het afgelopen Cinekidfestival en won daar ook de publieksprijs. Dat is opmerkelijk, want wat je als volwassen toeschouwer als bezwaar tegen deze film kunt aantekenen (te fragmentarisch en te weinig dramatische handelingen en actie) lijkt een jeugdig publiek niet te deren. (…) Het aardige van de in een onnadrukkelijk groenzwart gedraaide film is dat hij geen enkele poging doet om didactisch verantwoord te zijn. Duistere en mysterieuze zaken blijven gewoon onbenoemd. Niet alles hoeft te worden verklaard of uitgelegd. Maar bij het aanstippen van de diverse religieuze en levensvragen biedt de film te weinig aanknopingspunten om zelf verder te denken. Het eindresultaat maakt daardoor een ietwat fletse indruk. " Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 6 december 2000: "Ouderen zullen in het sober vormgegeven MARIKEN, waarin uitstekend wordt geacteerd, een pleidooi zien voor onafhankelijk denken en kinderen zullen de film ondergaan als een spannend avontuur. De twee polen zijn niet altijd met elkaar in balans. Zo zullen sommige dialogen van Mariken over de hoofden van de kinderen heenschieten, zoals haar gebakkelei met de gravin of de mensheid een klucht is of een tragedie. Het zijn onevenwichtigheden in een film die boven alles liefde voor het filmvak uitstraalt. Dat treffen we even weinig aan als onafhankelijke denkers in de Middeleeuwen." Mirjam Keunen in 'Algemeen Dagblad' d.d. 7 december 2000: "De film (…) laat op een poëtische en lichtvoetige manier zien dat de waarheid meerdere kanten heeft. Hoewel MARIKEN een Nederlands/Vlaamse sterrencast heeft (…) zet het jonge natuurtalent Laurien van den Broeck de opvallendste rol neer. Zij is een ontwapenende en levensechte Mariken." MARIKEN trok in de eerste tien dagen slechts 3.242 bezoekers. De film kwam in de eerste week binnen op 19 in de bioscoop top 20 met een opbrengst van 25.035 gulden. Trok de film de eerste tien dagen voor kerstmis zo’n 4.000 bezoekers, de kerstvakantie gaf de film een flinke impuls; het bezoekcijfer liep op tot 43.000. MARIKEN dong mee naar de kinderfilmprijs 'De glazen beer'op het filmfestival van Berlijn 2001. Beste film door de Kinderjury op het Europees Jeugdfestival in Antwerpen in februari 2001. Speciale Jury Prijs op het FIFEM - Montreal International Children Film Festival in maart 2001. Il Forello Young People's jury Award op het Toronto International Film Festival for Children in Sprockets, Canada in april 2001. Gouden Kalf voor de Publieksprijs: MARIKEN van André van Duren. MARIKEN won de Publieksprijs voor de speelfilm in competitie van het Nederlands Film Festival 2001 die het hoogst werd gewaardeerd door het publiek. Aanmoedigingsprijs van de volwassenen jury op het Chicago International Children's Film Festival in november 2001. Totaal 55.884 bezoekers.
Première: 21 oktober 2000 (Cinekid)/7 december 2000 (16 kopieën)
K-90 minuten

OMWEG, DE
ook: DETOUR, THE, UMWEG, DER
Frouke Fokkema

met: Tamar van den Dop (Joanna de Vries), Joachim Bissmeier (Thomas Bernhard), Jan Decleir (Johan de Vries, vader van Joanna), Willeke van Ammelrooy (Lousy de Vries, moeder van Joanna), Thom Hoffman (Camille Kleber, boer in Frankrijk), Peer Mascini (Luc de Koning), Liz Snoyink (gynacoloog), Therese Affolter (Anna, huishoudster Thomas Bernhard), Inge Rosenberg (tante Hedda, goede vriendin van Bernard), Dimme Treurniet (Willem, ex-vriend van Joanna), Marlies Heuer (Bobby, eigenares Vrouwenhuis), Halina Reijn (Sara, bewoonster Vrouwenhuis)

Speelfilm over de zoektocht van een jonge vrouw die haar heil zoekt en vindt in de boeken van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard. Zij probeert om een relatie met de teruggetrokken auteur te beginnen. De ontmoeting met hem ontaardt in een fiasco. De vrouw, Joanna, vlucht in een andere relatie, gaat geiten hoeden en begint zelf te schrijven. Op deze indirecte wijze, via een omweg, ontdekt zij zichzelf. Historie: Nederlands-Oostenrijks-Duitse co-produktie. Scenario: Frouke Fokkema. Door het in juli 1997 failliet gaan van theater- en tv-producent Bergen was het lot van de film onzeker geworden. Nieuwe producent werd Matthijs van Heijningen van Sigma Pictures Productions. Uitvoerend producent: Guurtje Buddenberg. Mede via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Casting: Job Gosschalk. Productie maatschappij: Sigma Pictures Productions BV. Scenario: Frouke Fokkema. Camera: Wolfgang Simon. Geluid: Ludo Keeris, Sander den Broeder. Muziek: Ton van der Meer, Paul Koek. Montage: August Verschueren. Art Direction: Wilbert van Dorp. Kostuums: Dinorah Iorio. Production designer: Wilbert van Dorp. Kostuums: Dinorah Iorio. Make up: Dick Naastepad. Opnamen in Rotterdam (jazzclub C5 in de Schiehaven en boekhandel Delfshaven), Den Haag, de Franse Pyreneeën en Oostenrijk (Wenen). Klaus Maria Brandauer werd aanvankelijk genoemd voor de rol van Thomas Bernhard. DL-62-80 en BH-21-NY zijn de kentekens van de twee auto’s waaruit een keuze gemaakt moet worden in DE OMWEG. Première: zaterdag 23 september 2000 (Nederlands Film Festival). Opmerkelijk: Actrice Tamar van den Dop maakte de 47 minuten durende documentaire "Scheppen gaat van au - Het maken van De omweg"; een videodagboek over het werkproces van Frouke Fokkema's autobiografische speelfilm. 'VPRO gids' week 44-2000: "SCHEPPEN VAN AU is nogal onhandig geprogrammeerd [uitgezonden op zondag 29 oktober 2000], aangezien DE OMWEG pas 9 november in première gaat. En eerst de documentaire zien en vervolgens de film moet sterk afgeraden worden." 'de Filmkrant' d.d. november 2000: "Wat bij deze internationale coproductie vooral verontrust, is dat geen van de participanten tot de orde heeft weten te roepen. Zelfs niet op microniveau: 'Tamar, weg met die dirndl. Dit is THE SOUND OF MUSIC niet!' Thomas Bernhard lijkt als kunstzinnig lokkertje gebruikt, Van den Dop om een groot publiek te behagen en Decleir en Van Ammelrooy omdat ze het altijd goed doen als ouderpaar. Leuke plaatjes wegen zwaarder dan geloofwaardige motieven." 'Algemeen Dagblad' d.d. 9 november 2000: "Ondanks de zware lading is DE OMWEG de minst geslaagde film van Fokkema. Dat ligt vooral in haar onvermogen om bepaalde verhoudingen aannemelijk te maken. Vooral het contact met de geitenhouder (een rol van Thom Hoffman die er lachwekkend uit ziet met zijn alpinopet) maakt een onwezenlijke indruk, alsof de schrijfster bezig was hun relatie uit te diepen. (...) gespeeld door een wisselvallige Tamar van den Dop (...) voortreffellijk vertolkt door Joachim Bissmeier. Het wederzijdse ongemak tussen de schrijver en zijn groupie leveren enkele memorabele momenten op. Voor het overige spreekt uit DE OMWEG vooral ouderwetse mannenhaat, of misschien wel mensenhaat, want de vrouwen in het Blijf-van-mijn-Lijf-huis (...) zijn bepaald geen engelen. (...) De thema's van Fokkema zijn beslist de moeite waard, maar een ervaren scriptdokter had vast en zeker wonderen kunnen verrichten." Trok slechts 228 bezoekers in 2000, plus 47 in 2001.
Première: 23 september 2000/9 november 2000 (Het Ketelhuis, Amsterdam en Springhaver, Utrecht)
K-98 minuten

RENT A FRIEND
ook: RENT A FRIEND: EEN ROMANTISCHE KOMEDIE OVER GELD
Eddy Terstall

met: Marc van Uchelen (Alfred), Rifka Lodeizen (Moniek), Nadja Hüpscher (Françoise), Natasja Loturco (Anja), Steve van Vliet (Boris), Femke Lakerveld (Carolina/Myrthe), Henkie Bakboord (Peter/Roy), Huub Stapel (dhr Bloedwost), Ariane Schluter (mevr Bloedworst), Victor Löw (dhr van Duitschenbloed), Peer Mascini (Smulders), Edwin Bolderheij (Max), Marc Hammel (Evangelist), Lucretia van der Vloot (Frida), Daan Ekkel (Wiert), Donovan Valies (August), Arthur de Boer (Tony), Johanneke van Kooten (Tina), Guilly Koster (Gerald), Mike Meijer (Rob), Bert Koster (Dave), Rogier Frensdorf (Erwin), Ruben van der Meer (Menno), Julian Rief (Anton), Ed van Helten (Leraar academie), Koen Plate (Bogers), Eugenie Schellen (Betty), Jan van Frankenhuysen (Bosch), Jaap van Eyck (dhr Vogelaar), Miki Kobossen (Nina), Marlies Bark (Marjan), Daniël Niemann (dhr Pieters), Manouk van der Meulen (mevr Pieters), Jacob Kurc (Abdul), Natasja van Tilburg (Barbara), Tim de Zwart (Frits), John Kouwenberg (Rabbi), Jörgen Tjon a Fong (vriend #1), Robert Jan Westdijk (vriend #2), Hidde Simons (vriend #3), Frank Kortman (vriend #4), Thomas Kamp (vriend #5), Jan Thijsen (vriend #6), Maria Arenas (exotische serveerster), Jon Goldberg (eenzame man commercial), Robert Jan van Hedel (commercial vriend #1), Matthijs Honig (commercial vriend #2), Wijnand Honig (commercial vriend #3), Peet de Jong (parkwachter), Hans ter Haak (barman), Melvin Simons (baliemedewerker), Baloe van Vliet (bulldog feestje), Carmen Wubben (hond Pieters), Max van Doesburg (hond park), Bella Uitham (Jan-Vikkie Van Duitschenbloed), Annemarie Ros, Nancy Spaapen, Peter Beekhuis, Diederik Broekhuizen, Jimmy Fock, Eddy Zoë

2005. Alfred zit in een artistieke dip, hij schildert alleen nog Mexicaanse poppetjes. Dit tot ergernis van zijn ambitieuze vriendin Moniek, die hem een gebrek aan commercieel inzicht verwijt. Zelf schrijft ze afleveringen van een populaire soap. Als Alfred ontdekt dat ze een verhouding heeft met haar rijke baas, verlaat hij haar en begint zijn eigen zaak: hij verhuurt zichzelf als vriend. Het concept slaat aan: al snel moet hij meerdere huurvrienden voor zijn bedrijf aantrekken ('Heeft u voor vanavond tien vrienden voor een reünie?'). Een waar vriendenimpresariaat wordt geboren. Alfred zal de hele wereld, en vooral Moniek, laten zien hoe commercieel hij kan zijn. De klant is koning: Alfred met een aardappel in zijn keel, Alfred die juicht bij een doelpunt van Die Deutsche Mannschaft, Alfred als loser, het kan allemaal. Wanneer Alfred een kordate bedrijfsleidster aanneemt, groeien de zaken zelfs explosief. Historie: Productie maatschappij: Jordaan Film, Fu Works. Scenario: Eddy Terstall. Camera: Stefan Bijnen. Geluid: Ferry de Pater, Antoin Cox. Muziek: Van dik hout. Art Direction: Anne-Maayke van der Worp. Eddy Terstall in de persmap van RENT A FRIEND: "Het idee om een film te maken over vercommercialiseerde vriendschap kwam eigenlijk kort nadat we HUFTERS & HOFDAMES hadden opgenomen. Op televisie zag ik hoe de commercialisering van seks een vlucht nam. Met dat gegeven wilde ik iets doen. Commerciële vriendschap is natuurlijk net een stapje absurder maar in essentie gaat het over dezelfde problematiek. Natuurlijk laat ik mij ook inspireren door andere films. Ik vind het ook beslist geen schande als er gezegd wordt dat scènes uit RENT A FRIEND lijken op stukken uit de NOORDERLINGEN of ABEL. Van Warmerdam behoort nu eenmaal tot mijn favoriete Nederlandse filmmakers. Maar ook KARAKTER van Mike van Diem staat hoog op mijn lijstje. Onbewust zal het hun werk zeker een inspiratiebron voor mij zijn. Wel heb ik het idee dat ik de laatste tijd ook een eigen stijl heb ontwikkeld. Dat is belangrijk want een film krijgt pas karakter als je de handtekening van de maker overal kunt herkennen." Co-producenten San Fu Maltha, BNN. Producent: Marc Heijdeman. De film is gefinancierd via het Filmfonds, Cobo, Stimuleringsfonds, geld van distributeur RCV en een fininanciële injectie van de ING-Bank via de agent Mojo. De film is aangemeld en goedgekeurd voor de nieuwe belastingmaatregel met het nummer 003. Omroep BNN is met deze film voor de tweede keer in een speelfilmproject gestapt. Het budget bedroeg twee miljoen gulden. Opnamen in de Regenboogwijk in Almere, Rotterdam (Zilt, Etrepot, Kop van Zuid), Mexico en Japan. Voor het grootste deel in Rotterdam gedraaide film. De opnamen werden gemaakt tussen 13 mei 1999 en 15 september 1999. In 'Skrien' 237 (oktober 1999) staan de dagboeknotities van Eddy Terstall onder de noemer 'Een belachelijk vak' op de pagina's 42-45. Daar zijn o.a. de tien geboden der cinema te lezen. Zelf houdt Eddy Terstall zich bij de opnamen van RENT A FRIEND al niet aan vier regels daaruit; de crew wordt namelijk dit keer wel uitbetaald, de opnamen vinden niet binnen twee weken plaats, de locatie is niet de Amsterdamse Jordaan, maar Rotterdam, en tenslotte: er wordt niet op super zestien mm gedraaid, maar op super 35 cinemascope. Van Dik Hout schreef de tune van de soap 'Kan Vriezen Kan Dooien' in RENT A FRIEND en de titelsong van RENT A FRIEND; getiteld ‘Dromendief’. De auto's in de film hebben geen gangbare Nederlandse kentekenplaten, maar een soort barcodes. Eerste vertoning op het International Film Festival Rotterdam: 1 februari 2000. De met 15 kopieën uitgebrachte film trok in de eerste drie weken slechts ruim 14.000 bezoekers. Persreacties: 'Het Parool' d.d. 23 februari 2000: "Echt scherp wordt het nergens: als het idee eenmaal een vlucht heeft genomen, lijkt Terstall niet echt raad meer te weten met zijn helden. Rent a friend ziet er dan nog wel fraai uit, waarbij de moderne architectuur moeiteloos de rol vervult van de bad guy, die onder het mom van orginaliteit een nieuw conformisme introduceert, maar de scènes lijken te kabbelen. En de highbudget uitstapjes naar Mexico en Japan lijken meer op uitvluchten om een exotisch element aan het script toe te voegen." 'Algemeen Dagblad' d.d. 2 maart 2000: "Marc van Uchelen speelt in RENT A FRIEND op een charmante manier de naïeve en stuntelige Eddy. Nadja Hüpschers vertolking van Françoise is echter gekunsteld. Zij heeft zich een Rotterdams accent aangemeten, maar de actrice wordt steeds onverstaanbaarder in de film. RENT A FRIEND is kortom een film met mankementen die door de mild-satirische kijk op de commercialisering toch veel aangenaam vertier biedt." 'Skrien' #241 (maart 2000): "Terstall heeft de valkuilen van een groter budget met bewonderenswaardige creatieve flexibiliteit weten te omzeilen. Hij wist zijn onbevangenheid vast te houden en daar de inhoudelijke diepgang aan toe te voegen die zijn vorige drie films zo ontbeerden." Opmerkelijk: Steve van Vliet speelt in RENT A FRIEND het neefje van hoofdpersoon Alfred. In real life is Steve het neefje van Terstall. Auteur Marc van der Kamp heeft op basis van het script van RENT A FRIEND het gelijknamige boek geschreven (Luitingh Sijthoff. - ISBN 9024540690). 07-333 is het telefoonnummer om een vriend te kunnen inhuren. Kosten: 50 gulden per uur. 20.567 bezoekers.
Première: 24 februari 2000 in 15 bioscoopzalen
K-90 minuten

SAY IT ISN'T SO
Odetta Ciancarelli

met: Becky Stark, Odetta Ciancarelli (Bianca), Richard Manning, Jamie Marchbanck, Peter Glantz, Agatha Ciancarelli, Maria Bernal

Een gewone zomerse week voor een groepje bevoorrechte twintigers in een klein stadje in het White Anglo-Saxon Protestant noordoosten van de VS. Ze zitten wat in de knoop met de kleine basisvragen van het leven. Sommigen vragen zich af wat ze willen, anderen waarom ze doen wat ze doen. Isabella, net afgestudeerd, zit in haar maag met een aftakelende relatie en wil een nieuwe baan. Haar zusje Bianca, die een tijdje in Los Angeles heeft gewoond om haar eerste boek gepubliceerd te krijgen, komt terug bij haar vriendje Julian. Verder is er Daphne, die niets of niemand ontziende pogingen doet om Julian te versieren. En Alice, die haar daarbij helpt, en die een one-night stand met haar professor heeft gehad. De relatie van Steven en Eleanor staat onder druk wegens een gebrek aan 'quality time'. En Julians huisgenoot Ricky is met zijn stille vrouwenfixatie een vreemde, een beetje enge man zelfs, vindt Bianca. In hoog tempo bewegen al deze personages zich in allerlei richtingen, terwijl het leven schijnbaar voortkabbelt. In SAY IT ISN'T SO wordt een groep jonge mensen geportretteerd die midden in de samenleving staan, maar er eigenlijk ook een beetje buiten vallen. Een worsteling met zakenrelaties, carrière en familie, zonder de positieve aspecten uit het oog te verliezen.Historie: Nederlands-Amerikaanse co-produktie. Productie maatschappij: Seven Arts, Amedia Production. Scenario: Odetta Ciancarelli. Camera: David Udris. Muziek: Daniel Perlin. Montage: Richard Pepperman. Odetta Ciancarelli (1971, Rome) woonde in Italië en de Verenigde Staten. Ze studeerde in 1993 af aan de Brown University op internationale relaties, moderne cultuur en media. In 1996 maakte ze haar eerste film, LA MURCIAIOLA, die in Rotterdam en op vele andere festivals te zien was. SAY IT ISN'T SO is haar tweede speelfilm. Eerste vertoning op het International Film Festival Rotterdam op 2 februari 2000.
Première: 2 februari 2000
K-82 minuten

SOMBERMAN'S ACTIE
ook: SOMBERMANS ACTIE, SOMBERMAN'S ACTION
Casper Verbrugge

met: Dirk Roofthooft (Herman Broekman alias Somberman), Oda Spelbos (Ines, zijn vriendin), Serge Henri Valcke (Man in 't Woud, mentor van Herman), Frits Lambrechts (Rinie Kaak), Marina de Graaf (Nicole), Dennis Rudge (Ferrie), Krijn ter Braak (Spijkers), Hein van der Heijden (Von Meijenveld), Sieto Hoving (directeur), Wolter Muller (Richard Mulder), Eddy Brugman (Harry), Jacques Commandeur (kapper), Kees Hulst (kruidenier), Lucas Dijkema (junk), Marnie Blok (Marga), Saabri Saad el Hamus (snackbarhouder), Wim Wiertz (Brekking), Marc Postema (juwelier), Ella Snoep (oudere dame), Joop Keesmaat (hoofdinspecteur), Edgar Danz (oudere agent), Nick Barendsen (collega Herman), Mohammed Azaay (vriend Richard), Johan Landa (gelaryngectomeerde man)

Scenario: Hans Heesen en Casper Verbrugge, naar het gelijknamige boekenweekgeschenk van Remco Campert uit 1985. Het leven van de Amsterdamse magazijnbediende Herman Broekman en voormalig punkdichter Somberman. Herman krijgt zijn ontslag bij het failliet gegane Galerie Cosmo. De relatie met zijn vriendin Ines gaat ook niet goed. Ines wil een kind, maar Herman twijfelt. Ines neemt een baantje in een hotel en krijgt daar te maken met de verleidingskunsten van barkeeper Harry. Door jaloezie hervindt Herman iets van zijn energie. Hij maakt echter een verkeerde keuze. Hij gaat in ophet aanbod van Rinie Kaak, een machtige horeca eigenaar, om middenstanders geld af te persen in ruil voor bescherming. Als Ines, zijn vriendin erachter komt wat voor werk Herman doet, gooit ze hem het huis uit. Zijn oudere vriend, collega en mentor Man in 't Woud is er persoonlijk getuige van dat Herman beschermingsgeld komt innen bij de kapper. Het betekent een breuk tussen de twee vrienden. Herman komt erachter dat hij niet in staat is omgeweld te gebruiken. Ondanks de ruzie is Man in 't Woud de enige die hem accepteert, maar hij stelt wel eisen: Herman moet direct naar Rinie Kaak om hem persoonlijk te vertellen dat hij een vergissing heeft begaan, dat hij niet in de weg is gelegd voor crimineel werk. Terwijl hij met lood in zijn schoenen aan de opdracht gehoor geeft, volstrekt zich een drama in het huis van Man in 't Woud. Als Herman bemerkt wat straatjongen Richard Mulder -die als kind mooie tekeningen maakte- heeft aangericht, knapt er iets in hem en dat leidt tot een nieuwe kans. Historie: Productie maatschappij: Egmond Film, NPS. Scenario: Hans Heesen, Casper Verbrugge. Camera: Tom Erisman. Geluid: Ben Zijlstra. Muziek: Jakob Klaasse (anders dan foutief in de catalogus van het Nederlands Film Festival staat vermeld). Montage: Ot Louw. Art Direction: Gert Brinkers. Opnamen in Amsterdam en Den Haag. Producenten: Hans de Weers, Hans de Wolf. Co-producent: Wim Odé/NPS. Budget: 2,5 miljoen gulden. Casting: Jeannette Snik. Distributie: C-Films. Scenario gebaseerd op het boekenweekgeschenk van Remco Campert uit 1985. De film is anders dan het boek: brutaler, gewelddadiger en eigentijdser. Remco Campert: 'Aan het geweld moest ik even wennen, maar ik denk dat het een goede ingreep is. Als je het boek op de voet had gevolgd, had je zo'n aarzelende hoofdpersoon gekregen. Zo iemand kan geen film dragen.' Eerste vertoning op 23 september 1999 op het Nederlands Film Festival. 'Skrien' d.d. april 2000: "SOMBERMAN'S ACTIE is met enthousiasme gemaakt, maar komt niet verder dan een aardig probeersel. Zonde, want met name Serge-Henri Valcke (als de sympathieke homo) en Frits Lambrechts (als de onsympathieke crimineel) leveren uitstekende acteerpresentaties. Het scenario is echter te compromisvol voor een vurrukkullukku film." 'de Filmkrant' d.d. april 2000: "De film heeft met zijn kneuterigheid veel weg van een persiflage op Nederlands drama. Toch geeft regisseur Casper Verbrugge een aardig beeld van Amsterdam eind jaren tachtig, toen doemdenken, werkloosheid en apathie overheersten. (...) Toch kan ook de humoristische verlichting geen verlossing brengen in dit jaren-tachtig drama. Daarvoor is de oubolligheid te overheersend en zijn de paden te platgetreden. De persiflage blijkt uiteindelijk te bescheiden om haar als persiflage op te vatten. Voor de speelfilm geldt hetzelfde als voor Somberman zelf: hij heeft zoveel in zich, maar hij wil maar niet tot actie komen." 'Het Parool' d.d. 19 april 2000: "Somberman's actie schetst een aardig tijdsbeeld van de jaren tachtig, toen de eerste verontwaardiging over 'zinloos geweld' losbarstte en in cafés de term 'Marokkaanse ettertjes' viel. In de jongerencultuur heerste de doemgeneratie, voor wie het leven geen zin had, want de bom kon elk moment vallen. Somberman is een exemplarisch voorbeeld van die pathetische levenshouding. Roofthooft speelt hem met de juiste mengeling van oprechte verontwaardiging over onrecht en Weltschmerz. Ook door de anderen wordt trouwens uitstekend geacteerd: Valcke maakt voelbaar dat hij in Somberman de literaire carrière ziet, die hij zelf nooit maakte, Odes is de begrijpende vriendin die ook haar grenzen heeft en Lambrechts hoef je niet te vertellen hoe hij een louche personage moet spelen. Dat Somberman's actie toch te weinig indruk maakt, komt doordat hij als tragikomedie tekortschiet. De tragische en komische elementen versterken elkaar niet, maar halen elkaar onderuit, wat een kabbelende, emotioneel vlakke film oplevert. Het is alsof Campert voortdurend in de buurt is, maar de film niet wil binnenstappen." 'NRC Handelsblad' d.d. 19 april 2000: "Hoewel de film op een paar kleine wijzigingen na helemaal trouw is aan het laconiek-trieste wereldbeeld van Remco Campert, zijn verhaal en enscenering voornamelijk vehikels voor het prachtige ensemblespel van de acteurs. (...) Dirk Roofthooft als de sombere Herman in wie de actionistische dichter Somberman verscholen zit, Oda Spelbos als zijn onverzettelijke vriendin Ines en vooral Serge Henri Valcke als de fragiele oudere homoseksueel Man in 't Veld zetten piekfijne miniaturen neer. De politieke strekking van de film mag dan verouderd aandoen, op een ander niveau is Somberman's actie een intense studie naar de vraag waarom mensen hun onschuld verliezen en veranderen in apathische, geremde en angstige wezens. (...) Een mooie, kleine tragikomedie, die als het een toneelstuk was wekenlang uitverkocht kon zijn als kleine zaalproductie. Maar voor de Nederlandse film bestaat vooralsnog geen kleine zalencircuit, waardoor gevreesd moet worden dat deze film wegens gebrek aan duidelijke signatuur tussen het wal en het schip dreigt te vallen. Dan zal hij, net als zijn hoofdpersonen, in zijn tweede leven (op de televisie) waarschijnlijk beter tot zijn recht komen." Prijzen: Golden Dolphin Beste Acteur Dirk Roofthooft op Scrittura é Immagine International Filmfestival 1999 in Pescara (Italië). 596 bezoekers.
Première: donderdag 23 september 1999 (Nederlands Film Festival)/20 april 2000 in 2 kopieën
K-94 minuten

SPOTLIGHT: DROOM OF NACHTMERRIE
Dirk de Kam, Rieks Soepenberg

met: Hadassa Kosten (Merel Konings), Thijs Persijn, Oscar Postema, Anke Tanihatu, Tilly Mijeren, Koen Mijnheer, Anita van Oostrom, Siebe Anbeek, Lindy Huibregtse, Patrick Kerkhoven

In deze 75 minuten durende speelfilm van de Middelburgse filmmakers Dirk de Kam en Rieks Soepenberg worden de ontwikkelingen in het leven van de 17 jarige Merel Konings (gespeeld door Hadassa Kosten) gevolgd. Net geslaagd voor haar havo-diploma wil Merel bekend worden als actrice in de film- en toneelwereld. Ze doet audities voor toneelstukken en een Nederlandse speelfilm, en ontdekt dat beroemd zijn ook minder leuke kanten kent... Kiest ze net als haar moeder voor haar carrière of voor haar familie? Historie: Scenario: Hadassa Kosten. Camera: Rieks Soepenberg. Muziek: Jetlag, Puke, Dash, U.C., Self engrosed, Ko de Rooy, Dave van Doornik. Montage: Rieks Soepenberg. Een Zeeuwse productie die door de inspanning van een meer dan 80 koppige crew op locatie geschoten is in 't Beest, Het Arsenaal Theater, de Hooizolder en Magna Plaza in Amsterdam. Montage: Rieks Soepenberg. Muziek Jetlag, Puke, Dash, U.C., Self engrosed, Ko de Rooy, Dave van Doornik. Camera: Rieks Soepenberg. Productie: Dirk de Kam. Script: Hadassa Kosten. Mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland. Oscar Postema was eerder te zien in o.a. GTST, Anke Tanihatu verzorgde op Film by the sea de presentatie, Tilly Meijeren trad o.a. in Onderweg naar morgen op. Op zaterdag 16 september 2000 om 16.00 uur werd de Zeeuwse film vertoond via een videobeamer in Cine City 2 - Vlissingen, na al eerder in de provincie te zien te zijn geweest. Vooraf een compilatie van 5 minuten van 'The making of Spotlight'. Een videoband met de volledige documentaire (50 minuten) en de film zelf was voor 25 gulden te koop. SPOTLIGHT werd al eerder in het Schuttershof filmtheater in Middelburg vertoond op vrijdag 8 september 2000 (19.30 uur) en zaterdag 9 september 2000 (22.00 uur). René van Dam op FilmView.nl: "SPOTLIGHT stond niet in het programmaboekje of catalogus van Film by the sea 2000 vermeld. De enige Nederlandse film op Film by the sea was deze amateurfilm. SPOTLIGHT is met 150 mensen in twee weken in de zomer van 2000 opgenomen. Rieks Soepenberg was verantwoordelijk voor regie. SPOTLIGHT gaat over Merel, een meisje dat actrice wil worden. Ondertussen komt haar oma in het ziekenhuis terecht, heeft haar moeder weinig aandacht voor haar en hertrouwt haar vader en krijgt zij een relatie met een regisseur. Hoewel het overduidelijk een amateurproductie is (schaduw hengel in beeld, gebrekkige acteursregie, af en toe erg slecht geluid), is er met overduidelijk enthousiasme aan de film gewerkt. Af en toe is er acteerplezier (Thijs Persijn als Remco en Hadassa Koster als Merel zijn een leuk stel en met name Merels moeder komt echt goed naturel over) en er is niet op een locatie meer of meer gekeken (Amsterdam: Magna Plaza, The Bulldog, Vlissingen: Cine City, ziekenhuis, station. Ook is er oog voor visueel fraaie shots (de filtershots in de disco, het glas Spa bijvoorbeeld). Met wat meer zorg voor de tekst (wat minder vaak ' maarre eh') en een betere acteursregie, kan deze groep mensen nog veel moois gaan maken. Veelbelovend. "
Première:8 september 2000 (Schuttershof filmtheater-Middelburg)
K-75 minuten

TAMING THE FLOODS
Jan van den Berg

met: Jan Decleir (Jan Dijkstra), Frank Rigter (David), Andrzej Zarnecki (Henryk), Karolina Wajda (Ewa), Joanna Furmaga (Joanna), Lech Dyblik (farmer 1), Jan Jurewicz (farmer 2)

In TAMING THE FLOODS komt de droom van landsschapsarchitect Jan Dijkstra uit: hij mag in Polen een gebied inrichten dat regelmatig door de rivier wordt overstroomd. Dijkstra wil een groot natuurgebied creëeren waarin de mens geen invloed meer heeft: een gebied waar de rivier zijn gang kan gaan en wolven kunnen worden uitgezet. De fanatieke landsschapsarchitect heeft echter te weinig oog voor de belangen van de plaatselijke bevolking. Zijn jongere collega David wordt uiteindelijk naar Polen gestuurd om orde op zaken te stellen. Historie: Scenario: Jan van den Berg, Joop Visser, Henk van der Haar. Camera: Stef Tijdink. Geluid: Marcin Ejsmund. Montage: Pim Verdonk. Art Direction: Malgorzata Karwicka. TAMING THE FLOODS is een mengvorm van documentaire en speelfilm waarin alle scènes zijn ontleend aan situaties die in werkelijkheid plaats vinden of hebben plaatsgevonden. De rollen worden, naast acteurs, vertolkt door de plaatselijke bevolking, waaronder boeren en een priester. Het idee voor de film is in Polen ontstaan. Nederlandse planologen en landschaps-architecten waren betrokken bij proefprojecten om het Poolse platteland te moderniseren. Het Poolse landschap lijkt erg veel op dat van Nederland net na de Tweede Wereldoorlog. In Polen hebben de rivieren meestal meer ruimte dan in Nederland, maar toch komen ook in Polen overstromingen voor. Ook hier is men gevangen in het dilemma of men de natuur de kans zal geven om haar eigen weg te volgen of haar aan banden te leggen voor de veiligheid van mens en dier en in het belang van de voedselvoorziening. De landschapsarchitecten houden de planologen hun verschillen en hun vaak controversiële inzichten voor. Zij willen de grenzen verleggen in het belang van de natuur, of anders mensen samenbrengen om zo een synergie te bewerkstelligen die de belangen bevordert. Jan van den Berg studeerde Culturele Antropologie in Utrecht en Leiden. Volgens het Filmfonds is TAMING THE FLOODS geen speelfilm, maar een documentaire. Bij het Nederlands Film Festival is de film daarentegen ingedeeld bij de speelfilms. Engels, Pools en Nederlands gesproken. Gedurende vier seizoen is gefilmd in Polen. aanvankelijk was er geld om in 2 seizoenen te filmen, maar door subsidie van het Prins Bernard Fonds en het Wereld Natuur Fonds kon de film afgemaakt worden. Executive Producer: Loran Kuijpers. Producer Poland: Joanna Furmaga. Idee: Rien van den Berg. Regie en scenario: Jan van den Berg. Script: Joop Visser. Commentaar script: Henk van der Haar. 'de Volkskrant' d.d. 22 maart 2000: "In TAMING THE FLOODS komt een robuste Nederlandse lanschapsarchitect in aanvaring met een Poolse boeren- gemeenschap vanwege zijn plan landerijen op termijn aan de natuur terug te geven. De wijze waarop regisseur Jan van den Berg dit conflict filmisch manipuleert is geraffineerd. Allereerst cast hij het Vlaamse boegbeeld Jan Decleir (...) Zoals altijd weet Jan Decleir zich moeiteloos te voegen naar een dorpse omgeving van volk en opstand. Ook de schilderachtige opnamen van het Poolse landschap palmen de kijker in. Terwijl Decleirs stem als ‘machtige’ voice-over zijn toekomst ideaal beschrijft, schuifelt de camera langs uitzichten die doen denken aan kunstwerken van de zeventiende-eeuwse schilder Jacob van Ruysdael."
Première: donderdag 21 september 2000 om 20:00 uur in Rembrandt 3 (Nederlands Film Festival)
K-70 minuten

TOTAL LOSS
ook: TOTALLOSS
Dana Nechushtan

met: Yorick van Wageningen (Reinier), Roef Ragas (Duco), Franky Ribbens (Jeroen), Mike Libanon (Armin), Ricky Koole (Muis), Luc Boyer (vader van Jeroen), Gerrie van der Klei ('die Jungfrau'), Danny de Kok (fietser), Boris van der Ham, Tijn Docter (co-assistenten), Hans Bakker, Sidi Bensalah

Nederlands-Duitse co-productie. Drie jonge mannen komen bij een auto-ongeluk om het leven en in een flits voor hun dood kijken zij terug op de oorzaken van hun dood. De drie hebben totaal verschillende achtergronden. Duco, de zoon van een rijke industrieel, worstelt met zijn homoseksualiteit. Hij is verliefd op Reinier, die zich dat laat aanleunen, omdat hij moet onderduiken na een geheimzinnig verleden waarin schulden, coke en misschien zelfs moord een hoofdrol spelen. Hun gespannen status quo wordt verstoord als ze Jeroen opvangen na een mislukte zelfmoordpoging. Het is vijf voor twaalf, oudejaarsavond. Reinier, Duco en Jeroen hebben een laatste mogelijkheid om met zichzelf in het reine te komen. Historie: Productie maatschappij: Lemming Film, VPRO, Ma.Ja.De Film. Camera: Bert Pot. Geluid: Joost Roskam. Muziek: Soundpalette. Montage: Peter Alderliesten. Art Direction: Floris Vos, Vincent de Pater. Scenario: Marco van Geffen, met medewerking van Martin Daniel, gebaseerd op het toneelstuk 'Total loss' van Karst Woudstra. Begin 1996 kwam regisseuse Dana Nechushtan met het idee bij scenarioschrijver Marco van Geffen om het toneelstuk 'Total loss' van Karst Woudstra te verfilmen. Ze was op dit stuk geattendeerd door Yorick van Wageningen, die de rol van Reinier in het toneelstuk had gespeeld. Producente Leontine Petit liet het toneelstuk begeleiden door Martin Daniel, een script doctor van Amerikaanse origine, op het Maurits Binger Instituut. Al snel stapten Warner Bros. en de VPRO in het project. Alleen het Filmfonds was in eerste instantie wat moeilijker te overtuigen. Begin 1998 werd TOTAL LOSS genomineeerd voor de Rotterdamse Speelfilmprijs, uitgereikt door het Rotterdams Fonds voor de Film. Dit leidde ertoe dat het bestuur van het Filmfonds toch overstag ging. TOTAL LOSS ontving tweederde van het aangevraagde bedrag. Na een nog vrij plotselinge toekenning van de Filmstiftung Nordrhein Westfalen kon begonnen worden; weliswaar met een tekort van fl. 200.000,- op het budget. Van februari tot april 1999 werd er gedraaid in Rotterdam (Lloydgebouw), Keulen (Dom) en in de Schram Studio's in Amsterdam waar, met een door cameraman Bert Pot geconstrueerde achtergrondprojectie-opstelling, de autoscènes gedraaid werden. Het ongeluk, dat aan het begin en einde van de film zit, is gedraaid met negen camera's. De opnames daarvoor vonden plaats gedurende vier nachten -in ieder geval op 12 april 1999- waarin één buis van de Drechttunnel afgezet werd. Vier auto's: twee met motor, twee zonder stonden klaar, allemaal in dezelfde kleur gespoten, om de tunnel in te gaan. De kosten voor het ensceneren van het ongeluk bedroegen een groot deel van het budget van 2 miljoen gulden. 11 september 1999 waren de beeldopnamen voltooid. TOTAL LOSS is het eerste Binger-project dat het tot bioscoopfilm heeft gebracht, ondanks het feit dat Nechustan na één semester het Binger Instituut verliet. Scenarist Marco van Geffen bleef wel tot het einde. In 'Het Parool' d.d. 9 februari 2000: "Men heeft daar de Amerikaanse methode heilig verklaard: de handelingen van de personages moeten van a tot z verklaard kunnen worden, er moet één hoofdpersoon zijn en de gebeurtenissen moeten logisch op elkaar volgen. Er is niets mis met deze scenario-opvatting, maar omdat ik iets anders nastreef, had ik het af en toe moeilijk. Binger is nuttig voor scenaristen, maar regisseurs hebben er weinig te zoeken." Nederlands en Duits gesproken. Licht: Paul Willens. Opvallende placering van het botermerk Bona, maar of het reclame is om als coke-opslagplaats te dienen? Presentator/acteur Eric Corton droeg op de laatste dag van 'Big Brother' een T-shirt met daarop de tekst 'Totalloss'. Hij sprak voor Veronica-televisie op 30 december 1999 ook de woorden 'We zijn hier helemaal total loss'. Dat was het begin van de reclamecampagne voor de film. Op de ochtend van 4 januari 2000 droegen verschillende bronzen beelden in Amsterdam hetzelfde T-shirt, van het Lieverdje op het Spui tot Carmiggelt aan de Weteringschans. Tegelijkertijd verschenen er teasers in bioscopen verspreid over het land, waarin een verdwaasd heerschap met hetzelfde kledingstuk over zijn hoofd bijna overreden wordt door een vrachtwagen. Persreacties: 'Het Parool' d.d. 9 februari 2000: "Scenarist Marco van Geffen en regisseur Dana Nechustan hebben het zichzelf met de keuze voor Total loss niet gemakkelijk gemaakt, want het stuk biedt geen filmpersonages die de kijker gemakkelijk inpalmen. Je kunt hun keuze overmoedig noemen, maar ik vind het eerder moedig dat zij het niet zoeken in klein, ironisch polderdrama, zoals zoveel jonge Nederlandse filmmakers doen, maar hun tanden hebben gezet in een volwassen drama. Marco van Geffen en Dana Nechustan komen een heel eind, maar niet ver genoeg. Dat is vooral te wijten aan het scenario, dat een overgeconstrueerde indruk maakt, zodat de kijker geregeld het gevoel heeft in een psychoanalytische puzzel te zijn beland. Total loss is geen soepele maar wel een intrigerende film, die aanzet tot nadenken. Dat laatste kan over weinig Nederlandse films worden beweerd." 'NRC Handelsblad' d.d. 9 februari 2000: "Verborgen homoseksualiteit, contacten met de onderwereld, euthanasie, het blijven in de film steekwoorden, het worden geen gevoelens of gebeurtenissen. De mooie structuur van het script wordt niet ondersteund door sprekende details in de art direction of het spel van de acteurs. Het houterige, vlakke spel van Roef Ragas, Yorick van Wageningen en Franky Ribbens maakt ouderwets ongemakkelijk, vooral als ze de tuttige, vaak al te benoemende dialogen moeten uitspreken. Als de drie mannen in de auto op weg naar hun einde praten over cocaïne en in elke zin het woord coke met nadruk herhaald wordt, lijken het net kleine jongetjes die plezier hebben in poep! zeggen. Toch zou het jammer zijn als Total Loss meer om de reclamecampagne dan om de film zelf herinnerd zal worden. Ook het talent van de regisseur verdient het niet te worden vergeten. Want Nechushtan is er wel toe in staat om van een gewoon beeld als een jongen in een trui met drie knoopjes iets bijzonders te maken." 'Sp!ts' d.d. 10 februari 2000: "TOTAL LOSS is qua structuur en onderwerp een moeilijke film. Des te knapper dus dat Nechushtan er in geslaagd is van TOTAL LOSS een boeiende en uiteindelijk voor een breed publiek toegankelijke film te maken. (...) Een knappe prestatie van een talentvolle regisseuse, die geholpen wordt door een uitstekende cast en een goed script." 'Gay news' d.d. maart 2000: "(...) Karst Woudstra, de schrijver die regelmatig een overduidelijke dosis homoseksualiteit in zijn stukken schrijft. 'Losjes' gebaseerd wel, zoals de persmap weet te vermelden, want homoseksualiteit is bepaald niet prominent aanwezig in de film. De vraag rijst dan ook of dit thema in het filmscenario niet wat op de achtergrond is gedrukt om de film geschikter te maken voor een breed publiek. (...) Het meest jammer blijft echter dat er met constant aanwezige homo-erotische onderlaag nauwelijks iets wordt gedaan." TOTAL LOSS wist met 14 kopieën in 2 weken tijd niet meer dan 1500 bezoekers te trekken. De film bleek ondanks een opmerkelijke publiciteitscampagne noch het reguliere bioscooppubliek, noch dat van filmtheaters aan te spreken. De flop was de zoveelste teluerstelling voor Warner Bros. Eerder lukte het niet met NO TRAINS, NO PLANES, THE DELIVERY, JEZUS IS EEN PALESTIJN en SIBERIA. Enige succes: ABELTJE. Dana Nechushtan in de VPRO gids 44-2000: "Na al die slechte recensies was ik drie maanden uitgeschakeld, maar mijn zelfvertrouwen is er niet door geknakt. Zo zit ik niet in elkaar. Ik heb nooit gedacht: 'nu kan ik het niet meer', maar wel beseft dat ik aan veel mensen niet heb kunnen overbrengen wat ik wilde vertellen. En dat ik dat moet verbeteren, zonder daarbij het plezier in films maken te verliezen. Ik wil blijven doen wat ik leuk vind en waar ik in geloof. De zware kritiek heeft me wel veel pijn en verdriet gedaan, maar me niet onzeker gemaakt." 'Variety' d.d. 25 september 2000: "Offshore arthouse exposure is possible, though Dutch response to local release last month was hostile; in any case, Nechushtan is definitely a talent to watch. (...) If script leaves too many secrets dangling at close to fully satisfy, there's still considerable excitement, atmosphere and macabre humor in the preceding reels. Nechushtan deploys myriad flashy techniques -- slo-mo and time-lapse images, distorted colors, skewed angles -- to heighten viewer's disorientation within the crazy-quilt narrative. Rather than adding up to the usual MTV-style hyperbole, they're cannily melded here into a visual/sonic bad trip, amplifying protags' paranoid, self-destructive mindsets. Terrific design contribs are highlighted by Bert Pot's feverishly imaginative lensing and an orchestral score that's at times restrained, at others wildly, sarcastically melodramatic. Tech package is first-rate." Catalogus AFI Fest d.d. oktober 2000: "Powerful acting, uncompromising writing and intuitive directing make for a psychological drama that explores life as an extreme, where total loss is the path to enlightenment." Opmerkelijk: Speelfilmdebuut van Dana Nechushtan (1970) die in 1994 afstudeerde aan de Filmacademie met de korte film DJINN, die bekroond werd met de MGM Tuschinski Award en genomineerd werd voor een Academy Award voor de beste studentenfilm. Franky Ribbens over zijn rol in 'Sp!ts' d.d. 3 februari 2000: 'In zekere zin herken ik veel van mezelf in Jeroen. Net als hij kom ik uit een gemengd gezin. Ik ben noch Indonesisch, noch Nederlands. Of juist beide. Ik heb daardoor een periode in mijn leven gekend waarin ik me bij geen van beide culturen echt thuis voelde, met als gevolg dat ik behoorlijk neerslachtig werd. Ik heb inmiddels geleerd, dat je om uit een depressie te komen eerst de bodem moet raken. Pas dan kun je jezelf weer herstellen en opbouwen. (...) Elke mijlpaal in het leven van Jeroen was ook een mijlpaal voor mij. Door de gebeurtenissen in zijn leven werd ik gedwongen pijnlijke herinneringen bij mijzelf op te roepen. Daardoor heb ik mezelf en mijn gevoelens beter leren kennen. Overigens stop ik ook erg veel van mijzelf in mijn werk. Acteren is leven onder een loep. Dan voel je echt dat je leeft. (...) Met het afsluiten van de film waarin Jeroen werd begraven, heb ik ook een stukje onvolwassenheid en neerslachtigheid van mezelf begraven. Ik heb nu een positievere instelling.' 1.674 bezoekers.
Première: 10 februari 2000 in 14 bioscoopzalen.
K-90 minuten

TOTAL LOVE
Gur Bentovic (ook: Gur Bentwich)

met: Maor Cohen (Haim), Gur Bentwich (Shushan), Zohar Dinar (Zohar), Tinkerbell (Renanna), Ineke de Vos (Ineke), Herman Brood (drugsbaron MJ), Vlatka Simac (zijn zakelijk partner Sasja), Koos van Dijk (hitman Coach)

Israëlisch-Nederlandse co-produktie. Scenario: Gur Bentwich, Etgar Keret. Total Love is het verhaal van drie vrienden die na jaren separatie een wederzijdse vriendin proberen te bevrijden uit een Indiase gevangenis. Al doende komen ze er achter dat het meisje voor elk van hun de liefde van zijn leven is. Het verhaal begint wanneer de vrienden Haim, Shushan en Zohar 's nachts inbreken in een scheikunde laboratorium. Ze zijn in gezelschap van Renanna; een meisje dat ze net ontmoet hebben. Hun doel is het maken van de ultieme lovedrug: 'Total Love'. Per ongeluk lijken ze te slagen ze in hun experiment, maar juist op dat moment worden ze gestoord door de nachtwaker. Iedereen ontsnapt maar wanneer ze elkaar later die nacht terugvinden beseffen ze wat ze kwijt zijn: de formule, de ene Erlemeyer met Total Love? en Renanna. Zohar en Shushan hebben er genoeg van en gaan teleurgesteld met het eerstvolgende vliegtuig naar Amsterdam. Haim gaat naar huis waar voor zijn deur Renanna zit te wachten: met de TLV! Ze splitsen eerst de voorraad TLV onder elkaar, nemen dan elk een drupje en worden op slag tot over hun oren verliefd. Maar is dat alleen de TLV? Wat Haim wel weet is dat ze de formule niet meer kunnen reconstrueren en dat de voorraad snel slinkt. Een jaar later. Haim is niet meer met Renanna, maar is haar nog lang niet vergeten. In de krant leest hij over eenIsraelisch meisje dat in Goa gearresteerd is voor het verkopen van een nieuwe lovedrug. Dat kan alleen maar Renanna zijn! Haim besluit naar Amsterdam te gaan om daar zijn deel van de TLV te verkopen zodat hij geld heeft om Renanna in India uit de gevangenis te krijgen. De TLV verstopt hij in de fluorescerende compartimenten van zijn Air Nike's. In Amsterdam blijkt dat Zohar daar allang niet meer woont, terwijl Shushan zichzelf en zijn vriendin Ineke in leven houdt door zo af en toe wat XTC te verkopen. Het komt tussen de vrienden tot een confrontatie wanneer Haim leert dat ook Renanna in Amsterdam was, en het daar na het nemen van TLV met Shushan heeft aangelegd! Desondanks wil Shushan Haim wel helpen met het verkopen van de Total Love, en hij introduceert hem bij de beruchte drugsbaron MJ en zijn zakelijk partner Sasja. De twee dealers nemen elk een drupje en voor het eerst slaan er vonken over tussen MJ en Sasja! Tot Shushan's ontzetting verkoopt Haim vervolgens niet zijn voorraad TLV maar een dosis zeepsop aan MJ, die dit merkt en zijn hitman Coach (KOOS VAN DIJK) op ze af stuurt. Haim en Shushan rest niets anders dan samen naar India te vluchten. Hun trip naar Goa lijkt gedoemd te mislukken. Weliswaar vinden ze her en der mensen die met Renanna omgingen, maar niemand wil ze helpen en om Renanna vrij te krijgen hebben ze iemand nodig die weet hoe je het gevangenispersoneel omkoopt. Alleen Zohar zou uitkomst kunnen bieden; hij ging ze vorig jaar voor naar India, is inmiddels ingevoerd in de Indiase cultuur en woont nu als Baba in een klooster in de Himalayas. Haim besluit hem op te zoeken en een beroep op hun oude vriendschap te doen. Op weg naar het klooster moet hij zijn Air Nikes (met de TLV) uitdoen, die prompt gestolen worden. Wel krijgt hij Baba Zohar zo ver dat deze op een van de Yogi geleende motorfiets mee terug komt naar Goa. Naast de vriendschap speelt voor Zohar een rol dat ook hij vorig jaar een relatie met Renanna had, en er nog steeds niet overheen is. Terwijl de drie vrienden zich gereed maken om op Oudejaarsnacht 2000 Renanna te bevrijden duiken daar opeens MJ en Coach op in India. MJ lijkt op het eerste gezicht niet wraakzuchtig. Hij geeft Haim en Shushan een dag de tijd om met de formule op de proppen te komen, dan kunnen ze zakenpartners worden en samen in massaproductie gaan. In plaats van de formule is MJ zelfs bereid om genoegen te nemen met de rest van de TLV, zodat hij deze in Amsterdam kan analyseren. De showdown vindt plaats op een groot strandfeest waar de discjockey de gestolen Air Nikes blijkt te dragen. Haim en Shushan weten de schoenen van de diskjockey te ontfutselen, maar worden op hun beurt er weer van beroofd door Coach. MJ keert terug naar Amsterdam met de volgende wijze raad: 'Als hij zou mogen kiezen tussen drugs en echte liefde, dan wist hij het wel?' Nu rest Haim, Shushan en Zohar alleen nog maar om Renanna te bevrijden uit de gevangenis. Maar wie van de drie zal ze daarna kiezen? Song: 'I will survive'. Producenten: Eyal Shiray van Cinema Factory (Israël) en Emjay Rechsteiner van Staccato Films (Nederland). Camera: Sharon Meir. Geluid: Itai Alohev. Art Direction: Nir Ze'iri. Montage: Sasha Frankline. Opnamelokaties: Amsterdam, Schiphol, Tel Aviv, India (Himalaya, Delhi, Goa). Hebreeuws en Engels gesproken (en een beetje Nederlands). Tweede film van de Israëlische regisseur Gur Bentovic. Tijdens de opnamen van de laatste nachtelijke scène in de stad Goa was Herman Brood plotseling verdwenen. Er werd een speurtocht ingezet, maar Brood bleef ontvindbaar. Pas de volgende morgen werd hij in comateuze toestand op zijn hotelkamer aangetroffen. De door Broods verdwijning misgelopen nachtelijke scène kon niet meer worden overgedaan, omdat het vliegtuig naar Nederland op het punt van vertrekken stond. Later werd de scène in Amsterdam gedraaid. Een paar palmen deden Amsterdam op India lijken. Er volgde een ander continuïteitsprobleem. Rechtsteiner: “Brood kreeg in Amsterdam ruzie met zijn vriendin die hem twee tanden uit zijn mond sloeg. Als je goed kijkt zie je dus dat hij in de Amsterdamse scène twee tanden mist.” Brood is overigens maar een paar minuten te zien. Première: 21 september 2000 tijdens het 20e Filmfestival te Utrecht. Op video en DVD vanaf november 2001.
K-85 minuten (35 mm)

UNTER DEN PALMEN
Miriam Kruishoop

met: Helmut Berger (David), Sheri Hagen (Tanja), Thom Hoffman (politieman Thomas), Udo Kier (Ludwig), Willem Nijholt (Willem), Ian Kerkhof (brother 1), Erik de Bruyn (brother 2), Barbara Parkes (woman in distress), Vera Stiphout (woman along the road), Lorenzo Ripoli (man with lighter/bartender), Marie-José Jongerius (bartender 1), Lisette Verdoes (bartender 2), Alexandra Kallos, Tim Gutt, Andrea Jansen, Rayke Verhoeven, Ben Zuydwijk, Kees de Groot, Matthijs Kloos, Claudia, Dimitri, Flyn (extras), Pollewop (cat), Udo de Groot (figurant Gay Palace)

Een jonge Duitse zwarte vrouw (Tanja) en een oudere Duitse blanke man (Helmut) verblijven tijdelijk in Rotterdam. Ze voorzien in hun levensonderhoud door mensen te beroven. Ze zijn een goed geolied team en verdienen veel geld. Op een dag bekijken ze de totale buit in hun hotelkamer. Tussen al het geld en de papieren vinden ze een rijbewijs met een foto van een jonge knappe man. Met name Helmut lijkt gefascineerd door Gunther; daardoor raakt Tanja steeds meer in een isolement. Gunther, de man op de foto, dwingt Helmut om een einde te maken aan zijn relatie met Tanja. Als Helmut niet kan kiezen, blijkt Gunther een perverse, sadistische man te zijn. Hij verkracht Tanja op brute wijze en stelt Helmut voor de keuze: Tanja redden van de dood of kiezen voor de liefde van Gunther. Historie: Nederlands-Duitse co-produktie. Productie maatschappij: Argus Film Produktie, X-Filme Creative Pool GmbH. Scenario: Miriam Kruishoop. Camera: Rogier Stoffers. Geluid: Kees de Groot. Muziek: Rupert Parkes (=DJ Photek). Montage: Miriam Kruishoop. Art Direction: Ben Zuydwijk. Kostuums: Tessa Koops. Geheel in Rotterdam opgenomen film; o.a. in Gay Palace. Voornamelijk Duits gesproken, daarnaast ook Engels en incidenteel Nederlands ('Daar heb ik nu geen tijd voor'). Kruishoop hierover in de programmakrant van het Nederlands Film Festival: 'Ik ben en voel me Nederlandse, maar ik heb nog nooit iets Nederlandstaligs gemaakt. UNTER DEN PALMEN is eerder een Europese film, ik ben een exponent van de kunstwereld, ik heb op de Rietveld Academie geleerd universeel te communiceren'. Tweede lange speelfilm van Miriam Kruishoop (1971). In 1996 won zij als derdejaars-student aan de Rietveld Academie met haar korte film DA SILVA tijdens het Nederlands Film Festival de Citroën Award. Het beginpunt van deze film was de persoonlijke fascinatie van Miriam Kruishoop voor de Oostenrijkse acteur Helmut Berger. Miriam Kruishoop schreef het scenario rondom Helmut Berger, de Oostenrijkse acteur die vooral bekend is van zijn vertolking van de titelrol in Visconti's LUDWIG. Miriam Kruishoop wilde hem hebben na het zien van de televisieserie 'Dynasty'. In UNTER DEN PALMEN speelt Berger de rol van David. De Duitse acteur Udo Kier speelt Ludwig. Tanja wordt vertolkt door de Duitse actrice Sheri Hagen. Thom Hoffman is de mooie jongeman Thomas. Helmut Berger heeft zich laatdunkend uitgelaten over zijn medespeelster Sheri Hagen: 'een televisie-actrice, dan weet je het wel. Niet in staat om te denken. Altijd drie stappen te laat'. Ook de relatie Helmut Berger/Udo Kier zorgde voor problemen op de set. UNTER DEN PALMEN was de openingsfilm van het 19e Nederlands Film Festival op 22 september 1999. Persreacties: 'Het Parool' d.d. 5 januari 2000: 'De aanwezigheid van Helmut Berger en Udo Kier (als zijn broer) moet een vleugje Visconti en Warhol binnenhalen, maar we zitten hier voornamelijk naar twee gemummificeerde artefacten van de Europese cinema te kijken, links en rechts ingehaald door Willem Nijholt die in een bijrolletje duidelijk de superieure acteur is. Achter de poses, de muziek, de beelden, het internationale cachet (het betreft hier een ondertitelde Nederlandse film) is UNTER DEN PALMEN vooral een volstrekt lege film die melancholisch naar de frisse buitenlucht maakt.' 'Algemeen Dagblad' d.d. 6 januari 2000: 'Genoeg drama voorhanden, zo lijkt het. Maar Kruishoop slaagt er geen moment in om enige beleving bij de kijker op te roepen. Vooral omdat het allemaal abstracte personages zijn die zij voorstelt. Zo is de reactie van Berger op de dood van zijn halfbroer, die hij als een van de belangrijkste mensen uit zijn leven beschouwt, zo wezenloos dat er geen enkel effect mee wordt opgeroepen. De kille, saaie en willekeurige atmosfeer van UNTER DEN PALMEN wordt versterkt door de fotografie van de moderne skyline van Rotterdam, fraai in beeld gebracht door cameraman Rogier Stoffers. De stad speelt verder geen rol in de film, wat dat betreft had deze in voornamelijk in het Engels [sic!} gesproken film ook in de moderne delen van Berlijn, Brussels [sic!} of Boekarest opgenomen kunnen worden." 'Vrij Nederland' d.d. 8 januari 2000: 'Het goed beheersen van de Nederlandse taal is al lastig genoeg, laat staan de beheersing van een buitenlandse. Alhoewel de drie hoofdrolspelers, Helmut Berger, Udo Kiers en Sheri Hagen, alle drie van origine weliswaar Duitstalig zijn, komen ze hoorbaar moeilijk uit de voeten met de verwrongen en pseudo-poëtische zinnen. De Nederlandse acteurs, onder wie Thom Hoffman, Erik de Bruyn en Ian Kerkhof, spreken daarentegen Engels in de film, wat de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring alleen maar groter maakt. Gelukkig heeft Willem Nijholt wel een mooie Nederlandstalige monoloog, al komt die verhaaltechnisch volkomen uit de lucht vallen. Met behulp van cameravirtuoos Rogier Stoffers heeft Kruishoop een visueel zeer aantrekkelijke film gemaakt. Niet eerder zag Rotterdam er zo overtuigend uit als een metropool met allure. (...) Binnen dit geheel valt het door Kruishoop zelf geschreven scenario helaas volledig door de mand. Evenals de stuntelige acteursregie.' 'de Filmkrant' d.d. januari 2000: 'Soms lijkt UNTER DEN PALMEN op een oude aflevering van 'Derrick', en dat is als een compliment bedoeld. (...) Samen met het camerawerk en het bewust kunstmatige acteerwerk zorgt het [=de indrukwekkende muziekscore, die varieert van 'drum and base' tot treurige pianomuziek met soms iets te veel effectbejag] vooreen vervreemdende sfeer, die lang niet bij iedereen in de smaak zal vallen, maar wel oorspronkelijk en bij vlagen werkelijk meeslepend is.' Opmerkelijk: Rupert Parkes (DJ Photek), verantwoordelijk voor de muziekscore, is de echtgenoot van Miriam Kruishoop. 1.130 bezoekers.
Première: 6 januari 2000 in 3 kopieën
K-82 minuten

WILDE MOSSELS
Erik de Bruyn

met: Fedja van Hûet (Leen), Frank Lammers (Daan), Freek Brom (Jacob), Will van Kralingen (Noortje), Josse de Pauw (Wannes), Angelique de Bruyne (Janine), Melek Karasu (Atash), Martin Dunne (Nowhere man), Hans Veerman (Rinus), Freark Smink (Bert), Marina de Graaf (Diana), Malou Elshout (Esmeralda), Manuel Dijselinck (knecht), Eric Holm (Volkert), Box (Box), Roos Blok (Bobby), Maarten Lammers (broer Daan), Blaine, Ruyter, Corey, Jeremy (Nashville Pussy), Nuff Said, Nimbus, Willy Berrevoets, Marijn Slager, Michiel Slager, Marien Dorleijn, Max Joosse (Paelingvet), Evelyn Prooper, Lisette Verdoes, Tanja Heintjes, Jocelyn Witteboon, Hester Roodbergen, Nathalie van het Ende (Ravin' Reds Irish Pub), Dirk Nijland (band Irish pub singer), Nestor Sanz (double-neck Bassman), Kirsten Hoogkamer (guitargirl), Bob van Aartrijk (schipper Sirius), Paul de Bruyn, Erik Nijhoff, Ruud Borkent (matrozen Sirius), Remco Stroet, Karina Slagt, Michel Mois-Thuk Shung (duikers), Jan de Munter, Wim Bolijn, Jan Fonteine, Bram van Vliet, Jan de Koning (oude mannen), Los Desperados, Die Twee-Bergen op Zoom (motorrijders), Ferry Ilahi (barman), René Hogsenaar (man Diana), Miranda Slabber, Pascalle van der Putten, Mariska Kooijman, Ingrid Warren, Karin Drenth (skatesters/majorettes), Jobine Stouten, Irma den Hengst (dorpsmeisjes)

De getormenteerde maar charismatische thrillseeker Leen slentert met z'n onafscheidelijke vrienden Daan en Jacob door het uitgestorven hoofdstraatje van hun woonplaats, een vissersdorp op een Zeeuws eiland. Een gemeenschap waar al sinds jaar en dag niets is veranderd. Leen wil het wél anders doen. Hij wil zich ontworstelen aan zijn beklemmende bestaan, gelijk de leeuw op de vlag van Zeeland met het onderschrift 'Luctor et Emergo', maar Leens karakter zit hem niet mee. De jongens maken toekomstplannen en doden de tijd met racen over het eiland, muziek maken en wilde feesten in de plaatselijke motorclub. Leen is de leider. Hij sleept zijn vrienden Daan en Jacob mee in stoer gedrag en toekomstdromen die een stuk verder reiken dan de grenzen van het desolate eiland. De jongens voelen zich gevangen en willen losbreken. Toch is er wel plaats voor ontluikende romantiek. Leen weet, op een heel eigen manier, niet goed raad met de roodharige Janine. En de jongere Jacob valt op de Iranese schone Atash. Om los te breken uit zijn milieu en de ban van zijn moeder klampt Leen zich vast aan een fake-doel, ingegeven door een merkwaardige Ier. Is Leen in staat zijn onbevredigende leven te ontvluchten en zijn dromen te verwezenlijken? Historie: Productie maatschappij: Argus Film Produktie. Scenario: Erik de Bruyn. Camera: Joost van Gelder. Geluid: Eddy de Cloe. Muziek: David van der Heyden. Montage: J.P. Luijsterburg. Art Direction: Ben Zuydwijk. Kostuums: Alette Kraan. Special effects: Harry Wiessenhaan. Producenten: Erik Schut, Peter van Vogelpoel (Argus Filmproduktie). Co-producent: NPS televisie. Nederlands Fonds voor de Film, Filmfonds Rotterdam, COBO fonds, Stimuleringsfonds, Thuiskopiefonds, Provincie Zeeland, Wilde Mossels CV. WILDE MOSSELS werd in eerste instantie door de heren van Jura (Heijs & Monster) ontwikkeld, maar is in produktie gegaan bij Argus Film Produkties met als uitvoerend producent Karin S. de Boer. Scenariobijdragen: Ernie Tee, Otakar Votocek, Paul Ruven. Casting: Job Gossschalk/Kemna Casting. Licht: Bert Hogenes. Zang op 'South American Gettaway' van o.a. Fay Lovsky. De Zeeuwse band Nuff Said treedt op als Paelingvet en de Amerikaanse band Nashville Pussy als zichzelf. Song o.a. 'Mr. blue sky' van E.L.O. Distributie: Upstream pictures. In de 'met dank aan'-lijst staan vele namen uit de Nederlandse filmwereld vermeld; Maria Goos, Paul Ruven, Pim de la Parra, George Sluizer, Ian Kerkhof, Monique van de Ven en Willeke van Ammelrooy. 'Het Parool' d.d. vrijdag 25 augustus 2000: "De Bruyn: 'Ik dacht toen ze bij het castingbureau met Fedja aankwamen ook: hebben ze me wel goed begrepen? Hij leek me veel te netjes. In WILDE MOSSELS is hij een soort bruut geworden. Dat kan hij dus ook.' Bij Monique van de Ven, die was benaderd voor de rol van moeder, miste De Bruyn de noodzakelijke chemie in het samenspel met Van Huêt." In 'Skrien' nummer 231 staan de dagboeknotities van Erik de Bruyn rondom deze produktie (pagina 28-33). Tijdens de opnameperiode van WILDE MOSSELS werd zondag 28 maart 1999 een gedwongen rustdag. De streng-gereformeerde bewoners van Bruinisse wensten op zondag namelijk niet gestoord te worden door filmopnamen. De cast en crew belandden medio mei ook buiten Zeeland toen in Stavenisse de bevolking zich massaal verzette tegen het filmen op de plaatselijke begraafplaats. Het gemeentebestuur moest na de protesten de al verleende vergunningen intrekken. Er werd uitgeweken naar Noord-Brabant. Regisseur Erik de Bruyn (Terneuzen, 27 oktober 1962) bracht zijn jeugd door in Zeeland. Hij studeerde Sociologie aan de Universiteit van Utrecht en vervolgens Communicatiewetenschappen met als hoofdvak Filmkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1988 studeerde hij cum laude af. Opgenomen in o.a. het haventje van Zijpe, vlakbij Bruinisse, Middelharnis en het recreatiepark Aquadelta. Ook in de Wenck Studio op het Westergasfabrieksterrein in Amsterdam hebben opnamen plaatsgevonden. Zeeuws gesproken, Nederlands ondertiteld. De ruwe montage werd als work-in-progress vertoond op grootbeeldvideo op 'Film by the sea'. Suggesties van toeschouwers aangaande de 'final cut' waren van harte welkom. Première: 18 september 1999 (Film by the sea). Openingsfilm op woensdagavond 20 september 2000 op het Nederlands Film Festival. Vanaf 21 september 2000 te zien in de provincie Zeeland en een week later landelijk. Reacties/ontvangst: 'NRC Handelsblad' d.d. 20 september 2000: "Het is geen gemakkelijke film, maar een film die zowel een jong en wild publiek voor zich probeert te winnen als compromisloos zijn eigen weg gaat, wars van de gangbare opvattingen over hoe een Nederlandse filmmaker zich hoort te gedragen. Vooral dramatische wetten lapt De Bruyn aan zijn laars. Het resultaat is een bijna associatieve structuur, waarin wel tien verhalen door elkaar lopen, en geen van de personages volledig tot zijn recht lijkt te komen. (…) De onorthodoxe structuur van Wilde mossels, meer Rebel without a Cause dan Spetters, wordt vooral gedragen door een spannende vormgeving. Het sublieme, gewaagde camerawerk van Joost van Gelder, toverend met filters en de ononderbroken lengte van scènes, staat ten dienste van een sterke mise-en-scène, die actiemomenten en verstilde sfeerschetsen terecht weigert te vermalen tot een snelle montage. De film duurt twee uur, en dat voelt zowel te lang als te kort: je zou sommige verhalen meer uitgediept willen zien worden, maar tegelijkertijd onderstreept de gelijkwaardigheid van hoofd- en bijzaken de indruk van zinloosheid en landerigheid. Slechts een enkele keer vliegt De Bruyn uit de bocht, bijvoorbeeld in een al te gemakkelijk komisch effect sorterende, mislukte bankoverval. Ook de uitzonderlijke schoonheid en elegantie van Will van Kralingen lijken misplaatst in de klei van de Zeeuwse delta, maar juist daarom kan ze als geen andere Nederlandse actrice geloofwaardig maken dat Leen zich niet los van haar kan maken, en doof blijft voor een sirene van zijn eigen leeftijd (Angelique de Bruijne). Waar Wilde mossels tekortschiet, gebeurt dat met meer allure dan gebruikelijk in een Nederlands speelfilmdebuut. Een talent als De Bruyn, die vijf jaar schaafde aan zijn film, is zeldzaam in onze filmcultuur, omdat hij onmogelijke uitersten verenigt: genrefilm en art-house- product, realisme en mythologie, vaart en contemplatie, regionalisme en universaliteit. Eigenzinnig en brutaal construeerde hij tegen de klippen op een vorm die recht doet aan Hollandse en Zeeuwse paradoxen. Wilde mossels is misschien niet de beste film van het jaar, maar wel de meest interessante, omdat De Bruyn zich laat kennen als een eigenwijs, niet-autistisch auteur. Als geen ander zou hij het negatieve imago van de Nederlandse speelfilm kunnen helpen bestrijden." 'de Telegraaf' d.d. 28 september 2000: "Met een wrokkige uitdrukking en het lange haar van de geboren rebel neemt Fedja van Huet in 'Wilde Mossels' als opstandige jongere het stokje over van de generatie van 'Spetters'. Hij is de 'Easy rider' van de affiche aan de wand van zijn woonboot, de 'Rebel without a cause' van Walcheren. Gesteund door de sfeervolle fletse landschapsbeelden van cameraman Joost van Gelder weet regisseur Erik de Bruyn de onvrede van zijn hoofdpersoon met de onveranderlijke eenvoud van zijn leefomgeving weliswaar voelbaar te maken, maar veel sympathieker wordt de nukkige Leen er niet door. En dat maakt identificatie voor het beoogde jonge publiek er niet gemakkelijker op. Veel meer dan frustraties heeft Kees niet te bieden en ook de gebeurtenissen in het verhaal zullen bij de toeschouwers niet voor rode koontjes zorgen. De personages van 'Spetters' waren evenmin grote filosofen, maar Paul Verhoeven stuurde ze in elk geval de deur uit om iets te ondernemen. Dergelijke (grove) humor en levendigheid mist 'Wilde Mossels', al laat de debuterende regisseur Erik de Bruyn zijn vertelling betrekkelijk vlot ontrollen. Probleem is echter dat zijn zelfgeschreven scenario (ironisch genoeg op het Nederlands Filmfestival voorgedragen voor een Gouden Kalf) het zwakste gedeelte van de film vormt. Aan het acteren ligt het niet (…) Sommige dialogen zijn aardig, een aantal situaties en grapjes is geslaagd en de muziek ligt lekker in het gehoor. Maar met clichés als munitie schiet het banale verhaaltje zichzelf uiteindelijk in het hoofd." 'Het Parool' d.d. 27 september 2000: "Het is jammer dat Erik de Bruyn, die ook het scenario schreef, niet voluit heeft willen kiezen voor een minimalistische benadering. (...) Het resultaat is een eclectische film , waarin minstens een handvol bestaande films - van SPETTERS tot LA VIE DE JÉSUS - verborgen zit. Een groter bezwaar dan de mengeling van stijlen zijn enige zijplotjes, die veel suggereren maar nergens naartoe gaan. Ronduit onvergeeflijk is het einde, want daar gaat de film dramatisch zo over de kop, dat de geloofwaardigheid achter de horizon van het fraai gefilmde Zeeuwse landschap verdwijnt. WILDE MOSSELS verraadt veel flair en handigheid, maar De Bruyn, geboren en getogen in Zeeland, is beter thuis in de recente filmgeschiedenis dan in de Zeeuwse werkelijkheid." Prijzen: Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 2000. Het juryrapport: "Met de nominaties van Jacky, Ochtendzwemmers en Wilde mossels kiest de Jury van de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek, voor eigenzinnigheid. De telemusical Ochtendzwemmers overstijgt de Nederlandse angst voor emoties door ze uit te zingen. Jacky en Wilde mossels gaan, net als ooit Abel, over een jongeman die zich niet van zijn moeder kan los maken. Beide films kenmerken zich door standvastigheid en visuele moed, en riskeren daarmee onbegrip bij de gevestigde filmorde. Daarmee slaan beide een richting in die deze jury graag vaker zou zien prevaleren. De eindbeslissing was lastig, maar unaniem gaat de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek dit jaar naar een film die ook nog eens een brug zou kunnen slaan naar een breed publiek: Wilde mossels van Erik de Bruyn." De jury van de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek is samengesteld uit leden van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten en bestond uit Hans Beerekamp (voorzitter), René van Dam, Belinda van de Graaf, Dana Linssen en André Waardenburg. De Prijs van de Nederlandse Filmkritiek wordt facilitair ondersteund door Holland Subtitling: indien gewenst wordt een kopie van de winnende film voorzien van Engelse ondertitels ten behoeve van vertoning in het buitenland. Als de betreffende film deze ondersteuning niet nodig heeft, geldt de prijs voor de volgende film van de maker. CJP Jeugdprijs 2000. Het juryrapport: "Lek vonden we een onderhoudende film met een zeer sterke opening. De film was boeiend maar het einde vonden we toch wat voorspelbaar. De rol van Jack is mooi neergezet door Victor Löw. Wij denken dat de film een breed publiek zal aanspreken. Rent-A-Friend vonden we een vermakelijke, leuke film. De film geeft het gevoel van een stripverhaal met die kleurrijke gebouwen en aankleding. We vonden dat in Rent-A-Friend goed de ontwikkelingen uit de werkelijkheid over bijvoorbeeld het jonge ondernemerschap en de individualisering van de maatschappij op de hak wordt genomen. In Wilde mossels wordt goed de sfeer gecreëerd van de uitzichtloosheid van het bestaan van Leen. De mooie cameravoering en het sterke acteren zorgden voor die sfeer. De muziek vonden we erg gaaf in de film. Uit deze drie genomineerden koos de CJP Jeugdjury Wilde mossels van Erik de Bruyn. Wilde mossels vonden we op vele punten beter dan de twee andere genomineerden (cameravoering, scenario, muziekkeuze en acteerwerk). De mooie omgeving in de film en geweldige symboliek maken van de film een mooi stuk werk en de sfeer in de film heeft ons diep geraakt. De film maakt ons nieuwsgierig naar het roken van wilde mossels. En we zouden graag Joost van Gelder een Oscar willen geven voor de cameravoering." CJP-houders in de leeftijd van 12 tot 18 jaar konden zich opgeven om zitting te nemen in de CJP Jeugdjury. Uit het grote aantal filmliefhebbers werden Sandra van Dam, Daan Oostveen, Loes van Rooijen, Janne Schra en Freek Vielen gekozen om de drie genomineerde films te zien en te beoordelen. Frank Lammers over WILDE MOSSELS in 'de Filmkrant' d.d. november 2000: "Ik ben echt trots op WILDE MOSSELS, het is een film die echt ergens over gaat. Maar ik heb me verbaasd over de pers. Gebeurt er wat interessants in de Nederlandse film, dan gaat zo'n Peter van Bueren lopen zeuren dat er bij de première geen mossels maar oesters werden uitgedeeld. Dan vraag ik me echt af 'waar heb je het over?!' En dat WILDE MOSSELS geen enkel Gouden Kalf heeft gekregen snap ik ook niet." Speciale oorkonde van de filmcritici op het Filmfestival van Moskou in juli 2001. Aanmoedigingsprijs film/video van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst op dinsdag 11 augustus 2001. De DVD (Prime Time Ent.) bevat twintig minuten aan deleted scenes met uitleg waarom ze wel geschoten zijn, maar niet in de film zijn meegenomen. De film zelf is voorzien van een commentaartrack, die grotendeels door Erik de Bruyn is ingesproken. Andere bijdragen van cameraman Joost van Gelder en acteur Frank Lammers en editor JP Luijsterburg. Daarnaast bevat de DVD een videoclip van NUff Said, 2 teasers en de trailer, plus een Stardust special over Wilde Mossels en een making of van 25 minuten. De film cv met een cv kapitaal van 612.603 euro op een totaal budget van 1.583.693 euro had een rendement van 6,05%. 32.888 bezoekers in 2000, plus 5.722 in 2001. Argus Film Produktie vroeg in januari 2004 zelf het faillissement aan, een verlaat gevolg van de financiële zeperd die de maatschappij behaalde door WILDE MOSSELS. De financiële reserves zijn na WILDE MOSSELS nooit meer op peil gebracht. Peter van Vogelpoel van Argus in 'Het Parool' van woensdag 7 januari 2004: "WILDE MOSSELS heeft te veel geld gekost, meer dan was begroot, en minder opgeleverd dan verwacht. We hadden op 100.000 bezoekers gerekend, het werden er 60.000. Die combinatie leverde een verlies van een miljoen euro op."
Première: 28 september 2000 (19 kopieën)
K-115 minuten

DE ZEE DIE DENKT
ook: DE ZEE DIE DENKT DAT ZIJ EEN BOOM IS/THE SEA THAT THINKS
Gert de Graaff

met: Bart Klever (scenarioschrijver Bart Klever), Rick de Leeuw (acteur Rick de Leeuw), Don Duyns (regisseur Don Duyns), Nestor Sanz (cameraman Nestor Sanz), Erik Bannenberg (camera-assistent Erik Bannenberg), Alex Booy (geluidsman Alex Booy), Peter Gielissen (zappende veertiger Peter Gielissen), René Lobo (maquettebouwer René Lobo), Nel Kars (televisiekijkster Nel Kars), Gert de Graaff (stem Niek), Oscar van der Kroon (straatinterviewer Oscar van der Kroon), Gerard Wolters (regisseur straatinterviews Gerard Wolters), Gerrie Kok (Gerrie Kok met ijsje), Harmen Siezen (journaalpresentator Harmen Siezen), Erwin Kroll (weerman Erwin Kroll), Lyon Regensburg (televisiekijkende peuter Lyon Regensburg), Esther Regensburg (moeder Esther Regensburg), Jitske van Kaam (Jitske van Kaam in hotel), Herman van der Hooft (barkeeper Herman van der Hooft), Eddie Nieuwendijk (televisieverkoper Eddie Nieuwendijk), Wanda Sekora (Wanda Sekora in elektrawinkel), Johan Ockeloen (televisiereparateur Johan Ockeloen), Lieske Hemeltjen (verpleegster Lieske Hemeltjen), Merijn Klaver (jonge Bart in ziekenhuis), Hannie Vermeer (moeder van Bart), Arthur Vermeer (vader van Bart), Robert Breugelmans (broertje van Bart), Marianne van Zeijlen (naakte Marianne van Zeijlen), Amigo (poes Amigo), Mieke Terschuure (baby Mieke Terschuure), Andries Udink (video-editor Andries Udink), Devika Strooker (Barts vriendin Marga)

Geen echte documentaire, maar een grotendeels geënsceneerde speelfilm over een man (Bart, gespeeld door acteur Bart Klever) die een scenario voor een documentaire schrijft. Vaak ziet of hoort de kijker scènes van die documentaire, terwijl ze geschreven worden op een tekstverwerker, in beeld of op de geluidsband. De film maakt gebruik van geavanceerde trucages en videotechnieken. Zo zien we soms de gebeurtenissen die beschreven worden tegelijkertijd weerspiegeld in het beeldscherm van de tekstverwerker, of horen we een ruzie tussen de schrijver en zijn vrouw op de geluidsband, terwijl we naar iets heel anders kijken. De film laat ons ook vaak dingen zien waarvan we ons afvragen of ze nog wel tot de werkelijkheid behoren. Een aantal scènes bevat vervreemdende perspectiefgrapjes, die de natuurwetten tarten. Zo volgt een camera enige minuten recht van boven een rijdende auto door een landschap. Veelvuldig komen documentaire scènes voor, zoals straatinterviews of journaalfragmenten, waarvan de authenticiteit in het midden blijft. Zo stelt De zee die denkt onder meer de vraag aan de orde wat een documentaire eigenlijk is. Inspiratiebron voor de film is de quantum-mechanica. Een bewering vanuit deze wetenschap is dat er geen werkelijkheid buiten ons bestaat: er staan geen bomen als wij er niet naar kijken. Citaten uit de film: ,,Het hele idee dat we een 'ik' zijn, een iemand, is een illusie. Denk ik.'' , ,,Stel, ik zeg tegen je: probeer nu niet aan een wolk te denken. Dat kan niet. Je denkt ogenblikkelijk aan die wolk. Zo gaat het ook met alle ideeën die je hebt over jezelf, over wie en wat je denkt... Op het moment dat je probeert niet een 'ik', een iemand te zijn, ben je toch weer iemand die dat probeert.'' Scenario, camera, montage, regie: Gert de Graaff. Spelregie: Ruud Schuitemaker. Art director: Floris Vos, Vincent de Pater. Co-montage: Jan Dop. Geluid: Alex Booy. Uitvoerend producent: René Goossens. Producenten: René Huybrechtse, René Scholten. Co-producent: NOB, NPS. Gert de Graaff (geboren in 1957) studeerde in 1987 cum laude af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie met de dat jaar als beste productie bekroonde eindexamenfilm Twee. Sindsdien heeft De Graaff geen film meer gemaakt als regisseur, maar trad hij als editor in dienst bij de NOB. In zijn vrije tijd werkte hij dertien jaar aan DE ZEE DIE DENKT. De eerste scenarioversie schreef De Graaff dertien jaar geleden. Daarna duurde het tien jaar voordat de financiering rond was. Toen het geld binnen was, was de film in twee maanden gedraaid, maar de montage van de honderd uur opnamen vergde zeventien maanden. "Het was een gigantische klus, die ik met Jan Dop deed. Ik denk dat ik de film wel zevenhonderd keer heb gezien." Op de vraag of de film autobiografisch is, antwoordt De Graaff: ,,Jazeker. Domme vraag. Kun je ooit iets anders maken?'' Winnaar IDFA Joris Ivens Award 2000. Gert de Graaff over het op 30 november 2000 winnen van de Joris Ivens Award: "Ik had nooit gedacht dat het festival mijn film zou vertonen, want ik vind het geen documentaire maar een speelfilm." Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 20 december 2000: "DE ZEE DIE DENKT is een razend knap gemonteerde film. De maker zet ons een retorisch betoog voor, dat moet aantonen dat het ik een constructie is zonder werkelijkheidsgehalte. We zijn allemaal filmacteurs. Het probleem is dat deze opvatting wordt gepresenteerd als verbluffend nieuw inzicht. Dat is het niet. Evenmin vallen we van onze stoel van het spel dat de film speelt met het werkelijkheidsgehalte van documentaires. (…) Wel origineel is de verfrissende manier waarop De zee die denkt omgaat met spiritualiteit en oosterse wijsheden." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' d.d. 20 december 2000: "De Graaff (1957), in het dagelijks leven editor bij de NOB, werkte dertien jaar aan deze film en het lijkt alsof je dat kunt merken, zo inventief zijn de beelden die hij gevonden heeft om zijn levensvragen te illustreren, vragen die zo elementair zijn dat je ze soms wel als puberaal zou willen afdoen. De Graaffs beelden zijn in elk geval inventiever dan zijn teksten. (…) Zijn documentaire is zo glashelder dat hij bijna banaal wordt. " DE ZEE DIE DENKT werd vertoond op het NFF 2001 als speelfilm. Genomineerd voor de European Discovery Award 2001, onderdeel van de European Film Academy Award, het Europese equivalent van de Oscars. Best First Feature Film Award, Grand Prix Best Experimental Feature, Experimental Feature DIFF Award in de Verenigde Staten. Golden Key Award for Best Camera en Special F.I.C.C. Jury Award in de Slowaakse Republiek. Officiële website: http://www.dezeediedenkt.nl. 1.012 bezoekers in 2000, plus 3.334 in 2001.
Première: 20 december 2000 (Cinecenter en Het Ketelhuis - Amsterdam, Lux - Nijmegen)
K-100 minuten

ZWARTE METEOOR, DE
Guido Pieters

Met: Jet Novuka (Steve Mokone), Erik van der Horst (Felix), Gijs Scholten van Aschat (Schouten, voorzitter van Heracles), Peter Tuinman (vader), Lieneke le Roux (moeder), Thekla Reuten (Vera), Roef Ragas (Jaap), Caro Lenssen (Mies), Angelique de Bruijne (buurvrouw), Aus Greidanus (trainer Heracles), Wouter van Oord (Tim), Guus de Wit (Jan), Benten Bastiaan Wijnen (Robbert), Job Kappelhof (Koen), Freek Brom (Rooie Gaait), Gabriel Mofokeng (benen van Mokone), Joep Onderdelinden, Bert Geurkink, Erik Arens, Frank Schaafsma, Mike Reus, Tom Egbers (stadionspeaker), Matthias Maat, Gijs de Lange, Harry Slinger (Johnny Jordaan), Cas Jansen (zoon Felix), Babette van Hazebroek, Paulette van Hazebroek, Jan Kruse, Mike Reus, Cees Geel, Rob Das, Sieger Sloot, Frank Lammers, Edo Brunner, Arend de Geus, Guido van Hulzen, Ids van der Krieke, Joop Wittermans, Jur van der Lecq, Hiske van der Linden, Chaim Levano, Hugo Maerten, Reinier Bulder, Josh Meyer

Scenario: Kees van Beijnum, op basis van het boek van Tom Egbers over de eerste zwarte voetballer die in ons land heeft gespeeld, Steve Mokone van Heracles (Heracles spreek je uit met het accent op de tweede lettergreep). Tom Egbers weigerde om een scenario van het boek te maken (in het ‘Algemeen Dagblad’ d.d. 4 mei 2000 daarover): “Dat is niet mijn vak en het verhaal is te goed om door een goedwillende amateur te laten maken. Daarom zijn Guido en ik naar de schrijver Kees van Beijnum gestapt en hij zei meteen ja. Het boek is geschreven als een journalistiek verslag. Ik wilde uitzoeken wie die fascinerende man was, waar hij vandaan kwam en wat er van hem geworden is. De film is fictie.” De film begint in New Jersey in 1999 met het overlijden in actie van Felix Verbeek op CNN, waarna een flashback naar de jaren vijftig volgt. Aan het eind van de jaren vijftig komt de zwarte Zuid-Afrikaanse voetballer Steve Mokone naar Almelo om te spelen bij de club Heracles. Hij is een groot succes en raakt al senl bevriend met de vijftienjarige Felix Verbeek. Felix is de zoon van een bescheiden fabrieksarbeider. Door zijn band met Mokone raakt hij bekneld tussen het bekrompen milieu van het provincieplaatsje en de kosmopolitische levenshouding van de stervoetballer. Mokone leert Felix dat hij zijn hart moet volgen, dat hij zich niet moet neerleggen bij de kleingeestige toekomst die zijn vader voor hem in gedachten heeft. In een bewogen jaar raakt Felix in conflict met de baas van zijn vader, krijgt hij een vriendinnetje, en zorgt hij er per ongeluk voor dat zijn vader arbeidsongeschikt wordt. Na het succesvolle, maar tumultueuze seizoen verlaat Steve Mokone Almelo. Het plaatsje dommelt weer in slaap. Felix blijft achter met het plan om ook te vertrekken en te gaan studeren, maar het is de vraag of hij zijn vader kan overwinnen en kan ontkomen aan de verstikkende greep van provinciaal Nederland in de jaren vijftig. Producent: Matthijs van Heijningen. Via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Met financiële steun van Nederlands Fonds voor de film, CoBo fonds, AVRO tv. Casting: Job Gosschalk. Fotografie: Wouter Suyderhoud. Production design: Jelier & Schaaf. Kostuums: Mariëlla Kallenberg. Montage: Tatjana Schöps. Muziek: Gerard Stokkink, Tom Bachmann. Titelsong: "Mooie schoenen" van Ernst Jansz. Deels Engels gesproken, Nederlands ondertiteld. Opgenomen o.a. in Almelo en Enschede. Vlak voor het werd afgebroken is nog gedraaid in het oude stadion van Heracles. De fabrieksopnamen zijn op 27 april 2000, twee weken voor de vuurwerkramp, in Enschede gedraaid (textielfabriek Slotenstraat). Die fabriek bestaat niet meer. Het elftal van Heracles in de film bestaat uit de volgende acteurs en voetballers: Mike Reus, Cees Geel, Frank Schaafsma, Sieger Sloot, Erik Arens, Rob Das, Erwin Hagels, Ronnie Steghuis, Ben Weber, Dick Reekers, Andre Riethorst, Laurens Oude Breuil, Henk Roodakker en Marco de Vries. Jet Novuka (1971) is geboren in Zuid-Afrika. Erik van der Horst (10 september 1984) maakt zijn filmdebuut. In de film is 'De zwarte meteoor' - overigens wordt hij in de film nergens zo aangeduid, wel als zwarte parel - niet de hoofdpersoon van de film, maar eerder de katalysator voor Felix Verbeek. Het boek is dan ook slechts de helft van de film. Er is geen stock materiaal gebruikt van de 'zwarte meteoor', omdat dat er niet goed passend uitzag. Persreacties: 'de Filmkrant' d.d. december 2000: "Het basisidee van DE ZWARTE METEOOR is perfect geschikt voor een Hollands coming-of-age drama. De degelijkheid van de jaren vijftig, de spruitjeslucht en het statige taalgebruik worden allemaal overtuigend neergezet door de in oer-Hollandse sferen gespecialiseerde regisseur Guido Pieters. Maar uiteindelijk keert juist dit element zich tegen de film: vanwege een gebrek aan ironie of sterke individuele scènes kabbelt de film door in de oubollige sfeer. (…) Het debuut van de 16-jarige Erik van der Horst dwingt bij tijden respect af maar in enkele gênante scènes blijkt een hoofdrol voor hem te hoog gegrepen. (…) Alleen Gijs Scholten van Aschat weet te imponeren met zijn doortrapte personage, vooral wanneer hij in een van de weinige echt krachtige scènes Felix een enorm pak slaag geeft. (…) Ondanks alle tekortkomingen is DE ZWARTE METEOOR een sympathieke film en een goedbedoelde poging om de naïeve charmes én de kleinburgerlijkheid van de jaren vijftig te laten contrasteren met hedendaags cynisme." Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 13 december 2000: " Waar zagen we dit eerder? Inderdaad: DE ZWARTE METEOOR had ook 'Wilde katoenbollen' kunnen heten. De overeenkomst met WILDE MOSSELS wordt nog versterkt doordat Freek Brom en Angelique de Bruijn ook in DE ZWARTE METEOOR zijn te zien. De door Guido Pieters geregisseerde film - de eerste na zijn flop OP HOOP VAN ZEGEN in 1986 - is een zorgvuldig drama, waarin het tempo laag ligt, maar waarin alle draadjes netjes aan elkaar worden geknoopt. Een bezwaar is dat de jaren vijftig wel erg clichématig worden afgeschilderd, met brommers en Bill Haley als ijkpunten. Goed getroffen is het vanzelfsprekende racisme van een halve eeuw geleden. De scène waarin Almeloërs verbaasd opkijken als ze Mokone met mes en vork zien eten, is in al zijn eenvoud briljant. Het is jammer dat de makers onvoldoende vertrouwen hadden in zulke scènes, zodat ze de personages te veel laten uitleggen. Mokones opmerking tijdens een ballonvaart dat Almelo klein is en dat Felix naar de horizon moet kijken ('Dat is mijn wereld') is volstrekt overbodig, omdat we al hadden begrepen dat Almelo niet de meest dynamische plek op aarde was. " Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 13 december 2000: "Pijnlijker is de overeenkomst van DE ZWARTE METEOOR met WILDE MOSSELS, niet alleen door drie gemeenschappelijke acteurs. Beide films gaan over een opstandige jeugd in de provincie, over het dilemma van gaan of blijven en de haat-liefde- verhouding met het leven achter vitrages. Alleen lijkt DE ZWARTE METEOOR ook gemaakt in 1958. De terugkeer van Pieters (DR. VLIMMEN, CISKE DE RAT) via Medisch Centrum West, Baantjer en de Duitse televisie naar de Nederlandse bioscoop wordt gekenmerkt door ouderwets vakmanschap, met de nadruk op ouderwets. Traag ontvouwen zich de grote en kleine, soms amusante anekdotes, met een glansrol voor de geborneerde Heracles-voorzitter, tevens fabrieksdirecteur (Gijs Scholten van Aschat). Geen van de talrijke andere personages krijgen veel reliëf. Ook het scenario wordt door Pieters ontdaan van pijn en woede, en vervangen door een permanente glimlach. Een documentaire had meer recht kunnen doen aan de opmerkelijke levensgeschiedenis van Mokone, nu psychiater in Amerika. Het voormalige succesduo Van Heijningen-Pieters keert met deze film terug naar de oude traditie van aardige, conventionele Nederlandse speelfilms, waar in de jaren zeventig en tachtig nog een publiek voor was. Zelfs in Almelo kijkt het nu liever naar CHARLIE'S ANGELS. " 'de Telegraaf' d.d. 14 december 2000: "Pieters, die qua beeld en tempo teruggrijpt op zijn succesvolle speelfilms als CISKE DE RAT en OP HOOP VAN ZEGEN, gebruikt de rode lijn van de beroemde voetballer (...) als een kapstok om een soort van dorpsgeschiedenis te vertellen, met veel kleurrijke figuren zoals een weerbarstige fabrieksdirecteur annex clubvoorzitter (mooie en a-typische rol van Gijs Scholten van Aschat) en de volgzame en min of meer geslagen vader van Freek (Peter Tuinman). Op die manier ontstaat een warme, ietwat anekdotische film die doet denken aan oude meesterwerken als DORP AAN DE RIVIER. Zo doet Pieters eer aan de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, de karakters die hij er in wil tekenen en ook de mooie geschiedenis van een voetballer die zich het leven (en de dames) in het oer-Nederlandse Almelo laat welgevallen. Zo'n film dus waar je een beetje vrolijk van wordt en die je zonder enig probleem met je hele gezin kunt gaan zien." Pauline Kleijer in 'de Volkskrant' d.d. 14 december 2000: "Het is een lief verhaal en DE ZWARTE METEOOR is ook een lieve film. Met veel gevoel voor detail wordt de sfeer van de jaren vijftig in provinciaal Nederland opgeroepen. Daarbij wordt geen cliché van het tijdsbeeld geschuwd (…) Hier en daar stoort het simplisme in DE ZWARTE METEOOR wel. Begin en eind, een raamwerk waarin de oudere Steve Mokone na Felix' dood nog eenmaal naar Nederland terugkeert, zijn te schematisch om te overtuigen. Ook het opgelegde drama van Mokones verhouding met een opstandig meisje komt niet uit de verf. Toch een charmante film, over jongetjes, vriendschap, verliefdheid, en een heel klein beetje over voetbal." DE ZWARTE METEOOR trok in de eerste vier dagen slechts 1.400 bezoekers. Een week op nummer 20. De film ging in 15 kopieën uit, maar nog geen maand later was dat teruggebracht tot 3. 4.578 bezoekers in 2000, plus 2.803 bezoekers in 2001.
Première: 14 december 2000 (15 bioscoopzalen)
K-107 minuten

2001

Naar de films uit 2000
Naar de films uit 2002
Naar de films uit 2003
Naar de films uit 2004
Terug naar de homepage

AMNESIA
Martin Koolhoven

Met: Fedja van Hûet (Alex/Aram), Carice van Houten (Sandra), Theo Maassen (Wouter), Sacha Bulthuis (Eva), Cas Enklaar (Eugene), Eva van der Gucht (Esther), Erik van der Horst (jonge Alex/Aram), Carly Wijs (vrouw in flashback), Hadewych Minis (meisje in bed), Bert Luppes (dokter), Leo van Huêt (Theo), Aniek Pheifer (secretaresse), Rob Bartels (stand in/tegenspel Fedja van Hûet)

Scenario: Martin Koolhoven. Alex, een 28-jarige fotograaf is om mysterieuze redenen niet meer in staat mensen te fotograferen: elke keer als hij zijn camera op iemand scherp stelt verschijnt er steeds dezelfde vrouw in zijn vizier; een beeld dat hij niet kan verdragen. Op verzoek van zijn broer Aram, omdat hun moeder ernstig ziek is, vertrekt Alex voor het eerst in jaren naar zijn ouderlijk huis op het landgoed AmnesiA. Onderweg ontdekt Alex het mysterieuze meisje Sandra op de achterbank van zijn auto. Samen vervolgen ze hun weg. De moeder van Alex is blij met de komst van haar verloren schaap en zijn nieuwe vriendin. Alex vreest de confrontatie met zijn cynische en criminele broer Aram, die in duistere zaakjes verwikkelt is, hun moeder continu kleineert en elke gelegenheid aangrijpt om Alex op bijna sadistische wijze te herinneren aan een mysterieus voorval uit hun gezamenlijke verleden. Terwijl de moeder van Alex en Aram zichzelf bijna gek maakt met de gedachte dat ze het aan haar hart heeft, Sandra niet alleen epileptisch maar ook nog eens een pyromane blijkt te zijn, Aram iedereen in zijn straatje probeert te manipuleren en tevens met een dodelijk verwonde 'partner in crime'opgescheept zit, komen bij Alex steeds heviger fragmenten naar boven van de verborgen geschiedenis die hij met zijn broer deelt. Des te meer Aram de situatie op de spits drijft, hoe meer Alex zich beseft dat hij zichzelf alleen maar kan helpen door de dood van zijn vader te accepteren, de vrouw die hem via zijn camera als een kwelgeest achtervolgt recht in de ogen te durven kijken en het verleden te laten rusten door zijn eigen weg te gaan. Producenten: Jeroen Beker, Frans van Gesel, Judy Maat. Productiemaatschappij: Motel Films. Muziek: Fons Merkies. Camera: Menno Westendorp. Montage: Job ter Burg. Casting: Job Gosschalk. Art direction: Floris Vos. Kostuums: Maartje Wevers. Geluid: Eddy de Cloe, Herman Pieëte. Een van de vijf scenario's gerealiseerd in het kader van de samenwerking tussen het Nederlands Fonds voor de Film, de VPRO en Motel Films onder de titel 'No more heroes'. Onder deze titel wordt jonge filmmakers de kans geboden een eerste of tweede lange speelfilm te maken. Uit de ruim 200 aanvragen heeft een jury uiteindelijk 5 scenario's geselecteerd. Toen Martin Koolhoven vastliep met schrijven, is hij samen met producenten Jeroen Beker en Frans van Gestel op Schiermonnikoog gaan zitten. Opgenomen in 22 draaidagen. De rollen van Carice van Houten en Eva van der Gucht zijn geschreven met de desbetreffende actrices in het hoofd. Voor de hoofdrol van Alex en diens broer Aram wilde Martin Koolhoven screentests houden. Fedja was vooraf de meest serieuze kandidaat voor de rol van Alex, maar na de screentest wordt hij dat voor de rol van Aram. Als een andere acteur voor de rol van Aram komt en Fedja Alex speelt voor het tegenspel, speelt hij ook deze rol het beste. Kortom Fedja is het best in twee rollen. Voor de rollen in AMNESIA moest Fedja verplicht afvallen. Fedja kreeg bij de opnamen een stand in, Rob Bartels, voor het tegenspel. In twee scènes is Fedja in beide rollen te zien, dat is op digitale wijze tot stand gekomen. Leo van Huêt, die de rol van Theo speelt, is in zowel film als werkelijkheid Fedja's vader. Het belangrijkste thema is in het reine komen met het verleden, maar dit is slechts een van de thema’s. De film werd in Rotterdam vertoond op maandag 29 januari, woensdag 31 januari, zaterdag 3 februari.Op de website van het International Filmfestival Rotterdam, d.d. 29 januari 2001 gaven de regisseurs van de andere No More Heroes-films commentaar op elkaars projecten. LC=Lodewijk Crijns, NL=Nanouk Leopold, MK=Martin Koolhoven, M=Michiel Jaarsveld over AMNESIA: (NL): ‘Ik vind zijn dialogen ijzersterk.’ (LC): ‘Ik heb het script ooit gelezen en ik had niet verwacht dat het zo’n grappige film zou opleveren.’ (MJ): ‘Dat is inderdaad zijn kracht, samen met de dialogen en de verrassende manier waarop de personages worden gepresenteerd. Het is echt een ander soort wereld, dat staat me heel erg aan. Je weet helemaal niet waar het naar toe gaat. Ik moest ook denken aan John Woo, die heeft dat ook vaak gebruikt. Tweelingen die de tegenstellingen goed en slecht, wit en zwart uitdrukken, het bevindt zich echt op dat abstractieniveau.’ (LC): ‘Twee dagen nadat ik de film had gezien heb ik de cameraman, Menno Westendorp, opgebeld en mijn complimenten gemaakt, ik heb zoiets zelden gezien op 16mm.’ (NL): ‘Een mooie surrealistische sfeer, maar ik vind het nog steeds jammer dat je hem niet in zwart-wit hebt gedraaid. Dat was nog sterker geweest.’ (MK): 'Ik wilde dat aanvankelijk ook, maar het mocht niet van de VPRO en het Filmfonds, want dan komt er niemand meer kijken. Ik was er wel even goed ziek van, maar ik vind de film er zelf heel mooi uitzien. Toch is het wel raar dat het zelfs bij dit soort films om commerciële redenen niet in zwart-wit mag.' André Waardenburg in ‘Skrien’ d.d. april 2001: “(…) de pyromane neigingen van Sandra blijven onuitgelegd. (…) Toch maakt hij stiekem foto’s van Sandra. Waarom? Ondanks deze vragen is AMNESIA een sfeervolle thriller geworden. Sfeervol, maar eigenlijk niet spannend en overtuigend genoeg. De achtergehouden informatie is te voorspelbaar. Qua sfeer is Koolhoven wel in zijn element. Hij stileert de flashbackscènes met kleurenfilters, creëert een beklemmend sound design en laat zijn acteurs waar nodig terughoudend of vet spelen.” Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 2 mei 2001: "Op veel dingen geeft AmnesiA een antwoord. Er worden nauwelijks raadsels verspild in de eerste lange speelfilm van regisseur en scenarioschrijver Martin Koolhoven (1969). Dat vereist wel even een wakkere blik van de toeschouwer. (...) Koolhoven (...) moet zich voor AmnesiA hebben laten inspireren door Fons Rademakers W.F. Hermans-verfilming ALS TWEE DRUPPELS WATER, een beetje David Lynch, de mythologie rond het Beatles-album Abbey Road, de eenzame dialogen uit het theater van Harold Pinter en een echo van nihilisme en existentialisme. Maar er is meer. Een belangrijk deel van de thrillerstructuur wordt bepaald door het feit dat de hoofdrol is weggelegd voor een tweeling, met ijzingwekkende precisie vertolkt door Fedja van Huêt. Hij laat de demonisch-duistere Aram en de geplaagde fotograaf Alex een werkelijke krachtsstrijd aangaan. (...) Er zitten veel misschiens in mijn ervaring van deze film, ook na een tweede keer bekijken. Want Koolhoven mag dan geen raadsels verspillen, de gegeven antwoorden zijn soms onhelder of juist onnodig nadrukkelijk. Het dierbaarst blijven daarom de weinige onbeantwoorde raadsels, zoals het personage van de lyrisch-intuïtieve Carice van Houten die, als slaapwandelende beschermengel en verdoofde schikgodin tegelijkertijd, een spoor van vlammen achterlaat, dat weinig anders hoeft te betekenen dan wat de toeschouwer er zelf van wil maken. (...) Koolhoven probeert iets wat in Nederland weinig traditie kent. Hij speelt een spel met realiteiten. Hyperrealistisch zou je zijn gestileerde stijl, waarin ook geluid, cameravoering, belichting en kleurstelling opmerkelijk zijn, moeten noemen. Als van dat fotorealisme dat zó echt is, dat het griezelig wordt. Magisch realistisch is een andere manier om AmnesiA te omschrijven. Dat is wat anders. Deze film dwingt geen eenduidig oordeel af."
Willem Schouten in 'Sp!ts' d.d. 3 mei 2001: "Waar vooral Koolhoven faalt is het inleefbaar houden van zijn karakters en dialogen. De wijsheden waarmee Alex en Aram elkaar bestoken zullen er op papier wellicht prachtig hebben uitgezien. In de film zijn ze regelmatig lachwekkend. Datzelfde geldt voor het gezeur over Chinees bier, zo'n beetje de hele rol van Maassen en de verschijning van Arams baas die zijn vriendin direct over Maassens graf heen laat plassen. Koolhoven verraadt bovendien te vroeg de oorzaak van het drama en verpest daarmee zijn kans op een echt verrassend einde. De sfeer, de mooie beelden en het goede acteerwerk van Van Huêt bieden niet genoeg tegenwicht om van AMNESIA een aanrader voor een groot publiek te maken."
Marco Weijers in 'de Telegraaf' d.d. donderdag 3 mei 2001: "(...) Gaandeweg begint Koolhovens barokke symboliek echter te irriteren, vooral omdat zij steeds holler gaat aandoen. Ook vreemdsoortige typetjes als Arams zwaargewonde dievenmaatje Wouter, hun criminele opdrachtgever Eugène en diens kinderlijke vriendinnetje zijn louter toegevoegd om het verhaal kleurrijker te maken en vervullen verder geen enkele functie. Interessant dóen is iets anders dan interessant zijn. Dat is bij deze eigenzinnige regisseur bij het maken van AMNESIA even vergeten."
Pauline Kleijer in 'de Volkskrant' van 3 mei 2001: "De titel AmnesiA is verraderlijk, en dat is niet het enige mysterie dat zich in het speelfilmdebuut van Martin Koolhoven aandient. (...) AmnesiA biedt stof tot nadenken, maar Koolhoven wil te veel: zijn scenario is topzwaar en ongericht. (...) Koolhoven moet het vooral hebben van zijn stilistische capaciteiten en zijn vermogen acteurs tot grote prestaties te brengen. Fedja van Huêt weet de verschillen tussen de twee broers perfect uit te spelen, zonder dat daar verschillende kapsels of andere trucs aan te pas komen. Carice van Houten toont (...) opnieuw haar opmerkelijke talent. (...) AmnesiA is geen overrompelend debuut, maar vooral een demonstratie van talent. Dat maakt nieuwsgierig." Gouden Kalf voor de Beste Acteur Fedja van Huêt voor zijn rollen in AmnesiA: "Hij weet met gebruik van minieme details twee uiterlijk identieke, psychologisch zeer verschillende, maar steeds onmiddellijk herkenbare tweelingbroers neer te zetten. Een mooie geheimzinnige dubbelrol, die de hele film een intrigerend karakter verleent. Ook in DE GROT laat Van Huêt zien een zeer goed filmacteur te zijn. Het is ondankbaar, maar als het lukt zoals hier heel knap: een loser te spelen waarvoor je als kijker toch sympathie opvat." 2.434 bezoekers in 2001, 1.054 in 2002; totaal 3.488 bezoekers.
Première: maandag 29 januari 2001 (International Filmfestival Rotterdam)/3 mei 2001 (5 kopieën)
K-87 minuten

BABY BLUE
ook: BLOEDLINK/BLOODY DANGEROUS
Theo van Gogh

Met: Roeland Fernhout (Peter de Wilde), Nienke Römer (Marjan de Vries), Susan Vidler (Laura Wood), Oliver Cotton (fotograaf Ron Wood), Renée Fokker (Pauline Jansen), Najib Amhali (Hamid), Jack Wouterse (Fiducia boss), Eric van Sauers, Maarten Wansink (detectives), Marijke Veugelers (female neighbour), Rob Das, Camilla Siegertz (couple interested in house), Mick Mulder (Jacob), Friso van Vemde (pessimistic man), Sieni Volkers (mother on terrace), Mark Bakker, Piet Zandstra (boy on boat), Farida van der Stoom (female police officer), Cas Enklaar (coroner), Gwen Eckhaus (stewardess Curaçao), Gilberto 'Betty' Doran (gravedigger), Grace Daal-Piper (nanny), Juliet Büdding (local stewardess), Frits Schellinks (Baby blue)

Scenario: Tomas Ross. Additionele dialogen: Kim van Kooten, Oliver Cotton. Peter de Wilde en Marjan de Vries wonen samen in een nieuwbouwwijk van een provincieplaats. Hij probeert zijn geld te verdienen als verzekeringsagent. Zij vliegt als stewardess de wereld rond. Zij hebben geen kinderen, maar werken daar hard aan. Tegenover hen komt een Engels stel te wonen. Het zijn fotograaf Ron Wood en zijn veel jongere vrouw Laura. Tussen Peter en Laura ontwikkelt zich een relatie. Marjan maakt op haar beurt een grote indruk op Ron. Hun onderlinge verhoudingen zijn gecompliceerder dan ze op het eerste oog lijken… Productiemaatschappij: Shooting Star Filmcompany. Camera: Tom Erisman. Art director: Ruud van Dijk. Casting: Job Gosschalk, Lynn Emblem. Montage: Ot Louw. Muziek: Rainer Hensel. Zangeres: Peggy van Mossevelde. Songs: 'Indoor forrest' door Erector set, 'Slow like honey' door Fiona Apple. Uitvoerend producent: Peter Jan Brouwer. Producenten: Hans Pos, Dave Schram, Maria Peters. BABY BLUE maakt deel uit van de CINE II CV en wordt ondersteund door VARA TV, Nederlands Fonds voor de Film, CoBO Fonds, Buena Vista. Budget ongeveer zes miljoen gulden. Engels-Nederlandstalige productie (80% Engels) met internationale cast. De opnamen in Nederland (Ouderkerk aan de Amstel) en op Curaçao vonden plaats tussen eind juni en midden augustus 2000. Een van de laatste kandidaten voor de rol van Ron Wood was de Amerikaanse acteur Willem Dafoe, maar hij was niet op het juiste moment beschikbaar. Actrice Nienke Römer debuteert; in 1996 was ze Natasja Laroux in de soap 'Goudkust'. Begin augustus 2000 bleek in een doos waar filmopnamen in moesten zitten, zich zakjes met cocaïne te bevinden. Volgens een woordvoerster van producent Shooting Star Filmcompany werden de stukjes film elke dag in een doos per koerier naar Nederland gebracht. ,,In de doos, die de goede stickers en aanwijzingen had, hadden zeven blikken moeten zitten. In plaats daarvan was de doos gevuld met een handdoek, stukken spijkerbroek, wat andere rommel en de zakjes wit poeder, verpakt in een soort gelei en rubber.'' In de doos had de productie van een hele dag filmen moeten zitten. ,,Voor de filmmakers is het een ramp want er stonden enkele sleutelscenes op. Het kost ontzettend veel moeite om die opnieuw op te nemen'', aldus de woordvoerster van de producent. Theo van Gogh stelde op AT5 degene die de doos met de juiste inhoud terugbrengt 100.000 gulden in het verschiet. ,,Zijn of haar anonimiteit is daarbij natuurlijk volledig gewaarborgd'', aldus Van Gogh. De opnamen kwamen niet boven water, dus werden op Ibiza nieuwe opnamen gemaakt. De cameraman op Ibiza was niet Tom Erisman, maar Kester Dixon. Opvallende placering voor ABN Amro, Move 4 U! Persreacties: Mark Moorman in 'Het Parool' d.d. 24 januari 2001: "BABY BLUE (...) begint met een bravoure-shot. De camera zwiept een Hollandse nieuwbouwstraat in, scheert langs verkeersdrempels, gazons en lease-auto's, duikt weer omhoog en eindigt bij een dakraam, waar we een topshot krijgen van een neukend stelletje. De man kondigt luidkeels zijn vruchtbare zaad aan, in een tafereel dat scherp contrasteert met die aangeharkte voortuintjes. (...) Sterk begin, jammer dat het zo niet verder gaat. (...) Het script van Ross biedt de acteurs, die vreselijk hun best doen er nog iets van te maken (Fernhout voorop), weinig aanknopingspunten. (...) Op een gegeven moment gaat alles irriteren. Het trage tempo, de nadrukkelijke introductie van een grote vrieskist in de kelder al vroeg in de film (...)" Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 24 januari 2001: "Van Gogh maakt voor het eerst, voorzover ik het kan overzien, een film lang geen enkel vilein grapje ten koste van een van zijn vele vijanden in de grachtengordel. Ook stilistisch en thematisch getuigt Baby Blue van volwassenheid; je zou het slotbeeld, waarin een alleenstaande vader door het bestaan van zijn kind aan het langste eind trekt, kunnen opvatten als een knipoog naar de door de regisseur vaak beleden persoonlijke waardering van het ouderschap. (...) De problemen van BABY BLUE zijn van een andere aard. Nog meer dan in Van Goghs vorige film De pijnbank stellen de gecompliceerde scenarioverwikkelingen, waarvan geen enkele in een recensie vermeld zou mogen worden, hoge eisen aan het puzzelvermogen van de toeschouwer. Die moet zo hard zijn best doen om te begrijpen wat er precies gebeurt, dat hij nauwelijks meer toekomt aan een waardering van de knappe mise-en- scène. (...) De enige fout van Van Gogh en Ross is dat ze bij het zwaluwstaarten hun publiek overschatten. Halve aanwijzingen en impliciete referenties aan misdadige praktijken (let op de groot uitgevallen vrieskast!) horen niet thuis in een hitchcockiaanse stijloefening. De kunst van het genre is om de kijker steeds één stap, niet vijf stappen vóór te blijven. Het zou jammer zijn als dit gebrek aan ervaring met een in Nederland te weinig beproefd genre BABY BLUE de das omdoet bij het publiek. Als er hier dan toch een filmindustrie moet komen, die internationaal aansprekende genrefilms produceert, dan is BABY BLUE, dat couleur locale vervangt door universele kleuren, en zo de tegenhanger vormt van LEK, weer een forse stap in de goede richting." Ab Zagt in het ‘Algemeen Dagblad’ d.d. donderdag 25 januari 2001: “(…) een rol van de hysterisch acterende Renée Fokker (…) Alles oogt mat, traag en afgemeten. Geen moment leef je mee met het lot van de hoofdpersonen. Als vertolker van Peter moet Roeland Fernhout bijna de hele film dragen. Hij doet dat, gezien het beschikbare materiaal, knap. Zijn tegenspeelster Nienke Römer (…) maakt geen enkele indruk met haar vage optreden. De twee onbekende Engelse acteurs (…) spelen vooral op hun routine, maar zonder kraak of smaak. (…) In het overvolle (Engelstalige) thrilleraanbod maakt BABY BLUE weinig kans. Of de beide Britse acteurs moeten opeens gigantisch doorbreken, maar die kans lijkt uiterst gering.” BABY BLUE werd door de Nederlandse pers niet onverdeeld gunstig ontvangen. Theo van Gogh daarover in The Daily Tiger d.d. 30 januari 2001: “Eerst wilde ik niet reageren, want ik heb tenslotte ook niet geprotesteerd toen ik lovende recensies kreeg voor 06 en BLIND DATE. Maar dit is zo ver beneden peil dat ik me wel moet verweren. Het is een samenzwering van domheid en kwaadaardigheid. Het Parool, dat failliete sufferdje van de Perscombinatie, voorop. Die recensie is met de achterkant van een hark geschreven. Ik heb het gehad met Nederland. Mijn volgende project wordt Engelstalig. Die aangekondigde SJORS & SJIMMIE-film kan de prullenbak in. Als het me onmogelijk wordt gemaakt hier een groot publiek te bereiken, kan ik me beter op de wereldmarkt richten. BABY BLUE gaat ook niet naar de Nederlandse Filmdagen; dat corrupte zooitje daar in Utrecht bekijkt het maar. Ik neem afstand van het benepen milieu hier. Een grote opluchting is mijn deel.” De film kwam op 10 binnen met een opbrengst van 83.170 gulden. De weken erna stond de film op 13 en 20. BABY BLUE werd niet opgegeven voor het Nederlands Film Festival 2001, derhalve aldaar niet vertoond. De film staat ook niet in de festivalcatalogus vermeld. De reden daarvoor aldus 'de Volkskrant' van donderdag 6 september 2001: "Producenten Hans Pos en Dave Schram zijn nog steeds boos omdat KRUIMELTJE van Maria Peters vorig jaar geen enkel Kalf kreeg. 'KRUIMELTJE' was de druppel', aldus Dave Schram. Zijn compagnon Hans Pos, die tot verleden jaar ook bestuurslid was van het Nederlands Film Festival, had zich al tijdens eerdere edities opgewonden over de toekenning van de prijzen. 'De grote prijs voor de Nederlandse film is voor de film die cinematografisch het meest betekend heeft voor de Nederlandse film', definieert Schram en in dat licht vond Pos het ontoelaatbaar dat een film als ALL STARS buiten de prijzen viel. Toen ook KRUIMELTJE dat lot trof, stapte Pos uit het bestuur. 'Een film die zoveel heeft betekend kun je niet niets geven' vindt Schram. (...) wanneer een film als KRUIMELTJE - die iedereen kent - wint, haal je daarmee veel meer publiciteit. Natuurlijk gaat het niet alleen om bezoekaantallen, zegt Schram. 'Maar de artistieke criteria van het festival zijn een farce, als je weet dat een jurylid verliefd was op en werd afgewezen door een medefinancier van KRUIMELTJE'" Website: www.babyblue.nl. 13.108 bezoekers in 2001, 160 in 2002.
Première: 25 januari 2001 (25 kopieën, later 26 kopieën)
K-119 minuten

CLAIM
Ook: ROTTERDAM CLAIM
Martin Lagestee

met: Louise Lombard (Ellen Brachman), Billy Zane (Roberto Bealing), John Shrapnel (Lex Vandenberg), Stephen Da Costa (Javier Ortega), Mark Tandy (Peter van Hooijdonk), Fernán Mirás (Borali jr.), Stephen Moore (Felix Halberstein), Victor Bruno (Gallardo), Jorge Rivera López (Juan Pasaron), Gregory Dayton (San Diego Policeman), Nicholas Pritchard (Jan Raven), Fedja van Huêt (computerexpert), Anna Crott, Julian Maira, Carlos Falcone, Alejandro Baratelli, Avian Vainstein, Leo Ricardi, Oscar Alegri, Marid Suarez, Sasha Woman, Luis Machin, Lily Viceti, James Murray, Diego Gentile, Diego Jacubowitz, Gregory Dayton, Eva Fernandez, Kiko Cespedes, Alexander Muroz, Hubert Potter, Loli Cafetzoglus, Gabriel Kraisman, Alfredo Allende, Marcelo D'Andrea, Mariano Caevo, Joost Claes (office boy), Alberto Weiss

Scenario: Dick Maas, met bijdragen van Gerard Soeteman, naar het gelijknamige boek van Charles den Tex. Als voor de Argentijnse kust een schip zinkt, vermoedt de ambitieuze schade-expert Ellen Brachman van de Rotterdamse zeevaartverzekeraar European Hayward fraude. Om te bewijzen dat er opzet in het spel is, reist ze af naar Argentinië. Daar krijgt ze hulp van de aantrekkelijke advocaat Roberto Bealing. Samen belanden ze in een web van verraad, leugens, moord en verloren liefde. Producent: Lagestee Film BV - Claim BV: Iris Hogendijk. Camera: Lex Wertwijn. Production designer: Ben Zuijdwijk. Kostuums: Linda Bogers. Stunts: Willem de Beukelaer. Geluid: Victor Dekker. Muziek: Jurre Haanstra. Geluid: Peter Warnier. Montage: Wim Louwrier. De hoofdrollen zijn voor de Britse actrice Louise Lombard (THE HOUSE OF ELLIOTT) en de Amerikaan Billy Zane (TITANIC, DEAD CALM). In augustus en september 2000 vonden in Rotterdam, Buenos Aires en Londen de opnamen plaats met een budget van 6 miljoen gulden. Eerder werden de namen van Joop Doderer (Deviel), Antonie Kamerling (Tom) en Beau van Erven Dorens (ex van Ellen Brachman) genoemd voor rollen in de film, maar alleen Fedja van Huêt haalde de film als computerexpert. De releasedatum was vastgesteld op 31 januari 2002, maar de bioscoopexploitanten zagen zo weinig commerciële potentie in de film dat ze hem niet wilden vertonen. De film draaide wel drie weken op de Nederlandse Antillen in 2001 (waarmee aan de cv-verplichtingen was voldaan) en is aan 24 landen verkocht als televisiefilm. In Nederland wordt de film op video en dvd uitgebracht en uitgezonden door de KRO. CLAIM is de eerste met cv-geld gefinancieerde film die de Nederlandse bioscoop niet gehaald heeft. Producent Lagestee wijt dat aan het enorme aanbod Engelstalige films. Hylke Brandsma in het winter 2001/2002 nummer van 'PreView': "(…) Lagestee's keus om de hoofdrollen te laten spelen door de Engelse Louise Lombard en de Australiër Billy Zane pakt aardig uit. De laatste bezit een natuurlijke charme, die goed past bij de romantische thriller die CLAIM wil zijn. Bovendien heeft hij een goede chemie met de in vrijwel iedere scène aanwezige Lombard (…) Op enige diepgang valt CLAIM niet te betrappen. Wat de film genietbaar maakt, is de relativerende knipoog waarmee deze pretentieloze pulp is gemaakt, al ontbreekt die jammer genoeg in de clichématige, gewelddadige climax." Pieter Bots in 'Het Parool' van 29 juni 2002: "(...) na een voorvertoning op het Noordelijk Filmfestival heeft ze nu een enkeltje richting videotheek gekregen. En daar hoort de Engelstalige verfilming (...) ook thuis. Het is geen zeperd, maar onstijgt de middelmaat geen moment. (...) Moeizaam sleept de film zich naar een einde, zonder dat zich een opmerkelijke kwaliteit openbaart. Zelfs spectaculaire achtervolgingen of licht-sardonische humor, waarmee Dick Maas zijn films kruidt, ontbreken in CLAIM. (...) De inbreng van Nederlandse acteurs beperkt zich tot Fedja van Huêt, die twee keer een kantoorruimte binnenwandelt met een bloedneus."
Première: geen in Nederland
K-100 minuten (35 mm)

COSTA!
Johan Nijenhuis
met: Katja Schuurman (Frida), Georgina Verbaan (Janet), Daan Schuurmans (Rens), Kurt Rogiers (Tommy), John Wijdenbosch (Bjorn), Michiel Huisman (Bart), Anniek Pheiffer (Maureen), Peggy-Jane de Schepper (Angela), Nadja Hüpscher (Joyce), Wolter Muller (Stuart), Ian Bok (Ted), Victor Löw (Ian), Ann Ceurvels (Kayra), Joyce de Troch (Erica), Niki Safari, William Miller (Empire proppers), Boy Band (Empire dancers), Carmen Elias (Suarez), Fleur van der Kieft (MTV-vj), Patty Brard (moeder van Janet en Angela), Chantal van Rooijen (Agneta), Joris Kieviets (Benny), Laurens Verbaan (poes van Janet), Bart Spring in 't Veld, Pim van Hoeve
Scenario: Wijo Koek, Johan Nijenhuis. Rens, Frida, Tommy en Björn werken als proppers in een populaire Spaanse badplaats. Ze moeten zoveel mogelijk mensen naar binnen zien te lokken in de hippe discotheek Costa! en verzorgen daar de dagelijkse dansshow. Wanneer de jongens op het strand aan het werk zijn, ontmoeten ze de vier Nederlandse meiden Janet, Angela, Joyce en Maureen. Janet is een spontane meid die voor het eerst samen met haar zus Angela en diens arrogante vriendinnen Joyce en Maureen op vakantie gaat. Janet valt een beetje buiten de boot, is naïever en minder populair dan de andere drie. Maar Janet kan goed dansen op Eurovisie Songfestival-hits. Janet wordt door Rens gevraagd om het dansteam van discotheek Costa! te versterken. Janet vindt Rens leuk, maar Rens toont weinig interesse. Wanneer MTV een danswedstrijd organiseert tussen de discotheken Costa! en Empire, komt daar verandering in… Costa! is gebaseerd op het ware verhaal van de proppers van discotheek Flashback in Salou. Het filmpersonage Rens is gebaseerd op Rens van Ineveld, een goede vriend van regisseur en co-scenarist Johan Nijenhuis. Toen regisseur Johan Nijenhuis bij zijn goede vriend Rens op bezoek kwam ontstond het verhaal voor de film. "Rens was die zomer druk bezig veel meiden te versieren. Hij was de absolute leider van alle Flashback-proppers, en via hem leerde ik de hele scene van binnen uit kennen. Voorjaar 2000 zag ik op RTL4 de serie "Hete Kussen Uit Salou". Wat daarin te zien was is nog maar het topje van de ijsberg. In de zomer dat ik tussen de proppers leefde, zijn er heel wat gekke dingen gebeurd. Toch moet je niet de indruk krijgen dat alle proppers als beesten leven. Want ik heb ze leren kennen als een hele hechte groep met een grote onderlinge vriendschap en verbondenheid. Aan het eind van de zomer moesten ze afscheid van elkaar nemen en toen heb ik grote jongens zien huilen. De vriendschap zit heel diep." aldus regisseur Johan Nijenhuis. Nijenhuis wilde Chris Zegers voor de rol van Rens, maar Zegers wilde zich in 2000 aan de muziek wijden en weigerde daarom. De casting kon via het internet beïnvloed worden. Niet alleen kon je je voorkeur uitspreken over de bezetting van de hoofdrollen, ook was het mogelijk jezelf aan te melden voor een rol. Zowel Daan als Katja hadden in de webcasting de hoogste score gehaald. Regisseur Johan Nijenhuis hierover: "Ik heb naar de stemmen op de webcasting gekeken en was blij verrast dat het publiek dezelfde keuze als ik heb gemaakt. Alleen voor de rol van Janet verschillen we van mening. Kirsten Mulder, Fleur in Westenwind, had meer stemmen dan Georgina Verbaan. Ik denk dat dat komt door de link van de Westenwind-site naar de Costa site. Ik wil graag weer met Kirsten werken, ze is een geweldige actrice. Maar in Westenwind was ze de zus van Daan Schuurmans. Ik kan haar niet in een volgende film zijn grote liefde laten spelen. Sorry, Kirsten." Budget: 4,5 miljoen gulden. Opgenomen in Salou. De gemeente was aanvankelijk niet blij, omdat zij de reputatie van de familiebadplaats hoog wilden houden. Tijdens de opnamen in oktober 2000 bleken de jongeren alweer thuis te zitten en was hun plaats ingenomen door 65 plussers, die niet in beeld mochten. Costa! werd geproduceerd door Solo Film Company (Joop van den Ende en Jos van der Linden), Fu Works (San Fu Maltha) en Johan Nijenhuis Produkties. Daarnaast draagt de publieke omroep BNN zorg voor de co-produktie. Het Filmfonds droeg niet bij. Camera: Maarten van Keller. Licht: Michel Stevens. Geluid: Bert Koops, Marcel de Hoogd. Art director: Mario Attard. Stunts: Stuntteam Hammy de Beukelaer. Muziek: Martijn Schimmer. De titelsong ‘Lover or friend’ wordt gezongen door Katja Schuurman. Naast de titelsong zijn talloze Eurovisie Songfestival-hits te horen; van ‘Dinge Dong’ via ‘Where are you now’ van Imani naar ‘Ik hou van jou’ van Maribelle en ‘J’aime la vie’ van Sandra Kim. De muziek in The Empire werd gecomponeerd door Eric Nouhan. Componist Martijn Schimmer is de producer van Jody Bernals ‘Que si que no’. Oorspronkelijk was het de bedoeling om hem de titelsong te laten zingen, maar de platenmaatschappij wilde geen nieuw materiaal in de film hebben. De Rotterdamse R&B-band Replay was woedend op regisseur Johan Nijenhuis, omdat hij enkele dagen voor de première het nummer ‘Over’ uit de film knipte, omdat het niet in de film paste. Costa! bestond al eerder op papier als potentiële televisieserie. Nadat eerder het plan om 'Giph' van Ronald Giphart te verfilmen was afgeblazen, ging Johan Nijenhuis aan de slag met Costa! 35 draaidagen. De opnamen lagen even stil, omdat Georgina Verbaan last had van een oogontsteking. Hans (clapper/loader), Bart (camera-ass.), Michel (gaffer), Tom (licht-ass.) en Kurt (acteur, die de rol van Tommy speelt) zijn de Vlaamse leden van de crew/cast. Daan Schuurmans brak op de laatste draaidag zijn arm bij een dansscène. De kat aan het begin van de film is die van Georgina Verbaan; Laurens genaamd. In de film zit een fragment uit de Lolamoviola ‘Benidorm’. Auteur Lola Brugge heeft op basis van het script van Costa! het gelijknamige boek geschreven. Zaterdag 17 februari 2001 werd bij BNN The making of Costa! uitgezonden. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 28 februari 2001: "Als er een enquête zou worden gehouden onder kinderen tussen acht en dertien jaar over de elementen die een Nederlandse film zou moeten bevatten, heb je grote kans dat we bij de film Costa! zouden uitkomen. De film is om te beginnen een parade van gebronsde jonge lijven waarbij de camera voortdurend mijmert bij een dij, blijft hangen bij een gespierde buik (ook wel: wasbordje) of treiterig lang een bilpartij volgt totdat de eigenares van deze billen in de branding verdwijnt. (...) [Georgina] speelt alleen dat ze lelijk is. En ze doet dit met behulp van een wollen mutsje en een beugel. En, o ja, iedereen zégt dat ze lelijk is. Het is een geruststellend soort lelijkheid voor de doelgroep. Geen scherpe randjes in Costa! Wel veel valse vriendinnen, die de stiefzusters van Assepoester in hun zak steken. (...) Costa! is niet helemaal All about Eve aan de Costa Brava geworden. Daarvoor is het te onnozel af en toe, daarvoor heeft het ook te weinig sfeer en daarvoor is het acteren ook - zelfs voor het genre - te eendimensionaal. Alleen Verbaan komt redelijk uit de verf. Nee, we geloven geen moment dat ze lelijk is, maar ze heeft wel talent voor komedie. Victor Löw lijkt een vreemde eend in de bijt tussen alle gestroomlijnde collegaatjes en zijn rol als Deense invalide disco-eigenaar met een Australisch accent is nogal bizar. Om maar te zwijgen van zijn lange speech halverwege de film over de dromen van een propper: Costa! goes Martin Luther King. Geen pretenties graag, we zijn op vakantie." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' d.d. 28 februari 2001: "Het is verbluffend om te zien hoe serieus Nijenhuis zijn onderwerp neemt. De proppers van discotheek Costa! zijn in concurrentie met hun collega's van de Empire, en Nijenhuis filmt hun strijd als een ware oorlog. De dialogen en het acteren zijn in Costa! vaak zo potsierlijk dat de film doet denken aan Showgirls, de flop van Paul Verhoeven over twee stripteasedanseressen in Las Vegas. Costa! heeft de allure van echte pulp, die niet door enige ironie ontsierd wordt. Bijna aandoenlijk is de manier waarop Nijenhuis de twee groepen proppers tegen over elkaar zet. De jongens van de Costa! dansen in het wit, de Empireboys zijn altijd in het zwart gekleed. Geen wonder dat er later in de Empire ook cocaïne wordt gesnoven. In de Costa drinken ze roze en blauwe cocktails. Minder roerend is de rol die een aanranding in de film speelt. Een van de personages mag echt zeggen dat het meisje het er toch wel naar gemaakt heeft. (...) De proppers van de discotheek moeten elke avond een dansshow verzorgen, maar geen van de acteurs kan er iets van. De hoofdrollen in Costa! worden gespeeld door sterren uit Nijenhuis' series (...) Een begrijpelijke keuze gezien de doelgroep van de film. Katja Schuurman tuit haar lippen weer alsof ze voor de Playboy poseert. Maar een paar goede dansers in de bijrollen en een uitgekiende montage hadden de gebreken van de sterren kunnen verhullen. Nu is het alsof we moeten applaudisseren voor een nijlpaard dat in het circus een krop sla eet. Er is geen kunst aan. (...) Om de internationale sfeer van Salou weer te geven had Nijenhuis beter een Engelse of Deense acteur kunnen nemen. Löw lijkt me voor deze film geen publiekstrekker. Ook met de muziek is iets merkwaardigs aan de hand. Katja Schuurman zingt een lied en er is in de disco's wel wat moderne techno en latin te horen, maar in een halfslachtige poging tot camp laat Nijenhuis Janet vooral van songfestivalmuziek houden. Toch is het raar om een gevoelig moment te ondersteunen met de arbeidsvitamine What's another year. Costa! bevat verder nog een heuse stunt, een vechtpartij waarbij een palm in een kont wordt gestoken, gezoen in de zee en gescheur met een jeep. En dan komt eindelijk die laatste avond in zicht." Eric Koch in ‘de Telegraaf’ d.d. 1 maart 2001: “(…) regisseur Johan Nijenhuis en scenarioschrijver Wijo Koek [geven] elk denkbaar Amerikaans cliché een VIP-behandeling. Maar COSTA! een slap Nederlands aftreksel van Hollywood-voorbeelden noemen, zou te complimenteus zijn voor het kinderachtige ratjetoe waarmee de producenten op de jongerenmarkt mikken. De strijd tussen de Costa-ploeg en de zwarte brigade van de Empire heeft de onhandige heroïek van een slecht jongensboek en de romance van het lelijke eendje, en haar blonde prins lijkt twee sprookjes door elkaar te halen. Erger nog dan de lamlendige voorspelbaarheid en de gekunstelde momenten van originaliteit (zoals het 'moderne' lesbische vleugje op het eind) is dat COSTA! geen moment spannend of prikkelend is. De opgelepelde verhalen van achter de schermen wekten al weinig verwachting (Georgina Verbaan die met een auto een vuilnisbak omver reed -goh! en Daan Schuurmans die een pols verzwikte en dapper doorging -flink!), maar de gebeurtenissen op het witte doek zijn zo mogelijk nog saaier. Jongeren zullen bij COSTA! geen intellectueel meesterwerk verwachten, maar rekenen minstens op iets van zindering rond de hete stranden van het Sodom en Gomorra aan de Spaanse kust. Tevergeefs: COSTA! is een toonbeeld van burgerlijke braafheid. De hoofdrolspelers valt weinig te verwijten: Georgina Verbaan, eerder op dreef in een klein optreden in ENIGMA, is enthousiast en vertederend als de onzekere tiener Janet, Daan Schuurmans toont een plezierig naturel en Katja Schuurman (indertijd een lichtpuntje bij NO TRAINS, NO PLANES) is met haar charme en uitstraling aan een grotere rol toe. Ze zijn echter kansloos in het drijfzand van COSTA!.” Willem Schouten in ‘Sp!ts’ d.d. 1 maart 2001: “Georgina Verbaan met een bitje in, songfestivalgod Johnny Logan met zijn Whats another year en Victor Löw in een rolstoel die de droom-speech van Martin Luther King verkracht. Je kunt het zo maf niet bedenken of COSTA! heeft het. (…) COSTA! moet het doen met de chemie tussen de zich aardig staande houdende Verbaan en Schuurmans en een zeer hoge camp-factor.” TeleVizier 8-2001: "(...) Nijenhuis houdt de vaart erin en laat in zijn eerste speelfilm zien dat hij goed met acteurs overweg kan. Georgina Verbaan als Janet is zelfs een schot in de roos." Niels Carels op filmfocus.nl: "(…) In praktisch elk interview of televisieoptreden valt het woord ‘feel-good-movie’ waar het ‘Costa!’ betreft. Iedereen die er wat mee te maken heeft, neemt de term in de mond. Maar is ‘Costa!’ wel een ‘echte’ feel-good-movie? Het antwoord daarop valt in het midden tussen ja en nee. Zo komt het namelijk voor iedereen aan het einde van de film wel weer goed (wat natuurlijk een voorwaarde is van een feel-good-movie), maar wordt er bij de kijker te weinig sympathie voor de verschillende personages opgewekt, terwijl sympathie juist het feel-good-gevoel moet stimuleren. Daarbij twijfelt Nijenhuis teveel of hij nu een komedie wilde maken, een spannende film of een lichtvoetig drama. Nu is het geen van al geworden, eerder een vreemdsoortig mengelmoesje waar die term feel-good-movie bijzonder makkelijk de lading schijnt te dekken. (…)" Peter van Bueren in 'de Volkskrant' d.d. 1 maart 2001: "De stijl van de film is bedoeld als snel en scherp, maar kan in elk geval onpersoonlijk genoemd worden. Of Georgina Verbaan echt goed dansen kan, wordt niet echt duidelijk, maar al in GTST en wat bijrolletjes bleek zij Miss Spontaniteit en zal dat wel blijven zolang zij een beugel draagt. Katja Schuurmans is Katja Schuurmans, vanwege haar verrassende coming out nu ook aangenaam voor een bredere doelgroep dan voorheen. (…) In een bioscoopfilm hoort het ruiger toe te gaan dan op televisie, maar verrassenderwijs is het hier andersom (…)" Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' d.d. 1 maart 2001: "Zelden zo'n brave en tuttige benadering gezien van een onderwerp dat schreeuwt om een brutale aanpak. (...) Bovendien zitten in COSTA! enkele continuïteitsfouten (Rens wordt twee keer afgetuigd, maar loopt kennelijk geen letsel op) die amateuristisch overkomen. Ook het acteren van de hoofdrolspelers is zeer wisselvallig. Bespottelijk slecht geacteerde scènes worden opgevolgd door degelijk spel, waarbij vooral Georgina Verbaan steeds meer overtuigt. (...) COSTA! kan zo door de Evangelische Omroep worden uitgezonden, wat BNN (doelgroep) met deze zedige soapkost wil, blijft een raadsel." Johan Nijenhuis over de zure reacties op www.wanadoo.nl/film: "Mijn nuchtere broer, woonachtig in Markelo, zei me van tevoren:"Dit soort films MAG je van de critici niet leuk vinden." Dus de reakties waren voorspelbaar. Toch is het jammer dat de film niet is beoordeeld op wat hij is: pretentieloos amusement, maar wel heel goed gemaakt amusement. Gelukkig waren er ook bladen met een bredere blik: Nieuwe Revu, News.nl, TeleVizier, TV krant gaven de film 3 sterren, het blad FHM noemt Costa! "De Nederlandse GREASE" en geeft hem 4 sterren." San Fu Maltha in 'Nieuwe Revu' 10-2001: "Als je meer dan 50.000 bezoekers haalt, moet je een Nederlandse film tegenwoordig al geslaagd noemen. Maar vooruit, wij vinden COSTA! pas echt geslaagd als hijbovend de 3000.000 uitkomt. En volgens mij heeft de film potentie om meer dan een half miljoen bezoekers te trekken." De eerste bioscoopdag brak records; nooit eerder had een Nederlandse film op een openingsdag zo veel bezoekers naar de bioscoop weten te lokken. De 1e donderdag bekeken 22.000 mensen in 82 bioscopen de film. Na slechts één weekend had COSTA! al bijna 100.000 bezoekers gehaald. Zowel in de provincie als in de grote steden was de film een topper. In Utrecht (Rembrandt 1) haalde de film zelfs een betere omzet dan Hannibal, ook al was het aantal bezoekers iets minder. In Rotterdam behaalde de film in het weekend maar liefst 6.000 bezoekers in Lumière 1. Costa! draait vanaf maandag 5 maart (al eerder zo gepland) in 83 bioscopen. De goede resulaten resulteerden in een nummer 3 in de top 10. Coproducent San Fu Maltha in 'Het Parool' d.d. vrijdag 9 maart 2001 over het succes: "Het is de eerste Nederlandse film die zich ongegeneerd op een doelgroep richt, in dit geval jongeren tussen twaalf en 25 jaar. (...) Hij heeft geen last van diepgang. (...) Het calvinisme is hier uitroeibaar. Ik ben ervan overtuigd dat COSTA! betere recensies had gekregen als het een Amerikaanse film was. Recensenten zouden blij moeten zijn met films als IK OOK VAN JOU en COSTA! want die doorbreken de negatieve spiraal dat niemand Nederlandse films wil zien. We willen toch allemaal dat er mensen naar Nederlandse films gaan?" Andere noteringen: 2, 1 (versloeg Hannibal), 2, 2, 3, 4, 4, 5, 7, 8 en 10. Een serie is in de maak. BNN heeft dertien scripts gekocht. Ook in Vlaanderen was de film succesvol. Daar kwam de film op 3 binnen en werd daarmee de best geopende Nederlandse film ooit. De recensies in België waren vernietigend. 'Het Laatste Nieuws': "Banale discotheekfilm verveelt van begin tot eind". Raf Butstraen van 'De Standaard': "Een verschrikkelijke film, maar perfect voor jong publiek; geen verwijt hoor, zoveel te beter voor de makers. De publiciteit was ook slim: de acteurs verschenen vrijwel naakt op de cover van de boekskes hier, en wekten de suggestie van bloot die in de film niet wordt bewaarheid." Tijdens het slotgala van het Nederlands Film Festival op vrijdag 28 september 2001 zijn voor het eerst de Platina Film en de Gouden Film uitgereikt. De Platina Film werd uitgereikt aan Costa! en in ontvangst genomen door regisseur Johan Nijenhuis en producent San Fu Maltha. De Gouden Film werd uitgereikt aan Ik ook van jou en in ontvangst genomen door Beau van Erven Dorens (in naam van regisseur Ruud van Hemert) en producenten René Huijbrechtse en Frank Bak. De Platina Film wordt uitgereikt tijdens het roulement, wanneer voor een film 200.000 kaartjes zijn verkocht. De Gouden Film wordt uitgereikt tijdens het roulement op het moment dat een film 75.000 bezoekers heeft getrokken. Costa!, geregisseerd door Johan Nijenhuis, had op dat moment 672.595 bezoekers gehaald volgens de registratie van de NFC. Ik ook van jou, geregisseerd door Ruud van Hemert, behaalde het aantal van 141.257 bezoekers. De Gouden en Platina Film zijn een initiatief van de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie, het Nederlands Film Festival en het Nederlands Fonds voor de Film. De bedoeling van de prijzen is de Nederlandse Filmindustrie te stimuleren en het publiek te motiveren naar Nederlandse films te gaan. De uitreiking van de Platina Film aan Costa! en de Gouden Film aan Ik ook van jou tijdens het slotgala van het Nederlands Film Festival vormt de aftrap van dit initiatief. Officiële website: www.costamovie.com. Op de DVD - die eind december 2001 verscheen - staan bloopers, extra scènes en Georgina Verbaan en Daan Schuurmans geven commentaar. De film behaalde met 672.690 bezoekers een 6e plaats in de top 20 over 2001. In 2002 werden nog 780 kaartjes verkocht.
Première: 1 maart 2001 (82 bioscopzalen, later 84/Kijkwijzer: 12 sex)
K-95 minuten

DISCOVERY OF HEAVEN, THE
Ook: DE ONTDEKKING VAN DE HEMEL
Jeroen Krabbé

met: Stephen Fry (Onno), Greg Wise (Max), Flora Montgomery (Ada), Diana Quick (Sophia), Neil Newbon (Quinten), Emma Fielding (Helga), Jeroen Krabbé (Gabriel), Maureen Lipman (Figure 1), Viv Weatherall (Engel), Gillian Barge (Onno's moeder), Nettie Blanken (Coba), Victoria Carling (Margareth Quist), Loïs de Jong (Kleindochter Quist), John Franklyn Robbins (Onno's Father), Geraldine Alexander (Trees Quist), Nicholas Palliser (Diederik Quist), Sean Harris (Bart Bork), Molly Hallam (Roodharige demonstrant), Alex Lowe (Politie agent), Rodney Baddell (Politie agent), Rob van de Meeberg (Oswald Brons), Heather Weeks (Studente), Kumari Simmons (Meisje in auditorium), Valeriano Ramirez Monteco (Cubaan 1), Jesus Hernandez Diaz (Cubaan 2), Krijn ter Braak (Man in auditorium), Michael Cronin (Oorlogs archivaris), Paloma Calle (Soldate Cuba), Edwin de Vries (Soldaat Cuba), Vanesa Lozano (Soldate Cuba), Inday Ba (Maria), Javier Lago (Revolutionaire spreker), Ramon Camin (Ober Cuba), Neville Phillips (Ambtenaar), Truus te Selle (Verpleegster), David Allister (Neuroloog), Petra Laseur (Verpleegster), Dimitris Phillippou (Quinten 4 jaar oud), Timothy Bateson (Mr. Keller), Sheila Shand Gibbs (Mrs. Keller), Marjolein Sligte (Selma Kern), Clive Merrison (Theo Kern), Monique van de Ven (Verpleegster), Lawrence Ray (Journalist/ verslaggever), Philip Bowen (Politicus), Terence Harvey (Party Chief), Daniel Boissevain (Junk), Sarah Winman (Ankie), Simon Greiff (Floris), Achille Brugnini (Oudere man), Leon Lissek (Hotel eigenaar), Carmen Carro (Meisje in hotel), Harry Landis (Ibrahim), Manex Recarte (Israëlische Soldaat), Ellen Vogel (Max’ Moeder)

Scenario: Edwin de Vries, naar het gelijknamige boek van Harry Mulish uit 1992. Toen God aan Mozes de Tien Geboden dicteerde gaf Hij de mensheid het recht om onder zijn wetten te leven. Nu hij duizenden jaren later de verschrikkingen ziet waar de mens zich ondanks Zijn regels mee bezighoudt -van het vervaardigen van de atoombom tot het klonen van mensen- besluit Hij zijn handen van de mensheid af te trekken. Het enige dat God nog met de mens bindt is het manifest de Tien Geboden. Hij wil deze dan ook laten transporteren van de aarde terug naar de hemel. Een mens dat nog geboren moet worden zal deze taak volbrengen en God laat twee engelen speuren naar de twee mensen op aarde uit wiens combinatie van DNA deze laatste Messias kan ontstaan. Vier hoofdpersonages: Max Delius (Natuurkundige, zoon van een oorlogsmisdadiger en een jodin. Klein, groene ogen en een zwarte haardos. Een zeer verzorgd uiterlijk. Geobsedeerd door vrouwen, neemt elke nacht een ander mee naar huis.), Onno Quist (Alfa-wetenschapper. Zoon van een oud minister-president. De beste vriend van Max. Niet geïnteresseerd in lichamelijke driften, noch in zaken van materiële aard. Ziet er smoezelig uit.), Ada Brons (Een begenadigd violiste uit een burgerlijk Leids gezinnetje. Moeder van een kind van een van hen. Niet echt wereldwijs. 'De Neo-maagd Maria'.) en Quinten ('De uitverkorene'. Een stille, zeer intelligente jongen met een bovenmatige belangstelling voor gebouwen.). Het plan van de engelen begint bij de ontmoeting op aarde van twee zeer bijzondere mannen: astroloog Max Delius en Onno Quist. De mannen zijn meteen boezemvrienden en laten alleen de celliste Ada toe in hun hechte vriendschap. Ada, Max en Onno maken een reis naar Cuba waar Ada zwanger raakt van Quinten, wiens vader zowel Max als Onno kan zijn. Als Quinten oud genoeg is, moet hij de tien geboden opzoeken en terugbrengen naar de hemel. Zal hij in staat zijn om de opdracht van de Engelen uit te voeren? Het verhaal speelt zich af van 1967 tot 1985. Producent: Ate de Jong. Co-producenten: Denise O'Dell, Mark Albela (Spanje), Laura Coffiero (Italië), Mickey Kovler (Israël) en Heleen Rouw (Nederland). Camera: Theo Bierkens. Production design: Benedict Schillemans. Muziek: Henny Vrienten. Song: 'She's not there' van The Zombies. Montage: Nigel Galt. Make up en hair: Winnie Gallis, Leendert van Nimwegen. Edwin de Vries hoefde niets te verzinnen voor de film; alle energie ging zitten in het schiften. Hele subplotten en personages moesten weggesneden worden om de 900 bladzijden terug te brengen tot 134 minuten film. De tussenstukken waarin de engelen hun verhaal vertelden verdwenen. Verder zijn de passages eruit gehaald die in het boek bijna op zichzelf staan, zoals de hoofdstukken over Quintens opvoeding op kasteel Groot Rechteren. Ook de politieke sleutelroman waarin Mulisch de hele Nederlandse politiek van de jaren zeventig ophangt aan Onno's carrière als Amsterdamse wethouder en later lid van de Tweede Kamer is bijna volledig gesneuveld. De Amerikaan Robert Kamen wilde veel veranderen, maar Edwins herziene versie viel bij Jeroen niet in de smaak. Slechts twee aanbevelingen werden opgevolgd: Onno werd duidelijker de hoofdpersoon en Ada kreeg een actievere rol (als geestverschijning). Het Nederlands Filmfonds gaf - na een aanvankelijke afwijzing - één miljoen gulden subsidie. De NPS en de NCRV kregen ruzie over wie de partner van de producent Ate de Jong was. De NPS waande zich zodanig, totdat bleek dat hij in zee ging met de meer biedende NCRV. De kosten van de productie bedragen in totaal 30 miljoen gulden. Voor de kameraden Max en Onno stonden de jonge Harry Mulisch en schaakgrootmeester Jan Hein Donner model. In de zomer van 2000 begonnen de opnamen. Harry Mulisch leek de Britse acteur Stephen Fry wel iemand voor de rol van Onno. De gedachten van Ate de Jong gingen uit naar een ster van een iets ander kaliber 'het zal lastig zijn Mel Gibson te krijgen'. Stephen Fry over de film in 'Skrien' van oktober 2001: "Ik kan me voorstellen dat mensen de film te zwaar aangezet vinden. Ik heb geprobeerd om Onno ironie mee te geven, wat niet zo moeilijk was omdat het besloten zit in mijn karakter. Wat een van de redenen was dat ik me zo aangetrokken voelde tot zijn persoon. Je zou inderdaad kunnen zeggen dat Jeroen Krabbé een man is van het grote gebaar en ik de neiging heb meer subtiel te werk te gaan. Daar hadden we op de set ook discussies over. Maar hij stond altijd open voor suggesties." Vlak voor de eerste officiële draaidag reisde een kleine crew naar Jeruzalem om een aantal buitenopnamen rondom De Tempelberg te maken. Daarna werd 7 weken in Nederland opgenomen, met kasteel Heino te Wijhe als start. Vervolgens werd gefilmd in Leiden, Den Haag, Haarlem, Amsterdam (Bloemgracht, Rijksmuseum), Heiloo, Westerbork en Veendam. Daarna werd gefilmd in Italië (Rome), Spanje (wat doorging voor zowel Israël als Cuba), Polen (Auschwitz) en Amerika (Florida dat voor Cubaans strand doorging). Een belangrijke scène speelt zich af op de Tafelberg in Jeruzalem, daar mocht niet gefilmd worden, daarom is die locatie geheel nagebouwd. Aanvullende shots zijn gemaakt in Spanje. Het filmen in Rome ging niet eenvoudig, daar moest een brief van Rick van der Ploeg en smeergeld aan te pas komen. Onverbiddelijk was en bleef het Vaticaan. Op Cuba was de filmpoeg niet welkom, omdat Castro niet wilde dat Cuba als promotor van internationaal terrorisme werd opgevoerd. De vervangende opnamen vonden plaats in Zuid-Spanje. Totaal: 68 draaidagen, 5 studio draaidagen en 15 second unit dagen. In februari 2001 werd de editor vervangen, omdat Ate de Jong niet te spreken was over het resultaat. Nieuwe editor: Nigel Galt. De eerste versie van de film was 160 minuten, die lengte vond de financier te lang. De film werd ingekort tot 135 minuten. De financier wilde hem nog korter, maar dat gebeurde niet. Door de inkorting sneuvelde onder anderen de acteur Gijs Scholten van Aschat op de montagetafel. Hij speelde een brandweercommandant die na de meteorietinslag komt kijken. In 'de Telegraaf' van zaterdag 4 en maandag 6 augustus 2001 is het dagboek van Jeroen Krabbé te lezen. Het nabootsen van de hemel, gebaseerd op Carceri tekeningen van Giovanni Battista Piranesi (1720-1778), kostte meer tijd dan verwacht. De speciale effecten die in de hemel plaatsvinden en het uitbeelden van de Tien Geboden veroorzaakte moeilijkheden. Vooral de eindmontage veroorzaakte de vertraging. In de gefilmde beelden moesten computeranimaties worden ingebracht. Omdat in de productie een grote maquette de hemel uitbeeldt, was dat lastig te realiseren. Daardoor liep de uitbreng van de film twee weken vertraging op. Persreacties: Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 17 oktober 2001: "Jeroen Krabbé beheerst zowel Amerikaanse als Europese aanpak. Roman Mulisch voorbeeldig verfilmd. (...) Producent Ate de Jong bracht het project aan de man met de slogan `Jules et Jim gekruist met Raiders of the Lost Ark', en inderdaad roept de film zowel associaties op met Truffaut als met Spielberg. In zijn tweede speelfilm, een grote sprong voorwaarts in vergelijking met Left Luggage (1998), demonstreert acteur-schilder Krabbé wat hij waard is als regisseur. Hij beheerst zowel de klassieke Amerikaanse mise-en-scène (let maar eens op de meesterlijke manier waarop in beeld gebracht wordt dat Max Delius een cruciaal telefoontje van Quinten Quist misloopt) als een meer Europese benadering, met gevoel voor sfeer, visuele stijl (de hemel gemodelleerd naar Piranesi) en het vrijheid bieden aan acteurs. De vorstelijke rol van Stephen Fry als Onno Quist is een van de beste acteerprestaties die ooit in een Nederlandse film te zien was, maar ook alle andere acteurs zijn voortreffelijk tot goed. Valt er dan helemaal niets aan te merken op de voorbeeldige ambachtelijkheid van The Discovery of Heaven, vergelijkbaar met zo'n andere onberispelijke verfilming van een klassieke roman over liefde, politiek en metafysica als The Unbearable Lightness of Being (Phil Kaufman, 1988, naar Milan Kundera)? Twee kanttekeningen zijn er te maken, meer persoonlijke opmerkingen dan bezwaren. (...) Ik zag een optimale illustratie van een meesterlijke roman en vroeg me heimelijk af wat de noodzaak was om die tot stand te brengen. De andere kanttekening betreft een niet vervuld verlangen. Engels is de taal van de film (...) Maar ik zat stiekem steeds te denken hoe graag ik Max, Onno en Ada Nederlands had willen zien praten en welke acteurs dat hadden kunnen doen. Nu spreekt zelfs de dubbelganger van Joop den Uyl Brits-Engels. Ik had voor Nederlandse acteurs zelfs Stephen Fry als Onno Quist alias Hein Donner willen opgeven, en dat is een hoge prijs." Mark Moorman in 'Het Parool' van 17 oktober 2001: (...) Scenarist Edwin de Vries is erin geslaagd een bekwame samenvatting van de negenhonderd pagina's tellende roman te maken, maar toch voelt het soms aan als een Readers digest-variant van het boek, waarbij we in vogelvlucht langs de gebeurtenissen scheren. (...) Het probleem van het boek - het eerste deel een zeer vlot leesbare filosofische schelmenroman, het tweede een nogal dolgedraaide en minder leesbare queeste naar de Tien Geboden - is in de film een ernstiger probleem, omdat de nadruk komt te liggen bij de weinig opzienbarende Neil Newbon (...) Mulisch legt hier de redding van hemel en aarde op de schouders van een wonderkind en daar valt eigenlijk niet tegenaan te acteren. Ergens halverwege de film voel je dat je de band met de personages aan het kwijt raken bent en de wonderen die volgen, zetten voor de verwende toeschouwer niet echt de hemelpoort open." René Glas in 'Xi' van oktober 2001: "(...) Henny Vrienten's vrij briljante soundtrack in combinatie met een bijzonder dynamische camera en montage slepen je voortdurend van scène naar scène. (...) Er lijkt echter nooit rust te zijn. Gelukkig brengt het acteerwerk van de formidabele cast relativering en kalmte in Krabbé's zware gebaren. (...) het is vooral de stroom van beelden die over je heen wordt gestort door Krabbé die alle losse eindjes laat samenkomen tot een coherente film. (...)" Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 18 oktober 2001: "(...) De film is degelijk, onderhoudend en gedwee. Er wordt fantastisch in gespeeld. (...) Krabbé heeft niet het mysterieuze slot durven maken dat past bij een film die eindigt met een geheime opdracht, uitgevoerd door een afgezant van God himself. Er is geen ruim baan gegeven aan irrationaliteit en obscuriteiten - wat makkelijk kon, omdat dan allang duidelijk is dat de engelen het leven manipuleren zoals het hen uitkomt. (...) Het eindresultaat is een film in scherven. Er zijn scherpe dialogen, er wordt goed gespeeld en de thema's blijven interessant. Maar tot nadenken stemt THE DISCOVERY OF HEAVEN niet - daarvoor zijn te veel knievallen gemaakt. Voor de schrijver, voor het publiek en voor de historische plekken die het decor vormen. (...)" Erik Spaans in 'HP/de Tijd' van 26 oktober 2001: "(...) Er ligt voortdurend een uitdrukking van verveelde hooghartigheid op het gezicht van Newbon. Het is lang geleden dat een acteur erin slaagde binnen een minuut zó'n sterke afkeer bij me op te roepen. (...) Daarmee is nu ook weer niet gezegd dat THE DISCOVERY OF HEAVEN mislukt zou zijn. Het is een bij vlagen imposante film die gaandeweg onder z'n eigen gewicht dreigt te bezwijken. Wél mooi, niet evenwichtig. Wél groots, niet meeslepend." Op zondag 21 oktober 2001 werd in het programma Close-up 'The making of heaven' uitgezonden (AVRO, Nederland 1 van 18.30-19.30 uur). De film trok in de eerste Amsterdamse week in 4 bioscopen maar liefst 9.415 bezoekers en was daarmee in Amsterdam de best bezochte film van afgelopen week. De Amsterdamse nummer 1 notering leverde 35.435 gulden op en daardoor tevens een nummer 12 landelijk. In de Amsterdamse film top 10 in 'Het Parool' van 27 oktober 2001 stond de film overigens op 2 met 6.217 bezoekers achter Rush hour 2 met 7.106 bezoekers. Andere NFC hitstanden: 2, 1, 1, 1, 2, 3, 4, 6, 9, 9, 9, 7, 9, 10, 12, 11, 15, 16, 19. De film passeerde 7 november al de 75.000 bezoekers-grens. Goed voor een Gouden Film en een uitgebreid aantal zalen tot 66. Op 15 november 2001 was het tijd voor een Platina Film (200.000 bezoekers). Totaal aantal bezoekers in 2001: 394.182. Hart Award 2001 (SBS6) voor beste film. In 2002 539.345 bezoekers, maakt 933.527. Edwin de Vries kreeg het Gouden Kalf Beste Scenario 2002 voor THE DISCOVERY OF HEAVEN ("Het is de schrijver gelukt een veelomvattend boek om te vormen tot een filmscenario Het is knap dat hij zoveel serieuze ideeën bij zo'n grote hoeveelheid Nederlandse bioscoopbezoekers heeft weten te brengen."). Ondanks de 543.000 bezoekers moesten de investeerders in participaties van 25.000 gulden (11.345 euro) genoegen nemen met een karig rendement van 3,02%. Dat kwam doordat zowel ENIGMA als FOGBOUND in dezelfde cv zaten en die films werden geen succes. Officiële website: http://www.thediscoveryofheaven.nl.
Première: 18 oktober 2001 (voorpremières in 4 bioscoopzalen in Amsterdam)/25 oktober 2001 (41 bioscoopzalen)
K-134 minuten

DOWN
Ook: ELEVATOR, THE/LIFT, THE
Dick Maas

met: James Marshall (Mark Newman), Naomi Watts (Jennifer Evans), Eric Thal (Jeffrey), Michael Ironside (Gunter Steinberg), Edward Herrmann (Milligan), Dan Hedaya (Lt. Mc Bain), Ron Perlman (Mitchell), Kathryn Meisle (Mildred), Martin McDougall (Security Guard #1 Andy), John Cariani (Security Guard 2 Gary), Daniel Rabin (Security Guard #3 Jake), Ruurt de Maesschalck (Security Guard 4), David Kennedy (Security Guard #5 Duane), René Retèl (Security Guard #6), Cynthia Abma (Pregnant Woman #1), Margot Steinberg (Pregnant Woman #2), Mylène d'Anjou (Pregnant Woman #3), Elaine English (Pregnant Woman #4), Miranda Bergen (Pregnant Woman #5), Jennifer Bills (Pregnant Woman #6), Margo Dames (Female Instructor), Eric Meyers (II) (Maintenance Man #1 Tim), Winston Rodriguez (Maintenance Man #2), David Eeles (Security Guard 7), Klaartje de Schepper (Waitress Peggy), Sam Lathem (Big man), Greg Shore (Chip), Richard Messina (Russell), Brian Anthony Wilson (Policeman Barny), Bobby Dye (Male Nurse), Peter Banks (Maintenance Chief), David Gwillim (Blind man Mr Faith), Angela Schijf (Hairdresser Tracy), Daniella Marcelina (Colleague Hairdresser), Helene Wilson (Geena), Antonie Knoppers (Geena's Lover), Melissa Stark (Reporter Tim Bradley), Martin Marquez (Policeman Hallway), Carlos Antonio (Security Guard #8), Janke Dekker (Talkshow Host), Dawn Mastin (Marcia), Ali Ben Horsting (Worker), Dave Calderhead (Another worker), Joe Montana (Foreman), William Vanderpuye (Murphy), Joep Sertons (Security Guard #9), Marco Gerris (Skater #1), Cherif Zaouali (Skater #2), Charles Reed (Security Guard 10), Biellie Dee Luewis (Janet), Marisa Redanty (Policeman Lobby), Carly Wijs (Secretary Milligan), Ike Barinholtz (Niles, Assistant Milligan), Hanneke Riemer (Nanny Ilsa), Merel den Hengst (Little Girl Mary Jane), Serge-Henri Valcke (Doorman), Joe Weston (Journalist #1 Jerry Seltzer), Candy Buckley (Journalist #2 Susan), Jackie Hoffman (Journalist #3 Marie-Anne), Berry de Jong (Man 1), Willy van der Griendt (Woman elevator), Jacob Dijkstra (Another man), Mylène Duyvestein (Announcer V.O.), Michael J. Reynolds (President), Wilke Durand (Kowalski's wife), Cliff Thorn (Policeman Barricade), Stevie Ray Dillimore (ESU Cop #1), Roel Fooij (ESU Cop #2 (Lieutenant)), Paul Groot (ESU Cop #4 P.G), Michael Hunsaker (ESU Cop #5), Todd Boyce (ESU Captain), Michael Wilcox (ESU Cop #6), Josh Meyers (ESU Cop 7), Chung Huen Lam (ESU Cop #8), Bumper Carroll (ESU Cop 9 (Contact man)), Melvyn de Kom (ESU Cop #10 (Main lobby)), Wills Robbins (ESU Cop 11 (Hallway NY)), William Roberts (SAIC), Stephen Stephanou (ESU Cop #15 (86th floor)), Dorien Folkers (Nurse Hospital #1), Natasja Loturco (Nurse Hospital #2), Walker Richards (Security Guard #7a), Sheila Wiersum (Woman in elevator #1), Kay Cannon (Woman in elevator #2), Ian Elliott (Man in elevator #1), Thierry Audenaerde (Man in elevator #2), Sylvia Holstijn (Woman crowded elevator #2), Erin Tasmania (Woman in Crowded Elevator #3), Bonnie Williams (Woman in Crowded Elevator #4), Rutger Lagestee (Little Boy in crowded elevator), Ken Srisangkhan (Skater 3), Inge Beekman (Astonished Passer-by), David Hulks (Astonished Security Guard)

Scenario: Dick Maas. New York. Een stad zo stijl, dat hij zonder liften niet zou bestaan. Wanneer de supersnelle liften in het Millennium Building, met zijn 102 verdiepingen en 72 liften een van de opmerkelijkste gebouwen van New York, ontregeld raken en onverwacht uitvallen, wordt de liftmecanicien Mark Newman er op af gestuurd om het probleem te verhelpen. Wat aanvankelijk lijkt op een routineklus, draait uit op een regelrechte nachtmerrie waarbij Newman de strijd moet aangaan met een tegenstander die even bloeddorstig als onvoorspelbaar is. Hij wordt bijgestaan door journaliste Jennifer Evans, die hiermee een goed verhaal in handen denkt te hebben. Engelstalige remake van de Nederlandse film DE LIFT uit 1983. Dick Maas noemt het zelf geen remake. "Het script is helemaal omgewerkt, zodat het meer op een sequel lijkt. Het is geen Amerikaanse studioproductie, maar een in Amerika gedraaide Nederlandse First Floor-productie. De hoofdrol van liftmecanicien wordt niet meer gespeeld door Huub Stapel, maar door James Marshall, die vooral bekend is van zijn rol als James Hurley in de serie 'Twin peaks'. Willeke van Ammelrooy werd vervangen door Naomi Watts (Mullholland Drive) en de lift in een kantoorgebouw in Amsterdam door een lift in het Millennium Building in New York. De Nederlandse inbreng bestaat uit producenten Laurens Geels en Dick Maas (tevens regie), cameraman Marc Felperlaan, post production supervisor Hans van Helden, production manager Wiendelt Hooijer, editor: Bert Rijkelijkhuizen, special effects: Harry Wiesenhaan, Hans Voors, costume designer Linda Bogers en stunt coördinator Willem de Beukelaer. Plus kleine bijrollen van Angela Schijf, Winston Rodrigues en Wilke Durand. Production design: John Graysmark. Budget: 30 miljoen gulden. Voor 65% gefinancierd door Cine-CV opgezet door Van Lanschot Bankiers en Innocap. De resterende 35% is betaald door het Luxemburgse CLT-Ufa, onderdeel van het mediaconcern Bertelsmann. Distributie: Buena Vista International. DOWN was buiten competitie voor de Gouden Kalveren op het NFF 2001 op verzoek van de makers. Dick Maas vond het gezien het feit dat het een grotendeels Engelstalige film is met een grote buitenlandse cast niet nodig mee te dingen in de Nederlandse competitie. Persreacties: Oene Kummer op oenekummer.com d.d. maandag 23 juli 2001: "(…) Het visuele hoogtepunt van de film is de manier waarop een skater vanuit de levensgevaarlijke lift een beeldvullend raam wordt uitgeschoten, waarna hij honderden meters lager te pletter slaat. De manier waarop Maas en cameraman Marc Felperlaan dit in beeld brengen, is zeker spectaculair te noemen. Deze gebeurtenis vindt na ongeveer een uur plaats. Daarna begint de film problemen te vertonen. In de tweede helft van Down lijkt Maas te zijn vergeten dat hij bezig is met een amusante, goed gemaakte B-film. In plaats van het gaspedaal eens stevig in te drukken, blijven de acteurs maar uitleggen waar ze mee bezig zijn: aan het publiek, de andere personages en zichzelf. Vermoeiend. Het curieuze concept van de killende cabine hoeft helemaal niet wetenschappelijk onderbouwd te worden. Gebeurt toch. Tip: schrap twintig minuten aan dialoogscènes uit Down en je houdt een vermakelijke anderhalf uur over. (…) Wat nog het meeste tegen Down werkt, is niet de vergelijking met zijn illustere en betere voorganger, maar met de eerste acte van Speed, waarin Jan de Bont in een klein half uur liet zien wat je allemaal met een lift kan doen. Zo nagelbijtend spannend wordt Down nooit."
Mariska Graveland in 'de Filmkrant' van september 2001: "(…) weinig geïnspireerde, kille herhalingsoefening. Duisterheid moet worden verkregen door de overwegend donkere tint waarin veel scènes zijn gehuld, maar doordat de beelden aan contrast hebben verloren, rijst het vermoeden dat er gewoon slecht is belicht. De lift heeft zijn dienstjaren erop zitten en zijn eindstation bereikt."
Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 5 september 2001: "(...) Het basisidee van De lift appelleert aan de universele angst voor liften, zodat een remake uit commercieel oogpunt begrijpelijk is, maar artistiek gezien is het een zwaktebod. Ontbreekt het Maas aan nieuwe ideeën? (...) de temperatuur in de lift stijgt tot grote hoogte, waarna bij een van de vrouwen de vliezen breken en ze een kind baart. De slecht geregisseerde scène - de vrouwen maken een potsierlijke indruk - jaagt geen angst aan maar is grotesk. De horrorscènes die wel overeind blijven, zijn de scènes die ook in De lift de meeste indruk maakten. Het is niet genoeg om Down geslaagd te noemen, want de film lijdt onder de vlakke personages, die vaak zouteloze dialogen uitspreken. De onbekende acteur James Marshall komt als Amerikaanse Huub Stapel nog het best uit de verf, maar zijn love interest Naomi Watts, die als onderzoeksjournaliste achter het raadsel van de op hol geslagen lift aangaat, wekt de indruk dat ze bij een dorpskrant al na een dag ontslagen zou worden. Down oogt als een met een hoog budget opgekrikte Amerikaanse B-film. Dat hij niet helemaal onderuit gaat, dankt de film aan het sterke gegeven. Wanneer krijgt Maas weer eens een nieuw briljant idee?"
Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 5 september 2001: "(...) Het is de vraag of het realistischer maken van een film over een moordlustige lift alleen maar vooruitgang betekent. DOWN is een gladde, geoliede en vakbekwaam geconstrueerde machine, waar weinig losse eindjes uitsteken. Geef mij maar de charme van DE LIFT, uit een tijdperk dat technisch vernuft en genrefilms in Nederland nog verwondering wekten."
Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' d.d. 6 september 2001: "Na zijn flop Do Not Disturb nam regisseur Dick Maas zijn toevlucht tot een nieuwe bewerking van zijn eersteling De Lift. Ook deze keer tast hij mis: zijn gedeeltelijk in New York opgenomen thriller Down hangt van de clichés, onwaarschijnlijke plotwendingen en langdradige dialogen aan elkaar. Kortom, een matig geproduceerde B-film."
Met een opbrengst van 237.175 gulden kwam DOWN op 8 binnen in de bioscoop top 10. Daarna: 11, 18. De uitbreng van de film werd door de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 al gauw ongelukkig. In DOWN wordt in terzijdes gerefereerd aan een eerdere aanslag op het WTC en de grap valt dat Osama Bin Laden misschien met de lift geknoeid heeft. Op 22 april 2002 kreeg de film een 'Jenny' voor 'best internationaal verkochte Nederlandse film' in de periode 2000-2001. 27.373 bezoekers in 2001, 27.418 in 2002, maakt 54.791.
Première: 6 september 2001 (35 kopieën)
K-110 minuten

DRIFT
ook: 100 PAARDEN/TIGNABRUAICH
Michiel van Jaarsveld

Met: Christel Oomen (Sammy), Dragan Bakema (Jakob), Hans Hoes (Nevill), Bert Luppes (Don), Maud Dolsma (Liesbeth), Mark Scholten (Earl), Edward Haak (Enno), Frieda Pittoors (verpleegster), Peter Bolhuis (snackbareigenaar), Tim Zweije (Thijs), Stephanie van Kats (vriendin)

Scenario: Jacqueline Epskamp. De intrigerende relatie tussen Sammy (15) en haar broer Jakob (20) die zichzelf opvoeden zonder dat ouders daarin een rol spelen. Hun relatie verandert op het moment dat Sammy verliefd word op de vader van haar beste vriend. In het kleine dorpje waarin ze wonen, zorgt deze liefdesrelatie voor conflicten. Daarvoor moet Sammy een hoge prijs betalen. Camera: Joost van Gelder. Montage: Peter Alderliesten. Art direction: Roos Kalff. Geluid: Ludo Keeris. Muziek: Jan Dries Groenendijk. Een van de vijf scenario's gerealiseerd in het kader van de samenwerking tussen het Nederlands Fonds voor de Film, de VPRO en Motel Films onder de titel 'No more heroes'. Onder deze titel wordt jonge filmmakers de kans geboden een eerste of tweede lange speelfilm te maken. Uit de ruim 200 aanvragen heeft een jury uiteindelijk 5 scenario's geselecteerd. In het scenario zat aanvankelijk meer romantiek, maar de regisseur heeft in samenspraak met de cameraman Joost van Gelder er voor gekozen om de harde, kale kant te laten zien. Toen een goede locatie voor de woonwijk van Sammy en Jakob in Nederland moeilijk te vinden bleek, werd overwogen om naar België uit te wijken, maar dat wilde de regisseur niet. Uiteindelijk werd bij Rotterdam, de wijk Kralingse Veer, de juiste plek gevonden. Van Jaarsveld is nooit bang geweest dat de film door het woord 'incest' gestigmatiseerd zou worden: 'als mensen de film gaan zien omdat er een bepaald stempel op zit, dan is dat altijd beter dan wanneer ze helemaal niet nieuwsgierig gemaakt worden. Ze ontdekken dan vanzelf wel dat Sammy's relatie met een oudere man een even grote rol speelt als die met haar broer. Het draait allebei om haar zoektocht naar grenzen." Alle shots zijn van tevoren uitgetekend. Alle scènes zijn uitgebreid gerepeteerd. Uiteindelijk hebben de acteurs iets meer vrijheid gekregen, omdat dit bij sommigen de spontaniteit ten goede kwam. Omdat wat er in beeld gebeurt al heftig genoeg is, is bij de aankleding gekozen voor zachte kleuren als lichtblauw en groen met een zilveren glans. Niet alleen de muren zijn in die kleuren geschilderd, ook zijn ze doorgevoerd in de kleren die de acteurs aanhebben. Aanvankelijk wilden de makers geen enkele vorm van rood gebruiken, omdat die kleur vaak zo dominant is in films. Uiteindelijk heeft Christel Oomen toch ergens een rood truitje aan, op een moment dat dit volgens Van Jaarsveld functioneel is. Ze is daar bewust hoerig gekleed. Het rood wordt dan gebruikt als signaalkleur. Het personage van Dragan Bakema, die Jakob - Sammy's broer - speelt, was oorspronkelijk een hardrocker. Dat is er uitgehaald, omdat het dan te makkelijk zou worden om de film tot een specifieke subcultuur te reduceren. Voor de realistische milieuschets hoefde Van Jaarsveld weinig research te doen, omdat hij zelf zoon van een middenstander is uit Capelle aan den IJssel. Tussen alle meisjes die op auditie kwamen, pikte Van Jaarsveld Christel Oomen er gelijk uit, maar hij liet haar wel vier keer terugkomen tussen alle 15-jarige actrices bij de audities, omdat hij zeker wilde zijn dat ze alle facetten van de rol kon spelen. Het moeilijkste bleek het te zijn om haar te overtuigen van het nut van de naaktscènes. De film werd in Rotterdam vertoond op maandag 29 januari, donderdag 1 februari, zaterdag 3 februari 2001. Op de website van het International Filmfestival Rotterdam, d.d. 29 januari 2001 gaven de regisseurs van de andere No More Heroes-films commentaar op elkaars projecten. LC=Lodewijk Crijns, NL=Nanouk Leopold, MK=Martin Koolhoven, M=Michiel Jaarsveld over DRIFT: (NL): ‘Ik vond eigenlijk de film van Michiel het meest volwassen. Niet zo origineel in zijn onderwerp, in de zin dat je wel vaker films hebt over incest en dat soort onderwerpen, maar ik vond hem wel heel goed geschreven en heel goed geregisseerd. We hebben elkaars film op één dag bekeken en dat was de enige film waarbij ik vergat dat we naar elkaars film zaten te kijken.’ (LC): ‘Ik heb met veel plezier gekeken naar echte tienermeisjes. Die op van die dikke witte zolen lopen en op brommertjes rijden.’ (MJ): ‘Ik heb er ontzettend van genoten om juist dat soort wansmaakdingen uit te kiezen.’ (MK): ‘Het is toch ook leuk dat als ze zich op maken dat het dan net niet goed is.’ (LC): ‘En de hooligans waren ook heel goed.’ (NL): ‘Ik vond het heel sterk geacteerd.’ (MK): ‘Maar de vormgeving is wel vrij dominant, terwijl je een documentaire-achtige stijl wilde.’ (MJ): ‘Ik kan het natuurlijk ook niet laten om mijn neiging tot vormgeven te botvieren.’ (NL): ‘Daar vond ik hem juist heel sterk, dat het heel druk begint. Na verloop van tijd is het een stuk rustiger, maar je hebt toch het idee dat het nog net zo druk is.’
De jury van de Pauze Jongeren Award beloonde regisseur Michiel van Jaarsveld op 26 september 2001 met een cheque ter waarde van ƒ 5000,-. De Pauze Jongeren Award is een initiatief van het jongerenmagazine Pauze en het Nederlands Film Festival. Het juryrapport: "De winnende film is een kleinschalige film waarin erg goed wordt geacteerd. De manier van filmen sprak ons allemaal erg aan. Het is als een soort homevideo wat de film nog aangrijpender maakt. Het maakt de film realistisch. De dialogen, de beelden, het verhaal. Het is een eerlijke en hele pure film. De personages zijn geloofwaardig. De verhaallijn en personages zijn ook heel herkenbaar. Het is mooi als mensen zich hierin kunnen inleven. Als mensen er ook iets aan hebben. Misschien niet aan de heftigheid van Sammy’s ervaringen maar de puberteit in het algemeen, wat een beetje de onderliggende verhaallijn is. Het ontdekken van je seksualiteit is ook een universeel onderwerp. Spreekt alle jongeren aan denken wij. Het is een hele aangrijpende film over de meest ingrijpende periode in het leven van een jong meisje. Het zien van de film roept veel heftige emoties op, die gelukkig op de juiste momenten worden gerelativeerd door humor. Wat ons ook opviel en beviel: er was geen muziek in de film gemonteerd, maar alleen in de scènes zelf gedraaid. Dat maakt het geheel alleen nog maar realistischer." Op het internationale film & televisie festival van Geneve 'Cinema Tout Ecran' in Zwitserland won DRIFT in november 2001 de Internationale Distributie Prijs (Prix Titra-Film). Naast een oorkonde bestond de prijs uit een bedrag van 7500 gulden bestemd ter ondersteuning van de buitenlandse distributie van de film. Op 23 maart 2002 tweemaal bekroond op het Festival Cinema Nordique in Rouen. Regisseur Michiel van Jaarsveld ontving de Juryprijs; actrice Christel Oomen ontving de prijs voor beste actrice. Op het Festival del Cinema Europeo in Lecce, Italië kreeg Christel Oomen in april 2002 de prijs voor de beste vrouwelijke hoofdrol.
Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 31 oktober 2001: "Drift, waarvan Jacqueline Epskamp het sterke scenario schreef, had gemakkelijk een conventioneel incestdrama kunnen worden. De film vermijdt dat knap doordat de liefde tussen broer en zus zich afspeelt in een schemergebied. Is er sprake van incest of is dat de geconditioneerde reactie van de kijker? Moeten we de gevoelens van broer en zus voor elkaar veroordelen of gaan die ons niets aan? Bovendien is Sammy geen zielig slachtoffer, maar een levenslustig, sterk meisje, dat haar omgeving uitstekend weet te manipuleren. Jakob lijdt misschien wel het meest onder de ouderloze situatie, want hij vervangt beide ouders en dat is een last die hij niet aankan. Drift toont een beklemmende wereld, die zinnige vragen oproept over liefde en seksualiteit." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 31 oktober 2001: "(...) De film, naar een scenario van Jacqueline Epskamp, is geen dichtgetimmerd geheel en probeert zelfs met kwetsbare thema's als seksueel misbruik en incest zo genuanceerd om te gaan dat het soms contraproductief werkt. Wat mooi is aan Drift, dat zijn de brommertochtjes over dijken, die we misschien wel vaker hebben gezien, maar waarvan cameraman Joost van Gelder ze zo in zijn beeld weet te vangen dat ze weer helemaal opnieuw een eenzaam verhaal vertellen. Soms is de camera rusteloos, net als de personages die maar geen contact met de wereld kunnen krijgen. Dan weer is hij stil en statisch, afstandelijk en sluit zo Sammy en haar broer Dragan Bakema (ook iemand die mooi kan kijken, maar door de spelregie volkomen in de steek gelaten wordt) uit hun eigen levens buiten. Ook de toeschouwer raakt zo op drift, steeds zijn morele oordeel voor zich uit schuivend." Marco Weijers in 'de Telegraaf van 2 november 2001: "(...) Regisseur Michiel van Jaarsveld laat met oog voor detail het grauwe bestaan zien van zijn personages, die nauwelijks raad weten met hun gevoelens. (...) Het sobere spel van Christel Oomen en de uitblinkende Dragan Bakema draagt sterk bij aan de geloofwaardigheid van hun personages. Helaas zijn niet alle rollen even solide doortimmerd. Zo is de ontwikkeling die Nevill doormaakt - van begripvolle vaderfiguur tot brute verkrachter - ronduit geforceerd. Het maakt van hem een clichématige ouwe viezerik, een beeld dat slecht past in dit boeiende sociaal-realistische schilderij vol morele grijstinten." Annemart van Rhee in het 'Algemeen Dagblad' van 2 november 2001: "Waarom liggen Nederlandse films toch vaak zo zwaar op de maag? (...) Regisseur Michiel van Jaarsveld schotelt met Drift in elk geval dergelijk moeilijk verteerbare kost voor. Vol tragische karakters, ontdaan van elke humor." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van 1 november 2001: "(...)Een van de mooie dingen in het scenario van Jacqueline Epskamp is de subtiele levensechtheid. Dat laatste geldt ook voor de door cameraman Joost van Gelder aangeleverde sfeer. En voor het opmerkelijke acteren (...) voorop Christel Oomen in een schitterende hoofdrol." 1.069 bezoekers in 2001, 2.458 in 2002.
Première: maandag 29 januari 2001 (International Filmfestival Rotterdam)/1 november 2001 (4 bioscoopzalen)
K-89 minuten

ENIGMA
Micheal Apted

met: Dougray Scott (Jericho), Kate Winslet (Hester), Saffron Burrows (Claire), Jeremy Northam (Wigram), Nikolaj Coster Waldau (Puck), Tom Hollander (Logie), Donald Sumpter, Matthew MacFadyen, Richard Leaf, Ian Felce, Bohdan Poraj, Paul Rattray, Richard Katz, Tom Fisher, Robert Pugh, Corin Redgrave, Nicholas Rowe, Angus MacInnes, Mary MacLeod, Michel Troughton, Edward Hardwicke, Anne-Marie Duff, Tim Bentinck, Rosie Thomson, Emma Buckley, Mirjam de Rooij (lady lodger), Adrian Preater, Edward Woodall, Hywel Simons, Emma Davies, Martin Glyn Murray, Mick Jagger (soldier in bar)

Engels-Nederlandse co-productie. Scenario: Tom Stoppard, gebaseerd op het gelijknamige boek van Robert Harris uit 1995. ENIGMA speelt zich af in 1943 in Bletchley Park, ten noorden van Londen. Tom Jericho is een genie in het ontcijferen van codes. De voorloper van de moderne hackers heeft het voor elkaar gekregen de code te kraken van de onderzeeërs van de Nazi's. Wanneer de Duitsers de code compleet veranderen, begint voor hem de race tegen de klok om opnieuw het systeem te verslaan. Hij krijgt bij het ontcijferen van de codes hulp van Hester Wallace, huisgenoot van de mooie Claire Romilly. Met Claire had Jericho een kortstondige relatie, maar zij verdween spoorloos. De strijd wordt bemoeilijkt doordat er onder de Britse krakers op Bletchley Park een spion lijkt te bestaan. Ook wordt hij dwarsgezeten door geheim agent Wigram. Het zou best eens kunnen dat Tom de verrader in zijn eigen omgeving moet zoeken. Producent: Lorne Michaels en Mick Jagger. Rolling Stones' zanger Mick is zelf heel even in beeld (zittend aan een tafeltje) op het moment dat Jericho en Hester een dansje maken. Film gefinancierd door CV van MeesPierson, daarop was veel kritiek uit de Nederlandse filmwereld, omdat deze film de Nederlandse filmindustrie nauwelijks/niet helpt, maar er wel met het belastingvoordeel-geld vandoor gaat. Engels gesproken, Nederlands ondertiteld. Het Nederlandse aandeel bestaat uit producent Ate de Jong, muziek uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouw Orkest en een Dutch unit voor de opnamen in Nederland; opnamen in de Amsterdam Studios en op locatie. Andere opnamen: London, Hertfordshire, Oban, Devon. Film bevat historische kleurenbeelden van Hitler. Distributeur: Indies Film Distribution. Première op Film By The Sea op vrijdag 14 september 2001 om 14.00 uur in Cine City 2 te Vlissingen. Daar ook vertoond op dezelfde dag om 21.00 uur en op zaterdag 15 september 15.30 uur en zondag 16 september 13.30 uur. Bart van der Put in 'Het Parool' van 30 januari 2002: "Zonder Enigma kwam er geen Discovery, bleek een paar maanden geleden toen de financiële gang van zaken tot Kamervragen leidde. Dankzij Discovery, de bemiddelende inzet van Jeltje van Nieuwenhoven en de investeerders is er nu dus ook een film die Enigma heet en de kijker daadwerkelijk voor raadsels stelt. De Britse regisseur Michael Apted maakte furore als documentairefilmer en tekende voor het laatste James Bond-vehikel The world is not enough, scenarioschrijver Tom Stoppard is een Brits toneelinstituut en wordt sinds Shakespeare in love ook in Hollywood op handen gedragen, actrice Kate Winslet kent een ieder van Titanic, maar bewees herhaaldelijk meer in haar mars te hebben. Enigma markeert een collectief dieptepunt.(...) Terwijl de geur van mottenballen de neusvleugels tart galmt de werkelijke hamvraag door bioscoopzaal en bovenkamer: waarom? Waarom dit prul? Jagger noch Jeltje zal in staat zijn die vraag adequaat te beantwoorden." Marco Weijers in 'de Telegraaf' van 31 januari 2002: "Regisseur Michael Apted bouwt vakkundig de spanning op in deze cerebrale thriller, maar slaagt er niet in alle ballen hoog te houden. Het werk van de decodeerspecialisten en het belang van hun taak komt goed uit de verf, het spionageverhaal verloopt wat stroever, terwijl de romance tussen Scott en Winslet er aan de haren lijkt te zijn bijgesleept (dat klopt: in het boek is Winslets personage lesbisch en verliefd op Claire). De uitstekende spelersgroep weet de schade echter beperkt te houden, mede dankzij de mooie dialogen van scenarioschrijver Tom Stoppard. Waar de onderzeebootfilm 'U-571' recentelijk de geschiedenis vervalste en het breken van de Enigma-codes afficheerde als Amerikaanse verdienste, zet 'Enigma' de zaken recht. In tegenstelling tot zijn Amerikaanse tegenhanger blijft overdreven vlagvertoon daarbij achterwege in deze boeiende film over een fascinerend onderwerp." Top 20 noteringen: 10, 15, 20. 13.715 bezoekers.
Première: 31 januari 2002 (28 bioscoopzalen)
K-117 minuten

FAMILIE
ook: FAMILY
Willem van de Sande Bakhuyzen

met: Petra Laseur (moeder Els, begin 60), Bram van der Vlugt (vader Jan, begin 60), Marisa van Eyle (dochter Bibi, 40), Bart Klever (haar man Von, 40), Mark Rietman (zoon Nico, 38), Anneke Blok (zijn vrouw Sandra, 39)

Scenario: Maria Goos, naar het gelijknamige toneelstuk van 'Het Toneel Speelt'. Telescoopfilm (televisiefilm die eerst in de bioscoop en dan pas op tv komt - bij de NPS) over het wel en wee van een familie waarvan moeder Els (begin 60) sinds twee jaar weet dat ze kanker heeft. Er resten haar nog enkele maanden. Om nog een keer 'leuk' samen te zijn organiseert vader Jan een laatste familiereünie in Oostenrijk. Met tegenzin begeven hun kinderen; de maatschappelijk geslaagde zoon Nico met zijn kwebbelige vrouw Sandra en de zweverige dochter Bibi met haar als schrijver mislukte echtgenoot Von, zich richtig een chalet in het besneeuwde Tirol. Terwijl de spanningen tussen Sandra en Nico in de auto al oplopen, slaat dit sfeertje in het chalet al snel over op de rest van de familie, waarbij alle demonen uit het verleden uit de kast worden getrokken. In een dronken bui zorgt Nico ervoor dat de situatie escaleert. Terwijl iedereen met elkaar in de clinch ligt, zorgt moeder Els voor een verassing. Geluid: Peter Warnier, Kees de Groot. Camera: Remco Bakker. Art direction: Harry Ammerlaan. Montage: Wouter Janssen. Muziek: Fons Merkies. Productiemaatschappij: ID Film BV. Produktie: Hanneke Niens. Co-producent: Marina Blok. Kostuumontwerp: Patricia Lim, Dorien de Jonge. Willem van de Sande Bakhuyzen (1957) doorliep de Toneelacademie in Maastricht. Hij vertaalt en regisseert toneelstukken en is regisseur van televisiedrama's als Pleidooi (Nipkov-schijf en Gouden Kalf) en Oud Geld (Nipkov-schijf en Gouden Kalf). Doordat de draaitijd vrij kort was, heeft Van de Sande Bakhuyzen voor een eenvoudige en losse stijl gekozen, zonder chique shots. De draaiperiode verliep voorbeeldig. Opnamen in Kitzbühel in Oostenrijk en in Ziekenhuis Hilversum. Vier van de zes acteurs die in het toneelstuk speelden zitten in de cast van de film. Peter Blok en Betty Schuurman moesten wegens andere werkverplichtingen vervangen worden door Mark Rietman en Anneke Blok. Het verschil tussen beide Nico's: In de vertolking van Peter Blok had Nico nog een jongensachtige uitstraling; hij was inderdaad in sommige opzichten een uit zijn krachten gegroeide puber. Mark Rietman speelt Nico een stuk gekwelder. Peter Blok in 'Het Parool' van woensdag 12 december 2001: ''Toen ik Nico terugzag in de film zoals Mark hem speelde, was hij één brok verdriet. Mijn Nico was rustelozer, maar kende nog een soort onschuld. Mark beseft welk leed hij draagt, waardoor zijn karakter veel zorgelijker wordt.'' Mark Rietman: ''Ik had het stuk gezien voordat ik wist dat ik in de film zou spelen. Ik had de manier waarop Peter Nico speelde, wel in mijn achterhoofd, maar heb de rol op mijn eigen manier ingevuld.'' ''Voor mij is Nico iemand die lijdt aan de manier waarop anderen, en vooral zijn moeder, naar hem kijken. Zijn moeder vindt dat hij in de duffe pap isgevallen. Nico draagt dat inzicht als een last op zijn schouders.'' Peter Blok: ''Als Nico dronken is, zegt hij tegen zijn zwager: 'Lijkt me geweldig, kunst maken met een slok op.' Dat was voor mij een sleutelzin. Die uitspraak verraadt zijn verlangen om iemand anders te zijn dan de accountant die hij is: een man met een liederlijk leven, voor wie mensen respect hebben. Dat is zo'n triest besef: dat hij hunkert naar waardering, maar die nooit krijgt.'' Voor de film werd een nieuw script geschreven. Opgenomen met een budget van 1,8 miljoen gulden en 19 draaidagen. Er is slechts in twee shots met een statief gedraaid, de rest van de tijd is er losjes vanaf de schouder en uit de hand gedraaid. Er is ook nauwelijks licht gebruikt. In het begin van de opnamen sneeuwde het nog wel, maar daarna ging het hard dooien. Dat leverde met name voor het geluid problemen op. Petra Laseur, is de dochter van Mary Dresselhuys en Merel Laseur is haar zus. FAMILIE ontving de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 2001. De jury van de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek, bestaande uit leden van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten, nomineerden ook Îles flottantes van Nanouk Leopold en Met grote blijdschap van Lodewijk Crijns. De jury bestaat uit: Hans Beerekamp (NRC Handelsblad), Jan Pieter Ekker (Skrien, de Volkskrant), Fritz de Jong (Nieuwsblad v/h Noorden, GPD, de Filmkrant), Ronald Ockhuysen (de Volkskrant) en Petra van der Ree (Nieuwsblad v/h Noorden, de Filmkrant). Het juryrapport van de jury van de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek De winnaar is een film die bij de jury associaties opriep met Festen van Thomas Vinterberg, Happiness van Tod Solondz en Winterschläfer van Tom Tykwer. De jury is gefrappeerd door de combinatie van meedogenloze dialogen en compassie met de personages. Het was een toneelstuk, het is een echte film geworden, die terecht in de bioscopen te zien zal zijn. De winnaar van de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek is Familie van Willem van de Sande Bakhuyzen. Maria Goos over FAMILIE in 'Vrij Nederland' van 1 december 2001: "Het schrijven van dit stuk is ook een afrekening met Oud Geld. In die familie zei nou nooit eens iemand waar het op stond. In deze FAMILIE laten we iedereen tot het uiterste zeggen wat hij of zij van iets vindt. Het hele pakket aan narigheid wordt eruit gedonderd. Om te kijken hoe ver ik kon gaan met het uitspreken van dingen. Na iets ergs niet stoppen, maar nog iets ergers eroverheen. Ik stond er zelf versteld van. En toch is het vaak om te lachen. Niet vanwege de grappigheid, amaar omdat de familie-ellende, bizar genoeg, toch erg herkenbaar is." Persreacties: Mark Moorman in 'Het Parool' van 12 december 2001: "(...)Het acteren is buitengewoon, waarbij Anneke Blok en Mark Rietman, die de toneelrollen van Betty Schuurman en Peter Blok overnamen, naadloos in het sterke ensemble worden opgenomen. Het op de planken gesuggereerde decor van de Oostenrijkse Alpen werkt in de film zeer goed, en niet als een sfeervol kerstplaatje. Het lijkt alsof de sneeuw alles smoort. We zien de personages voortdurend door de sneeuw ploeteren en hun dwaalsporen door het landschap trekken. Het geluid van bomen die kraken onder het gewicht van de sneeuw, lijkt een naderend onheil aan te kondigen. (...) Qua cameravoering en soberheid lijkt regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen (die ook de toneelregie deed) zich aan de zijde van de Dogma-filmers op te stellen - met als nadrukkelijke uitzondering het subtiele gebruik van de muziek van Fons Merkies. Maar de familiebijeenkomst als valse façade is een klassiek gegeven dat we ook terugvinden in verwant werk als Happiness en American Beauty.(...)" Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 12 december 2001: "(...) Je kunt aan Familie zien dat het een verfilmd toneelstuk is, ook al zijn de decors vervangen door locaties. Familie speelt zich voor het grootste deel af in en om een chalet in Oostenrijk. Misschien kun je dit ook alleen maar zien als je het weet. (...) Familie werkt waarschijnlijk in alle drie verschijningsvormen, als toneelstuk, op de televisie en in de bioscoop, even goed. Dat is de verdienste van het goede en eenvoudige scenario van Goos. Familie is een well made play, dat inventief is maar wel keurig blijft. (...) Goos varieert verrassender op het thema dan bijvoorbeeld Thomas Vinterberg in de populaire Deense film Festen, waar Familie in deze krant al mee is vergeleken. In Familie gaat het niet over incest, maar bijvoorbeeld over een slechte moeder die haar kind een slecht kind vindt. Goos durft ook banaler te zijn dan Vinterberg. Een verhouding met een secretaresse, een nog ouder ingrediënt in dit genre dan incest, maakt in Familie een wrange comeback. Van de Sande Bakhuyzen heeft van Familie niet overdreven een film gemaakt. Verhaal en spel bleven voorop staan; de regisseur ondersteunt ze subtiel met nieuwe middelen. Van de Sande Bakhuyzen blijft met de camera dichtbij de personages. (...) De makers laten goed blijken dat gezinnen voor buitenstaanders niet gemakkelijk te doorgronden zijn. De moeder blijkt bijvoorbeeld pas een kreng door wat haar man en kinderen over haar zeggen. Tot ver in de film leek ze een aardige vrouw." Marco Weijers in 'de Telegraaf' van 13 december 2001: "(...) Goos ontleedt de relaties tot op het bot, zonder ook maar ergens uitleggerig te worden. Haar scherpe dialogen spreken voor zichzelf: ze zijn pijnlijk en poëtisch tegelijk en komisch in al hun wrangheid. Herkenbaar familiegedoe vergroot zij zo uit tot schier ondraaglijke proporties. In de sobere regie van Willem van de Sande Bakhuyzen (die ook het toneelstuk regisseerde) krijgen de acteurs daarbij de kans alles uit hun rollen te halen. (...) Deze geslaagde film, die heel behendig het nauwe kronkelpad tussen tragedie en komedie bewandelt, laat ook de kijkers effectief balanceren tussen medeleven en meer afstandelijke geamuseerdheid." Erik Spaans in 'HP/de Tijd' van 14 december 2001: "(...)Zo nu en dan zijn de acteurs nauwelijks verstaanbaar en zouden ondertitels geen kwaad kunnen. Verder is en blijft FAMILIE een echte TV-film. (...)FAMILIE is een krachtige film die schuurt, prikt en schrijnt. In weerwil van de titel is het precies het tegenovergestelde van wat een 'familiefilm' wordt genoemd. Van harte aanbevolen voor ná de feestdagen." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 13 december 2001: "(...)Op het toneel mag dit familiedrama door het sterke acteren wellicht indruk hebben gemaakt, als film (...) is Familie te mager. Het uitspelen van de drie huwelijken, die allemaal mislukt zijn, boeit niet de volle speelduur en met de geforceerde tegenstellingen tussen de kinderen (...) wordt ook erg voorspelbaar omgesprongen. Bovendien zijn niet alle acteurs even zelfverzekerd voor de camera. Een aantal van de door alcohol benevelde scènes overtuigt niet. Eigenlijk is Bram van der Vlugt nog het beste op dreef als de vader(...) " Annelotte Verhaagen in 'Skrien' van december 2001: "Vanaf de eerste beelden is het verhaal onmiskenbaar film. Als kijker word je meegevoerd door messcherpe en soms akelig herkenbare dialogen, maar ook door de cameravoering." Top 20 noteringen: 15, 16, 19, 15, 13 [of 14], 16, 14, 16, 16, 18, 19. Het scenario verscheen als nummer 39 in de reeks Het Nederlands Scenario.
Vertoond op dinsdag 25 september 2001 en woensdag 26 september 2001 op het Nederlands Film Festival. Op 29 april 2002 bij de uitreiking van de Awards in San Francisco kreeg FAMILIE in de categorie 'made for tv movie' een gedeelde tweede plaats met de Telefilm Roos en Rana (KRO). FAMILIE werd op zaterdag 13 april 2002 door de NPS uitgezonden. 6.047 bezoekers in 2001, 43.049 in 2002.
Première: 13 december 2001 (7 bioscoopzalen)
K-91 minuten

GROT, DE
Martin Koolhoven

Met: Fedja van Huêt (Egon Wagter), Marcel Hensema (Axel van de Graaf), Kim Huffman (Marcie), Jeroen Willems (Michiel Polak), Saskia Temmink (Adrienne), Porgy Franssen (Bremer), Erik van der Horst (Jonge Egon), Benja Bruijning (Jonge Axel), Gijs Scholten van Aschat (Mijnsherenland), Brendan Fletcher (Arthur), Kelly Touwslager (Marjoke), Stijn Westenend (Kees), Nikki Piessen (Vera), Tim Krabbé (barman), Gwen Eckhaus (moeder van Egon), Frank Lammers (René), Floris Drost (Sjoerd), Chris Kuppens (winkeleigenaar), Hrothgar Matthews (David), Sandra Meinhardt (Carla), Nikki Plessen (Vera), Rosa de Rijke (Florrie), Tim de Wit (Wim), Rikkert van Dijck (kwade man), Johan Leysen, Cees Hulst

Scenario: Tim Krabbé, naar zijn gelijknamige roman uit 1997. In DE GROT ontmoeten de verlegen Egon Wagter (14) en de brutale allesdurver Axel van de Graaf (15) elkaar tijdens een vakantiekamp. Ondanks hun totaal verschillende karakters raken ze bevriend en blijven de levens van Egon en Axel door toevallige ontmoetingen steeds met elkaar verbonden. Egon kijkt altijd enorm op tegen Axel en het opwindende leven dat hij leidt, maar tegelijkertijd houdt hij zoveel mogelijk afstand van de dubieuze praktijken waarin Axel altijd verwikkelt schijnt te zijn. Axel heeft op zijn beurt altijd een zwak voor Egon en houd van hem als een broer. Wanneer het Egon, inmiddels afgestudeerd geoloog, het geld ontbreekt om zijn grote droom waar te maken, besluit hij ten einde raad Axel in te schakelen. Deze beslissing heeft echter verstrekkende gevolgen en het bezoek aan een grot tijdens het vakantiekamp blijkt dan allesbepalend te zijn geweest voor het leven van beide vrienden in deze film over het kwaad, de liefde en het noodlot. Producenten: Volkert Struycken & Errol Nayci. Productiemaatschappij: Get Reel Productions. Cinematografie: Philip van Volsem. Production designer: Hubert Pouille. Montage: Job ter Burg. De opnamen vonden plaats van 15 augustus tot 24 december 2000 in Nederland, België, Canada en Thailand. De muziek van De Grot werd gecomponeerd door Fons Merkies en in het voorjaar van 2001 uitgevoerd door het Radio Symfonie Orkest. De Grot is één van de drie Nederlandstalige publieksfilms die in het kader van het Telescoopfilmproject tot stand komt met steun van het Ministerie van OCenW, Het Nederlands Fonds voor de Film, de NOS en het COBO Fonds. De VARA participeert in de productie en zal de film te zijner tijd, na roulatie in de bioscopen en uitbreng op DVD en video, op televisie uitzenden. Het overige deel van de financiering is bijeengebracht door investeerders die middels de film-c.v.-constructie participeren. Andere financiers: het MEDIA II-programma en International Securities Brokerage. De film werd op locatie gedraaid in Nederland (Café Hesp-Amsterdam, Amsterdam Zuid en Wibautstraat, Schiphol), België, Canada, en Thailand. Get Reel Productions kocht de filmrechten. Oorspronkelijk zou Dominique Derrudere de regie voeren, maar toen hij afhaakte omdat de Belg zich niet kon verenigen met het door Tim Krabbé geleverde scenario, werd het Martin Koolhoven. Het toeval wilde dat acteur Fedja van Hûet, die de hoofdrol van Egon vertolkt, ook de hoofdrol speelde in AMNESIA, de film waarmee Koolhoven net op dat moment bezig was. Het filmen in Thailand zorgde voor problemen door cultuurverschillen (shots die anders waren dan gevraagd). Voor de rol(len) van Axel en/of Egon kwamen ondermeer Antonie Kamerling, Jaap Spijkers, Jacob Derwig, Cees Geel, Pierre Bokma, Roeland Fernhout, Peter Paul Muller, Ruben van der Meer, Marc van Uchelen, Kees Boot, Hugo Metsers III, André Arend van Noord, Daan Schuurmans, Daniël Boissevain, Freek Brom, Roef Ragas, Cas Jansen, Michael Pas, Aus Greidanis jr., Frank Lammers, Theo Maassen, Jeroen Willems, Viggo Waas en nog veel, veel meer langs. Bijna heel acterend Nederland is langs geweest. Schrijver Tim Krabbé mag één keer roepen 'Laatste ronde' als zijnde de barman. Tim Krabbé over de film: "Van alle mogelijke grotten die er te maken zijn, is deze verfilming er één van. Als schrijver probeer ik een verhaal precies weer te geven zoals ik het me voorstel, terwijl iedereen het verhaal op zijn eigen manier interpreteert. Het spel van de acteurs is in ieder geval prachtig, dat is geheel in de geest van mijn verhaal. Natuurlijk ademt het niet exact de sfeer van mijn boek uit, want het is niet mijn film, maar de film van Martin Koolhoven. Maar het komt dicht in de buurt van wat ik me ervan heb voorgesteld." Nederlands en Engels gesproken. Gemaakt met zichtbare medewerking van 'de Volkskrant'. Onder middelbare scholieren is Tim Krabbé erg populair. Mede om die reden heeft hij zijn medewerking toegezegd aan een omvangrijk scholenproject, dat Get Reel Productions in samenwerking met uitgeverij Bert Bakker, Stichting Lezen, Stichting Film Educatie Nederland en A-Film Distribution heeft opgezet. Een lesbrief is daartoe vervaardigd. Drie fotografen van het gerenommeerde fotografencollectief Magnum hebben de gehele productie van De Grot vastgelegd. Carl de Keyzer, John Vink en Alessandro Majoli reisden mee met de opnamen en maakten een fotografische documentaire die tevens in boekvorm verscheen. Geselecteerd voor het Montreal World Film Festival waar de film zijn wereldpremière beleefde.
Persreacties: Kevin Toma in 'de Filmkrant' van september 2001: "(…) Gevolg van al dat gehink-stap-sprong tussen genres, thema's en literaire motieven is dat de film steeds zijn doel voorbijschiet. Hij is niet meeslepend, zelden ontroerend en stemt nauwelijks tot nadenken. Een vuistvol onbeantwoorde vragen is niet hetzelfde als een spanningsboog. (…) Het is de vraag of een andere regisseur beter uit de voeten had gekund met het warrige scenario. Dat Koolhoven genoeg talent heeft, blijkt uit de zeer goede acteerprestaties, de bij vlagen zeer treffende sfeertekening en enkele spits gecomponeerde scènes. (…)" Jos van der Burg in 'Het Parool' van 26 september 2001: "(...) De grot heeft een ijzersterke openingsscène (...) De grot heeft een ingenieus, maar geen briljant scenario. Dat de flashbackstructuur ingewikkeld is, is geen bezwaar, want dat houdt de kijker bij de les. Wel een probleem is dat veel flashbacks dezelfde psychologische informatie bevatten, zodat het terugblikken een herhalingsoefening wordt. Overbodig is ook de bijrol van een onderzoeksjournalist (Jeroen - Troelstra - Willems), die het criminele verleden van Axel ontrafelt. De manco's nemen niet weg dat aan De grot veel plezier valt te beleven. Koolhoven bevestigt dat hij een goede stilist is. De filmbeelden ademen een sobere, duistere sfeer, die uitstekend past bij Egons beklemmende gemoedstoestand. Dat de film ondanks zijn ingewikkelde structuur emoties oproept, is ook geen geringe verdienste. Bovendien nodigt hij uit tot zelfonderzoek: gaan we als Alex of als Egon door het leven?" Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 26 september 2001: (...) De grot vertelt adequaat een goed verhaal, en doet dat met zo veel nadruk en herhaling dat zelfs de minst geoefende kijker niets meer kan ontgaan. Ook de muziek van Fons Merkies leidt je aan de hand in een tevoren bepaalde richting. Zijn mooie thema keert een keer of negen terug. (...) Groter contrast is nauwelijks denkbaar met de low-budget-film Amnesia, het eerder dit jaar uitgekomen debuut van regisseur Martin Koolhoven. Het lijkt erop dat de getalenteerde Koolhoven wil bewijzen dat hij na een raadselachtige, tegendraadse film ook uit de voeten kan met een meer volwassen, grootscheepse productie (...) Dat bewijs heeft hij ruimschoots geleverd, want De grot is een verzorgde publieksfilm met een prettig ingehouden, bijna elegische toon. Opvallend is bij voorbeeld de kwaliteit van het acteren, over de hele linie van bijrollen tot hoofdrollen. Fedja van Huêt (ook al te zien in Amnesia) en Marcel Hensema zijn goed als de beide hoofdpersonen, jeugdvrienden wier levens zich in diametraal tegengestelde richting bewegen. Nog groter is de prestatie van de twee jonge acteurs, Erik van der Horst en Benja Bruijning (...) De betovering ontstaat pas in de laatste twintig minuten, als de verhaallijnen worden samengeknoopt tot een logisch noodlot, maar ook eerder zijn er al ontroerende momenten. Toch haalt De grot zelden het niveau van Spoorloos. In menig opzicht was dat een onhandiger, minder gecontroleerde film, maar ook strakker, onontkoombaarder en dus eerder voorbestemd om klassiek te worden. Er is in dertien jaar veel veranderd: nu is De grot een van de vele goede Nederlandse films en Koolhoven een van de vele talenten. Het Gouden Kalf voor de beste speelfilm zal deze productie niet winnen, maar het is een goed teken dat een middenmoter al dit niveau heeft." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 27 september 2001: "(...)De kracht van het verhaal is dat de personages voldoende zijn uitgediept om tot het einde toe interessant te blijven. Dat is niet alleen een verdienste van de schrijver en de regisseur, maar ook van de beide hoofdrolspelers, van wie vooral Fedja van Huêt bewijst dat hij een van onze sterkste filmacteurs is." Eric Koch in 'De Telegraaf' van 27 september 2001: "De herkenbare personages worden door hoofdrolspelers Fedja van Huêt, Marcel Hensema en Kim Huffman voortreffelijk ingevuld en Eric van der Horst geeft gevoelig gestalte aan de jongere 'Fedja'. Om zijn tedere beelden in de grot te laten werken moet regisseur Koolhoven een verteltrucje uithalen dat niet iedereen zal begrijpen, maar voor het overige laten Koolhovens sprongen door de tijd zich moeiteloos volgen. In die constructie werpen de verschillende periodes hun schaduw over elkaar en versterken de schrijnende melancholie van De Grot." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' d.d. 27 september 2001: "(...) Daarbij verliezen [Koolhoven en Krabbé] eenmaal de controle, als in het scenario een overbodig uitstapje naar Canada wordt gemaakt, om te laten zien in welke omgeving de mysterieus zoenende vrouw leeft. Op die omissie na is DE GROT een beheerste productie, die afrekent met de besmette status die boekverfilmingen in de jaren tachtig kregen, nadat Nederlandse films te vaak slappe aftreksels van een literair werk bleken te zijn. Na DE GROT is een boekverfilming weer iets om naar uit te kijken."
Gouden Kalf voor de Beste Regie: Martin Koolhoven voor DE GROT. "Dit is een regisseur die weet wat hij wil en wat hij kan weglaten. Iemand met totale controle over de materie en grote aandacht voor het kleinste detail, die zich ook in zijn andere film dit jaar laat herkennen als een groot filmtalent. Opmerkelijk zijn de fraaie tienerrollen en de volstrekt geloofwaardige overgang naar de ook zeer sterke volwassen karakters. De film heeft een zinderende opening waar met puur filmische middelen spanning wordt opgebouwd om vervolgens heel terloops over te gaan naar een zeer overtuigend tijdsbeeld van de jaren zeventig en tachtig. Het resultaat is een soepel verteld romantisch noodlotsdrama." De film kwam met een opbrengst van 65.334 gulden op 13 binnen in de bioscoop top 20. De weken erna daalde de film naar 17, 18. Website: www.degrot.nl en www.thecavemovie.com. 15.933 bezoekers in 2001, 20.859 in 2002, maakt 36.792.
Première: 27 september 2001 (19 bioscoopzalen)
K-85 minuten (35mm/1:1.85)

HOLLYWOOD SIGN, THE
ook: DE HEMEL VAN HOLLYWOOD
Sönke Wortmann

Met: Burt Reynolds (Kage Mulligan), Rod Steiger (Floyd Benson), Tom Berenger (Tom Greener), Jacqueline Kim (Paula Carver), Al Sapienza (Rodney), David Proval (Charlie), Garry Marshall (regisseur), Dominic Keating (Steve), Eric Bruscotter (Muscle), Kay Kuter (Robbie Kant), Rafael Mauro (Lenny Lena), Kathleen Gati (Deb), Alex Veadov (Cabbi), Roz Witt (serveerster), Christian J. Fletcher (zoon van Kage), Adria Tennor, Amy Leland, Mark Gantt, Garry Marshall, Mark Phinney, Jeff Gardner (cameraman), Teresa Hill, Andy Milder (Suit), Gregory Phelan, Patricia McBride, Larry Wrentz, John Dybdahl, Ignacio Alvarez

Scenario: Leon de Winter. Tom Greener was ooit een redelijk bekende acteur. Aan zijn veelbelovende carrière is echter plotseling een einde gekomen door een kort verblijf in de staatsgevangenis. Bij zijn terugkeer in Hollywood probeert hij producenten te interesseren voor het scenario ‘The Hollywood sign’. Het is geschreven door zijn ex-vriendin Paula Carver. In het verlopen hotel waarin hij zijn intrek heeft genomen, komt hij zijn oude collega, de totaal afgeschreven acteur Kage Mulligan tegen. Een kans op succes valt in duigen als de Hollywood agent Robbie Kant aangereden wordt door een auto. Op de begrafenis, waar hij samen met Kage heengaat, ontmoet hij de ooit een Oscar-winnende acteur Floyd Benson. Onder het drinken van wat borrels besluiten Tom, Kage en Floyd naar het metershoge Hollywood-monument te aan. Daar blijkt een een vermoorde man te liggen. Overtuigd van de kansen, besluiten de drie uitgerangeerde acteurs al hun moed te verzamelen om de beste acteersprestatie ooit te leveren. Het doel: de financiering van een glorieuze comeback in Hollywood. Productiemaatschappij: Pleswin Entertainment. Pleswin Entertainment is opgericht door Eric Pleskow, oud-directeur van United Artists en oprichter van Orion Pictures, en schrijver/filmmaker Leon de Winter. Pleskow en Winter bezitten ieder 42,5% van het nieuwe bedrijf, terwijl de Nederlandse reclameman Leo Stumpel met vijftien procent deelneemt. Dat deze maatschappij in Amsterdam gevestigd werd, is het gevolg van de nieuwe belastingmaatregelen om het voor particulieren aantrekkelijker te maken in een Nederlandse film te investeren. Producent: Leon de Winter, Gerhard Meixner, Angela Roessel. Executive producer: Eric Pleskow, Hanno Huth. Supervising producer: René Seeghers. Montage: Edgar Burcksen. Een Multifilm CV productie. Production designer: Benedict Schillemans. Kostuums: Elsa Zamparelli. Muziek: Jewel of cool door Michou, Au tont du temple saint van George Bizet. Opgenomen in Los Angeles en Las Vegas, USA. Bevat fragment uit Navajo Joe van Dino de Laurentiis uit 1966. Engelstalig debuut van de Duitse regisseur Sonke Wortmann. Anouk zou niet alleen de muziek (titelsong en tracks tussendoor) leveren, maar ook een klein rolletje spelen als drugskoerier. Haar contact met Burt Reynolds was erg leuk, maar Leon de Winter wilde de kleine rol van Anouk volop in de publiciteit brengen. Anouk daarover in ‘Oor’ d.d. 10 juni 2000: “Ik wilde niet gelanceerd worden als één of andere film-Hollywood-ster, met zo’n kleine kutrol. Twee dagen later krijg ik vanuit Nederland een fax in mijn hotelkamer, met een heel stuk in de Telegraaf. (…) Ik zeg tegen die Leon de Winter: ‘Ik voel me zo fucking genaaid. Ik ga alles uit die film halen. Je zorgt voor een rectificatie van een hele pagina binnen een week.’ Nou toen kwam er een rectificatie van drie regels. Niet dus, haal alles er maar uit. Ze reageren niet. Als ze het gebruiken, zeker die twee minuten van dat rolletje, dan komt er een rechtszaak van.” De geplande première was mei 2000, maar het werd 4 oktober 2001. Leon de Winter verwachtte van te voren niet dat het een kaskraker zou worden. In 'Carp' van 28 augustus 2001: "De kans is klein. Om daarvoor in aanmerking te komen moet je het hebben van wat in filmjargon de Saturday night crowd heet, jongeren tussen 12 en 25 jaar. En mijn film voldoet niet aan de eisen die dat publiek stelt. Het ontbreekt aan harde actie en mooie, frisse jongens en meisjes als Cameron Diaz en Tom Cruise. (…) Ik hoop - en meer dan hoop kun je niet hebben in dit vak - dat we mensen aantrekken die meer van een film eisen dan een paar grote namen. En die groep is gelukkig vrij groot, dus ik verwacht het wel wat langer dan een paar weekjes te kunnen uitzingen." Persreacties: Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 28 september 2001: "(...)The Hollywood Sign is een merkwaardige mix van een Amerikaanse en een Europese aanpak. Sommige dialogen duren voor Amerikaanse begrippen te lang, maar de personages krijgen wel meer aandacht dan in Amerikaanse producties gebruikelijk is. Ook het verteltempo hapert hier en daar. Toch haalt de film een voldoende, vooral door de ironie die De Winter in zijn verhaal wist te verpakken. (...)" Bart van der Put in 'Het Parool' van woensdag 3 oktober 2001: "Met een ontwapenende zelfspot spelen Tom Berenger, Rod Steiger en een onthutsend slecht opgelapte Burt Reynolds drie uitgerangeerde acteurs, die de vondst van een dode gangster aangrijpen om met behulp van hun talent een grote slag te slaan. De manier waarop de drie Hollywood-veteranen de draak steken met hun vak en hun milieu, is beslist amusant en biedt enig tegenwicht voor de borstklopperij die De Winters scenario kenmerkt." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van woensdag 3 oktober 2001: "Regie en acteren luisteren nauw in een film over schmieren: juist de afwezigheid van de vereiste ironie en afstandelijkheid doen de film ineenstorten tot een product, dat zelf gemakzucht doet vermoeden. Toch is het resultaat af en toe vermakelijke en schemeren de contouren door van een veel betere film." Dick van den Heuvel in 'de Telegraaf' van donderdag 4 oktober 2001: "Een echte Hollywoodproductie wordt 'The Hollywood Sign' nooit, al was het maar vanwege vervelende continuïteitsfoutjes, zoals een pukkeltje op de kin van vrouwelijke hoofdrolspeelster Jacqueline Kim, dat er dan weer wel is en dan weer niet. Een hele aardige en zeer geslaagde Nederlandse speelfilm, toevallig dit keer met Amerikaanse acteurs. dat is dan de beste kenschets die je van 'The Hollywood Sign' kunt geven. Er zijn filmmakers die daar een moord voor zouden doen." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van donderdag 4 oktober 2001: "The Hollywood sign is zo'n film waarin een aardige film schuil gaat. Maar de humor wordt gesmoord door het trage tempo en het rommelige camerawerk, die The Hollywood Sign degraderen tot een halfbakken komedie. De Nederlandse productie oogt te veel als een Amerikaanse schnabbel." Première op het Nederlands Film Festival 2001. De film haalde de week top 20 niet, met een opbrengst van 20.589 gulden stond de film op 20 over het weekend (donderdag tot en met zondag). 3.247 bezoekers in 2001, 3.820 bezoekers in 2002.
Première: 4 oktober 2001 (14 bioscoopzalen)
K-90 minuten

IK OOK VAN JOU
Ruud van Hemert

Met: Antonie Kamerling (Erik), Angela Schijf (Reza), Beau van Erven Dorens (Fräser), Florence Kasumba (Silke), Dorothee Capelluto (Nadine), Anniek Pheifer (Liesbeth), Cynthia de Graaff (Claire), Arjan ten Broecke (Tom), Domenico la Ferrara (Rocco), Ferd Hugas (vader Liesbeth), Marloes van den Heuvel (moeder Liesbeth), Leo Hogenboom (vader Eric), Guusje Westerman (moeder Erik), Tijn Docter (broer Erik), Titus Muizelaar (vader Reza), Antoinette Jelgersma (moeder Reza), Rinco van der Baan (barkeeper Patricia), Lucas Dijkema (bezopen vent), Nathalie de Wit (Nathalie), Alette Adriani (Lizalotte, serveerster), Celia Nufaar (arts), Nico Peek (agent #1), Jildou Straat (agente #2), Freek Brom (stonede jongen), Ronald Giphart (ontroerde toeschouwer), Alice Reys, Chanella Hodge, Leo Hogenboom, Marieke de Kruijf, Carol Lecacheur

Scenario: Ruud van Hemert, naar het gelijknamige boek van Ronald Giphart uit 1992; ter gelegenheid van de verfilming verscheen een speciale filmeditie (12e druk). Aankomend schrijver Erik (Antonie Kamerling) is met zijn studievriend Fräser (Beau van Erven Dorens) op vakantie in de Dordogne. Erik heeft net het manuscript ingeleverd van zijn debuutroman. Het is het relaas van zijn eerste grote liefde: Reza (Angela Schijf). Met dit mysterieuze meisje had hij een even hartstochtelijke als problematische relatie. In Frankrijk vertelt Erik het verhaal aan de zwarte Vlaamse Silke. Voor het eerst kan en durft hij te spreken over wat hem is overkomen: Het begint turbulent. De avond dat de onervaren Erik Reza ontmoet, gaat ze direct met hem naar bed en is hij verkocht. Ze trekt meteen bij hem in en in de eerste weken leeft Erik in een roze wolk. Maar al snel begint Reza merkwaardig gedrag te vertonen. Het ene moment adoreert ze Erik en een seconde later haat ze hem. Ze wordt regelmatig zonder reden verschrikkelijk jaloers, ze heeft angstaanjagende woedeuitbarstingen en soms verminkt ze haar eigen lichaam. Erik weet niet wat er met haar aan de hand is, of wat hij moet doen. Het kan alleen maar misgaan. En dat gaat het, op een vreselijke manier. Muziek: ‘I love you too’ door Sarina Kuipers. Componisten: Haro Slok, Henkjan Smits. Producent: Frank Bak (Theorema Films). De pornovideo die door Erik en Reza bekeken wordt is Latex van Michael Ninn. Volgens Roland Giphart ('Algemeen Dagblad' d.d. 11 mei 2000) is er een duidelijk verschil tussen het boek en de film: "Reza beschadigt zichzelf als ze verdrietig is. Die zelfbeschadiging treedt in de film op de voorgrond, terwijl het in het boek veel minder speelt. Filmen en schrijven zijn autonome kunstuitingen. Ik vind het een fantastisch script. Zo goed had ik het nit kunnen doen. Ik wil zelf ook nog geen scripts schrijven." Andere verschillen: de scène waarin een geslachtsdeel van een man wordt versierd met lippenstift en een parapluutje zit niet in de film. De nadruk ligt in het boek wat meer op het Frankrijk-gedeelte dan op Nederland. Tijdens hun verblijf in de Dordogne ontmoeten Eric en Fräser het Duitse meisje Silke en het Franse meisje Nadine. In het boek blijkt nergens welke taal ze spreken. De opnamen startten op 17 april 2000; o.a. voor De Slegte aan de Coolsingel in Rotterdam op donderdag 8 juni 2000. In Rotterdam werd ook in discotheek Maastheater gefilmd. Andere locaties: Parijs, het zuidwesten van Frankrijk, Bergen aan Zee, Baarn, Utrecht (Hogeschool van Utrecht) en Amsterdam. Beau van Erven Dorens hield voor 'Nieuwe Revu' een paar dagen een dagboek bij. Een verslag daarvan is te lezen op pagina 56 tot en met 61 van nummer 27-2000. Daarin o.a. over Ruud van Hemert: "Een levende legende, berucht om zijn stevige, of eerder tirannieke stijl van regisseren. (…) Tijdens de eerste twee weken van de opnames voor IK OOK VAN JOU brak hij Antonie finaal doormidden. Die heeft zichzelf uiteindelijk weer in elkaar gezet. En met verve, durf ik te zeggen. Als je het mij vraagt zijn sterkste rol tot nu toe. Opmerkelijk: Ronald Giphart en zijn vriend Bert - de echte Fräser - duiken ook nog even op in de film, hangend aan de bar. Er zijn vele overeenkomsten tussen IK OOK VAN JOU en TURKS FRUIT; beide zijn gebaseerd op een bestseller, kennen een jonge blonde Erik als hoofdpersoon, kennen een debuterende actrice, een flashback-structuur, hoofdpersonen die plakboeken bijhouden, vrouwen die met hun haar bezig zijn en zelfs een einde dat met de dood te maken heeft. 12 jaar na HONNEPONNETJE volgde IK OOK VAN JOU. Voor andere projecten zoals Angel Eyes, The double run en Een beetje verliefd kreeg hij geen geld. Over de verhalen over onheus behandelde acteurs in ‘de Filmkrant’ d.d. februari 2001: “Zo werk ik nu eenmaal. Het gaat mij niet om aardig gevonden te worden, al is dat een hele belangrijke doelstelling in het leven, zo heb ik begrepen. Mijn enige doelstelling is het maken van een goede film. Niet dat daar doden bij moeten vallen, maar psychisch zal er soms iemand het onderspit moeten delven. Dat hoeft niet altijd de acteur te zijn, dat kunnen ook andere mensen zijn die bij de film betrokken zijn. Het niveau in Nederland ligt zo laag dat je mensen echt mee moet sleuren om er iets fatsoenlijks van te maken. Niet dat mijn niveau nou zo hoog ligt, maar het ligt wel hoger dan wat hier gebruikelijk is. (…) Ik ga ervan uit dat ik van een Nederlandse acteur hetzelfde krijg als ik van Robert De Niro zou krijgen. Nou, dat lukt natuurlijk niet. Ze missen het talent en de ervaring. Maar ik streef er wel naar. Ik streef naar het allerhoogste. (…) Er is ontzettend veel mis mee [met IK OOK VAN JOU]. Qua scenario, acteren, regisseren, montage, setting, weet ik veel allemaal. Zoveel dingen die niet goed genoeg zijn. (…) Mijn film is een zeven en dat is in Nederland het allerhoogste dat je kunt bereiken.” Anouk weigerde een rol in de film. In 'Nieuwe Revu' 10-2001: "Ergens mocht ik hem wel, maar ik wist al na één minuut dat het niks zou worden. Het wemelde in het script van de sexscènes en voordat ik in mijn blote pruim op zo'n filmset ga liggen, moet ik me toch echt meer op m'n gemak voelen dan nu bij Ruud van Hemert het geval was." Ronald Giphart over de film in ‘Vrij Nederland’ d.d. 10 februari 2001: “IK OOK VAN JOU is mijn meest autobiografische boek. Maar deze film heeft hélemaal níets met mijn leven te maken. Reza is in het boek een intelligente vrouw. In de film zet Angela Schijf haar neer als een volstrekte hysterica. Dat ligt natuurlijk ook aan de regie van Ruud van Hemert. Antonie Kamerling speelt hoofdpersoon Eric als een zijige zachte sok en het verschil tussen de Fräser uit het boek en de Fräser van Beau van Erven Dorens kan niet groter zijn. Fräser is een NRC Handelsblad-intellectueel, Beau van Erven Dorens zet zichzelf neer: een leeghoofdig bralvat. (…) Het [verkopen van de rechten] levert veel geld op (…) Het getuigt wel van geestelijke armoe dat filmmakers een boek nodig hebben als bagagedrager (…)” Angela Schijf werd boos op schrijver Ronald Giphart wegens het ventileren van de volgende kritiek op de film: “Een typische Veronica film: allemaal B-acteurs en een bekende presentator als Beau van Erven Dorens. Angela probeert er nog iets van te maken binnen de beperkingen van het script. Maar Antonie Kamerling zet het clichébeeld van een gevoelige dichter neer; een zijige figuur met wie ik mij totaal niet kan identificeren. En Beau, die kan gewoon niet acteren. Een volgende keer eis ik zeggenschap over het script en de casting. Dit laat ik mij geen tweede keer overkomen.” Angela Schijf: “We laten hem in zijn waarde, laat hij dat met ons ook doen.” Antonie Kamerling had het zwaar op de set, want Ruud van Hemert was totaal niet te spreken over het acteervermogen van Antonie. Antonie over Ruud van Hemert in 'PreView' d.d. februari 2001: "Ruud is een hele goede regisseur, maar hij is een moeilijk mens om mee te werken. Voor we aan de promotie van de film begonnen, hebben we daar met het hele team over gepraat en we hebben besloten om daar naar buiten toe heel open over te zijn. Ruud heeft soms de neiging om mensen op hun ziel te trappen, ook als daar geen aanleiding toe is, en dat kan vreselijk pijn doen. Als het niet goed gaat tijdens de opnemen van een scène, kan hij heel erg boos en verdrietig worden en dat op zijn omgeving afreageren. Voor mij heeft het tot de allerlaatste werkdag geduurd voordat ik een manier vond om daar mee om te gaan. Maar ik moet zeggen: na IK OOK VAN JOU gezien te hebben, zou ik zo weer een film met hem maken." Persreacties: Jos van der Burg in ‘Het Parool’ d.d. 14 februari 2001: “(…) dertien jaar na HONNEPONNETJE pakt Van Hemert met de Ronald Giphart-verfilming IK OOK VAN JOU de draad weer op. Voor de inmiddels 62-jarige filmmaker is de wereld in de tussentijd kennelijk niet veranderd, zodat we kijken naar een film over jongeren die nu al gedateerd aandoet. (…) Wat volgt is een omslachtige raamvertelling (…) Dat gebeurt in lange flashbacks, die sloom worden becommentarieerd door Erik. We zien en horen Reza vol vuur Erik de huid volschelden, waarna we zijn voice-over horen: "De zekerheid die ik als schrijver had gevonden, werd steeds meer overvleugeld door mijn onzekerheid over Reza en wat haar bezielde." Een lekkere zin voor de doelgroep! De keren dat de scenaristen Willeke Frima en Ruud van Hemert met hun dialogen wel aan hun doelgroep dachten, denken ze dat die nog ergens in de jaren zestig leeft: "Peren jullie hem nu al?" Dat Fräser lacherig opmerkt dat Fransen 'rare dingen hebben, zoals wc's' ('gewoon een gat in de grond!'), versterkt de indruk dat de film zich afspeelt in de prehistorie van het massatoerisme. De krukkige dialogen zouden we vergeten als Erik en Reza ons een gepassioneerde relatie binnensleepten. Gepassioneerd? Schijf doet haar best, maar zij kan het niet helpen dat Kamerling een watje speelt, dat hulpeloos haar paranoïde woedeaanvallen ondergaat. Hup, daar klinkt Eriks suffige achteraf-commentaar weer: "Het was soms net of een duivel bezit van haar nam en alles wilde vernietigen." Fijn dat hij het ons uitlegt.” Bianca Stigter in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 14 februari 2001: “(…) De relatie tussen Reza en de schrijver treedt nu zonder meer op de voorgrond, waardoor de film veel platter en zoeter is dan het boek. Ook door enkele veranderingen in de plot lijkt de film soms meer op BETTY BLUE dan op het boek van Giphart, en dringt ook die beroemde Nederlandse verfilming van een beroemd Nederlands boek zich meer op. Van Hemert moet vaak aan Paul Verhoevens verfilming van Jan Wolkers' roman TURKS FRUIT hebben gedacht. Het is vast geen toeval dat de hoofdpersoon, die in het boek Ronald heet, in de film net als in TURKS FRUIT Erik heet. De schrijver wordt gespeeld door Antonie Kamerling, die er een wel heel kleurloze figuur van maakt. Hippe bloesjes en kekke klodders gel kunnen dat niet verhelen. Als Kamerling muziek was, was hij muzak. Big Brother- presentator Beau van Erven Dorens is wel perfect gecast als de brallerige, verliteratuurde student Fraser. Soapster Angela Schijf is als Reza net zo goed in ontwapenen als in hysterisch zijn. Sinds Monique van de Ven in TURKS FRUIT heeft geen actrice meer zo akelig spontaan door het beeld gehuppeld als Schijf in Ik ook van jou. Het zou me niet verbazen als meisjes die de film hebben gezien stiekem even aan haar zullen denken als ze met een van hun eerste vriendjes over straat lopen. Schijf heeft (althans in de film) kleinere borsten dan Van de Ven, een feit dat in de film een nog grotere rol speelt dan in het boek. (…)” Erik Koch in ‘de Telegraaf’ d.d. 15 februari 2001: “(…) Zijn afwezigheid lijkt na Van Hemerts comeback IK OOK VAN JOU een groter verlies voor Nederland geweest dan voor de cineast zelf. Geïnspireerd door de autobiografische elementen die hij in de roman van Ronald Giphart aantrof, levert Van Hemert een gerijpte en imponerende proeve van bekwaamheid af. (…) Kamerlings toonloze voice-over, klaarblijkelijk als de schrijver (zoals velen hun eigen werk slecht declamerend) op een lezing, werkt niet bevredigend. Een van de weinige minpunten van IK OOK VAN JOU, die zich verder in alle opzichten kenmerkt door vakmanschap. Tegenover de bekwaam ingehouden acterende Antonie Kamerling treft de moedige debutante Angela Schijf in haar complexe rol bijna steeds de juiste toon en ook in de kleinere rollen (zoals Beau van Erven in een ironische ballenoptreden als Eriks beste vriend) wordt goed werk afgeleverd. Samen met zijn cameraman Tom Erisman schildert Ruud van Hemert magistrale vergezichten in het Franse vakantieland en vult even gevoelig de intieme scènes in de Hollandse binnenkamers in. De psychische stoornis van zijn vrouwelijke hoofdpersoon zal niet iedereen aanspreken, maar Van Hemert en zijn cast weten haar begrijpelijk en invoelbaar te maken. De kwaliteit van IK OOK VAN JOU doet hopen dat Van Hemert het afgelopen decennium genoeg energie heeft verzameld om de verloren jaren in te halen.” André Nientied in 'Nieuwe revu' 8-2001: "Van Hemert gaf zijn film zelf een 7, en daar zetten wij onze paraaf graag onder. Maar de volgende keer mag Ruud niet meer zoveel afkijken!" Officiële website: http://www.ikookvanjou.com De film opende goed op een 2e plaats van de bioscoop top 20 met een opbrengst van 563.283 gulden uit 35 theaters. De week erna draaide de film in 41 bioscopen en was de opbrengst 471.493 gulden; goed voor een 4e plaats. Vervolg: 6, 7, 10, 15, 17. Grolsch Juryprijs 2001. Het juryrapport van de Grolsch Vakjury over IK OOK VAN JOU: "Ondanks alle kwellingen die de betrokkenen hebben moeten ondergaan zijn de makers erin geslaagd een zeer toegankelijke film te maken met een heftig, niet alledaags onderwerp. De hoofdrolspeelster draagt de film." 143.721 bezoekers.
Première: 15 februari 2001 (36 kopieën)
K-95 minuten

ÎLES FLOTTANTES
Ook: ILES FLOTTANTES
Nanouk Leopold

Met: Maria Kraakman (Kaat), Manja Topper (Sascha), Halina Reijn (Isa), Kuno Bakker (Christophe), Jacob Derwig (Peer), Leopold Witte (Max), Aat Ceelen (Gijs), Annemarie Prins (oma), Ryszard Turbiasz (Alexej), Reinier Bulder (Bakker), Joke Tjalsma (Kokkie Snoep), Gillis Biesheuvel (Boris), Leo Hogenboom (arboman), Ceren Taygun (dokter), Paul van der Kaaden (arbeidsconsulent), Harpert Michielsen (EHBO-arts), Anouk Driessen (verkoopster), Daphne de Winkel (vrouw met baby)

Scenario: Nanouk Leopold. Drie vriendinnen van in de dertig leiden een leven zonder enige richting. Veelbelovende relaties leiden bij elk van hen tot een crisis. Dit dwingt hen om een keuze te maken. Kaat leidt een comfortabel leven met de aantrekkelijke 40-jarige Max. De sterke Sascha laat zich graag door mannen uitdagen en verleiden. Haar nieuwste vlam Peer beantwoordt in alle opzichten aan haar zucht naar extreme relaties en Isa, die een relatie met de succesvolle kunstenaar Christophe heeft, gunt zichzelf alle tijd om haar eigen stijl te ontwikkelen in het schilderen. Als Kaat de dag na haar dertigste verjaardag haar relatie met Max verbreekt, trekt ze in bij Sascha. Kaat zit in de problemen, omdat ze zwanger is en niet weet of het van Max is of van Christophe, sinds een tijdje haar minnaar. Terwijl Sascha en Isa proberen uit te vinden wat er aan de hand is, houdt Kaat haar mond stevig dicht. Ze wil eerst haar sporen uitwissen door zo snel mogelijk een abortus te regelen. Ook Sascha zit niet lekker in haar vel, aangezien Peer veel te ver gaat in het serieus opeisen van haar aandacht. Isa heeft er moeite mee dat niemand haar serieus neemt en ze begrijpt niet waarom Christophe zich in hun relatie steeds afstandelijker begint te gedragen. Wanneer Kaat helemaal niet zwanger blijkt te zijn, denkt ze dat het grootste deel van haar probleem is opgelost. Ze biecht alles aan Sascha op en wil zo snel mogelijk terug naar Max. Maar er zijn een aantal dingen in gang gezet die niet meer zo makkelijk terug zijn te draaien… Producent: Circle Films (Stienette Bosklopper). Co-producent: VPRO Televisie, Motel Films. Camera: Benito Strangio. Geluid: Ferry de Pater. Muziek: Harry de Wit. Montage: Katharina Wartena. Art direction: Diana van de Vossenberg. Casting: Job Gosschalk. Schilderijen Isa: Laurien Dumbar. Werken Christophe: Kamiel Verschuren. Affiche: Brat Ljatifi. ÎLES FLOTTANTES, ofwel 'drijvende eilanden' is een Frans toetje, van bergjes eiwitschuim die drijven in een vanillesaus. Net zo laten Kaat, Sascha en Isa zich meedrijven oop de stroom van het leven. Een van de vijf scenario's gerealiseerd in het kader van de samenwerking tussen het Nederlands Fonds voor de Film, de VPRO en Motel Films onder de titel 'No more heroes'. Onder deze titel wordt jonge filmmakers de kans geboden een eerste of tweede lange speelfilm te maken. Uit de ruim 200 aanvragen heeft een jury uiteindelijk 5 scenario's geselecteerd. Nanouk Leopold (1968) studeerde in juni 1998 af aan de NFTA, waar ze de regieopleiding deed. Met haar eindexamenfilm WEEKEND won ze de Tuschinski Award. Voor de VPRO maakte ze in 1999 de Lolamoviola MAX LUPA. De film mag volgens de regisseur autobiografisch genoemd worden, want het is wat zij dagelijks om haar heen ziet, maar zij is zelf nooit in elkaar geslagen. Ze heeft van alles bij elkaar gevoegd. Opgenomen in 20 draaidagen op 32 locaties in Rotterdam (o.a. Kruiskade, Natuurmuseum). Manja Topper mocht voor de film 5 jaar jonger zijn dan haar werkelijke leeftijd. Halina Reijn en Maria Kraakman beide 5 jaar ouder. Doordat MET GROTE BLIJDSCHAP ondanks goede recensies niet goed liep, werd ÎLES FLOTTANTES door distributeur A-Film Distribution niet met de geplande 8 maar met 5 kopieën uitgebracht. Op de website van het International Filmfestival Rotterdam, d.d. 29 januari 2001 gaven de regisseurs van de andere No More Heroes-films commentaar op elkaars projecten. LC=Lodewijk Crijns, NL=Nanouk Leopold, MK=Martin Koolhoven, M=Michiel Jaarsveld over ÎLES FLOTTANTES: (LC): ‘Ik vind dat het een shockerend beeld geeft van vrijgezellen, mensen van mijn leeftijd, die zich eigenlijk niet willen of kunnen aansluiten bij een ander mens.’ (NL): ‘Waarom vind je het shockerend?’ (LC): ‘Omdat ik er zoveel van mezelf in herken.’ (MK): ‘Confronterend.’ (LC): ‘Okee, confronterend is een beter woord dan shockerend.’ (NL): ‘Ik vind het eigenlijk wel goed, confronterend en shockerend, maar waarom dan?’ (LC): ‘Omdat ik zie dat ik niet de enige ben die tegen dat soort dingen aanloop. En het is goed dat hij naar het einde steeds krachtiger wordt.’ (MJ): ‘Hij bouwt op in zijn verhaallijn.’ (LC): ‘Die hoofdrolspeelsters bouwen samen iets op wat kracht oplevert, ondanks dat er van alles mis gaat in hun leven.Wat ik ook heel opvallend vind is dat een van de acteurs terugslaat als hij ruzie heeft met zijn vriendin. Ik zou dat zelf nooit doen, maar ik vind het wel heel goed dat je dat in een film laat zien, dat er mannen zijn die zich als vrouwen gaan gedragen. In de gedachtewereld van een echte man komt het niet voor dat je een vrouw slaat. Alleen losers en klootzakken slaan terug.’ (NL): ‘Ik denk eigenlijk dat het onzin is dat je zegt dat alleen mannen die losers en klootzakken zijn vrouwen slaan, het is meer dat de situatie uit de hand loopt. Ik vind juist al die dingen waarvan mensen zeggen ’dat het niet kan’ interessant, omdat die wel degelijk kunnen en zelfs dagelijks gebeuren.’ Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 11 april 2001: Leopold, die ook het scenario schreef, wisselt vaardig tragiek en humor af, maar vervalt af en toe in clichés. Zo moeten we geloven dat Sascha op verkeerde mannen valt, omdat haar moeder dat ook deed. En de bureaucraat van het arbeidsbureau die Sascha aan een baan wil helpen, lijkt weggelopen te zijn uit Jiskefet. Het zijn zwakke plekken in een film die vol rake scènes zit. Zoals die in een volle bakkerswinkel, waar Isa de overspelige Kaat te kijk zet: "Grappig hè, zij is met mijn vriend naar bed geweest." Humor en tragiek, met als resultaat ontroering, vallen hier perfect samen." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 11 april 2001: "Het voornaamste probleem van Leopolds film is dat de regisseuse de identificatie van de toeschouwer met de hoofdpersonen bewust ondoorzichtig heeft willen houden. Ze heeft gekozen voor een vertelstijl die veel dramatische ontwikkelingen en confrontaties buiten beeld houdt, ten faveure van het filmische voorbijgaan van de tijd en het plotselinge besef dat iets wat stond te gebeuren zich stilletjes al voltrokken heeft. Jammer genoeg is zij daar niet helemaal in geslaagd. Integendeel. Juist de kleine anekdotes in ÎLES FLOTTANTES blijven het sterkste overeind, waardoor het kan gebeuren dat de mannelijke tegenhangers van Kaat, Isa en Sascha begrijpelijker en zelfs sympathieker overkomen, omdat ze met sterke karakteristieken zijn neergezet. Leopolds eigen stem had best wat stelliger in deze film mogen klinken. Haar film is nu voorzichtig, tweeslachtig ook. Her en der rijst het vermoeden dat de jonge acteurs en actrices sterker zijn dan hun personages, al bewijst Leopold op beslissende momenten de touwtjes wel degelijk in handen te hebben gehouden. " Eric Koch in 'de Telegraaf' d.d. 12 april 2001: "Even losjes als herkenbaar zijn haar [=Nanouk Leopolds] schetsen en ze overtuigen eens te meer door het sterke optreden van met name Manja Topper. ÎLES FLOTTANTES maakt indruk door ogenschijnlijke eenvoud en het gedoseerde gebruik van muziek onderstreept de zelfverzekerdheid van de debuterende regisseuse. Iemand om in de gaten te houden." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' d.d. 12 april 2001: "Leopold, ook verantwoordelijk voor het scenario, is een beheerst filmmaker. Losjes, in vliedende scènes, bouwt zij drie vrouwenlevens op. De toon is aanvankelijk guitig. De vriendinnen rotzooien maar wat aan. Ze praten elkaar zo nu en dan bij over hun strapatsen, lachen om elkaar of wijzen elkaar terecht, met bitse oneliners. Gaandeweg sluipt er gif in de lichtvoetigheid. (...) Als scenarioschrijfster houdt Leopold zich opvallend koest. Zij heeft niks gelijkhebberigs. Een richting of doel blijft lange tijd achterwege. (...) Films die een mentaliteit tonen in plaats van een verhaal zijn valkuilen voor regisseurs. Het onderwerp - in ÎLES FLOTTANTES het gebrek aan geestdrift - wordt vaak ook het karakter van de film. Maar Leopold maakte allesbehalve een gratuite productie. Door een voortreffelijke acteursregie zijn haar hoofdpersonen beduidend meer dan argumenten die de stelling onderbouwen dat dertigers dolen. Manja Topper (verbeten krijger), Maria Kraakman (sping-in-'t-veld) en Halina Reijn (sombere romantica) ontroeren als vriendinnen die diep in hun hart beseffen dat ze elkaar niet echt mogen. Jacob Derwig wekt als eenzaam kruitvat tegelijk afkeer en mededogen op. ÎLES FLOTTANTES is een film om te koesteren. Cultuurpessimisme heeft niet al te vaak zo veel flair." Erik Spaans in 'HP/de Tijd' d.d. 13 april 2001: "Het trio vriendinnen in ÎLES FLOTTANTES speelt zeer overtuigend. Kraakman voorop, maar de andere twee hoofdrolspelers komen op het filmdoek ook goed uit de verf. (...) De vrouwen in ÎLES FLOTTANTES hebben eigenschappen die in [Marleen] Gorris-films niet voorkomen: ze hebben zwakheden. Ze twijfelen zich suf, maken het zichzelf zo nu en dan knap lastig en zijn niet altijd eerlijk tegen elkaar (en zichzelf). Ze zijn kortom volkomen geloofwaardig. Ze hebben me geërgerd, vertederd en geïntrigeerd; zozeer dat ik me kort na de aftiteling al begon af te vragen hoe het nu toch met ze zou zijn. Vooral Kaat. Ik maak me een beetje zorgen over haar."
De jury van de Skrien Afficheprijs 2001 heeft uit 26 affiches Îles Flottantes van Brat Ljatifi verkozen tot beste Nederlandse filmaffiche van het afgelopen seizoen. In het juryrapport wordt het affiche omschreven als 'een eigenwijs en oorspronkelijk beeld dat zich op je netvlies brandt'. De jury kwam in eerste instantie uit op vier mogelijke winnaars: Ajax - Daar hoorden zij engelen zingen (Roel van Dalen, 2000), ontworpen door Michael van Renderaat, Costa! (Johan Nijenhuis, 2001) door Jan Vork en Priscilla Korver, De Droom van de Beer (Cherry Duyns, 2000) door Ruud van Empel en Îles Flottantes (Nanouk Leopold, 2001) door Brat Ljatifi. De prijs is op 23 september 2001 tijdens de festivaltalkshow van Mieke van der Weij overhandigd aan ontwerper Brat Ljatifi. Het is de eerste keer dat de Skrien Afficheprijs is uitgereikt. Aanmoedigingsprijs Film/Video van het Amsterdams Fonds voor de Kunst in mei 2002. 11.326 bezoekers in 2001, 3.368 in 2002.
Première: maandag 29 januari 2001 (International Film Festival Rotterdam)/29 maart 2001 (5 kopieën)
K-85 minuten

ISLAND OF THE MAPMAKER'S WIFE, THE
Michie Gleason

met: Liam Cunningham (John Wyndham), Roland Gift, Natasha Little, William Marsh (Steven), Dominique Sanda, Mark Rietman

Scenario: Michie Gleason. De Amerikaanse Finley is een verwoed verzamelaarster van antieke landkaarten. Tijdens een weerzien met haar ex-vriend vertelt hij haar over de unieke 17e eeuwse landkaart die een Amsterdamse antiquariair in zijn bezit heeft. Finley reist af naar Amsterdam. Tijdens de heftige onderhandelingen wordt Finley verliefd op de aantrekkelijke, maar mysterieuze handelaar en laat ze geen middel onbenut om haar doel te bereiken. Camera: Theo Bierkens. Produktie: Matthijs van Heijningen, Michie Gleason, Charles Melniker. Productiemaatschappij: Sigma Pictures. Line producer: Berry van Zwieten. Muziek: Debbie Wiseman. Camera: Theo Bierkens. Casting: Nina Gold, Job Gosschalk. Oorspronkelijk zou Julie Christie de hoofdrol spelen. Geen bioscooproulement.
Première: zaterdag 22 september 2001 (Nederlands Film Festival)
K-90 minuten-35 mm

LITTLE VAMPIRE, THE
Ook: DER KLEINE VAMPIR/DE KLEINE VAMPIER/LE PETIT VAMPIRE
Ulrich Edel

Met: Jonathan Lipnicki (Tony Thompson), Richard E. Grant (Frederick), Jim Carter (Rookery), Alice Krige (Freda), Rollo Weeks (Rudolph), John Wood (Lord McAshton), Pamela Gidley (Dottie Thompson), Tommy Hinkley (Bob Thompson), Anna Popplewell (Anna), Dean Cook (Gregory), Elizabeth Berrington, Jake D'Arcy (boer), Iain De Caestecker (Nigel), Scott Fletcher (Flint), Johnny Meres (leraar), Ed Stoppard (Von)

Scenario: Angela Sommer-Bodenburg (romanreeks The Little Vampire), Karey Kirkpatrick, Larry Wilson. Het verhaal speelt zich af in een afgelegen dorpje in Schotland, waar de Amerikaanse familie Thompson zich net gevestigd heeft. De 9-jarige Tony Thompson (Jonathan Lipnicki) heeft sinds hun verhuizing om onverklaarbare redenen elke nacht last van nachtmerries over vampieren. Al snel is hij volledig geobsedeerd door deze wezens en leest hij alles wate er maar te vinden is. Op school wordt hij daarom gepest door zijn klasgenootjes. Op een avond krijgt Tony bezoek van een grote vleermuis die voor zijn ogen veranderd in de 9-jarige vampier Rudolph. Rudolph is heel zwak omdat hij nog niet gegeten heeft. Tony helpt hem en vanaf dat moment ontstaat er een hechte vriendschap tussen de twee. Achterna gezeten door vampierenjager Rookery, beleven samen de grootste avonturen in de zoektocht naar een amulet. Het is heel belangrijk dat ze dit kostbare bezit voor een bepaald tijdstip vinden, anders moeten Tony’s vrienden opnieuw 300 jaar wachten om gewone mensen te kunnen worden… Producenten: Klaus Bauschulte (co-producer), Alexander Buchman (executive), Richard Claus, Carsten H.W. Lorenz (co-producer), Daniel Musgrave (associate), Anthony Waller (executive) , Larry Wilson (executive). Muziek: Nigel Clarke, Michael Csányi-Wills. Camera: Bernd Heinl. Montage: Peter R. Adam. Makeup: Katja Reinert, Leendert Van Nimwegen. Assistant Director: Marc van der Bijl. Geluid: Jef Hendrickx, Andreas Musolff, Yuri Reese, Roberto van Eijden (production sound mixer). Productiemaatschappijen: Avrora Media, Comet Film (Duitsland), Cometstone Productions, Propaganda Films (Amerika), Stonewood Communications (Nederland). THE LITTLE VAMPIRE is een Duits-Nederlands-Amerikaanse co-productie opgenomen in Schotland en Duitsland. Het Nederlandse aandeel is afkomstig uit de beleggings cv ‘The little Vampire’ van de ABN Amro Bank. Via de belastingconstructie werd 23,4 miljoen gulden opgehaald. De totale productiekosten bedroegen 41 miljoen gulden, die voor een groot deel aan special effects zijn besteed. ABN AMRO bood in het voorjaar van 1999 de mogelijkheid om in de film te investeren. Dit naar aanleiding van het op 7 december 1998 door de Nederlandse ministerraad goedgekeurde fiscale regeling ter stimulering van de filmsector. Nederlandse particulieren staken via een film CV van ABN AMRO twintig miljoen gulden in de film, waarvan de fiscus tien tot vijftien miljoen teruggaf via aftrekposten. De meeste opwinding ging over het feit dat de film grotendeels van buitenlandse makelij was. Waarom moest Nederland aan zulke producties meebetalen? Dat zette de Belastingdienst aan het nadenken. Nederlandse inbreng: De Duitse producent houdt kantoor in Amsterdam en enkele leden van de crew hebben de Nederlandse nationaliteit: Chris Brouwer, Arnold Heslenfeld (production supervisors), Leendert van Nimwegen (make up artist), Marc van der Bijl (first assistant director), Roberto van Eijden (sound mixer), Erwin Roodhart (gaffer), Paul van Leeuwen (production accountant), Sjoerd Didden (pruiken) en Charlotte van Dijk (post-production assistant). Engels gesproken. Brits-Amerikaanse cast. Acteur Jonathan Lipnicki was eerder te zien in Jerry Maguire, Dr. Dolittle en Stuart Little. Eerste vertoning op het Edinburgh Film Festival op 18 augustus 2000. Duits roulement vanaf 28 september 2000, vervolgens in Zwitserland, Frankrijk (Uitgebracht met 380 kopieën op 25 oktober 2000), Engeland, Amerika en pas op 12 april 2001 was Nederland aan de beurt. 89.061 bezoekers.
Première: 12 april 2001 (68 kopieën, later 69)
K-95 minuten

LASTPAK
ook: NUISANCE
Frans van de Staak

met: René van het Hof, Marlies Heuer, Betty Schuurman, Nienke van Spreeuwel

Scenario: Frans van de Staak, Hans Hausdörfer, Stans Lutz. De hoofdpersoon van de film is een acteur die zijn leven acteert. Hij is een lastpak, maar alleen voor wie op zijn toneelstukjes is uitgekeken of zich schaamt om in de nabijheid van een clown te zijn. Zijn vrouw verbreekt de relatie omdat ze de man gewoon niet langer kan verdragen en hij lijkt dat ogenschijnlijk vanzelfsprekend te accepteren. Hij trekt weg uit de stad naar een huisje op het platteland. Al snel heeft hij nieuw publiek. Een buurvrouw en haar dochter komen nieuwsgierig kennismaken en zijn direct enthousiast over de ingenieuze eenvoud van de voorstellingen van de lastpak die voor hen nog helemaal niet lastig is, maar juist een welkome afwisseling van hun al te gewone leven. De man speelt met ouderwetse huishoudelijke voorwerpen als metalen emmers en geruite theedoeken waarvan hij een onuitputtelijke verzameling lijkt te hebben. De moeder en de dochter raken zo in de ban van dit soort inventieve uitbeeldingen van dagelijkse handelingen en gedachten dat ze zelf ook tussen de schuifdeuren willen optreden. Dan blijkt de lastpak toch zijn subversieve narrenwerk te hebben gedaan. De dochter vindt in het spel een weg om zich los te maken van de vanzelfsprekende dominantie van haar moeder. Camera: Jan Wich. Geluid en muziek: Marcel de Hoogd, Marten Negenman. Montage: Hanneke Stark, Frans van de Staak. Van de Staak over zijn signatuur (de droogkomische taal met literaire inslag waarin de acteurs zich uitdrukken): “Ik probeer inderdaad niet de alledaagse taal in film te reproduceren omdat ik geen reportage van de werkelijkheid wil maken. Taal zie ik als een instrument, vergelijkbaar met noten in muziek. Mischien zou je LASTPAK daarom wel een filmtoneelspel kunnen noemen.” Over het feit dat hij bij het grote publiek niet bekend is: “Ach ja, de term ‘het grote publiek’ zegt me dus helemaal niets. Elke film is gemaakt voor een bepaald publiek. Mijn films moeten op hun beurt ook weer een eigen publiek weten te vinden.” Laatste film van Van der Staak. Hij overleed op 28 mei 2001. Op het IFFR vertoond op vrijdag 26 januari om 19:45 in Pathé 6, zondag 28 januari 2001 om 11:45 in Venster 4, zaterdag 3 februari 2001 om 14:15 in Cinerama 2. In het Amsterdamse Filmmuseum vertoond op zondag 10 en maandag 11 juni 2001 om 16.00 uur. 93 bezoekers.
Première: vrijdag 26 januari 2001 (International Film Festival Rotterdam)/3 mei 2001 (Filmmuseum, Amsterdam)
K-72 minuten

MAGONIA
Ineke Smits

met: Dirk Roofthooft (father), Willem Voogd (boy), Ramsey Nasr (Memed), Nato Murvanidze (Illeknoer), Nodar Mgaloblishvili, Amiran Amiranishvili, Tamar Jokhadze, Tato Kotateshvili, Théophile Sowie, Adama Kouyate, Linda van Dyck (Zoë), Peter Bolhuis (Sam), Antje De Boeck (Josse), Philip van den Bogaard (Olle), Geert Hunaerts (Arend), Jack Wouterse (IJsbrand), Dimme Treurniet (sailor), Willem Voogd

Scenario: Arthur Japin. Magonia, gebaseerd op Magonische Verhalen van Arthur Japin, is het poëtische verhaal van een vader die zijn zoon raadselachtige verhalen vertelt over een land achter de wolken. Wekelijks bezoekt de jongen het eiland waar zijn vader woont en bouwen ze aan een vliegende klipper, zoals die in Magonia door de lucht varen. Langzaam blijkt dat de vader in een tehuis zit, waarschijnlijk een psychiatrische inrichting. Het mythische Magonia is het symbool voor hun dromen en verlangens en biedt de vader de enige mogelijkheid om met zijn zoon te communiceren. Produktie: Valérie Schuit, Monique van Welzen. Geluid: Jacques Vleeshouwers. Camera: Piotr Kukla. Art direction: Billy Leliveld, Guga Kotetishvili. Montage: René Wiegmans. Muziek: Gio Tzintsadze. Productiemaatschappij: Eye Wonder Films. Distributie: Contact Film. MAGONIA was bedoeld als vierluik, maar tijdens het schrijven van het scenario sneuvelde een verhaal, zodat MAGONIA een drieluik is geworden. Voor MAGONIA CV geproduceerd door Valérie Schuit van EyeWonder Films en gefinancierd met cv-kapitaal en bijdragen van het Nederlands Fonds voor de Film, NPS, CoBo Fonds, Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties en Rotterdams Fonds voor de Film. Budget: 3,6 miljoen gulden. Opgenomen in Georgië, Frankrijk en Nederland. Het eerste verhaal is gesitueerd op een schilderachtig binnenplaatsje in een kleurrijk dorpje dat doet denken aan Turkije of Iran. Het tweede verhaal lijkt zich af te spelen in Afrika en het derde in Nederland. De werkelijke opnamen vonden echter plaats in achtereenvolgens Tbilisi in Georgië, de David Garedzi-woestijn in Georgië en in Frankrijk. Fortissimo Film Sales vertegenwoordigt de film in het buitenland. Speelfilmdebuut van regisseuse Ineke Smits (1960). Smits studeerde aan de National Film and Television School in Beaconsfield, Engeland. Ze werkt als docent audiovisuele vormgeving aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. MAGONIA is opgedragen aan de Georgische filmmaker Tato Kotetishvilli, die Ineke Smits goed kende, en aan Bert Japin, de vader van scenarist Arthur die om 1969 op 43-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Het zingen van het geestelijk lied werd door Ramsey Nasr geplaybackt, de zang is vóór het draaien van de film opgenomen door de Marokkaanse zanger Ali Bahia El Idrissi. Geselecteerd voor het Internationale Filmfestival van Toronto (6-15 september 2001; Ineke Smits was niet aanwezig bij de wereldpremière op 11 september, door de aanvallen op de VS) en de officiële competitie van het Internationale Filmfestival van San Sebastian (20-29 september 2001). De film dong in Spanje tevens mee naar de New Directors Prize. Gouden Tulp voor beste film in Istanbul in april 2002. Vertoond op donderdag 20 september 2001 op het Nederlands Film Festival. Jos van der Burg in 'de Filmkrant' van oktober 2001: "(...) De kracht van de film zit in de sfeerbeelden (...) Tegen de visuele pracht steekt het scenario wat povertjes af. Sommige dialogen zijn al te simpel, waardoor ze aan kinderfilms doen denken (...) En in het tweede verhaal - het zwakste deel van de film - zijn de personages nogal karikaturaal (...) MAGONIA is geen sublieme film, maar hij bezit een on-Nederlandse verbeeldingskracht. Het is een film om van te houden." Persreacties: Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' d.d. 24 oktober 2001: "Zoet en zwaar is Magonia, het speelfilmdebuut van Ineke Smits (1960). De film is een sprookje, maar heeft geen gelukkig einde, behalve als je het einde van Het meisje met de zwavelstokjes een gelukkig einde vindt. (...) Alle verhalen zijn liedjes van verlangen. Het knappe van het scenario van Smits en Japin is dat nooit duidelijk wordt wie er de hoofdpersoon van is. (...) Smits is er in geslaagd alle plekken waar Magonia zich afspeelt even sprookjesachtig te maken. Niet alleen het oosterse stadje en de woestijn (beiden gefilmd in Georgië), maar ook het waddeneiland (Schiermonnikoog) en de kustplaats (Varengeville-sur-mer in Frankrijk) ogen exotisch. Er is in haar blik geen verschil tussen noord en zuid, bekend en onbekend. Een bezwaar van Magonia, dat al op een aantal buitenlandse festivals met succes is vertoond, is dat de film, meer dan de verhalen van Japin, af en toe wat te nadrukkelijk poëtisch is. Dit bijvoeglijk naamwoord, waar in de persmap mee geschermd wordt, verraadt een wat benepen opvatting van poëzie. 't Is allemaal wel heel verheven in Magonia." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 24 oktober 2001: "In Nederland worden weinig films gemaakt die een poëtische verbeeldingskracht bezitten. De subsidiërende fondsen hebben een voorkeur voor realistische verhalen, zodat poëtische films die op associatieve wijze een verhaal vertellen, op scepsis worden onthaald. Dat het debuterend speelfilmregisseur Ineke Smits lukte financiële steun te vinden voor Magonia is een klein wondertje. (...) Magonia is een drieluik (...) In het eerste en derde verhaal leidt dat tot een poëtische cinema, die met sfeervolle beelden dit verlangen voelbaar maakt. Helaas valt het tweede deel uit de toon, omdat de personages blijven steken in het cliché van de botte Westerling en de levenswijze Afrikaan. Dat neemt niet weg dat het onevenwichtige Magonia getuigt van een visueel-poëtisch talent, dat in Nederland zelden wordt aangetroffen. Smits is een filmmaakster om te koesteren." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 25 oktober 2001: "(...)Ondanks het donkere slot blijft MAGONIA een springvloed van prikkelende beelden, dankzij Piotr Kukla's hartstochtelijke camerawerk dat geen spoor van effectbejag kent. Kukla's werk vormt het fundament voor de acteurs, die in de verschillende verhalen ook verschillende speelstijlen hanteren; ingetogen, burlesk en dan weer fel realistisch. Dát is iets waar Smits meer eenheid in had moeten brengen, net zoals zij het anekdotische tweede deel, omwille van de spanningsboog, korter had moeten maken - ook al steelt Linda van Dijck de show (...)" Special mention First Works competition op het Troia international film Festival (Setubal, mei 2002). 10.872 bezoekers in 2001, 4.076 in 2002.
Première: 25 oktober 2001 (8 kopieën)
K-112 minuten-35 mm

MET GROTE BLIJDSCHAP
ook: WITH GREAT JOY
Lodewijk Crijns

Met: Jaap Spijkers (Luc Sipkes), Renée Soutendijk (Els Groenendijk), Jack Wouterse (Ad Sipkes), Camilla Siegertsz (Mieke Sipkes), Michiel Vermey (Thomas), Han Oldigs (man in auto), Marnie Blok (vrouw in auto), Laurien van den Broeck (dochtertje in auto), Willem van den Broeck (zoontje in auto), Michael Israel (archivaris), Anne Sophie Mariage (Berengere), Pierre d'Hert (gendarme), Redmar Merkies (kind in buik); stem: Peter Knip (Thomas)

Scenario: Lodewijk Crijns, Kim van Kooten. Luc Sipkes en zijn hoogzwangere vrouw Mieke krijgen onverwacht een telefoontje van een kennis: bij toeval heeft hij Lucs broer Ad in de omgeving van La Roche in de Belgische Ardennen gesignaleerd. Vijftien jaar geleden verdween Ad spoorloos en sindsdien hebben Luc en zijn familie niets meer van hem vernomen. Hij blijkt nu, om onduidelijke redenen, met zijn vrouw afgezonderd van de bewoonde wereld te leven. In een poging Ads beweegredenen te doorgronden, verblijft Luc een aantal dagen onuitgenodigd bij het echtpaar. De spanningen lopen hoog op. Wanneer Luc vreemde geluiden rond het huis hoort, bekruipt hem een onbehaaglijk gevoel en stuit hij op een onthutsend geheim. Camera: Joost van Gelder. Montage: Menno Boerema. Art direction: Hubert Pouille. Geluid: Erik Leek. Muziek: Fons Merkies. Een van de vijf scenario's gerealiseerd in het kader van de samenwerking tussen het Nederlands Fonds voor de Film, de VPRO en Motel Films onder de titel 'No more heroes'. Onder deze titel wordt jonge filmmakers de kans geboden een eerste of tweede lange speelfilm te maken. Uit de ruim 200 aanvragen heeft een jury uiteindelijk 5 scenario's geselecteerd. Het gemiddelde budget van de films was 1,2 miljoen gulden. Met Kim van Kooten zette Lodewijk Crijns zich aan een scenario; ieder op een eigen computer. Crijns’ versie was verhaaltechnisch spannend en goed geconstrueerd, maar had platte, onuitgewerkte karkaters. Van Kootens versie ging niet echt ergens heen, maar had ijzersterke hoofdrollen. Die twee werden samengevoegd tot één film over ouders die een zwaar gehandicapt kind hebben, maar zich daarover eigenlijk schamen. Crijns wilde per se actrice Camilla Siegertsz voor de rol van Mieke, maar die zou niet kunnen omdat ze kort na de draaiperiode moest bevallen. Castingdirecteur Job Gosschalk stelde toen voor om Mieke zwanger te laten zijn in de film. Het hoofdthema is angst en schaamte. Hoe gaan mensen om met angst en schaamte? Lodewijk Crijns: “Ik denk dat het einde het meest verontrustende en ontluisterde statement is wat je kunt maken over de menselijke geest.” Jack Wouterse over het te verwachten publiek: "Ik denk dat er hier geen hond op afkomt. MET GROTE BLIJDSCHAP is een typische festivalfilm, voor de liefhebber van mooi acteren." De film werd vertoond in Rotterdam op maandag 29 januari, vrijdag 2 februari en zaterdag 3 februari. Op de website van het International Filmfestival Rotterdam, d.d. 29 januari 2001 gaven de regisseurs van de andere No More Heroes-films commentaar op elkaars projecten. LC=Lodewijk Crijns, NL=Nanouk Leopold, MK=Martin Koolhoven, M=Michiel Jaarsveld over MET GROTE BLIJDSCHAP: (MK): ‘Ik denk dat Lodewijk een heel persoonlijke film heeft gemaakt.’ (MJ): ‘Zullen wij dat eens even voor jou uitleggen?’ (LC): ‘Ja ,leggen jullie dat eens uit.’ (MJ): ‘Het gaat namelijk over zijn eigen angst, voor wat hij zelf zou doen in zo’n situatie. Er is een persoonlijk dilemma ingebouwd en ik vind dat je dan heel dicht bij jezelf zit.’ (MK): ‘Veel mensen denken dat een persoonlijke film iets moet bevatten wat je letterlijk hebt meegemaakt, dat is onzin.’ (NL): ‘Iets wat je best eng vindt om te zeggen, dat vind ik persoonlijk.’ (MK): ‘Of je eigen fobieën of angsten.’ (LC): ‘Mijn film is mijn eigen angst, voor als ik straks veertig ben.’ (MJ): ‘Dat heb ik net gezegd!’ (NL): ‘Ik vond Renée Soutendijk absoluut prachtig. Eigenlijk is zij een soort onsympathiek personage, maar ik had graag nog meer scènes van haar gezien.’ (MK): ‘Ik vind hem erg spannend.’ (MJ): ‘Ik wil hem nog een keer zien. Ik was er erg van onder de indruk, goed opgebouwd, klassiek.’ (MK): ‘Een duidelijke film.’ (MJ): ‘Het deed me een beetje denken aan Stephen King.’ (MK): ‘Niemand zegt het, maar je hebt gewoon een horrorfilm gemaakt.’ Persreacties: Jos van der Burg in ‘Het Parool’ d.d. woensdag 7 februari 2001: “MET GROTE BLIJDSCHAP ontwikkelt zich van een psychologische thriller tot een intens psychologisch familiedrama, waarin niet een maar twee geheimen worden onthuld. We kijken naar een geweldige acteursfilm, waarin Wouterse en Soutendijk, die na zes jaar een verbluffend sterke rentree maakt in een Nederlandse speelfilm, geloofwaardig maken, dat ze de klap die ze vijftien jaar geleden kregen uitgedeeld nooit te boven zijn gekomen. Spijkers en Siegertsz vertegenwoordigen de betweterige, cultureel correcte Hollandse mentaliteit, waarmee je kunt overleven in het Nederlandse poldermodel, maar waaraan je niets hebt in een emotioneel grimmiger werkelijkheid. Het voortreffelijke camerawerk van Joost van Gelder is volledig dienstbaar aan de psychische benauwenis van Wouterse en Soutendijk, zodat de Ardennen er niet uitzien als een leuke plek voor een midweekse vakantie, maar als een somber, donker oord, waarin het altijd regent.” Dana Linssen in ‘NRC Handelsblad’ d.d. 7 februari 2001:” Eigenlijk zou de toeschouwer bij aanvang van Crijns' tweede speelfilm niet veel meer moeten weten dan de titel en de associaties die erdoor worden opgeroepen. De regisseur, briljant ondersteund door een scenario van Kim van Kooten, heeft een film met een geheim gemaakt. MET GROTE BLIJDSCHAP is een intrigerende en zeker voor Nederlandse begrippen ongewone mix van psychologisch drama, horror en thrillerelementen. Vragen omtrent ouderschap, opvoeding, natuur en cultuur, wat de mens in zijn genen heeft zitten en wat zijn opvoeding en verdere levensloop daar voor invloed op hebben, vormen de thematiek van de film en zijn expressief samengebald in de eerste minuten (…) Jack Wouterse (Ad) en Jaap Spijkers (Luc) spelen beide broers met bewonderenswaardig ingehouden energie. Renée Soutendijk, in een onverwachte bijrol, werd door Crijns geïnspireerd tot misschien wel de sterkste rol in haar carrière. Je ziet de acteurs voortdurend over hun gedachten heendenken en met name Spijkers wordt door zijn lucide spel een onverwachte spiegel voor de hoogdravende opvattingen die de toeschouwer over de loop van het verhaal zou kunnen hebben. Wie bereid en in staat is om voorbij de uiterlijke duisternis van Crijns' geschiedenis te kijken, maakt kennis met een buitengewoon integer en humaan cineast. MET GROTE BLIJDSCHAP behoort beslist tot de Nederlandse hoogtepunten van dit nog prille filmjaar. Een film bovendien waar men trots op mag zijn, omdat er weinig producenten de moed zouden hebben om een filmmaker in staat te stellen zo'n droefgeestig en bikkelhard verhaal zo teder en oncompromisloos te verfilmen zonder inhoudelijke of stilistische concessies te doen. Cameraman Joost van Gelder wist de subtiliteiten van het scenario te vertalen in verschillende desoriënterende perspectieven, variërend van vreemde camerastandpunten tot scheve close-ups en akelig verre totalen. Maar waar de suspense dat vereiste kon hij ook tamelijk rechttoe rechtaan verbeelden dat er een deur was. En daarachter een geheim. Hylke Brandsma in 'PreView' d.d. februari 2001: "De makers stippen zaken aan als lafheid en obsessieve (moeder)liefde aan, zonder daar iets wezenlijks over te zeggen. Ze hadden daarom beter een andere invalshoek kunnen kiezen om de driehoeksverhouding tussen de personages uit te diepen. Uiteindelijk is MET GROTE BLIJDSCHAP niet meer dan een moedige maar mislukte film." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' d.d. 8 februari 2001: "Of MET GROTE BLIJDSCHAP aan een dergelijke [als DE POOLSE BRUID] triomftocht kan beginnen is twijfelachtig. Daarvoor is deze film net iets te zwartgallig en te eigenwijs. Die verwachting staat los van de kwaliteit. Bijna alles deugt: de dialogen, de locatie en het spel van vooral de mannelijke acteurs. Alleen het einde overtuigt niet helemaal, maar dat doet weinig af aan het voorgaande." Eric Koch in ‘de Telegraaf’ d.d. 8 februari 2001: “Als regisseur Lodewijk Crijns en co-scenariste Kim van Kooten de sluiers wegtrekken, verschuift het accent van MET GROTE BLIJDSCHAP van intrigerende thriller naar psychologisch drama. Beide delen zijn interessant, al zal niet iedere toeschouwer ingenomen zijn met de aard van het geheim achter de kelderdeur. Dat heeft tot gevolg dat het verhaal sfeervol opgediend en uitstekend geacteerd na een ongelijke strijd met het Amerikaanse bioscoopaanbod te zijner tijd een warmere ontvangst op tv zal krijgen.” De film bracht de eerste week 40.168 gulden op; goed voor een 15e plaats in de bioscoop top 20. Hitstanden daarna: 18 met 36.316 opbrengst.Gouden Kalf voor het Beste Scenario: Lodewijk Crijns en Kim van Kooten voor MET GROTE BLIJDSCHAP. "MET GROTE BLIJDSCHAP behandelt een onconventioneel en niet erg populair onderwerp. Zo op het oog niet iets om voor naar de bioscoop te gaan. En toch moet iedereen deze film zien, want het verhaal is vanaf begin tot aan het einde meeslepend en spannend en prachtig consistent verteld. Het script maakt ruimte voor aansprekende en complexe personages. De mysterieuze sfeer die al vrij snel overheerst wordt in de film ingelost door een intens dramatische ontknoping." 18.795 bezoekers in 2001, 1.843 in 2002. De film was vanaf 28 februari 2004 ook als toneelstuk op de planken te zien. Wel met een totaal andere cast: Dries Smits (Luc Sipkes), Tom Jansen (Ad), Oda Spelbos (Mieke Spok) en Renée Fokker (Els Groenendijk).
Première: maandag 29 januari 2001 (International Film Festival Rotterdam)/8 februari 2001 (8 kopieën)
K-90 minuten

MINOES
ook: DIE GEHEIMNISVOLLE MINUSCH
Vincent Bal

Met: Carice van Houten (Minoes), Theo Maassen (journalist Tibbe), Pierre Bokma (meneer Ellemeet), Marisa van Eyle (mevrouw Ellemeet), Sarah Bannier (Bibi), Jack Wouterse (burgemeester Van Weezel), Hans Kesting (Harrie de Haringman), Olga Zuiderhoek (mevrouw Van Dam), Kees Hulst (meneer Van Dam), Bianca Krijgsman, Plien van Bennekom alias Plien & Bianca (roddeltantes) , Bas Teeken (Sjoerd de Wit), Lineke Rijxman (Pia Bongers), Janny Goslinga (bakkersmevrouw), Wim van den Heuvel (meneer Pastoor), Chris Bolczek (politieagent); poezenstemmen: Gert-Jan Dröge (dikke zwarte kater), Nelly Frijda (straatkat van dienst), Paul Haenen (mevrouw Pastoor), Wim T. Schippers (Simon de Schoolkat), Annet Malherbe (Jakkepoes), Katja Schuurman (zus van Minoes), Frits Lambrechts (Joop), Loes Luca (tante Moortje), Hans Teeuwen (Tinus)

Scenario: Tamara Bos, met adviezen van Vincent Bal en Burny Bos, naar het gelijknamige hoorspel van Annie Maria Geertruida Schmidt uit 1961. De met een Zilveren Griffel bekroonde roman verscheen in 1970. Tibbe, beginnend journalist bij de Killendoornse Courant, staat op het punt ontslagen te worden. Eigenlijk is hij te verlegen om een goede journalist te zijn, maar de hoofdredactrice geeft hem nog één kans. Terwijl Tibbe tobt waar hij een goed verhaal over kan schrijven, ontmoet hij de merkwaardige juffrouw Minoes. Zij is, naar eigen zeggen, vroeger een kat geweest, en ze gedraagt zich inderdaad nogal kats: ze spint, ze geeft kopjes, ze slaapt bij voorkeur opgerold in een doos en kan met katten communiceren. Tibbe heeft eerst zo zijn twijfels over juffrouw Minoes, maar als zij hem, dankzij haar kattencontacten, aan het exclusieve nieuws helpt waarmee hij zijn baan kan behouden, besluit Tibbe haar als assistente aan te nemen. Als tegenprestatie krijgt zij gratis kost en inwoning. Een fantasievol avontuur ontspint zich tegen de achtergrond van het oer-Hollandse stadje Killendoorn, waar iedereen elkaar kent en iedereen zich ook met alles bemoeit. De talloze poezen en katten in het stadje Killendoorn slaan het mensenvolk gade en voorzien Minoes, en dus Tibbe, van alle laatste nieuwtjes. Op een dag ontdekken de katten dat meneer Ellemeet, fabrieksdirecteur en zeer geliefde plaatselijke weldoener, vooral een boosdoener blijkt te zijn. Als juffrouw Minoes ervoor zorgt dat Tibbe de duistere zaakjes van meneer Ellemeet publiceert, keert de gehele bevolking van Killendoorn zich tegen Tibbe. Tibbe weigert echter zijn bericht te rectificeren en wordt op staande voet ontslagen. Dit laten juffrouw Minoes en haar 'kattenpersdienst' niet op zich zitten. Componist: Peter Vermeersch. Producent: Burny Bos. Co-producent: Jan Roelfs. Camera: Walther Vanden Ende. Geluid: Mark Glynne. Production design: Vincent de Pater. Kostuums: Bernadette Corstens. Montage: Peter Alderliesten. De Vlaamse regisseur Vincent Bal (1971) maakte eerder een aantal korte films en de low budget-langspeelfilm DE MAN VAN STAAL. Ook al was DE MAN VAN STAAL allesbehalve een publiek succes, toch dreef deze film de Nederlandse producent Burny Bos in de armen van de Vlaamse filmregisseur. ,,Ik heb niet gekeken naar de commerciële successen maar naar de cinematografische capaciteiten van Vincent'', zei Burny Bos. Vincent Bal is een grote fan van ,,de koningin van de Nederlandse jeugdliteratuur'' en als kind was Minoes zijn lievelingsboek. De cineast voelde zich zeer aangesproken door ,,het mooie en fantasierijke verhaal vol humor, spanning en ontroering''. Deze verfilming zag hij dan ook als een jongensdroom die in vervulling ging. Met een titelsequentie waarin het silhouet van juffrouw Minoes als een kat op, over en tegen de namen van de cast- en crewleden springt. Budget: 18 miljoen gulden/ruim 240 miljoen frank (elders 12 miljoen). De opnamen startten op vrijdag 1 december 2000 en eindigden op 15 maart 2001. Locaties: Utrecht, Hilversum, Schiedam, Rotterdam, Alkmaar, Amersfoort en Amsterdam (vlak boven de IJ tunnel). In Amsterdam werd ook in Studio Singel gefilmd. In Amsterdam werd ook in een studio gefilmd. Opgenomen in 59 draaidagen met 1021 takes. Alleen om de poezen te laten praten, komen er wat computeranimaties bij kijken. Alle opnames gebeuren met echte katten. Daarvoor is de hulp ingeroepen van Tineke Rheenen, ,,een van de beste poezentrainsters die in Europa te vinden zijn''. Veel gebeurt in de studio. Poezen lopen nu eenmaal 's nachts over de daken en deze scènes kunnen veel beter in de studio opgenomen worden. Jakkepoes is een Britse korthaar blauw en wel de poes die altijd in de Sheba-kattenvoerreclames te zien is geweest. Carice van Houten zat niet bij de eerste reeks audities. Zij bleek allergisch voor katten, daarom slikte ze pillen. In het echt heeft ze blauwe ogen, maar door gele lenzen in te doen werden groene kattenogen bewerkstelligd. Het verhaal is hier en daar geupdate: Tibbe tikt op een laptop in plaats van een schrijfmachine (maar wel met tikgeluiden) en bliept zijn auto van afstand op slot. Kattenvoermerk Whiskas vervaardigde een speciale commerical bij MINOES. Voor Minoes schreef Vermeersch 41 korte jazzy stukjes, die gemiddeld nauwelijks een minuut duren (track 14 is zelfs niet langer dan 4 seconden). e muziek op de Minoes-soundtrack wordt uitgevoerd door een trijkkwartet en door Vermeersch eigen band de Flat Earth Society. Zelf is hij te horen op vibrafoon, saxofoon en klarinet. De filmmuziek van Minoes is uitgebracht op Vermeersch's eigen label "Zonk!". Persreacties: Mark Moorman in 'Het Parool' van 5 december 2001: "(...) Minoes is een charmante film, gedragen door het sterke spel van Carice van Houten als een poes die in een juffrouw verandert, en Theo Maassen als de verlegen journalist van de Killendoornse Courant. In de talloze bijrollen de rest van het Nederlandse acteerbestand dat met zichtbaar plezier naar het plaatsje Killendoorn is verhuisd. Bij Abeltje was gekozen voor een vorm die het kennelijk wat stoffige Annie-materiaal door de MTV-molen moest halen. Snel gemonteerd en een soundtrack vol popsterren. Bij Minoes is juist het ouderwetse dat de boeken hebben, geaccentueerd. (...) Ook de schurk van het verhaal, de fabrikant meneer Ellemaat (lekker vet gespeeld door Pierre Bokma), is een kapitalist van ouderwetse snit. (...) De combinatie van de jonge Vlaamse regisseur Vincent Bal en de ervaren cameraman Walther van den Ende is een voltreffer geweest. Naadloos worden de scènes waarin sprekende katten worden opgevoerd, verweven met het spel van de acteurs. De brug wordt geslagen door Carice van Houten, die volkomen natuurlijk ergens halverwege de katten- en mensenwereld is blijven steken en in de kleinste bewegingen iets katachtigs heeft bewaard (zonder in Cats-maniertjes te vervallen). Minoes komt wat betreft de sprekende rollen van de 'echte' katten in de buurt van films als Babe en Stuart Little, daarbij geholpen door de stemmen van Annet Malherbe, Hans Teeuwen en Wim T. Schippers. De special effects staan hier geheel ten dienste van het verhaal. Of Minoes Harry zal verslaan is maar de vraag, maar wat Harry in overdosis aan promotionele vuurkracht, special effects en decibellen heeft, maakt Minoes goed met een film die de misschien wat ouderwetse kwaliteit van het werk van Annie M.G. Schmidt op een overtuigende wijze naar het witte doek brengt." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 5 december 2001: "(…) Minoes is met flair en vaart gemaakt, vol humor (óók in beeld en art direction) en avontuur en zo innemend gespeeld door Van Houten en Maassen dat je je als toeschouwer voortdurend zit te verkneukelen. Nu de bezoekcijfers van Harry Potter na twee weken wat in zouden kunnen zakken, haalt distributeur Warner Bros. met Minoes de echte gouden troefkaart tevoorschijn. Als de kinderfilm in Nederland op deze heerlijke manier volwassen mag worden, dan groeit er in ieder geval in Nederland een generatie op die niet meer op die kerstfilm van volgend jaar wil wachten om naar een Nederlandse productie te kunnen. Kattenhaters worden vanzelf poezenliefhebbers van deze film. En kattofielen spinnen om hun gelijk. Je hoort ze krauwen en kroelen. Minoes is misschien wel de meest blije familiefilm die er hier ooit gemaakt is." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 6 december 2001: "(…) Vincent Bals film ademt de gezellige kneuterigheid van Annie M.G. Schmidt, zonder ook maar een moment ouderwets of achterhaald te zijn. (…) Het knappe van Vincent Bals film is dat werkelijk alle veranderingen ten opzichte van het bekroonde kinderboek uit 1970 verbeteringen zijn en tegelijkertijd niets van de charme van Annie M.G. Schmidt verloren is gegaan. (…) De perfectionistische regisseur bemoeide zich met alles; van de geestige, geanimeerde openingssequentie tot het affiche. Met engelengeduld is gesleuteld aan de katten, die met behulp van gedrilde katten uit het commercial-circuit, bewegende modellen, digitale technieken en de stemmen van bekende Nederlanders als Paul Haenen en Hans Teeuwen stuk voor stuk een eigen karakter kregen. (…) Maar de grootste attractie van Minoes is Carice van Houten. In haar parmantige, groene mantelpakje en met groen gelakte nagels. (…) De lichtvoetige Van Houten maakt Minoes tot fantastisch familie-amusement, dat de concurrentie van Harry Potter aan moet kunnen." Eric Koch in 'de Telegraaf' van 6 december 2001: "(…) De jonge actrice Carice van Houten speelt met verve de menspoes Minoes. (…) Tal van kleine grapjes in de geslaagde Annie M.G. Schmidt-verfilming van regisseur Vincent Bal en producent Burny Bos dragen ertoe bij dat zij naast hun enthousiaste kroost een genoeglijke avond of middag beleven." Documentaire The Making Of Minoes (regie: Siem Stevens) werd op woensdag 5 december van 15.42-16.10 uur op Nederland 3 uitgezonden. Landelijke première: 6 december 2001, maar verschillende theaters vertoonden de film al vanaf 5 december 2001 in matineevoorstellingen. De film zorgde ervoor dat de verkoop van het boek meer dan verdubbelde, de speciale filmeditie van 20.000 exemplaren bij Querido was in een maand uitverkocht. Top 20 noteringen: 3 (557.177 gulden), 3, 3, 3, 3, 4, 4, 5, 7, 7, 9, 9, 11, 15, 17, 19. Op donderdagmiddag 10 januari 2002 namen hoofdrolspeelster Carice van Houten en producer Burny Bos de Platina Film in ontvangst (meer dan 200.000 bezoekers). Op het International Children's Film Festival te Montreal (Canada) heeft Minoes de CIFEJ prijs voor Best Feature Film 2002 gewonnen. Op 22 april 2002 kreeg de film ook een 'Jenny' voor 'best bezochte Nederlandse film' in de periode 2000-2001. Op donderdag 8 augustus 2002 ging de film in 80 Duitse bioscopen in première; een record voor een Nederlandse film. De filmmuziek van de Vlaming Peter Vermeersch werd genomineerd in de categorie 'Ontdekking van het Jaar' van de World Soundtrack Awards 2002. Het affiche van Michael van Randeraat won op 2 oktober 2002 de Skrien afficheprijs 2002 ("Het speelse affiche straalt de fantasierijkheid van de film uit. Van kleine kinderen tot hun opa’s en oma’s, iedereen wordt aangesproken door het beeld van juffrouw Minoes, die in mantelpak over een dak vol katten en scheefstaande schoorstenen sluipt. Van Randeraat heeft de goede balans gevonden tussen de grote hoeveelheid tekst en het beeld. De verplichte credits liggen tamelijk letterlijk in de dakgoot en voor de illustratie werd niet gemakzuchtig een still uit de film geplukt, maar een nieuw en krachtig beeld geënsceneerd. Hiermee heeft de ideale Nederlandse kerstfilm een passend, sprookjesachtig affiche gekregen."). Producent Burny Bos kreeg het Gouden Kalf Beste film 2002 ("De film is licht, warm en geestig. Vormgeving, acteerprestaties, scenario en muziek creëren een compleet eigen wereld, die even specifiek als universeel is. De zichtbaar uitstekende samenwerking tussen de regisseur en de producent resulteerde in een zeer geslaagde en originele Nederlandse familiefilm."). Carice van Houten kreeg voor haar rol in MINOES het Gouden Kalf voor Beste Actrice 2002 ("Carice van Houten weet haar dialogen met een lichtheid te brengen die tuttigheid in charme omzet; een prestatie die gemakkelijker lijkt dan hij is. Met de lenigheid van een poes verleidt ze niet alleen Tibbe, maar ook het bioscooppubliek."). De op 4 oktober 2002 door Warner Home Video op DVD en Video uitgebrachte film bereikte in het eerste verkoopweekend al de Platina Status (meer dan 100.000 exemplaren). Op het filmfestival van Chicago won de film in november 2002 de eerste prijs gewonnen in de categorie Beste Internationale Live Action Film. Op het kinderfilmfestival van Bellinzona in Zwitserland in november 2002 bekroond met een speciale prijs van de Europese organisatie MEDIA Salles. In april 2003 kreeg de film de Freeze Frame Youth Jury Prize for Best Feature Film op het Freeze Frame International Children's Film Festival in het Canadese Winnipeg. Special mention of the jury op het International Film Festival for children and Youth, Buenos Aires (Argentinië) in oktober 2003. Best Live action feature film in the international competition op het International Children's Film Festival in Hyderabad (India) in november 2003. Internet: www.kidsplanet.nl/minoes. 360.494 bezoekers in 2001. 828,660 bezoekers in 2002, maakt 1.189.154. De investeerders in de film-cv werd een minimum-opbrengst van 14% gegarandeert, maar het werd 27%. MINOES kwam op 27 februari 2004 in Quebec, Canada in de bioscopen door La Fête Distribution. In de eerste week box office werd 180.668 dollar binnengehaald, waarmee de film op 5 binnenkwam. Youth jury award op het Kids! Cinema! Action!-festival in Bloomington, VS in mei 2004.
Première: 6 december 2001 (120, later 127 bioscoopzalen)
K-92 minuten

MONTE CARLO
Norbert ter Hall

met: Kitty Courbois (Constance van Tuyl van Serooskerken), John Wijdenbosch (Danny Schat), Paul Hoes (Harald), Hans Veerman (garagehouder), Rachida Iaallala (Halima), Marisa van Eyle (Buurvrouw), Daniel Rovai (parkeerwacht), Marc Guépratte (Dronken gast), Caroline Reverberi (Aphrodite), Mia Andresen (Krista), Susan Gritzman (Tone), Thierry Oudenaerde (hotel manager), Sofie Knijff (serveerster hotel), Machteld van der Gaag (receptionist), Phillipe Rousseau (pomphouder), Celena Hernandez (dochter), Marc Guépratte (gendarme 1), Jean Pierre Rigaud (gendarme 2), Odile Bouineau (tolk), Daniel Rovai (rechercheur), Linda Schagen van Leeuwen (agente)

Scenario: Robert Alberdingk Thijm. De jonge garagebediende Danny laat zich strikken voor de opdracht om een gefortuneerde oude vrouw in haar oude auto nog eens de rit naar Monte Carlo te laten beleven. De steeds wisselende verhoudingen tussen Danny en de oude vrouw vormen de motor van het verhaal. De weduwe van Tuyl van Serooskerken wil nog één keer -net als vroeger- een reis naar Monte Carlo ondernemen. Haar zoon regelt voor haar een chauffeur: een onbekende jongen die in zijn garage werkt, de twintigjarige Danny Schat. Danny wil maar één ding weten: Wat schuift het? Mevrouw van Tuyl is niet erg gecharmeerd van Danny. Moet dat haar naar Monte Carlo brengen? Toch is ze tot Danny veroordeeld, niemand anders wil haar chaufferen. Het is de bedoeling dat Danny precies de oude route rijdt die mevrouw van Tuyl 47 jaar geleden voor het laatst aflegde over de binnenwegen, langs de oude hotels en pleisterplaatsen naar Monte Carlo. Een reis van 3 dagen in haar oude Mercedes Benz. Het wil niet boteren tussen de twee botsende karakters. Mevrouw van Tuyl stelt een aantal regels in. Zo mag Danny onderweg niet roken, niet praten en moet hij zich aan haar aanwijzingen houden. Halverwege België ontdekt mevrouw van Tuyl dat Danny geen rijbewijs heeft. In zijn tas ontdekt ze een pistool. De spanning loopt helemaal op als in Frankrijk blijkt dat mevrouw van Tuyl geen bruikbaar geld heeft, alleen een beurs vol oude francen. Danny voelt zich genept en hij wil terug. Dan onthult Mevrouw van Tuyl de werkelijke reden van haar reis: In Monte Carlo heeft ze een geheime bankrekening. Ze wil het geld opnemen om niet meer afhankelijk te zijn van haar zoon. Ze kan Danny bij aankomst het dubbele betalen. Meer zelfs. Danny gaat akkoord: Hij neemt de reiskosten voor zijn rekening, maar de verhoudingen beginnen om te draaien. Hij laat zich niet meer als personeel behandelen en wil zelf de route bepalen. De twee beginnen elkaar beter te leren kennen. Mevrouw van Tuyl merkt hoe moeizaam en onzeker Danny met vrouwen omgaat. Ze kan niet nalaten hem daarop te wijzen, tot grote frustratie van Danny. Danny probeert zichzelf te bewijzen door twee lifters mee te nemen, maar raakt hierdoor zijn eigen geld kwijt. Danny en mevrouw van Tuyl beseffen steeds meer dat ze op elkaar zijn aangewezen. En dat ze in zekere opzichten erg op elkaar lijken. Danny mag mevrouw van Tuyl zelfs tutoyeren. Die avond overnachten Constance van Tuyl en Danny in een vijfsterrenhotel. Haar zoon zal telefonisch betalen met zijn creditcard. De nacht verloopt anders dan verwacht: Costance blijkt ernstig ziek te zijn. Ze heeft kanker. Nu begrijpt Danny waarom ze zo’n haast heeft om naar Monte Carlo te reizen. Dit is haar laatste reis. De volgende dag verlaten ze het hotel zonder dat Constance haar zoon gebeld heeft en zonder te betalen. Als Danny hier achter komt, wordt hij woedend. Dit kan hij er niet bij hebben.Danny zit in zijn proeftijd zit. Hij heeft een crimineel verleden. Als hij dit Constance vertelt, schrikt ze er niet van. Ze is eerder geïntrigeerd en wil alles weten. Op eigen houtje overvalt Constance een benzinestation overvalt. Om ‘quitte’ te staan met Danny. Nu zijn de twee pas echt in problemen en moeten vluchten. Constance denkt dat ze het niet meer haalt, maar Danny sleept haar door de nacht. Liftend en met een bus weten ze uiteindelijk Monte Carlo te bereiken. Daar wil Constance nog één keer de zee zien en vertrouwt ze Danny het geheim van haar leven toe. Muziek: Fons Merkies. Producent: Ellen Langeveld-Pype (Yellow fish features). Co-producent: Motel films (Jeroen Beker & Frans van Gestel). Camera: Richard van Oosterhout. Geluid: Leo Franssen. Audio Post produktie: Marco Vermaas. Montage: Sytse Kramer. Voormontage: Denise Janzee. Distributie: A-films Distribution. Een van de vijf scenario's gerealiseerd in het kader van de samenwerking tussen het Nederlands Fonds voor de Film, de VPRO en Motel Films onder de titel 'No more heroes'. Onder deze titel wordt jonge filmmakers de kans geboden een eerste of tweede lange speelfilm te maken. Uit de ruim 200 aanvragen heeft een jury uiteindelijk 5 scenario's geselecteerd. In de zomer van 1999 werd bekend dat ‘Monte Carlo’ was uitgekozen om gerealiseerd te worden. Het plan was om nog dezelfde herfst met de opnamen te beginnen. Van alle jaargetijden leek de herfst de meest passende bij het verhaal. De rol van Constance van Tuyl van Serooskerken was oorspronkelijk geschreven voor een tachtigjarige actrice. Casting director Job Gosschalk adviseerde om ook naar minder oude actrices te kijken: het zou de rol zelfs dramatischer kunnen maken. In het eerste gesprek dat Norbert ter Hall had met Kitty Courbois, maakte zij op subtiele wijze duidelijk dat zij de rol persé wilde spelen. Voor de rol van Danny kwamen 44 jonge acteurs auditeren. Daarvan waren er 43 blank en 1 donker. Aanvankelijk vreesden de makers dat de keuze voor een Surinaamse acteur het verhaal een ongewenste invalshoek zou kunnen geven. Maar na de screentest van John Weijdenbosch werd meteen duidelijk dat hij de perfecte Danny was. In het script werd niets aangepast. Danny chauffeert mevrouw van Tuyl van Serooskerken in een roomwitte Mercedes Benz type 230 S, bouwjaar 1966, 6 cilindermotor met een inhoud van 2281 cc en een topsnelheid van 180 km per uur. Vanwege de zijvleugels aan weerskant van de achterzijde wordt dit model door liefhebbers en verzamelaars de ‘Heckflosse’ genoemd. Voor de film werd gebruik gemaakt van twee exemplaren: Eén auto was volledig gereviseerd en gerestaureerd om echt mee te rijden. De andere had geen wielen of motor. Deze ‘dubbelganger’ was op een dieplader gemonteerd en werd gebruikt om de acteurs van dichtbij en vanaf de buitenkant van de auto te kunnen filmen, terwijl ze door het landschap rijden. De Brusselse locatiescout Yurek Dury stelde voor om de oude toeristische route naar de Cote d’Azur te volgen, deels de ‘Route Napoléon’, die dwars door de Bourgogne voert. Het eerste opnameblok vond plaats in oktober en november 1999. De film werd grotendeels chronologisch opgenomen op bestaande locaties in Nederland, België, een shot in Duitsland en heel veel Frankrijk. Zoveel mogelijk werd de Route Napoléon aangehouden. Om budgettaire redenen zijn een aantal ‘Franse’ locaties in Nederland gevonden. De scènes ‘interieur wijnkelder’, ‘interieur politiebureau’ en ‘interieur hotel’ zijn in en om Maastricht opgenomen. Na een maand intensief draaien kwamen cast en crew eindelijk aan in Monte Carlo om daar het slot van de film te draaien. Op het laatste moment werd de vergunning om te filmen geweigerd. Voor een filmvergunning heb je in Monaco 3 handtekeningen nodig: één van het bureau filmzaken, één van de politie en één van het paleis. De eerste twee waren reeds binnen, maar de laatste stuitte, ondanks eerdere toezeggingen, op bezwaren. Officieel omdat het milieu en natuurlijk evenwicht van het (piepkleine) Monegaskische strand te ernstig verstoord zouden kunnen worden door het draaien van de slotscène. En bij het filmen op de drukke boulevard zou geluidshinder kunnen optreden. Onofficieel werd duidelijk gemaakt dat een film die niet voldoet aan het zorgvuldig opgebouwde ‘cleane’ imago van Monte Carlo, nooit toestemming zou krijgen. De productie zocht zelfs in een laatste poging de hulp van het Nederlandse consulaat in Monaco. Het mocht niet baten.Een jaar later (weer in de herfst) werd een nieuwe poging gewaagd, maar de aanvraag werd niet eens in behandeling genomen. Zo zijn, ironisch genoeg, de laatste scènes van de film Monte Carlo op en vanaf Frans grondgebied gemaakt. Uiteindelijk kon voorjaar 2001 pasworden begonnen met de definitieve montage en afwerking van de film. De film werd daardoor als enige van de vijf niet op het filmfestival van Rotterdam 2001 vertoond . De soundtrack van de film bevat de Franse klassiekers van o.a. Piaff, Michel Fugain e Barbara. Daarnaast is speciaal voor ‘Monte Carlo’ filmmuziek gecomponeerd door Fons Merkies.Het cinemaotoscoop formaat van de film is te danken aan een uniek procédé dat ontwikkeld is door het Belgische filmlab ‘Color by de Jonghe’. Door dit procédé zijn bij de opnames geen speciale lenzen nodig en kan er met 16 mm film gedraaid worden.
Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 17 oktober 2001: "Met de boodschap dat vooroordelen verdwijnen als mensen elkaar leren kennen, doet Monte Carlo aan Driving miss Daisy denken, al draait het in de film niet alleen om kleurverschil, maar ook om verschil in leeftijd en milieu. Tegen de positieve strekking zal niemand bezwaar hebben, maar het heeft geen dramatisch spannende film opgeleverd. Te snel is duidelijk dat de twee personages elkaar zullen gaan waarderen, zodat de angel uit hun conflicten verdwijnt. Monte Carlo is een sympathieke, maar al te correcte multiculturele film, die voorspelbaar op een harmonieus einde aanstuurt."
Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 17 oktober 2001: "Weemoedige roadmovie (...) In Monte Carlo rijden een oudere dame met een dubbele naam en een jonge Surinamer in een klassieke Mercedes naar Monte Carlo. Niet deze ogenschijnlijke, zelfs dramaturgisch volgens het boekje opgelegde, tegenstelling heeft effect (...) Het is eerder de casting van theaterdiva Kitty Courbois tegenover soapster John Wijdenbosch (Costa!) die werkt. Twee acteerstijlen die elkaar nooit zullen ontmoeten en daarom lang geloofwaardig houden dat het hier twee verschillende werelden betreft, die in feite in Nederland anno nu allebei niet meer bestaan. (...) Het verrast niet, maar het boeit wel. En waait dan weg als een leeg boterhamzakje in de berm van de Route Napoléon. Nederlandse hoofdpersonen nemen altijd brood mee van huis." Andrea Bosman in 'Trouw' van 18 oktober 2001: "(...) Dat kleine budget is kennelijk meer in het 'on the road'-zijn dan bijvoorbeeld in het script gaan zitten. Dat de ingrediënten van het verhaal anno 2001 volstrekt ongeloofwaardig zijn, hoeft geen bezwaar te zijn. Maar zo karikaturaal zijn met name de dialogen, die zelfs een actrice als Courbois niet meer te boven komt, dat het onmogelijk is je voor de personages daadwerkelijk te interesseren." Willem Schouten in 'Sp!ts' d.d. 18 oktober 2001: "Bij het zien van het eerste kwartier van MONTE CARLO leek het er even op alsof we hier met een tweede DE VRIENDSCHAP te maken hadden; een film die de plank volledig mis slaat. (...) de contrasten tussen de beide hoofdpersonen (...) aanvankelijk tot in het absurde worden aangezet. Maar als het duo dan eenmaal op weg is krijgt MONTE CARLO toch vat op je. (...) Waar Ter Hall elders ongeloofwaardig is - let op Courbois die plots in Ma Baker verandert en een benzinepomp overvalt - slaagt hij er goed in hun wederzijdse affectie invoelbaar te maken." Marco Weijers in 'de Telegraaf' van 18 oktober 2001: "(...) De verwikkelingen zijn geforceerd en de personages krijgen maar weinig doortekening. Typetjes zijn het, niet veel meer, en zelfs het redelijke acteerwerk biedt hier geen soelaas. Ondanks die aanzienlijke beperkingen weet Norbert ter Hall een zekere melancholie in zijn beelden te vangen, een sfeer van vergane glorie en vervlogen dromen. Daarmee speelt Monte Carlo op het nippertje quitte." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 18 oktober 2001: "(...) MONTE CARLO is, na de eigenzinnige producties die Ter Hall en Alberdingk Thijm maakten, geen stap vooruit. Het bioscoopdebuut van het duo komt niet verder dan krabbelen en sputteren. Van onbevangenheid en lef is geen sprake." 664 bezoekers in 2001, 1.072 in 2002.
Première: vrijdag 21 september 2001 (Nederlands Film Festival)/18 oktober 2001 (4 bioscoopzalen)
K-85 minuten

MORLANG
Tjebbo Penning

Met: Paul Freeman (Julius Morlang), Diana Kent (Ellen Morlang), Susan Lynch (Ann Morlang), Eric van der Donk (Wim Giel), Marcel Faber (Robert Jansen), Huib Broos (Peter), Porgy Franssen (doctor), Joe Gallagher (politieagent), Freida Hand (douaneambtenaar), Robine van der Meer (Spanish girlfriend), Maxime Mewe (Spaanse galeriee-eigenaar), Nora Mullens (verpleegster), Paddy O'Connell (douanebeambte), Elvira Out (verpleegster), Derek Reid (douanebeambte), Saskia Rinsma (Heleen), Edward Stelder (artiest)

Scenario: Tjebbo Penning, Ruud Schuurman, Mark Skeet, Matthew Faulk. Na de tragische dood van zijn vrouw Ellen heeft multimedia-kunstenaar Julius Morlang zijn leven weer opgepakt. Ann, een jongere versie van Ellen, is zijn nieuwe muze en minnares. Een grote expositie van zijn werk staat op stapel en belooft een sensatie te worden. Het leven lijkt perfect, maar het verleden achtervolgt hen. Op zijn antwoordapparaat staat opeens een bericht, ingeproken door zijn overleden vrouw. Iemand stuurt hem haar overlijdensbericht. Morlangs paranoia groeit. Kan hij zijn nieuwe liefde vertrouwen? Langzaam komt de waarheid aan het licht. De hoofdrollen in dit psychologische drama zijn voor de Britse acteurs Paul Freeman, Diana Kent en Susan Lynch en de Nederlanders Marcel Faber en Eric van der Donk. Morlang is gefinancierd samen met twee andere films. Het budget is aangevuld met Iers geld en bedraagt 7,4 miljoen gulden. De opnamen van MORLANG vonden plaats vanaf 29 augustus 2000 in Ierland. Na vijf weken op locatie in Duleek House nabij Dublin, en op de kliffen van Moher in het noorden van Ierland, startten op 11 oktober 2000 de Nederlandse opnamen die tot begin november in Rotterdam plaatsvonden. Totaal 42 draaidagen. Speelfilmdebuut van regisseur Tjebo Penning. Regisseur Tjebbo Penning liet zich voor het scenario onder meer inspireren door de zaak Van Bemmelen uit de jaren zeventig, waarbij het echtpaar Van Bemmelen in een tv-uitzending aankondigde gezamenlijk zelfmoord te plegen. Camera: Han Wennink. Licht: Peterjan van der Burgh. Kleding: Nanda Korver. Make up: Jef Simons. Produktie: Petra Goedings. Line producer: Paul de Ruijter. Executive producer: San Fu Maltha, Vibeke Windelov. Camera: Han Wennink. Geluid: Ray Cross. Montage: J.P. Luijsterburg. Casting: Nora Mullens, Joyce Nettles. Production design: Rikke Jelier, Alfred Schaaf. Stunt coordinator: Patrick Condren. Set dresser: Thomas Kamp. Make up: Jef Simons. Kleding: Nanda Korver. Productie manager: Maarten Kuit, Patrick O'Donoghue. Productiemaatschappij: Phanta Vision. Distributie: Buena Vista International. Sales: Trust Film Sales. Julius Morlang maakt vele schilderijen in de film. Dat zijn in werkelijkheid overgeschilderde foto’s. Dat hebben de makers al vrij vroeg besloten. Engels gesproken. Marcel Faber en Eric van der Donk spreken enkele Nederlandse woorden. Eric van der Donk vond het spelen in het Engels een moeilijke uitdaging: "Het is een overweging geweest om de rol te accepteren. Mede om die taal een beetje eigen te maken. Je blijft toch Nederlander, maar dat is ook de opdracht. Ik moet een Nederlander spelen, die mag best een accent hebben. Ik cultiveer dat zelfs een beetje door hem fout te laten spreken. Dat is een goede les." Tjebbo Penning maakte eerder de succesvolle korte cultfilm THE BITCH IS BACK. Hoofdrolspeler Paul Freeman (Barnet, Hertfordshire, Engeland, 18 januari 1943) is bekend van zowel Hollywood-producties als Raiders of the lost ark en Double team, als van art house films als THE LAST ISLAND van Marleen Gorris. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 21 november 2001: "(...) Als psychologische thriller moet Morlang het hebben van de spanning tussen Morlangs sociale rol als sympathieke, charismatische oudere man en de keiharde egoïst, die onder dit dunne laagje huist. Freeman slaagt er nauwelijks in deze dubbelheid op te roepen, want hij oogt als Sean Connery, wat de film ons met veel close-ups inpepert. Uit zijn handelingen blijkt dat Morlang een duistere, perverse kant heeft, maar het is moeilijk om er bij deze fletse man ook in te geloven. Als ingenieuze puzzel dwingt de film bewondering af, maar als studie van menselijke perversiteit is hij ongeloofwaardig." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 21 november 2001: "Geen van de mensen in Morlang is sympathiek, waardoor het moeilijk is je over de uitkomst van het verhaal druk te maken. Ook hun beweegredenen worden weinig zichtbaar. Paul Freeman hoeft in de titelrol weinig meer te doen dan wel of geen baard hebben. Maar deze tekortkomingen zou je ook als verdiensten kunnen zien. Soms benaderen slechte films de waarheid nu eenmaal beter dan goede. Morlang is misschien juist door zijn onvolkomenheden als genrefilm een spiegel van de werkelijkheid, waarin ook niet alle mensen de oppervlakkige psychologische diepgang hebben die een goed geschreven scenario ze toedicht. Morlang, die werd gemaakt dankzij de inmiddels beruchte cv-constructie, is na Soul Assassin, Down en The Discovery of Heaven de zoveelste Engelstalige Nederlandse film die in korte tijd de bioscoop bereikt. Van genoemde vier is Morlang de geliktste en weerbarstigste." Peter van Bueren in 'de Volkskrant' van donderdag 22 november 2001: "(...) De kern van dit drama heb je al snel door, hoewel Penning probeert van alles achter te houden, juist door het ingewikkeld te vertellen. Twee grondfouten: het voortdurend heen en weer zwalken maakt het niet mogelijk je in de personages te verdiepen, en verder is de vertelvorm zo dominerend dat je je voortdurend dáármee bezighoudt en niet met het psychologische conflict. Het gevolg is dat de theoretisch boeiende thriller een oppervlakkig verhaaltje wordt. Zonde, want er is veel zorg besteed aan de productie, die oogt als een internationale kwaliteitsfilm. Wat dat betreft verdient de jonge producente Petra Goedings lof, maar het talent van Tjebbo Penning (...) wordt behoorlijk verspild." Willem Schouten in 'Sp!ts' van 22 november 2001: "(...)intrigerende debuut dat ergens tussen thriller en karakterstudie blijft hangen. (...) een mooifilmer en Morlang is daardoor bij tijd en wijle traaag. Maar de film blijft boeien en levert ook na afloop gesprekstof op. Hoe fout zit Morlang nu echt en zal hij ooit loskomen van zijn daad? Het is ook in deze door Harrry Potter gedomineerde week de moeite waard dat uit te vinden." In oktober 2001 kreeg Paul Freeman de prijs voor beste acteur en Penning de prijs voor de beste debuutfilm op het Internationale Filmfestival van Caïro(Naguib Mahfouz Award). Vertoond op het Nederlands Film Festival op donderdag 20 september 2001. Gouden Kalf-nominatie voor beste scenario. Gold Special Jury Award in de categorie lange speelfilm op het Houston Worldfest Film Festival in april 2003. 2.389 bezoekers in 2001, 3.152 in 2002. Vanaf vrijdag 23 april 2004 kreeg de film een roulement in de bioscopen van New York, Los Angeles, Chicago, San Francisco, Boston en New Orleans. De film wordt gedistribueerd door The Film Movement.
Première: 22 november 2001 (9 bioscoopzalen)
K-93 minuten-35 mm

NYNKE: EEN LIEFDESGESCHIEDENIS
Pieter Verhoeff

Met: Monic Hendrickx (Sjoukje Bokma-de Boer alias Nynke van/fan Hichtum), Jeroen Willems (Pieter Jelles Troelstra), Rients Gratema (vader Sjoukje Bokma-de Boer), Peter Tuinman (vader Pieter Jelles Troelstra), Carine Crutzen (Cornélie Huygens), Joke Tjalsma (Nelly van Kol), Porgy Franssen (professor Winkler), Marijke Veugelers (dokter Fischer), Gonny Gaakeer (Sjoukje Oosterbaan), Onnojens van der Werf (Jelle), Coby Faber (Dieuwke), Astrid Reitsema (Hiltsje), Hiske van der Linden, Maarten Wansink (Van Kol), Aus Greidanus jr., Freark Smink

Scenario: Pieter Verhoeff. Nynke van Hichtum is de schrijfster van het beroemde boek Afke's Tiental. Nynke van Hichtum, pseudonieum voor Sjouke Bokma de Boer, droomt van een leven als schrijfster en hoewel dat in de beginjaren van haar huwelijk ook lijkt uit te komen, wordt haar werk al snel overschaduwd door het bezielende werk van haar man als politicus. Pieter Jelles Troelstra is een charismatisch man en eenmaal in de ban van het opkomend socialisme neemt zijn politieke loopbaan een hoge vlucht. De nieuwe omstandigheden dwingen Nynke in de rol van huisvrouw en moeder. Aanvankelijk legt zij zich er bij neer en doet zij alles wat in haar macht ligt om een goede moeder en echtgenote te zijn. Maar deze zelfopoffering wreekt zich. Hoe meer Nynke zich inzet, hoe meer ze zich van zichzelf vervreemdt. NYNKE is een film over het conflict tussen moederschap en ambitie, tussen zelfopoffering en onafhankelijkheid, gesitueerd rond 1900. De film kwam tot stand met bijdragen van de VPRO, het CoBo Fonds, het Nederlands Fonds voor de Film, het Ministerie van OC&W , de NOS en participaties (van minimaal 24.348 gulden voor een periode van maximaal 16 maanden) bij de Friesland Bank/Arteco Filmfinanciering BV. Producenten: Hans de Weers, Hans de Wolf (Egmond Film and Television). Camera: Paul van den Bos. Geluid: Roberto van Eijden, Marcel de Hoogd. Muziek: Cees Bijlstra. Production design: Gert Brinkers. Art direction: Anne Winterink. Kostuumontwerp: Anne Verhoeven. Montage: Mario Steenbergen. Van de 150 scènes van het scenario zijn er 43 niet in de film terug te vinden: 18 scènes sneuvelden nog voor het draaien, 13 in de draaiperiode en 12 tijdens de montage. Er werden 5 scènes toegevoegd. Pas tijdens de montage besloot Pieter Verhoeff een voice-over toe te voegen. 52 draaidagen. De film speelt zich gedeeltelijk in Fryslân af. Fries/Nederlands gesproken. Ook is wat Duits te horen. Oorspronkelijk gepland als driedelige televisie-serie, maar Verhoeff vond dat het één samenhangend, doorlopend verhaal moest zijn. Gemaakt met de VPRO en niet met de meer voor de hand liggende omroep VARA, door de contacten uit het verleden. Nynke van Hichtum (1860-1939) heette eigenlijk Sjoukje Bokma de Boer en na haar huwelijk in 1888 Troelstra, maar als schrijversnaam koos ze Nynke van Hichtum. Nynke omdat ze in haar jeugd twee vrouwen had gekend die zo heetten en die konden prachtig vertellen. Van Hichtum, omdat het aardig klonk. Nynke van Hichtum heeft een indrukwekkende lijst met werk achtergelaten. Haar meest bekende boek 'Afkes's Tiental'schreef zij in 1903. Na haar eerste publicatie in 1897, 'Sipsu, de knappe jongen', kwam haar literaire productie goed op gang. Tussen 1897 en 1939 schreef zij 21 kinderboeken. Verhoeff laat de film eindigen met een tekst over het vervolg van haar leven. Ze woonde een jaar in Parijs. Daarna verhuisde ze naar o.a. Genève en Haarlem. In de jaren dertig ging ze in Hilversum wonen. Ze overleefde Troelstra veruit. Distributeur: United International Pictures.
Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 5 september 2001: "(...) een glansrol van Monic Hendrickx, die eerder met De Poolse bruid bewees dat de camera van haar houdt (...) Nynke is een voorbeeldige combinatie van een persoonlijk drama en een geschiedenisles, die als bezwaar heeft dat Van Hichtums voice over nogal eens verklaart wat we al zien, zodat haar commentaar overbodig is. Ook komt de esthetiek van de film in de buurt van mooifilmerij. Als Van Hichtum het krot bezoekt dat haar later inspireerde tot het schrijven van Afkes tiental, zien we geen rauwe, maar schilderachtige armoede. En als Troelstra in rokerige achterafzaaltjes de arbeiders toespreekt, ruiken we geen zweet en drank, maar kijken we naar een knap staaltje art direction. Verhoeff houdt niet van modder, zodat we die er zelf maar bij denken."
Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. 5 september 2001: "Het door de regisseur geschreven uitgebalanceerde scenario (...) Nynke is ook een liefdesbetuiging aan Friesland, aan het landschap, de bewoners en aan de taal. Pieter Verhoeff uit Amsterdam maakt films op een oneindig geraffineerder niveau dan Steven de Jong uit Sneek, die in Friesland al op handen gedragen wordt. De Brabantse Monic Hendrickx en de Limburger Jeroen Willems zijn goed in de hoofdrollen, maar sommige bijrollen, bij voorbeeld van Rients Gratama als ds. Bokma de Boer, zijn voortreffelijk. Kostumering, art direction en camerawerk doen het ruime budget eer aan (...) Beleidsmakers zouden zich zeer sterk moeten maken voor het ontstaan van vele films als Nynke, die de vaderlandse geschiedenis op een zinnige manier ontsluiten en zo de Nederlandse - en Friese - cultuur een dienst bewijzen. "
Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van donderdag 6 september 2001: "(...) In het scenario van Pieter Verhoeff is Nynke in de eerste plaats de ontluikende schrijfster en pas daarna de echtgenote van Pieter Jelles Troelstra. De SDAP-voorman en dichter is teruggebracht tot een symbool voor de moderne man, die moeite heeft te begrijpen waarom zijn vrouw uit zijn schaduw wil komen. Die keuze doet het scenario zo nu en dan wankelen. Troelstra laat zich moeilijk naar de achtergrond drukken, al is het maar omdat zijn linkse strijd niet is los te koppelen van de nieuwe vrijheid waarvan Nynke hoopt te profiteren. (...) Nynke laat veel vakwerk zien: fraaie fotografie van Paul van den Bos, nauwkeurige art direction van Anne Winterink en een geoliede montage van Mario Steenbergen. Maar haken en ogen zijn er ook, en die geven Verhoeffs vijfde speelfilm een slepend, kabbelend karakter, dat beter past bij een geschiedenisles dan bij filmkunst. Zo maakt de schoolse opbouw (verliefd, verloofd, getrouwd en gescheiden) van de biografische film een erg brave vertelling, waaruit verrassingen, raadsels en mysteries met verbeten poetsdrift zijn verwijderd. Bovendien houdt de regie, uit angst voor misverstanden, soms te veel de pas in. Een streling en een handkus, die een affaire tussen Troelstra en Cornelie Huygen moeten suggereren, worden in slowmotion getoond - een ingreep die subtiliteit de film uitjaagt. Nynke mag soms temen, maar uiteindelijk wint Verhoeffs acteursregie van de uitleggerigheid. Jeroen Willems doet de dubbelhartige Troelstra ogen als een handige praatjesmaker, totdat hij zijn hart verliest aan de huishoudster. (...) Niet minder dan magnifiek is het spel van Monic Hendrickx, die Nynke van Hichtum laat balanceren tussen een kwetsbare patient en een levenslustige dame. Hendrickx (...) verstaat de kunst een dromerig type in een zelfbewuste vrouw te laten transformeren zonder zich daarbij opvallend anders te gaan gedragen. De grootste winst van Nynke is de Wet van Hendrickx, die alle aankomende regisseurs voortaan uit hun hoofd moeten leren: een ware acteerprestatie heeft in films niet zozeer met mimiek of dictie te maken (ook al is het Fries van de hoofdrolspelers verzorgd), maar met het vermogen met een oogopslag een hele geschiedenis te vertellen."
Het scenario verscheen als deel 37 van 'Het Nederlands Scenario'. NYNKE haalde op de dag van de Friese première, 5 september 2001, ook het NOS Journaal van 20.00 uur op tv. Met een boxoffice van 339.786 gulden kwam de film op 4 binnen in de bioscoop top 10. Dat betekent dat 30.000 mensen de film de eerste week bezochten. Met een opbrengst van 306.268 gulden bleef NYNKE in de tweede week op 4 staan. Andere noteringen: 5, 5, 5, 7, 7, 8, 9, 10, 9, 8, 9, 10, 13, 20, 20, 20, 14 [of 12], 13, 15, 17. Een Gouden Film werd op 12 oktober 2001 uitgereikt (meer dan 75.000 bezoekers). Krap een maand later volgde de Platina Film (200.000 bezoekers). Het scenario verscheen als 37e deel in de reeks Het Nederlands Scenario (ISBN 90-806069-5-2).Gouden Kalf voor de Beste Lange Speelfilm: NYNKE van producenten Hans de Weers en Hans de Wolf van Egmond Film & Television: "Dit emotionele verhaal wordt op heldere, toegankelijke wijze verteld. Het is een met allure vormgegeven historisch drama met actuele zeggingskracht. Een ontroerende liefdesgeschiedenis, die door de regie, de acteurs en de production design op grootse wijze tot leven wordt gebracht. Een zorgvuldig en liefdevol gemaakte film, met een glansrol voor de Friese taal, die schijnbaar moeiteloos gehanteerd wordt door de niet-Friese hoofdrolspelers. NYNKE is een film met bezieling, voor een groot publiek, zonder ergens concessies te doen aan kwaliteit." Gouden Kalf voor de Beste Actrice Monic Hendrickx voor haar rol als NYNKE: "Dankbaar gebruik makend van de kansen die het scenario haar biedt, neemt zij de kijker meteen mee naar háár tijd en háár wereld. Een rol vol lef en passie, zonder ergens over the top te gaan. Moeiteloos draagt ze de film, en ze doet dat bovendien in een haar vreemde taal. Je gaat houden van deze vrouw en van de actrice die haar belichaamt. Ze legt een scala aan emoties in een enkele oogopslag. Minder is meer bij Monic Hendrickx." Nederlandse inzending voor de Oscar-competitie voor Beste Buitenlandse Film. De commissie ging voorbij aan films als De Grot van Martin Koolhoven en Met Grote Blijdschap van Lodewijk Crijns, die vooraf ook goede kansen werden toegedicht. Op het filmfestival van Newport Beach in Californië in mei 2002 kreeg cameraman Paul van den Bos de prijs voor 'Best cinematography' en Monic Hendrickx won de prijs voor 'Best actress'. Tijdens de 36ste editie van het WorldFest-Houston International Film Festival in april 2003 won de film een Golden Remy Award voor beste film in de categorie lange speelfilm. 250.329 bezoekers in 2001, 299.262 in 2002, maakt 549.591.
Première: 6 september 2001 (41 bioscopen)
K-112 minuten

OLD MAN WHO READ LOVESTORIES, THE
Rolf de Heer

met: Richard Dreyfuss (Antonio Bolivar), Timothy Spall (mayor Luis Agalla), Hugo Weaving (dentist Rubicondo), Cathy Tyson (Josefina), Victor Bottenbley (Nushino), Federico Celada (Juan), Luis Hostalot (Manuel), Guillermo Toledo (Onecen), Josse de Pauw, Jim van der Woude (zwijgende Indiaan)

Frans-Australisch-Spaans-Nederlandse co-productie. Scenario: Rolf de Heer,'gebaseerd op de roman van Luis Sepúlveda. De oude voormalige jachtexpert Antonio leidt met zijn vriendin een teruggetrokken leven in de jungle. Als een stroper een nest met welpjes slacht, zint de moederjaguar op wraak en doodt mensen. Antonio krijgt de opdracht het dier te doden. Hij opent nog één keer de jacht. Tijdens een duel op leven en dood wordt Antonio geconfronteerd met zijn eigen verleden. Camera: Denis Lenoir. Montage: Tania Nehme. Muziek: Graham Tardif. Producenten: Michelle de Broca, Anthony Francis, Ernst Goldschmidt, Caroline Hewitt, Iñaki Núñez, Julie Ryan en de Nederlandse Eddy Wijngaarde voor Odusseia Films. Costume designer: Bernadette Corstens, Ellen Lens. Producent: Caroline Hewitt. Distributie: A-film distribution. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 7 november 2001: "(...) een mengelmoes van vage verwijzingen naar Gabriel Garcia Marquez' magisch realisme en noties over de tegenstelling tussen mens en dier, jungel en beschaving, maar meer dan het cliché dat in de jungle het vernislaagje van de beschaving verdwijnt, levert het allemaal niet op. Het lijkt erop dat de maker in het oerwoud van Frans Guyana het spoor bijster raakte. Snel terug naar Australië." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 7 november 2001: "Een van de merkwaardigste films die mede dankzij de c.v.-constructie van de Nederlandse fiscus tot stand kwam is de Frans-Australisch-Nederlands-Spaanse coproductie The Old Man Who Read Love Stories, gedraaid in het Engels in Frans-Guyana en gebaseerd op een Franstalige roman van de Chileense auteur Luis Sepulveda. (...) De al te nadrukkelijke verwijzingen naar de strijd tussen natuur en cultuur doen dit curieuze mengsel van ecologisch sprookje en Amazone-avontuur geen goed. De in Nederland geboren Australische regisseur Rolf De Heer kan er zijn met films als Bad Boy Bubby gevestigde reputatie niet mee bevestigen. Vreemd is vooral de misvatting dat zo'n bijeengeraapte productie een bijdrage zou kunnen leveren aan de Nederlandse filmcultuur. Het enige waarneembare Nederlandse aandeel is een vreemde bijrol van Jim van der Woude als zwijgende indiaan." Belinda van de Graaf in 'Trouw' van 8 november 2001: "(...) Opmerkelijk is, dat de film geen enkele poging doet om de sentimentele clichés van het Boeket reeks-genre zelf te ontstijgen. Het is bijna verstikkend, zo zwanger is de film van goedkope metaforen. Natuur en cultuur worden plichtmatig tegenover elkaar gezet, in een doodsstrijd tussen de oude man en een wraakbeluste zwarte jaguar. Het dramatische effect van 'The Old Man Who Read Love Stories' is vrijwel nihil." Vertoond op het Melbourne Film Festival in juli 2001. Nederlandse première: dinsdag 25 september 2001 op het Nederlands Film Festival. 19 bezoekers in 2001, 158 in 2002.
Première: 8 november 2001 (3 bioscoopzalen) K-114 minuten-35 mm

OLIVETTI 82
OOK: OLIVETTI 82 - A LIFE OF SECRETS
Rudi Van Den Bossche

Met: Dirk Roofthooft (Bernard van de Wiele), Hilde Heijnen (Susanne), Hans de Munter (Vandenberghe), Ingrid De Vos (moeder), Nand Buyl (Moshe Grinberg), Sara Vertongen (Evelien), Peter Gorissen (Jacobs), Jaak Van Assche (meester De Brabander), Raymond Bossaerts (Nonkel Gilbert), Gijs Scholten van Aschat (Daniel Grinberg), Rifka Lodeizen (Shelly), Sjarel Branckaerts (Van Beveren), Gert Portael (Louis), Sam Schürg (Christiaen), Harry van Hest (fotograaf), Joe Baele (man van het circus), Joeri Busschots (kleine Bernard), Gregory Ver Poorten (adolescent), Aline Cornelissen (Evelientje), Lenina Adriaenssens (Claudinneke), Herbert Flack (dokter De Vlaminck), Katelijne Damen, Kim van Kooten

Belgisch-Nederlandse co-productie. Scenario: llse Somers, Rudi Van Den Bossche naar het toneelstuk van Erike Verpale uit 1993. De schrijver Bernard van der Wiele wordt op het politiebureau verhoord wegens verdenking van moord. Hij kan moeilijk uit zijn woorden komen, tot een van de rechercheurs hem een Olivetti 82 brengt. Op de schrijfmachine recapituleert Bernard zijn bewogen leven. Flashbacks tonen hoe zijn zwangere moeder in 1945 door een Joods Canadese soldaat in de steek wordt gelaten. Iets wat zij het kind, Bernard, verweijt. Terwijl ze als huishoudster bij de plaatselijke dokter de kost verdient, haalt Bernard zijn zusje Claudia op van school en vertelt haar verhaaltjes. Een tragische gebeurtenis met Claudia zorgt er niet alleen voor dat de kloof tussen Bernard en zijn moeder nog groter wordt en hij een zoektocht begint naar zijn Joodse identiteit, maar blijkt verderop in zijn leven zelfs vreselijke gevolgen te hebben. Camera: Goert Giltaij, Richard van Oosterhout. Geluid: Eddy de Cloe, Coen Gravendaal. Muziek: Wim de Wilde. Montage: Ludo Troch (beeld) & Alec Goose (mixage). Produktie: Ilana Netiv, Marc Bary, Antonino Lombardo, Rein Boumans. Geluid: Eddie de Cloe, Coen Gravendaal. Camera: Goert Giltay, Richard van Oosterhout. Art direction: Johan van Essche, Jean Paul van Calster. Montage: Ludo Troch. Muziek: Wim de Wilde. Productiemaatschappij: Antares Productions, IJswater Films, Prime Time. Distributie: C Films Distribution. Sales: IJswater Films. Het stuk waarop de film is gebaseerd is deels autobiografisch. Ook Eriek Verpale heeft joodse roots en "vindt hij zijn plaats niet". Als kleine jongen werd Verpale door zijn Litouwse, jiddische overgrootmoeder opgevoed en ingewijd in de joodse geschiedenis. Net als de protagonist Bernard Van de Wiele is ook Verpales zusje gestorven en niemand heeft haar ooit kunnen vervangen. De film werd opgenomen tussen 7 augustus en 2 september 2000 op lokatie in België en Nederland. Budget: 2,8 miljoen gulden; gefinancierd mede via de 'Film CV-Olivetti 82' (Arteco Film-financiering), subsidies van het Nederlands-, Vlaams- en Rotterdams Filmfonds, omroepbijdrage VRT en bijdrage van de Nationale Belgische Loterij. Dirk Roofthooft werd gekozen omdat hij 'over een fysiek beschikt die de tijd kan meenemen'. Rudi van den Bossche (1957) werkte van 1975 tot 1994 bij de BRT als regie-assistent, productieleider en producer. Sindsdien werkt hij als producent, scenarist en regisseur. Speciale Prijs van de Jury en de Kodak prijs voor de beste Debuutfilm op de 43ste uitgave van het Internationaal Filmfestival voor Jeugd en Kinderen in het Tsjechische Zlin in juli 2003. Persreacties: Kevin Toma in 'de Filmkrant' van januari 2002: "(...)In weerwil van alle geloofwaardige misère en de solide acteerprestaties ontroert de film nauwelijks, daarvoor is het allemaal net iets te gestileerd, te onbestemd en puzzelachtig. Maar wie strakke kaders vol grijs, blauw en jaren vijftig-bruin wel kan waarderen en graag genoegen neemt met een vaag melancholiek gevoel, vindt in OLIVETTI 82 wellicht een film naar wens. Geen wereldschokkende eersteling, maar negeren zou zonde zijn." Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 9 januari 2002: "Van den Bossche roept Bernards claustrofobische wereld op met benauwende beelden van de verhoorkamer en grauwe flashbacks van zijn jeugd. Ze vormen een uitstekend decor voor Bernards psychische staat, maar het probleem is dat zijn innerlijke chaos niet voelbaar wordt. Hoezeer Roofthooft ook zijn best doet, we blijven een nukkige, zwijgzame en irritante man zien, die nauwelijks emoties oproept. Daardoor ontbreekt het de film aan dramatische intensiteit. Olivetti 82 is een mooi opgepoetste huls, waarin het kruit ontbreekt." Dick van den Heuvel in 'de Telegraaf' van donderdag 10 januari 2002: "Regisseur Rudi van den Bossche die met deze film een theatermonoloog van Eriek Verpale naar het witte doek brengt, houdt informatie achter voor de toeschouwer en dat vertraagt de film - helaas- ernstig en schaadt ook de aandachtscurve. Maar toch, wie bereid is om een aangrijpende en bloedstollend mooie geschiedenis aan te horen, over een rijk en armoedig leven, zal de kans hebben om zich in 'Olivetti 82' te verliezen." Website: http://olivetti82.x2.nu. Eerste Nederlandse vertoning op vrijdag 21 september 2001 op het Nederlands Film Festival. In België vond die in Gent plaats op 16 oktober 2001. Op 28 november 2001 begon het Belgische bioscooproulement. 150 bezoekers.
Première: 10 januari 2002
K-88 minuten-35 mm

PAULINE & PAULETTE
Lieven Debrauwer

Met: Dora van der Groen (Pauline), Ann Petersen (Paulette), Rosemarie Bergmans (Céline), Julienne de Bruyn (Martha), Idwig Stéphane (Albert), Camilia Blereau (dochter van de slager), Francois Beukelaaers (huiseigenaar), Nand Buyl (notaris), Herman Coessens (slager), Magda Cnudde (Marie José), Luc Nuyens (Frank), Freddie Shermann (bediende), Jocelyne Verdier (klant), Bouli (taxichauffeur), Koen Crucke (graaf in operette), Christina Termonia (sopraan), Ingrid de Vos (verpleegster), Jef Demedts (begrafenisondernemer)

Belgisch-Frans-Nederlandse co-productie. Scenario: Lieven Debrauwer. De lichtjes dementerende Pauline (Dora van der Groen) woont in bij haar zus Martha. Na haar dood laat Martha haar bezit na aan haar zussen, op voorwaarde dat een van hen persoonlijk voor Pauline zorgt. Bij de notaris voert Paulette (Ann Petersen) aan dat ze een winkel openhoudt en 's avonds niet veel vrij is, omdat ze in een operette meespeelt. De vierde zus, Cécile, woont in Brussel en kan sedert ze een nieuwe Franssprekende vriend heeft, Paulette niet te slapen leggen. Geen van de zussen wil echter de erfenis mislopen. Muziek: Frédéric Devreese. Muziekstuk: Bloemenwals van Tsjaikovski. Productie: Domonique Janne. Camera: Michel van Laer. Montage: Philippe Ravoet. Nederlandse co-producent: Emjay Rechsteiner (Staccato Films) en omroep NCRV. Het scenario werd geschreven met Dora van der Groen en Ann Petersen in het achterhoofd. Deze kleine productie heeft een lange lijdensweg achter de rug. Nog voor ze inhoudelijk en financieel rond was, draaide Lieven Debrauwer in 1998 al de scènes met de tot een bloementapijt omgetoverde Brusselse Grote Markt. Aan het scenario, geschreven door Debrauwer en Jacques Boon, werd ook voortdurend gesleuteld. Vooral het slot lag bij de filmselectiecommissie onder vuur. De film is Nederlands (=Vlaams) gesproken en enkele dialogen in het Frans. Dora van der Groen speelde ook al in de vorige drie (korte) films van Debrauwer uit het Belgische Roeslare. Nederlandse co-producent Emjay Rechsteiner over zijn bijdrage: "We hebben er bewust voor gekozen om de film zo authentiek mogelijk Vlaams te laten zijn en niet omwille van de co-productie allerlei Nederlandse elementen toe te voegen: een Hollandse acteur bijvoorbeeld zou volstrekt misplaatst geweest zijn. Wel te horen: het Metropole Orkest onder leiding van Dick Bakker, een toch vrij dominant element in de film." Geselecteerd voor het onderdeel Quinzaine des realisateurs op het filmfestival van Cannes 2001. Raf Butstraen in 'De Standaard' van 30 april 2001: "Met zijn poëtische en ontroerende Pauline en Paulette sluit Lieven Debrauwer aan bij Vlaamse films als Daens, Manneken Pis en Rosie. Superklasse dus. Zijn filmdebuut werd terecht geselecteerd voor de Quinzaine des réalisateurs in Cannes. (...) Actrices als Ann Petersen en Dora van der Groen wacht er een applaus dat hen nog lang zal heugen. Pauline en Paulette is namelijk hun film. Zelden in een Vlaamse film zo veel chemistry, zoveel gevonk gezien tussen twee actrices." In Cannes won de film de Forum Publieksprijs 2001. In België werden de aanvankelijk 15 voorziene kopieën uitgebreid tot 20 door het succes in kleinere steden als Mechelen en Aalst waar de film nummer 1 was. Al meer dan 100.000 bezoekers werden in Vlaanderen geteld tot augustus 2001. In Utrecht draaide de film in het Vlaams Panorama; aldaar voor het eerst vertoond op vrijdag 21 september 2001. Belgische inzending voor de Oscars. Belgische Plateau-prijs voor de beste film, beste regie, beste scenario en beste actrice Dora Van der Groen. Gouden Pyramide van het Filmfestival van Caïro in oktober 2001. Persreacties: Dana Linssen in 'de Filmkrant' van november 2001: "(...) een echte acteursfilm, waarin je kunt smullen van blikken (Dora van der Groen is ontroerend prachtig) en hoofdbewegingen (...) zorgvuldige art direction en cameravoering (...) PAULINE & PAULETTE doet wel wat denken aan een kijkdoos of een pop-up-boek. Iets om te koesteren in zijdepapier en een bloemetjesverpakking." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 21 november 2001: "(...) De prijzenregen voor Pauline en Paulette zorgt voor hooggespannen verwachtingen, maar die worden niet ingelost. Een onoverkomelijk probleem is dat het altijd gênant is om een acteur een zwakzinnige te zien spelen. Dora van der Groen speelt op de toppen van haar kunnen, maar toch blijven we een acteur zien, die met ingestudeerde loopjes en tics zwakzinnigheid speelt. Een tweede probleem is het scenario, dat gebaseerd is op de eenvoudige tegenstelling tussen de kinderlijke, maar authentieke belevingswereld van Pauline en de 'onechte' wereld van haar zussen. Paulette leeft in de kitscherige operettewereld - ook haar huiskamer ziet er uit als een operettedecor - en Cecile leeft in de snobistische Brusselse kunstwereld.Het grootste bezwaar tegen Pauline en Paulette is de versimpeling van het probleem hoe we met zwakzinnigen in onze samenleving omgaan. Pauline is een schattige oude vrouw, zodat het onbegrijpelijk is dat de zussen haar niet in huis willen opnemen. Het clichébeeld van de altijd blije zwakzinnige maakt van Pauline en Paulette een sentimentele film zonder dramatische angel. Waarom mogen zwakzinnigen in films nooit agressief en uitzinnig van woede zijn?" Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 21 november 2001: "(...) Het geheim van het succes van Pauline en Paulette is niet alleen de magistrale hoofdrol van Dora van der Groen (74) als een geraffineerd-ondeugend klein meisje in het lichaam van een oude vrouw. Er wordt over de hele linie goed geacteerd in dit zorgvuldig vormgegeven kleinood, dat meer ambieert dan overtuigend realisme. (...) In de verte is Pauline en Paulette verwant aan het Belgische surrealisme van filmer Jaco van Dormael (Le huitième jour, Toto le héros) of van strips als Suske en Wiske of Kuifje, maar die typering doet nauwelijks recht aan het originele, nu al zeer volwassen talent van Lieven Debrauwer." Marco Weijers in 'de Telegraaf' van 22 november 2001: "(...) Debrauwer toont zich in zijn speelfilmdebuut stijlvast - met beelden vol uitbundige kleuren, ruches en blommekes - en slaagt er in een beklemmende, kleinburgerlijke sfeer te scheppen. Goed acteerwerk, met name van Dora van de Groen als de geestelijk gehandicapte Pauline, maakt deze ingehouden vertelling ook de moeite waard, de wat versleten verhaallijn ten spijt." Ab Zagt in het 'AD' van 22 november 2001: "(...) Vooral van de rol van Pauline is iets bijzonders gemaakt. Achter de ontwijkende blikken, waarmee Van der Groen haar om zich heen laat kijken, gaat een wereld vol roze wolken, genegenheid en levensvreugde schuil. Voor dergelijke vertolkingen worden in Hollywood Oscars gereserveerd, hoewel deze Belgische productie voor Amerikaanse begrippen waarschijnlijk veel te subtiel is." De film kwam met een opbrengst van 31.971 gulden op 18 binnen. Andere noteringen: 17. 10.592 bezoekers in 2001, 25.346 in 2002.
Première: 22 november 2001 (12 bioscoopzalen, later 13)
K-78 minuten

QUI VIVE
Frans Weisz

met: Pierre Bokma (Nico), Marjon Brandsma (Dory), Catherine ten Bruggencate (Lea), Kitty Courbois (Ada), Rijk de Gooyer (Zwart), Hugo Haenen (Alexander), Sigrid Koetse (Duifje), Ingeborg Loedeman (Pien), Annet Nieuwenhuijzen (Riet), Peter Oosthoek (Simon), Edwin de Vries (Hans), Margo Dames, Myranda Jongeling, Bonnie Williams; Stem Nico's moeder: Gwen Eckhaus

Scenario: Judith Herzberg, Frans Weisz. Twaalf jaar na LEEDVERMAAK. Het jaar 1982. De eerste echtgenoot van Lea, Alexander maakt een vervolg op de huwelijksfilm en toont ons de reeds bekende personages en hoe het ze verder is vergaan. Dory, de eerste vrouw van Nico, is in verwachting. De vader van het kind is Simon, Lea’s vader. Nico is in een crisis beland en besluit ontslag te nemen als ziekenhuisdirecteur. Hij trekt zich terug op de boerderij waar hij in de oorlog ondergedoken was. Hans, de beste vriend van Nico, is getrouwd met Pien. Na zeven kinderen te hebben verwekt, ontvlucht hij dit huwelijk. Zwart de vader van Nico, sluit zich steeds meer af van de wereld;hij leest en herleest de kampbrieven van zijn eerste vrouw. Productiemaatschappij: Egmond Film & Televisie. Producent: Hans de Weers (Egmond Film & TV). Co-producent: NPS. Uitvoerend producent: Erwin Godschalk. Executive producer: Bert Nijdam. Camera: Rutger Storm. Geluid: Eddy de Cloe. Montage: Michiel Reichwein. Muziek: Wim Mertens. Art direction: Robert van der Hoop, Ruben Schwartz. Kostuums: Linda Bogers. Make up: Suzet van Rooyen, Lia van der Horst. Set dresser: Sigrid Groothuis. Distributie: UIP. De openingsbeelden van QUI VIVE bevatten fragmenten uit LEEDVERMAAK. Opgenomen in o.a. Amsterdam (tram 25, Dokwerker) en Westerbork. In tegenstelling tot de jaren zeventig in LEEDVERMAAK, zijn de jaren tachtig nauwelijks herkenbaar in QUI VIVE. Dat is om een soort tijdloosheid te geven, maar ook een bepaald soort luiheid en een praktische kant: de muziek uit die tijd is onbetaalbaar, aldus Weisz. Vertoond op maandag 24 september 2001 op het Nederlands Film Festival. Pieter Bots in 'Het Parool' van 13 februari 2002: "In Leedvermaak werd het oorlogsleed mooi terloops met het feest verweven; en juist daardoor waren de dialogen van de personages soms zo pijnlijk goed getroffen. In Qui vive zaagt Herzberg echter van dik hout planken. Alles wordt benoemd en uitgekauwd, alles krijgt betekenis, iedere subtiliteit is uitgebannen. In handen van Frans Weisz levert dat een even weëe als kleffe film op. (...) De levens van de tweede generatie slachtoffers zijn blijvend getekend door de oorlog. Acteurs als Pierre Bokma, Marjon Brandsma en Catherine ten Bruggencate tonen die zielskwetsuren prachtig ingetogen. Zij kunnen echter niet verhullen hoe karikaturaal de personages in wezen zijn. De gojim blijven niet-begrijpende buitenstaanders in deze joodse soap en maken de ene na de andere faux-pas; de andere personages zwelgen in hun tragiek. Het zegt genoeg dat de weinige buitenscènes in deze toneelverfilming zich afspelen bij De Dokwerker en in Westerbork. Het is schokkend om te zien dat juist Weisz en Herzberg geen fijnzinniger behandeling van zulke delicate kwesties konden geven." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 13 februari 2002: "Kan een vrouw die de vijftig is gepasseerd een kind krijgen? Het gebeurt wel eens, en de medische wetenschap heeft het mogelijk gemaakt dat het vaker zal gebeuren. Het gebeurt ook in Qui Vive, de nieuwe film van Frans Weisz, alleen is het daarin niet het personage dat boven de vijftig is, maar de actrice die haar speelt. Marjon Brandsma (1943) speelt in deze film de veel jongere Dory, die bevalt van een zoon, en door haar rol heen zie je haar rimpels. Suspension of disbelief is onmogelijk. (...) De rimpels van Dory zijn theatraal. Het is vreemd en het stemt een beetje melancholiek om ze in close-up op het doek te zien. Rijgdraad werd voor de filmversie door Herzberg en Weisz ingrijpend herschreven. Toch blijft het toneelstuk meer door de film heen schemeren dan bij Leedvermaak het geval was, misschien ook omdat Qui Vive minder mooi is gefilmd en gestileerd dan bij Frans Weisz gewoon is. Qui Vive wankelt steeds tussen film, toneel en werkelijkheid." 4.710 bezoekers.
Première: 14 februari 2002 (9 bioscoopzalen) 4.717 bezoekers
K-91 minuten-35 mm

ROTTERDAM, EEN ONGEMAKKELIJK SPROOKJE
Lydia Schouten, Gina Kranendonk

Met: Lydia Schouten, Gina Kranendonk, Meneer Jansen, Dic van Duin en vele anderen

Raamvertelling over twee dames die een jaar lang in Rotterdam interviews houden, bij mensen op bezoek gaan, of zomaar een dagje de stad in zijn. Een raamvertelling die het midden houdt tussen de ‘Sprookjes uit Duizend en een Nacht’ en Chaucers ‘Canterbury Tales’. De vertellingen gaan niet zozeer over Rotterdam als een verzameling huizen en gebouwen, maar over de Rotterdammers die er leven, werken en zich proberen te vermaken. De rode draad is het verhaal van twee vrouwen die zich een jaar lang op verschillende plaatsen in de stad ophouden, opmerkelijke zaken signaleren en ontmoetingen hebben met allerlei verschillende mensen, zonder een duidelijk doel of aanwijsbare reden. De ene keer zijn het onmiskenbaar Schouten en Kranendonk die een interview afnemen, de andere keer zijn het twee gekke wijven die een scène spelen. Het merkwaardige is dat de interviews, omdat ze geïmproviseerd zijn en een hoog onzingehalte bevatten, fictief lijken, terwijl de gespeelde scènes soms dermate geloofwaardig zijn dat ze voor echt zouden kunnen doorgaan. Camera: Gina Kranendonk, Lydia Schouten. Geluid en muziek: Cees van der Knaap. Montage: Arthur Bueno, Lydis Schouten. Producent: Bob Visser. Lydia Schouten (1948) is een kunstenares die in 1978 met video begon te werken. Gina Kranendonk is een Rotterdamse kunstenares. De videofilm werd in Rotterdam vertoond op donderdag 1 februari en vrijdag 2 februari 2001.
Première: 1 februari 2001 (International Film Festival Rotterdam)
K-75 minuten

SOUL ASSASSIN
Ook: CLOCKWORK
Laurence Malkin

Met: Met: Skeet Ulrich (Kevin), Kristy Swanson (Tessa), Derek de Lint (Karl Jorgensen), Rena Owen (Karina), Antonie Kamerling (Junior), Serge-Henri Valcke (Mr. Ficks), Nicholas Irons (Gary), Thom Hoffman (Willem), Katherine Lang (Rosalind), André Arend van Noord (Thorsten), Yorick van Wageningen (inspecteur), Yacha Musatov (Nikolai), Jaap Postma (Antonio), Georgina Verbaan (reporter), Tygyo Gernandt (sushi guy), Froukje de Both (female banker), Jeroen Willems, René Jonker, Ruurt de Maesschalk, Jeroen van Veldhuizen, Delilah van Eijck, Rolf Leenders, Joe Montana, Frans de Wit, Monic Hendrickx, Lloba Visser, Horace Cohen, Ruben van der Meer

Soul Assassin is het verhaal over Kevin Burke, een jonge, ambitieuze veiligheidsagent in dienst van Jorgensen Financial, een machtig bedrijf dat wereldwijd zijn tentakels uitslaat. Directeur en stiefvader Karl Jorgensen ziet Kevin als zijn eigen zoon. Een tragisch misdrijf waarbij Kevin’s echte vader het leven liet, bracht de toen nog kleine jongen onder de hoede van Jorgensen. Deze maakt hem uiteindelijk tot een succesvol man. Dat tot ergernis van Jorgensen’s echte zoon Karl Junior die ook zijn plaats binnen het bedrijf heeft. Op de dag dat Kevin een belangrijke promotie maakt, wil hij zijn vriendin Rosalind ten huwelijk vragen. De romantische avond wordt wreed verstoord wanneer Rosalind het slachtoffer wordt van een kille huurmoordenaar. Kevin zweert de dader te vinden en zet de achtervolging in. In een machtsspel vol schaduwen waar niemand is wie hij lijkt, komt Kevin meer te weten dan hem lief is. Maakte Rosalind zich inderdaad schuldig aan duistere praktijken? Wie is toch de mysterieuze Tessa die steeds weer opduikt? En wat staat er op de zo gewilde disk van Interpol?… Vragen waarop Kevin de antwoorden lang schuldig moet blijven tot de ultieme climax licht in de duisternis brengt. De Engelsgesproken actiethriller is de eerste speelfilm van de Amerikaanse regisseur/co-scenarioschrijver Laurence Malkin. Soul Assassin (met voorheen de werk titel ‘Clockwork’) wordt door Cine II CV geproducerd in co-produktie met Laurence Malkin en San Fu Maltha. Op 9 oktober 2000 startten in Amsterdam de opnames voor Soul Assassin. In de meer dan 8 weken filmen stonden cast en crew op de Wallen en langs de grachten van Amsterdam, in de steegjes van Utrecht, in de fabriek van Nedstaal in Rotterdam, in de enorme loods van Vervako Shipyard in Amsterdam-Noord, in de havens van Rotterdam, in een molen in Zaandam en in de Amsterdamse Angel studio. De film gebruikt blauwe filters. Soul Assassin -gedraaid op Kodak film- is met een budget van 14 miljoen gulden één van de duurste films die ooit in Nederland is gemaakt. Naast de internationale cast en de vele locaties, bevat Soul Assassin veel stunts, gecoördineerd door Stuntteam Hammie de Beukelaer, en special effects onder leiding van Harry Wiessenhaan. De Amerikaanse en Engelse rollen zijn gecast door Valerie McCaffrey en de Nederlandse door Nora Mullens. Het was niet allemaal koek en ei op de set: hoofdrolspeler Skeet Ulrich noemde Kristy Swanson zonder blikken of blozen een 'pain in the ass', omdat ze haar tekst niet kende. De Nederlanders vond hij zeer professioneel. De themasong van Soul Assassin is geschreven door Birgit Schuurman en wordt uitgevoerd door Dilana Smith. De meeste muziek in de film is afkomstig van Junkie XL. Engels gesproken. Enkele zinnen in Spaans, Frans en Nederlands (Monic Hendrickx mag zeggen 'het is niet leuk'). Winchester Film Sales uit Londen verzorgt de internationale verkoop van de film. Distributie: A-Film Distribution. Oorspronkelijk zou de film in 35 kopieën uitgaan, maar de première vond plaats in 16 bioscoopzalen. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 22 augustus 2001: "Wat zou de makers van Soul assassin - de Nederlandse producent San Fu Maltha en de Amerikaanse reclamefilmer Laurence Malkin - voor ogen hebben gestaan? Waarschijnlijk een hippe actiethriller, die de doelgroep over een filmische achtbaan zou jagen. Een spektakelstuk waarin we van de ene verbazing in de andere zouden vallen. Met die verbazing zit het wel goed, maar het is niet de verbazing die de makers zullen hebben bedoeld. Soul assassin roept vooral verbijstering op: heeft niemand de makers duidelijk kunnen maken dat een film iets anders is dan een speedtrip? (…) Tussen de moorden door zou iets van een plotontwikkeling moeten plaatsvinden, maar die is gesneuveld in de filmmontage, die de kijker hyperventilatie bezorgt. In zijn speelfilmdebuut trekt Malkin de complete visuele trukendoos open - met een voorkeur voor kil blauw licht en versnellingen - zodat Soul assassin nog het meest doet denken aan een uit de hand gelopen eindexamenfilm van een te enthousiaste student. Dat de vele personages (onder anderen Kristy Swanson, Thom Hoffman, Derek de Lint, Antonie Kamerling en Serge-Henri Valcke) in het visuele geweld ten onder gaan, valt hen niet aan te rekenen. Hun soms potsierlijke acteerprestaties - de scène waarin Derek de Lint zijn vriendin met een kussen vermoordt heeft campwaarde - zorgen niet voor spanning maar lachlust."
Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 22 augustus 2001: "(…) De fiscale faciliteiten van de rijksoverheid voor zogeheten c.v.-films - en niets anders - hebben de totstandkoming van deze grootscheepse techno-thriller met Amerikaanse en Nederlandse sterren, mogelijk gemaakt. (…) De film moest gemaakt worden, omdat Frank Thies, arrangeur van c.v.'s voor de firma Innocap, dat wilde, want hij gelooft in Malkin. Producent Maltha zei na de première afgelopen maandag in Amsterdam dat hij de kans wilde grijpen om te laten zien waar we in Nederland als filmproducerend land toe in staat zijn: goed camerawerk, originele montage, sterke locaties, vlekkeloos Engels sprekende acteurs. (…) Dit alles heeft weinig zin, zelfs niet als visitekaartje, wanneer er geen idee aan ten grondslag ligt, geen structuur, geen visie van een regisseur of een scenarioschrijver. De kunst is niet om blauw licht te laten schijnen, maar om dat betekenisvol af te wisselen met andere kleuren. En je wilt, zelfs als door de makers geminachte consument, toch op z'n minst weten wie waarom wordt doodgeschoten. Voor iets minder dan een miljoentje extra zou misschien een echte scenarist nog een blik hebben kunnen werpen op Malkins broddelwerk."
Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van donderdag 23 augustus 2001: "Soul Assassin is na The Delivery de tweede Engelstalige actiefilm van producent San Fu Maltha. (...) Het verschil in budget is een oogopslag zichtbaar. Afgezet tegen The Delivery is Soul Assassin een grote stap voorwaarts: de decors zijn rijker, de ontploffingen en schietpartijen spectaculairder. Tegelijkertijd is de gelikte, op Amerikaanse leest geschoeide actiethriller een film waarvan er dertien in een dozijn gaan: niet veel beter of slechter dan het equivalent uit Hollywood. Met dezelfde ridicule plotwendingen en B-acteurs, in dit geval Kristy Swanson (Buffy the Vampire Slayer - de film, niet de serie) en Skeet Ulrich, wiens grootste verdienste het is dat zijn portret boven het bed van de duivel hangt in de subversieve animatiefilm South Park: Bigger, Longer, Uncut. (...) De blauwfilters, scheve kaders, freeze frames en versnellingen, snelle montage en de dreunende soundtrack (met muziek van onder meer Junkie XL) geven Soul Assassin een hip, high tech karakter. De talrijke Nederlandse acteurs zijn over het algemeen ook behoorlijk op dreef; Antonie Kamerling speelt de ambitieuze zoon van De Lint, behept met een stevig vadercomplex, Serge-Henri Valcke is het hoofd van de beveiliging die er een dubbele agenda op na houdt, Thom Hoffman en Yorick van Wageningen zijn Interpol-agenten en Georgina Verbaan - ster in Maltha's kassakraker Costa! - draaft op als reporter van de lokale omroep. De uiteindelijke shoot-out op de molen is - het genre getrouw - bespottelijk, maar verhelderend: nog juist voor hij zijn laatste adem uitblaast, legt de stervende schurk uit hoe alles in elkaar steekt. Soul Assassin zal de geschiedenis niet ingaan als meesterwerk. Maar de belastingmaatregel is in de eerste plaats bedoeld om een professionele filmsector op te bouwen. In dat licht is de film een adequaat visitekaartje."
Dana Linssen in 'de Filmkrant' van september 2001: "(...) De extra draai-uren die de crew op zijn curriculum vitae kan zetten, verzachten niet de bittere pil dat talentvolle Nederlandse regisseurs, die we toch ook voorhanden hebben, als vanouds met hun projecten langs de fondsen moeten leuren. Als we echt een volwassen filmcultuur hadden, konden dit soort films er ook nog wel bij. Maar als visitekaartje of proeve van een omwenteling in Nederland filmland is SOUL ASSASSIN een belediging. Het wordt tijd dat we in Nederland chauvinistisch genoeg worden om te zeggen dat we dit niet willen. En echt artistieke prioriteiten durven stellen."
Willem Schouten in 'Sp!ts' van 23 augustus 2001: "Helaas kan debutant Lawrence Malkin niet aan de verleiding weerstaan en experimenteert hij er lustig op los. Hij gebruikt een soort staalblauwe gloed in de film die het geheel kil en steriel doet aanvoelen. Bovendien houdt hij er ook nog een onnavolgbare montagesnelheid en een voorliefde voor keiharde house op na. Elementen die de film allerminst goed doen. (...) Junior wordt verdienstelijk gespeeld door Antonie Kamerling (...) Zij kunnen er, net zo min als de stereotiep gecaste Derek de Lint, iets aan doen dat je als kijker al snel elke interesse in hun lot verliest. Geen van de karakters, ook Ulrich's Kevin niet, heeft enige geschiedenis en nauwelijks motivatie. (...) Soul assassin wil jong, snel en hip zijn. Onnavolgbaar is het in ieder geval."
Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 23 augustus 2001: "(...) Deze film heeft vooral het karakter van een schiettent op de kermis. (...) De combinatie van Nederlandse en Engelse acteurs werkt voor het grootste gedeelte wel, hoewel Kamerling niet echt overtuigt als gluiperige zoon. Hij wordt al snel een karikatuur. De Lint (...) komt beter tot zijn recht. Aan intriges is in SOUL ASSASSIN geen gebrek. Daarom is het zo spijtig dat regisseur Makin zo op de vormgeving van zijn film hamert, alsof hij een gebrek aan inhoud wil verdoezelen. Een beetje meer vertrouwen in zijn eigen verhaal had deze film geen kwaad gedaan." Het eerste weekend werd een zwaar tegenvallend bezoekersaantal van iets meer dan 2.500 betalende bezoekers behaald. Distributeur A-Film weet dit aan de vernietigende recensies en het mooie weer (hittegolf). Op vrijdag 7 september 2001 werd bij BNN van 23.20-23.50 uur op Nederland 2 The Making of SOUL ASSASSIN uitgezonden, maar dat mocht niet meer baten. Na twee weken voor lege zalen gedraaid te hebben werd de film na het weekend uit de bioscopen gehaald. De film trok 8.265 bezoekers. Producent A-Film had op minstens 60.000 bezoekers gerekend. In België werd de film in november 2001 met 16 kopieën uitgebracht. http://www.soul-assassin.com
Première: 23 augustus 2001 (16 bioscoopzalen)
K-94 minuten

SUPERSTITION
Kenneth Hope

met: Mark Strong (Antonio Gabrieli), Sienna Guillory (Julie), David Warner (Judge Padovani), Charlotte Rampling (Frances Matteo), Alice Krige (Mirella Cenci), Frances Barber (Isabella Flores), Derek de Lint (Alessandro Censi), David Sterne (Vassi), David Schofield (Roberto Fallaci), Wendy Veldhuis (Sarah)

Scenario: Paul Hoffman, Kate Dennis, Stephen Volk. Luxemburgs-Nederlands-Britse co-productie. Engels gesproken psychologische thriller, losjes gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. De Engelse 19-jarige Julie is au-pair bij een rijk Italiaans echtpaar. Ze heeft het niet gemakkelijk. Terwijl de vader des huizes met haar flirt, verwijt de moeder de vader dat ze te veel aandacht aan de vader schenkt. Omdat Julie veel van baby Claudio houdt, besluit ze toch als au-pair bij het gezin te blijven. Echter als Claudio omkomt in een mysterieuze brand die het huis van de familie in de as legt, wijzen alle vingers naar haar. Julie komt terecht in een nachtmerrie waarin niemand haar onschuld gelooft. Ze wordt beschuldigd van hekserij door de Italiaanse pers en legt haar lot in handen van advocaat Antonio Gabrieli. Hij heeft recent zijn vrouw verloren bij een autoongeluk en wordt verteerd door verdriet. Bij zijn pogingen een verklaring te vinden voor de mysterieuze branden, stelt Gabrieli zich open voor paranormale en psychologische verklaringen. Hij schakelt de hulp in van Matteo, een bekende psychiater. Als een celgenoot haar in de gevangenis aanvalt, wordt Julie op borgtocht vrijgelaten. Ze trekt in bij Gabrieli en begint een verhouding met hem. Tijdens het proces blijkt dat Julie's moeder bij een brand is omgekomen en dat Julie is getraumatiseerd doordat ze haar niet kon redden. Uiteindelijk wordt Julie veroordeeld. De zaak is inmiddels uitgegroeid tot een showproces dat de Italiaanse regering danig in verlegenheid heeft gebracht. Daarom wordt besloten Julie vrij te laten, op voorwaarde dat ze het land binnen 24 uur verlaat. Producenten: Terry Glinwood, Bob van Hellenberg Hubar, Denis Wigman, Jimmy de Brabant. Geluid: Eddie de Cloe. Camera: Stephen Smith. Art direction: Wilbert van Dorp. Montage: Kevin Whelan. Muziek: John Ewbank. Titelsong: 'When she smiles' door Roméo. Productiemaatschappij: Movie Masters. Sales: Vine International Pictures Ltd. Kenneth Hope was een internationaal succesvol mode-fotograaf, gaf les aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag en legde zich vanaf 1993 toe op het maken van commercials. In 1996 richtte hij L'Avventura Film op en hij debuteerde in 2001 met zijn speelfilm Superstition. Pieter Bots in 'Het Parool' van 22 mei 2002: "(...) nauwelijks Nederlandse inbreng. De makers hopen waarschijnlijk dat ze Superstition daardoor aan een internationaal publiek kunnen slijten. Maar gezien de kwaliteit is de kans klein. Superstition is een merkwaardige mix van nationaliteiten, genres en ideeën geworden die steeds potsierlijker wordt naarmate de film vordert. (...) Zonder dat de film één moment spannend is, klinkt telkens opnieuw onheilspellend onweer, vliegen kraaien voorbij en flakkeren de vlammen woest op. Ja, Kenneth Hope weet hoe hij sfeer moet maken. De debuterende regisseur deed ervaring op als modefotograaf en reclamefilmer, en dat is aan Superstition af te lezen. De acteurs wekken niet de indruk dat hun personages ooit eerder een voet hebben gezet in de huizen die ze bewonen. Zowel de Nederlandse cinema als de acteurs (onder wie ook Charlotte Rampling) slaan met deze film een modderfiguur." André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 22 mei 2002: ",,Een moderne versie van Polanski, Lynch en Roeg'', stond coproducent Bob Hubar met Superstition voor ogen. (...) Het zwakke script gaat gepaard met een van dik hout zaagt men planken stijl, het resultaat met Polanski, Lynch of Roeg vergelijken is uiterst beledigend. Het publiek is de grootste verliezer bij deze gecalculeerd gemaakte televisiethriller." Vertoond op zondag 23 september 2001 op het Nederlands Film Festival en op maandag 22 april 2002 tijdens de gratis 'Avond van de Nederlandse film' in Pathé Buitenhof in Den Haag.
Première: 23 mei 2002 in Het Ketelhuis, Amsterdam
K-93 minuten-35 mm

TERRORAMA!
Edwin Brienen

met: Kiki Classen (producente Kiki), Michel van Dousselaere (tv-personality Gerard van Dongen), Peter Post (informele leider Peter), Esther Eva Verkaaik (terrorist Esther), Robbie Muntz (terrorist Rob), Saskia Winkelaar (terrorist Saskia), Edwin Brienen (geflipte filmregisseur Edwin), Mickey (cokedealer Mickey), Isabelle Bredewoud (befaamd model Cherie Conijn), Freek van Beesd (barman), Mimi Kok (geobsedeerde huishoudster), Lonny Eyes (wapenhandelaar), Gunnar Smitt (travestiet), Eva Dorrepaal (Eva), Theo van Gogh (godsdienstfanaat), Mental Theo (Leon de junk), Hilde (mysterieuze vrouw), Robert Vos (Jezus Christus), Ilse Schrier (hoer 1), Monica Resowidjojo (hoer 2), Martin Brozius (hoerenloper), Mac van Kampen, Damien Wasteberg, Moniek (vrienden Mickey), Tjees (Sinterklaas), Wim de Jong (Zwarte Piet), Dave S. (slaaf), P.T. (SS'er), Guy Tavares, Lizet, Edo, Jean-Pierre, Zaleska (Johnny Cohen and the New Age Nazis)

Scenario: Edwin Brienen. Terrorama vertelt het verhaal van een zestal mensen die mentaal beschadigd zijn in hun verleden. Zij hebben allen de keuze gemaakt niet langer deel te nemen aan de maatschappij in zijn huidige bestaan en vluchten in duistere zaken. Door Gerard van Dongen, een bekende TV-ster, te kidnappen, proberen zij een individuele vrijheid te verwerven ten compensatie van hun gemis aan zelfrespect. De terroristen confronteren van Dongen met hun donkerste gedachten en emoties tijdens een geïmproviseerde televisie-opname. Deze actie leidt tot geweldadige uitspattingen,absurde sexuele gedragingen en orgies. Productiemaatschappij: Ultra Vista Productions. Co-producent: Exposed. Muziek: I-f. Camera: Maurice van Bavel. Geluid: Jaap Hilhorst, Chris Rebel. Licht: Frank de Boer. Montage: Juan Morales. Songs: 'Millenium' van Robbie Williams, 'Feels like I'm in love' van Kelly Marie, 'Barbie girl' van Aqua. Film bevat veel naakte vrouwen en mannen en een cumshot. Opgenomen in 20 dagen zonder budget. De medewerkenden zijn deels vrienden en bekenden van de regisseur. Joost Prinsen bedankte voor de rol van televisiepresentator, omdat hij het script te pornografisch vond. Regisseur Edwin Brienen (Alkmaar, 15 juni 1971) startte zijn loopbaan als programmamaker voor de VPRO. Voor de Amsterdamse televisie maakte hij het spraakmakende programma Ultra Vista! Ook was hij betrokken als regisseur en redacteur bij diverse Veronica-programma's, waaronder Hoe Hoort Het Eigenlijk? met Menno Buch en Theo van Gogh. Peter Post was eerder te zien in 'Goudkust'. Op video opgenomen en ook vertoond op video. Niet op 35 mm overgezet. Engels ondertiteld. Eerste vertoning op 26 september 2001, Ekko Utrecht (draaide niet op het Nederlands Filmfestival). Wanadoo.nl: "(...) Terrorama! is een hele akelige, gore, 'intellectuele' film geworden. Een produkt dat de naam film overigens niet mag dragen, want opgenomen op video en vertoond op video. Het is meer dan terecht dat het Nederlands Film Festival de produktie niet heeft vertoond afgelopen september. Terrorama! kenmerkt zich door godslastering (talloze keren 'godverdomme', het lezen uit de Koran door Theo van Gogh terwijl een stelletje ligt te neuken in een auto) en intellectueel aandoend gezwets in de ruimte ('Stijlvol terrorisme moet kunnen', 'Ik ben het nihilisme'). (…) Allerhande seksvarianties (neuken, pijpen, lesbisch, anaal, nazi-uniformen, amputaties, graf, stervend) zitten erin, maar op zo'n manier gefilmd dat ze geen lust oproepen. Je vraagt je echt af voor wie deze film nu eigenlijk gemaakt is. (…) Slechts één scène kan er mee door. Daarvoor zijn Kiki Classen en Michel van Dousselaere verantwoordelijk. Hun 'Grote Smurf'-scène is goed getimed. Opvallend is dat zij ook de enige personen zijn die hun kleren aanhouden." Bij de beste films 2001 van 'de Volkskrant' d.d. 17 januari 2002 stond de film op 25 met 585 punten in de totaal uitslag en op 9 met 21 punten in de top 10 Nederland. Duidelijk een geval van een actie van een kleine groep fans. Officiële website: http://www.terrorama.nl/. Op 29 juni 2001 vertoond in Popular te Rotterdam als videoprojectie, op zondag 21 oktober 2001 en op woensdag 24 oktober 2001 in de Melkweg Cinema.
Première: geen bioscooproulement.
K-103 minuten

VERGEEF ME
Ook: FORGIVE ME
Cyrus Frisch

Met: Nico, Chiquita, Peter, Achmed, mevrouw Verhoeff, Astrid, Sylvia Kristel (Chiquita op toneel), Ellen ten Damme (meisje op strand), Marien Jongewaard (man met monoloog); op tv: Philip Freriks, Hanneke Groenteman

Scenario: Cyrus Frisch. Camera: Cyrus Frisch, L. Jones, H. Wennink, A. Kramer, J. de Jong, J.P. Sens, M. Godefroy. Het resultaat van zes jaar verkennen van de zelfkant van de samenleving is de film Vergeef me, die op zaterdag 27 januari 2001 op het festival in wereldpremière ging. Een voorlopige versie van dezelfde film, Zonder titel, was al een paar jaar geleden op het IDFA te zien. De ontknoping die Frisch eraan toevoegde, is dat hij bij wijze van experiment met opzet over de schreef ging, door kwetsbare randfiguren te filmen en zelfs in een toneelstuk (Jezus/liefhebber) op te laten treden. Zichzelf aan de duivel verkopend (hij citeert Murnau’s Faust), begeeft Cyrus Frisch zich in de speelfilm VERGEEF ME nog verder op controversieel gebied dan zijn eerdere werk. Hij ontwikkelt een dialectiek tussen zichzelf als provocateur, theatermaker, scenarist van mensenlevens en hoofdrolspeler van zijn eigen film. Hij dringt de levens binnen van ‘randfiguren’ die hij op straat is tegengekomen. De alcoholistische hoerenloper Peter en diens psychotische ex-vriendin Chiquita, haar ex-vriend die aan een zeldzame ziekte lijdt, de aan een rolstoel gekluisterde heroïneverslaafde Achmed, een mevrouw wiens dochter door een junkie vermoord is en Astrid, die droomt van een carrière als zangeres. Frisch begon met het filmen van brute scènes met deze fysiek en/of geestelijk gehandicapte mensen, wier waardigheid wordt weggeven of weggenomen. Toen een eerste gemonteerd verslag op het IDFA uitsluitend positieve reacties opriep, besloot hij verder te gaan. Produktiemaatschappij: Phanta Vision (Petra Goedings). De film werd in Rotterdam vertoond op zaterdag 27 januari, zondag 28 januari en vrijdag 2 februari. VERGEEF ME werd vertoond op het NFF 2001 als speelfilm. Met Vergeef me wil Frisch de verantwoordelijkheid van film- en televisiemakers die in zijn ogen hun ziel aan de duivel verkopen aan de orde stellen. Maar de film is ook bedoeld als waarschuwing voor 'het gevaar van de beelden': dat het publiek de rotzooi die het elke dag krijgt voorgeschoteld niet moet accepteren.
Persreacties: The Daily Tiger d.d. 27 januari 2001: “Aan de rolvastheid van agent-provocateur Frisch, die zichzelf als de duivel uit Faust opvoert, is twijfel mogelijk. Aan de ene kant manipuleert hij zijn slachtoffers tot objecten van een voyeuristische camera, besmeurt op zeker moment hun gezichten eigenhandig letterlijk met bloed. Aan de andere kant neemt hetzelfde personage ‘regisseur Cyrus Frisch' soms weer een ethisch standpunt in, bijvoorbeeld door een vrouw die haar borsten aan de camera laat zien te vertellen dat ze dat echt niet voor hem hoeft te doen, als ze het niet wil. Vergeef me doet mede daardoor een beetje hypocriet aan, zoals in exploitatiefilms van het type Mondo cane ook altijd beweerd wordt dat het eigenlijk een aanklacht is tegen het onrecht in de wereld. Het valt moeilijk voor te stellen hoe de films van de echte Cyrus Frisch - de lieve huisvader - er in de toekomst uit zullen gaan zien.” Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' d.d. 17 oktober 2001: "Graag had ik hier opgeschreven dat ik ben weggelopen uit Vergeef me. Dat ik het niet kon aanzien, dat het te ver ging, dat het onverdraaglijk was. Ik ben gewoon blijven zitten. Geen heilige verontwaardiging, maar vermoeid schouderophalen was het gevolg van Vergeef me. (...) Frisch stelt veel vragen waarop geen antwoord mogelijk is. In die zin lijkt zijn film op De zee die denkt van Gert de Graaff, het `visuele essay' over de grenzen van het ik dat vorig jaar op het IDFA de Joris Ivens Prijs won. Daarin werd net als in Vergeef me het antwoord gezocht op vragen die even diepzinnig als banaal zijn, al is de vormgeving van De Graaff veel beschaafder. Je zou van De Graaff en Frisch kunnen zeggen dat ze de puberteit nooit te boven zijn gekomen. Maar je kunt ook zeggen dat deze regisseurs zich nog de moeite getroosten antwoorden te vinden. De meeste mensen hebben dat allang opgegeven. Frisch maakt het nog eens extra ingewikkeld door zich op te stellen als zo'n etter dat ik hem het genoegen niet gunde me te tarten. Ook daarom is zijn moeite uiteindelijk vergeefs." Pieter Bots in 'Het Parool' d.d. 17 oktober 2001: "(...) Te veel draait zijn werk om zijn gemanipuleer met de slachtoffers, de foute rol die hij zichzelf wil aanmeten en zijn spel met fake en fictie. Daardoor staat hij te veel tussen zijn publiek en zijn outcasts, en komt hij al helemaal niet toe aan een statement over de Derde Wereld. (...) Cyrus Frisch wil zo graag het leed in de wereld aan de kaak stellen, maar hij komt letterlijk niet verder dan zijn eigen stoep.(...)" Ab Zagt in het 'Algemeen Dagblad' van 18 oktober 2001: "Met Vergeef Me probeert Frisch opnieuw de grenzen van het voyeurisme af te tasten. Deze keer plaatst hij een aantal halfbeschonken Amsterdammers, afkomstig uit 'de onderkant van de samenleving,' op het podium die hij als een soort Jerry Springer ondervraagt en uitdaagt. Een en ander leidt tot mensonterende scènes, waarbij een van de alcoholisten in zijn broek plast en een vrouw in aangeschoten toestand zo ver gaat haar borsten te tonen. Gaandeweg voelt de kijker zich steeds ongemakkelijker door de wijze waarop de gasten door Frisch worden misbruikt. Dat gênante gevoel is zonder twijfel zijn bedoeling. Hoeveel vernederingen kan een mens verdragen? Na een half uurtje hield deze recensent het dan ook voor gezien." 119 bezoekers. De film verscheen in 2005 op dvd en naar aanleiding daarvan was de film van 26-28 september 2005 in het Filmmuseum Vondelpark te zien.
Première: zaterdag 27 januari 2001 (International Filmfestival Rotterdam)/18 oktober 2001 (3 bioscoopzalen)
K-83 minuten

VERLOSSING, DE
ook: THE OTHER LIFE/HUGO CLAUS : DE VERLOSSING
Hugo Claus

Met: Gilda de Bal (Magda), Jan Decleir (Oscar), Peter van den Begin (Johnny), Willeke van Ammelrooy (Marleen), Elke Dom (Julia), Jenne Decleir (jonge Oscar), Amin Hagouchi (Ahmed), Mireille Leveque (verpleegster Martine), Lucas Van den Eijnde (Den Elvis), Adriaan van Dis (broeder Jeroom), Hugo Van den Berghe, Jef Lambrecht, Blanka Heirman

Scenario: Hugo Claus. Een kleinburgerlijk, katholiek milieu in een Vlaamse provincie. Magda is zwaar ziek. Ze wordt echter niet alleen door haar lichamelijk verval gekweld, maar ook door visioenen van haar dode zuster Marleen. Tijdens deze laatste uren van haar leven denkt ze aan haar man Oscar, hun fletse zoon Johnny, die als bewakingsagent werkt en hun dochter Julia, die helaas getrouwd is met een ondermaatse voetballer. Intussen geeft Marleen commentaar; ze daagt Magda uit, wijst haar terecht of chanteert haar. Dwars door de triviale dagelijkse dialogen komen onderhuidse spanningen boven, die het Vlaamse gezin naar een beklemmende climax leiden. Het wordt Magda's laatste dag... Produktie: Paul Breuls, Cathérine Vandeleene, René Scholten. Geluid: Peter Flamman.Camera: Goert Giltay. Art direction: Kurt Loyens. Montage: Menno Boerema. Muziek: Henny Vrienten. Productiemaatschappijen: Corsan Productions, Studio Nieuwe Gronden. Distributie: Paradiso Entertainment Nederland. Laatste film van de in 2001 overleden producent René Scholten. Willeke van Ammelrooy werd nagesynchroniseerd. Première op het Nederlands Film Festival op woensdag 26 september 2001. Fritz de Jong in 'de Filmkrant' van oktober 2001: "(...) DE VERLOSSING is op zijn best in de toneelmatige scènes. (...) Het gaat echter mis wanneer Claus grijpt naar meer filmische middelen, de genoemde voice-over is daar slechts één voorbeeld van. (...) De enorme richtingloosheid van deze droomtaferelen [van Willeke van Ammelrooy in Magda's koortsachtige visioenen] wordt extra benadrukt door het wezenloze spel van Gilda de Bal. Als Magda uiteindelijk door een zelf gekozen dood verlost wordt uit haar levensweg wekt dat dan ook geen enkel medelijden op, omdat we daarvoor al geen moment in haar personage konden geloven. Niet als mens en niet als terminaal zieke patiënt." Sven De Schutter op K.U.T - Site, Belgium bij de première in november 2001: "(...)De film beklijft niet, is zeer eentonig en soms ronduit saai. Er wordt maar wat gekletst (in het plat Antwerps dan nog wel, verdorie!) en in het rond gestruind, maar interessant is het allemaal niet. Bovendien stoort de cartooneske voorstelling van het gezin me bijzonder. (...) Er zijn nog talloze andere verhaalelementen die storen of totaal niet passen. Er wordt nog getelefoneerd vanuit een telefooncel (terwijl het personage van Peter van den Begin me een echte GSM-stoeffer lijkt), de Limburgse toeristen zijn zo stereotiep als maar mogelijk, de vader rijdt nog rond in een bestelwagen die in de jaren'60 al antiek was, en, het spijt me, maar Lucas Van den Eynde komt als Elvis-fan recht uit 'In de Gloria' gestapt. Ergst van al is bovendien dat Willeke Van Amelrooy gedubt werd! Als het personage dan per se Antwerps moet praten, kies verdorie dan ook een Vlaamse actrice, hoe mooi de naam van deze klassebak ook op de affiche staat! Dit alles getuigt volgens mij van een uit de hand gelopen zelfzekerheid of pure naïviteit. Hoewel Claus het geheel mooi in beeld kan brengen (dat bewees hij ook al met 'Het sacrament'), en Henny Vrienten voor mooie muziek zorgt, is dit dus een flinke tegenvaller. Die ene ster dankt 'De Verlossing' dan ook geheel aan Gilda De Bal, die hiermee volgend jaar wellicht een Plateau-prijs zal in de wacht weten te slepen. Maar als u voor een Vlaamse productie wil kiezen in de bioscoop, koop dan liever een ticketje voor 'Olivetti 82', want die is stukken beter! " Jos van der Burg in 'Het Parool' van 16 januari 2002: "Het is niet moeilijk om in te zien wat Claus met De verlossing voor ogen heeft gestaan: een inkijkje in een volks milieu, waarin het onvermogen om elkaar te begrijpen door Magda's ziekte schrijnend aan de oppervlakte komt. Niet met elkaar, maar ook niet zonder elkaar, is de strekking van de film. Af en toe slagen de personages erin dit beklemmende gevoel op te roepen, maar vaker maken ze een potsierlijke indruk met hun boertige gedrag. Dat effect wordt versterkt doordat Claus als een superieure buitenstaander naar de personages kijkt. Achter hun rug om knipoogt hij naar het publiek, dat zich vrolijk mag maken over het zootje ongeregeld. Het geeft geen aangenaam gevoel." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 16 januari 2002: "Als het erom gaat de wrange verhoudingen tussen uitgesproken mensen, de schuld van het mythisch-Clausiaanse België aan hun lijden en de houterige tragikomedie van hun tred aan de existentiële leiband te verbeelden, is hij ook in De verlossing in topvorm. Gênant wordt het als hij filmische middelen toepast die in de theaterversie van De verlossing uitgesloten waren. 'Soft focus'-flashbacks van zuster Marleen (een Vlaams nagesynchroniseerde Willeke van Ammelrooy), die als een nymfomaan bruidje ronddanst, doen onhandig aan. Waarom tastbaar maken wat tussen die twee oudere mensen al schrijnend genoeg is? En waarom dat nog eens in extensieve voice-overs, gebeden waarin zij haar eigen grafrede prevelt, van Magda uitleggen? Claus' goesting voor barok gaat zo tegen de film werken, terwijl hij die op andere momenten zo bewonderenswaardig schaamteloos durft in te zetten. (...)" Marco Weijers in 'de Telegraaf' van 17 januari 2002: "een ouderwets boertig familiedrama, bevolkt door karikaturen. Dat maakt de personages tot op zekere hoogte aanstekelijk herkenbaar en lachwekkend. Tegelijkertijd worden het om die reden nooit échte mensen: hun tragiek is opgelegd, niet voelbaar. Toch lukt het Claus een mooi verstikkend sfeertje te scheppen en is een deel van de dialogen wonderschoon van wrangheid, een kwaliteit die vooral door Jan Decleir en Gilda De Bal ten volle wordt benut. Waarom Van Ammelrooy daar als een aangeschoten doodsengel tussendoor moet fladderen, blijft echter een raadsel." DE VERLOSSING zou op 11 oktober 2001 in Nederland worden uitgebracht, maar dat werd uitgesteld tot januari 2002. 1.503 bezoekers. Belgische première: 14 november 2001. Officiële website: www.deverlossing.com
Première: 17 januari 2002 (Cinecenter en Het Ketelhuis, Amsterdam; Lux, Nijmegen; Chassé, Breda) K-93 minuten-35 mm

VRIENDSCHAP, DE
Nouchka van Brakel

met: Gerard Cox (Pieter Paternoster), Willem Nijholt (Gijsbert van der Zee/Anthony Seawell), Pleuni Touw (Zwaantje), Karina Smulders (Iris/jonge Anne), Raymond Contein (Yoram), Sylvia Kristel (Silvia), Pim Lambeau (freule Bobby), Mary-Lou van Steenis (Nelly), Liz Snoyink (Carola van Eysbergen), Joop Doderer (professor Rijckevorsel), Paul Rigters (Mozes), Henry Doucement (Ewald), Orpheo Koulen (Roy), Melvyn Eric de Kom (Juan Batista), Rico Habraken (jonge Pietje), Wytze de Haan (jonge Gijssie), Caroline Olde Riekerink (verpleegster), Abdembi Azzaoui (Frenky), Marina Nicolai (Natasja), Dennis Rudge (ambulancebroeder), Els Scherjon (ambtenaar burgerlijke stand), Steven de Walle (notaris), Irene de Blaay-Berghout (oudere Anne), Jasperina de Jong, Marian Mudder; stem van Nouchka van Brakel (Anne)

Scenario: Nouchka van Brakel, naar een eigen scenario en niet gebaseerd op het gelijknamige boek van Connie Palmen, met medewerking van Edwin de Vries. Twee oude vrienden ontmoeten elkaar weer na veertig jaar. De hernieuwde kennismaking gaat niet zonder slag of stoot. Oude vetes moeten worden opgelost en nieuwe problemen kondigen zich aan als ze - net als veertig jaar eerder - verliefd worden op dezelfde vrouw. Hun vriendschap blijkt echter niet kapot te krijgen. Muziek: Ruud Bos. Camera: Peter de Bont. Casting: Hans Kemna. Art direction: Ben Zuydwijk. Kostuums: Mariëlla Kallenberg, Linda Bogers. Make up: Eddy van den Abbeele. Geluid: Sander den Broeder, Ludo Keeris. Montage: Edgar Burcksen. Producent: Matthijs van Heijningen (Sigma Pictures). Uitvoerend producent: Guurtje Buddenberg. Co-producent: AVRO. Opgenomen in Rotterdam; onder andere op het sloopterrein aan de Zaagmolenstraat, flatgebouw Maesstate, Holland Casino, brug De Hef, St. Clara Ziekenhuis. De opnameperioden waren van maandag 7 augustus 2000 tot en met 8 september en van 1 tot en met 11 oktober 2000. Via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Voor een klein deel Engels gesproken. In de film wordt op de (dan) niet bestaande website www.spannendemannen.nl gesurfd en zijn beelden uit de film CASSABLANCA te zien. De film werd geschreven voor John Kraaykamp en Rijk de Gooyer, maar zij wilden niet. Nadat het door Van Heijningen geproduceerde DE OMWEG genadeloos flopte en ook DE ZWARTE METEOOR flopte, zag directeur Dirk de Lille van distributeur RCV af van de uitbreng van DE VRIENDSCHAP. Distributeur UIP nam de film over, waardoor de bioscoopuitbreng verzekerd was. De officiële lezing is dat er geen overeenstemming was met de producent aangaande de releasedatum en alleen om die reden in goed wederzijds overleg besloten is om een andere distributeur te benaderen. De recensies waren minder diplomatiek. Jacques Goderie noemde de film op AT5 'een van de allerslechtste Nederlandse films aller tijden'. Jos van der Burg in 'de Filmkrant' van juni 2001: "(…) Ontroering is ver te zoeken in DE VRIENDSCHAP, want Nouchka van Brakel (…) weet niet wat een tragikomedie is. Haar film is een vergaarbak van grappen en grollen, waarvoor zelfs de Engelse komiek Benny Hill (…) zich zou schamen. Dat is onmogelijk, zegt u? Het is mogelijk, zeg ik na het zien van DE VRIENDSCHAP. (…) Het dieptepunt is een euthanasiescène, die in zijn smakeloosheid zelfs choquerend is. Van Brakel toont ons een vorm van knutsel-euthanasie, waarvoor Cox de dodelijke pil levert op een toon alsof hij een aspirientje komt brengen (…) DE VRIENDSCHAP is geen cinema de papa maar cinema infantile. Om met Cox te spreken: 'Lik m'n reet is ook een wals'". Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' d.d. woensdag 13 juni 2001: "(...) Al maanden zoemt door de grachtengordel het gerucht hoe verschrikkelijk tenenkrommend slecht De vriendschap zou zijn, dat de aanvankelijke distributeur de film niet uit heeft willen brengen en dat Van Heijningen zijn derde commerciële fiasco op rij tegemoet mag zien. Het valt mee. Er is veel mis met De vriendschap, maar Van Brakel noch Van Heijningen verdient messenslijperij en karaktermoord. Als er in Nederland honderd films per jaar gemaakt zouden worden, dan was De vriendschap een acceptabele middenmoter, bedoeld voor een publiekscategorie (de zestig-plussers) die de meeste films niet bedienen. (...) Onvergeeflijk is bijvoorbeeld de temerige stroopmuziek van Ruud Bos. Ook het door de regisseur samen met Edwin de Vries geschreven scenario is weinig scherp of elegant en doet, mede door de mannetjesmakerij van Cox, eerder denken aan een reeks achter elkaar gemonteerde afleveringen van televisie-sitcoms. En het nadrukkelijk Rotterdamse karakter van de film, gesitueerd in een fictieve stad van multiculturele harmonie en verlangen, doet kunstmatig aan. (...) Deze niet uitputtende lijst van bezwaren ten spijt wekt De vriendschap af en toe ook ontroering. Het is een charmante mastodont uit een eerder stadium van de Nederlandse filmgeschiedenis, toen gehoorzaamheid aan marketingwetten en de casting van soapacteurs nog geen vereisten waren. Van Brakel blijft trouw aan zichzelf, ook al is ze daarmee uit de mode. Je ouders moeten vooral weer eens naar de bioscoop!" Mark Moorman in 'Het Parool' d.d. woensdag 13 juni 2001: "De eerste productie van Nouchka van Brakel sinds jaren is een curieuze film geworden. Het is een film die zo consequent op alle fronten ernaast zit dat hij bijna niet van deze tijd lijkt. (...) De scène waarin Sylvia Kristel komt binnenzeilen als Joan Collins in haar nadagen geeft de eerste idicatie van wat ons te wachten staat. (...) Het is de acteurs niet aan te rekenen, maar aan de teksten van Van Brakel valt geen eer te behalen. De platheid van de dialogen wordt nog eens geaccentueerd door stroperig muziekgebruik, slordige montage en banaal camerawerk, waarin het esthetisch uitgangspunt vooral lijkt om in elk shot een Rotterdamse brug op de achtergrond te krijgen. Het is alsof je de stad zelf op overacting betrapt. (...) Nouchka van Brakel had ongetwijfeld een melancholieke, tragi-komische film over ouder worden in gedachten, maar is niet in staat ook maar een enkele genuanceerde emotie over te brengen. De kwestie van seksualiteit op latere leeftijd komt aan de orde in een gênante liefdesscène tussen Nijholt en Touw, ongetwijfeld bedoeld als een soort Stille kracht revisited, maar vooral pijnlijk banaal in beeld gebracht.Terwijl de ontwikkelingen zich traag en nadrukkelijk aandienen valt de lengte van de film (bijna twee uur) des te meer op.Het eindigt allemaal met Gerard Cox die zeeziek over de reling van zijn droomboot hangt. We weten hoe hij zich voelt." Jann Ruyters in 'Trouw' van donderdag 14 juni 2001: "(...) Het scenario van 'De vriendschap' werd geschreven door Nouschka van Brakel en Edwin de Vries en de lolligheden omtrent oudere lijven en jongere harten hebben wel wat weg van wat er zoal te horen is in de gemiddelde Nederlandse sitcom waaraan zowel De Vries als Cox regelmatig hun bijdrage leveren. De schrijvers streefden wellicht baanbrekende romantiek voor mensen op leeftijd na, maar blijven hangen in banaliteiten (...) Vanaf de eerste beelden is 'De vriendschap' vergeefs op zoek naar de juiste toon. Die wordt niet gevonden in de opgewekte Hollywood-musical-muziek die Gijs' terugkeer in zijn geboortestad knullig begeleidt, niet in gratuite trucage als Pieters overleden vrouw vanuit de hemel tot hem spreekt, en nog minder in de wending aan het slot waarin de lol plots een ernstige ondertoon krijgt. Dat aan deze oninteressante vriendschap toch een film is gewijd, is te danken aan de inmiddels beruchte cv-constructie die het investeren in film aantrekkelijk maakt voor particuliere investeerders. Doel van die regeling was het scheppen van een vruchtbaar Nederlands filmklimaat: hoe meer films, hoe meer kans op artistieke voltreffers. Jammer dat een oude bekende als Van Brakel zich nu juist heeft ingezet voor het zompige moeras dat die paar bloemen omringt." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' d.d. donderdag 14 juni 2001: "(...) Van Brakel haalt van alles overhoop. Ze doorbreekt het realisme (dode vrouw levert vanuit de hemel commentaar), er zitten comedy-elementen in ('Lik me reet is ook een wals', luidt Pieters motto) en ook een achtervolging ontbreekt niet. (...) De ambities van Noucka van Brakel zijn loos. De Vriendschap is plat en voorspelaar. (...) De regie heeft iets weg van een mislukte face-lift. De wens om vlot te zijn, dringt zich nadrukkelijk op: de film schiet postmodern tussen diverse genres heen en weer en maakt soms aardige versnellingen, dank zij de montere montage van Edgar Burcksen. Na die eerste indruk springen de weggedrukte plooien en rimpels in het oog: oubollige dialogen, cliché-beelden en een behoefte om met aplomb kwesties te behandelen (bejaardenseks) die halverwege de vorige eeuw als taboe golden maar inmiddels tot op het bot zijn afgekloven. Wat rest is de vraag waarom dit scenario tot celluloid werd gepromoveerd. (...) Het zal toch niet zo zijn dat de vriendenfilm er alleen maar kwam omdat de overheid een maatregel lanceerde die investeerders in film fiscaal aantrakkelijk maakt zonder ingewikkelde vragen te stellen over zoiets ouderwets als inhoud en kwaliteit?" Producent Van Heijningen in een interview met Radio 1 over de vernietigende recensies die als gevolg hadden dat per voorstelling er gemiddeld slechts 4 bezoekers waren: "Het is een hetze tegen de Nederlandse film. 'De Vriendschap' is overdreven afgekraakt en dat heeft veel mensen afgeschrikt om er naar toe te gaan. De première was een groot succes, achthonderd mensen die hebben gelachen en gehuild." Gerard Cox in het 'Algemeen Dagblad' van 16 juni 2001 over de vernietigende recensies: "(...) Onontkoombaar word ik geconfronteerd met de eerste recensies in de avondkranten. Ze zijn van een onthutsende boosaardige lulligheid. Het Rotterdams Dagblad spant de kroon met een verhaal van ene Fritz (the Cat?) de Jong. (...) Wat mij betreft: zak in de stront, Fritz de Jong (...) de laatste dagen [heb ik] via de kritieken weer een prachtig kijkje mogen nemen in het adembenemende benepen zieltje van de Nederlandse filmjournalistiek. Voorlopig hoogtepunt? Het gekuip van filmnicht Goderie. (...) Ga gerust van de week naar DE VRIENDSCHAP. Als u zich niet heeft geamuseerd, krijgt u van mij uw geld terug." Nouchka van Brakel over de financiering, de negatieve recensies en het wegblijvende publiek in ‘HP/de Tijd’ van 28 juni 2001: “Matthijs van Heijningen en ik zagen de bui natuurlijk al hangen. We wisten van tevoren dat vijftigplussers moeilijk naar de bioscoop te krijgen zijn. Toch hebben we DE VRIENDSCHAP gemaakt. (…) De toon [van de recensies] is: de oude baasjes doen hun best. Maar hoofdrolspelers als Gerard Cox, Willem Nijholt en Pleuni Touw zijn toch nog steeds vitale acteurs. Wat is dat voor malle discriminatie. Daar ben ik nog het meest door geschokt. En volgens de kritiek behoor ik ineens tot een filmgeneratie die alleen tenenkrommende films heeft gemaakt met behulp van geldbeluste producenten en vriendjes in de subsidiecommissies. Woedend word ik daarvan. Waren de films van Marleen Gorris dan niks, was mijn VAN DE KOELE MEREN DES DOODS dan niet de moeite waard? (…) Ik wilde deze film al twintig jaar maken. Ik ben er erg blij mee. De muziek is niet goed. Het plan was eerst om ‘Staying alive’ van The Bee Gees te gebruiken. Maar die verdomden het om hun liedje af te staan aan een film die eindigt met euthanasie. (…) tijdens de montage heb ik gewerkt met iemand die geweldig enthousiast was. Lastig, vooral als je lang doorwerkt of moe bent; dan denk je: het zit wel goed. Tegenspraak is beter. (…) Ik neem ook de verantwoording voor het begin. Dat is te traag. (…) Gerard Cox is een goede acteur, waarom wordt die man niet vaker gevraagd voor de film? (…) Mijn financiering was al rond, ik kreeg er vanwege die regeling alleen wat extra geld bij. (…) Maar het is niet zo - zoals die Ronald Ockhuysen van de Volkskrant insinueert- dat ik alleen maar op geld belust ben. Hierdoor ben ik echt beledigd. Zo maak ik geen films, dat weet iedereen! En ik geef toe, vanwege zijn dikke sigaar en driedelige pak is daar moeilijk hoogte van te krijgen, maar zo werkt Mathijs van Heijningen ook niet. Wat hier heeft plaatsgevonden is een ordinaire privé-aanval op Mathijs en mij. Om te huilen eigenlijk. (…) [Over het afhaken van de distributeur:] Intern was besloten dat er voortaan alleen maar films voor een jong publiek zouden worden geprogrammeerd. (…) Toen voelde ik me pas echt gediscrimineerd. Een film klaar en geen distributeur omdat DE VRIENDSCHAP een ouwe-mensenfilm is. (…) Ik heb met deze film veel meer schijt gehad aan alles dan ooit. Maar het publiek komt niet en het zal me niet verbazen dat een carrière van 25 jaar even wordt afgerekend op deze ene film (…)” Ruud Bos in 'HP/de Tijd' van 13 juli 2001 in een ingezonden brief: "Het heeft veertig jaar (en meer dan twintig speelfilms) moeten duren voordat ik met naam en toenaam door de recensenten werd genoemd, weliswaar in negatieve zin, maar vooruit. (...) Pijn doet echter pas de opmerking van de regisseuse Nouchka van Brakel (...) Ik ga er vooralsnog van uit dat haar opmerking verkeerd is weergegeven." 1.834 bezoekers.
Première: 14 juni 2001 (12 bioscoopzalen)
K-120 minuten

2002


Naar de films uit 2000
Naar de films uit 2001
Naar de films uit 2003
Naar de films uit 2004
Terug naar de homepage



BILLY'S BAD
Hidde Simons

Met: Tim Ward (Billy Neuman), Jefferson Arca (Jack Neuman), Joëlke Sanderse (Iris), Kipley Wentz (Blue), Chip Bray (Yellow), Bill van Dijk (Mr Krause), Ruth Kulerman (Mmme Stravinsky), Miguel Narings (Clubber dude), Biellie-Dee Luewis (tough woman), Coen Wemers (tough man), Annelies Wielaard (nurse), Saskia Smit (waitress), Joe Hennes (coffeeshop owner)

Amerikaans-Nederlandse co-productie. Scenario: Jefferson Arca, Joggem Simons (concept). De niet bijster snuggere Amerikaan Billy Neuman is op de vlucht. De stemmen in zijn hoofd, die voor hem op de meest ongunstige momenten in menselijke gedaante verschijnen, drijven hem tot waanzin; diefstal, seksueel geweld en complete zelfdestructie zijn het gevolg. In een uiterste poging los te komen van zijn 'kwelgeesten', wendt hij zich tot zijn broer Jack in Amsterdam en smeekt hem om hulp. Het duurt niet lang voordat Billy het leven van zijn broer en diens vriendin Iris volledig op zijn kop heeft gezet. Zijn 'geklungel' leidt uiteindelijk zelfs tot de ontvoering van Jack en Iris. Op dat moment staat Billy voor de keus: het leven redden van zijn broer en de strijd aangaan met zijn kwelgeesten of werkeloos toezien hoe zij de wereld om hem heen ineen doen storten. De film is Engelstalig en Nederlands ondertiteld. Muziek: Toek Numan. Titelsong: Mathilde Santing. Geluid: Guy Amitai. Camera: Joost Rietdijk. Producent: Joggem Simons. Productiemaatschappij: J's Reality. Make up, hair: Natasja Paskas. De bedoeling was simpel: drie acteurs, vijf crewleden, één locatie en als script, slechts enkele verhaallijnen. De productie zou in handen vallen van Joggem Simons, zijn broer Hidde Simons zou de regie op zich nemen; er zou alleen gedraaid worden in Amsterdam en niet op film, maar digitaal. De kosten zouden nihil blijven en de geschatte draaiperiode besloeg twee weken. Het ideale productiescenario. Zo ging het echter niet. Na het uitwerken van het idee ontstond een script van maar liefst 120 pagina's. Het scenario ging uit van twintig locaties en een cast van tenminste elf sprekende rollen. Twee weken was wel erg optimistisch. Uiteindelijk namen de opnames zes weken in beslag, met medewerking van ten minste dertig man / vrouw van zowel Amerikaanse als Nederlandse afkomst. Op aanraden van Joost Rietdijk (camera), Orm Sobrino en Sander Cijsauw (beide geluid) werd er vervolgens gekozen voor opnames op Betacam SP in plaats van het draaien op een digitale camera. Dit om de kwaliteit van de film te waarborgen. Joggem Simons, de producent, is de broer van regisseur Hidde Simons. Joggem Simons (producent / concept) was, voordat hij J's Reality oprichtte voornamelijk werkzaam als freelance producer en editor voor uiteenlopende projecten. Hidde Simons (regie), zoon van documentairemaker Hans, studeerde in 1998 af als docent Drama aan de Hogeschool voor de Kunsten, faculteit Theater, in Arnhem. De Amerikaanse scenarist Jefferson Arca zorgde voor de Amerikaanse casting. Hij woonde in 1993 en 1994 in Amsterdam. Tim Ward (Billy Neuman) studeerde af aan The American Academy of the Dramatic Arts en speelde sindsdien in zowel theater als film producties en een aantal commercials. Tevens was hij meerdere malen te zien als stand-up comedian in New York, Californië en Amsterdam. Een week voor de opnamen werd de hoofdrolspeelster teruggestuurd naar Amerika, omdat ze zich gedroeg als een diva. Joëlke Sanders nam haar rol over. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 21 januari 2002: "Het scenario is niet het sterkste punt van de film, maar regie, camerawerk en acteren zijn adequaat, zodat van de tandem Simons in de toekomst meer verwacht mag worden." Robbert Blokland in 'de Filmkrant' van februari 2002: "Het aanstekelijk enthousiasme, alle capabele jonge krachten, alle 'celebrities'en alle liefdevolle goede bedoelingen ten spijt, ontstijgt BILLY'S BAD slechts een paar momenten het aimabele amateurgevoel dat de film voornamelijk oproept. Enkele scènes getruigen zeker van talent en inventivitei (met een pluim voor de uiterst koddige bijrol van musicalzangeres Biellie-Dee Leeuwis als potige vrouwelijke handlanger van Krause), maar vaker oogt het acteerwerk als schooltoneel. Hoewel ook in camerawerk, regie en montage zichtbaar is geprobeerd om zoveel mogelijk variatie aan te brengen, is het de filmmakers nauwelijks gelukt de talloze budget-beperkingen het hoofd te bieden. Zeker de paar scènes waarin seks een rol speelt, roepen te veel het krakkemikkige pornowerk in herinnering dat elke zaterdagnacht de commerciële kanalen vult." Officiële website: www.billysbad.com. Internationale première op het Moviepalooza Filmfestival in New York in september 2001. De film (op Betacam SP video) werd op maandag 21 en 28 januari, 11, 18 en 25 februari en 4, 11 en 18 maart 2002 vertoond in het Pompoen Theater in Amsterdam. Film begon om 20.15 uur.
Première: maandag 21 januari 2002 (Pompoen Theater-Amsterdam)
K-80 minuten

BRITNEY BABY - ONE MORE TIME
Ludi Boeken

met: Mark Borchardt (Regisseur Dude Schmitz), Mikel Schank, Angel Benton, Shannon Walker Williams

Amerikaans-Nederlands-Franse coproductie. Scenario: Jonathan Bourne. Kolderieke satire op de media. Regisseur Dude Schmitz krijgt de kans om wat geld te verdienen als hij van een lokaal televisiestation de opdracht krijgt om het tiener-popidool Britney Spears te interviewen. Het toeval wil dat hij direct daarna in een diner Robert Stephens ontmoet, een travestiet die (en dit is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal) de wereldwijde Britney Spears look alike competitie won. Voor regisseur Boeken was dit opmerkelijke gegeven de aanleiding om de film te maken. Schmitz besluit met behulp van Stephens een interview te faken. Stephens stemt toe, als ze hem later aan de echte Britney zullen voorstellen. Productie: Hungry Eye Lowland Beheer BV, Raphael Films, Cleem Calis. Sales: Hungry Eye Lowland Beheer BV. Camera: David Carr Brown. Editor: Sonja Schenk. Geluid: Mark Harris. Muziek: Brooke Wentz. Speelfilmdebuut van producent, documentairemaker en journalist Ludi Boeken. Vertoond op het International Film Festival Rotterdam op 26 januari 2002 om 19:30 uur in de Schouwburg grote zaal en op 28 en 29 januari en 1 februari 2002.
K-82 minuten

FOGBOUND
Ate de Jong

Met: Luke Perry (Bob), Ben Daniels (Leo), Orla Brady (Ann), Stella Tanner (Nanny Moses), Barbara Kamminga (Midwife), Birgit Klinge (Wet Nurse), Cindy Mulder (Twins Mother), Kevin Moore (Vicar), Susie Trayling (Governess), John Cater (Older Man 1), Morris Perry (Older Man 2), Jeroen Krabbé (Dr. Duff), Ali Hames (Gloria), Meg Kubota (Shiny), Daniella Isaacs (Annette 10 Years), Loïs De Jong (Girl At Party), Mike Walther (Boy 10 Years), Stephanie Leonidas (Annette 16 Years), Mea De Jong (Friend At Party), Elliott Jordan (Boy 16 Years), Stephen Critchlow (Speaker At Funeral)

Screenplay: Michael Lally & Ate de Jong. Drie mensen, een getrouwd stel en hun beste vriend, rijden door een prachtig berglandschap. Langzaam kruipt er een dichte mist tegen de berg op, die alles en iedereen in zich opslokt. Doorrijden zou zelfmoord betekenen. Het drietal stopt en wacht. Terwijl de avond en de mist donkerder worden, en de isolatie van de drie vrienden intenser, groeit de seksuele spanning en wordt de situatie gewelddadig. Eén van de drie zal de volgende ochtend niet halen. Producer: Angela Roessel. Associate Producers: Jeroen Krabbé & Edwin de Vries. Executive Producers: Robbert Aarts & Thomas Garvin. Casting: Abi Cohen. Music: Frank Fitzpatrick. Director Of Photography: Erwin Roodhart. Camera: Bastiaan Houtkoper. Production Designer: Ben van Os. Costume Designer: Dien Van Straalen. Editor: Nigel Galt. Muziek: Frank Fitzpatrick. Productiemaatschappij: Mulholland Pictures. Televisiemaatschappij: NCRV-tv. Sales: Intermedia Films. Distributie: RCV Film Distribution. FOGBOUND is de derde film uit de C.V. die tevens THE DISCOVERY OF HEAVEN en ENIGMA bevat. Regisseur Ate de Jong schreef samen met Michael Lally het scenario. Jeroen Krabbé en Edwin de Vries zijn associate-producers. Het budget bedroeg rond de tien miljoen gulden. De opnamen duurden 6 weken en vonden vanaf 10 januari 2001 plaats in de filmstudio van First Floor in Almere en in de Franse Alpen. Ook opnamen in het crematorium van Velsen-Driehuis. Engels gesproken, Nederlands ondertiteld. FOGBOUND is vrijwel helemaal in de studio opgenomen. Alleen de allereerste scène in de bergen en de allerlaatste zijn buiten opgenomen. Het werken met de mist was lastiger dan verwacht. Na tien minuten ombouwen, was de mist weg en moest er weer bijgepompt worden. Een fragment uit THE DISCOVERY OF HEAVEN is te zien op een tv-scherm in een abortus-kliniek. De film is opgedragen aan de vier crew baby's die geboren werden tijdens de opnamen en wordt afgesloten met familiekiekjes. Pieter Bots in 'Het Parool' van 21 augustus 2002: "De Jong probeert met allerlei bekentenissen de spanning steeds verder op te voeren, maar stupide uitweidingen en pathetisch spel wekken onbedoeld vooral de lachlust op. In hevig gestileerde decors van Greenaway-vormgever Ben van Os wordt onder meer een bizarre achttiende-eeuwse droom van de echtgenoot tot leven gewekt, die moet verklaren waarom hij geen kinderen wil. Ook andere flashbacks die van Fogbound een complex psychologisch steekspel moeten maken, werken averechts. Niet de dikke mist, maar het pretentieuze scenario ontneemt de kijker elk zicht op het drama." André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 21 augustus 2002: "De toon van al deze sequenties is zo verschillend, variërend van persiflages op soaps en psychiaters tot een pastiche op Dickens en erotisch bedoelde picareske avonturen, dat Fogbound maar geen eenheid wil worden. Eigenlijk had Fogbound gewoon een psychologisch drama kunnen zijn over een driehoeksverhouding, gezien ook de tussenkopjes 'hij', 'haar', en 'ik' waarmee De Jong de film structureert. Maar door de vele flashbacks valt de spanning die de onthulling van de geheime agenda's en verborgen verlangens van de drie hoofdpersonen had moeten oproepen, steeds weg. Daardoor strandt Fogbound in mistige pretenties." Ate de Jong werd op het Hollywood Film Festival in oktober 2002 twee keer genomineerd; voor Beste Film als voor Beste Europese film. Best Feature Film op het 5th International Panorama of Independent Filmmakers Thessaloniki in september 2003. Special mention of the jury op het Worldfest Houston Film Festival in mei 2004. 371 bezoekers.
Première: 22 augustus 2002 (Amsterdam - Calypso 1 en Het Ketelhuis, Eindhoven - Rembrandt 4, Nijmegen - LUX 3, Utrecht - Movies 2) 371 bezoekers
K-98 minuten

JA ZUSTER, NEE ZUSTER
Ook: GUEST HOUSE KLIVIA
Pieter Kramer

Met: Loes Luca (zuster Klivia), Paul R. Kooij (buurman Boordevol), Tjitske Reidinga (Jet), Waldemar Torenstra (Gerrit), Beppe Costa (ingenieur), Edo Brunner (Bertus), Lennart Vader (Bobby), Frits Lambrechts (opa), Olga Zuiderhoek (rechter), Paul de Leeuw (Wouter), Trudie Lute, Raymonde de Kuyper, Trudie de Jong (Trudie's), Arjan Ederveen (choreograaf), Pierre van Duijl (Griek), Guus Dam, Joep Onderdelinden (agenten), Ad Knippels (SRV wagen baas), Koos van der Knaap (griffier); Han van Eijck (zangstem Waldemar Torenstra)

Scenario: Frank Houtappels. Buurman Boordevol ergert zich mateloos aan het lawaai dat de bewoners van Rusthuis Klivia maken. Regelmatig sleept hij Zuster Klivia, Jet, de Ingenieur en Bertus en Bobby voor de rechter om ze het huis uit te zetten, maar steeds zijn ze hem te slim af. Met de komst van inbreker Gerrit keren zijn kansen. Zuster Klivia neemt hem op in haar rusthuis omdat hij beterschap belooft, maar als vervolgens bij Buurman Boordevol wordt ingebroken, is Gerrit de belangrijkste verdachte. Gerrit slaat op de vlucht en laat de bewoners van Rusthuis Klivia verslagen achter. Eén van de uitvindingen van de ingenieur zorgt ervoor dat buurman Boordevol van een verbitterde oude man verandert in een gastvrije, aardige buur. Ook de relatie met zijn oude vriend, Wouter, verandert hierdoor ingrijpend. Tot het moment waarop het magische middel is uitgewerkt en Buurman Boordevol weer in zijn oude rol dreigt te vervallen. Ondertussen is Gerrit dankzij Opa in Rusthuis Klivia wedergekeerd. Wat is buurman Boordevols volgende zet? Productie: Burny Bos voor Bos Bros. Zuster BV. Director of photography: Piotr Kukla. Componist/arrangeur: Raymund van Santen. Production designer: Vincent de Pater. Kostuumontwerpster: Monica Petit, Maartje Wevers. Make up: Leendert van Nimwegen. Montage: Elja de Lange. Choreografie: Suzy Blok. Waldemar Torenstra (1974) speelde Gerrits rol, maar zong hem niet, omdat hij door toneelbezigheden daarvoor geen tijd had. Hij playbackte de zangpartijen, die werden ingezongen door Han van Eijck, die velen zullen kennen van het eerste Big Brother-themalied 'Leef'. Verfilming van de gelijknamige tv-serie uit de jaren 1960. De serie, met in de hoofdrollen Hetty Blok, Leen Jongewaard en Wim Sonneveld, trok elke maand miljoenen kijkers en werd in 1967 onderscheiden met een Televizierring. Een deel van het succes was te danken aan de liedjes van componist Harry Bannink, zoals M'n opa, Wilt U een stekkie van de fuchsia, De kat van Ome Willem, Op de step en Bello. Het RO-theater uit Rotterdam bracht in 2000 Ja zuster, nee zuster met veel succes op de planken bracht. Frank Houtappels, die ook het toneelstuk op papier zette, schreef een volledig nieuw filmscenario. Net zoals op de planken geeft Loes Luca gestalte aan Zuster Klivia en speelt Paul Kooij Buurman Boordevol. De financiering van de film heeft geprofiteerd van de belastingvoordelen voor filminvesteerders. Met hulp van FINE BV werd de commanditaire vennootschap Ja Zuster Nee Zuster opgezet. Budget: 5 miljoen gulden, waarvan 4,4 CV financiering. De opnamen van de muzikale komedie Ja Zuster, Nee Zuster - met vele liedjes uit de tv-serie - waren gepland van zaterdag 8 september tot en met maandag 5 november 2001, voornamelijk in de studio op het Amsterdamse Stork-terrein. Zowel koningin Juliana (3d-foto in de rechtzaal) als prinses Beatrix met haar Willem Alexander (doop op tv en bezoek) komen in de film voor. De film speelt in 1967. Opmerkelijk is dat van deze musical ook een karaoke-versie wordt uitgebracht. 'Productiemaatschappij Bos Bros. en filmdistributeur Warner Bros. hebben op 16 augustus 2002 met het Nederlandse Rode Kruis een overeenkomst gesloten over het gebruik van het Rode Kruis-logo in de film 'Ja Zuster, Nee Zuster'. In de film wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het Rode Kruisteken op zusteruniformen, kleding, vlaggen en dergelijke. Het Nederlandse Rode Kruis had hiertegen bezwaar gemaakt omdat de functie van het teken, dat wereldwijd slachtoffers en hulpverleners beschermt, hierdoor wordt aangetast. De overeenkomst behelst dat de film in de originele versie wordt vertoond en voorafgegaan wordt door een filmpje dat het publiek informeert over het onjuiste gebruik van het Rode Kruisteken in de film. ,,De enige andere optie zou zijn de hele film opnieuw te maken'', aldus een woordvoerder van Warner Bros. ,,Het Rode Kruis besefte ook wel dat dat ondoenlijk zou zijn.'' In al het publiciteitsmateriaal wordt het rode kruis vervangen door een blauw kruis. De distributeur kan niet zeggen hoeveel geld er gemoeid is met het vervangen van de publiciteitscampagne. Het rode kruis is een internationaal beschermd teken dat in tijd van oorlog wordt gebruikt als symbool voor de bescherming van slachtoffers en hulpverleners. In tijd van vrede mag het embleem in Nederland alleen gebruikt worden door het Nederlandse Rode Kruis en door de Nederlandse overheid. Warner Bros. brengt de film uit in de Nederlandse bioscopen, de AVRO zal Ja Zuster, Nee Zuster als vierdelige serie uitzenden op tv. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 2 oktober 2002: "De theatervoorstelling leunde tegen camp aan, maar de filmmakers hebben alle remmen losgegooid en de film voorzien van een springlading seksuele toespelingen. ''Ik kom weinig mannen tegen die een mooi klokkenspel weten te waarderen,'' zegt buurman Boordevol (Paul R. Kooij) tegen de nichterige buurtkapper (Paul de Leeuw) als hij een oude klok komt bewonderen. Gelukkig zijn de grappen meestal subtieler. Ja zuster nee zuster leunt sterk op de artdirection. De Pater heeft zich uitgeleefd in een romantische reconstructie van een stedelijk jaren zestig-straatje. Het is het perfecte decor voor de musical die Kramer van Ja zuster nee zuster heeft gemaakt. Zoals het hoort in een musical doet het verhaaltje er nauwelijks toe. (…) Ja zuster nee zuster is een feestelijke film, die als camp de valkuil van de nostalgie omzeilt. Dat is prettig, maar de benadering heeft als nadeel dat de kijker op afstand blijft. Door de wagonlading ironie krijgt ontroering geen kans. Daarin zit het verschil met Jacques Demy's Les parapluies de Cherbourg, volgens eigen zeggen Kramers inspiratiebron. Bij die film stond een campy-vormgeving ontroering niet in de weg. Het maakt het verschil tussen een leuke film en een meesterwerk." Hans Beerekmap in 'NRC Handelsblad' van 2 oktober 2002: "De briesende Kooij, de van verliefdheid bibberende Reidinga, maar ook de voor de rol van de heilige Klivia in de wieg gelegde Loes Luca hadden best een nominatie voor een Gouden Kalf mogen krijgen, want hun opgave was hondsmoeilijk. De epaterende art direction van Vincent de Pater, het inventieve camerawerk van Piotr Kukla en de aanstekelijke choreografie van Suzy Blok plaatsen Ja zuster, nee zuster op het hoogste niveau van de Nederlandse films van dit jaar, ongeveer gelijk met Minoes." Top 20 bioscoopbezoeknoteringen: 4, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 9, 11, 14, 20, 16, 15, 16, 19, 18, 20, 19, 18. De film werd op woensdag 16 oktober 2002 bekroond met de Gouden Film (75.000 bezoekers) en op 24 oktober 2002 met de Platina Film (200.000 bezoekers). Totaal 441.130 bezoekers. Op 23 oktober 2002 ging de film in 13 Belgische steden in première. Na het enorme succes van de eerste Meezing Ja Zuster Nee Zuster tijdens de opening van het Cinekidfestival 2002, ging de Meezing Bioscoop de hele kerstvakantie de Meezing Ja Zuster Nee Zuster draaien. De voorstellingen waren van 21 tot en met 30 december 2002 om 14.00 uur in het Calypso Bellevue Cinerama Theater aan de Marnixstraat in Amsterdam. Bij de ingang kregen alle bezoekers een tasje met attributen krijgen, zoals een toetertje en een vlaggetje die men tijdens het meezingen kon gebruiken. Geselecteerd voor de officiële Competitie van het film festival van Berlijn in januari 2003; dong mee naar een Gouden Beer. Publieksprijs voor Beste Speelfilm op het 27ste International Lesbian & Gay Film Festival in San Francisco in juli 2003. De film won op 1 oktober 2003 twee prijzen bij het eerste Stimulans voor Succes Filmfonds: € 50.000,- voor de op twee na meest bezochte film uit het uitbrengjaar 2002 en € 75.000,- voor artistiek succes (vanwege deelname aan de officiële competitie van Berlin IFF). De bedragen zijn bestemd voor de ontwikkeling van nieuwe filmplannen. Ja Zuster, Nee Zuster werd door de Amerikaanse internetrecensent Harry Knowles begin 2005 betiteld als een van de vijf beste films van 2004. Knowles is bekend van de website www.aint-it-cool.news. De Nederlandse film wordt door de recensent omschreven als ‘een briljante musical’. Actrice Tjitske Reidinga, die in de film Jet speelt, werd geprezen om haar gelijkenis met Shirley MacLaine. Loes Luca (Zuster Klivia) werd door Knowles vergeleken met Lucille Ball. De Nederlandse musical ging in 2002 in première en is daarna te zien geweest in Rusland, Japan, Maleisië en Hongkong. In februari 2005 verscheen de productie, na een kleinschalige bioscooprelease, in Amerika op dvd. De eerste meezing-Ja zuster, nee zuster was op 4 september 2005 in de Stadsschouwburg van Velsen.
Première: 3 oktober 2002 (99 bioscoopzalen; later kwamen daar 3 kopieën bij) 471.271 bezoekers
K-101 minuten

LOENATIK DE MOEVIE
Ook: LOONIES
Bobby Eerhart

Met: Karen van Holst Pellekaan (Bep Brul), Martin van Waardenberg (Majoor Breederoo), Dick van den Toorn (Fats), Judith Bovenberg (Mevrouw de Haas), John Buijsman (Dokter Doolittle), Jacqueline Blom (Zuster Ten Hoeven), Walter Crommelin (Dr. Bomhoff), Ria Eimers (Zuster Hellemans), Adriaan Adriaanse (Aadje), Gijs Scholten van Aschat (Albert), Serge Henri Valcke (Butler Gert Joris), Piet Kamerman (Suppoost), Tanja Jess (Chantal), Annet Malherbe (Boerin), Duuk van Leeuwen (Henkie), Vincent Bijlo (Pastoor), Kasper van Kooten, Edwin Jonker, Marian Mudder (douanebeambte), Jack Monkau

Scenario: Karen van Holst Pellekaan, Martin van Waardenberg. In de psychiatrische kliniek 'Zonnedael' wonen vijf psychiatrische patiënten: Majoor Breederoo (een schizoïde persoonlijkheid die er van overtuigd is dat hij nog steeds majoor is in het Nederlandse leger), Bep Brul (een nymfomane romantica die zozeer in haar eigen persoonlijkheidsstoornis zit gevangen dat de realiteit haar meestal ontgaat en ze alles vertaalt naar romantiek), Fats (de in een rolstoel zittende, invaliditeit veinzende vreetzak), Mevrouw de Haas (psychopathisch, paranoia en kampend met een dwangmatig negatief zelfbeeld) en Dokter Doolittle (die manisch-depressief is en neigt te vluchten in zijn kinderlijke genegenheid voor dieren). Dit vrolijke zooitje ongeregeld moet noodgedwongen hun vertrouwde behuizing verruilen voor een ouderwetse, onpersoonlijke inrichting onder straffe leiding van een vreselijke verpleegster. Ze weten echter uit deze inrichting te ontsnappen en besluiten eigenhandig terug te lopen naar hun vertrouwde Zonnedael. Er volgt een confrontatie met de 'normale' buitenwereld en de vijf patiënten vallen door paniek en ruzie uit elkaar. Onafhankelijk van elkaar beleven ze alle vijf echter een avontuur dat direct met hun karakter en hun droom te maken heeft. Uiteindelijk besluiten ze toch voor elkaar en de vertrouwdheid van hun oude plek te kiezen. Ze hebben door hun avontuur geleerd om voor zichzelf op te komen en maken duidelijk dat ze nooit meer weg willen uit Zonnedael.Producenten: Volkert Struycken & Errol Nayci. Productiemaatschappij: Get Reel Productions. Cinematografie:Jules van den Steenhoven. Production Designer: Hubert Pouille. Muziek: Theo Nijland. Montage: Job ter Burg. Titelsong 'Wanneer gaan we weer naar huis' van Brigitte Kaandorp. Speelfilm gebaseerd op de gelijknamige VPRO-televisieserie. Opgenomen in augustus-oktober 2001 in Den Haag, Alkmaar, Roelofarendsveen, Best, Hoofddorp, Rotterdam, Spaarnwoude, Velsen, Almere, Spijkerboor, Oostknollendam en Amsterdam. Budget: 2,8 miljoen gulden/1,27 miljoen euro, waarvan 2,5 miljoen gulden CV-financiering. Aantal draaidagen: 25. Bij de verfilming is er voor gekozen om vooral de aandacht te geven aan Bep, de Majoor en Dr. Doolittle. De serie is meer op de humor gericht, de film meer op het gevoel; op romantiek en ontroering. Regisseur Bobby Eerhart verwoordt zijn visie op de film als volgt: “Loenatik, de Moevie, moet in mijn optiek geheel los worden gezien van de televisieserie. De personages hebben in de serie een eendimensionaal, stripachtig bestaan, in een vaste setting. In de film komen ze tot leven, doordat ze de wijde wereld in trekken, en in contact komen met de ‘normale’ werkelijkheid. Ondanks, of misschien dankzij hun gekte zijn de vijf ‘gekken’ herkenbare karakters, met wie de kijker zich op een onverwachte manier kan identificeren. Dat is ook wat mij aanspreekt in Loenatik, de Moevie. Het is een volwassen avonturenfilm voor de hele familie.” Een scène waarin een gek bruut wordt afgevoerd, haalde de film niet, omdat de producent hem te heftig vond. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 9 oktober 2002: "Loenatik, de moevie is het knotsgekke broertje van Ja zuster, nee zuster. Met hun prettig gestoorde personages, die met elkaar een familie vormen, vertonen de films een opmerkelijke overeenkomst. Loenatik, de moevie legt het in production value af tegen Ja zuster nee zuster, maar dat wordt goedgemaakt door de absurde dialogen: ''Zuster, zuster, niet huilen, dit is een plezierjacht." Pieter van Lierop in 'Utrechts Nieuwsblad' van 10 oktober 2002: "Het aardige van de film, net als van de serie, blijft dat het jeugdig publiek aan de ene kant onbekommerd mag lachen om alle maffe streken van de verknipte hoofdpersonages, terwijl tegelijkertijd ook compassie wordt opgewekt voor hun weinig benijdenswaardige geestesgesteldheid en situatie. Maar beslist het belangrijkste is dat het verhaal spannend en overzichtelijk wordt verteld, zelfs als het op zeker moment over vijf verschillende sporen gaat lopen." Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van Bio-Kinderrevalidatie werd op zondag 22 september 2002 een speciale voorstelling georganiseerd in Pathé Arena en in de bioscoop van het Emma Kinderziekenhuis AMC. Voor de film uitkwam verscheen al de uitgave 'Loenatik, ons boek' (ISBN 90-257-3134-1). Top 20 bioscoopbezoek-noteringen: 8, 7, 9, 10, 11, 15, 15, 18. 133.827 bezoekers. Op 9 oktober 2003 opnieuw in roulatie gebracht, terwijl de film ook al op video en dvd uit was. Officiële site: http://www.loenatik.nl.
Première: 10 oktober 2002 (47 bioscoopzalen) 148.550 bezoekers
K-90 minuten

MOONLIGHT
Paula van der Oest

Met: Laurien Van den Broeck (Claire), Hunter Bussemaker (Boy; jonge bolletjesslikker), Johan Leyssen (vader), Jemma Redgrave (moeder), Andrew Howard (bendeleider Curt), Stephen Tate (patiënt), Sarah Markianidis (studente), Emma Drews (Daphne), Valerie Scott (lerares), Aurélie Petrini (meisje met handicap), Jan Horsburgh, Ann Comfort (nonnen), Peter Riemens (fotograaf), Luc Schreiner (chauffeur), David Bustard, Elvir Sabanovic, Franck Sasonoff, Halina Reijn

Nederlands-Engels-Duits-Luxemburgse co-productie. Scenario: Carel Donck. Engels gesproken thriller. Hoofdpersonage is Claire, een tiener die in een chique buitenwijk vlakbij een vliegveld woont. Haar moeder is concertpianist, haar vader psychiater. Met beiden heeft ze een vrijwel emotieloze band. Op een dag vindt ze in de schuur een bebloede jongen van haar leeftijd. Hij is een jonge bolletjesslikker uit Afghanistan, neergeschoten na bewezen diensten, gebruikt als menselijk verpakkingsmateriaal. Claire besluit de jongen voor zichzelf te houden en verzorgt hem. Langzaam herstelt hij en ze worden verliefd. Als de grond onder hun voeten hen te heet wordt besluiten ze te vluchten. Opgejaagd door boeven leven ze hun leven in sneltreinvaart. Hoofd producent : Emjay Rechsteiner. Co-producenten: Jimmy de Brabant, Michael Cowan, Jason Piette, Michael Knobloch. Uitvoerend Producenten: San Fu Maltha, Dirk Jan Weijers. Camera: Guido van Gennep. Productie design: Harry Ammerlaan. Geluid: Piotr van Dijk. Geluid: Alain Goniva. Mixage: Piotr van Dijk. Editor: Sander Vos. Productiemaatschappij: Staccato Films. Televisiemaatschappij: VARA TV. Sales: Peppermint GmbH. Distributie : A-Film Distribution BV. Budget: 6,6 miljoen gulden, waarvan 5,9 via CV-financiering. Met Moonlight wil Van der Oest een statement maken over de huidige maatschappij. De manier waarop mensen met elkaar omgaan en de wijze waarop het kapitalistische systeem mensen behandelt die zogenaamd geen belang of waarde hebben. Engelstalige film, maar met weinig tekst. Voor het eerst vertoond op het Nederlands Film Festival op vrijdag 27-09-2002. Op 29 september 2002 werd de PAUZE Jongeren Award toegekend aan MOONLIGHT. De jury, die bestaat uit zeven jongeren in de leeftijd van 14 tot 19 jaar, omschrijft het centrale thema van de film als het in één klap volwassen worden van een onschuldig meisje. Ze prijst de film voor 'de enorm goede spanningsopbouw door het camerawerk en de muziek.' Op het European Cinema Festival in Lecce (Italië) kreeg MOONLIGHT in april 2003 de Student Jury Award. Geselecteerd voor de competitie van het filmfestival van Montréal in augustus 2003. Maandagavond 20 oktober 2003 op het Hollywood Film Festival uitgeroepen tot beste Europese film. De Vlaamse Laurien Van den Broeck won op 19 november 2003 op het Fort Lauderdale International Film Festival de Young Actor's Award. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 30 oktober 2002: "(...) In Moonlight schemert een uitstekende realistische film over drugskoeriertjes, maar de makers vonden dat kennelijk niet interessant genoeg. Ze maakten een film waarboven voortdurend het woord heftig zweeft. Het is geen vitale maar een gekunstelde heftigheid, die onberoerd laat. Jammer voor de Vlaamse Laurien van den Broeck, die voor haar prestatie genomineerd werd voor het Gouden Kalf, en Hunter Bussemaker, die door haar niet wordt weggespeeld." Rob van Scheers in 'Elsevier': "Raadselachtige plotwendingen duiden erop dat het hele avontuur zich afspeelt in het hoofd van het meisje. Verhaallijn kan na afloop aanleiding geven tot fel debat, en dat is ten slotte ook wat waard. Mooie rollen van Laurien van den Broeck (...) en debutant Hunter Bussemaker". Pieter van Lierop in 'Rotterdams Dagblad': "Moonlight mag dan nog zo mooi zijn gefilmd door Guido van Gennep en krachtig gespeeld door Laurien Van den Broek, het is bijna aanstootgevend wanneer volwassen kunstenaars - om hun eigen zwarte visie op het leven en de steeds wredere wereld uit te drukken - met zo'n vertroebelde blik naar kinderen gaan staan loeren. Echt een gênante film." 859 bezoekers. Het internationale succes van MOONLIGHT staat in contrast met de bescheiden bioscoop-uitbreng in Nederland. 'Nieuwe Revu' noemde MOONLIGHT "de meest onderschatte film van het jaar" en weet dit aan het tijdstip van release, tussen vier Nederlandse 'feelgood movies' in. De Thaise autoriteiten boycotten in februari 2004 de Nederlandse film Moonlight. Het drugsgebruik in de film stuitte de Thaise censuur ernstig tegen de borst. Producent E. Rechsteiner heeft in Bangkok naar aanleiding van de censuur een speciale persconferentie belegd om de film toe te lichten. Ten overstaan van de Thaise media probeerde Rechsteiner duidelijk te maken dat de film geenszins het gebruik van drugs propageert, maar juist gezien moet worden als een waarschuwing tegen het gebruik ervan. De Thaise censuur had eerder al een aantal scènes uit de film gehaald. ,,Alle tepels en de blowscènes waren er al uitgesneden'', licht een zegsvrouw van Staccato Films toe. ,,Voor de kijkers sloeg het verhaal op een gegeven moment nergens meer op. De kinderen lopen enige tijd stoned over straat, maar je begrijpt eigenlijk helemaal niet meer waarom ze nu eigenlijk zo raar doen.'' Voor de Thaise distributeur dreigt een strop omdat deze al aanzienlijk had geïnvesteerd in een groots opgezette advertentiecampagne. Deze richtte zich nadrukkelijk op de tieners. In antwoord op de persconferentie beloofde de Thaise censuur overigens een herkeuring. Beste Speelfilm op het Film Festival van Durango in Colorado (6 tot en met 14 maart 2004).
Première: 31 oktober 2002 (4 bioscoopzalen) 1.197 bezoekers
K-87 minuten (35mm)

OESTERS VAN NAM KEE
Ook: OYSTERS AT NAM KEE'S
Pollo de Pimentel

Met Egbert-Jan Weeber (Berry), Katja Schuurman (Thera, mysterieuze femme fatale), Edwin Jonker (De Laatste Mode), Johnny de Mol (Otto), Mohammed Chaara (Jamal), Guusje Eybers (moeder Berry), Hans Dagelet (vader Berry), Joost Claes (Rein, broer Berry), Sabri El Hamus (Driss), Stefan Jürgens (Duitse Ben), Laurie Reijs (Mirjam), Judy Doorman (moeder Thera), Cees Geel (kapper), Tourya Haoud (Marokkaans meisje 1), Dunya Kayama (Marokkaans meisje 2), Harry van Rijthoven (man in nachtclub), Joep van Deudekom (sleutelmaker), Yoka Verbeek (studente medicijnen), Dic van Duin (vader studente), Chris Tieleman (verpleegster 1), Elle van Rijn (vrouw vader), Flip Filz (dronken man), Barbara Sobels (baliemedewerkster), Wannie de Wijn (Frank Willis), Nazmiye Oral (Arzu), Tamar Avkapan (journalist), David Hollestelle (muzikant), Willem Voogd (Berry, 13 jaar), Kevin Horsman (Rein, 14 jaar)

Scenario: Hans de Wolf, naar de roman Oesters van Nam Kee van Kees van Beijnum. Het verhaal van een liefdesgeschiedenis die de jonge 18-jarige gymnasiast Berry (Egbert-Jan Weeber) beleeft met de iets oudere Thera (Katja Schuurman), danseres in een Amsterdamse nachtclub. Berry leidt een dubbelleven; hij houdt voor zijn licht criminele vrienden uit Amsterdam-West zorgvuldig verborgen dat hij eigenlijk uit het enige villastraatje in deze wijk afkomstig is; alleen Thera neemt hij volledig in vertrouwen. Wanneer hun liefde, geconsumeerd met oesters in restaurant Nam Kee, een hoogtepunt bereikt, verdwijnt ze plotseling uit het leven van Berry. De inmiddels diep gewortelde, maar nu onbeantwoorde liefde van Berry drijft hem tot wanhoop en hij zoekt zijn heil bij zijn oude vrienden. Als Berry Thera uiteindelijk weer terugvindt, volgt een even verrassende, als fatale apotheose. Muziek: Gerry Arling & Richard Cameron. Songs: 'Vanavond om kwart over zes ben ik vrij' van Willeke Alberti, 'Radar love' van The Golden earring. Geluid: Simone Galavazi. Camera: Danny Elsen. Montage: Peter Alderliesten. Art director: Minka Mooren. Kostuums: Mariella Kallenberg. Make up: Dorota Horonskaota. Robert Jan Westdijk was al bezig met het voortraject voor de verfilming, maar toen de kans kwam om PHILEINE ZEGT SORRY kwam, koos Westdijk daarvoor. Nam Kee is een klein Chinees restaurant aan de Zeedijk in Amsterdam. Daar werden ook opnamen gemaakt, net als op de Nieuwmarkt en in de John Lenno & Yoko Ono suite in het Hilton. Ook werden in club Velvet en op de 12de verdieping van een flat in het stadshart van Amstelveen opnamen gemaakt. Daarnaast in Frankrijk. Productie van Egmond Film and Television in samenwerking met de VARA en het Duitse Neue Impuls GmbH. De film met een budget van 4,4 miljoen gulden wordt voor een belangrijk deel (3,9 miljoen gulden) gefinancierd door Fine BV, de onderneming die het investeren in films makkelijk maakt door het, door de overheid ontworpen, belastingvoordeel-model. Met Ben & Jerry en Mon cheri reclame. Katja Schuurmans had een vetorecht in haar contract, maar daar heeft ze slechts in zeer geringe mate gebruik van gemaakt. Bovendien hadden de wijzigingen slechts met spelscènes te maken en niet met de seks in de film. Tijdens testvoorstellingen onder jongeren bleken velen van hen te vinden dat er te veel seks in de film zat. Vooral Marokkaanse meisjes hadden hier problemen mee. En omdat jongeren, net als bij Costa!, toch de belangrijkste doelgroep van de film vormen, is besloten de seksscènes minder expliciet te maken. Halina Reijn in CJP magazine van augustus/september 2002: . "Ik ken de regisseur, Pollo de Pimentel, en ik dacht dat het helemaal goed zat. Katja doet het vast goed, maar ik was wel even geshockeerd. Ik heb er met haar over gesproken. Ze wil het gewoon proberen, ook al is ze geen geschoolde actrice. Katja heeft zelfkennis. Ik heb wel eens een soapactrice horen zeggen dat het haar doel is Ophelia te spelen in Hamlet. Die weet echt niet waar ze het over heeft. (…) Maar waar het om gaat, is dat we tijdens een screentest van Oesters Van Nam Kee niet opkunnen tegen iemand die goed verkoopbaar is. Tegenwoordig is bekendheid een middel om goeie rollen te krijgen." Katja Schuurman wilde tot september 2002 nooit naakt in 'Playboy', maar als Thera ging ze voor het blad wel uit de kleren. Gawie Keyser in 'De Groene Amsterdammer' van 31 augustus 2002: "(…) Het cultureel moment lijkt regisseur Pollo de Pimentel steeds te ontwijken. Hij citeert vrijelijk uit een aantal belangrijke Amerikaanse films [WILD AT HEART, TRUE ROMANCE, NATURAL BORN KILLERS] maar het blijft allemaal oppervlakkig en gespeend van alle plezier. (…)"Jos van der Burg in 'Het Parool' van 4 september 2002: "Oesters van Nam Kee had een rauwe film moeten zijn over de blinde passie van een jongen, die voor zijn naïviteit keihard wordt gestraft. Daarvoor is nodig dat we kunnen geloven in de relatie van Thera en Berry, maar dat is niet het geval. Schuurman gaat uit de kleren, maar ze had ze net zo goed aan kunnen houden, want tot verwoestende passie komt het nooit. De scènes in een nachtclub, waarin Schuurman met een witte pruik op rond een paal kronkelt, doen denken aan het optreden van Elisabeth Berkley in Paul Verhoevens Showgirls. Schuurmans probleem is dat ze een tamelijk expressieloze actrice is. Hoeveel close-ups de makers er ook tegenaan gooien, emoties roept het niet op. Dat Berry's vriendenclubje, onder wie Johnny de Mol, de kijker de meeste lol bezorgen, zegt voldoende over de zwakte van de hoofdpersonen. Dat Oesters van Nam Kee een tamme film is, is ook te wijten aan de makers. Producenten Hans de Weers en Hans de Wolf - De Wolf schreef ook het scenario - lijken anders dan de makers van Turks fruit vooral bezorgd te zijn geweest of alles in het nette bleef. Oesters van Nam Kee is een verkapte familiefilm. Braaf entertainment voor jongeren, die hun ouders mee willen nemen naar de bioscoop." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 4 september 2002: "Wat een kruising had moeten worden tussen Turks fruit en Ik ook van jou lijkt meer uit te komen halverwege Vals licht en Wilde harten. Het scenario wil maar niet van het papier loskomen. Zowel het milieu van de Amsterdamse gymnasiast (Weeber) als dat van de 'wiebeldanseres' (Schuurman) lijkt niet op enige hoofdstedelijke realiteit. De vergelijking met de televisiefilm van Gerrard Verhage naar Van Beijnums eveneens autobiografische Dichter op de Zeedijk maakt duidelijk dat het niet aan de schrijver ligt. Waarom de jongen zo hardnekkig blijft geloven dat het veel oudere en wijzere meisje iets in hem ziet, wordt in dit script niet duidelijk, evenmin als haar fascinatie voor een lul van een Duitse (jawel!) fotograaf. En dan heeft ze ook nog last van epilepsie, dat een Turks fruit-achtig einde doet vermoeden, maar de hele ziekte blijkt geen enkele dramatische betekenis te hebben, evenmin als de aanwezigheid van drie 'slechte vrienden' van de hoofdpersoon. Tekstbehandeling was in Baantjer ook altijd al een probleem, maar bij onervaren acteurs als Schuurman en Weeber wordt de eveneens ontoereikende regie in combinatie met de krakkemikkige dialogen echt pijnlijk. Schuurman neemt in paniek haar toevlucht tot een nep-Goois accent en spreekt tegen de jongen, die ze ooit twee duivelsoortjes opzette, de in potentie klassieke regels: ,,Je kan me beter haeten, Diaeblo!'' In een door commerciële jongens van het kaliber Johan Nijenhuis opgezette publieksfilm Costa! was Schuurman gewoon wat ze was: een redelijk zinvol gebruikte ster met weinig tekst en een sterke lichamelijke présence. Gejaagd door de winst zit bij Oesters van Nam Kee iedereen in het verkeerde schuitje: kunstzinnige filmproducenten proberen de commerciële markt te begrijpen, huren de verkeerde regisseur in en laten de sterren verzuipen in niet waar gemaakte ambities. Misschien dat de eerste week nog wel veel mensen Katja bloot willen zien, maar het zou me verbazen als de film echt aan zijn eigen doelstellingen zou voldoen: geld verdienen en toch deftig blijven. Mag het nu eindelijk eens afgelopen zijn met die goudkoorts in de Nederlandse filmindustrie?" Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 5 september 2002: " Scenarioschrijver Hans de Wolf, tevens mededirecteur van producent Egmond Film, benadrukt in de filmversie van Kees van Beijnums roman de obsessieve verliefdheid. Berry's blik is nog nauwer dan in het boek. De Wolf schrapte verwijzingen naar Berry's jeugd en vooral ook naar de milieus van de personen om hem heen, of hij bracht ze terug tot clichés. Thera is niet langer een kakmeisje uit Haarlem, op de vlucht voor een leven als dat van haar snobistische moeder, ze is nu gewoon de dochter van een tuttebol. En Berry's vrienden zijn geen pillen slikkende, hufterige domkoppen, maar innemende schoffies. In de film is Otto (Johnny de Mol) een joch dat altijd op bezoek zou mogen komen om zijn verhalen te vertellen. In de roman is het al onaangenaam als hij langsloopt. (…)Oesters van Nam Kee, voorzien van een obligate knipoog naar Turks Fruit, lijdt aan schizofrenie. Er wordt gegokt op een jong publiek, maar tegelijkertijd overheerst de angst het te bont te maken. De seks is impliciet, de rauwe werkelijkheid van Amsterdam-West lijkt nog het meest op een dorpsbraderie. Wat overblijft is een cast met bravoure, met voorop Weeber, vreemd dubbelzinnig als fobische schlemiel. De inspanningen zijn vergeefs, het blijft allemaal buitenkant. Er is geen acteur te vinden die in dit holle scenario enig leven had kunnen blazen." Met een opbrengst van 315.482 euro goed voor een tweede plaats in de top 20 in de eerste speelweek. Overige noteringen: 3, 4, 5, 9, 15. Op 30 september 2002 kreeg de film 'De Gouden Film uitgereikt (75.000 bezoekers). Totaal 143.407 bezoekers. Officiële website: www.oestersdefilm.nl.
Première: 5 september 2002 (88 bioscopen) 143.614 bezoekers
K-117 minuten

PIETJE BELL
ook: PETER BELL
Maria Peters

met: Quinten Schram (Pietje Bell), Felix Strategier (vader Bell), Angela Groothuizen (moeder Bell), Katja Herbers (Martha Bell), Marjan Luif (tante Cato), Arjan Ederveen (drogist Geelman), Stijn Westenend (Jozef Geelman), Rick Engelkes (Paul Velinga), Frensch de Groot (Sproet), Sjoerd Metz (Peentje), Jordy Mul (Engeltje), Serge Price (Kees), Nicky Burger (Jaap), Roef Ragas (Sproets vader), Sytske van der Ster (Sproets moeder), Valerie Pos (zusje Sproet), Jack Wouterse (Klok), René van 't Hof (Teun), Willem Nijholt (krantenmagnaat Stark), Herman Vinck (eindredacteur), Wilfried de Jong (distributeur van Dijk), Leo Hogenboom (aandeelhouder), Peter Oosthoek (commissaris), Frans van Deursen (agent), Jan Ad Adolfsen, Roy van Breemen (verslaggevers), Joop Doderer (oude man #1), Ger van de Grijn (oude man #2), Jan Munter (oude man #3), Lennart van Egmond (krantenjongen), Cecile Heuer (mevrouw Slieper), Stephan van der Walle (eierboer), Wil van der Meer (kruidenier), Laus Steenbeeke (lastige klant), René Eljon (arme man), Lola Mooij (dochtertje arme man), Wimmie Wilhelm (arme vrouw), Rob van de Meeberg (pastoor), Bram van der Vlugt (Sinterklaas), Emilie Pos (arm meisje), Dorien Folkers (zieke moeder), Jamie van de Meer (arm zoontje), Pieter de Walle (straatmuzikant), Tanneke Hartzuiker (danseres), Joep Truyen (jongetje in tram), Micha Hulshof (zeeverkenner), Circus Roncalli (circus), René Retel (man met hoed), Scarlet Tummers, Rutger Tummers (kinderen van man met hoed), Chiara Tissen (verpleegster), Mieke Mink (oude vrouw in ziekenhuis), Patrick de Loor (kapper), Dhr. Van der Wal (tambour Maître), Bert Geurkink (steward), Mark van der Laan (agent #2), Peer Swinkel (agent #3), Henny Vrienten (muzikant); commentaarstem bioscoop: Reinder van der Naalt

Het verhaal van de film is gebaseerd op de eerste vijf delen van de beroemde achtdelige serie boeken van Chris van Abcoude over het Rotterdamse straatschoffie. Pietje Bell weet als geen ander de stad op stelten te zetten met zijn dwaze avonturen. Dat is de reden dat hij steeds de voorpagina van de krant haalt. Sommige spreken er schande van, maar anderen vinden hem een held. Zoals zijn vriendje Sproet. Jozef Geelman, de zoon van de drogist, is Pietjes grootste vijand. Dat hij heimelijk verliefd is op Martha, de zus van Pietje, is voor hem geen beletsel om Pietje voortdurend dwars te zitten. Dan doet de depressie zijn intrede. Ook vader Bell krijgt het financieel moeilijk. Pietje doet allerlei pogingen om geld te verdienen. Hij vindt een baantje als krantenjongen en organiseert een eigen circusvoorstelling. Helaas gaat dit circus in rook op. Hij slaat op de vlucht en komt per ongeluk op het spoor van een echte dievenbende. Maar niemand wil Pietje geloven. Er verschijnen nare stukken over Pietje in de krant ('Het Laatste Nieuws'). Zelfs zijn bese vriend Sproet keert zich tegen hem. Pietje wil wraak nemen op de krant die voortdurend jacht op hem maakt. Hij besluit onzichtbaar te worden. Vanaf nu krijgen ze te maken met de bende van De Zwarte Hand. Camera: Hein Groot. Kostuums: Bernadette Corstens. Production designer: Bénedict Schillemans. Art director: Wilbert van Dorp. Geluid: René van den Berg. Montage: Ot Louw. Muziek: Henny Vrienten. Producent: Shooting Star Filmcompany, KRO, Filmpool Köln. Songs o.a. door Frederique Spigt, Fay Lovsky en Daniël Lohues. De opnamen startten op maandag 18 februari 2002 en vonden behalve in Nederland (o.a. Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Delft, Dordrecht, De Efteling in Kaatsheuvel) plaats in België (Korenlei te Gent, Brugge) en Duitsland. In Duitsland werd in een studio een gedeelte van de Zeppelin nagebouwd. Budget: 13,8 miljoen gulden, waarvan 10,2 via cv-financiering. Op de videoband van KRUIMELTJE stond een oproep voor kinderen die in aanmerking wilden komen voor een rol in PIETJE BELL. Die leverde 1200 reacties op, waarvan een twintigtal een sprekende rol kreeg. De hoofdrol ging naar de 9-jarige zoon van de regisseur en de producent, die bleek de beste. Maria Peters daarover in 'Het Parool' van zaterdag 20 december 2003: "Zelf hoopten we dat het een ander kindje zou worden. Maar hij deed het fantastisch. Op weg naar huis na de audities, zei ik 'Het spijt me heel erg, maar jij bent wel de beste'. We hebben er een wel een paar nachtjes over geslapen. En veel gepraat. Dat ik zijn moeder was, maar straks ook zijn regisseuse. En stel je voor dat het allemaal misgaat. Dan hoor je de critici al roepen: ze moest toch zo nodig haar eigen zoontje hebben?" Voor de verfilming zijn de eerste vijf van de acht boeken gebruikt. Pietje in de film is niet 6 zoals in het eerste boek, maar meteen 9. Toegevoegd is een liefdesrelatie tussen de zus van Pietje en Jozef Geelman, de zoon van de drogist, die Pietje steeds dwarszit. De film bevat archiefbeelden van de Zeppelin. Chris Buur in 'de Filmkrant' van november 2002: "(…)Peters is in Pietje Bell duidelijk op zoek gegaan naar een andere toon [dan KRUIMELTJE] en vond die in een mix van stoere-jongensavontuurlijkheid en een zweempje ironie. En maakte daarmee een veel en veel betere film. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan het verbazingwekkend grappige spel van hoofdrolspeler Quinten Schram, die met een aanstekelijk balorige mimiek Bells verontwaardiging en pesterige plezier weet over te brengen en diens oneliners er met natuurlijke flair uitkrijgt. Zo'n jochie kan een film dragen. De uitstekende cast helpt hem daarbij.(…)" Jos van der Burg in 'Het Parool' van 13 november 2002: "De film wordt spannend als Pietje Bell bij toeval in aanraking komt met echte criminelen, maar dan is hij al over de helft. Peters heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt; ze bewandelt veel zijpaden. De film gaat over vriendschap en loyaliteit, maar de makers lijken soms meer geïnteresseerd in de journalistiek. De concurrentie tussen twee kranten krijgt veel aandacht; ook de journalistieke ethiek komt ruim aan bod. Zelfs krantenmagnaat William Randolph Hearst wordt opgevoerd. De ontknoping van de film speelt zich in zijn zeppelin af. Pietje Bell is een niet al te koersvaste film, maar er valt genoeg plezier aan te beleven. De sfeer is wat oubollig, maar de casting is uitstekend, met geestige bijrollen van onder anderen Arjan Ederveen als Pietje Bells boze buurman en Marjan Luif als oude, verzuurde tante." Belinda van de Graaf in 'Trouw' van 14 november 2002: "Het zijn in de kern leuke karakters, die humorloze drogist en die schuimbekkende schoolmeester, maar veel meer dan karikaturen kunnen het niet worden, aangezien een hele stoet personages en verwikkelingen wacht. (...) Vijf Chris van Abkoude-boeken op een hoop. Dat doen we toch ook niet met Annie M.G. Schmidt?" Pieter van Lierop in 'Haagsche Courant': "Zo zijn er wel meer zwaktes aan te wijzen in het aanvankelijk nogal zwalkende scenario, maar het grappige fenomeen doet zich voor dat je over de kleine bezwaren wordt heengetrokken zuiver door de energie en het elan van het buitengewoon expressieve jongetje dat de hoofdrol speelt. Zonder te veel om te kijken, wil je graag met hem verder. Quinten is beter dan de kinderen die Abeltje en Kruimeltje hebben gespeeld. Zijn regisserende moeder en producerende vader hebben dus veel aan hem te danken." Voorafgaand aan Pietje Bell wordt de korte animatiefilm De olifant en de slak vertoond, van Christa Moesker. De film is gebaseerd op een verhaal van Toon Tellegen. Muziek & compositie: Fay Lovsky. Producent: Petra Goedings. Lengte: 6 minuten 26 seconden. Officiële website: www.pietjebell.nl. Bij uitgeverij Kluitman verscheen 'Pietje Bell Filmeditie'; met 16 pagina’s kleurenfoto’s van de film (ISBN 90 206 2102 5 / € 12,95). Ook een 'sticker en ansichtkaartenboek' was te koop. Op zondag 17 november 2002 vestigde de film een record: de meeste bezoekersop een openingsdag van een Nederlands gesproken film ooit. Met een box office van 207 499 euro en 47.812 bezoekers werd Pietje Bell na RED DRAGON en XXX de derde best bezochte film van het weekeinde. In slechts 7 dagen werden al 75.000 bezoekers gehaald. Platina film op 14 december 2002. Bioscoop top 20 noteringen: 3, 3, 3, 2, 3, 3, 3, 3, 5, 6, 7, 7, 8, 11, 11, 12, 15. 680.328 bezoekers. Pietje Bell werd op 1 oktober 2003 uitgeroepen tot winnaar van het eerste Stimulans voor Succes Filmfonds; ontving € 100.000,- voor meest succesvolle film van in 2002 uitgebrachte films gemeten naar bioscoopbezoek. Het bedrag is bestemd voor de ontwikkeling van nieuwe filmplannen. Gouden Kalf Beste Production design: Benedict Schillemans. De dvd en video van de film Pietje Bell kwam uit op 19 november 2003. Midden december waren er al meer dan 100.000 exemplaren verkocht. Met dit aantal heeft de film een officiële platina-award van de NVPI verdiend.
Première: zondag 17 november 2002 (125 bioscoopzalen; later kwamen daar 11 kopieën bij; in de 12de week nog in 126 bioscoopzalen) 1.008.765 bezoekers
K-110 minuten

RANA'S WEDDING : JERUSALEM, ANOTHER DAY
Ook: HUWELIJK VAN RANA
Hany Abu-Assad

met: Clara Khoury (Rana), Khalifa Nafour, Ismael Dabbag, Georgina Asfour, Zuher Fahoum

Palestijns-Nederlandse co-productie. Scenario: Ihab Lamey, Liana Badr. Rana's Wedding volgt een dag uit het leven van een jonge Palestijnse vrouw in Jeruzalem. Vroeg in de ochtend verlaat Rana haar ouderlijke huis om op zoek te gaan naar haar verboden liefde Khalil. Rana's vader heeft haar een keuze voorgelegd: of ze gaat om vier uur `s middags mee naar Egypte, of ze kiest uit een lijst haar toekomstige echtgenoot. Rana wil echte liefde en poogt nog diezelfde dag haar huwelijk met Khalil tot stand te brengen en vooral haar vader te overtuigen. Met lange scènes richt het verhaal zich vooral op de gevoelswereld van Rana die zich tijdens haar `missie' steeds meer bewust wordt van de bizarre omgeving. Op de dag dat zij `een huis wil bouwen', breken militairen letterlijk huizen af. Producent: Bero Beyer. Camera: Brigit Hillenius. Geluid: Mark Wessner. Mixage: Peter Flamman. Editor: Denise Janzée. Muziek: Mariecke van der Linden, Bashar Abd' Rabbou. Productiemaatschappij: Augustus Film. Distributie: Nederlands Filmmuseum Distributie. De Nederlands-Palestijnse regisseur Abu-Assad, die sinds de jaren '80 in Nederland werkt en woont maakte met Rana's Wedding zijn tweede speelfilm. Hoofdrolspeelster is de 25-jarige Palestijnse actrice Clara Khoury, die met haar speelfilmdebuut de Award voor Beste Actrice in de wacht sleepte op het Marrakech Film Festival. Rana's Wedding heeft meer vrouwelijke elementen: de Palestijns/Nederlandse crew bestaat voor een groot deel uit vrouwelijke medewerkers, waaronder de cameravrouw, casting director en editor. Rana's Wedding kwam tot stand in een bijzondere co-productie. De film werd bijna geheel gefinancierd door het Palestijnse Ministerie van Cultuur, en gedraaid door een Nederlands-Palestijnse crew op locatie in Oost-Jeruzalem en Rammallah, enkele dagen voor de Israëlische invallen eind 2001, begin 2002. Na de inval van het Israëlische leger in de Palestijnse gebieden zijn veel van de in de film gebruikte locaties weggevaagd, waaronder de vestiging van het Palestijnse Filmfonds, dat RANA’S WEDDING produceerde. Met deze film wil de uit Palestina afkomstige regisseur duidelijk maken dat de dagelijkse dreiging in de door Israël bezette gebieden vaak gewoner is dan normale dingen als liefde en huwelijk. Rashid Masharawi weigerde de regie van deze film, omdat de film werd gefinancierd door islamitische belangengroepen. RANA’S WEDDING ging in wereldpremière tijdens het filmfestival van Cannes 2002. De film maakte deel uit van het Semaine Internationale de la Critique-programma. Op 22 september 2002 ontving Clara Khoury tijdens het Marrakech Fim Festival in Marokko de Best Actress Award. RANA’S WEDDING was tevens de slotfilm van het Nederlands Film Festival 2002, daar was de eerste besloten voorstelling op zondag 29 september 2002. De Nederlandse openbare première was op woensdag 2 oktober 2002. Op het Cairo International Film Festival kreeg de film in oktober 'The Acclaim of Critics'. Tijdens het 24e Festival International du Cinéma Méditterranéen in Montpellier (oktober/november) 2002 ontving de film de L’Antigone d’Or 2002 de la Ville de Montpellier (Voor de heldere stijl en de sterke beeldtaal. Met een speciale vermelding voor de acteerprestaties van hoofdrolspeelster Clara Khoury; Een geldbedrag van € 15.000 waarvan € 6.000 voor de regisseur en € 9.000 voor de Franse distributeur.), La Prix de la Critique – Caisse d’Epargne Languedoc-Roussillon (Voor de originaliteit en het universele onderwerp, en de wijze waarop hij dit heeft uitgewerk; Een geldbedrag van € 2.000 voor Hany Abu-Assad.) en Le Prix des Etudiants du CROUS (Een geldbedrag van € 1500 voor Hany Abu-Assad). Hany Abu-Assad kreeg in juni 2003 in New York de Nestor Almandros Award for Courage in filmmaking. Hij kreeg de prijs (5.000 dollar) van het New York & London Human Right Watch Film Festival voor zijn laatste twee films: RANA'S WEDDING en Ford Transit, die allebei in Israël werden opgenomen onder moeilijke omstandigheden. In juli 2003 kreeg hij de Audience Prize op het Otranto-festival in Italië. In november 2003 kreeg de film de Golden Anchor Award 'Best film' op het Haifa 19th international Film Festival (Israël). Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 6 augustus 2003: "(...)Langs de lijnen van een los geweven scenario heeft regisseur Abu-Assad voor zichzelf de mogelijkheid gecreëerd veel semi-documentair gefilmde grensovergangen, wegversperringen en straatbeelden uit Oost-Jeruzalem en Ramallah, op de bezette westelijke Jordaanoever, in zijn film te verwerken.(...)"
Première: 7 augustus 2003 (Filmmuseum Cinerama, Amsterdam; Haags Filmhuis; Lux, Nijmegen).
K-90 minuten

SAUVAGE INNOCENCE
Philippe Garrel

met: Medhi Belhaj Kacem, Julia Faure, Michel Subor, Jérôme Huguet, Zsuzsanna Varkonyi

Frans-Nederlandse co-productie. Scenario: Philippe Garrel, Arlette Langman, Marc Cholodenko. De jonge filmmaker François Mauge heeft zijn vrouw en belangrijkste actrice verloren doordat ze stierf aan een overdosis drugs. Om het verdriet te verwerken schrijft hij er een scenario over dat hij onder de titel Sauvage innocence wil verfilmen. Maar hij heeft nog geen geld en geen hoofdrolspeelster. Als hij in een nieuwe vriendin, Lucie, zijn hoofdrolspeelster ziet, wordt de noodzaak om de film te maken steeds dwingender. De louche zakenman Chas zegt hem het geld te kunnen geven, maar vraagt om een zeer cynische tegenprestatie: Mauge moet een grote hoeveelheid drugs over de grens smokkelen. De film kan gemaakt worden, maar de zogenaamde anti-drugsfilm is door het drugsgeld geboren onder een slecht gesternte. Als de crew zich naar Amsterdam verplaatst, is de geschiedenis gedoemd zich te herhalen. Lucie speelt niet alleen de verslaafde vriendin, dankzij de giften van Chas is ze het ook. Productie: Why Not Productions, Pascal Caucheteux, The Kasander Film Company. Sales: Wild Bunch. Distributie: Paradiso Filmed Entertainment. Camera: Raoul Coutard. Editor: Françoise Collin. Geluid: Alexandre Abrard. Vertoond op het International Film Festival Rotterdam op 28 januari 2002 om 22.00 uur in de Schouwburg grote zaal en op 30 en 31 januari en 1 februari 2002.
ZW-125 minuten

SNAPSHOTS
ook: THE HERMIT OF AMSTERDAM
Rudolf van den Berg

met: Burt Reynolds (Larry Goldberg), Carmen Chaplin (Aïsha), Julie Christie (Narma), Pierre Bokma (Max Meyer), Jonathan Ryland (Paddy), Angela Groothuizen (Rose), Saeed Jaffrey (Ibrahim), Aus Greidanus Jr. (Tim), Kees Hulst (Karel), Kim van Kooten (Betty), Eric Michael Cole (Larry - 30 years), Jemima Rooper (Narma - 20 years), Mok David Tse (Banker), Essalfi Abdelghafar El Khattabi (Man In The Bus), Chip Bray (Priest), Chagal van den Berg (Girl In The Bookshop), Gioia van den Berg (Berber Girl), Jack Wouterse (Thug), Angelique de Bruin (Waitress), Tijn Docter (Shy Boy), Josh Meyers (Boy 1), Rob Piourde (Boy 2), Brendan Hunt (Boy 3), Rudolf van den Berg (Postman), Hiromi Tojo (Japanese Tourist), Jeroen Koolbergen (Mr. Cardozo), Marieke de Boer (Young Bride), Valerie Valentine (Restaurant Customer), Pierre Spengler (Potential Customer), Jerusha Geelhoed (Journalist), Myriam Lucia (German Junky), Nichola Aigner (Politieagente), Frank Feys (Politieagent), Mark Rietman

Engels-Nederlandse co-productie. Scenario: Rudolf van den Berg, Michael O'Loughlin. Larry Goldberg is de eigenaar van een winkeltje in tweedehands boeken, hartje Amsterdam. Dertig jaar geleden kwam hij als hippie voor een weekend naar het 'magisch centrum' en bleef hangen. Hij is een ongeschoren Amerikaanse spraakwaterval van middelbare leeftijd, wijs, belezen en oergeestig.Een zonderling die overal een antwoord op heeft, een kluizenaar ('hermit') aan de gracht. Als echter op een dag het prachtige, jonge Amerikaanse meisje Aïsha zijn winkel binnenwandelt, begint Larry serieus te twijfelen aan de zin van zijn huidige bestaan. De bizarre relatie die tussen het tweetal ontstaat vormt de kern van het verhaal. In Larry's verleden schuilt een verloren liefde, en de herinneringen hieraan komen heftig boven, omdat Aïsha zo op Larry's Marokkaanse aanbedene van vroeger lijkt... In en rond Larry's boekhandeltje spelen zich diverse criminele en komische activiteiten af. Zo is daar Paddy, Larry's assistent, die in duistere zaakjes lijkt verwikkeld. En Max Meyer, een meedogenloze onroerend-goed magnaat, die zijn hebzucht op onverwachte wijze zal moeten bezuren. De boekhandel wordt bezocht door merkwaardige bezoekers waaronder Rose een gemoedelijke, oer-Amsterdamse dame uit het Leven, waar Larry troost bij vindt. Producent: Pierre Spengler. Associate producer: Jim Hajicosta, Quinn Donoghue. Regie-assistent: Anne van Dongen. Camera: Gábor Szabó. Geluid: Marcel De Hoogd. Montage:Kant Pan. Art direction: Michel De Graaf, Minka Mooren. Production design: Roland De Groot, Benedict Schillemans. Production management: Eric Fierstein, Jos van der Linden, Gerrit Martijn. Kleding: Sabine Snijders. Casting: Carol L. Dudley.Muziek: Natascha Atlas, Oum Kolsoum, Bob Zimmerman. Productiemaatschappij: Cadenza Films. Televisiemaatschappij: AVRO-tv. Distributie: A-Film Distribution BV. De film is Engelstalig en wordt Nederlands ondertiteld, maar de crew bestaat voornamelijk uit Nederlanders. Opgenomen op diverse plekken in het centrum van Amsterdam op locatie en in de NOB studio in Almere. Van maandag 8 januari 2001 tot en met vrijdag 12 januari werden aan de Amsterdamse Oudezijds Voorburgwal opnamen gemaakt. Het gedeelte van nummer 187 tot en met 199 veranderde voor de opnamen in een bouwval. Burt Reynolds speelde kort na elkaar in twee Nederlandse films, naast SNAPSHOTS ook in THE HOLLYWOOD SIGN. In 1965 speelde Julie Christie samen met Geraldine Chaplin in DR. ZHIVAGO van David Lean. Zesendertig jaar later speelt ze samen met Carmen Chaplin (een andere telg uit de Chaplin-dynastie, in dit geval een kleindochter van Charlie) in SNAPSHOTS. Anouk die op de continuïteit lette, heeft haar werk niet goed gedaan, want het stikt van de continuïteitsfouten. Ook de tijdsbalk loopt niet geheel goed; oude telefooncellen uit de jaren 1960 worden afgewisseld met internet. Opvallende New York Pizza, Olympus en Agfa reclame. Rudolf van den Berg wilde Dustin Hofman voor de hoofdrol en was niet blij met Burt Reynolds, die de rol naar zich toetrok en totaal veranderde ten opzichte van wat in het scenario stond, maar het alternatief was dat Reynolds bij kritiek zou opstappen en dan zou de film niet voltooid kunnen worden. Pieter Bots in 'Het Parool' van woensdag 28 augustus 2002: "Het scenario springt heen en weer tussen Nederland, Los Angeles en flashbacks in Marokko, en hangt met plakbandjes aan elkaar. Geen enkel cliché wordt geschuwd, en de film bereikt een dieptepunt als Aisha in pikant bedoelde scènes haar eigen ik wil ontdekken door naaktfoto's van zichzelf te maken. Van den Berg mocht dan wel werken met Julie Christie en Burt Reynolds en Nederlanders als Pierre Bokma en Angela Groothuizen (in een klein rolletje), maar op Carmen Chaplin (de kleindochter van) na heeft niemand eer in zijn werk gelegd. Snapshots werd gemaakt dankzij de cv-investeringsmaatregel voor particuliere beleggers. Het zoveelste bewijs dat deze financieringsregeling behalve een handvol aardige films en veel werkgelegenheid, ook veel kwaads heeft aangericht." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 28 augustus 2002: "Het is moeilijk te achterhalen wat voor film Snapshots (voorheen The Hermit of Amsterdam) had moeten worden in de ogen van regisseur Rudolf van den Berg, die samen met Michael O'Loughlin het scenario schreef. Nu is het op z'n best een weemoedige romance, die humoristische en spannende verwikkelingen naar de zijlijn schuift. Misschien is het niet erg dat de toeschouwer na de lange en nadrukkelijk sfeervolle exposé de lijntjes alvast aan elkaar knoopt. Heden en verleden zijn wat dat betreft wat al te opzichtig door elkaar gemonteerd. (...) Alleen leuk voor Nederlands publiek: Angela Groothuizen speelt een hoer met een Pleunie Touw-pruik." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 29 augustus 2002: "(...) De luchtige plot leidt niet tot luchtig vermaak. In Snapshots wedijveren knarsende dialogen en pijnlijke metaforen om aandacht, met als dieptepunt de scène waarin de jonge Aïsha naaktfoto's van zichzelf maakt om haar eigen identiteit te ontdekken. Snapshots behoort tot het soort beroerde films dat tijdens het kijken mededogen opwekt. Het valt niet mee Pierre Bokma te zien spartelen als een parodie op een huisjesmelker, net zoals het belegen clichébeeld van Amsterdam - hasj en hoeren - treurig stemt. De hamvraag: is Van den Berg door deze bezigheidstherapie een beetje opgeknapt?" 114 bezoekers. Officiële website: http://firstlookmedia.com/films/snapshots/.
Première: 29 augustus 2002 (Amsterdam - Het Ketelhuis, Groningen - Camera, Nijmegen - LUX)
K-93 minuten

THE STONERAFT
ook: HET STENEN VLOT/LA BALSA DE PIEDRA
George Sluizer
met: Federico Luppi (Pedro), Gabino Diego (José), Iciar Bollain (Maria), Ana Padrao (Joana), Diogo Infante (Joaquin), Golfo the dog (Fiel), Antonia San Juan (minister Enriquez), Rebeca Tebar Goyanes (tollbooth girl), Manuel Galiana (prime minister Spain), Francisco Algora, James Michael Taylor, Sixto Kid, Guillermo Rivas, Maria d'Aires, Luis de Castro, Carlos Almeida, Simon Chandler, George Sluizer (press officer ECC), Barbara de Lema (television journalist), Andres Gago, Marques d'Arede, Rui Pisco, José Pires, Carlos da Silva, Raul Cano, Juan Marquez, Marta Mateus, Raul Fraire, José Luis Chavarria, Luis Maluenda, Fernando Ramallo, José Neto, Julio Velez, Eric Spaans (Dutch journalist), Jacobo Dicente, Pedro Miguel Martinez, Ramon Garcia
Nederlands-Spaans-Portugese co-productie. Scenario: Yvette Biro, George Sluizer, naar de roman van Nobelprijswinnaar José Saramago. Op zekere dag, na een aardbeving die door geen enkele seismograaf is geregistreerd, gaapt er plotseling een scheur in de aardkorst op de grens tussen Spanje en Frankrijk. Het Iberisch Schiereiland raakt op drift en zet na een aantal omzwervingen over de Atlantische Oceaan vastberaden koers naar het westen, als een gigantisch stenen vlot. Deze gebeurtenis heeft ingrijpende gevolgen op geopolitiek gebied, want de Noord-Amerikanen proberen het stuk land in te lijven dat, met zijn inwoners, voor Europa verloren is gegaan. Alleen het onwrikbare Gibraltar blijft eenzaam achter op zijn rots. Maar hoe vergaat het de drijvende bevolking? Spanjaarden en Portugezen worden ruw opgeschrikt uit hun gewone bestaan. Uit angst voor de dreigende gevaren langs de kust verlaten ze hun huizen en trekken ze het binnenland in, waar ze rusteloos blijven rond zwerven. Wanneer het vlot dan ook nog om zijn as begint te draaien, zodat de zon opkomt in wat ooit het westen was, zijn ze helemaal gedesoriënteerd. Toch zijn er voortekens geweest: een vrouw, Joana , tekende op een open plek in het bos een lijn op de grond die nooit meer zal worden uitgewist. Joaquim wierp een steen die eigenlijk geen mens zou kunnen tillen met een reusachtige boog door de lucht; José werd bij elke voetstap gevolgd door een enorme zwerm spreeuwen ; Pedro voelde in zijn afgelegen hoekje van Spanje de aarde beven en uit de handen van Maria ontspon zich een blauwe wollen draad waaraan nooit meer een einde kwam. Kennelijk hebben al die voortekenen één en hetzelfde doel: dat de personages elkaar ontmoeten en elkaar lief krijgen. Net als de andere nieuwe zwervers beginnen ook zij rond te trekken: drie mannen, twee vrouwen en een hond die door het toeval - of het lot - bij elkaar zijn gebracht. Zij reizen in een oude 2CV, tot ze door omstandigheden gedwongen hun intrek nemen in een woonwagen die wordt voortgetrokken door twee slecht bij elkaar passende paarden. In het groepje van vijf vormen zich paren, maar zelfs voor degene die overschiet zijn momenten van huiselijkheid weggelegd. En in de loop van hun zwervend bestaan ontdekken ze onverwachte raadsels in zichzelf - en de antwoorden daarop. Producent: George Sluizer (MGS Film). Uitvoerend producent: Anne Lordon. Producent Spanje: Fernando Bovaira. Producent Portugal: Luis Bordallo Silva. Production supervisor Nederland: Dirk Schreiner. Camera: Goert Giltaij. Art director: Felix Murcia. Kostuums: Jany Temime. Visual effects supervisor: Joris Sluizer. Geluid: Antonio Bloch. Editor: Jan Dop. Muziek: Henny Vrienten. Hondentrainer: Rafael Casado. Vogeltrainer: Guy Demazure. Opgenomen in Portugal (Alácer, Sintra) en Spanje (o.a. het atletiekstadion in Madrid, Asturias, Picos de Europa, Andalusië). De 500 spreeuwen zouden uit België komen, maar door de vroege zomer waren ze al naar het zuiden vertrokken, daarom werden 450 Afrikaanse merels genomen. José Saramago had vrede met de veranderingen voor de film. Zo stierf de oudste hoofdpersoon in het boek in Andalusië en in de film in de Pyreneeën. Spaans en Portugees gesproken en ook wat Nederlands en Pools (door de paus). Circa 12 miljoen gulden werd verkregen door een cv-constructie. De belangrijkste rollen worden door Spaanse (Iciar Bollain) en Portugese acteurs (Ana Padrao en Diogo Infante) gespeeld. De vijfde hoofdrol komt voor rekening van de Argentijn Federico Luppi. De Nederlandse inbreng bestaat uit cameraman Goert Giltay en muzikant Henny Vrienten. Joris Sluizer (zoon van de regisseur) is verantwoordelijk voor de speciale effecten en Anouk, dochter van de regisseur, maakt een documentaire over de totstandkoming van HET STENEN VLOT. Eric Spaans werkt voor 'HP/de Tijd' en kreeg tijdens een interview de vraag om een aanvankelijk Duits journalist te spelen. Pieter Bots in 'Het Parool' van 19 september 2002: "(...) film kabbelt voort zonder dat er noemenswaardige ontwikkelingen plaatsvinden, zodat hij een nogal vrijblijvende indruk maakt. En dat terwijl het verhaal duidelijk ook een politieke lading heeft: een pleidooi voor de onafhankelijkheid van de Iberische landen, en tegen de Europese eenwording. Alle politieke chaos en revolutie heeft Sluizer echter naar de achtergrond gedrukt. Wat rest zijn een stel weeë personages, obligate liefdes en mooie mediterrane landschappen." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 18 september 2002: "(...)Het stenen vlot is wél een van de beste Nederlandse films van het jaar, met kwaliteiten die in de buurt komen van The Discovery of Heaven. Ook Sluizers film is een niet-Nederlands gesproken, grootscheepse verfilming van een excentriek epos door een weliswaar Nederlandse, maar internationaal denkende regisseur. En zelfs zou je van beide kandidaten voor een Gouden Kalf (met het door de Belg Vincent Bal geregisseerde Minoes als voornaamste concurrent) kunnen zeggen dat het schrandere scenario knap, maar een beetje steriel in beeld is gezet. Cameraman Goert Giltaij, editor Jan Dop en componist Henny Vrienten hebben geprobeerd de toon licht te houden, maar ironie verbeelden is een lastige opgave. (...) Er valt veel te beleven, ook visueel, zoals wanneer de rots van Gibraltar is afgebrokkeld, en 's avonds verlicht komt langs gedobberd. Er zijn vele subtiele verwijzingen naar separatisme en integratie, naar sedentaire en nomadische beschavingen, naar de verschillen tussen Spaanse en Portugese cultuur. Het is bijna te veel om in een keer te bevatten wanneer je het boek niet gelezen hebt, maar gelukkig ligt het tempo niet zo hoog. Voor mensen die alleen naar Amerikaanse films kijken, is Het stenen vlot misschien zelfs te traag. Met een beetje steun van de jury in Utrecht kan zo'n rijke, zorgvuldige, allegorische en ontroerende film, waar de fiscale maatregelen van de Nederlandse regering nu eens een (Europees) cultureel doel dienden, wellicht toch nog een eigen publiek vinden." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 19 september 2002: "Het gebrek aan spanning maakt de zoektocht tot een langdradige exercitie, ook al heeft Sluizer wel degelijk iets te bieden; in technisch opzicht is La balsa de piedra, die totstandkwam dankzij de fiscale steunmaatregelen van de Nederlandse overheid, meer dan geslaagd. De fotografie (van het fotogenieke landschap) van Goert Giltay is fraai, de speciale effecten van Lukkien Digital Studios (eerder verantwoordelijk voor de post-productie van films als Abeltje en Minoes) effectief. Het resultaat is een sympathiek en sfeerrijk, maar afstandelijk en conflictloos sprookje. Voor de regisseur van Spoorloos - ook een internationale coproductie, ook een boekverfilming, ook een roadmovie - is dat niet genoeg." Voor zijn hele oeuvre, maar in het bijzonder voor HET STENEN VLOT, kende de Jury van het 22e Nederlands Film Festival de Speciale Juryprijs 2002 toe aan George Sluizer. Tijdens het internationale filmfestival van Fort Lauderdale in november 2002 kregen de vijf hoofdrolspelers de prijs voor het beste ensemble; daarnaast honorable mention best film en best director. Officiële site: http://www.stoneraft.nl.
Première: 19 september 2002 (6 bioscoopzalen)7.158 bezoekers
K-120 minuten

'N STUKJE HUMOR
Lennart Boorsma, Vincent Boorsma

Met: Vincent Boorsma (Student 1), Lennart Boorsma (Student 2), Albert Verlinde (Decaan), Maud Jurgens (Inge), Meta Pekelharing (Floor), Caroline Schipper (Sylvia), Huub Stapel (vader Gerard), Hiske van der Linden (moeder), Dirk Zeelenberg (Dirk Zeelenberg), Josefine van Asdonk (studente), Peer Mascini (Professor Ewald)

Scenario, productie en regie: Vincent Boorsma, Lennart Boorsma. Hoe gaat het eigenlijk met je studie? Laat ook maar. Twee studenten proberen met hun ongeïnteresseerdheid en botheid hun eigen falen te maskeren. Hun leven bestaat uit het vervelen van elkaar en hun naaste omgeving. Daarnaast hebben ze problemen met hun vriendinnen, ouders en studie. Komt er een omslag in hun leven of blijft alles zoals het is? Camera: Chiel Reemer. Art direction: Doro Dekker. Geluid: Maaike de Vries. Muziek van o.a. Birgit, Kosheen, Lasgo (Something) en Snowy white (Bird of paradise). Lennart Boorsma (Rotterdam, 4 februari 1978) en Vincent Boorsma (Waddinxveen, 18 februari 1978-augustus 2002) zijn neven van elkaar. Vertoond op het Nederlands Filmfestival op maandag 30-09-2002 om 18.00 uur in Camera en op woensdag 02-10-2002 om 22.15 in Studio. Officiële site: http://www.stukjehumor.nl.
K-81 minuten (video)

SWINGERS
Stephan Brenninkmeijer

Met: Joep Sertons (Timo), Ellen van der Koogh (Diana), Nienke Brinkhaus (Alexandra), Danny de Kok (Julian)

Scenario: Stephan Brenninkmeijer. Diana en Julian (dertigers) zijn al geruime tijd bij elkaar. Ondanks Diana's onzekerheid, stemt ze toch in om sexueel te experimenteren met een ander stel. Ze plaatsen hiervoor een advertentie op het internet waarop de ervaren Timo en Alex reageren. We volgen Diana en Julian hoe ze zich voorbereiden op de komst van Alex en Timo waarmee ze een weekend hebben gepland. Diana is nerveus. Zodra ze wordt geconfronteerd met de zelfverzekerde en sexy Alex, neemt diE onzekerheid alleen maar toe. Timo oogt nonchalant, wat in scherp contrast staat met het jongensachtige enthousiasme van Julian. Maar als de avond valt en hun sexuele ontdekkingstocht begint, zien we de verandering. En zo blijkt de volgende ochtend dat Swingen meer is dan sex alleen. Producenten: Roel Reiné , Stephan Brenninkmeijer. Camera: Ron Toekook . Geluid: Simone Galavazi, René de Kruijf, Ronald van der Spek. Mixage en muziek: Soundpalette, Vonk Sound. Editor: Moek de Groot. Productiemaatschappij: Rebel Filmproductions. Sales: Rebel Filmproductions. Distributie: A-Film Distribution BV. Budget van slechts 18.000 euro. De film werd opgenomen op digitale video en vervolgens opgeblazen tot 35 mm. Wat bezielt mensen die aan partnerruil doen of naar parenclubs gaan? Is het lust, macht of liefde? Zonder een oordeel te willen geven, maakte regisseur Brenninkmeyer een speelfilm over zogenaamde swingers, mensen die hun relatie met een dergelijke levensstijl willen verrijken. Swingers ging op 1 oktober 2002 in Utrecht in première (Rembrandt theater, zaal 1 om 19.30 uur) Daarvoor was hij al tijdens de Viva filmnacht te zien op 21-22 september 2002 te Rotterdam en op 28-29 september 2002 te Amsterdam. De film zou op 3 oktober 2002 landelijk uitkomen, maar werd uitgesteld omdat A-Film en het NFF de film eerst over een aantal festivals wilde laten lopen in het kader van publiciteit. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 26 februari 2003: "(...) De softpornoscènes, met bijbehorend wezenloos muziekje, garanderen de film in elk geval een toekomst als nachtfilm op de televisie. Toch is Swingers geen conventionele softpornofilm. Scenarist en regisseur Stephan Brenninkmeijer, die ervaring opdeed bij onder andere de soap Westenwind, is vooral geïnteresseerd in de relationele gevolgen van de ruilhandel. (...) Opdat we het goed begrijpen, staren ze allemaal op zijn minst één keer wezenloos in een spiegel. Swingers is een oerhollandse film, waarin seks vooral zwoegen en ploeteren is en na het vrijen het woord 'trusten' klinkt. Het is polderdrama dat in zijn knulligheid bijna knus wordt. Swingers is geen slagveld van seksuele lust, maar van onhandige seksuele experimenteerdrift. De naïviteit van de partnerruilers ('Ik vind dit niet leuk meer') roept eerder vertedering op dan emoties. Dat gevoel wekt ook de maker, want hij is even naïef als zijn personages. We kunnen het hem nauwelijks aanrekenen dat de film geen intelligente dialogen bevat, noch behoorlijke acteerprestaties en een goede beeldkwaliteit. Brenninkmeijer is een jochie dat met een klappertjespistool zwaait en heel hard pang roept." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 26 februari 2003: "(...) Tergend uitgebreid laat Brenninkmeijer de voorbereidingen zien, de toenaderingen, het diner, de sauna, het zwembad, voor het eindelijk zover is en de slaapkamer betreden wordt. Vooral de moeizame gesprekjes tussen de vier swingers zijn van een schrijnende onhandigheid die waarschijnlijk alleen door heel goede of heel onervaren acteurs bereikt kan worden; de eersten spelen het, de anderen voelen zich als acteur zo ongemakkelijk dat het op hun personage overslaat. Brenninkmeijer, regisseur van onder meer de televisieserie Westenwind, heeft iets gemaakt dat met geen film te vergelijken is. Hij heeft nergens wat van geleerd, en dat resulteert in een zeer eigenzinnig, merkwaardig product dat nu eens tenenkrommend en dan weer verbluffend is. Alleen de seksscènes stellen echt teleur, vooral omdat er veel meer vrouwelijk dan mannelijk bloot in is te zien. Maar de afgetraptheid van de seksuele fantasieën heeft weer datzelfde schokkend realistische als het spel." Willem Schouten in 'Sp!ts' van donderdag 27 februari 2003: "(...) zodra er echt gevreeën moet worden onstpoort SWINGERS. Sertons/Timo kan het allemaal niet aan en moet in een hemeltergende scène voor een badkamerspiegel, begeleid door gekreun van de rest een flesje parfum kapot knijpen. (...) Het idee van SWINGERS is leuk, de opzet aardig en Brenninkmeijer en zijn crew krijgen het ook nog voor elkaar om de seksscènes op een opwindende manier te filmen. Maar de valkuilen die er natuurlijk wel degelijk liggen op het pad van de vrije seks, worden op totaal ongeloofwaardige manier uitgewerkt. Om te overtuigen had dat toch echt beter gemoeten." De film raakte in Nederland in opspraak toen bioscoopketen Pathe de productie niet wilde vertonen omdat hij te pornografisch zou zijn. Uiteindelijk was de film in Nederland slechts te zien in een handvol arthouse-theaters. Er kwamen 577 betalende bezoekers op af. Gedraaid in 11 dagen. Brenninkmeijer, Sertons en Brinkhuis bewaren anno 2006 nog altijd goede herinneringen aan de film en het maken ervan. In Swingers worden onder meer een lesbische seksscene in een zwembad en een triootje getoond. Volgens regisseur Brenninkmeijer wordt de film echter nergens plat. 'We hebben juist geprobeerd de psychologische effecten van partnerruil te belichten,' stelt hij. 'Wat ik op een gemiddelde tv-avond op de commerciele zenders zie, is vele malen platter.' Nadat een Amerikaanse distributeur in 2002 op het filmfestival van Cannes had toegezegd de film uit te willen brengen, belandden de rechten van Swingers bij een adviseur van het Filmfonds. Deze liet het project echter versloffen. In 2004 nam producent Rebel Film het heft weer in eigen hand en met succes. Swingers werd twee jaar na zijn premiere alsnog aan het buitenland verkocht. De Duitse distributeur Atlas Film kocht de film aan en wil hem najaar 2004 uitbrengen in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Luxemburg. Officiële site: http://www.swingers-themovie.nl.
Première: 26 februari 2003 (3 bioscopen)
K-93 minuten/35mm

TICKET TO JERUSALEM
Rashid Masharawi

met: Ghassan Abbas, Areen Omary, George Ibrahim, Reeru Ilo

Palestijns-Nederlandse co-productie. Scenario: Rashid Masharawi. Een Palestijns echtpaar, Jaber en Sanah, wonen in het bezette gebied en proberen op hun eigen manier het beste van hun leven te maken. Jaber heeft een mobiele bioscoop waarmee hij overal op de West Bank films draait. Sanah werkt als vrijwilligster voor het Rode Kruis. Onder de spanningen van de oorlogssituatie op de West Bank probeert Jaber een bijna onmogelijke opdracht aan te nemen van de lerares Rabab. Zij vraagt hem een film te draaien in het oude stadsdeel van Jeruzalem. Jaber beseft dat het een riskante onderneming is, aangezien hij hiervoor geen toestemming heeft van de Israëlische autoriteiten. Ook de relatie tussen Jaber en Sanah wordt gespannen. Sanah heeft het gevoel dat Jaber niet alles vertelt over zijn motieven om naar Jeruzalem te gaan. Camera: Baudouin Koenig. De film is mede geproduceerd door Peter van Vogelpoel van Argus Film en tussen de technische credits zijn meer Nederlandse namen te vinden. Distributie: Upstream Pictures. TICKET TO JERUSALEM maakt zowel gebruik van documentaire beelden als van (na)gespeelde scènes. Pauline Kleijer in 'de Volkskrant' van 29 augustus 2002: "Vooral omdat deze Palestijnse gemeenschap door maar weinig regisseurs internationaal wordt vertegenwoordigd, is Masharawi's werk belangwekkend. Een groot filmmaker is hij echter niet. Net als zijn eerdere speelfilms kampt Ticket to Jerusalem met een rommelige montage, simplistische dialogen en bijzonder houterig acteerwerk. Het zijn onvolkomenheden waar met wat goede wil nog wel doorheen te kijken valt. Dat geldt niet voor de grove onevenwichtigheid van het scenario, waarin onbelangrijke zaken tot vervelens toe worden uitgelegd, terwijl belangrijker vragen onbeantwoord blijven. Daarmee verdwijnt uiteindelijk iedere zeggingskracht van een in potentie interessant verhaal." Jann Ruyters in 'Trouw' van 29 augustus 2002: "Een film volgens de regels van de naieve filmkunst met ietwat uitleggerige dialogen, weinig drama en veel oog voor alledaagse details. Een iets te eenvoudige film soms, maar wel een die je een inkijkje biedt in een wereld waarvan je de buitenkant dagelijks op tv voorbij ziet komen." Wereldpremière op 14 juni 2002 op de Documenta in Kassel. Silver Pyramid op het Cairo International Film Festival in oktober 2002.
Premiere: 29 augustus 2002 (Rialto, Amsterdam; t Hoogt, Utrecht; Haags Filmhuis)
K-85 minuten

TOM & THOMAS
ook: TOM EN THOMAS/TOM AND THOMAS
Esmé Lammers

Met: Aaron Johnson (Tom, Thomas), Ryan Nelson (double Tom, Thomas), Sean Bean (Paul Sheppar, Thomas' pleegvader), Inday Ba (pilote Celia), Bill Stewart (Finch), Sean Harris (Kevin), Derek de Lint (Mr. Bancroft), Geraldine James (Miss Tromp), Jonathan Schwerzmann (older boy), Romaine Fagin (funny boy), Victoria Hasted (Miss Hogan), Ravin J. Granatra (Mr. Bahiti), Anil Douglas (Bruce), Leagh Conwell (Harold), Doortje Peters (Debby), Mike Dowling (police officer 1), Kate Henry (police officer 2), Lou Landré (dress shop guard), David Eeles (custodian), Dawn Mastin (Thomas' aunt), Anita Wright (Thomas' grandmother), Christopher Ravenscroft (Frederick Lord), Racheal Joseph (Miss Tromp's collegue), Dave Calderhead (animal handler hangar), James Webber (co-pilot), Richard Messina (2nd co-pilot), Dorian McDonald (collegue police officer), Ray Graham (airline official), Tim Jones (horse groom), Gemma Johnson (stewardess), Craig Stokes (ambulance staff member), Stephen Smit (shop manager), Melvyn de Kom (animal handler cargo), Erwin Tasmania, Evrim Akyigit, Amanda Wolzak (visitors Mirror Maze); Nederlandse stemmen onder regie van Marty de Bruijn: Monique van de Ven (mevrouw Tromp/collega), Derek de Lint (meneer Bancroft), Peter Blok (Paul/vader), Danny de Munk (Kevin), Faziel Kasimberg (Peter), Tony Neef (meneer Bahiti), Ingeborg Wieten (mevrouw Hogan), Timber Fontijn (Bruce), Rick Nicolet (grootmoeder/tante Nellie), Philip Bolluyt (Frederick), Lou Landré (Bill), Sander van der Poel (jongen in eetzaal), Rik van Uffelen (Finch), Lascha ten Kate (Celia), Phil Rommy (Thomas)

Scenario: Esmé Lammers. De 9-jarige Thomas groeit op bij zijn pleegvader in Londen. Hij fantaseert regelmatig over Tom, die grimmige avonturen beleeft in een Instituut voor dakloze kinderen. Niemand gelooft Thomas, maar hij weet zeker dat Tom echt bestaat, want hij voelt vaak wat Tom beleeft. Op een dag bezoekt Thomas een spiegeldoolhof en daar staat hij inderdaad oog in oog met Tom. Vanaf dat moment willen de jongens niet meer zonder elkaar. De jongens wisselen vanaf dat moment regelmatig van identiteit. Thomas' vader mag niet van het bestaan van Tom weten en ze moeten ook nog eens het kindersmokkel-netwerk, waarvoor Tom op de vlucht is, ontmaskeren. De boeven komen Tom op het spoor en ze zien Thomas voor Tom aan. Tom staat nu voor de taak om in zijn eentje te voorkomen dat Thomas in de laadruimte van een vliegtuig het land wordt uitgesmokkeld. Producent: First Floor Features (Laurens Geels, Dick Maas). Gemaakt met steun van de Evangelische Omroep. Second unit director: Dick Maas. Camera: Marc Felperlaan. Art direction: Jelier & Schaaf. Montage: Bert Rijkelijkhuizen. Kostuums: Linda Bogers. Stunts: Willem de Beukelaer. Via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Totale kosten: 8 miljoen gulden. Zestig draaidagen. Half maart 2001 begonnen de opnamen in Engeland. Door de grootte, de romantische beelden rond kerst en de ouderwetse instituten die je kunt vergelijken met kostscholen werd voor Londen gekozen als opnamestad. Omdat de Engelse hoofdstad zo duur is, werden de buitenopnamen beperkt tot elf draaidagen (o.a. trappen van de Lambeth Embankment). De sneeuwopnamen werden gemaakt in Haarlem eind mei bij temperaturen van ongeveer 25 graden. Andere opnamen in Amsterdam (havengebied), Den Haag (Passage), Haarlem en Gent. Opvallende rol voor vliegtuigmaatschappij Transavia. Internationale cast: Sean Bean komt uit Sheffield (UK), Inday Ba uit Gotenburg (Zweden) en Derek de Lint uit Den Haag. Aaron Johnson (13 juni 1990) was eerder tot de laatste ronde in de race voor de hoofdrol in HARRY POTTER. Door het gebruik van splitscreen in combinatie met greenscreen kon Aaron beide rollen spelen. Om kerst-concurrentie met HARRY POTTER en MINOES te vermijden werd de film in januari 2002 uitgebracht. De film kwam uit in een originele Engelstalige versie met Nederlandse ondertitels en een Nederlands nagesynchroniseerde versie met stemmen van o.a. Monique van de Ven, Derek de Lint en Peter Blok. Het door Hans Kuyper en Esmé Lammers tot boek omgewerkte scenario van de film verscheen in boekvorm bij uitgeverij Leopold. De film ging in 53 bioscopen in de Nederlandse versie uit en in 2 in de originele versie. Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 23 januari 2002: "Anders dan Lang leve de koningin richt de film zich niet alleen op Nederland, maar ook op de internationale markt. De keuze heeft een ander soort film opgeleverd dan Lang leve de koningin: de fantasierijke benadering heeft plaatsgemaakt voor een grimmig realistische aanpak. (...) Tom & Thomas kun je opvatten als een pleidooi om de fantasie van kinderen serieus te nemen, maar de film wil vooral een spannend avontuur zijn, dat aan het einde voor jonge kinderen nogal eng is. Sterk verbeeld zijn de twee verschillende milieus waarin de tweeling leeft: Tom huist in een grauw en somber Dickensiaans Londen en Thomas leeft met zijn vader in een modern appartement met uitzicht over de Londense skyline. Naast de art direction is ook het camerawerk van Marc Felperlaan uitstekend. Dat de film toch niet overtuigt, is te wijten aan het knellende keurslijf waarin hij is geperst. Lammers en haar producenten hebben goed gekeken naar Hollywoodfilms, waaruit ze een flink aantal clichés hebben overgenomen. Tom & Thomas is een vakbekwame film, maar we missen de fantasierijkdom van Lang leve de koningin." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 23 januari 2002: "Hoewel de Londense locaties en het weeshuisgegeven zeer Engels zijn, lijkt Tom en Thomas toch meer op Kruimeltje dan op Harry Potter. Het is bekwaam gemaakt amusement voor niet al te veeleisende kinderen, dat alleen in de technische uitvoering hier en daar bevlogenheid doet vermoeden: een ingenieuze spiegelscène, een achtervolging aan boord van een vliegtuig. Van de charmante gekte van het scenario voor Lang leve de koningin! valt weinig meer te herkennen. Als het doel van de c.v.-constructie inderdaad industriepolitiek is, dan is het geld aan Tom en Thomas goed besteed, zij het vooral voor de buitenlandse markt, waar niemand zal vermoeden dat het een Nederlandse film betreft." Jann Ruyters in 'Trouw' van 24 januari 2002: "Vast om de drukte rond grote broer 'Harry Potter' en eigenzinnige zus 'Minoes' uit de weg te gaan, verschijnt de Engelstalige productie 'Tom en Thomas' van de Nederlandse Esmé Lammers nu iets voor de krokusvakantie in de Nederlandse bioscopen. (...) Lammers baarde zes jaar geleden opzien met 'Lang leve de koningin' en zo origineel en fantasievol als die film is deze niet. Daarbij is de film bijna alleen maar te zien in de moeizame Nederlandstalige nasynchronisatie met de stem van Monique van de Ven uit de mond van de Britse Geraldine James en een plat Haags accent bij de Londense Tom. Maar het blijft een lekkere fantasie, de dubbelgangersfantasie. Als niet meer dan een vakkundig gemaakte variant daarop is 'Tom en Thomas', zeker in de originele versie, toch ook een aardig en onderhoudend jongensavontuur." Bioscoop top 20 noteringen: 9, 13, 13, 13, 15, 18. Certificate of Excellence, International Live-Action Feature Film op het Chigago International Children Film Festival in oktober 2002. 53.013 bezoekers.
Première: 24 januari 2002 (55 bioscopen)
K-111 minuten

TUSSENLAND
ook: SLEEPING ROUGH/AMADOU
Eugenie Jansen

met: John Kon Kelei (Majok), Jan Munter (Jakob), Willem Smit (Koos), Ingeborg Uyt den Bogaard (Meiti), Deng Barac Atem (Gideon), Rok Rok (Simon), Miep Bos (Annie), Cynthia Abma (onderwijzeres), Reinier Bulder (boer), Rogier van de Weerd (boerenzoon), Paul Vlielander (vluchtelingenwerker), Yolanda Gordon, Angela Deng Barac, Mochir Awein Akol, Alom Gabriel Makur, Nezha Karim, Lharby Salah, A. Ceuleers, Sarah Errami, Elias Errami, Adual Thel, Henri Peterwia, Yoep Man, Eugene Heuvel, Rose Abang Rehan, Sabit Asholi, Dunya Sala, Shogi Lado, Adut Thel

Scenario: Helena van der Meulen. Tussen een mopperige oude Nederlander van een jaar of 80 en een jonge Soedanese vluchteling van 16 ontwikkelt zich een onwaarschijnlijke vriendschap. De jonge vluchteling zoekt een veilige plek, maar durft zich niet officieel aan te melden. Hij is bang dat hij hier niet mag blijven. De veteeraan is een man die teleurgesteld zijn dagen in eenzaamheid slijt.Productie: Waterland Film & TV (Wilant Boekelman, Jan van der Zanden). Sales: Waterland Film & TV. Distributie: A-Film Distribution. Camera: Adri Schrover. Editor: Danniel Danniel, Jessica de Koning. Geluid: Wib Nelissen. Muziek: Marcel Wierckx. De twee hoofdrollen worden gespeeld door debutanten in dit speelfilmdebuut van Eugenie Jansen. De stijl van de speelfilm is documentair. Jan Munter speelt zijn eerste hoofdrol, daarvoor was hij edelfigurant bij o.a. CISKE DE RAT (debuut), Baantjer, en JEZUS IS EEN PALESTIJN. John Kon Kelei (dan 19) is een Dinka-Soedanees (christelijke stam uit het zuiden van Soedan), die tijdens de opnamen verbleef in een asielzoekerscentrum in Gorinchem. Hij deserteerde uit het regeringsleger. De scènes waarin John tussen de Hollandse koeien zit, een vuurtje stookt met gedroogde mest en zijn tanden poetst met de as, waren zijn initiatief. Regisseuse Jansen heeft Kelei en Munter zo lang mogelijk apart gehouden om hun eerste ontmoeting zo spontaan mogelijk te laten lijken. TUSSENLAND bevat archiefbeelden. Afgevallen voor het 'No more heroes'-project, maar Van der Meulen ontwikkelde het scenario zelf verder binnen de stipendiumregeling van het Stimuleringsfonds. De film werd gemaakt als Telefilm, waardoor het budget van 900.000 gulden (No more heroes) naar 1,7 miljoen gulden ging. VPRO Tiger Award op het IFFR 2002 'vanwege de krachtige eenvoud waarmee de eenzaamheid van de hoofdrolspelers verteld wordt'. Special Jury Prize op het International Debut Film Festival 'Spirit of Fire'in Hanty-Mansiisks (Siberië) in januari 2003. Genomineerd voor een Rocky Award op het Banff Televisie Festival dat van 8 tot 13 juni 2003 in Canada plaats vond (39 landen zonden ruim 900 programma's in, waarvan er uiteindelijk 83 uit 17 landen werden genomineerd). Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 6 februari 2002: "Tussenland leunt sterk op de acteerprestatie van John Kon Kelei als de montere Majok en Jan Munter als eeuwige mopperaar Jacob. Beiden zijn non-professionele acteurs, wat bijdraagt aan de authenticiteit van het ingetogen drama. Vooral Munter is perfect gecast, omdat zijn gegroefde gezicht een bewogen leven verraadt. Dat Tussenland toch geen sublieme film is, komt door Helena van der Meulens nogal voorspelbare scenario, dat niet kan verhullen dat het voor een tv-film was bedoeld. Nederlands tv-drama over de multiculturele samenleving is altijd politiek correct en Tussenland vormt daarop geen uitzondering. Dat beide personages begrip voor elkaar krijgen, komt bepaald niet als een verrassing. Tussenland is een multiculturele wensdroom: als Nederland uitsluitend werd bevolkt door Jacobs en Majoks zou niemand in een 'tussenland' leven." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 6 februari 2002: "(...) een ongemakkelijke film, een sombere film ook. (...) Mooi en bitter zijn de scènes waarin Majok het oer-Hollandse landschap van koeien en weilanden in de film tot het zijne maakt. Hij melkt een koe, hij stookt een vuurtje van koeienvlaaien, hij poetst zijn tanden met de as. In deze scènes is het de makers gelukt met filmische middelen een kloof te overbruggen die in het echt meestal onoverbrugbaar blijft." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 7 februari 2002: "De precieze regie, en het barse spel van Munter (...) maken TUSSENLAND een te koesteren film, die meer dan drie zalen had verdiend." Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' van 7 februari 2002: "TUSSENLAND is - hoewel braaf en politiek correct - op zijn beste momenten een mooie kleine sfeervolle film. En Jansen weet haar niet professionele hoofdrolspelers de goede richting op te duwen. Maar de voorspelbaarheid en de soms wel erg stroperige verteltrant maken dat TUSSENLAND ook mindere kanten heeft." Vertoond op het International Film Festival Rotterdam op 26 januari 2002 om 20.00 uur in Pathé 5 en op 17, 29 januari en 2 februari 2002. TUSSENLAND werd op 27 april 2002 door de RVU uitgezonden. Op zaterdag 3 mei 2003 kreeg de film op het Europees Filmfestival van Brussel de Canvas TV Prijs voor beste film. Aan de prijs is een bedrag van 10.000 euro verbonden. Het scenario verscheen als deel 40 in de reeks 'Het Nederlands Scenario'. 3.713 bezoekers.
Première: 7 februari 2002 (3 bioscopen)
K/ZW-92 minuten

TWEELING, DE
Ook: TWIN SISTERS
Ben Sombogaart

met: Ellen Vogel (Lotte senior), Gudrun Okras (Anna senior), Thekla Reuten (jonge Lotte), Nadja Uhl (jonge Anna), Julia Koopmans (kleine Lotte), Sina Richardt (kleine Anna), Betty Schuurman (moeder Rockanje), Jaap Spijkers (vader Rockanje), Roman Knizka (Martin), Margarita Broich (Martha), Ingo Naujoks (Heinrich), Barbara Auer (gravin Falkenau), Jeroen Spitzenberger (David), Hans Somers (Bram), Hans Trentelman (meneer De Vries), Marieke van Leeuwen (mevrouw De Vries), Katrin Pollitt (Frau Stolz), Jean-Paul Maes (Herr Stolz), Markus Von Lingen (Bernd), Germain Wagner (pastoor Jacobsmeyer), Marco Lorenzini (vader Grosalie), Jan Horsburgh (moeder Grosalie), Pia Röver (Hannele), Monique Reuter (Liesl), Pieter Riemens (ambtenaar 1), Serge Tonnar (ambtenaar 2), Patrick Hastert (wachtcommandant), Harpert Michielsen, Yoeri van Dreumel, Arie Rustenburg (soldaten in tuin), Manfred-Paul Hänig (graaf Falkenau), Christian Kmiotek (zingende officier op feest), Manfred Tornelli (dansende officier op feest), Stephan Pritz, Francois Kwiatkowski, Michael Rasche, Helmut Kellner (officieren feest), Sascha Ley, Daniela Ebert, Petra-Lina Schulze (vrouwen in bus), Sophie Knijff (verpleegster kuuroord), Mieke de Groote (dokter), John van de Watering (passant), Frédéric Frenay (Vati), Michael "Indy" Whiting (Amerikaanse soldaat), Joseph Gudenburg (Gunther), Hans-Peter Leu (Hermann), Stéphan Koziak (oude Pool), Sascha Migge, Mike Tock, Olivier Deutsch (soldaten dansfeest)

Scenario: Marieke van der Pol. Script editors: Edwin de Vries, Hugo Heinen. Scenario gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Tessa de Loo. Het verhaal van de Duitse tweelingzusjes Lotte en Anna Bamberg die na de dood van hun ouders gescheiden opgroeien. Lotte verhuist naar een welgestelde Nederlandse familie en Anna blijft in Duitsland bij een arm gezin. Hun verschillende levens zorgen voor obstakels die groter zijn dan de band die ze altijd zijn blijven voelen. Anna trouwt met een SS-officier, die sneuvelt in de oorlog, terwijl Lottes Joodse verloofde David wordt vermoord in Auschwitz. Vijftig jaar na hun laatste, pijnlijke ontmoeting probeert Anna nog één keer in contact te komen met haar tweelingzus. Script- en montage adviezen: Olga Madsen, Ernie Tee. Camera: Piotr Kukla. Kostuumontwerp: Linda Bogers. Art direction: Joep Gerritsen. Montage: Herman P. Koerts. Muziek: Fons Merkies. Producenten: Anton Smit, Hanneke Niens. Uitvoerend producent: Madelon Veldhuizen. Uitvoering muziek: Metropole Orkest. Distributie RCV Film Distribution. Ondanks dat er bij meerdere omroepen belangstelling was voor het in 1993 verschenen boek heeft het tot 1998 geduurd voor de NCRV te kennen gaf het echt te willen doen. Tijdens het verder ontwikkelen van het script is toen besloten om van De Tweeling ook een speelfilm te maken. Het vinden van een Duitse coproducent is niet gelukt. Joop van den Ende heeft in de film geïnvesteerd. 'Het vertrekpunt in het boek is een toevallige ontmoeting van de twee zusters in een kuuroord in Spa. Daar blijkt waarom ze elkaar zo'n vijftig jaar lang niet meer hebben gezien. Vooral de 'Duitse' Anna heeft de behoefte haar verhaal aan haar 'Nederlandse' zuster Lotte te doen. Hun gesprekken worden voornamelijk gevoerd onder het genot van veel kopjes koffie en taartjes. Voor een film was een te statische setting. In de film is het Anna die Lotte bewust opzoekt in het kuuroord. Het filmverhaal start bij de tweeling als die 5 jaar is en laat al gauw zien hoe ze op wrede wijze uit elkaar worden gescheurd. Vervolgens wordt in chronologie het leven van de twee zussen, die in totaal verschillende werelden opgroeien, verteld. Daardoorheen duiken af en toe de twee oude dames in het heden op. Het bewerken van de bestseller van meer dan 400 pagina's tot een filmverhaal van ruim 2 uur kostte twee jaar. De Tweeling is in Nederland en Luxemburg opgenomen. Niet in Duitsland, omdat daar geen geld voor de productie vandaan kwam. Ben Sombogaart is opgevoed door ouders die door de oorlog een kind hebben verloren. De Nederlandse Ellen Vogel en Thekla Reuten vertolken het personage Lotte en de Duitse actrices Nadja Uhl en Gudrun Okras spelen Anna. Julia Koopmans en Sina Richardt vertolken de zusjes als kind. De 52 opnamedagen van de film, waarin deels Nederlands en deels Duits wordt gesproken, waren van februari tot half mei 2002 op diverse locaties in Nederland (Aerdenhout, Amsterdam - Kadijksplein, rondom café Pleinzicht -, Den Haag en Loosdrecht) en Luxemburg. Het pand Concordia aan de Nieuwezijds Voorburgwal ging door voor bioscoop. Thekla Reuten wilde aanvankelijk liever de rol van Anna, maar Ben Sombogaart wilde voor die rol een Duitse actrice. Alle Duitse rollen worden door Duitse acteurs gespeeld; voor authenticiteit en om de film gemakkelijker te kunnen verkopen. Tessa de Loo na het lezen van het script: "De vlammen sloegen me uit. Ik`dacht: dit mag niet, dit kan niet, hier moet iets gebeuren!" Na het doornemen van het script heeft zij zich niet verder met de film bemoeid. Haar reactie nadat zij de film twee keer zag: "Hij heeft een enorme intensiteit. De kijker wordt vanaf het begin in de kraag gegrepen en die greep verslapt geen moment. Er wordt goed geacteerd, de beelden zijn prachtig en de film ademt... allure." RCV Film Distribution zou de film De Tweeling in februari 2003 uitbrengen, maar door de gunstige persreacties werd dat vervroegd. Jos van der Burg in 'Het Parool'van 11 december 2002: " Hoe vertaal je een vuistdikke roman in een film? De makers hebben gekozen voor een kroniek-achtige opzet. Het is een begrijpelijk keuze, die echter wel als bezwaar heeft dat het lang duurt voordat de kijker emotioneel betrokken raakt bij Lotte en Anna. Pas als de oorlog de levens van beide vrouwen heeft verwoest, krijgt de film de juiste emotionele lading. De uitstekend acterende Thekla Reuten en Nadja Uhl maken voelbaar dat het tussen Lotte en Anna niet meer goed komt. (…) Ellen Vogel en Gudrun Okras maken als de bejaarde Lotte en Anna minder indruk. De tweeling laat zien hoe de oorlog ook de levens van overlevenden vernietigde. Interessant is de strekking dat het gedrag van mensen in oorlogstijd zich niet laat vatten in goed en fout." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 12 december 2002: "De culturele verschillen worden door Sombogaart nogal zwart-wit voorgesteld, maar dat contrast werkt in dramatisch opzicht zeer effectief. (...) De beste scènes in De Tweeling zijn de confrontaties van Anna en Lotte in de oorlogsjaren. Het samenspel van de beide vertolksters, Thekla Reuten en haar Duitse collega Nadja Uhl, bezit een onweerstaanbare aantrekkingskracht." Heleen Spanjaard in 'Margriet': "De Tweeling is een prachtig gemaakte en zeer ontroerende film. Het advies: neem een zakdoek mee is dit geval geen cliché. U zult 'm nodig hebben." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 11 december 2002: "Als de Nederlandse filmindustrie een bloeiend bestaan leidde, zou je blij zijn met een paar van zulke films per jaar. Nu dit soort films nog zeldzaam zijn, kun je je afvragen wat de zin is van het verdunnen van dikke boeken tot illustraties bij de plot van een roman." Marga van Wissenkerke in Amsterdams Stadblad: "Je hebt onzinfilms die al vervlogen zijn na de laatste aftitelingstekst. Je hebt ook goede films die je een heel stuk langer bijblijven. En je hebt meesterwerken die eindeloos beklijven. De tweeling kan zonder twijfel in de laatste categorie worden bijgeschreven." Bioscoop top 20 noteringen: 5, 5, 4, 4, 4, 4, 5, 5, 5, 6, 8, 8, 8, 10, 6, 10, 10, 9, 14, 16, 19, 15, 13, 15. Na het winnen van het Gouden Kalf kwam de film op 2 oktober 2003 weer in 21 bioscoopzalen terecht. Hitnoteringen: 18. Op donderdag 16 januari 2003 kreeg de film een Platina film (200.000 bezoekers). Totaal 249.504 bezoekers.Op maandag 30 december 2002 zond de NCRV 'The making of' van De Tweeling uit. Internet: http://www.detweelingfilm.nl. De rechten van de film zijn in mei 2003 aan de Amerikaanse distributeur Miramax verkocht. De film zal vanaf februari 2004 in de Amerikaanse bioscopen te zien. Nederlandse inzending voor de Academy Award in de categorie beste buitenlandse film. Genomineerd voor de European Film Awards 2003. De film werd genomineerd voor de PAUZE Award 2003, naar het gelijknamige jongerenblad. Op 1 oktober 2003 won de film € 75.000,- op het eerste Stimulans voor Succes Filmfonds voor de op één na meest succesvolle film, gemeten naar bioscoopbezoek. Het bedrag is bestemd voor de ontwikkeling van nieuwe filmplannen. Gouden Kalf 2003 voor Beste Speelfilm: Hanneke Niens en Anton Smit. Silver Frog Award 2003 voor Piotr Kukla voor de cinematografie van De Tweeling op het Camerimage festival in december 2003. Oscar nominatie in de categorie beste niet-Engelstalige film; daardoor kreeg de flm in 2004 75.000 euro als Stimulans voor Succes van het Filmfonds. In week 9 (week vanaf donderdag 26 februari) 2004 draaide de film daardoor weer in 37 bioscoopzalen.
Première: 12 december 2002 (67 kopieën; later kwam er nog 1 bij)/februari 2004 (rerelease) 760.777 bezoekers tot en met 2003
K-129 minuten

VALENTIN
Alejandro Agresti

Met: Rodrigo Noya (Valentin), Carmen Maura (moeder Abuela), Alejandro Agresti (vader), Julieta Cardinali (Leticia), Jean Pierre Noher (Tio Chiche), Mex Urtizberea (Rufo), Carlos Roffe (doctor), Lorenzo Quinteros (Hombre bar), Marina Clezer (Maestra), Stefano Di Gregorio (Roberto)

Nederlands-Argentijns-Frans-Spaans-Italiaanse co-productie. Scenario: Alejandro Agresti. Argentinië, begin jaren zestig. Het verhaal speelt in Buenos Aires in de jaren '60 en wordt verteld vanuit het perspectief van de negenjarige Valentin. Valentin woont bij zijn oude zieke oma sinds zijn moeder hem heeft verlaten toen hij drie jaar oud was. Zijn egocentrische vader (gespeeld door Agresti zelf) is altijd op zakenreis of op zoek naar een nieuwe vriendin, maar geen enkele relatie houdt stand. Dit tot grote teleurstelling van de eenzame jongen die wanhopig naar moederliefde verlangt. Zijn dromen, astronaut worden en een echte familie hebben, deelt hij met zijn vriend Rufo. Valentin is op zoek naar de waarheid rond de verdwijning van zijn moeder, maar de volwassenen willen niet over het verleden praten. Als zijn oma sterft, realiseert Valentin dat hij zelf op zoek moet gaan om antwoord te krijgen op zijn vragen. Producent: Laurens Geels. Camera: Jose Luis Cajaraville. Productie design: Floris Vos. Geluid: Fernando Soldevilla. Mixage: Eduardo Prus, Luuk Poels, Guy Amitai. Editor: Alejandro Brodersohn. Muziek: Paul M. van Brugge. Productiemaatschappij: First Floor Features. Producent: Laurens Geels. Sales: First Floor Features. Distributie: Cinemien Film & Video Distribution. Regisseur Agresti noemde de film ' een behoorlijk autobiografische vertelling. Ik ben ooit zelf op zoek gegaan naar mijn moeder. Ik zag haar voor het eerst toen in negenentwintig was. Wat ik met 'Valentin' wil laten zien, is dat kinderen zo veel intelligenter en dapperder zijn dan volwassenen. Het allerergste was de scene waarin ik Valentin woedend de schuld geef van alweer een stukgelopen relatie, omdat hij mijn vriendinnetje in zijn onschuld mijn ware aard heeft laten zien. Het was alsof ik mezelf stond uit te foeteren.' Opgenomen in Argentinië. Budget: 2,6 miljoen gulden. Spaanse dialoog met Nederlandse ondertitels. De Spaanse Carmen Maura speelde haar eerste filmrol in 1969 en heeft inmiddels acht grote prijzen in de wacht gesleept in de categorie 'Beste Actrice'. Het cassettebandje van Philips, de in 1969 net nieuwe uitvinding, heeft een opvallende plaats in VALENTIN. Eerste openbare vertoning op het Nederlands Film Festival op zondag 29-09-2002 om 19.30 uur in Rembrandt 1. Alejandro Agresti kreeg het Gouden Kalf Beste Regie 2002 voor VALENTIN ("Deze maker weet wat filmen is. Zijn acteursregie, mise-en-scène en de gehele visualisering leveren een hartverwarmende film vol verrukkelijke scènes op. De manier waarop Agresti de jonge hoofdrolspeler ons laat meenemen in zijn wereld is onweerstaanbaar."). Alejandro Agresti (Buenos Aires, 1961) won daarnaast "La Mejor Pelicula" op het Filmfestival van Sevilla 2002, de Publieksprijs op het Festival de Biarritz 2002 en de Publieksprijs op het Noordelijk Film Festival in november 2002. Pieter Bots in 'Het Parool' van 5 februari 2003: "Slechts een enkele scène is misplaatst omdat zij al te zeer ingegeven lijkt door persoonlijke herinneringen. Afgezien daarvan is Valentín een los vertelde, ontroerende terugblik op het Argentinië van de jaren zestig, met een licht nostalgische inslag, maar zonder al te veel sentimentaliteit. Valentín (aandoenlijk gespeeld door Rodrigo Noya) is daarvoor te eigenwijs, en de visie van Agresti op de volwassenen te verbitterd. Weemoed en vertedering zijn goed met elkaar in evenwicht." Bioscoop top 20-noteringen: 14, 19. Het floppen van RESISTANCE van Todd Komarnicki zorgde voor de grootste flop uit de carrière van producent Laurens Geels. Dit was de molensteen die productiebedrijf First Floor Features in het najaar van 2003 financiële problemen bracht. Alejandro Agresti raakte hierbij ook betrokken. Geels deed namelijk de post-productie van VALENTIN en regelde de verkoop van de buitenlandse rechten. Van de 1 miljoen dollar die Geels van Miramax en andere maatschappijen ontving voor de buitenlandse maatschappijen ontving voor buitenlandse rechten, heeft Agresti nooit zijn percentage van 41% gekregen. Ook de productie van een opvolger van VALENTIN draaide uit op een schuld van 260.000 euro omdat er geen geld meer bleek terwijl de opnamen al begonnen waren. In de film ontbreekt de kleur rood. VALENTIN won op 11 mei 2004 7 Zilveren Condors in Buenos Aires (12 nominaties): Beste film, Beste regie - Agresti, Beste originele script - Agresti, Beste mannelijke revelatie - Rodrigo Noya, Beste montage - Alejandro Broderson, Beste muziek - Paul M. van Brugge, Beste art-direction - Floris Vos. De jury bestond uit Argentijnse filmcritici.
Première: 6 februari 2003 (12 bioscoopzalen)
K-80 minuten (35mm)

VILLA DES ROSES
Frank van Paesel

met: Julie Delpy (Louise Créteur), Shaun Dingwall (Richard Grünewald), Harriet Walter (Olive), Shirley Henderson (Ella), Timothy West (Hugh), Frank Vercruyssen (Aasgaard), Toni Barry, Jan Decleir (monsieur Brizand), Dora van der Groen (Mrs. Gendron), Stéphane Excoffier (Jeanne De Kerros), Gary Whelan (Mr. O'Connor), Alfredo Pea (Mr. Craxi), Maya van den Broecke (Anna Kuprinski), Halina Reijn (Natsje; Hongaars hoertje), Rifka Lodeizen (Radsky; Hongaars hoertje), Albert Delpy (Antoine Créteur), Toni Barry (Mrs. Bunny Winhurst)

Vlaams-Nederlands-Brits-Luxemburgse co-productie. Scenario: Christophe Dirickx en Frank Van Passel, naar het gelijknamige boek van Willem Elsschot uit 1913. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog (1912+1) runnen Olive en Hugh Burrell het Parijse pensionnetje Villa des roses. De Burrells beschouwen hun pension als een stukje vaderland. Zakelijk gaat het er niet goed. Op veel comfort kunnen de gasten er evenmin rekenen. Olive heeft altijd een drogreden klaar om haar gebrek aan durf en vernieuwing te verklaren. Voor het nieuwe kamermeisje Louise Créteur is het wennen aan de werkomgeving. En aan het ingenieuze buizensysteem waardoor iedereen met iedereen in contact kan komen. Louise tracht zich emotioneel van de gasten af te sluiten, maar valt ten slotte toch voor Richard Grünewald. Maar die koestert geen langetermijnplannen met Louise. In het scenario zijn Mr en Mme Brulot omgebouwd tot Olive en Hugh Burrell: Engelse immigranten die het pension tot Brits territorium hebben uitgeroepen. ,,Een logische en bewuste keuze,'' legt producent Dirk Impens uit. ,,Dat soort internationale enclaves waar mensen tot het Engels veroordeeld waren, was toen in Parijs een realiteit.'' Voor Van Passel ligt de cynische spot in Elsschots stijl dicht bij de Engelse humor. Opnamen o.a. in Brussel (Hotel Errera in de Koningsstraat, dat als façade van de Villa wordt ingeblikt). Producenten: Julie Baines, Dirk Impens, Jani Thiltges, Els Vandevorst, Rudy Verzyck. Productiemaatschappijen: Favourite Films, Dan Films, Isabella Films, Samsa Film S.a.r.l., Eurimages. Muziek: Paul M. van Brugge. Camera: Jan Vancaillie. Montage: Ludo Troch, Karin Vaerenberg. Art Direction: Johan van Essche. Geluid: Peter Flamman, Carlo Thoss. Distributie: Upstream Pictures. Mede via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Om meer dynamiek te verkrijgen, verplaatste de regisseur het verhaal van 1903 naar 1913. Niet alleen om de ondergang van de Titanic in het scenario te smokkelen, maar ook om de artistieke bevrijding van Parijs in het geheel te verwerken. In de film zitten postkaarten van Parijs die door de computer gemaakt werden. De Britse tv-acteur Shaun Dingwall speelt de rol die oorspronkelijk bedoeld was voor Christian Bale. Engels gesproken, enkele zinnen Frans en Duits. Halina Reijn en Rifka Lodeizen hadden 3 zinnen tekst, maar die zijn eruitgeknipt. Er waren conflicten over de final cut tussen de regisseur en de producenten. Het Willem Elsschot-fonds was uiteindelijk vol lof over de productie. Edo Dijksterhuis in 'de Filmkrant' van maart 2002: "Ondanks de speellengte van maar liefst twee uur en een sterke cast (…) blijft de liefdestragiek afstandelijk. Louises transformatie van degelijke dienstbode tot verliefde naïeveling is onwaarschijnlijk, Richards twijfel tussen oprechte liefde en de zucht naar rijkdom en gemak is nergens overtuigend." Jos van der Burg in 'Het Parool' d.d. 10 april 2002: "(...) Louises tragiek doet denken aan de melodrama's uit de periode van de zwijgende cinema, maar stelt een moderne filmmaker voor een probleem: hoe maakt hij haar ellende invoelbaar? Van Passel is er niet uitgekomen. Tussen Louise en Richard vonkt het niet en Louise is naïever dan wij kunnen geloven. Daarmee valt de dramatische bodem uit de film. Het vacuüm wordt opgevuld door de uitbundige art direction. We belanden in een pension vol spinnenwebben en stofnesten, waar de kalk van het plafond naar beneden dondert als de metro onder het gebouw doordendert. Fraai, maar het raakt het drama niet." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' d.d. 10 april 2002: "(...) Een in het boek prachtige verhaalflard over de sinaasappels stelende seniele madame Gendron (Dora van der Groen) die door alle gasten verguisd wordt, is in de film een plichtmatige anekdote en zo zijn er meer. Je zou naar wat minder Elsschot verlangen." Award for the best film op het International Hollywood Film Festival in oktober 2002. Website: http://www.villadesroses.be.
Première: 10 april 2002 (7 bioscopen) 5.168 bezoekers
118 minuten

VOLLE MAAN
ook: FULL MOON PARTY
Johan Nijenhuis

Met: Daan Schuurmans (Ties Nijboer), Cas Jansen (Hans Nijboer), Chantal Janzen (Andrea), Michiel Huisman (Bobbie), Lieke van Lexmond (Esmé), Edgar Wurfbain (Steven), Jasmine Sendar (Natasja), Ellen ten Damme (Zangeres Sacha), Georgina Verbaan (Treesje Waanwolf), Teun Kuilboer (Rikkie Kuperus), Geert Hunaerts (Luc), Mark Scholten (gitarist King), Hans Dagelet (Jan Nijboer, vader van Ties en Hans), Martin Buitenhuis (Chris), Joost de Jong (Dave), Sidney Brandeis, Sjoerd Dragsma (Ajacieden), Bert Eeftink (leraar), Jeroen Nieuwenhuize (hitsige jongen)

Scenario: Mischa Alexander. Acht schoolverlaters staan aan het begin van een nieuwe periode in hun leven. Na het eindexamen gaan ze op zoek naar een geheime Full Moon Party in het Middellandse Zeegebied. Stuk voor stuk moeten ze belangrijke beslissingen nemen, die hun leven zullen veranderen. Hans Nijboer (Cas Jansen), zoon van een rijke aannemer, mag na het eindexamen met zijn vrienden een week lang varen op de Middellandse Zee op het zeiljacht van zijn vader. Zijn vader stelt als voorwaarde dat Hans zijn vrijgevochten broer Ties (Daan Schuurmans) mee terugneemt, om samen met hem in het familiebedrijf te komen werken. Ties is schipper op de boot en geniet van zijn vrijheid. Als de beide broers elkaar weer ontmoeten, verandert er veel voor Hans. Ties laat Hans een andere kant van het leven zien, waardoor Hans de moed krijgt om ook voor zichzelf keuzes te maken. Ties houdt van zingen en gitaar spelen en droomt van een carrière als muzikant. Hij heeft alleen niet de moed om zijn droom na te jagen. Als ze met de zeilboot op een eiland komen waar een kroeghouder hem uitnodigt om op het podium te gaan staan, beleeft Ties zijn eerste optreden. Ties wordt uitgejoeld om zijn accent en hij verlaat het podium nog voor het refrein. Tijdens de zoektocht naar een geheime Full Moon Party ergens op een eilandje rond Mallorca ontmoet Ties de mooie zangeres Sacha (Ellen ten Damme). Sacha maakt hem duidelijk dat hij alleen kan zingen over zijn eigen gevoel. Zij stimuleert hem om van zijn dromen werkelijkheid te maken. Vanaf dat moment neemt Ties’ leven een andere wending. Stoere bink Bobbie (Michiel Huisman) verheugt zich op een vrijgezellen studentleven en flirt met andere meisjes. Dat vindt zijn vriendin Esmé (Lieke van Lexmond) niet leuk. Bobbie maakt Esmé duidelijk dat hij vrijheid wil: ze zijn immers op weg naar een Full Moon Party. Bovendien gaat hij straks studeren en dan wil hij ook de vrijheid om andere meisjes te zien. Esmé gaat hier niet mee accoord. Het is alles of niets en als Bobbie bij haar wil blijven, verwacht ze dat hij trouw is. Esmé laat Bobbie de consequenties voelen. Ze versiert de knappe Luc (Geert Hunarts), de jonge schipper van een andere boot. Luc en Bobbie worden elkaars concurrenten. De twee besluiten een grote zeilwedstrijd te houden. Daarbij varen ze de zeiljachten door de gevaarlijke onderstroom die langs het eiland loopt. Dat loopt voor één van de twee schepen fout af... Natasja (Jasmine Sendar) en Steven (Edgar Wurfbain) zijn elkaars beste vrienden. Natasja kan bij Steven haar hart uitstorten en met hem praten over de jongens die ze leuk vindt. Maar Steven gevoelens lijken verder te gaan dan alleen vriendschap, terwijl iedereen denkt dat hij niet op meisjes valt… Treesje Waanwolf (Georgina Verbaan) is de gothic weirdo van de klas. Ze is niet uitgenodigd om mee te gaan zeilen, maar weet op eigen initiatief toch plotseling op de boot terecht te komen. Andrea (Chantal Janzen) vindt haar maar vreemd en wil haar weer naar huis sturen. Voor Andrea is uiterlijk heel belangrijk en ze wil een freak als Treesje niet aan boord. Maar Treesje blijft, en door Treesje’s toedoen verandert er veel binnen de groep. Ze blijkt ook nog eens een etui vol pretpilletjes bij zich te hebben, die ze graag met jongens wil ruilen tegen seks. Rikkie (Teun Kuilboer) maakt zich zorgen om Treesjes gedrag. Hij kent haar persoonlijke geheim en vermoedt waarom ze twee maanden niet op school was. Als Rikkie haar hiermee confronteert is Treesje woest op Rikkie. Toch zet hij haar aan het nadenken over haar leven. Uiteindelijk ontstaat er tussen alle tegengestelde persoonlijkheden een hechte vriendschap en hebben ze ieder een sterke invloed op elkaar, die hen aanzet stappen te zetten in een nieuwe fase van hun leven: volwassenheid… Zijn ze daar klaar voor en zullen ze erin slagen om hun dromen te verwezenlijken? Titelsong: 'Volle maan' van Van Dik Hout. Andere songs: 'Stil in mij' van Van Dik Hout, 'Op Fietse' van Skik, 'Break away', 'Slapeloos' van Fontane (met zang van Michiel Huisman). 'Denk aan mij' van Ties werd op single uitgebracht. Daan Schuurmans leerde gitaarspelen voor de film in vier maanden tijd. Producent is NL FILM, het jonge bedrijf van Johan Nijenhuis en Alain de Levita en coproducent is BNN. Uitvoerend producent: Sabine Brian. Camera: Maarten van Keller. Montage: Michiel Reichwein. Art direction: Dimitri Merkoulov. Kledingontwerp: Margriet Procee. Muziek: Martijn Schimmer. Geluid: Simone Galavazi. Casting: Kemna Casting. Voor de verfilming werd een CV opgericht die 295 particuliere investeerders de mogelijkheid bood om voor een minimaal bedrag van 10.000 euro te participeren. Chantal Janzen speelde eerder de vrouwelijke hoofdrol in de musical Saturday Night Fever. Scenarioschrijver Alexander had bij het schrijven Katja Schuurman in gedachten voor de rol van Sacha, maar dan zouden Schuurman en Schuurmans net als in COSTA! weer een liefdespaar vormen. Een dilemma. Ellen ten Damme werd het uiteindelijk. De basis van het scenario was de week die Johan Nijenhuis op de Waddenzee doorbracht na zijn VWO eindexamen in 1987. Aanvankelijk had de regisseur Terschelling als locatie op het oog, maar uit weersomstandigheden is dat Mallorca geworden. Vijf karakters spreken met een Twents dialect. Sommige klasgenoten zijn ‘import’ en dat hoor je ook in de film. De acteurs die een getogen Tukker neer moesten zetten zijn met twee dialect coaches aan de slag gegaan. Twee maanden voor de opnamen zijn zij begonnen met twee wekelijkse lessen. Georgina Verbaan heeft veel aan de rol toegevoegd. De rat in haar binnenzak, de hoestbuien en de voodoo dans. De film kreeg een nieuw einde. Johan Nijenhuis hierover: "Al tijdens de opnames werd ik er door cameraman Maarten van Keller op gewezen dat Andrea en Hans, gespeeld door Chantal Janzen en Cas Jansen, een ander einde verdienden dan in het script stond. In Nederland gaf ook editor Michiel Reichwein aan dat hij de voorkeur geeft aan een nieuw einde. Hij liet me op de montagetafel zien dat het gefilmde einde niet werkte. Om het nieuwe einde optimaal op het doek te krijgen is het noodzakelijk dat we nieuwe opnames maken. De scènes worden in Nederland opgenomen, maar dankzij aanpassingen in de lichtkleur en de achtergrond passen ze in de scènes die in Mallorca zijn opgenomen." Opvallende placering van Peter Langhout (tickets) en Randstad (in dialoog van Andrea: 'Ik ga werken voor Randstad'). Distributie: Independent Films en Universal Pictures (Benelux). VOLLE MAAN was vanaf 10 oktober 2002 overal in Nederland in de bioscoop te zien. Meer dan vijftig bioscopen verkochten al vanaf maandag 2 september 2002 al kaarten. VOLLE MAAN is hiermee de eerste Nederlandse speelfilm ooit waarvoor vantevoren al kaarten kunnen worden gekocht. Dit bij bioscoopconcerns als Minerva (zalen in Eindhoven, Maastricht en Haarlem), Polyfilm (Almere, Lelystad en Zoetermeer) en Wolff (Groningen, Utrecht en Enschede). Pathé deed toen nog niet mee, omdat nog niet duidelijk was waar de film zou gaan draaien. Sven Gerrets in XI Online (http://www.xi-online.nl/recensie/393): "De film begint sterk. De openingsscène is filmisch bijzonder mooi door het goede camerawerk, bijpassende muziek en het sterke, stille acteren van Cas Jansen. Een sfeervolle voorbode van de knellende levensvragen van personage Hans (Cas Jansen), en een mooie, bondige portrettering van een aantal belangrijke personages. Zo heb je bijvoorbeeld Bobbie (Michiel Huisman), de typische stoere macho, Rikkie (Teun Kuilboer), de nerd, of Andrea (Chantal Janzen), het blondje. Maar dit sterke punt is ook meteen een zwak punt, want de personages zijn zo karikaturaal dat een aantal verhaallijnen op dat moment al duidelijk is. Een volgend zwak punt komt als de acteurs hun mond open doen. (…) Het probleem is dat bijna alle acteurs een Twents accent hebben. En dat is wel zo bizar dat je daar maar moeilijk aan kan wennen. (…) Vooral Cas Jansen en Michiel Huisman blinken uit. (…) Maar hoe goed ze ook mogen zijn, de echte redding van deze film is Ellen ten Damme. Zowel wat betreft acteren als zingen. Ze is de clichématige frisse wind die door de film waait. Haar scènes verlopen zo soepel, en haar podiumtalent is zo puur, dat je zelfs Nijenhuis' pogingen alvast een huppelhitje te promoten langs je heen laat gaan. En dat is knap, want als er drie dames op de zeilboot plotseling op de klanken van een nietszeggend liedje een ingestudeerd, choreografisch hoogstandje beginnen, schieten je tenen spontaan in een kromming. Het is een goede zet geweest van Nijenhuis om ten Damme, die zowel als zangeres als actrice tot de Nederlandse top behoort, te strikken voor dit project. In vergelijking met Costa! is de aanwezigheid van zo'n professional een hele verademing. Het verhaal van Volle Maan is geen verademing en heeft weer net zo weinig om het lijf als bij Costa! (…) alle clichés worden uit de kast getrokken en voorspelbaarheid viert hoogtij. Ook het ritme van de film loopt niet overal even lekker. Sommige verhaallijnen worden hortend en stotend voortgestuwd en van een vloeiende, psychologische reis van de karakters is geen sprake. Maar het is niet zo dat Nijenhuis geen verstand heeft van film. Zijn camerawerk is groots en meeslepend (filmen op water schijnt al extra moeilijk te zijn), en hij gebruikt muziek om alles nog wat extra kracht mee te geven. Dat levert vaak mooie stukjes film op, alleen af en toe overdrijft hij het een beetje. De aanzwellende, bombastische muziek wordt de kijker dan zo opgedrongen dat je niet meer ontspannen zit. Subtiliteit is op die momenten ver te zoeken, en daar zou nog wat aan geschaafd kunnen worden. Nu blijven het scherpe, ongepolijste randjes in een verder zeer bekwame filmstijl. Nijenhuis heeft verder de pech dat er naast, zoals gezegd, een heleboel goede acteurs, ook heel veel middelmatige acteurs rondlopen in Nederland. En als die in dezelfde film spelen wordt het contrast tussen de twee groepen pijnlijk duidelijk. Door dit alles is Volle Maan een erg middelmatige film geworden en kan hij zeker niet tippen aan andere Nederlandse producties uit deze periode zoals Loenatik: De Movie of Ja Zuster, Nee Zuster. Maar dat zal de film er natuurlijk niet van weerhouden om Costa! in succes voorbij te streven. (…)" Koen Kleijn in 'Algemeen Dagblad' van 10 oktober 2002: "Het is escapisme uit de jaren 60, een fantasie over een 'summer of love' in Spanje met feestjes op het strand en prille romantiek. (...) Dit zijn niet de bereisde, onafhankelijke kinderen van de 21ste eeuw, dit is niet de losbandige MTV-generatie. Dit zijn de bedeesde neefjes en nichtjes van Balkenende." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad': "Juist omdat Volle Maan probeert meer diepgang te creëren dan Costa!, is het een minder geslaagde film geworden. Er zit niet meer in de acteurs dan er nu uitkomt en dat was voor Costa! een minder groot probleem dan tijdens een Bootreis naar Volwassenheid." Marco Meijers in 'de Telegraaf' van 10 oktober 2002: "Toch is Volle Maan een stukje volwassener: het verhaal is minder simpel, de locaties en het camerawerk ogen beter en ook het acteren is redelijk, al worstelen alle spelers met het hen opgelegde plattelandsaccent. (...) En al snijdt Nijenboer wel degelijk heikele onderwerpen aan (...), vervolgens strijkt hij in 'Volle Maan' alle plooitjes weer kreukloos glad. Daar word je best vrolijk van, maar echt waarachtig voelt het niet aan." Willem Schouten in 'Sp!ts' van 10 oktober 2002: "Volle Maan wordt ongetwijfeld een kassucces en meer dan Costa! verdient de film dat ook. Er zit vaart in de film, er zit kop en staart aan het verhaal en Daan Schuurmans en Cas Jansen acteren prima. (...) Je kunt zeuren over de details. Maar iedereen die zich zestien kan herinneren had toen wat graag met kapitein Johan en zijn coole kids over de zeven zeeën willen varen." De dvd versie van Volle maan verscheen in februari 2003 op dubbel-dvd. Over de extra's op de dvd schreef Willem Schouten in 'Sp!ts' van donderdag 27 februari 2003: "In zijn regiecommentaar samen met scenarioschrijver Micha Alexander toont Nijenhuis zich vooral zeer ingenomen met zijn keuzes. De pijnlijk inconsistente accenten van de cast komen wel af en toe aan bod. Maar dat het achteraf niet zo'n goed idee was om soapsterren uit het westen voor achterhoekers te laten doorgaan, krijgt Nijenhuis niet uit zijn strot. Ook over andere vreemde keuzes, zoals de merkwaardig korte homoseksuele fase van Edgar Wurfbain, wordt vrij achteloos heen gestapt. In de deleted scenes staat nog wel een iets uitgebreidere scène van het experiment, maar dat was gewoon te lang, roepen Nijenhuis en Alexander in koor. Ook een iets uitgebreider stilstaan bij het aan het einde van de film plots hevig verliefde paar van Wurfbain en Jasmine Sendar was niet nodig, oordelen ze. Terwijl die gesneuvelde scène juist heel goed werkt. Maar ja. Toegeven dat niet al je keuzes even uitmuntend uitpakten past nu eenmaal minder bij goede marketing."Officiële site: http://www.vollemaandefilm.nl. Van de film verscheen een roman (ISBN 90-77119-01-9) en een fanboek (ISBN 90-77119-02-7). De galapremière werd in verband met het overlijden van prins Claus uitgesteld naar woensdag 9 oktober 2002. Top 20 bioscoopbezoek-noteringen: 1, 1, 2, 3, 4, 9, 11, 17. De film werd op donderdag 17 oktober 2002 bekroond met de Gouden Film (75.000 bezoekers) en op 25 oktober met de Platina Film (200.000 bezoekers). In 2002 stond de film op nummer 9 in het box office-jaaroverzicht en met 454.636 bezoekers was het tevens de best bezochte Nederlandse film van het jaar. De film bracht in Vlaanderen 175.000 euro op, in Nederland meer dan 3 miljoen. Johan Nijenhuis heeft in Los Angeles in maart 2003 twee gesprekken gehad over een remake van Volle Maan. "Het was een roerige week. Ik was naar Los Angeles gevlogen om te praten met Miramax, een grote Amerikaanse studio die VOLLE MAAN had gezien en plannen had om een remake te maken met Amerikaanse sterren in de hoofdrol. Ik was koud in Los Angeles toen bleek dat Miramax er toch niet mee verder wilde." Miramax: "In de Nederlandse VOLLE MAAN had je van de 10 rollen toch 4 grote sterren: Daan, Georgina, Ellen en Cas. Acteurs die in Nederland allemaal al tenminste 1 speelfilm gemaakt hebben. In Amerika zal het moeilijk zijn om 4 sterren te vinden die samen in een film willen spelen, want ze zijn hier gewend dat er hoogstens 2 sterren in een film zitten. Ze willen dan ook de absolute hoofdrol hebben. Volle Maan heeft een ensemble cast, waarbij iedereen een bijna even grote rol heeft."
Première: 10 oktober 2002 (113 bioscoopzalen) 454.672 bezoekers
K-100 minuten

X.
ook: KEERPUNT
Willem van der Pol

met: Friso Stalenhoef (Joris), Sharon Das (Suus), Clarence van der Lek (Puck), Daniel de Ron (John Molenaar), Bert Kooman (Sjaak), Jan Baar (Henk), Henneke van der Lek (Chris), Philip van Lith (Bruinsma), Riky Smid (Hanny), Leslie van der Lek (Paul), Bea Berkel (Gerrie), Elsbeth Laman Trip (Anja), Willem van der Pol (Theo), Cedric de Haan (Danny), Evelien van der Molen (Natasha), Floris Stalenhoef (Roderick), Esmay van der Lek (Kim), Wil Vrijhoef (politieagent Smit), Mario Berkel (politieagent), Rob Jak (politieagent), Naomi van der Lek (Anouk), Julian van der Lek (Patrick), Milan van Haagen (Dick), Ni-Kwi Hoogland (Roosje), Max van der Pol (Stef), Hans Vrijhoef (pompbediende), Lyda van Weeghel (kassabediende), Rob Holster (barman), Sabrine Berkel, Chantal Berkel, Jacky Das, Tijs Wijnands, Arthur Philipsen, Marlous Boogaard, Pier van Haagen, Melanie Snel

Scenario: Willie Das. De film speelt zich af in een klein dorpje aan de Vecht, Nederhorst den Berg. Een aantal louche figuren vindt deze rustige plek een uitstekende thuisbasis om ongestoord de slag van hun leven te kunnen slaan. Joris, de onschuldige pizzakoerier is niets vermoedend betrokken geraakt bij deze gevaarlijke bende en komt daar te laat achter. Wederom nietsvermoedend ontmoet hij in deze benarde situatie Suus, zijn redder in nood. Samen gaan zij een spannend avontuur tegemoet. Tekst, spelregie en productieleiding: Willie Das. Montage en mixage: Willem van der Pol (IKON-medewerker) en Willie Das. Muziek: Leslie van der Lek. Een toneelgroep Poefff... productie. De makers wilden met de film aantonen dat drugsproblemen niet alleen voorkomen in de stad, maar overal. De opnamen (op video) van de film duurden langer dan een jaar en maar liefst 50 dorpsbewoners werkten mee. Voor de spelers van Toneelgroep Poefff was het maken van een speelfilm heel wat anders dan toneelspelen op het podium. Het verhaal speelt zich af op één dag en alles is gedraaid met één camera. In totaal zijn er 92 scènes. Willie Das, oprichtster en regisseur van Poeff, is de moeder van hoofdrolspeelster Sharon Das. Toneelgroep Poefff vond de film niet geschikt om in de Nederlandse bioscopen te laten draaien, maar vond het eindproduct de moeite waard en het kan dienen als voorbeeldfunctie naar andere toneelgroepen die weleens wat anders willen doen. De film X. (spreek uit: keerpunt) is op 4 oktober 2002 in première gegaan in 'Het Spiegelhuys' in Nederhorst den Berg; aldaar ook van zaterdag 5 tot en met vrijdag 11 oktober 2002 te zien. Op 19 en 26 oktober 2002 vertoond in jongerencentrum the Site in Amsterdam. Internet: http://get.to/keerpunt.
Première: 4 oktober 2002 (Het Spiegelhuys, Nederhorst den Berg)
K-70 minuten (video)

ZUS & ZO
OOK: ZUS EN ZO/HOTEL PARAISO
Paula van der Oest

met: Monique Hendrickx (Sonja), Anneke Blok (Wanda), Sylvia Poorta (Michelle), Jacob Derwig (Nino), Halina Reijn (Bo), Theu Boermans (Hugo, man van Sonja), Jaap Spijkers (Jan, man van Michelle), Annet Nieuwenhuyzen (moeder), Pieter Embrechts (Felix Delicious), Antje Boermans (Lizzy), Jorge Da Collo (Mauricio), Mike Reus (Brock), Marisa van Eyle (Dorien), Tijn Docter (Peer), Harpert Michielsen (Mas), Bert Geurkink (Ton), Lineke Rijxman (Esther, psychiater), Annet Malherbe (Annet), Josine van Dalsum, Jappe Claes (Bo's ouders), Maria de Fatima Ramos (Luisa), Hein Verkoijen (Elias), Gunilla Verbeke (Nelly), Marie-Louise Stheins, Harry van Rijthoven (specialisten), Johan Ooms (galeriehouder), Rosanna Leung Lo Hing (crèchejuf), Freek Brom (Dieter), Jeroen van Koningsbrugge (politieagent), Bernard Sens (Fransman in Portugal), Sonia Chavez (jong eSonja), Lore Dijkman (jonge Wanda), Valentine Harmsen (jonge Michelle), Sean Siegfried (jonge Nino), Sam de Leeuw (jonge Felix), Marina Blok (moeder, 1980), Mac Derwig (vader 1980)

Scenario: Paula van der Oest. Michelle van 38, Wanda van 36 en Sonja van 34 zijn drie zussen. Wanneer Nino besluit met zijn stralende vriendin Bo te trouwen, krijgen zijn drie oudere zussen collectief een paniekaanval. Ten eerste weten ze niet beter of hun in Amstelveen geboren broer is homo. Maar wat nog erger is: als hij voor zijn 33ste trouwt, erft hij het geliefde familiehotel; Hotel Paraíso in Portugal. De oudste zus, Michelle, runt een familie die uitgebreid is met pleegkinderen en vluchtelingen. Naast de zorgen om haar ‘familie’ heeft Michelle ook nog een stichting voor oorlogswezen. Door al haar geregel vergeet ze de mensen om haar heen. Hotel Paraíso is voor Michelle de ideale plek om weer helemaal tot rust te komen. De middelste zus, Wanda, doet flink haar best om door te breken als kunstenares. In Nederland wil dat niet zo vlotten. Hotel Paraíso daarentegen is voor haar de perfecte plek om een galerie te beginnen met een aantal andere kunstenaars. De jongste zus, Sonja, schrijft artikelen maar heeft gebrek aan inspiratie. Ze hoopt in Hotel Paraíso die inspiratie wel op te doen. Het hotel is voor haar ook de ideale plek om de relatie met haar overspelige man een oppepper te geven. De zussen beraden plannen om het huwelijk te saboteren. Maar dan worden ze uitgenodigd door Coevordense Bo om haar te helpen met de bruiloft... Producent: Jacqueline de Goeij. Muziek: Fons Merkies. Song: 'When a man loves a woman' door Pieter Embrechts. Camera: Bert Pot. Montage: Sander Vos. Casting: Job Gosschalk. Art Direction: Harry Ammerlaan. Distributeur: RCV Film Distribution. Budget: 4,6 miljoen gulden. Ondanks het grote budget, had regisseur Van der Oest liever 8,5 miljoen gulden gehad: "Dat was ideaal voor deze film. We hebben nu toch weer moeten schrappen in het aantal draaidagen. Als je iets goed wilt vertellen, gaat het om de details. En daar zijn veel shots voor nodig." Opnamen o.a. op het KNSM-eiland in Amsterdam, Portugal. Het verhaal van Zus & Zo is gebaseerd op een bestaand hotel vlakbij Lissabon. Regisseur Paula van der Oest en producent Jacqueline de Goeij ontmoetten, bij toeval, allebei hun partner op die plek. De scènes in hotel Paraíso zijn niet gedraaid in het oorspronkelijke hotel, maar de echte hoteleigenaar speelt wel zichzelf. Toen de film af was, zijn verschillende testscreenings georganiseerd. Het einde is daarop minder uitleggerig gemaakt. Het filmverhaal loopt onder én na de aftiteling nog door. Het kind van Sonja en Hugo in ZUS & ZO is Antje, de dochter van Paula van der Oest en acteur Theu Boermans. Eerste vertoning op het Toronto International Film Festival op 14 september 2001. Dat de film niet vertoond werd op het Nederlands Film Festival is volgens productiehuis De Luwte het gevolg van de onzekerheid omtrent de releasdatum. Oorspronkelijk zou de film uitkomen in september 2001, maar omdat in die periode al veel Nederlandse producties in première gaan, werd daarvan afgezien. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 7 mei 2002: "(...) Het ligt niet aan dit uitstekende ensemble, waarvan ook Jaap Spijkers deel uitmaakt, dat Zus & zo meer irritatie oproept dan lachsalvo's. Ondanks de hulp van scriptdokter Claire Downs loopt het aardige uitgangspunt van de film (hoe voorkomen de zussen het huwelijk?) snel vast in geforceerde en ongeloofwaardige wendingen. De scenarioschrijfster kon bovendien maar niet kiezen tussen een aanstekelijke feelgood-movie en een satire. Voor een satire is de film te melig, voor 'een goedgevoelfilm' bevat hij de verkeerde personages. De drie zussen roepen geen enkele positieve emotie op, omdat ze worden geportretteerd als akelige, bekrompen geesten, die zich wentelen in hun slachtofferrol. Omdat ook Nino en Bo door hun kille berekendheid geen sympathie verdienen, verlaten we de bioscoop niet met 'een warm gevoel', zoals Van der Oest beoogde, maar met de gedachte dat we uit een drabbige modderpoel zijn gekropen. Zussen als in Zus & zo wens je je ergste vijanden niet toe. (...)" Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' d.d. 8 mei 2002: "Van der Oest, die eerder De nieuwe moeder en De trip van Teetje maakte, laat het ontvouwen van de volle plot mooi gelijk opgaan met het ontwikkelen van de personages. De bezigheden van de drie zussen - een kunstenaar, een journalist en de vrouw van een huisarts die zich in vrijwilligerswerk heeft gestort - leveren vaak scènes op die als goede moppen zo af zijn. De lach komt niet alleen voort uit de dialogen en de timing van de acteurs, maar ook uit schaamte. (...) Theu Boermans speelt als man van de jongste zuster een van de leukste rollen. (...) De drie zussen worden door Sylvia Poorta, Anneke Blok en Monic Hendrickx ook riant gespeeld, maar het is moeilijk om de personages die zij gestalte geven leuk te vinden. Van der Oest is voor haar hoofdpersonen geen barmhartig regisseur en scenarioschrijver. Ze laat ze zaniken en zeuren zonder daar compensatie voor te bieden. Van der Oest filmt de zussen alsof ze het verdienen ongelukkig te zijn. In dat opzicht verschilt zij van een regisseur als Woody Allen, met wiens Hannah and her Sisters Zus en Zo al vergeleken is. Er is meer afstand bij Allen, meer mildheid. Zus en Zo lijkt meer op een volwassen versie van Îles flottantes van Nanouk Leopold, waarin eenzelfde oog voor het absurde van het alledaagse leven van drie vrouwen een lach oplevert die wanhoop verbloemt. De ontknoping van Zus en Zo vindt plaats in het Portugese hotel, waarvoor Van der Oest op locatie een sprookjesdecor vond. Het is daar dat Zus en Zo als door een wonder toch een feelgoodmovie wordt. Om dit wonder plaats te laten vinden, moet Van der Oest een aantal bijfiguren plotseling tot hoofdpersonen promoveren. Je zou kunnen zeggen dat Zus en Zo niet helemaal klopt, dat de film te drastisch van toon en genre verandert. Maar zoals het is, is het wel ontroerend. (...)" Top 20 hitnoteringen: 12, 11, 12, 13, 19. 38.459 bezoekers. Nederlandse inzending voor de Best Foreign Language Film Award van de Academy of Motion Pictures, Arts and Sciences 2002. Tijdens het Nederlands Film Festival 2002 genomineerd voor Gouden Kalf voor de Beste Actrice - Sylvia Poorta en Gouden Kalf voor het Beste Scenario - Paula van der Oest. Jacob Derwig won een Gouden Kalf voor de Beste Acteur voor zijn rol in ZUS & ZO ("Het vereist een groot en zelfverzekerd acteur om het ingewikkelde personage van de tegendraadse broer Nino neer te zetten. Met zijn verfijnde spel lukt het Jacob Derwig de kijker te ontroeren."). Genomineerd voor een Academy Award in de categorie Best Foreign Film in februari 2003. De Oscar-nominatie zorgde op donderdag 20 februari 2003 voor een re-release in 12 bioscoopzalen. Uit het 'Algemeen Dagblad' van 12 februari 2003: "De Oscar-nominatie van Zus en Zo in de categorie beste niet-Engelstalige film is de zesde in de Nederlandse geschiedenis. Nooit eerder was de concurrentie zo groot, nooit eerder stuurden zoveel landen een film in voor de prestigieuze prijs. Toch kreeg de speelfilm Zus en Zo, die in Nederland beneden verwachting scoorde, gisteren een van de vijf prestigieuze nominaties - ten koste van 49 internationale inzendingen. Voorlopig heeft Van der Oest alles bereikt wat ze in haar leven wilde bereiken. ,,De Oscar-uitreiking is alles tegelijk'', zegt ze. ,,Het is een enorm circus, het is dé filmprijs van de wereld. Je zit tussen de mensen die je altijd hebt bewonderd, tussen acteurs en regisseurs van grote films, als Chicago, The Hours, Gangs of New York, ga maar door.'' De tragi-komedie over drie zussen die het huwelijk van hun homoseksuele broer proberen te saboteren om te voorkomen dat de familie-erfenis in zijn handen valt, kreeg in Nederland veelal goede recensies maar trok minder bezoekers dan verwacht. ,,Ik had een paar pechdingen'', zegt Van der Oest. ,,Twee dagen voordat de film uitkwam, werd Pim Fortuyn vermoord. In die periode ging bijna niemand naar de bioscoop. En de film kreeg erg weinig gelegenheid om een beetje bekend te raken onder het publiek. Hij werd heel snel weer uit bioscopen gehaald, om plaats te maken voor grote Amerikaanse titels.''(…) De kans op een Oscar voor Zus en Zo is moeilijk in te schatten, vindt Van der Oest - die vanzelfsprekend bij de uitreikingen op 23 maart aanwezig zal zijn. ,,Ik hoor van iedereen dat het genomineerde Nowhere in Africa uit Duitsland dé film is om een Oscar te winnen. Maar ik heb 'm niet gezien, dus ik kan er weinig over zeggen. Maar ik ben al ontzettend blij met deze nominatie. Ik had er vooraf niet echt op gerekend, want het ligt toch een beetje in de Nederlandse volksaard om te zeggen: maak jezelf niets wijs, maak jezelf niet gek.'' De film draaide in de VS onder de naam ZUS & ZO; opvallend, want nog nooit had een Nederlandse film geen Engelse titel in het buitenland. Voor de film was op het filmfestival van Toronto wel een wedstrijd uitgeschreven om een Engelse titel te verzinnen. Er kwamen 400 reacties, maar geen enkele dekte de lading. Voor de promotie van de film werd, net als bij KARAKTER en ANTONIA, het kleine Amerikaanse publiciteitsbureau Fredell Pogodin ingeschakeld. Naast drie vertoningen voor stemgerechtigden hebben ze een een cocktailparty in Los Angeles georganiseerd. Op 1 oktober won de film € 75.000,- voor de op één na meest succesvolle film, gemeten naar bioscoopbezoek en € 75.000,- voor artistiek succes (voor zijn Oscarnominatie). De bedragen zijn bestemd voor de ontwikkeling van nieuwe filmplannen.
Première: 9 mei 2002 (26 bioscopen)/20 februari 2003 (12 bioscoopzalen) 41.909 bezoekers
K-106 minuten

2003


Naar de films uit 2000
Naar de films uit 2001
Naar de films uit 2002
Naar de films uit 2004
Terug naar de homepage



15.35: SPOOR 1
Tim Oliehoek, Marcel Hensema

Met: Marijn Klaver, Charlie Dagelet, Youssef Bchiri, Caro Lenssen, Özlem Solmaz, Myrthe van Pelt, Loubna Belfkih, Nourddine Mastouri

Scenario: Anton Smit en Robert-Jan Overeem. Tijdens een ruzie tussen een groepje meiden in een metrostation valt één van hen op de rails voor een aanrollende trein. Ze overlijdt enige uren later in het ziekenhuis. Is het meisje, Fatima, geduwd door een van de andere drie meisjes, Kim, Esra en Soraya? De drie meisjes worden in elk geval in voorlopige hechtenis genomen. Benjamin, een medeleerling van Fatima's school, wordt gevraagd door de lokale omroep om een reportage over het incident te maken. Hij roept daarbij de hulp in van zijn klasgenoten Mo en Dila, het zusje van een van de mogelijke daders. Misschien kunnen zij van binnenuit nieuw licht op de zaak werpen en de ware toedracht boven water krijgen. Als de waarheid tegengesteld is aan Benjamins verwachtingen, komt hij voor een dilemma te staan. Producent: Vera Jennes voor IdtV Drama, coproducent is BNN. Alle overeenkomsten met de werkelijkheid berusten op louter toeval meldt de aftiteling van 15.35: Spoor 1. Een vreemde mededeling, want de film is geïnspireerd op een krantenbericht over een ongeluk bij een metrohalte in Amsterdam-West. Een vijftienjarig Marokkaans meisje kwam onder de sneltram en overleed later in het ziekenhuis. De toedracht - tragisch ongeluk of racistische moord? - is nooit opgehelderd. De regie van 15.35: spoor 1 was in dubbele handen: Tim Oliehoek (beeld) en Marcel Hensema (spel). Persreacties: Jos van der Burg in 'Het Parool' van 26 maart 2003: "De film bevat zo veel ongelijksoortige beelden (webcams, beveiligingscamera's, videobeelden, beelden van verborgen camera's), dat de vorm de inhoud nogal voor de voeten loopt. Ook wordt de thrillerachtige spanning opgevoerd met overbodige nachtelijke ontmoetingen. Belangrijker zijn de lef en de vitaliteit die uit 15.35: spoor 1 spreken, de makers snijden interessante thema's aan. Resultaat: wild en veelbelovend." Jan Pieter Ekker op www.cinema.nl op donderdag 27 maart 2003: "15.35: Spoor 1, een in opdracht van BNN voor televisie gemaakte speelfilm, wil lijken op Finals, de bedrieglijk echte realitysoap van dezelfde omroep. De weifelende - veelal niet-professionele - acteurs, het niet al te consistente scenario en het knullige karakter van de lokale nieuwszender (die herinneringen oproept aan de pionierstijd van de televisie) staan de geloofwaardigheid danig in de weg. Hoe Oliehoek zijn best ook doet. De regisseur (...) mengt beelden van een bewakingscamera met grauwe webcambeelden en videobeelden van Benjamins onderzoek, die overgaan in gloedvolle flashbacks. Dat moet realistisch aandoen, maar blijft overduidelijk geënsceneerd. Een argeloze zapper kan misschien nog aan het twijfelen worden gebracht, in de bioscoop is dat uitgesloten. Toch brengen producent IdtV en distributeur A-Film 15.35: Spoor 1 uit in negen DocuZone-theaters en het Amsterdamse ketelhuis, waar dvd's op het doek geprojecteerd kunnen worden. Die uitbreng is wat te hoog gegrepen voor Oliehoeks whodunit, die vooral geprezen moet worden vanwege de onderwerpkeuze. Nederlandse filmmakers exploreren eindelijk de rafelranden van de multiculturele samenleving. Dat gebeurde al op televisie, door Dana Nechushtan in het lichtvoetige Dunya & Desie en door Theo van Gogh in zijn meesterlijke dramaserie Najib & Julia. Nu nog hoofddoekjes in een geslaagde bioscoopfilm." Fritz de Jong in 'de Filmkrant' van april 2003: "De film intrigeert zolang Oliehoek gebruik maakt van de beelden die afkomstig zijn van Benjamins verschillende camera's, en van andere herkenbare bronnen en de televisie (…) Minder overtuigend zijn de flashbacks die de ware toedracht onthullen. De scènes zijn te vet geënsceneerd, en doen daarmee afbreuk aan de beelden uit Benjamins videoarsenaal. Bovendien wordt de hele geschiedenis in deze scènes van a tot z uitgelegd, waar het spannender was geweest als de kijker in het duister was blijven tasten." Uitzending op televisie: zaterdag 19 april 2003 op Nederland 2 om 20.25 uur.
Première: 27 maart 2003 (8 bioscoopzalen in 7 steden)
K- 90 minuten

ADRENALINE
Roel Reiné

Met: Jason Fijal (Jason), Georgina Verbaan (Freya), Daniel Louis Rivas (Dracko), Keren Tahor (Breeze), Thomas Lockyer (Richard), Christopher Simon (officer Michelson), Rob van Vuuren (John), Abby Simpson (Anna), Louw Venter (Bill), Brett Goldin (Eddy), Gérard Rudolf (Ben), Wayne Harrison (Marc), Pierre Malherbe (Jeremy)

Nederlands-Zuid-Afrikaanse co-productie. Scenario: Aliefka Bijlsma, Roel Reiné. In ADRENALINE is Freya (Georgina Verbaan), de geliefde van Jason, plotseling verdwenen. De politie beschuldigt Jason hiervan en hij wordt gedwongen zelf op onderzoek uit te gaan om zijn onschuld te bewijzen. Hij komt erachter dat Freya lid was van een groep illegale 'Thrillseekers' onder leiding van Drako (Daniel Louis Rivas). Een groep die onder meer van flatgebouwen afspringt, voor treinen gaat liggen en banken overvalt. Jason wordt lid van die groep om zo achter de waarheid van de verdwijning en het geheimzinnige leven van Freya te komen. Muziek: Roel Kronenberg, No Rules. Titelsong: Di-rect. De door Reiné geregisseerde videoclip bij de titelsong Adrenaline van de Haagse rockformatie Di-rect werd bij de TMF Awards in april 2003 bekroond met de prijs voor de Beste Nederlandse Videoclip van het Jaar. Songs o.a. 'Rain down on me' van Kane, 'Radar love' van Golden earring en 'Not an addict' van K's choice. Uitvoerend producent: Laurette Schillings. Co-producent: San Fu Maltha. Camera: Roel Reiné. Montage: Herman P. Koerts, Roel Reiné. Art direction: Bram van de Ven. Engels gesproken. Low-budget actiefilm, die in zijn geheel met digitale camera’s is opgenomen. Reiné, die de film produceert en regisseert, noemt Adrenaline zelf een commerciële Dogma-film. ADRENALINE werd opgenomen in Noorwegen, Zuid-Afrika en Nederland met een budget van € 750.000. In september 2002 moest de film in de bioscopen te zien zijn. Doordat hoofdrolspeler Daniel Louis Rivas onverwacht eerder terug moest naar de USA om zijn tv-programma THE IT FACTOR te promoten, moest regisseur Roel Reiné de geluidsnabewerking van ADRENALINE tijdelijk stopzetten. Hierdoor kwam ook de geplande releasedatum van 27 februari 2003 in gevaar. Nieuwe datum werd 10 april 2003. De enige bekende naam op de titellijst is Georgina Verbaan, maar zij zit slechts vijf minuten in de film. Reiné vond dat het laboratorium prutswerk had geleverd bij het opblazen naar 35 mm. Hierdoor zijn de personages op de voorgrond vaak onderbelicht en zwart zodat je niemand kunt herkennen en de achtergrond overbelicht waardoor je er bijna niets meer van kunt zien. Persreacties: Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 9 april 2003: "Welke bijdrage zo'n onprofessioneel geproduceerde, zowel fiscaal als door het Filmfonds met overheidsgeld ondersteunde film, zou kunnen leveren aan de progressie van de Nederlandse filmcultuur, is mij een raadsel." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van donderdag 10 april 2003: "Gedraaid met makkelijke hanteerbare dv-camera's presneteert Reiné scènes die soms zo donker zijn dat geen enkel personage te herkennen is. De opgefokte stijl zit de film in de weg. Adrenaline biedt een dun verhaal dat tamelijk eentonig overkomt, ondanks de krampachtige pogingen om het zo opwindend mogelijk in beeld te brengen. Te veel herhaling is dodelijk en wordt op den duur zelfs stomvervelend. Zeker als er geen enkel personage in voorkomt dat beklijft." Eric Koch in 'de Telegraaf' van donderdag 10 april 2003: "Zijn [Jasons] avonturen (…) komen over als een eindexamenproductie van een ambitieuze leerling van de filmacademie (…) lelijk opgeblazen tot 35 mm (…) De houterige tv-acteurs werken niet mee (…) Niets wordt spannend opgegespoord; elke clou is door Reiné zelf als een paasei in een la of onder een graspol gestopt om 'toevallig' opgeraapt te worden." [Martijn] Warnas Movie Academy: "het eindresultaat is een film die het hooguit verdient om op een 15-inch monitor bekeken te worden als illegale DVD-rip, als iedereen dronken is maar niemand de behoefte heeft zelf te bungee-jumpen." Maurice van Turnhout op XI-Online: "Reiné pretendeert een B-film te maken, maar hij onthoudt zich er van om de 'verboden vruchten' van het genre ook werkelijk te plukken. Hier en daar zien we een druppel bloed, een flard van een tiet of een tong, maar het wordt allemaal plichtmatig en zonder durf gedaan, zonder prikkel. Bijna alle stunts zijn bovendien vormgegeven in onverschillige long shots, zodat de kijker geen deelgenoot wordt van de veronderstelde sensatie." Adrenaline trok in het eerste weekend niet meer dan 600 bezoekers. Directeur P. Hermeling van distributeur A-Film: "We hadden meer van de film verwacht. Publicitair gezien zijn we er zeker in geslaagd de film op de kaart te zetten, maar blijkbaar is het publiek nog niet klaar voor een grote Nederlandse actiefilm met een Amerikaanse uitstraling." De distributeur hoopte dat Adrenaline het in de verhuur beter zal doen. ADRENALINE werd op zaterdag 3 januari 2004 door de Nederlandse filmjournalisten uitgeroepen tot de slechtste bioscoopfilm van 2003. Aan de enquête deden vijftig filmjournalisten mee van onder meer NRC Handelsblad, De Volkskrant, Nieuwe Revu, Preview, radio 3fm en de Gaykrant. Website: http://www.adrenalinethemovie.com.
Première: 10 april 2003 (10 bioscoopzalen) 702 bezoekers
K-97 minuten

DE ARM VAN JEZUS
André van der Hout

met: Huug van Tienhoven (Hendrick IJzermans), Ferry Heyne (zoon Jacob), Frank van den Bos (taxichauffeur), Diester Weele (Jacob IJzermans, 7 jaar), Wim ter Weele

Scenario: André van der Hout. De Arm Van Jezus vertelt het verhaal van vader en zoon IJzermans. Vader is mijnwerker en wil de mijn ontvluchten en vervolgens naar Amerika gaan. Maar de gestolen maandlonen brengen hem niet verder dan Rotterdam, waar hij blijft hangen. Zoon IJzermans is een handelaar. Op doorreis in Rotterdam ontdekt hij dat zijn vader ook in de stad is. Hij gaat op zoek naar zijn vader. Camera: Adri Schrover. Productie: Arry Voorsmit. Sales: Riba Filmproductions. Montage: Adri Schrover, André van der Hout. Geluid: Kees de Groot. De meeste leden van de popgroep Kift vervullen een rol in de film: de toetsenist zelfs een driedubbele. Een groot deel van de film is gemaakt van oude Super 8 opnames, zogenaamde 'found footage', iets dat van der Hout vaker gebruikt. Musicalelementen en archiefmateriaal worden vermengd in dit surrealistische drama. Voor VPRO's Lolamoviola gemaakte film. De Arm Van Jezus ging op vrijdag 24 januari 2003 tijdens het filmfestival van Rotterdam in première. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 5 februari 2003: " De mengeling van archiefmateriaal, melancholieke en bizarre liedjes, en vervreemdende locaties (cameraman Adri Schrover filmde de Rotterdamse Maasvlakte als een surrealistisch niemandsland) werkt wonderwel. Dat de film toch niet meer is dan een geslaagde stijloefening, is te wijten aan het acteren, dat nauwelijks emoties oproept." André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 5 februari 2003: "Ondanks het drama bevat de film een lichte, droogkomische toon. Dat zit in de dialogen en situaties maar vooral in de visuele humor die Van der Hout gebruikt." Fritz de Jong in 'Het Parool' van 11 maart 2003: (...) De gespeelde scènes pakken helaas een stuk minder goed uit dan de archiefbeelden, wat vooral te wijten is aan de gekunstelde literaire dialogen en door het ontoegankelijke, en eerlijk gezegd ook niet al te beste acteerwerk. Decennia oude beelden van een anonieme havenarbeider, die bedolven wordt onder een vracht steenkool, roepen in deze film grotere emoties op dan alle dramatisch bedoelde speelscènes bij elkaar." Uitgezonden bij de VPRO op dinsdag 11 maart 2003. Prijs van de Nederlandse Filmkritiek 2003. International Film Critics' Award op het filmfestival Mannheim-Hedelsberg in november 2003.
Première: 6 februari 2003 (Het Ketelhuis, Amsterdam; in totaal 2 kopieën) 1.203 bezoekers
K-71 minuten

CLOACA
Willem van de Sande Bakhuyzen

Met: Gijs Scholten van Aschat (politicus Joep), Pierre Bokma (ambtenaar Pieter), Peter Blok (advocaat Tom), Jaap Spijkers (regisseur Maarten), Marleen Stoltz
Scenario: Maria Goos. Film over vier studievrienden die elkaar weerzien tijdens hun midlifecrisis. Ondanks hun ogenschijnlijke geluk zijn allen ontevreden over hun huidige bestaan en wat ze hiervoor hebben moeten inleveren. Hun samenkomst ontaardt in een verbale krachtmeting waarin ambitie en verraad de boventoon voeren. Joep is lid van de Tweede Kamer. Hij zit in een huwelijkscrisis en duikt zo lang onder bij Pieter. Pieter werkt als ambtenaar bij de gemeente. Jarenlang heeft hij voor zijn verjaardag een schilderij uit het gemeentelijk kunstdepot mogen uitkiezen, maar nu ze veel waard blijken te zijn, wil de gemeente de kunstwerken terug. Tom is een aan coke verslaafde topadvocaat. Hij probeert Pieter te helpen, maar is door zijn verslaving eigenlijk uitgerangeerd als advocaat. De vierde vriend, Maarten, staat vlak voor de première van zijn theaterstuk waarin Joeps 18-jarige dochter, met wie hij heimelijk een relatie heeft, een rol speelt. De mannen besluiten uit solidariteitsgevoelens elkaar te helpen, maar de oude vriendschap en vroegere verwachtingen blijken niet bestand tegen de tand des tijds en hun zelfzuchtige ambities. Muziek: Fons Merkies. Songs o.a. 'Nightboat to Cairo' van Madness. Productie: Anton Smit, Hanneke Niens. Camera: Guido van Gennep. Montage: Wouter Jansen. Productie design: Harry Ammerlaan. Geluid: Kees de Groot. Mixage: Paul Bijpost. Editor: Wouter Jansen. Muziek: Fons Merkies. Productiemaatschappij: IdtV. Televisiemaatschappij: AVRO-tv. Distributie: A-Film. In 2002 regisseerde Van de Sande Bakhuyzen het succesvolle toneelstuk Cloaca, gebaseerd op een scenario van Maria Goos, bij Het Toneel Speelt. In 2003 bewerkte hij het tot een Telefilm. Het filmscenario van 'Cloaca' verschilt - veel meer dan bij 'Familie' het geval was - sterk van het toneelscript. In tegenstelling tot het toneelstuk speelt de film zich op verschillende locaties. De samenstelling van de cast werd daarentegen niet gewijzigd. Cloaca is de groet van de mannen. Een woord, dat riool kan betekenen, of het uiteinde van de endeldarm bij vogels en reptielen, waaruit ze niet alleen poepen, maar ook eieren leggen. Het kan volgens Van Dale tevens gebruikt worden om de laagste orde der zoogdieren aan te duiden. Pieter Bots in 'de Filmkrant' van oktober 2003: "(…) In het toneelstuk (…) vielen vooral de komische kwaliteiten van 'Cloaca' op. (…) Maar de film (…) heeft een grondtoon in mineur. (…) het evenwicht tussen hilariteit en tragiek is in de verfilming naar een kant doorgeslagen, waardoor zij aan rijkdom verloren heeft." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 22 oktober 2003: "(...) De verandering van toneelstuk naar film heeft Cloaca de juiste tragische lading gegeven. Pijnlijk zijn de scènes waarin de handeling stilligt en de camera de mannen in een ingekeerde stemming toont. Het zijn tragische beelden, omdat zij zich op die momenten bewust zijn van hun mislukte levens: het komt nooit meer goed. Jammer dat scenariste Maria Goos en regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen de verleiding niet konden weerstaan aan het einde dramatisch uit te pakken. Het was al treurig genoeg." Erik Spaans in 'HP/De Tijd': (...) Dit lijkt me dan ook een goede gelegenheid voor de eenmalige constatering dat Gijs Scholten van Aschat een HEEL GOEDE acteur is. Als hij voor het einde van dit decennium geen oeuvreprijs heeft ontvangen op het Nederlands Film Festival zal ik persoonlijk het comite 'Gijs moet een prijs' oprichten." In première op donderdag 25 september 2003 tijdens het Nederlands Film Festival. Speciale Juryprijs tijdens de Gouden Kalf-uitreiking 2003 voor Peter Blok, Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat en Jaap Spijkers. Willem van de Sande Bakhuyzen won de Publieksprijs. CLOACA werd op zaterdag 3 januari 2004 door een selectie van de Nederlandse filmjournalisten uitgeroepen tot de beste Nederlandse bioscoopfilm van 2003. Aan de enquête deden vijftig filmjournalisten mee van onder meer NRC Handelsblad, De Volkskrant, Nieuwe Revu, Preview, radio 3fm en de Gaykrant. Bioscoop top 20 noteringen: 10, 6, 5, 7, 10, 10, 11, 16, 14, 13, 13, 13, 13, 17, 20, 19. Gouden Film op donderdag 8 januari 2004. Zilveren Krulstaart op de Dag van het Scenario in september 2004. Prix Europa op 22 oktober 2005 (6000 euro; Prix Europa is een wedstrijd voor televisie-, radio- en internetproducties).
Première: 23 oktober 2003 (15 bioscopen) 86.365 bezoekers in 2003 en 48.585 in 2004.
K-108 minuten

DOGVILLE
Lars von Trier

Met: Nicole Kidman (Grace Harriet Andersson), Gloria Lauren Bacall (Ma Ginger), Jean-Marc Barr (The Man with the Big Hat), Paul Bettany (Tom Edison), Blair Brown (Mrs. Henson), James Caan (The Big Man), Patricia Clarkson (Vera), Jeremy Davies (Bill Henson), Ben Gazzara (Jack McKay), Philip Baker Hall (Tom Edison Sr.), Siobhan Fallon-Hogan (Martha), John Hurt (Narrator-voice), Zeljko Ivanek (Ben), Udo Kier (The Man in the Coat), Cleo King (Olivia), Miles Purinton (Jason), Bill Raymond (Mr. Henson), Chloë Sevigny (Liz Henson), Shauna Shim (June), Stellan Skarsård (Chuck), Erich Silva, Katrin Cartlidge

Scenario: Lars von Trier. De film vertelt het verhaal van Grace (Nicole Kidman) die zich, tegen beter weten in, volledig overlevert aan de wensen en grillen van de kleine, besloten gemeenschap van Dogville. Na maanden van uitbuiting en slavernij neemt zij wraak. Geproduceerd door Zentropa Entertainments (Denemarken) en gecoproduceerd door Els Vandevorst en Ineke van Wierst van Isabella Films, 4 & ½ (Noorwegen), Memfis (Zweden) en Slot Machine (Frankrijk). Camera: Anthony Dod Mantle. Sales door Trust Sales. Sount assistant: Joost van Heerden. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 27 augustus 2003: "(…) Dogville had een experimenteel meesterwerk kunnen worden, maar zo ver komt het niet. Drie uur is te lang voor het simpele, rechtlijnige verhaaltje. Ook irriteert de voice-over, die melig-ironisch commentaar geeft op de gebeurtenissen. Als Von Trier het drama zelf met een knipoog benadert, moeten wij het dan serieus nemen?" Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 27 augustus 2003: "(...) Er zullen veel mensen zich vervelen bij het bijna drie uur durende Dogville. De film laat zich met weerzin veroveren. Maar net zoals Breaking the Waves mij ergerde en Dancer in the Dark eindeloze tranen op liet wellen, zo is Dogville een aangenaam elektrificerende sensatie voor het brein. Ik ben benieuwd of Von Trier nog eens een film zal maken die direct het hart beroert." Bioscoop top 20-noteringen: 9, 7, 7, 8, 11, 14, 19, 19, hernieuwd op 20, 17, 17, hernieuwd op 19, 18. Opgenomen in het competitieprogramma van Cannes 2003. Dogville kreeg vier nominaties bij de European film awards 2003 in november 2003: best European film, best European director, best European screenwriter (drie maal Lars von Trier) en best European cinematographer: Anthony Dod Mantle (voor zowel Dogville als 28 days later). Twee European Film Awards werden begin december verzilverd: (Beste Regie, Beste Fotografie).
Première: 28 augustus 2003 (15 bioscoopzalen) 65.719 bezoekers
K-177 minuten

GRIMM
Alex van Warmerdam

met: Halina Reijn (Marie), Jacob Derwig (Jacob), Carmelo Gómez (Diego), Elvira Mínguez (Teresa), Ulises Dumont (Luis), Frank Lammers (boer), Annet Malherbe (boerin), Maria Teresa Berganza (moeder), Johan Leysen (vader), Jaap Spijkers (hoerenloper), Laura Cepeda (Dolores), Lola Peno (vrouw op balkon), Fernando Moraleda (man op balkon), Peggy Sandaal (Sofia), Henri Garcin (Don Felipe), Ingeborg Elzevier (Dona Isabel), Kees Prins (dronkeman), Janfri Topera (guardia civil 1), Benjamin Seva (guardia civil 2)

Scenario: Alex van Warmerdam. Comedy-drama. Jacob en zijn zus Marie worden op een kwade winterdag in een groot bos achtergelaten door hun werkloze, Hollandse vader. Jacob vindt in zijn jas een briefje van zijn moeder die hem en zijn zus maant naar haar broer in Spanje te gaan: 'Die kan jullie verder helpen'. Na een helletocht door het bos arriveren zij uiteindelijk in Spanje, waar hun oom blijkt te zijn overleden. Vervolgens ontmoet Marie Diego, een rijke Spaanse chirurg die met zijn overheersende zuster Teresa samenwoont. Tot verbijstering van Jacob wil Marie met Diego trouwen. Ook na de bruiloft probeert de jaloerse Jacob zijn zusje bij Diego weg te krijgen. Als dat niet lukt, begint hij zijn zwager te tarten. Al snel blijkt dat dit voor niemand onbestraft blijft. Muziek: Alex van Warmerdam. Scenario: Alex van Warmerdam in samenwerking met Otakar Votocek. Fotografie: Tom Erisman. Licht: Erno Das. Geluid: Roberto van Eijden. Production designer: Miguel Lopez Pelegrin. Kostuums: Bina Daigeler, Leonie Polak. Make-up: Winnie Gallis. Beeldmontage: Stefan Kamp. Geluidsontwerp: Peter Flamman. Uitvoerend producent: Wim Lehnhausen. Producent: Marc van Warmerdam. Executive producers: Wouter Barendrecht, Michael J. Werner. GRIMM werd mogelijk gemaakt door ondersteuning van Nederlands Fonds voor de Film, CoBo-Fonds, Ministerie van OCenW, Rotterdams Film Fonds, FINE BV, Fortissimo Film Sales, A-Film Distribution, Graniet Film BV, Orkater. Distributeur: A-Film. Spaans en Nederlands gesproken. Opgenomen in Nederland, Duitsland, België en Spanje. De film is in de verte geïnspireerd op het niet zo bekende sprookje 'Broertje en Zusje' van de gebroeders Grimm. Van Warmerdam: “Het verhaal draait om de verhouding tussen een broer en een zus, maar de film moet zo worden dat het woord incest niet eens bij de toeschouwer opkomt.” De kinderrollen werden gespeeld door volwassen, omdat de regisseur Marie wilde laten trouwen met een chirurg en dat kan niet als ze dan 12 is. De opnames voor Grimm met een budget van 8,5 miljoen gulden zouden aanvankelijk in oktober 2001 startten. Door medewerking van de diverse fondsen en door het budget omlaag te brengen, kon de film toch gemaakt worden. Bij Grimm mislukte de financiering toen op 15 juli 2002 - na herhaaldelijk uitstel - een nieuwe fiscale filmregeling van kracht werd. Producent Graniet had tot die datum onvoldoende particulier kapitaal bijeengekregen om de CV te laten slagen; in plaats van de beoogde 4 miljoen euro slechts 700.000 euro. Verlenging van de oude regeling was volgens toenmalig staatssecretaris Bos onmogelijk. Onder de nieuwe regeling kon Grimm niet de financiering op tijd bijeen krijgen om de beoogde opnamedatum te halen. Hierdoor dreigde de film tussen de wal en het schip te vallen. Met instemming van staatssecretaris Van Leeuwen van OC&W hebben de fondsen een eenmalige extra inspanning geleverd om het project door te laten gaan zonder CV-financiering. De financiers hebben zich unaniem achter Grimm gesteld vanwege de unieke artistieke reputatie van filmmaker Alex van Warmerdam. Bovendien speelt naast de inhoudelijke afweging de internationale potentie van deze film een doorslaggevende rol. De betrokken partijen wilden bovendien voorkomen dat de Nederlandse filmindustrie verder stagneert door wisselende fiscale regels en de onzekerheid over het filmbeleid van de regering, die de sector plaagt sinds het begin van 2001. Het doorgaan van een belangrijk telescoopproject als Grimm kan volgens de fondsen een positief signaal zijn voor filmmakers in Nederland. Opgenomen in o.a. Studio 3 in het businesspark Amstel te Amsterdam, waar een Spaanse villa werd nagebouwd. De bosopnamen werden gemaakt in Duitsland. Alex van Warmerdam speelt voor het eerst niet mee in zijn eigen film: "Ik had er gewoon geen zin in. Na vier films maar eens een film zonder Alex van Warmerdam. En dat vond ik niet erg, want zelf meedoen is toch een extra belasting." Over de kernachtigheid van acteren in 'Trouw' van 5 december 2003: "Alsof je de figuren zelf hebt uitgeknipt. Niet naturel. Van mij moeten de acteurs altijd veel weglaten. Dat gaf wel problemen met Ulises Dumont (de butler). Een heel goede acteur, maar hij deed altijd maar wat. Dan zat hij weer aan zijn neus. 'Heel goed, maar doe dat maar niet', zei ik dan. En dan wist hij niet waar ik op doelde. Schokkend vond ik dat en nogal irritant. Bij hem heb ik het ook maar opgegeven. Ik kreeg er geen vat op." Hylke Brandsma in 'PreView' van november 2003: "Van Warmerdams vijfde behelst een kruising tussen Hans en Grietje, Blauwbaard en High noon. (…) Het is in deze [Spanje] zonovergoten omgeving dat regisseur Van Warmerdam zijn eigen, uit duizenden herkenbare signatuur inruilt voor een meer stereotiep Europees arthouse-gevoel (…) Oook is er een probleem met de casting. Hoewel Derwig en Reijn het er niet slecht vanaf brengen (als ziet Derwig er iets te gezond uit om een uitgehongerde indruk te maken) hadden hun rollen eigenlijk gespeeld moeten worden door tieneracteurs (iemand als Laurentien van den Broeck (…) Dat zou de bij het verhaal horende seks- en geweldscenes schokkender hebben gemaakt, en daarmee de film aangrijpender. Nu houdt Van Warmerdams absurdistische humor de film nog net aan de goede kant van de streep." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 3 december 2003: "(…) Grimm is niet Van Warmerdams beste film, maar het werk van een filmmaker op zoek naar nieuwe wegen. (…) Grimm is een inconsistente film, wat voortkomt uit Van Warmerdams zoektocht naar een nieuwe stijl. De film begint ijzersterk, maar verwordt in Spanje tot vrijblijvende Spielerei. Wie zoekt, vindt in Grimm veel verwijzingen naar bekende sprookjes, maar ze zijn zonder betekenis. De film is bij vlagen grappig en soms bijna melig, maar er lijkt niets op het spel te staan. Het absurdisme in Van Warmerdams vroegere werk verwees naar Hollandse kneuterigheid en benepenheid, maar in Grimm hangt het absurdisme in het luchtledige. Van Warmerdam heeft zijn oude schoenen weggegooid, maar heeft nog geen nieuwe." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 3 december 2003: "(...) Grimm lijkt wel een debuut, omdat de film fris is, en raar, en mank, en hoewel herkenbaar, toch zo heel anders dan we van Van Warmerdam gewend zijn: duister in plaats van ongerijmd, uitgebeend in plaats van gestileerd, abstract in plaats van dubbelzinnig helder. De film lijkt wel een debuut, omdat we kennis maken met een nieuwe, andere, een bozige, in plaats van een verbaasde regisseur. Die Nederland achter zich liet en zag dat het in het Verenigd Europa ook om seks, vlees en enge mannen draait, maar zoveel griezeliger en gruwelijker dan de slagers en postbodes uit het liniaalrechte Nederland. Grimm heeft met de beste, geniaalste debuutfilms gemeen dat er met een staalspons overheen is geschraapt, om alles te schrappen wat ingewikkeld was of duur en toch overvol met invallen, en beelden bleef, als een half wakend beleefde droom na een vermoeiende dag. De film heeft ook de kleur van staal, zwartig, in de sneeuw, in de regen, in de gemene Spaanse zon waar alles eindigt. En net zoals veel eerstelingen is de film te lang gekoesterd, waardoor er beelden in zijn blijven zitten, waarvan je vermoedt dat ze alleen nog voor de regisseur een bedoeling hebben. Als je de film vaker ziet, krijgen ze wel betekenis, want ze zaten al in Van Warmerdams andere films: het brommertje, het altaartje, de koe. (...) Films als Grimm moeten gekoesterd worden, zoals debuten soms verdedigd moeten worden, omdat het vermogen om naar hele eigen-aardige verhalen te kijken (en te vertellen!) niet mag verdwijnen uit de Nederlandse filmwereld. Wat mij wel bevalt aan Grimm is in ieder geval dat hij genoeg luikjes en laatjes vol verrassingen heeft om er tijdens het koesteren ook, af en toe hoofdschuddend, van te gaan houden." Eric Koch in 'de Telegraaf' van 4 december 2003: "(…) In de dalende curve van Van Warmerdams filmcarrière is GRIMM na DE JURK een nieuw dieptepunt. Zijn sprookje (…) gaat van niets naar nergens. Van Warmerdam lijkt een jongetje dat mag spelen met de filmrekwisieten die hij in een achterkamertje van een westerndecor in GRIMM toont. (…) 'Ik wil naar huis'roept Halina Reijn (die net als Jacob Derwig beter materiaal verdient) in de slotbeelden. Daar verlangden wij al veel eerder naar." Belinda van de Graaf in 'Trouw' van 4 december 2003: "(…) Aan bijna burleske intermezzo's geeen gebrek. Kostelijk zijn Annet Malherbe en Frank Lammers als de Hollandse boer en boerin met geheime agenda. Hetzelfde geldt voor Jaap Spijkers als hoerenloper en Kees Prins in zijn jiskefetse optreden als dronkaard. (...)" Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad': "(…) Het Spaanse avontuur neemt het grootste deel van Grimm in beslag. Het is ook het minst geslaagde. (…) Grimm loopt in dramatisch, visueel en hilarisch opzicht langzaam leeg. Ook de erotische spanning tussen broer en zus werkt op den duur niet meer. En daar was het toch allemaal om begonnen." Bioscoop Top 20 noteringen: 10, 15, 15, 16, 15, 16, 19, 20. Alex van Warmerdam kreeg de SKRIEN AFFICHEPRIJS 2004 voor zijn posterontwerp voor zijn film Grimm. De jury prijst vooral de communicatieve kracht ervan. Met relatief eenvoudige middelen wordt de beoogde doelgroep direct aangesproken en wellicht enthousiast gemaakt.Maar een goed filmaffiche is in de ogen van de jury meer dan een effectief wervingsmiddel. De Skrien Afficheprijs 2004 ging daarom naar een filmposter van grote stilistische waarde. De poster laat een geschilderde still zien van een essentieel beeld uit de film. Dat beeld is voorbeeldig in balans met de heldere typografie, de witte kaderrand, en de kleurige rij van sponsorlogo's op de voorgrond. Het is een eenheid, en zo hoort het ook. Het grauwe, sombere beeld van het affiche weerspiegelt naadloos de film die het aanprijst. Ook dat acht de jury van groot belang. Op grotere kijkafstand is het affiche leesbaar en herkenbaar, en blijft het zijn kracht behouden, wat niet van alle affiches van dit jaar kan worden gezegd. Dat het affiche herkenbaar is als een affiche van Alex van Warmerdam, zegt veel over de eigenheid en uniciteit van deze veelzijdige kunstenaar. Zoveel originaliteit kan niet genoeg geprezen worden. De prijs bestaat uit een ingelijst klassiek affiche van Jonge harten en een geldbedrag van 250 euro. Website: http://www.granietfilm.nl.
Première: 4 december 2003 (16 bioscoopzalen) 20.127 bezoekers in 2003 en 16.336 in 2004.
K-103 minuten

INTERVIEW
Theo van Gogh

Met: Katja Schuurman (Katja), Pierre Bokma (Pierre), Theo Maassen (Theo), Ellen ten Damme (Ellen), Michiel de Jong (soapie), Tinoes Fenanlamrer (agent), Monique Meijer (agent)

Scenario: Theodor Holman, naar een idee van Hans Teeuwen. Soapster Katja en kwaliteitsjournalist Pierre (Pierre Bokma) spelen in het woonhuis van Schuurman, waar zij de interviewer ontvangt, een verbale versie van verstoppertje. Pierre, opgezadeld met een klus beneden zijn stand, wil revanche op zijn krant. Katja, beledigd door de arrogantie van de zelfbenoemde intellectueel, ziet het tweegesprek als dé kans om wraak te nemen op de mensen die denken dat haar talent beperkt blijft tot een paar opgeblazen borsten. De zaken lopen een beetje (boel) uit de hand. Camera: Thomas Kist. Geluid: Leo Franssen. Art direction: Ruud van Dijk. Muziek: Rainer Hensel. Eindsong: 'See all her faces' door Dusty Springfield. Eindredacteur Humanistische Omroep: Bert Janssens. Montage: Léon Verkade. Producenten: Theo van Gogh, Gijs van de Westelaken. Op (15 of) 17 december 2002 belde Hans Teeuwen naar Theodor Holman met het idee, Theodor heeft de hele kerst op Texel gezeten om te schrijven, tien dagen later was het scenario af. De film is in februari in vijf dagen geschoten op digitale video, dat was de enige periode dat zowel Pierre als Katja konden. Kosten: 320.000 Gulden: 2 ton voor het filmen en 120.000 voor het opblazen. De 2 ton komt van de Humanistische Omroep, de 120.000 gulden van het Fonds. Voornamelijk geschoten in shots van 14-15 minuten, met drie camera's. Er is niets geïmproviseerd. In de montage is er een half uur uitgehaald, want de eerste montage duurde twee uur. De film werd in vijf dagen bij Katja Schuurman thuis in Amsterdam opgenomen. Katja heeft zich voor de film een blonde coupe laten aanmeten. Katja's huisnummer is niet in beeld. De auto die tegen het paaltje botst in de eerste scène: dat stond niet in het script. De val van het kabinet Balkenende is in journaalbeelden te zien. De film beleefde op maandag 26 mei 2003 zijn officiële première. Dialoog: 'Albert Verlinde? Is dat die niet die aan AIDS overleden journalist?' Albert Verlinde viel in zijn column in 'Weekend' Katja Schuurman af 'Ze is geen mens meer, maar een product'. Op haar beurt noemde Schuurman Verlinde in de film 'een dodelijk aids-slachtoffer'. Regisseur Van Gogh voerde daarna de spanning op met een treiterige advertentie op de voorpagina van 'Het Parool' van maandag 26 mei 2003. Verlinde hapte niet en was niet bij de première aanwezig. In oktober 2003 wordt gewerkt aan een Amerikaanse remake van de film. De onderhandelingen met Amerikaanse producenten zijn in een vergevorderd stadium. De film zal worden geregisseerd door Theo van Gogh zelf. Dit zou betekenen dat de regisseur met de Amerikaanse Interview zijn buitenlandse filmdebuut maakt. Voor de vrouwelijke hoofdrol wordt Madonna benaderd. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 28 mei 2003: "Interview doet denken aan Van Goghs lowbudget films 06 en Blind date, die ook voor een habbekrats werden gemaakt. De guerrilla-aanpak - de film werd in vijf nachten opgenomen - heeft een vitale film opgeleverd met scherpe en geestige dialogen. Helaas zakt de spanningsboog nogal eens in. Dat Interview het dédain van de culturele elite voor de massacultuur aan de orde stelt, maakt een achterhaalde indruk. Is de muur tussen hoge en lage cultuur lang geleden al niet geslecht?Teleurstellend is het spel dat de makers spelen met Schuurmans roddelpers-imago. Ze prikken er niet doorheen, maar zetten het lekker stevig aan: ze parkeert haar auto tegen de pui van haar woning, speelt met mannen, houdt van een stevig glas, snuift cocaïne en is sluw. Interview is wel de eerste film waarin Schuurman een volwaardige rol speelt. Ze doet het met flair, maar schiet tekort op dramatische momenten. Omdat Pierre Bokma zich makkelijk staande houdt, legt de soapcultuur het in Interview onbedoeld toch af tegen de hoge cultuur." Dick van den Heuvel in 'de Telegraaf': 'Van Gogh is rustiger in zijn regie dan hij ooit is geweest. Hij wijkt geen moment van zijn personages en dat levert een van de beste Nederlandse films van de laatste paar jaar op. (...) 'Interview' zal ter zijner tijd ongetwijfeld een ruime greep doen in de voorraad Gouden Kalveren." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant: "Holmans grote gebaren maken het voor Schuurman en Bokma, ondanks stijlvast spel, onmogelijk de dialoog op scherp te houden. Interview mist het raffinement om echt te verrassen en is te vlak om als parodie raak te schieten." Bioscoop top 20 noteringen: 13, 20. De wereldpremière van de Amerikaanse versie van ‘Interview’ vond op maandag 7 mei 2007 plaats in de Amsterdamse bioscoop Tuschinski. Steve Buscemi regisseerde de eerste remake van een Van Goghfilm. Uit 'De Pers' van dinsdag 8 mei 2007: "‘Ik had nog nooit een film van Theo van Gogh gezien. Ik wist natuurlijk van zijn tragische moord, maar ik was vooral nieuwsgierig naar zijn werk. Het is niet makkelijk om aan zijn films te komen in de VS.’ Buscemi praat enthousiast over zijn eerste aanraking met Van Goghs films. Vooral Interview sprak hem onmiddellijk aan: ‘I was really blown away by Pierre en Katja.’ Een van de populairste iconen van de hedendaagse Amerikaanse cinema werd gevraagd om een remake van de oer-Hollandse film Interview te maken. Ons nationaal sekssymbool Katja werd vervangen door tabloidfavorietSienna Miller (ex van Jude Law) en toneelacteur Pierre Bokma door Buscemi zelf. ‘Het was vermoeiend om zowel de hele tijd voor de camera te staan als ook de regie te doen. Ik had veel liever gehad dat Theo hem zelf had geregisseerd.’ Buscemi vond het vooral belangrijk om de spirit van de originele film te behouden. Hij wilde zeker geen letterlijke kopie maken. ‘Ik wil dat het ook interessant is voor het publiek dat het origineel al kent.’ Die spirit zit er zeker in. Hij werkte dan ook met de oorspronkelijk Nederlandse crew en met Van Goghs triple camera shooting system. ‘In de States filmen wij erg traditioneel. Het was interessant om nu eens met drie digitale camera’s tegelijk te werken en zo lang aan een stuk door te filmen.’ Van Gogh schoot altijd eerst de close-ups om zoveel mogelijk van de spontaniteit te behouden. ‘Sienna en ik verzetten ons hier aanvankelijk tegen. In Amerika schiet je de close-ups aan het einde als je je rol door en door kent. Daar komt weinig spontaniteit bij kijken. Theo hield van verrassingen.’ Hij geeft toe dat het een uitdagende manier van werken is. ‘Het is voor een acteur ook heel bevrijdend. Het spel in Theo’s films is erg levendig en intiem. Ik wilde graag ontdekken hoe hij dat had bereikt.’ Niet alleen bereikt Buscemi hetzelfde resultaat, hij perfectioneert die stijl. Het spel van Miller en Buscemi is natuurlijker en overtuigender dan van Katja en Pierre Bokma. Ook verbetert Buscemi een aantal plotlijnen. Toch is zijn remake overduidelijk een eerbetoon aan Theo van Gogh. De film zit vol met verwijzingen naar de vermoorde filmmaker: een ingelijste foto van Katja en Theo op het dressoir, een fan die Theo heet en een cameo appearance van Katja. Vooral de verhuiswagen met grote zonnebloemen erop van de firma ‘Van Gogh Movers’ doet de kijker vermoeden dat geld noch moeite zijn gespaard voor Interview. Buscemi schiet in de lach: ‘Van Gogh Movers’ zijn al jaren een begrip in New York. Ik had een vrachtwagen nodig in een scène en dit leek me wel leuk. Ik heb er zelfs een persoonlijke connectie mee, want ik ben ooit verhuizer geweest en heb nog als freelancer voor deze jongens gewerkt. Ik vroeg me al af waarom iedereen daar toch steeds naar vraagt. Nee, ik had echt het budget niet om zelf zo’n wagen te laten maken’, benadrukt hij. ‘Alle verwijzingen zijn er heel natuurlijk ingeslopen. Geen enkele hint richting het origineel is van tevoren verplicht gesteld. De foto van Katja en Theo vond ik vooral mooi en passend in de loft van het personage ‘Katya’. Of ik het shot zou gebruiken wist ik nog niet. Grappig genoeg is die foto uiteindelijk in de Amerikaanse trailer terechtgekomen. Ze wisten niet eens wie het waren, ze vonden het gewoon een intrigerende foto. Hier zullen deze verwijzingen iedereen opvallen, maar in Amerika natuurlijk niet.’" Interview ging op donderdag 10 mei 2007 in première.
Première: 28 mei 2003 (9 bioscoopzalen) 7.539 bezoekers
K-90 minuten

KEES DE JONGEN
André van Duren

Met: Ruud Feltkamp (Kees Bakels, 12), Hannah Cheney (Rosa Overbeek, 12), Theo Maassen (Vader), Monic Hendrickx (Moeder), Tjitske Reidinga (Juffrouw Dubois), Nelly Frijda (Opoe), Tanja Jess (Tante Jeanne), Hans Kesting (Meester), Wim van der Grijn (Opa), Frederik Brom (Oom Dirk), Carine Crutzen (Mevr. Bogaerts), Hans Dagelet (Kleermaker Kraak), Egbert-Jan Weeber (Kees, 23), Katja Herbers (Rosa, 23), Yannick van ve Velde (De Veer, klasgenoot van Kees), Sebas Berman (Van Dam, klasgenoot van Kees), Geert Lageveen, Serge Henri Valcke, Joep Onderdelinden, Carol van Herwijnen, Johan Ooms, Eva van der Gucht

Scenario naar het gelijknamige boek van Theo Thijssen. Kees Bakels, een 12-jarige Amsterdamse schooljongen in het Amsterdam van 1895, ontwikkelt zich van een fantasierijke, dromerige jongen tot een doener die zijn verantwoordelijkheden neemt. Voor een deel wordt hij daarbij gedwongen door de omstandigheden. De ziekte en dood van zijn vader, het steeds slechtere economische klimaat en een sprankelende jeugdliefde (Rosa) versnellen die ontwikkeling. Kees redt zich uit iedere moeilijkheid door 'm weg te fantaseren. We zien hem Rosa redden als ze door een aanstormende koets overreden dreigt te worden, zijn schermleraar verslaan, virtuoos viool spelen, vloeiend Frans spreken en bij de rijken kind aan huis zijn. Hij tuigt z'n vrekkige grootouders af, maakt afspraakjes met Rosa, loopt weg van huis en springt in de gracht om andere kinderen te redden. Scenario: Bob in ´t Hout, Maarten Lebens. Camera: Steve Walker. Geluid: Marcel de Hoogd. Kostuum ontwerp: Marie Lauwers. Grime: Ingrid Dorresteijn (Head Affairs). Production design: Dirk Debou. Digitale beeld effecten: Hans Loosman (Valkieser Capital Images). Montage: Martyn Gould. Muziek: Mark van Platen. Opnameleiding: Gerrit Martijn. Locatiewerk: Tijn Heerkens. Line producer: Chris Derks. Uitvoerend producent: Guurtje Buddenberg. Co-producent: Terry Glinwood. Producent: Matthijs van Heijningen. KEES DE JONGEN is de 36ste speelfilm die Sigma produceert. Producent: Matthijs van Heijningen. Distributie: UIP. Theo Thijssen (1879-1943) werd zelf in de Jordaan geboren en putte inspiratie uit zijn eigen jeugd en de jaren dat hij zelf als onderwijzer, in de Jordaan, voor de klas heeft gestaan. Verder was hij politiek actief als Gemeenteraadslid in Amsterdam en Lid van de Tweede Kamer als onderwijs specialist. Kees is zijn beroemdste boek. De eerste druk is van 1923 en er volgden er nog 38 waarvan de laatste in het jaar 2000 bij Querido. Scenarist Bob in 't Hout moest voor verfilmingstoestemming bij een soort Thijssen-familieraad zijn. De productiekosten waren begroot op 3.600.000,-- euro en de film is opgezet als een 3 landen (NL/DL/UK) co-productie met steun van Eurimages om dit bedrag te financieren. Aan het Nederlands deel van KEES wordt bijgedragen door het Nederlands Fonds voor de Film, het CoBO fonds, het Stifo fonds, de NCRV en distributeur Universal/U.I.P (Nederland) die de film zal distribueren in de bioscopen en op video/DVD. Door geldgebrek werd de productie uitgesteld. Van de 596 participaties, waren er tot dinsdag 29 april 2003 nog maar 210 verkocht; waarschijnlijk doordat de inschrijving begon toen de oorlog in Irak uitbrak. Daarop besloot Mees Pierson, in overleg met producent Van Heijningen, de inschrijving die zou sluiten op vrijdag 2 mei en de opnamen die op 13 mei zouden startten uit te stellen tot 23 mei. 2003. Op vrijdag 23 mei 2003 startten de opnames op het Roelof Hartplein in Amsterdam-Zuid. Andere opnamen op de omloop (40 meter hoogte) van de Westertoren, bij de Haarlemmerpoort en op de Dam. Het Amsterdam van 1895 werd gerecreëerd met o.a. Het Paleis van Volksvlijt uit de computer. De interieurs werden in de studio gebouwd en gefilmd. De vier reclamepartners zijn op onnadrukkelijke manier in de film verwerkt. In de schoenenwinkel van Kees' vader worden schoenen van Van Bommel verkocht, Kees eet een boterham met Old Amsterdam kaas, op de Dam rijdt een Old Amsterdam bestelkoets voorbij, op het keukenschap staan gestampte muisjes van De Ruijter en een bus Bolletje. Voor de hoofdrollen werd de internetactie "Maak je eigen auditie-tape" georganiseerd. Dit leidde tot honderd tapes, dvd's en cd-roms en zo'n 150 reacties met foto's, waar uiteindelijk vier kandidaat Kezen en twee Rosa's uit overbleven. Op zaterdagmiddag 8 maart 2003 kregen brug No. 123 en brug No. 121 over de Bloemgracht een echte naam: de Kees de Jongenbrug en de Rosa Overbeekbrug. De brugbordjes werden onthuld door vier kandidaat-Kezen en twee kandidaat-Rosa's. Ruud Feltkamp werd uiteindelijk Kees. Eerder speelde de tijdens de opnamen 13-jarige Feltkamp al de rol van Kruimeltje in de gelijknamige film van Maria Peters. Ruud Feltkamp werd onder meer gekozen, omdat hij de 'zwembadpas' al bleek te beheersen. De zwembadpas is een zwierige manier van lopen. Ergens tussen een dronkenman en een gorilla in. Theo Thijssen beschreeft het zo: "Als je 's goed opschieten wou, moest je voorover gaan lopen, net of je telkens viel, en dan maar met je armen zwaaien, heen en weer." De rol van Rosa, het vriendinnetje van Kees, wordt gespeeld door de eveneens dertienjarige Hannah Cheney. Naar aanleiding van de testscreenings kreeg de vertelstem meer nadruk, omdat de jonge kijkertjes anders bepaalde dingen niet zouden begrijpen. Regisseur Van Duren in 'Het Parool' van 26 november 2003 over de doelgroep van de film: "Wij maken een literatuurverfilming en richten ons veeleer op het publiek van DE TWEELING. Natuurlijk is de film ook geschikt voor kinderen, maar we hebben die doelgroep niet voor ogen gehad toen we de film maakten. Geen enkele doelgroep trouwens: we kiezen voor kwaliteit, niet voor marketingprincipes." Persreacties: Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 26 november 2003: "(...) Kees is geen Kruimeltje, geen Pietje Bell, geen schipper van de Kameleon geworden, hoe graag hij dat in zijn dromen misschien had gewild. Kees is een echte jongen, wiens leven niet op een film lijkt en ook niet gaat lijken. (...) In één opzicht is Kees de jongen de film veel treuriger dan Kees de jongen het boek. In het boek heeft het leven van Kees iets schamels. De stijl van Theo Thijssen heeft dat niet. In de film is niet alleen het onderwerp, maar ook de uitvoering soms schamel. De special effects zijn net niet goed genoeg, de decors te opzichtig historisch, de figuranten te stijf. Juist bij de dromen van Kees, die zo graag groots en meeslepend wilde leven, steekt dat. Kunnen ze eindelijk gezien worden, in volle glorie, en detail, valt het geziene tegen. De Westertoren stort zo lelijk in dat hij beter had kunnen blijven staan. Misschien was het budget te laag; misschien had er een andere oplossing voor het verfilmen van de dromen gezocht moeten worden. Want het kan ook dat met al het geld van de wereld die dromen schamel blijven; ze nooit los kunnen komen van het onrecht dat een arm kind wordt aangedaan. Een andere moeilijkheid betreft de stem die veel beelden begeleidt, ook al zegt die woorden van Thijssen zelf. In een interview met deze krant zei Van Duren gisteren dat de voice-over de beelden niet ondersteunt, zoals meestal gebeurt in een film met verteller. De beelden steunen deze keer de stem. Een interessant uitgangspunt, maar de verteller zit vaak in de weg; hij praat er doorheen of zegt wat we ook al hebben gezien. Kees de jongen komt nu vooral tot leven als Van Duren inzoomt op de gezichten van zijn acteurs. Hans Kesting is goed als de leraar en Theo Maassen als de vader van Kees; daar kunnen honderd woorden bij, en nog zijn de twinkeling in zijn ogen en de verstrakking van zijn kaken dingen die je graag wilt zien." Jos van den Burg in 'Het Parool' van 26 november 2003: "(...) Hoe dramatiseer je een roman die uit gedachtenspinsels, dromerijen en fantasieën bestaat? De ervaren scenarist Maarten Lebens (Madelief, krassen in het tafelblad, Polleke) koos ervoor Kees' fantasie zichtbaar te maken: we zien hem schermkampioen worden, excelleren als violist, enzovoorts. Het levert geestige en ontroerende scènes op, maar de werkwijze heeft als nadeel een geringe dramatische ontwikkeling. In het eerste uur zien we een herhaling van zetten: er gebeurt iets, waarna Kees wegvlucht in zijn fantasie. Pas met de ziekte van de vader komt de film weer op gang. Kees de jongen is een brave, goed geacteerde verfilming, met als handicap de overdadige voice- over. De stem van Hans Kesting plamuurt de film helemaal dicht. Voorbeeld: Kees zit aan het bed van zijn stervende vader. We zijn ontroerd. ''Beroerd hoor, zo'n vader die in huilen uitbarst,'' zegt Kesting. Weg emotie, weg film."
De film werd het eerste weekend bezocht door 60.000 bezoekers en dat was veel minder dan de distributeur gehoopt had. In 'Het Parool' van 30 december 2003: "Het falen wijt producent Matthijs van Heijningen aan de originaliteit van de film. 'Familiefilms moeten blijkbaar rechttoe rechtaan zijn. Het wordt genadeloos afgestraft als een film afwijkt van het geëigende pad. Films moeten in Nederland kunstzinnig zijn of banaal, want alles wat ertussen zit, laat het publiek links liggen.'" Bioscoop top 20 noteringen: 8, 8, 14, 13, 13, 14, 17, 17, 19. Gouden Kalf 2004 voor BESTE MUZIEK: Mark van Platen. Officiële website: http://www.keesdejongen.nl/.
Première: 27 november 2003 (59 bioscoopzalen) 43.451 bezoekers in 2003 en 17.264 in 2004
K-96 minuten

LIEVER VERLIEFD
Ook: VLINDERS/I LOVE TO LOVE
Pim van Hoeve

Met: Miryanna van Reeden (Anna), Chris Zeegers (Rob), Romijn Conen (Sander), Elle van Rijn (Ellen), Wendy van Dijk (Suzan), Michaël Pas (Dirk), Sjoukje Hooymaayer (Sylvia, Anna's moeder), Henni Orri (buurvrouw van Anna), Rob Malasch (Thaise man)

Scenario: Pim van Hoeve, naar de Duitse tv-komedie SEX ODER LIEBE van de hand van Don Bohlinger (schreef het Amerikaanse script 'Maybe next time') en Julia Wawrzyniak (Duitse bewerking). Als Anna, een Viva-reporter van 34, voor de zoveelste keer is gedumpt besluit ze dat ze niets meer met mannen te maken wil hebben. Toch wordt ze weer verliefd, op twee mannen tegelijk. Ze weet alleen niet dat deze heren huisgenoten zijn, die op hun beurt weer niet weten dat zij een relatie hebben met dezelfde vrouw! Het op de Duitse tv-film Sex Oder Liebe gebaseerde LIEVER VERLIEFD, een van de vier films die door het Filmfonds vernederlandst konden worden, moest een romantische komedie in de succesvolle Britse stijl van BRIDGET JONES'S DIARY en NOTTING HILL worden. Het scenario werd aangepast ten opzichte van de Duitse film van regisseur Christoph Schrewe uit 2000. De personages werden minder plat gemaakt. Anna's beroep werd journaliste in plaats van werkzaam op een reisbureau. De single 'Is It Me' van Roméo met een aan de film gerelateerde videoclip verscheen als eerste op single. De door hoofdrolspeler Chris Zegers ingezongen cover van de Gruppo Sportivo-klassieker 'Hey Girl' werd vlak voor de première als tweede single uitgebracht. Verder bevat de film nummers van onder anderen Willeke Alberti en Fontane (Telkens weer), Benny Neijman (Ik weet niet hoe), Time Bandits (I'm specialized in you), Spargo (You And Me), Birgit (Weak), Total touch (Somebody else's lover), Twarres (Wêr bisto), Dolly dots (Love me just a little bit more), Abel (Onderweg), De Dijk (Bloedend Hart), Krezip (I Would Stay) en Anita Meijer (Why tell me why). Aanvankelijk werden Daan Schuurmans en Fedja van Huêt benaderd of zij de mannelijke hoofdrollen wilden spelen. Dat feestje ging echter niet door (Daan was bezig met de opnamen van POLLEKE), daarna werden de namen van Chris Zeegers en Romijn Conen genoemd en zij werden het ook. Wendy van Dijk was in de race voor de hoofdrol, maar in de periode dat de film opgenomen werd zat zij in de VS voor Ushi; daarop kreeg de op dat moment vier maanden zwangere Wendy een klein rolletje. De seksscène tussen Miryanna en Chris moest over, omdat het testpubliek die te soft vond en niet gepassioneerd genoeg. De filmtitel Vlinders werd vervangen door LIEVER VERLIEFD, omdat Uitgeverij Leopold de producent gedreigd had met juridische stappen, omdat zij de titel al enige tijd geleden had gedeponeerd voor een serie jeugdboeken. Leopold overwoog zelf ook een tv-serie of een film met de naam Vlinders te maken. De uitgeverij vreesde dat de film Vlinders teveel verwarring onder de lezers van de boekenreeks zou veroorzaken. De door Anna verzorgde Viva's Anybody rubriek loopt als een rode draad door de film: alle hoofdrolspelers komen naakt voorbij, op dezelfde manier gefotografeerd als in het blad, inclusief de toevoegingen 'blij met.' en 'minder blij met.' Dat leverde problemen op met de NCRV. De omroep, die geld stak in de film en hem zou uitzenden, trok zich terug, omdat in de film een dominee bij het zien van Anna een erectie kreeg. Opvallende placering van sponsors Hans Anders, Andrélon, Coebergh en BonBonBloc. Oene Kummer in 'Filmnieuwsbrief 77 d.d. 10 januari 2003: "In zekere zin is Liever Verliefd dan ook een 95 minuten durende opeenstapeling van feelgoodmomenten. (…) als hoogtepunt een lange restaurantscène die uit een klassieke Hollywood screwball comedy had kunnen komen. Opvallend is ook de muzikale omlijsting. De makers moeten zich hebben gerealiseerd dat Nederpophits uit heden en verleden slechts zelden in speelfilms te horen zijn en leefden zich naar hartelust uit: Telkens Weer van Willeke Alberti als Anna aan het begin van de film na een drie weken durende seksvakantie wordt gedumpt door haar Belgische vriendje (Michael Pas). Nobody's Wife van Anouk als ze na een psychische 'make-over' ('alles wat ik in de loop der jaren over mannen heb geleerd, ga ik nu in de praktijk brengen') voor het eerst met Chris Zeegers de koffer induikt. En I Would Stay van Krezip ter omlijsting van een begrafenis - die weer voorafgaat aan de huwelijksscène die in geen enkele zichzelf respecterende romantische comedy dient te ontbreken. Ook liefhebbers van Amsterdam (waar het verhaal zich afspeelt) en van Nederlandse films kunnen hun hart ophalen (…) Wat verwijzingen naar buitenlandse filmsterren betreft, krijgen o.a. Brad Pitt en boefje Winona Ryder een namecheck (…) Op de keper beschouwd is Liever Verliefd misschien niet meer dan een goed gemaakt niemendalletje, maar omdat er nog altijd relatief weinig van dit soort films in Nederland worden gemaakt, voelt de film toch fris aan." Bij de release was de muziek van Anouk verdwenen, want Anouk stond er niet achter dat haar muziek gebruikt werd. Birgit zong daarom 'Weak' van Skunk anansie in. Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 12 maart 2003: "(…) LIEVER VERLIEFD heeft een degelijk scenario, een vlot tempo en er wordt naar behoren geacteerd. De film mist wel brille. Pim van Hoeves eerste speelfilm is polderromantiek. (…)" Pieter van Lierop in het 'Brabants dagblad' van 13 maart 2003: "Na het zien van Pim van Hoeve's regiedebuut Liever Verliefd komen we niet uit onder de constatering dat Nederland er in de persoon van Miryanna van Reeden een aantrekkelijke comédienne bij heeft. Ze blijkt behoorlijk sprankelend en kan vast wel spiritueler werk aan dan deze romantische lenteklucht, waarin ze overigens allerminst het gevaar liep zich te vertillen." Koen Kleijn in het 'Algemeen Dagblad' van 13 maart 2003: "Onderin de hel is een zaaltje waar zondaars tot aan het einde der tijden naar Slechte Nederlandse Films moeten kijken - De Gulle Minnaar of De Zeemeerman. De operateur van de duivel kan daar vanaf deze week Liever Verliefd aan toevoegen (...) Er valt werkelijk geen greintje originaliteit, fantasie of zelfs maar vakmanschap in Liever Verliefd te ontdekken. De regisseur heeft geen enkel gevoel voor tekst, de acteurs, die variëren van net voldoende (Van Reeden) tot zeer, zeer matig (Elle van Dijk) kauwen zich met zichtbare moeite door zijn bordkartonnen script. De soundtrack is goedkoop, de nasynchronisatie slordig, het camerawerk belegen. Dat zo'n volkomen zielloos product de bioscoop bereikt is jammer; dat de NCRV er met publieke omroepgeld aan heeft deelgenomen is een grote schande en lijkt me een zaak voor justitie." At the Movies Nieuwsbrief 5 van 18 maart 2003: "Nieuw aan het Nederlandse front: de romantische komedie! Nog niet eerder, tenminste ik kan het me niet meer heugen, zijn wij getrakteerd op een lekkere en luchtige romantische komedie naar goed Engels en Amerikaans gebruik. Tenminste totdat Pim van Hoeve's "Liever Verliefd", een topproduct van eigen bodem, de bioscopen bereikte! (...) met een flinke vaart en lekker luchtig. Het uitgangspunt is misschien niet zo nieuw, een vrouw wordt verliefd op twee mannen, die elkaar toevallig kennen, maar wordt in deze film met heerlijke personages en gebeurtenissen lekker levendig gehouden. Misschien niet echt een compliment maar zo is het wel bedoeld; "Liever Verliefd" zou zo een langere versie kunnen zijn van een geslaagde comedyserie op tv. De hele film ademt de sfeer uit van een sitcom en de 90 minuten die de film lang is, vliegen in een recordtijd voorbij. (...) Ik vind haar [Miryanna van Reeden] niet echt van nature een grote schoonheid hebben, maar ze speelt Anna met zo'n grote souplesse en zo'n charme dat ze mij toch ongelofelijk wist te bekoren. Qua uiterlijk heeft ze in sommige scènes zelfs wat weg van Julianne Moore en qua speelstijl doet ze aan Julia Roberts denken. (...) Chris Zegers en Romijn Conen lijken echter wel moeite te hebben om de filmwereld in te komen, getuige hun houterige prestatie in een van de eerste scènes op het dakterras van hun huis. "Liever Verliefd" is bijna een verademing. Hoewel regisseur Pim van Hoeve bijna geen filmervaring heeft, is de ervaring die hij opdeed op het toneel (hij heeft vijf toneelstukken geregisseerd) toch weer goud waard. Net zoals bij de Amerikaan Sam Mendes ("American Beauty" en "Road to Perdition") heeft die ondergrond er misschien wel voor gezorgd dat "Liever Verliefd" tot in de puntjes perfect verzorgd is. Beetje te voorspelbaar misschien en met af en toe wat houterige performances, maar waar maken wij ons nou helemaal druk om? (...) De onafwendbare scène, waar Rob en Sander het van elkaar te weten komen, is naast hilarisch en zelfs slapstick-achtig, ook nog eens de beste scène van de gehele film. "Liever Verliefd" is gewoon een lekkere romantische komedie en ja, een Nederlandse romantische komedie kan dus gewoon goed zijn!" Bioscoop top 20 noteringen: 2, 2, 3, 4, 4, 7, 7, 8, 10, 10, 12, 16. Op 31 maart 2003 werd de Gouden Film voor 100.000 bezoekers uitgereikt. Vanaf de derde week in mei tot en met de derde week in augustus van 2003 werd reclame gemaakt voor de soundtrack en de dvd-release van Liever Verliefd op één miljoen BonBonBlocs (gevulde chocoladerepen).Verder vond er een actie plaats met Andrélon, net als BonBonBloc een sponsor van de film. Op 100.000 flacons staat een verwijzing naar de website van Andrélon, waar reclame gemaakt wordt voor de film. Op 26 april 2003 vond in de Pepsi Stage voorheen Grace theater) in Amsterdam een Liever Verliefd Feest plaats. Daar traden onder meer Spargo, Time Bandits, Romeo, Gruppo Sportivo en Anita Meijer op. NL Film stelde Liever Verliefd niet kandidaat voor de Nederlandse inzending aangaande de Oscaruitreiking van 2004. Het producentenduo Johan Nijenhuis en Alain de Levita ziet de romantische komedie Liever Verliefd niet als serieuze kandidaat en wil de film De Tweeling steunen in de Oscarrace. Het duo heeft de selectiecommissie daarom laten weten dat de film niet mee zal dingen. Johan Nijenhuis: "Er werd aangedrongen op een screening van Liever Verliefd. Maar omdat De Tweeling een Amerikaanse distributeur heeft, zien wij die film als het meest kansrijk. Liever Verliefd is een 'feelgood movie' met een scenario dat niet alleen door regisseur Pim van Hoeve, maar ook mede door een Amerikaan is geschreven. De film bevat Nederlandse muziek uit de jaren 70 en 80 en die zal bij de Amerikanen geen hoge ogen gooien. Historische films maken meestal veel kans op een Best Foreign Film Oscar, daarom steunen wij van harte regisseur Ben Sombogaart en de inzending van zijn film De Tweeling." De film maakte in oktober 2003 deel uit van de selectie van het Internationale Filmfestival van Cairo. Internet: http://www.lieververliefd.nl.
Première: 13 maart 2003 (81 bioscoopzalen; in de tweede week 82, in de derde week 83) 245.245 bezoekers
K-87 minuten

MEISJE
OOK: MEISJE, EEN/GIRL/A GIRL
Dorothée van den Berghe

Met: Charlotte van den Eynde (Muriel, twintiger), Els Dottermans (Laura, eind dertiger), Frieda Pittoors (Martha, vijftiger), Mathias Schoenaerts (Oscar), Wim Opbrouck (Alain), Nico Sturm, Viviane de Muynck, Arthur Semay, Alice Toen, Dirk van Dijck, Jos Verbist (Daan)

Nederlands-Belgisch-Franse co-productie. Scenario: Dorothée van den Berghe, Peter van Kraaij. De twintigjarige Muriel verruilt haar ouderlijke huis in een provinciestadje voor een kamer in Brussel. Haar hospita Laura is een vrije geest met een rommelig liefdesleven. Laura staat op het punt haar jonge minnaar Oscar te verlaten, omdat hij haar kinderwens niet wil vervullen. Als de relatie eindigt, begint Muriel iets met Oscar. Muriel ziet Laura als een voorbeeldfiguur, maar komt er achter dat ze haar eigen leven moet leven in plaats van dat van een ander te imiteren. Ook Martha, Muriels moeder, begint aan een nieuwe levensfase. Langzaam leert ze zichzelf weer zien als vrouw in plaats van alleen maar als 'moeder van'. Muziek: Daan. Nederlands-Belgisch-Franse co-productie van Motel Films uit Nederland en Lumière Producties en K2/K-Star uit respectievelijk België en Frankrijk. Co-producent is de NPS. Producenten: Jan de Clercq, Frans van Gestel, Jeroen Beker. Camera: Jan Vancaille. Distributie: A-Film Distribution. Art direction: Johan van Essche. Montage: Menno Boerema. Speelfilmdebuut van de Belgisch-Nederlandse regisseuse Dorothée van den Berghe. Dorothée werd in 1968 in Gent geboren en woonde van haar derde tot haar achtiende jaar in Amsterdam. De fascinatie van Dorothée van den Berghe voor het fenomeen familie komt voort uit haar jeugdjaren in een Amsterdamse hippiecommune waar liefdesrelaties vaak van korte duur waren. Pas nadat ze met haar moeder naar België verhuisde, ontdekte ze het bestaan van langdurige relaties en hechte familiebanden. In Meisje vormt een moeder-dochterrelatie dan ook een belangrijk element. In een interview in het cultuurprogramma R.A.M. onthulde Van den Berghe dat onder druk van de producenten de expliciete seksscènes met de oudere vrouw Martha drastisch ingekort zijn. Danseres Charlotte van den Eynde debuteert hier als actrice. De film won op 12 augustus 2002 twee prijzen op het Internationale Film Festival van Locarno. Ze kreeg de Prix de la Jeunesse, toegekend door de jongerenjury waaraan een geldbedrag van 6000 Zwitserse frank is verbonden. Daarnaast won de film de ARTE/Cicea prijs die wordt toegekend door televisiezender ARTE en de Europese vereniging van art house bioscopen. In november 2002 kreeg de film de prijs voor de beste vrouwelijke vertolking (Charlotte Van den Eynde) en de speciale prijs van de jury van het film festival van Amiens, Frankrijk. In maart 2003 won de film twee Joseph Plateau prijzen in Brussel: Els Dotterman werd beste actrice en Daan beste Belgische componist. Het affiche van Lumière Productie werd genomineerd voor de Skrien Afficheprijs 2003. Pieter Bots in 'Het Parool' van 5 maart 2003: "Door de onevenwichtige verdeling van de film over de drie vrouwen maakt het scenario bij vlagen een nogal houterige indruk. Dat is jammer, omdat Meisje in opzet een intieme studie naar vrouwelijke lichamelijkheid is." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 5 maart 2003: "Van de eerste tot de laatste scène is Dorothée Van den Berghe's speelfilmdebuut Meisje een film over vrouwenlichamen. Herstel: over vrouwen. Door haar actrices te betrappen op de intiemste momenten (naakt, op het toilet, dansend, masturberend, dronken, vrijend, vastgebonden aan een röntgenapparaat) leren we hun personages beter kennen. Die ongelooflijke hardnekkigheid, soms hardvochtigheid van de regie en de moed van de actrices maken Meisje tot zo'n uitzonderlijke film. Want van het scenario, dat Van den Berghe schreef met toneelmaker Peter van Kraay, moet het niet komen. Mannen spelen in dit verhaal een ondergeschikte rol, zo ongeveer als vrouwen in veel andere films. Ze zijn lustobject, sukkelaar, lastpak of figurant. Sommigen denken de dienst uit te kunnen maken, en dat is pas echt pathetisch. (...) De dialogen, voor ons goed verstaanbaar Vlaams met hier en daar een woordje Frans, bekken fantastisch, de taal is een feest voor ons Nederlanders. Wijselijk beperkten de Nederlandse coproducenten Jeroen Beker en Frans van Gestel zich tot inbreng in de vorm van hun eigen productiewerk en de voortreffelijke montage van Menno Boerema. Meisje is een zeer bemoedigend, gevoelig debuut en een film die niet gemakkelijk een breed publiek aanspreekt, juist door het afzien van goedkope scenariotrucs. Er gebeurt heel weinig, en dus heel veel." Op vrijdag 24 januari 2003 vertoond op het International Film Festival Rotterdam.
Première: 6 maart 2003 (5 bioscoopzalen) 3.817 bezoekers
K-94 minuten

PASSIEVRUCHT, DE
Ook: A FATHER'S AFFAIR
Maarten Treurniet

Met: Peter Paul Muller (Armin Minderhout), Halina Reijn (Ellen), Carice van Houten (Monika), Rijkman Van Het Kaar (Baby Bo 1 Jr), Dai Carter(Bo 14 Jr.), Jan Decleir (Huib Minderhout), Frank Lammers (Dees), Jeroen Willems (Robbert Hubeek), Gijs Scholten Van Aschat (Huisarts Terlinden), André Arend Van Noord (Niko Neerinckx), Tjitske Reidinga (Anke Neerinckx), Mark Zeilstra (Schipper), Charlie Chan (Meisje Met Petje), Rense Westra (Boer), Juul Vrijdag (Verpleegster Ic), Dion Mensink (Bo 5 Jr.), Bert Luppes (Vader Monika), Marlies Heuer (Moeder Monika),(Bezorger), Pim Lambeau (Buurvrouw De Bruin), (Bmw Bestuurder), (Motoragent), (Chauffeur Takelwagen), (Politie Agent Bos), Pim van den Heuvel (Buurman Huib), Klaas Ten Holt (Bandlid 1), Bibian Harmsen (Bandlid 2), Finn Kruyning (Bandlid 3)

Scenario: Kees van Beijnum, naar het gelijknamige boek van Karel Glastra van Loon. Sommige dingen moet je zeggen, ook al is het nog zo moeilijk’ ‘Sommige dingen kun je niet zeggen, al zou je het nog zo graag willen’ In dit drama krijgt Armin Minderhout te horen dat hij onvruchtbaar is en altijd is geweest. Maar Armin heeft een zoon, Bo. Al 13 jaar beschouwt hij hem als zijn zoon terwijl hij dat dus niet is. Wie is dan zijn echte vader? Alleen de moeder van Bo, Monika, kan Armin dat vertellen. Maar zij is al 10 jaar dood. De beste vriendin van Monika, Ellen, met wie Armin nu samenwoont, weet ook wie het is, maar dat weet Armin weer niet. Ondertussen staat Armins leven volledig op z’n kop. Hij is woedend, jaloers en ontgoocheld en gaat op zoek naar antwoorden. Tijdens zijn zoektocht door het verleden beleeft hij alles opnieuw: zijn gelukkige relatie met Monika (hoe goed kende hij haar eigenlijk?), de hechte vriendschap tussen Monika en Ellen (wat weet Ellen van Monika’s geheime verhouding?) en de relatie met z’n vader (die hem pas voor vol aanzag toen Bo geboren werd). Iedere man die contact heeft gehad met Monika is een verdachte. Alles wat voor hem een waarheid was, kan nu een leugen zijn. Hierdoor raakt zijn relatie met Ellen, die eigenlijk zelf droomt van een kind, steeds meer ontwricht. En ook van Bo, die ineens moet beseffen zijn eigen vader niet te kennen, raakt hij totaal ontvreemd. Armin sleurt beiden mee in zijn web vol emoties. Zal Armin uiteindelijk de waarheid achterhalen en zijn wanhoop kwijtraken? En zal de achterhaalde waarheid echt zoveel beter zijn dan onwetendheid? Producetie: Anton Scholten, Monique van Welzen, José van Doorn. Camera: Wouter Suyderhoud. Montage: René Wiegmans. Art direction: Jelier en Schaaf. Muziek: Klaas ten Holt. Songs: 'Gangsta's paradise' / Coolio, Gino Vanelli. Verwijzingen naar Look who's talking (spermacellen), The usual suspects (De verdachte minnaars worden door middel van politiefoto's geïntroduceerd), reclamespot Centraal Beheer met Moskowicz (na aanrijding een nekbeweging maken). Distributie: Independent Films. Kijkwijzer: 12 jaar met sex en grof taalgebruik. De film wijkt op belangrijke punten af van het met de Generale Bank Literatuur-prijs bekroonde boek. De film is concreter dan het boek. Volgens Kees ligt de nadruk meer op de vader-zoon relatie. Het boek gaat meer over Monika en de liefde. Karel vindt het wel leuk dat de vader-zoon relatie in de film meer naar voren is gehaald. In het boek blijft oude Bo vaag. In de film is de oude Bo de belangrijkste Bo. Karel over het grootste verschil: "Het einde van de film komt heel anders tot stand. De manier waarop het plot zich ontrafeld verloopt ook totaal anders." Ander verschil: De voice over maakt duidelijk dat de hoofdpersoon de afloop al weet. Voor de hoofdrollen werden Kim van Kooten, Tamar van den Dop, Angela Schijf en Thomas Acda in een vroeg stadium gescreend. Opgenomen in Amsterdam (Hoogte Kadijk), Rotterdam (onder andere op de Keileweg), Terschelling (strand bij Parnassia), Nes aan de Amstel (café De Zwarte Kat). De scènes in de zon geven de idylle van het verleden weer. Het heden is in koud blauw licht en voortdurende regen neergezet. Als de televisie aangaat zijn berichten over ondergelopen straten te horen. De heren moesten voor de jeugdige versies een kilo of 10 lichaamsgewicht kwijtraken. Opgenomen met een budget van 1,6 miljoen euro o.a. op het strand tussen Bloemendaal en IJmuiden. Voor de film had Maarten Treurniet een poster ontworpen met een zaadcel die zich uit de menigte losmaakt, maar de distributeur vond zijn ontwerp 'te wetenschappelijk' en daarmee niet wervend genoeg. Daarop werd het een klassieke poster met de hoofden van de drie hoofdrolspelers. Maarten Treurniet debuteert als filmregisseur, eerder maakte hij series Sjans, Pleidooi en Zwarte sneeuw. Persreacties: Dana Linssen in 'de Filmkrant' van december 2003: "(…) Misschien heb ik tijdens het lezen van het boek van alles verdrongen, wat me tijdens het kijken rauw op m'n dak viel: een prachtige acteur die vader, ik had voor hem kunnen vallen, maar niet hier, niet in deze film. In dit staaltje van miscasting ga ik niet mee." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 10 december 2003: "(…) (...) Er is in de hele Passievrucht niemand die denkt of zegt: die Armin Minderhoud, dat is een leuke man. Dus is de vraag: waarom denkt regisseur Maarten Treurniet dat de zoektocht van deze sukkel naar het ultieme bewijs van zijn falen ons kan boeien? Misschien dacht Treurniet, ik schuif aan in een mooie traditie. Armin past namelijk in een lange rij van klootloze Nederlandse filmhelden, zoals Maarten (Jeroen Krabbé) in Een Vlucht regenwulpen, Anton (Derk de Lint) in De Aanslag en Simon (Ellik Bargaï) in Vals licht. Mannen die zich een film lang willoos heen en weer lieten schudden door lot en tegenspelers. (...) De film biedt weinig meer dan de illustratie van deze clou. Scenarist Kees van Beijnum (schrijver van onder meer De Oesters van Nam Kee) heeft er geen ander leven in kunnen krijgen. Hij schreef scènes die alleen dienen als drager van dialogen waarin aan de plot wordt gebouwd. (...) Je zou denken dat Treurniet, die toch geen kwade staat van dienst heeft met tv-series als Pleidooi en vooral Zwarte sneeuw en die nu zijn bioscoopfilmdebuut maakt, op zijn minst pret moest hebben in de verbeelding van een boek. Maar het is niet te zien. De film begint met de camera die neerdaalt op Armin met zijn eerste vrouw Monika (Carice van Houten, de enige in de film die met haar spel voor opwinding zorgt). (...) De enige effectieve digitale beelden zijn die van de titelrol, waar de allesbepalende spermatozoïden rondzwemmen. De Passievrucht is een wonderlijk ongeïnspireerde film, even klootloos als zijn hoofdrol. In die zin is het een typische boekverfilming. Misschien dat Karel Glastra van Loon het zo zou willen. Alleen dit moet nog gezegd: de muziek van Klaas ten Holt (eerder ook bij Zwarte sneeuw) is heel goed, veel beter dan je doorgaans bij een Nederlandse film hoort." Eric Koch in 'de Telegraaf' van woensdag 10 december 2003: "(...) Carice van Houten maakt indruk als de eigenzinnige Monika (...) Armins overdenkingen, waarmee hij met zichzelf in het reine probeert te komen, worden in de verfilming van Maarten Treurniet deels vervangen door een vertelstem. Met dergelijke aanpassingen zijn Treurniet en scenarist Kees van Beijnum er weliswaar in geslaagd om het boek in een bioscoopversie om te zetten, maar hun beelden en dialogen missen de gevoelskracht van de beschreven (levensbeschouwelijke) ontwikkelingen. Waar eerder zijn eigen, bijzondere 'De oesters van Nam Kee' op het doek werd mishandeld, slagen ditmaal ook de ingrepen van Van Beijnum zelf lang niet altijd. De (fysieke) ontknoping in het boek was, bijvoorbeeld, in zijn toevalligheid weinig bevredigend. Maar veel ongeloofwaardiger dan het gevonden briefje en de inhoud daarvan is Armins mishandeling van een stervende in de filmversie. (...) Erger is dat 'De Passievrucht' in zijn keurige afwikkeling van de gebeurtenissen nergens een vonk afgeeft. Carice van Houten is als Monika een eenzaam zonnestraaltje in de bewolkte hemel boven het vlakke land van hoofdrolspeler Peter Paul Muller. In zijn speelfilmdebuut kan Maarten Treurniet ons niet duidelijk maken waarom hij 'De Passievrucht' naar de bioscoop wilde brengen." Jann Ruyters in 'Trouw' van 11 december 2003: "(...) Carice van Houten is stralend middelpunt in de flashbacks (...) Peter Paul Muller en Halina Reijn zijn kleurlozxer, alsof ze niet goed weten wat voor mensen ze voorstellen. Bij Muller is dat vooral jammer. Hij is meer werktuig dan held en komt niet zo uit de verf. (...)" Bioscoop top 20 noteringen: 9, 9, 9, 9, 9, 12, 14, 19. Gouden Film voor 100.000 bezoekers op 24 maart 2004. Gouden Kalf 2004 in de categorie BESTE GELUID voor Georges Bossaers. Officiële site: http://www.depassievrucht.nl.
Première: 11 december 2003 (59 bioscoopzalen) 48.325 bezoekers in 2003 en 54.010 in 2004
K-105 minuten

PHILEINE ZEGT SORRY ook: PHILEINE SAYS SORRY
Robert Jan Westdijk

met: Kim van Kooten (Phileine), Michiel Huisman (Max), Hadewych Minis (Gulpje), Tara Elders (Lala), Liesbeth Kamerling (Fleur), Kenan Raven (LT), Daan Schuurmans (Dylan), Liz Snoyink (Lotti), Roeland Fernhout (Jules), Mads Wittermans (Christiaan), Kurt Rogiers (Reginald), Leona Philippo (Joanne), Timothy Smith (Leonard), Michael John Fedun (Buk), Todd Rotondi (Bef), Russ Russo (ober)

Scenario: Robert Jan Westdijk, naar het gelijknamige boek van Ronald Giphart. PHILEINE ZEGT SORRY is het verhaal van een cynisch, zwartgallig, maar opmerkelijk levenswijs meisje dat onverwachts op bezoek gaat bij haar acterende vriend Max, die in Manhattan zijn handen vol heeft aan feesten, drinken en het bevredigen van vrouwen. Ondertussen werkt hij mee aan een provocerende versie van Romeo en Julia waarin de westerse sexuele moraal aan de kaak wordt gesteld. Muziek: Richard Cameron. Titelsong 'I say sorry' gezongen door Idols 2003-finaliste Zosja. De soundtrack bij de film is een album van Zosja met 12 rocknummers geïnspireerd door de film. Of zoals Ronald Giphart het zelf zegt in het cd-boekje: "Volgens mij is dit de eerste keer in de wereldliteratuur dat er namens een romanpersonage een cd wordt uitgebracht met haar favoriete muziek". Andere nagespeelde hits: 'Non, je ne regrette rien' en 'Tainted love'. Camera: Bert Pot. Art direction: Dimitri Merkoulov. Kostuums: Mariella Kallenberg. Montage: Peter Alderliesten. Distributie: A-Film Distribution. Ver voor de opnamen begonnen, werd Ruud van Hemert genoemd als regisseur van de film. Egmond Film, voortgekomen uit het ter ziele gegane Bergen, is de producent. Door gebrek aan particuliere investeerders was slechts tweederde van de financiering in juli 2002 rond. Daarom werd de complete Phileine-cv opnieuw opgezet. De nieuwe CV van de film PHILEINE ZEGT SORRY werd op dinsdag 17 december 2002 succesvol afgerond. De belangstelling voor deze CV was dermate groot dat men al snel 'nee' moest verkopen. Deze CV is opgezet door de producenten Motel Films (DE POOLSE BRUID, MET GROTE BLIJDSCHAP, JACKY), Fu Works (COSTA!, SCIENCE FICTION) en arrangeur Fine BV. Coproducent van de film is BNN. Robert-Jan Westdijk produceerde voor het eerst niet zelf (mee). PHILEINE ZEGT SORRY maakt onderdeel uit van het zogenaamde Telescoopproject, een samenwerkingsverband tussen het Ministerie van OCenW, het Nederlands Fonds voor de Film, CoBO, NOS en publieke omroep BNN. Budget: 3,1 miljoen euro. Actrice Tara Elders (van de televisieseries 'Najib en Julia' en 'TV7') speelt de rol van Lala. Carice van Houten zou in eerste instantie de rol van Lala vertolken, maar zij had teveel toneelverplichtingen om tijd vrij te maken voor de filmopnames. De opnames begonnen op zaterdag 8 maart 2003 in Maastricht. Andere opnamen in New York (5 dagen), Amsterdam, Brussel en Utrecht. Een Phileine-alfabet: aandruipen, flagrante overseks, haayichamaxalamelossaallul, hem erin blaffen, heulen, iets familiezieks, in je muts gekletterd worden, kutpijpen, regen en wind maken, S-woord. In de film zitten vele verwijzingen naar andere films; het begint al met openingstitels waarin Kim van Kooten een catsuit draagt. Phileine woont in het boek in Amsterdam, maar Robert Jan Westdijk heeft dat veranderd in Utrecht, omdat schrijver Ronald Giphart in Utrecht woont. Tevergeefs werd gestreefd om Gloria Gaynor en David Letterman te strikken, die ook in het boek een rol spelen. Dit bleek echter niet haalbaar. Niet alleen Letterman moest gehuurd worden, ook zijn hele entourage. Daarom werd Phileine een nieuws-item in plaats van een studiogast. Ook het Waldorf Astoria Hotel en restaurant Katz behoorden niet tot de mogelijkheden. Een vergelijkbaar hotel in Brussel is de alternatieve hotel-locatie. De naakte bejaarden uit de beginscène van de film zijn een verwijzing uit het boek. Phileine vraagt zich daar namelijk in een bijzin af of mensen boven de dertig ooit nog seks hebben.Met Peugeot 48-EJ-55. Ronald Giphart hield voor 'Viva' een dagboek van de opnamen bij en was ook nauw betrokken bij 'The making of'. Het tijdschrift komt ook goed in beeld in de film. Net als Bacardi oro. De editor en de regisseur hebben op het laatste moment nog shots verwijderd, opdat de hele timing van het sorry-moment veranderde. Eerder al werden de eerste 20 minuten van de film anderhalve minuut langer gemaakt. The making of was op maandag 6 oktober 2003 van 23.22-00.00 uur op Nederland 2 bij BNN te zien. Phileine zegt sorry heeft de twijfelachtige eer om de eerste Nederlandse film te zijn die al voor de première illegaal op het internet werd aangeboden. De stichting BREIN kwam de piraten op het spoor tijdens een routinematige controle. BREIN deed aangifte bij de FIOD-ECD die de persoonsgegevens van een aanbieder van diens service provider vorderde. Fouten in de geluidsopname leidde naar een medewerker van een audiovisuele dienstverlener die enige tijd de beschikking had over de proefversie van de film. Bioscooptop 20-noteringen: 2, 2, 3, 3, 4, 5, 9, 13, 16. Mark Moorman in 'Het Parool' van 1 oktober 2003: " (…) scènes die het aanzien meer dan waard zijn, maar merkwaardig gevoelsarm overkomen. En daar wringt iets. Want Phileine zegt sorry wil meer zijn dan een cartoon: we moeten ook - een groot woord - de emotionele reis met Phileine meemaken. Uiteindelijk, en de titel geeft het eigenlijk al weg, zal ze 'sorry' zeggen. En daarmee stelt ze zich kwetsbaar op en laat ze liefde in haar hart toe. En dat zien we wel, maar we voelen het niet." Belinda van de Graaf in 'de Filmkrant' van oktober 2003: "(…) Steeds weer vroeg ik me af hoe Nadja Hüpcher het er vanaf zou hebben gebracht of Halina Reijn. (…) Of er chemie was in de 'regen en wind'-scène, waarin Phileine en Max 'het op vier verschillende ranzige manieren doen', kon ik ook niet beoordelen. De special effects zaten in de weg. (…)" Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' van donderdag 9 oktober 2003: "(...) Westdijk heeft een originele romantische komedie afgeleverd vol scherpe humor, leuke visuele stijlgrappen en provocerende (...) onzindialogen. (...) Zo is Liz Snoyink als de snollerige, egocentrische moeder van Phileine fantastisch en floreert Hadewych Minis als de onuitstaanbare beroepsbitch Gulpje. (...) Het gebruik van het Giphart-jargon (...) komt soms erg geforceerd over. Ook zijn de personages - met uitzondering van Huismans Max - zo bot en egoïstisch dat ze allemaal onsympathiek blijven. (...)" Eric Koch in 'de Telegraaf' van donderdag 9 oktober 2003: "(...) Ruud van Hemerts verfilming van 'Ik ook van jou' (...) had heel wat meer stuwing, hart en ziel dan de gefabriceerde leukigheid van 'Phileine zegt sorry'." De film werd genomineerd voor de PAUZE Award 2003, naar het gelijknamige jongerenblad.Vier Gouden Kalveren: Beste Actrice: Kim van Kooten, Beste Sound design: Herman Pieëte, Beste Montage: Peter Alderliesten en Beste Camera: Bert Pot. Openingsfilm van het 23ste Nederlands Film Festival. De wereldpremière vond plaats op woensdagavond 24 september 2003 in de Stadsschouwburg van Utrecht, gelijktijdig met de publiekspremière in acht Utrechtse bioscoopzalen. In december 2003 paste uitgeverij Podium het kaft van de tweede filmeditie aan. De hoofdrolspelers Kim van Kooten en Michiel Huisman zijn weggeretoucheerd van de filmposter die op de cover stond. De uitgeverij had al 33.000 exemplaren van de filmeditie verkocht, toen de agenten van de twee acteurs zich alsnog bij producent Motel Film meldden met een gepeperde rekening. Uitgever Joost Nijssen zegt in 'Boekblad' niet blij te zijn met de inhaligheid van de agenten. Op de dvd staan een kijkje achter de schermen, waaronder bij de opnamen in New York, en vier deleted scènes (langere woedeuitbarsting van Phileine, taxichauffeur uit Oezbekistan en confrontatie met manvrouw Roeland Fernhout).
Première: 9 oktober 2003 (77 bioscoopzalen; in de tweede week 78) 289.412 bezoekers
K-90 minuten

PIETJE BELL 2: DE JACHT OP DE TSARENKROON
Maria Peters

met: Quinten Schram (Pietje Bell0, Frensch de Groot (Sproet), Jordy Mul (Engeltje), Serge Price (Kees), Nicky Burger (Jaap), Myrte Ouwerkerk (Sophie/Klaas), Katja Herbers (Martha Bell), Rick Engelkes (Paul Velinga), Stijn Westenend (Jozef Geelman), Arjan Ederveen (drogist Geelman), Eva Popping (Annie), Felix Strategier (vader Bell), Angela Groothuizen (moeder Bell), Willem Nijholt (krantenmagnaat Stark), Marjan Luif (Tante Cato), Roef Ragas (Jan Lampe, vader van Sproet), Jack Wouterse (Klok), René van ’t Hof (Teun), Eric van der Donk (meester Ster), Ingeborg Uyt den Boogaard (mevrouw Ster), Peer Masccini (hoofdmeester), Mart Groenhuijsen (jongetje in aula), John Kraaykamp jr. (Bruinslot), Fedja van Huêt (Fuik), Ruben Lürsen (bewaker), Bob Fosko (bewaker), Arie Kant (bewaker), Cees Rijn (bewaker), Luc van Mello (agent), Onno Slotje (dief), Henry van Loon (chauffeur vluchtauto), Systke van der Ster (moeder Sproet), Valerie Pos (Lenie), Nico Scheepers (Fonsie), River Förster (Hannes), Tessa Schram (Marie), Herman Vinck (eindredacteur), Wilfred de Jong (distributeur van Dijk), Jos Veldhuizen (letterzetter), Trudie Lute (secretaresse), Rob van de Meeberg (pastoor), Annick Mackaaij (moeder Sophie), Maya van den Broecke (vrouw op het strand), Adèle Bloemendaal (dame van '47'), Dorien Volkers (huwelijkskandidaat), Anna van der Sloot (huwelijkskandidaat), Hanneke de Jong (huwelijkskandidaat), Nienke Sikkema (huwelijkskandidaat), Maya van den Broecke (huwelijkskandidaat), Maria Bovet (tango danseres)

Een vrolijk sneeuwballengevecht, om te vieren dat Martha, de zus van Pietje, zich gaat verloven met journalist Paul Velinga, is de start van een reeks nieuwe avonturen van Pietje Bell en zijn bende van de Zwarte Hand. Hierbij sneuvelt per ongeluk een ruitje bij drogist Geelman. Niets aan de hand. Totdat er vlak daarna een inbraak plaatsvindt bij de familie Geelman. Natuurlijk krijgt Pietje meteen weer de schuld. Hij wordt uit zijn bed gelicht en belandt in de gevangenis. Daar ontmoet Pietje de boeven, die dankzij zijn bende van de Zwarte Hand achter de tralies zitten; Stark, de valse krantenmagnaat, Klok & Teun, en Jan Lampe, de vader van zijn beste vriendje Sproet. Jan wil heel graag zijn zoontje weer zien, maar Sproet wil er helemaal niets van weten. Natuurlijk weet Pietje te ontsnappen, maar dan beginnen de avonturen pas goed. Want hoe gaat het met het verlovingsfeest van Martha en Paul? En waarover hebben Pietje en zijn vriendjes van de Zwarte Hand een verschil van mening? Wat voeren de boeven vanuit de gevangenis in hun schild? Wat zijn ze van plan met de kostbare tsarenkroon die vanuit Rusland naar Amerika wordt vervoerd? Het antwoord op deze vragen en nog veel meer ligt in handen van Pietje Bell en zijn vrienden van de bende van de Zwarte Hand! Camera: Erwin Steen. Production designer: Ruud van Dijk. Art director: Jan Rutgers. Kostuums: Nanda Korver. Make up: Leendert van Nimwegen. Geluid: René van den Berg. Casting: Job Gosschalk. Montage: Ot Louw. Visual effects: Hectic electric. Muziek: Henny Vrienten. Co-producent: Mignon Huisman. Producenten: Dave Schram, Hans Pos. Uitvoerend producent: Peter Jan Brouwer. Distributie: Buena Vista International BV. Opnamen in Nederland (Almere) en België. Bij hoge uitzondering werd toestemming gegeven om opnamen te maken in de zwaarbewaakte gevangenis in Veenhuizen. Nieuw ten opzichte van deel 1 zijn de rollen van o.a. Eric van den Donk (meester Ster), Ingeborg Uyt den Boogard (mevrouw Ster), Johnny Kraaykamp jr. (Bruinslot), Fedja van Huet (Fuik), Bob Fosko (bewaker) en Peer Mascini (hoofdmeester). Budget: 3 miljoen euro. Oude auto's: H 6396, BE 38 31. De film eindigt met een compilatie van fragmenten uit zowel deel 1 als 2. Van 9 tot 12 december 2003 bracht de KRO een dagelijks journaal, op 13 en 14 december was in Zappelin de totstandkoming van de film te zien. Persreacties: Daniëlle Koot in 'Metro' van donderdag 18 december 2003: "(...) Wel is er bij de jongen [Quinten Schram] een 'r' ingeslopen die je eerder van een kind voor kinderen dan van een Rotterdams schoffie verwacht (...) maar gelukkig is de jonge Schram nog niet zijn fantastische mimiek kwijt. (...) Een veelomvattend verhaal dus, en dat is tegelijkertijd de kracht en een zwakte van de film." Willem Schouten in 'Sp!ts' van donderdag 18 december 2003: "(...)Pietje Bell en de Tsarenkroon heet de film. Maar Pietje Bell en De Groeistuipen van een Dondersteen had even goed gekund. Beter zelfs wellicht. Want de Tsarenkroon speelt alleen in het laatste kwartier een belangrijke rol. (...) Het valt te waarderen dat Peter de overdosis slapstick uit het origineel in balans heeft proberen te brengen met de inhoud. (...) Helaas weet hoofdpersoon Quenten Schram niet altijd raad met de vele emoties die hij moet aanboren. (...)" Dana Linssen in 'NRC Handelsblad van 17 december 2003: "Waarschijnlijk is Pietje Bell 2: De jacht op de tsarenkroon het eerste echte bewijs dat het mogelijk is om over de Nederlandse film als industrie te denken. Vorig jaar ging het eerste deel van de door Maria Peters bewerkte avonturen van de Rotterdamse belhamel in première. Ruim 850.000 bezoekers trok de film. En hoewel Peters en de producenten van Shooting Star beweerden dat het scenario voor deel 2 toen al klaar lag, kwam het wel bijzonder goed uit toen dit voorjaar bleek dat Harry Potter deze kerst níet de bioscopen zou halen. Aan de slag dus, voor een budget dat minder dan de helft van de 6,6 miljoen euro van deel 1 bedroeg. Ik weet niet waarop precies bezuinigd is, maar aan het resultaat is het in ieder geval niet te zien. Eerlijk gezegd is Pietje Bell 2 zelfs beter dan zijn voorganger. Quinten Schram is als de hoofdpersoon sterker geworden, want minder leukig en bekkentrekkend gaan spelen. En er is niet krampachtig gezocht naar én een hoge grapdichtheid én een samenhangend verhaal. De film doet met beheerste nonchalance waar hij zin in heeft: een amalgaam van fijnburgerlijke anekdotes en mopjes presenteren. De tsarenkroon uit de titel begint bijvoorbeeld pas op tweederde van het verhaal echt een rol te spelen. (...) Het heeft er alle schijn van dat in de verhaallijn inventief gebruik is gemaakt van eerder door productiemaatschappij Shooting Star en Peters gedraaid materiaal. Velinga (Rick Engelkes) moet op een gegeven moment naar Amerika. Net zoals ooit de door dezelfde acteur gespeelde vader in Kruimeltje, door hetzelfde team in 1999 gemaakt. De scène waarin Engelkes afscheid neemt van zijn Martha, op de kade voor de Holland-Amerika-lijn, lijkt verdacht veel op een gelijksoortige scène waarin de acteur de moeder van Kruimeltje vaarwel kust. De actrice is keurig onherkenbaar alleen op de rug te zien. Het gedigitaliseerde schip was destijds een van de pronkstukken van Kruimeltje. Een eerlijk gezegd neemt mijn bewondering voor het snel, doch vakkundig voor een doelgroep in elkaar geflanste Pietje Bell 2 alleen maar toe, als die beelden inderdaad zijn hergebruikt." PIETJE BELL 2: De jacht op de Tsarenkroon ging vliegend van start met een openingsweekend van € 227.716,- Box Office (Inclusief woensdag 17 december € 243.499,-). Hiermee overtrof Pietje Bell openingscijfers van Nederlandse familiefilms als Minoes (€ 178.858), Pietje Bell 1 (€ 207.000) en Pipo en de P P Parelridders (€ 158.000). Binnen een recordtijd van slechts 7 dagen behaalde PIETJE BELL 2 de Gouden status voor meer dan 100.000 bezoekers. Pietje Bell 2 trok in een recordtijd van tweeënhalve week nadat hij in de bioscoop kwam meer dan 450.000 bezoekers; goed voor een Platina Film, die wordt uitgereikt wanneer meer dan 400.000 kaartjes zijn verkocht. Top 20: 4, 3, 3, 5, 5, 6, 6, 8, 13. Op het Europees Jeugdfilmfestival Brugge op 2 maart 2004 door het publiek tot beste film verkozen. Aan het winnen van de Publieksprijs is ook een prijs verbonden: de Provincie West-Vlaanderen kent een distributiepremie toe aan de Vlaamse distributeur van de film, in dit geval Het Vlaams Centrum voor Kinder en Jeugdfilm. Het betreft een ondersteuning in de kosten voor de aankoop en promotie van de film. In april 2004 maakte Maria Peters bekend dat er definitief géén derde Pietje Bell-film.komt. 'We zijn er gewoon op uitgekeken,' vertelt ze. 'Deel twee was voor ons logisch, er lagen nog teveel ideeën die we niet voor deel 1 konden gebruiken. Maar als we nu door zouden gaan, wordt het uitmelken van een formule. Dat willen we echt niet.'
Première: 18 december 2003 (129 bioscoopzalen) 305.134 bezoekers in 2003 en 279.016 in 2004
K-108 minuten

PIPO EN DE PA-PA-PARELRIDDER
Martin Lagestee

met: Joep Dorren (Pipo), Mariska van Kolck (Mammaloe), Meta Speksnijder (Petra), Hero Muller (Dikke Deur), Rudi Falkenhagen (Snuf), Felix-Jan Kuypers (Snuitje), Karin Bloemen (tante Anouska), Daan Schuurmans (ridder Didero van Donderstein), John Wijdenbosch (matroos Mik) Harry van Rijthoven (Miriardo), Tara Elders (jonkvrouw Filette de Bonban)

Pipo de Clown wordt gewaarschuwd door Tante Anouska; ze heeft zijn hulp hard nodig, want het dorp wordt al lange tijd wakker gehouden door ‘een spook uit het kasteel’. Samen met Mammaloe en zijn dochter Petra gaat Pipo op weg om Tante te helpen. Hierbij wordt het ‘familiegezin’ op de hielen gezeten door Dikke Deur en de boeven Snuf en Snuitje. Dikke Deur wil hen zo snel mogelijk terug in het circus hebben, want zonder Pipo verkoopt hij geen kaartjes en zonder verkochte kaartjes krijgt hij geen taartjes! Aangekomen bij het kasteel blijkt dat het niet gaat om een spook, maar om een ridder die daar al vijfhonderd jaar ligt te snurken! De ridder wordt gewekt en hiermee is Tante’s probleem opgelost. Maar wat gaat er nu met de Ridder gebeuren? Hij is al die jaren geleden met opzet in slaap gebracht zodat hij zijn grote liefde, Jonkvrouw Filette, zou mislopen! Naturelurelijk wil Pipo de Ridder wel helpen. Samen met tovenaar Miriardo gaan ze op zoek naar de mooie Jonkvrouw, die ook al vijf eeuwen in een diepe slaap ligt! Dikke Deur en Snuf en Snuitje blijven het stel achtervolgen en tegenwerken. Muziek: Jurre Haanstra. Carel Kraayenhof zorgde voor de huwelijksmuziek, net zoals hij dat gedaan had voor het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima. Op single verscheen 'Pipo yo-ho!' gezongen door Pipo en Petra. Producent: Endemol. Participanten: TROS en Buena Vista. Producent: Rolf Koot. Uitvoerend producent: Willem Zijlstra. Script: Wim Meuldijk en Peter Römer. Camera: Maarten Keller. Geluid: Victor Dekker. Montage: Liesbeth Wieggers. Production design: Vincent de Pater. Kostuums: Anne Verhoeven. Bijzonderheden: Endemol wilde de film als kerstfilm uitbrengen, maar distributeur Buena Vista wilde de film in de herfst in de bioscopen hebben. Dat geschil werd niet opgelost, waarna Endemol de film onderbracht bij Independent Films. Het idee voor een tv-serie vond geen gehoor bij de omroepen. Men vond Pipo gedateerd. Toen er een mogelijkheid was om een filmscript te ontwikkelen en de makers vervolgens ook een realiseringsbijdrage van het Fonds voor de Film kregen (430.000 euro), ontstond het idee om Pipo eerst via een film te introduceren. Pipo wordt gespeeld door Joep Dorren, die al eerder in het alleen op video en DVD verschenen verhaal, Pipo en de Bosbas (1998) liet zien dat hij een waardig opvolger is voor de in 1991 overleden Cor Witsche. Het script, geschreven door Wim Meuldijk en Peter Römer, is losjes gebaseerd op het uit 1961 stammende verhaal Pipo en de Slaapridder, dat destijds ook op tv is uitgezonden. Toegevoegd aan het verhaal werden de boeven Snuf en Snuitje (m-m-mooie p-parels, f-fijne parels). De film had een budget van 3,5 miljoen euro. Opgenomen vanaf oktober 2002 o.a. in een kasteel bij het Zuidspaanse Cordoba tot midden december 2002. Ander opnamen in Spanje in Turegano, Consuegra, Almodovar del Rio en Minas de Riotinto. Mocht de film aanslaan behoort een nieuwe tv-serie tot de mogelijkheden. Casting: Job Gosschalk, Janusz Gosschalk. Bastiaan Ragas zou de rol van Didero spelen, maar zijn rol in musical De Drie Musketeers liet dat niet toe. Daan Schuurmans verving hem. Kees Prins of Paul de Leeuw zou de Dikke Deur worden, maar uiteindelijk werd het Hero Muller. Rudi Falkenhage speelde ook in de tv-serie, 40 jaar eerder, de boef. In de film ontbreekt de mallotige figuur Klukkluk, ooit legendarisch geworden door wijlen acteur Herbert Joeks. Martin Lagestee daarover: ,,Dat was een bewuste keuze. Klukkluk is wel bekend, maar in wezen maar een van de vele satellietfiguren in het verhaal. De serie heette niet voor niets Pipo, en niet Pipo & Klukkluk. De nieuwe Pipo is ontzettend goed, maar voor hetzelfde geld had het minder uitgepakt. Als dat in één keer met Pipo èn Klukkluk was gebeurd, was de film niet geworden wat iedereen er wel van verwacht. Nu kunnen we doorbouwen op de nieuwe Pipo-wereld die we in deel 1 hebben geschapen.'' Debutante Meta Speksnijder (14) is VWO-scholiere in Den Haag en speelt de rol van dochter Petra in Pipo en de p-p-parelridder. De Pipo-film ging bijna tegelijkertijd in première in 120 Nederlandse en dertig Belgische bioscopen; de Belgen waren één dag eerder. Het eerste weekend bezochten meer dan 27.000 mensen in Nederland de film. Persreacties: Alexander Postma op http://www.moviemeter.nl: "Door het slappe verhaaltje weet de Pipo-film geen moment te imponeren. (…) Zitten de kinderen anno 2003 nog op een Doornroosje kloon te wachten ?! Denk het niet. Pipo (Joep Dorren) speelt goed, hij heeft alleen erg weinig tekst. (…) Mariska van Kolck (Mamaloe) en de kleine Petra dienen enkel als decorvulling om de hele film door schaapachtig te lachen naar hetgeen er gebeurt. Het is onvergeeflijk dat Klukkluk niet van de partij is. In plaats daarvan mag John Wijdenbosch in de rol van razende reporter als irritante stoorzender onleuk in de camera praten. (…) Enige troost in deze film zijn de mooie beelden. Opgenomen in Spanje op prachtige locaties en dito natuur. De cameravoering is zeer goed. Ook de paar special effects zijn overtuigend. Kortom, een film die slechts voor de allerkleinsten zal boeien. (…)" André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 19 november 2003: "(…) Producenten die besluiten tot 'remakes' slaan twee vliegen in één klap: ouders komen met hun kinderen mee. Bij goede jeugdfilms kunnen die twee partijen - met hun uiteenlopende behoeftes - bediend worden en hebben beiden een plezierige avond. Of dat bij Pipo en de p-p-Parelridder het geval is, valt sterk te betwijfelen. Voor ouders is de film te oubollig - een bewuste keuze van de makers - en te zwaar aangezet. Iets wat kinderen niet zal storen: die zien een aardig avontuur met boeven en middeleeuwse ridders. Wat ouders ook zal opvallen is dat de indiaan Klukkluk niet van de partij is. Wel doet Mik, de razende reporter, mee (vroeger gespeeld door Donald Jones, nu door John Wijdenbosch). De makers hebben helaas ervoor gekozen hem als verteller direct in de camera te laten praten, ons toesprekend met een accent ergens tussen Amerikaans en Surinaams ('Dat oe-wordt te crazy'). Hij vat alles wat te zien is geweest steeds netjes samen, wellicht nodig om jonge kinderen bij de les te houden, maar irritant voor de rest van de zaal. Alles in Pipo is archaïsch: de boeven, de ridder, de circusdirecteur, de jonkvrouw, de dialogen en het verhaal (gebaseerd op de series Pipo en de Slaapridder en Pipo en het Zingende Zwaard). Als het hun allemaal te lang duurt, kunnen de ouders lachen om de schmierende Karin Bloemen als Duitse tante en kijken naar de mooie Spaanse locaties." Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 19 november 2003: "(…) Vroeger viel het misschien niet op, maar Pipo symboliseert geen vrije, maar een infantiele wereld. De clown is een krompratende man, die de wereld ervaart als een kleuter. Zonder zijn vrouw Mammaloe (Mariska van Kolck) die hem beschermt als een klein kind, zou hij ten dode zijn opgeschreven. Dat de twee seks met elkaar hebben gehad - ze hebben tenslotte een dochter - is een bijna perverse gedachte. Infantiel zijn ook de personages om Pipo heen. Allemaal drukken ze zich uit in een brabbeltaaltje vol gruwelijke woordspelingen. Heeft u nog een monumentje? Even een pampiertje pakken! Godzijdank doet Kluk-Kluk niet mee. De makers worden bedankt voor het aan diggelen slaan van een jeugdherinnering." Willem Schouten in 'Sp!ts' van donderdag 20 november 2003: "(...) de karakters die Meuldijk schiep, hebben nog steeds hun magie niet verloren. Cor Witschge mag dan al jaren in de grote circustent in de hemel spelen, vervanger Joep Dorren benadert zijn maniertjes en intonatie bijna griezelig nadrukkelijk. Verder is Karin Bloemen zalig als toverkol tante Anouska. En steelt uitgerekend Daan Schuurmans de show als P-p-parelridder zelf. (...) Hip en heftig was hij [Pipo] in de jaren zestig al nauwelijks, maar zijn charme en ongeëvenaarde knuffelfactor maken de clown voor hen met een beetje kinderziel achteloos milleniumproof." Linda Engels in 'Metro' van donderdag 20 november 2003: "(...) Perfect voor alle (groot)ouders die herinneringen willen ophalen en hun (klein)kinderen een veilige, vermakelijke film willen laten zien. Voor moderne, wat oudere kinderen die gewend zijn aan Pokemon the X-men is het waarschijnlijk saai. (...)" Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' van 20 november 2003: "Operatie reanimatie Pipo geslaagd. Pipo in de bios even leuk als op tv. Hoeveel nostalgie kan een mens aan? Na Pietje Bell en Schippers van de Kameleon en met Floris, Pietje Bell 2 en Kees de Jongen nog in het vooruitzicht maakt nu Pipo zijn opwachting in de bioscoop. En het moet gezegd: de transformatie van het oer-Hollandse tv-icoon naar film blijkt geslaagd. Verrassend. Want wie er de beelden van de oude reeks bijpakt, merkt dat de tijd behoorlijk zijn tanden heeft gezet in de door Wim Meuldijk bedachte clownsavonturen. Jeugdsentiment, zeker. Maar ook houterig, traag en oubollig. Het is daarom een goede zaak geweest dat Meuldijk samen met scenarist Peter Römer de held en zijn omgeving hebben afgestoft. Daarbij lieten ze zijn sterke kanten intact. Kortom: Pipo beschikt over de juiste loopjes, gebaartjes en briljante onzinwoordenschat (naturelurelijk, verdiencentjes, sapperdeflap, gezinsfamilie), maar pakt ook het vliegtuig en belt mobiel vanuit zijn wiebelwagen. Door verder gebruik te maken van prachtige Spaanse locaties en voldoende knettergekke karakters in te zetten is in Pipo en de p-p-parelridder een leuk, up tempo kijkavontuur ontstaan.(...) Het is wel te hopen dat Pipo zich staande houdt tussen het nostalgie-geweld van eigen bodem en de grote buitenlandse producties die massaal in aantocht zijn." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 20 november 2003: "Pipo de clown moet een droom van Endemol verwezenlijken. Het bedrijf, gespecialiseerd in televisievermaak, koesterde al jaren de ambitie een speelfilm te maken. In afwachting van een stevig plan werd in 1995 alvast geoefend met een extra lange Baantjer-aflevering, die trots Baantjer, de film werd genoemd. (...) Pipo en de p-p-parelridder is een halfbakken onderneming. De makers hebben geen heldere keuzes gemaakt. De clown werd een beetje gemoderniseerd (als een actieheld staat hij op een vliegtuig), maar aan de andere kant is er alles aan gedaan het vertrouwde beeld van de serie niet te beschadigen. Daarmee manoeuvreert Endemol zich in een moeilijke spagaat: Pipo wil avonturenfilm (voor de kids) en een sentimental journey tegelijk zijn. Een reis door het heden én een reis naar het verleden - en dat allemaal in een hortend en stotend ritme. Ook de cast heeft twee gezichten. Joep Dorren is een hartverwarmende Pipo, Rudi Falkenhagen blijft leuk als Snuf, en Felix-Jan Kuypers maakt van Snuitje een sterk tragi-komisch nummmer. De meeste indruk wekt Daan Schuurmans als de nukkige ridder Didero, een rol waarmee hij bewijst dat een typetje niet per definitie eendimensionaal hoeft te zijn. Dat vermogen heeft Karin Bloemen niet: tante Anoeska is vooral een irritatie opwekkende staalkaart van malle accenten en overdreven bewegingen. Pipo en de p-p-parelridder werd opgenomen in Spanje. In dat rotsachtige, surrealistische landschap wekt Pipo een verweesde indruk. Het valt ook niet mee om als nostalgisch merk door het leven te moeten gaan."
Taalgebruik op zijn Meulendijks vertaald naar 2003:
Sapperdeflap = shit
Pipo, koeien! = Pipo, opzouten!
Laat af! = Handjes thuis!
Dag vogels, dag kinderen = Tot ziens
Naturelurelijk = Dacht van wel
Taai! = Doei!
Pipo en de Parelridders (116 kopieën) werd het eerste weekend bezocht door 14.000 bezoekers en dat was veel minder dan de distributeur gehoopt had. Bioscoop top 20 noteringen: 4, 6, 9, 13, 7, 6, 7, 12, 15, 16, 20. Op dinsdag 23 december 2003 werd bekendgemaakt dat de film de honderdduizendste bezoeker naar de bioscopen getrokken had; daarmee werd de status van Gouden Film bereikt. PIPO EN DE P-P-PARELRIDDER werd op zaterdag 3 januari 2004 door de Nederlandse filmjournalisten uitgeroepen tot de slechtste Nederlandstalige bioscoopfilm van 2003. Aan de enquête deden vijftig filmjournalisten mee van onder meer NRC Handelsblad, De Volkskrant, Nieuwe Revu, Preview, radio 3fm en de Gaykrant. Universal Pictures (Benelux) heeft door marktonderzoeksbureau IPM KidWise, dat gespecialiseerd is in kinderen, een onderzoek laten doen naar Pipo de Clown. De maatschappij wilde onder meer weten hoe de naamsbekendheid van Pipo is onder kinderen. Het onderzoek is verricht onder 176 ouders en 144 kinderen (in de leeftijd van 3 tot 8 jaar). De bekendheid van Pipo de Clown blijkt hoog, zowel onder kinderen als onder ouders. 72% van de kinderen herkent spontaan een afbeelding van de clown, 17% herkent hem na te zijn geholpen en voor de overige 11% is hij onbekend. Alle ouders kennen Pipo de Clown nog van vroeger en eenderde geeft aan hem ook dankzij de film Pipo En De p-p-Parelridder te kennen. Van de 144 kinderen geeft 7% aan de film te hebben gezien, bij de ouders ligt dat percentage op 11%. Ook dat is een reden waarom Universal Pictures het onderzoek heeft laten uitvoeren. "De film heeft aan de verwachtingen voldaan en een goed resultaat behaald, maar hij heeft niet onze verwachtingen overtroffen", aldus pr-manager Monique Messelink. "Wij wilden weten of dat aan de film lag en hoe groot de kans van slagen is wanneer we de film op video en dvd uitbrengen." Pipo En De p-p-Parelridder heeft in de Benelux uiteindelijke ?1,2 miljoen opgebracht. De film verschijnt 15 mei op dvd en vhs. Uit het onderzoek blijkt verder dat 83% van de kinderen aangeeft 'best graag' de film op dvd of video te willen hebben, 13% wil misschien de film hebben en 4% hoeft hem niet. Van de 176 ondervraagde ouders zegt 49% Pipo En De p-p-Parelridder te willen kopen op dvd of video, 46% zegt de film misschien te willen kopen en 5% koopt hem niet. Degenen die de film niet willen hebben, geven als reden aan dat ze de film al hebben gezien of dat de film hen niet leuk lijkt, zo meldde 'Muziek en beeld' op 11 maart 2004. Kijkwijzer: Alle leeftijden. Site: http://www.pipodefilm.nl.
Première: 20 november 2003 (114 bioscoopzalen) 144.284 bezoekers in 2003 en 44.354 in 2004
K-103 minuten

POLLEKE
Ineke Houtman

Met: Liv Stig (Polleke), Mamoun Elyounoussi (Mimoen ), Halina Reijn (Tina, Moeder Polleke), Daan Schuurmans (Spiek, Vader Polleke ), Frank Lammers (Meester Wouter), Helmert Woudenberg (Opa Polleke), Marja Kok (Oma Polleke), Rosa Boesten (Caro), Vanessa Coco Morales (Consuelo), Odin Delver (Tom), Chaib Massaoudi (vader Mimoen), Nuzha Salah (moeder Mimoen), Susan Visser (Ina), Veerle Dobbelaere (Dina), Wolter Muller, Gerda Havertong

Scenario: Maarten Lebbens en Rob Arends naar de boeken van Guus Kuijer. Polleke, een meisje van 11 is verliefd op de Marokkaanse Mimoen. Zijn ouders verbieden hem echter met hem om te gaan, omdat zij al een bruid voor hem hebben uitgezocht in Marokko. Ondertussen botert het niet tussen de vader en moeder van Polleke: moeder wordt verliefd op een ander en vader glijdt af van een optimistische vrijbuiter tot het niveau van dakloos zwerver. Het is Mimoen die hierin een uitweg biedt, waarna Polleke en Mimoen zichzelf ook voornemen om bij elkaar te blijven. Muziek: Vincent Van Warmerdam. Camera: Sander Snoep. Producent: Brechje Schaling. Montage: Michiel Reichwein. Casting: Martha Mojet. Art direction: Fleur Ankone, Elsje de Bruin. Kostuums: Stephanie Marien. Stunts: Ronald Schuurbiers, Willem de Beukelaer. Nagespeelde songs o.a. 'A little less conversation', 'Fallin'' . Zang o.a. van Babette Labij. Productiemaatschappij: Egmond Film and Television BV, VPRO. Budget: 6,5 miljoen gulden. Opgenomen in o.a. Amsterdam (Mercatorplein), Rotterdam (moskee) en Beverwijk (stationsplein). Eerder werden Kees Coolen en Kitty Courbois genoemd voor hoofdrollen. In de film wordt 'Onder de blote hemel' van Cynthia Voigt gelezen. Guus Kuijer over de film in 'Het Parool' van 11 oktober 2003: "Indrukwekkend. Ik heb gehuild en gelachen. (…) Mensen die Polleke zien als een illustratie van het multiculturele drama, kijken verkeerd. Het multiculturele drama bestaat niet. (…) Elke groep heeft de neiging zich in zichzelf op te sluiten. Dat gebeurt overal, dus dan kun je de hele wereld wel een drama noemen. Laten we over barrières heen kijken." Bioscooptop 20-noteringen: 9, 6, 7, 10, 11, 13, 11, 18. Oene Kummer op http://geocities.datacellar.net/oenekummer/polleke.html: "Eindelijk eens een familiefilm die niet nostalgisch terugblikt op een lelieblank Nederland, maar op energieke wijze de confrontatie met de goede en minder goede kanten van de multiculturele samenleving aangaat. Daarbij wordt de Nederlandse noch de Marokkaanse manier van leven geïdealiseerd. De makers zijn het politiek correcte denken voorbij en hebben een maatschappelijk relevante film gemaakt die geschikt is voor alle politieke gezindten, van Femke Halsema tot Gerrit Zalm. Scenaristen Maarten Lebens en Rob Arends hebben de Polleke-boekenreeks voortreffelijk bewerkt, op een manier waarbij humor en tragiek elkaar in balans houden. Ook camerawerk, montage, art direction, kostumering en muziek zijn van hoog niveau, terwijl Houtman zich zoals altijd een trefzeker acteursregisseur toont." Koen Kleijn in 'Algemeen Dagblad' van donderdag 9 oktober 2003: "(…) Schuurmans zet zonder ijdel geschmier een mooie loser neer, Reijn is energiek en ontwapenend, Lammers als altijd geestig en precies. De prijs gaat naar de jonge Liv Stig; wat Houtman uit haar weet te halen is bewonderenswaardig." Jos van der Burg in 'Het Parool' van zaterdag 11 oktober 2003: "(…) Polleke is innemend, humoristisch en ontroerend - versleten woorden, maar de film geeft ze nieuwe glans." Diverse afleveringen van 'The Making of POLLEKE' werden vanaf zondag 14 september 2003 (09.28-09.40 uur) in Z@ppelin uitgezonden. Op zaterdag 11 oktober 2003 werd het Cinekidfestival geopend met de wereldpremière van POLLEKE. Geselecteerd voor het filmfestival in Berlijn in 2004. Polleke won zondag 29 februari 2004 op het Europees Jeugdfilmfestival in Vlaanderen de juryprijs. Aan de bekroning is een filmdistributie in België verbonden. Kinderjury prijs voor de beste film: Een jury van kinderen in de leeftijd van 12 tot 14 jaar loofde de Youth Factory Filmcup uit op het Zweedse Kinderfilmfestival BUFF in Malmö in maart 2004. Gouden Film voor 100.000 bezoekers op 24 maart 2004. Op het Poolse Film Festival ALE KINO onderscheiden met twee prijzen; de Grand Prix - Poznan Golden Goat (juryprijs) en de prijs voor de Beste Film door de kinderjury in juni 2004. Op het Internationale Filmfestival van Montevideo in augustus 2004 bekroond met de drie belangrijkste prijzen:de grote juryprijs, de prijs voor beste speelfilm en de prijs van de kinderjury. 2nd Prize Children's Jury Prize Live Action Feature Film or video en 2nd Prize Adult Jury Prize Live Action Feature Film op het Chigago Children's Film Festival in oktober 2004. In maart 2005 tegelijkertijd bekroond met twee prijzen op het International Film Festival for Youth in Vancouver. De verfilming ontving de bekroning als beste film van het festival van zowel de jeugdjury als de professionele jury. Officiële site: www.pollekedefilm.nl.
Première: 11 oktober 2003 (6 theaters op zaterdag; vanaf zondag in 56 zalen, in tweede week 57 zalen) 93.960 bezoekers
K-97 minuten

RESISTANCE
Todd Komarnicki

met: Sandrine Bonnaire (Lucette), Julia Ormond (Claire), Bill Paxton (Ted), Filip Peeters, Victor Reinier, Philippe Volter

Amerikaans-Nederlandse co-productie. Scenario: Todd Komarnicki, gebaseerd op de roman van Anita Shreve. De boven bezet België neergeschoten Amerikaanse piloot Ted wordt opgenomen in het huis van verzetsstrijder Henri. Wanneer deze moet onderduiken worden Teds plannen om te vluchten uitgesteld. In de afwezigheid van Henri bloeit er liefde op tussen Ted en Henri's vrouw Claire. Producenten: Laurens Geels, Paige Simpson, Karin S. de Boer. Muziek: Angelo Badalamenti. Camera: Marc Felperlaan. Montage: Bert Rijkelijkhuizen. Casting: Allison Cowitt, Mike Fenton. Production Design: Alfred Schaaf. Makeup: Vivian Baker. Special Effects: Harrie Wiessenhaan. Distributie: A Film Distribution. Dit speelfilmdebuut van regisseur Todd Komarnicki werd opgenomen in Amsterdam en België. De film, met een budget van 16 miljoen euro de duurste volledige Nederlandse productie ooit, bleef slechts enkele weken in de bioscopen draaien. Pauline Kleijer op Cinema.nl: "De Nederlandse productie - naar een boek van Anita Shreve - is degelijk vormgegeven, maar lijdt aan serieuze mankementen. De vervelendste: tot het eind toe blijft onduidelijk over wie of wat de film precies gaat." 'Het Parool' van 11 juni 2003: "(…) er verschijnen geregeld films die de oorlog als decor gebruiken om de dramatische inzet gemakzuchtig te verhogen. Resistance is zo'n film (…)"Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van : "Een Amerikaanse piloot die in 1944 neerstort in België, het is een handig uitgangspunt voor een internationale film, daar er vanzelf meerdere talen in gesproken kunnen worden. De taal in België is in Resistance geen Nederlands maar Frans, ondanks het feit dat de film achter de schermen een Nederlandse productie is. (...) De plot van de film, die is gebaseerd op een roman van Anita Shreve, biedt weinig verrassingen of het moet zijn dat die er echt nauwelijks in zitten. De verrassingen die erin zitten zijn potsierlijk. De uitvoering van de debuterende Amerikaanse regisseur Todd Komarnicki brengt weinig teweeg. Er liggen een keer een paar mooi gestylede uien in de keuken. Zulke dingen krijgen de kans op te vallen. De Nederlandse inbreng van de film, geproduceerd door First Floor Features, werd mogelijk door een cv-regeling, die Resistance een budget van ruim 16 miljoen euro bezorgde. Daarmee is het de duurste volledig Nederlandse productie ooit." De film was een financieel drama. De productie werd keurig volgens budget gedraaid, maar in de financiering vielen gaten. Laurens Geels leende dollars bij een filmfinancier, die door de koersval van de Amerikaanse munt minder waard werden. Distributeur KMI weigerde bovendien een voorschot van drie miljoen euro, omdat men de cast te mager vond. Om toch rond te komen sprak Geels bij ABN Amro banktegoeden aan, die volgens de cv-afspraken geblokkeerd moesten blijven. Website: http://www.firstfloorfeatures.com/resistance.html.
Première: 12 juni 2003 (3 bioscoopzalen) 52 bezoekers
K-90 minuten

RIGOLETTO
Corina van Eijk

met: Peter Michailov (Rigoletto), Jasmin Besig (Gilda), Charles Alvares da Cruz (Duca), Mourad Amirkhanian (Sparafucile), Klara Uleman (Maddalena), David Lewi, Brian Green, Wil van der Meer, Jan van Maanen, Egidius Pluymen, Mieke Doeschot, Ivette van Laar, Charlotte Besijn (Ceprano's wife), Wivineke van Groningen (pathologist); Karen Wierzba (Gilda's voice)

Scenario: Corina van Eijk. Operafilm. Rigoletto wil zijn dochter beschermen, papa's meisje is te zuiver voor de vuige wereld, zij hoort voor eeuwig in het rijk der maagden. Maar Gilda, die zich nog maar kort, maar hevig met haar hormonen onderhoudt, laat zich door niemand de wet voorschrijven. Producent: Saskia van Roekel. Camera: Tinus Holthuis. Stichting Opera Spanga het Verona van Weststellingwerf maakt sinds 1989 lowbudget opera's in het Friese dorp Spanga. Rigoletto is een soort gezongen film geworden. Met zangers die zo naturel mogelijk zingen. Regisseur Van Eijk: "Rigoletto wilde ik eigenlijk al een tijd verfilmen. Het verhaal leent zich er perfect voor. Het speelt zich op meerdere plekken af en het gaat echt ergens over. Voor mij gaat het over de seksuele revolutie van de vrouw.'' Verdi maakte Rigoletto in 1850, naar een stuk van schrijver Victor Hugo. Die met deze voorstelling kritiek kon uiten op het Franse koningschap. Hij zet die koning neer als iemand die vertrouwt op het advies van zijn hofnar, en zich ontpopt als vrouwenverslinder. In het verhaal wil hij ook de dochter van een van zijn landheren in de armen sluiten. Vader komt erachter, vervloekt de hofnar en toont zijn dochter de keerzijde van de koning: hij is hoerenloper en zijn woord naar haar is dus niet zo monogaam gemeend als de koning doet voorkomen. Muziek en zang werden van tevoren opgenomen in de Wisseloord Studio's. Jasmin Besig is Duits, Charles Alvares da Cruz komt uit Portugal. Vertoond in natuurgebied Spanga vlak bij Wolvega van 1 tot en met 17 augustus 2003. Kaarten kostten 25 euro per stuk. De film verscheen ook op dvd.
Première: vrijdag 1 augustus 2003 in Spagna
K-100 minuten

ROSENSTRASSE
Margarethe von Trotta

met: Katja Riemann (Lena Fischer), Maria Schrader (Hannah Weinstein), Jürgen Vogel (Arthur von Eschenbach), Martin Feifel (Fabian Fischer), Isolde Barth (Fabians moeder), Romijn Conen (Ben Weinstein, Hannah's broer), Jan Decleir (Nathan Goldberg), Gaby Dohm (barones von Eschenbach), Fedja van Huêt (Luis Marquez), Nina Kunzendorf (Litzy), Jutta Lampe (Ruth Weinstein), Fritz Lichtenhahn (Fabians vader), Carola Regnier (Rachel Rosenbauer), Claudia Rieschel (Klara's collega), Siemen Rühaak (Duits officier), Doris Schade (Lena Fischer, 90), Lena Stolze (Miriam Süssmann),Thekla Reuten, Edwin de Vries (gevangene), Carine Crutzen (zijn vrouw), Doris Schade; Nathan Goldberg (stem)

Scenario: Margarethe von Trotta, Pamela Katz. ROSENSTRASSE is het verhaal van drie vrouwen wier levens zijn verbonden door een unieke gebeurtenis in het verleden. De negentig jaar oude Lena Fischer uit Berlijn vertelt aan de jonge joodse Hannah Weinstein (33) uit New York hoe haar moeder Ruth, die inmiddels 65 is, betrokken was bij het nauwelijks bekende verzet van honderden arische vrouwen in 1943. Midden in de winter, in een straat die de Rosenstrasse heette, organiseerden deze dappere vrouwen een geïmproviseerde maar krachtige demonstratie tegen het Derde Rijk. Recht tegenover het gebouw waar hun joodse echtgenoten gevangen werden gehouden, riepen ze om hun vrijlating. Muziek: Loek Dikker. Productie: Richard Schöps, Henrik Meyer, Markus Zimmer, Volkert Strucken, Errol Nayci. Camera: Frans Rath. Montage: Corina Dietz. Art direction: Heike Bauersfeld. Distributie: UIP. ROSENSTRASSE is geregisseerd door Margarethe von Trotta; statenloos geboren uit een Russische (Moskouse) moeder en een Duitse vader in 1942. De Nederlandse inbreng bestaat onder andere uit Nederlandse acteurs waaronder Fedja van Huêt, Thekla Reuten en Edwin de Vries. De muziek van de film werd gecomponeerd door Loek Dikker en uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Jaap van Zweden. De Nederlandse co-producenten zijn Volkert Struycken en Errol Nayci van Get Reel Productions. Verder participeerden de NCRV, het Nederlands Fonds voor de Film en het CoBo Fonds. Geselecteerd voor het 60ste Filmfestival van Venetië (27 augustus - 6 september) 2003. Daar beleefde de film in het competitieprogramma zijn wereldpremière. Katja Riemann werd op het Filmfestival van Venetië bekroond met de Gouden Leeuw voor Beste Actrice. Genomineerd voor de European Film Awards 2003. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 1 oktober 2003: "Rosenstrasse heeft indrukwekkende scènes, die de wanhoop en moed van de demonstrerende vrouwen uitstekend voelbaar maken. Het is jammer dat de film heden en verleden afwisselt, want het zijn ongelijksoortige grootheden. Het gruwelijke verleden verdraagt zich slecht met Hannah's moderne getob over haar wortels en identiteit. Het lijkt alsof de acteurs dat ook voelden: de historische personages emotioneren tot in de bijrollen, waarin onder andere Thekla Reuten en Jan Decleir zijn te zien, maar de hedendaagse personages, Hannah voorop, zijn teleurstellend vlak. Rosenstrasse bestaat uit twee films: een indringende en een overbodige." NRC Handelsblad van 1 oktober 2003: " Ooit werd Margarethe von Trotta bewonderd als de geëngageerde filmer van Schwestern en Die Bleierne Zeit. Nu maakt zij, na Das Versprechen in '95, opnieuw een behaagzieke en vervelende film (…) Het verhaal in de oorlog (…) heeft een zekere tragiek en Katja Riemann is mooi in de rol van Lena, maar de film blijft looiig. (…)" Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 2 oktober 2003: "(...)Gesterkt door het succes van een vergelijkbare film als De tweeling en prijzen op het festival van Venetië, onder meer voor Katja Riemann, brengt distributeur UIP Rosenstrasse in dertig zalen uit - een record voor een Duitstalige film. Dat getuigt van optimisme: Rosenstrasse is een ouderwetse europudding, die bezwijkt onder de goede bedoelingen." Katja Rieman werd genomineerd als best European actress bij de European film awards 2003 in november 2003. Audience award op het Sixth Festival of German Cinema in Madrid in juni 2004. Hitnoteringen: 12, 18, 18, hernieuwd op 19, 19, 18.
Première: 2 oktober 2003 (30 bioscoopzalen) 30.398 bezoekers
K-135 minuten

SCHIPPERS VAN DE KAMELEON, DE
Steven de Jong

met: Koen van der Donk (Hielke Klinkhamer), Jos van der Donk (Sietse Klinkhamer), Steven de Jong (Heit Klinkhamer), Dominique van Vliet (Mem Klinkhamer), Maarten Spanjer (Gerben Zonderland), Willeke van Ammelrooy (Mevrouw Bleeker), Peter Tuinman (Meneer Bleeker), Saar Koningsberger (Esther Bleeker), Rense Westra (Veldwachter Zwart), Gijs Scholten van Aschat (burgemeester), Meriyem Manders (burgemeestersvrouw), Joep Sertons (Dokter), Hilly Harms (Oma de Jong), Sipke Jan Bousema (student van Kampen), Lianne Zandstra (Mevrouw Wijnstra), Klaas Hofstra (Sjoerd Bonnema), Peter Groot Kormelink (molenaar Dijkstra), Tom Kuipers (Kees Dijkstra), Henk Westbroek (IJscoman Piersma), Pyt Paulusma (Weerman), Thirza Koopmans (Paulien Wijnstra), Tim Zweije (Nozem 1), Wybe Bruinsma (Nozem 2), Mads Wittermans (Sygerdsma jr.), Ids van der Krieke (boer), Ed Nijpels (starter zwemwedstrijd), Okko van der Pol (notaris), Boyan Nijpels (vissersjongen), Joost Marsman, Colin Banks, Erik van der Hoff, Jasper Bos, Sander Rozeboom, Dim Junius (corpsballen); Gerrit Stienstra (stand in Sietse/Hielke)

Scenario: Jean Ummels, Steven de Jong, naar de boeken van Hotze de Roos. Hielke en Sietse zijn de tweeling van smid Klinkhamer. Hun beste vriend Gerben is veel ouder dan de jongens. Hij neemt ze regelmatig in de maling. Veldwachter Zwart houdt de drie bengels goed in de gaten, zodat de rest van het dorp niet al te veel last heeft van hun streken. Misschien doet Zwart dat eigenlijk wel té goed, want daardoor heeft hij geen oog meer voor echt gespuis, zoals de nozems... Als het dorp onverwachts door een zware storm wordt getroffen, wordt de dokter door oplettendheid van Sietse van verdrinking gered. Hij wil Sietse een beloning geven, maar deze wil daar niets van weten. Uiteindelijk krijgt de tweeling het autowrak van de dokter cadeau. De motor slopen de jongens eruit en ze monteren hem in hun boot. Hielke en Sietse hebben nu een boot mét een sterke motor. Met hun eigen boot De Kameleon kan de tweeling zich nog meer uitleven dan voorheen. En dit heeft grote gevolgen voor de nozems... Camera: Anton Stoelwinder, Francois Perrier. Montage: Paul Bruijstens. Art direction: Robert van der Hoop, Ruben Schwartz. Kostuumontwerp: Wolly Prins. Muziek: Roland Schilperoort. Songs: 'Wind in mijn haren' van de Boswachters, 'Voor altijd samen' van Han van Eijk en 'De zon tegemoet' van de Kast & Agnes. Geluid: Renee de Kruijf. Uitvoerend producent: Frans Papp. Producenten: Klaas de Jong, Steven de Jong. Co-producent: KRO. Voor de film cv werden 121 participaties verkocht van 12.500 euro per stuk. Zaterdag 22 september 2001 was de eerste castingdag voor de rollen van hoofdpersonen Hielke en Sietse Klinkhamer. Jos & Koen van de Donk en Jaap & Pieter Lok waren twee van de elf eeneiïge tweelingen op die dag. Jos & Koen (15) kregen de rollen. Casting: Margarete van Dam. De invulling van de figurantenrol van Kees Dijkstra kwam tot stand door een stemming op één van de vijf kandidaten door de lezers van 'de Telegraaf'. Editor Paul Bruijstens overleed een week nadat de beeldmontage was afgerond. De film is aan hem opgedragen. Opnamen vanaf 8 juli 2002 in IJlst. 23 draaidagen. De sfeer van het boek (het eerste deel verscheen in 1948) werd niet veranderd, wel werd een romantische verhaallijn rond het meisje Esther toegevoegd. De provincie Friesland gaf toestemmig om op rustigere beschermde watergebieden te filmen. Ook werd gefilmd in het Friese dorp Terherne. De smidse werd speciaal voor de film gebouwd. Het grootste verschil tussen de boeken van De Roos en de film is de seksuele belangstelling van de hoofdfiguren; die bestaat niet in de boeken. Opvallende placering van Calvé-pindakaas, Gulf benzine. Film bevat verwijzingen naar LOLITA (hartvormige bril), TWISTER (orkaan). Ook met veel kikker; de kikkers volgen de jongens als het ware. Er zit een kikker in de vlag van de gemeente Lenten, de burgemeester eet kikkerbillen. Hotze de Roos schreef in 1948 zijn eerste boek 'De schippers van de Kameleon'. Hij overleed op 15 oktober 1991. De Friese studentenvereniging Bernlef uit Groningen begon medio april 2002 met de Friestalige filmversie van de Kameleon-boeken. De vereniging deed dat uit ergernis over het feit dat regisseur Steven de Jong een Nederlandstalige Kameleon-verfilming maakte. "De Kameleon-boeken spelen in Friesland. Het is toch raar dat deze film dan in het Nederlands wordt gemaakt", liet Bernlef-woordvoerder B. Terpstra weten. De hoofdrollen van de Friese versie werden verdeeld onder leden van de studentenvereniging, met gastrollen voor weerman Piet Paulusma, Hans Wiegel, Ids Postma en voetbaltrainer Foppe de Haan. De film duurt 25 minuten en ging op zondag 18 augustus 2002 in première. De Jong voelde zich niet aangesproken, want De Kameleon is oorspronkelijk in het Nederlands geschreven en niet in het Fries. Persreacties: Fritz de Jong in 'de Filmkrant' van juni 2003: "(…) Het probleem met De Jongs dorpstoneel is, dat het gemaakt is met het budget voor een volwassen speelfilm. Als een kind dat met een vet gevulde beurs in de snoepwinkel is losgelaten, gooit De Jong lukraak kleuren, smaken en texturen bij elkaar. (…) Tegenover de Mokumse moppentapper Maarten Spanjer, die een volstrekt ongeloofwaardige boerenknecht neerzet, staat Fries acteer coryfee Rense Westra er op los te theateren, compleet met vet aangezet accent. Ondertussen lepelen de jeugdige hoofdpersonen braaf hun zinnetjes op. De lukrake wijze waarop De Jong allerlei invalletjes en ideetjes op een hoop gooit leidt ook tot onbedoelde misverstanden. Neem bijvoorbeeld de relatie tussen het wees geworden stadsmeisje Esther en haar oom (…) Bleeker. Op zeker moment neemt pubermeisje Esther een uitdagende pose in, met op haar neus zo'n bakvisachtige zonnebril, zoals we die kennen uit Stanley Kubricks Lolita. Een intieme dialoog tussen Esther en Bleeker komt hierdoor in een bizar daglicht te staan. (...)" Jos van der Burg in 'Het Parool' van 25 juni 2003: "(...) Het levert een bootachtervolging op die Dick Maas' Amsterdamned in herinnering roept. Ook zien we een tornado die in Jan de Bonts Twister niet misstaat. Het vaak kluchtige spel en de oubollige grappen doen echter eerder denken aan Haanstra's Fanfare. Filmmaker Steven de Jong heeft ook inhoudelijk van De schippers van de Kameleon een ratjetoe gemaakt. In het dorpje heersen de jaren vijftig, maar de burgemeester is een decadente yup (Gijs Scholten van Aschat), die alleen interesse heeft voor zijn geminirokte (!) vrouw (Meriyem Manders). Het Lolita-achtige buurmeisje (Saar Koningsberger), dat de tweeling seksueel laat ontwaken, doet niet denken aan het Friese platteland maar aan Nabokov. En het Amsterdamse accent maakt van Maarten Spanjer een zeer merkwaardige Friese boerenknecht. Is De schippers van de Kameleon misschien stiekem een parodie op het nostalgie-genre? Het moet haast wel, gezien het inventieve rijm in de titelsong: 'Wij zijn vrienden van het eerste uur/ door een speling van de natuur.'" Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 26 juni 2003: "(...) De Jongs terugzucht heeft ook het tempo en de toon geïnfecteerd. Het eerste uur neemt hij alle tijd zijn personages te introduceren, terwijl de soundtrack keer op keer beklemtoont wat overduidelijk te zien is. Voor rafelranden is in dit verkavelde scenario geen plaats. Toch is het niet de oubolligheid die achteraf mee naar huis worden genomen. Wat van de plattelandskomedie blijft hangen, is het triomfalisme van een filmmaker die zijn droom doet uitkomen." Ab Zagt in 'Algemeen Dagblad' van 26 juni 2003: "(…) De introductie van de personages verloopt soepel, de luchtige toon past prima bij de tamelijk onschuldige inhoud en de soms karikaturale voorstelling van vooral de hoogwaardigheidsbekleders. Hoewel niet alle dialogen goed verstaanbaar zijn, overtuigen de hoofdrolspelers. Spijtig dat knecht Gerben, de plaaggeest van de Klinkhamertjes, er wat bekaaid afkomt. Vergeleken met de Pietje Bell- en Kruimeltje-verfilmingen maakt DE SCHIPPERS VAN DE KAMELEON een meer uitgebalanceerde indruk. De film smaakt naar meer. (…)" De Nederlandse Kameleon-film beleefde op Vaderdag 2003 (zondag 15 juni 2003) een voorpremière Een feestelijke middag in Pathé De Kuip in Rotterdam vond plaats op zaterdag 21 juni 2003 om 12.30 uur. Bioscoop top 20 noteringen: 3, 3, 4, 2, 3, 4, 5, 3, 3, 3, 5, 8, 7, 8, 10, 8, 7, 11, 13, 13, 15, 18. Ruim 84.000 bezoekers hebben tijdens het openingsweekeinde de film De schippers van de Kameleon bekeken. Daarmee trok de familiefilm meer kijkers dan eerdere successen als Minoes, Abeltje, Kruimeltje of Pietje Bell, aldus regisseur Steven de Jong maandag 30 juni 2003. Ongeveer 14.000 mensen mochten gratis naar binnen, omdat ze meededen aan een actie van een supermarktketen. De familiefilm trok binnen één week na de bioscooprelease 100.000 bezoekers en kreeg daarvoor op zaterdag 5 juli 2003 een Gouden Film. Op maandag 4 augustus werd de Platina film overhandigd voor 400.000 bezoekers. Nummer 8 in het jaaroverzicht van 2003 en met 743.000 bezoekers de best bezochte Nederlandse film van 2003; derhalve kreeg de film de prijs: Stimulans voor Succes Filmfonds. Beste kinderfilm op het Filmfestival van Israël in juni 2006. De jury bestond uit Israëlische kinderen.Site: www.dekameleonfilm.nl.
Première: 25 juni 2003 (114 bioscoopzalen; later uitgebreid tot 117, 118) 743.795 bezoekers
K-100 minuten

SCIENCE FICTION
Dany Deprez

Met: David Geclowicz (Andreas), Koen De Bouw (Rick Decker; Andreas' vader), Wendy Van Dijk (Rachel Decker; Andreas' moeder), Liesbeth Kamerling (Nanny), Fran Michiels (Vero), Jurre Baguet (Kasper), Wietse Tanghe (Wietse), Dirk van Dijck (Vero's vader), Carel Struycken (vreemde man), Ilse Van Hoecke (Juf), Staf Coppens (Laborant), Marion Hänsel (zakenvrouw), Neal Michiels (Patrick), Katleen Apers (Brigitta), Evelien Apers (Eva), Ignace Bolle ((Lab assistant 2), Ineke Nijssen (tv-reporter), Pat Van Beirs (chauffeur), Kazadi Matamba (bodyguard), Sofie Weiss (company manager 1), Naël Lauwers (company manager 2), Karen Tanghe (Wietse's moeder), Guy Baguet (Kaspers vader), Betty D'Haenens (Vera's moeder), Kasper Michiels (Vero's broer)

Belgisch-Nederlands-Duitse co-productie. Scenario: Jean-Claude Van Rijckeghem en Chris Craps. Zijn je ouders wel van deze planeet? De centrale personages zijn twee kinderen: Andreas, en zijn buurmeisje Vero. Vero denkt dat de ouders van Andreas buitenaardse wezens zijn. Samen luisteren ze hun gesprekken af. Wat ze daarbij te horen krijgen, tart hun stoutste verbeelding. Is het inbeelding of helemaal niet? Producenten: Marion Hänsel, San Fu Maltha, Jean-Claude Van Rijckeghem, Rudi Teichmann. Muziek: Loek Dikker. Camera: Walther van den Ende. Montage: Michèle Hubinon. Art Direction: Bart Van Loo. Kostuums: Eva Bos. De start van de opnamen was op 9 februari 2002. Tot in april 2002 werd er vijf weken lang werd er in Gent, Brugge, Deurne en Zaventem gefilmd. Budget: 1.888.907 euro. De geluidsmontage vond in Rotterdam plaats, de beeldmontage in Brussel. De muziek werd in in Oost-Berlijn opgenomen. Actrice-zangeres Chantal Janzen zingt de titelsong 'Achter de sterren', dat werd geschreven door voormalig Volumia!-zanger Xander de Buisonjé. De Belgische versie kent een andere titelsong: de zanger van de Belgische rockformatie Arid zingt dan 'Life On Mars' van David Bowie over de eindcredits. De single behaalde de nummer 1-notering in de Vlaamse Ultratop singles. Sciencefiction is Van Dijks en Geclowicz' filmdebuut. Ilse Van Hoecke en Staf Coppens zijn in Vlaanderen bekend als Ketnet-presentatoren. Een gelijknamige tv-serie werd gepland en de jeugdauteur Stefaan Van Laere verwerkte het scenario tot een roman. Gemaakt met zichtbare steun van Coca Cola en Nintendo. Vlaamse première op 13 oktober 2002 tijdens het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen in Gent. Nederlandse première op maandag 14 oktober 2002 tijdens Cinekid, maar er werd ook al een speciale voorpremiere vertoond op het Nederlands Filmfestival in september 2002. 'Humo' van 8 oktober 2002: "Nooit gedacht dat we het nog zouden meemaken maar op 23 oktober verschijnt er een ronduit fan-tas-tische Vlaamse film in de bioscoopzalen: 'Science Fiction'. (…) 'Science Fiction' is een spookachtig goeie film: de regie van Danny Deprez ('De Bal') is erop, de fotografie van klasbak Walther Vanden Ende is onheilspellend mooi, en met de vertolkingen zit het ook al snor: de kids spelen prachtig, Koen De Bouw schittert als de creepy vader van Andreas, Wendy van Dijk (bekend van 'Gene en Ushi') maakt een prachtig bioscoopdebuut, en Ilse van Hoecke -van KetNet en Nationale Test faam- en Carel Struycken (de reus uit 'Twin Peaks') spelen voortreffelijke bijrollen." Hylke Brandsma in 'PreView' d.d. februari 2003: "De jonge acteurs doen het heel behoorlijk en ook de volwassenen, Van Dijk en Kamerling voorop, zijn goed gecast. Toch is er iets mis met Science Fiction. Vormgeving en camerawerk zijn van hoog niveau, maar versterken tegelijk het afstandelijke karakter van de film. Bovendien is de manier waarop het mysterie uiteindelijk wordt opgelost in emotioneel opzicht verre van bevredigend." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 13 februari 2003: "Regisseur Danny Deprez, die vier jaar geleden een geslaagd speelfilmdebuut maakte met de magisch-realistische kinderfilm De bal, legt de lat voor kinderen misschien te hoog. Voor volwassenen is Science fiction een interessante case study van emotionele verwaarlozing. Dat de film toch niet bevredigt, komt door het te gemakkelijke einde." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad': "Deprez heeft er goed voor gezorgd dat het perspectief steeds bij de kinderen blijft (...) Wellicht komt het ook daardoor dat het verhaal tot het eind toe spannend blijft." Het Nederlandse publiek liep niet warm voor Science fiction. De eerste tien dagen bezochten slechts 1100 mensen de film. Science Fiction trok in België in drie maanden tijd 20.000 bezoekers. De film werd geselecteerd voor jeugdfestivals in Canada en Duitsland.Wendy van Dijk zal in elk geval ook nog in bioscopen in Frankrijk, Israël en Latijns Amerika te zien zijn. Ook de dvd/vhs van de film deed het zowel in het rental als retail-kanaal niet volgens verwachting. Zelfs niet nadat na de bioscoop gewerkt werd aan het verbeteren van het artwork. Daarvoor werd de persoon ingeschakeld die ook verantwoordelijk was voor het artwork van PIETJE BELL. "We vinden Science Fiction een fantastische film! Het is een van de meest originele films die de afgelopen jaren in Europa is uitgebracht. Het script is spannend, knap en leuk", aldus Columbia-producent Shuler Donner over het door het Nederlandse filmjournaille afgeserveerd en het door het Nederlandse publiek genegeerde 'Science Fiction' van Dany Deprez. De maatschappij kocht op 9 februari 2004 in Berlijn de rechten aan voor een Amerikaanse remake van de film.
Première: 13 februari 2003 (24 bioscoopzalen) 4.011 bezoekers
K-93 minuten

Tulse Luper suitcases, The. Part one: The Moab Story
Ook: TULSE LUPER SUITCASE - PART I, THE : A LIFE HISTORY IN 16 EPISODES, Tulse Luper suitcases : a personal history of uranium
Peter Greenaway

Met: J.J. Feild, Raymond J. Barry, Valentina Cervi, Drew Mulligan, Debbie Harry, Steven Mackintosh, Jordi Molla, Jack Wouterse, Yorick van Wageningen, Isabella Rosselini, Vincent Gallo, Porgy Franssen

Duits-Spaans-Italiaans-Hongaars-Nederlands-Luxemburgse co-productie. Scenario: Peter Greenaway. Eerste deel van een drieluik over Tulse Luper, een schrijver, die het merendeel van zijn leven in gevangenissen doorbracht. Heldendicht vertelt het avontuurlijke verhaal van Tulse Luper wiens leven gereconstrueerd wordt aan de hand van bewijsmateriaal uit 92 koffers. De schrijver en projectmaker werd zestien keer `opgesloten in gevangenissen' over de hele wereld. Dat begint in 1928 in zijn jeugd in Wales als hij wordt opgesloten in het kolenhok en eindigt in China. Lupers levensverhaal loopt parallel met de wereldgeschiedenis, vanaf de ontdekking van uranium in 1928 tot de val van de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog in 1989. Via de Nederlandse beleggingsconstructie Labouchere Holland Film CV gefinancierd. Voor 50.000 gulden (of meer) konden geïnteresseerde particulieren zich aanmelden. Producent: Kees Kasander. Wouter Barendrecht van Fortissimo Film Sales doet de sales en is tevens een van de executive producers. Nederlandse inbreng: Camera: Reinier van Brummelen. Line producer: Jet Christiaanse. Assistent van Greenaway: Allard van der Werff. Production accountant: Alfred Niehaus. Camera operator: Ruzbeh Babol. Key affer: Daan de Boer. Key grip: Dirk Nijland. Key make up: Sara Meerman. Assistent line producer: Esther Thedinga, Dorothea Sinnema. Focus puller: Vincent Francois. Geluid: Hugo Helmond. Production design: Billy Leliveld. Verder werkten ook mee: Cam-a-Lot, Singel Film, Soundpalette en Stereomatrix. De film kwam mede tot stand met subsidie van het Rotterdams Filmfonds. De wereldwijde sales van 'The Tulse Luper Suitcases' wordt verzorgd door Fortissimo Film Sales. Hoofd producent: Kees Kasander. Productie design: Marton Agh. Geluid: Janos Köporosky. Mixage: Bart Jilesen. Mixage: Han Otten . Editor: Elmer Leupen. Muziek: Borut Krzisnik. Productiemaatschappij: The Kasander Film Company. Distributie: A-Film Distribution. Productiejaar: 2003. Dialogen in het Engels. Het filmen voor 'The Tulse Luper Suitcases' begon in de zomer van 2002 in Barcelona en achtereenvolgens waren er draaiperiodes in onder andere Almeria, Luxemburg, Boedapest en Duitsland. De beelden uit de film zijn grotendeels opgebouwd uit een gekadreerde voorgrond, het fictieve verhaal van Tulse Luper, en achtergronden met historisch beeldmateriaal. Naarmate Lupers reputatie stijgt, wordt er meer nadruk gelegd op het fictieve verhaal. In aparte kadertjes geven onderzoekers hun theorie over Lupers leven. Deel 1 was geselecteerd voor de officiële competitie van Cannes 2003 en dong mee naar de Palme d'Or. Dat was tevens de première. De première van deel 2 dat zich in het Centraal station van Antwerpen afspeelt was in Venetië in september 2003. Nederlandse première op zondag 28 september 2003 om 20.00 uur in de Utrechtste Stadsschouwburg. De film is onderdeel van een ambitueus project waarbij het publiek via films, een tv-serie, boeken, DVD's en een site het complete leven van Tulse Luper tot in detail kan volgen. Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 5 november 2003: "(...) Als je over de meest recente films van Greenaway praat, gaat het eigenlijk steeds over de vorm, en over de manier waarop zij, begrensd door de laatste technologische ontwikkelingen, zijn theorieën illustreren. (...) Slaat al zijn erudiete en verleidelijke getheoretiseer eigenlijk wel ergens op? Maar wat ís The Tulse Luper Suitcases? Het is niet alleen een film, of drie of vijf, of 92, net zoveel koffers als hoofdpersoon Tulse Luper, dief, ornitholoog, verzamelaar, Greenaways alter-ego, heeft. 92 is het atomaire nummer van uranium om wiens geschiedenis het echt gaat in dit megalomane project. Want dat is het: films, boeken, tentoonstellingen, televisieseries, websites, cd-roms. Een Gesammtkunstwerk in wording. Ik heb daar wel bewondering voor, voor kunstenaars die het vuur willen stelen. Maar de film, The Tulse Luper Suitcases. Part One: The Moab Story wordt er niet beter of meeslepender door. Het is een doodsaai construct. Soms beeldschoon, soms intens direct. Het wil een verhaal vertellen en de toeschouwer aan zich binden, maar ook weer niet te veel, want oh, dat zou wel eens op die verfoeide ouderwetse cinema kunnen lijken." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 5 november 2003: "(…) Zoals in al zijn laatste films trekt Greenaway ook nu de digitale trukendoos wijd open: split-screen, animatie, het over elkaar projecteren van beelden en zichtbare voice-overs. Het resultaat is een digitale kermisattractie, die verveelt omdat er dramatisch niets te beleven valt. The Moab story roept niets op en dwingt niets af. De vraag is niet of de cinema toekomst heeft, maar Greenaway." http://www.tulselupernetwork.com
Première: 6 november 2003 (4 bioscoopzalen) 467 bezoekers
K-125 minuten

VAN GOD LOS!
OOK: GODFORSAKEN
Pieter Kuijpers

met: Egbert Jan Weeber (Stan Meijer), Tygo Gernandt (Maikel Verheije), Angela Schijf (Anna Sprengers), Mads Wittermans (Sef), Selma Avkapan (kleindochter Osman), Tamer Avkapan (Nadir, Osmans rechterhand), Marnie Blok (Joke), Loek Ewalds (politie officier 1), Mark Kleuskens (politie officier 2), Cemil Kurtgözu (Suleyman), Pim Lambeau (Mevrouw van de Velde), Frits Lambrechts (De heer van de velde), Johnny Lion (Johan Schreurs), Peter Post (Oost-Europesche man), Harry van Rijthoven (Bert), Ronald Schuurbiers (Oost-Europesche man), Ergun Simsek (Hassan), Els Ingeborg Smits (Moeder Anna), Huub Stapel (Herbert), Diego Teixeira (Stan 11 jaar), Brader Torun (Osman, leider van de Turkse maffia), Mike van den Akker (vriend van Yuri), Deryl van Mieghem (Yuri), Joop Wittermans (vader van Anna), Helmert Woudenberg (inspecteur Geukers)

Scenario: Paul Jan Nelissen, Pieter Kuijpers. De film vertelt het verhaal van de 17-jarige scholier Stan, die zich te pletter verveelt tot de kleine crimineel Maikel letterlijk zijn leven binnenstormt. Dan komt zijn leven in een levensgevaarlijke stroomversnelling terecht. De twee beunen eerst nog wat bij met illegale handeltjes, maar maken onbedoeld indruk op de plaatselijke maffiabaas door bij een roofoverval een drugshandelaar neer te knuppelen. Het begin van hun carrière als huurmoordenaars. Hun vriendschap wordt er alleen maar door versterkt. Het is Anna, Maikels vriendin die de boel overhoop gooit. Niet alleen krijgt Stan steeds meer gevoelens voor haar, ook ontdekt ze langzaam waarmee Maikel zijn geld verdient. Ze bedenkt een plan om samen met Stan te vluchten. Maar hoe kun je kiezen tussen vriendschap en liefde? Een tragische ontknoping is dan ook onvermijdelijk... De film speelt zich af tijdens het carnaval. Muziek: José Retra, Paleis van Boem. Songs: vele liedjes van The Vengaboys, maar ook Mozart en Händl. Producenten: IdtV, Rinkel Film Productions en BNN. Producenten: Anton Smit, Hanneke Niens, Reinier Selen. De film kreeg financiële steun van onder andere het Nederlands Fonds voor de film, het CoBO-fonds en het Stimuleringsfonds. Director of photography: Bert Pot. Art direction: Ruben Schwartz, Robert van der Hoop. Montage: Job ter Burg. Geluid: Antoin Cox, Herman Pieëte. Het verhaal is gebaseerd op de Bende van Venlo. Een aantal jongeren pleegde jaren geleden een serie weerzinwekkende moorden. De daders bleken te zijn geinspireerd door de film 'Scarface'. Er werden 7 moorden gepleegd. De film richt zich vooral op de achtergronden en motieven van de daders: het menselijk drama achter vreselijke misdaden. Er is gekozen voor het perspectief van Stan, een buitenstaander die langzaam in de stroom van gruwelijkheden wordt gezogen, om mensen niet te doen afhaken. De in het dagelijks leven Frankie P. kreeg in de film de naam Maikel, Sanny werd Stan en Astrid werd Anna. Naar aanleiding van de testscreenings werd een close-up voor een totaal vervangen, omdat het testpubliek de scène tussen Angela Schijf en Egbert Jan Weeber 'te heftig' vond. Van God Los ging op 24 april óók in Venlo in première. Daar leidde de film in 2002 tot flinke commotie bij de slachtoffers van die criminele organisatie. De gemeente Venlo stond niet toe dat er opnames in de stad werden gemaakt. De opnamen werden gemaakt in Rotterdam, Amsterdam, Zaandam, Beverwijk (café Scheiwijck). Regisseur Pieter Kuijpers, opgegroeid in het Limburgse Tegelen, schreef eerder de eerste serie van de tv-serie Finals. Persreacties (allen positief!): Anna van der Gaag in 'Metro' van 24 april 2003: "Het is Kuijpers gelukt de kijker te shockeren, en tegelijkertijd met de hoofdpersonen mee te laten voelen (…) Zelfs het Limburgse accent is geloofwaardig (voor een niet-Limburger dan), alhoewel het de eerste minuten wel afleid, omdat je weet dat het niet natuurlijk is." Willem Schouten in 'Sp!ts' van 24 april 2003: "Maar VAN GOD LOS is vooral een triomf voor leidsman Kuijpers. Compromisloos, ongenadig, compact en vooral levensecht, een hele prestatie voor een debutant. Zet de Gouden Kalveren maar klaar." Hans Beerekamp in 'NRC Handelsblad' van 23 april 2003: "(...) Het sublieme camerawerk van Bert Pot flirt zowel met christelijke symboliek als met de lelijke Mean Streets van een provinciestad, waar iedereen iedereen kent, en de burgerlijkheid slechts een dun laagje vernis vormt.(...) Het is vooral de stijl van de voor Nederlandse begrippen ongebruikelijk cynische genrefilm die imponeert, evenals het uitstekende acteren van de hoofdrolspelers: een lucide Weeber, de manische bruut Gernandt en het karakterloze kapstertje Angela Schijf. Het scenario, dat alleen in de zelfdestructieve ontknoping drastisch afwijkt van het echte verhaal, is relatief minder doordacht. (...) Internationaal is een film als Van God los niet bepaald een unicum, maar de vaak gehoorde klacht dat het straatrumoer en de actualiteit niet doorklinken in de Nederlandse film wordt overtuigend beantwoord. (...)" Robbert Blokland in 'Dagblad van het Noorden': "De film ziet er in alle opzichten goed uit: aankleding, locaties, decors en camerawerk zijn tot in finesse verzorgd. Bovendien heeft Kuijpers met zijn vier jonge hoofdrolspelers een acteursensemble gevonden dat onwaarschijnlijk knap de lusteloosheid van het Limburgse jongerenbestaan weet te verbeelden." Jac. Goderie op tv in Filmspot: "Er deugt veel aan Van God Los, maar het zou te ver gaan om het een meesterwerk te noemen. (...) Tygo Gernandt is een echte openbaring als Maikel, en Egbert Jan Weeber's natuurlijke schuchterheid is geschikt voor de rol van de terughoudende Stan. Aan de minuszijde moet gezegd worden dat de film qua stijl en inhoud niet veel toevoegt aan een heleboel vergelijkbare misdaadfilms die we in de loop der jaren voorbij hebben zien komen." Bioscoop top 20: 2, 3, 3, 4, 4, 5, 8, 11, 12, 19, 17. In de eerste week bezocht door ruim 50.000 mensen. Om aan de vraag te voldoen werden er daarom nog zeven extra kopieën van de film in roulatie gebracht. Na tweeënhalve week werd de grens van 100.000 bezoekers bereikt: goed voor een Gouden Film. Het scenario verscheen als nummer 43 in de reeks 'Het Nederlands Scenario'. Gijs Kuijper heeft dinsdagmiddag 30 september 2003 de SKRIEN AFFICHEPRIJS 2003 ontvangen voor zijn posterontwerp voor de film VAN GOD LOS. De film werd genomineerd voor de PAUZE Award 2003, naar het gelijknamige jongerenblad. Drie gouden kalveren: Beste Scenario: Pieter Kuijpers en Paul Jan Nelissen, Beste Regie: Pieter Kuijpers en Beste Acteur: Tygo Gernandt. In december 2003 won Angela Schijf voor haar rol de prijs van Het Andrelon filmtalent 2003 (Publieksprijs). Tijdens het filmfestival van Cannes in mei 2004 verkocht aan Amerika, Australië en Duitsland.
Première: 24 april 2003 (50 bioscoopzalen) 190.750 bezoekers
K-100 minuten

VERDER DAN DE MAAN
Ook: SEA OF SILENCE/WEITER ALS DER MOND
Stijn Coninx

met: Neeltje de Vree (Caro Werner), Huub Stapel (vader Mees Werner), Johanna ter Steege (Ita Werner), Nyk Runia (Mees jr.), Yannic Pieters (Bram), Julia van Litsenburg (Annette), Isabel Leur (Lettie), Anneke Blok (tante Connie), Annette Malherbe (tante Masha), Kees Hulst (oom Tom), Marisa van Eyle (tante Veronica), Jappe Claes (oom Willy), Betty Schuurman (buurvrouw Moniek), Dirk Roofthooft (pastoor), Bert André (Aad Schiller), Jaak van Assche (Ouwe Ebbe), Flip Filz (politieagent), Stefan de Walle (leraar), Wim Opbrouck (zwemleraar), Juul Vrijdag (vrouw op brommer)

Nederlands-Belgisch-Duits-Deense co-productie. Scenario: Jacqueline Epskamp. Verder Dan De Maan gaat over het katholieke boerengezin Werner en speelt zich af rond de maanlanding in 1969. Het verhaal wordt verteld vanuit de 9-jarige Caro, een van de vijf kinderen van het echtpaar. Terwijl de wereld om hen heen in hoog tempo verandert, proberen Caro en haar vader Mees met hun geloof en met elkaar in het reine te komen. Een schuur vol nieuwe varkens brengt hoop en vertrouwen in het gezin, maar dan gebeurt iets zeer tragisch… Hoofd producent : Jan Roukens, Els Vandevorst, Ineke van Wierst. Co-producent: Sophimages, Lichtblick Film- und Fernsehproduktion GmbH, Zentropa Productions, KRO-tv, VRT. Camera: Walther Vanden Ende. Productie design: Peter Menne. Mixage: Per Streit. Editor: Ludo Troch. Muziek: Henny Vrienten. Distributie : Warner Bros Holland. Nederlandse producent is Els Vandervorst van Isabella Films. Muziek: Henny Vrienten. Maandag 6 mei 2002 startte in Groningen de opnamen. De opnamen duurden tot en met juli 2002 o.a. in Simpelveld. In de film zitten filmfragmenten van de landing op de maan, beelden van Biafra. Zowel 'de Volkskrant' als een fles Exota (frisdrank) komen in beeld. Voor het eerst vertoond op vrijdag 26 september 2003 op het Nederlands Film Festival. De bioscooppremière werd maandag 13 oktober 2003 verschoven van 30 oktober naar 27 november. De regisseur Stijn Coninx wilde namelijk het slot van de film veranderen. Een wijziging van de plot van een film is zeer ongebruikelijk, zeker nadat de film al aan een festivalpubliek is getoond. Coninx wil het slot van de Nederlands-Belgische coproductie toch veranderen, omdat dat volgens hem tot een meer coherent einde van de film zal leiden. Hij wil de vaart er tot aan het einde toe in houden. ,,Met de nieuwe afloop van de film hopen producent Isabella Films en de regisseur dat de film beter zal worden ontvangen''. De nieuwe versie is 6 minuten korter dan de oude. Aanvankelijk werden de moorddadige varkens niet geruimd, maar het publiek vond dat niet geloofwaardig. Ook de muziek is minder dramatisch aanzwellend gemaakt. De film ging daardoor niet op 30 oktober, maar op 27 november 2003 in première. Persreacties: Jos van der Burg in 'de Filmkrant' van oktober 2003: "(…) Zoveel talent en dan zo'n drakerige film. Hoe kan dat? Wat ging er mis? (…) wortelt niet in een plattelandscultuur, maar in een Europees financierings- en productiesysteem, dat originaliteit en authenticiteit platwalst. (…)" Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 26 november 2003: "Je kunt eigenlijk weinig onvriendelijks zeggen over Verder dan de maan, of het moest zijn dat het zo'n ongedenkwaardige film is. En dat is natuurlijk al onvriendelijk genoeg. De rollen zijn netjes bezet, het verhaal is dramatisch zonder larmoyant te worden, het ziet er mooi uit, maar je blijft je afvragen: waarom? Waarom heeft regisseur Stijn Coninx (die tien jaar geleden een Oscar won voor zijn epos Daens) zijn beste krachten gegeven aan een film over een meisje dat nog de kracht van geloof bezit en daarmee het leven te lijf gaat dat haar een dronken vader gaf, een duldende moeder, drie broers en een zusje, een gereformeerde buurman, een riekende tante, zwemles en een stal vol varkens? En vooral: waarom moest die film zich afspelen in 1969? Is het om het gezin nog vast te kunnen klinken in de klassieke rolpatronen? Was het vanwege de maanlanding? Of ging het Coninx erom de pittige tante Connie (Anneke Blok) van die fijne bloesjes te kunnen aantrekken? (...) De film is zorgvuldig en met liefde gemaakt, maar je houdt het gevoel dat je de tv hebt aangezet en per ongeluk in een uitzending uit 1969 bent beland. Misschien dat de maker dat als compliment opvat." Pieter Bots in 'Het Parool' van 26 november 2002: "(...) scenariste Jacqueline Epskamp (...) heeft zich schromelijk vertild. Ze stapelt drama op drama om te laten zien hoe moeilijk de jeugd van het voorlijke boerenmeisje Caro wel niet is. (...) Het resultaat is een kitscherige smartlap, waarin geen enkel cliché over het katholieke plattelandsleven wordt vermeden. Dat is des te erger omdat daardoor enorm veel talent verspild wordt. Johanna ter Steege als de moeder, Huub Stapel als de vader, Anneke Blok als de vrijgevochten tante van Caro: aan de acteurs ligt het zeker niet, maar zij kunnen met hun genuanceerde spel niet opboksen tegen hun bordkartonnen personages. Na een tegenvallende ontvangst op het Nederlands Filmfestival heeft Stijn Coninx geprobeerd de film in de montagekamer enigszins op te kalefateren, maar het is niet gelukt. Nog steeds zit Verder dan de maan vol met dramatische haarspeldbochten, ongeloofwaardige gebeurtenissen en een geforceerd einde. Je zou moeten lachen om het potsierlijke script als het niet zo vreselijk was." Remke de Lange in 'Trouw' van 27 november 2003: "(...) Dat grote kind van een vader mag met zijn fles vervolgens weer roet in het eten gooienb. Dat proces herhaalt zich zo vaak dat je bijna blij bent met de wending die er een cru einde aan maakt. Zo afstandelijk als de familie de vooruitgang elders in de wereld aanschouwt, zo volg je deze personages hooguit met beleefde belangstelling: best aardig allemaal, maar echt veel kunnen ze je niet schelen." Genomineerd voor de European Film Awards 2003. De Belgische Oscarinzending Verder dan de maan (dertien kopieën) trok in het eerste weekend slechts 467 bezoekers. Het aantal prints werd gelijk teruggebracht van 13 naar 4. In België trok de film in 2003 11.816 bezoekers; daarmee op 181 in het jaaroverzicht (=helft van alle uitgebrachte films). Op het Internationaal Kinder Filmfestival LUCAS 2004 in Frankfurt am Main won VERDER DAN DE MAAN drie prijzen. Zaterdag 27 september zijn de prijzen uitgereikt door drie verschillende jury's: Lucas-jury (bestaande uit volwassen en kinderen), CIFEJ (drie juryleden afkomstig uit de filmwereld) en FICC-jury (juryleden bestaande uit leden van de Internationale Vereniging van Filmclubs). Uit de 15 genomineerde films werd VERDER DAN DE MAAN door de drie jury's bekroond met een LUCAS ter waarde van 2.500 euro, de CIFEJ-preis en de Don Quijote-Preis. In een nagesynchroniseerde versie te zien in de tien belangrijkste steden in Duitsland vanaf 12 mei 2005. Officiële website: http://www.verderdandemaan.nl.
Première: 27 november 2003 (13 bioscoopzalen) 1.811 bezoekers
K-105 minuten

VAN KOOTEN EN DE BIE - COMPILATIE VAN TWEE UUR OP HET GROTE DOEK

met: Kees van Kooten, Wim de Bie

De eigen keuze van Kees van Kooten en Wim de Bie uit hun oeuvre. De Witte Doek Terugkeek van Van Kooten & De Bie Een simpelfilm totaalvoorstelling In samenwerking met diverse Filmhuizen presenteert VPRO Backstage `De Witte Doek Terugkeek van Van Kooten & De Bie`. Een programma van twee uur, met een keuze uit 'het oeverloze repertoire van twee land- en tijdgenoten'. Zondag 16 november 2003 vertoonde de VPRO 'De Terugkeek van Van Kooten en De Bie', een anderhalf uur durend tv-programma, gebaseerd op een stemming onder het publiek - een kleine 10.000 kijkers kozen 'de favorietste fragmenten'.(Nederland 3, aanvang 20.25 uur). Speciaal voor filmhuizen maakten Van Kooten en De Bie een andere selectie, die geschikt is voor vertoning op het witte doek gekozen op filmgenre; komische film, sexfilm, documentaire, thriller,historisch kostuumdrama, muziekfilm en reclame. Met fragmenten van 1974 tot 1998, van Simplistisch Verbond tot De Gebroeders Temmes in Benidorm. De voorstellingen van 26, 27, 28 en 29 november en 3, 4, 6 en 7 december waren in het Amsterdamse Ketelhuis snel volledig uitverkocht. Daarom werden er nog meer voorstellingen gepland van 5 tot en met 17 december 2003. Ook in andere Nederlandse bioscopen te zien in de loop van de december 2003 en januari 2004.
Première: dinsdag 25 november 2003 (Het Ketelhuis, Amsterdam)
K-120 minuten

ZULAIKA
Ook: ZULAIKA-KOBRA TA DURU/ZULAIKA IN GOD WE TRUST, ALL OTHERS PAY CASH
Diederik van Rooijen

met: Shurmaily Martina (Zulaika), Mila Palm (oma), Jessica Damon, Aleksander Durguti (Joshua), Ephraïn Borgschot (opa), Philomena-Jesscia Damon (tante Philomena), Raychendrick Rifaela, Mark-Eston Matina

Scenario: Milushka Birge. Voor de jeugdfilm Zulaika - opgroeien op Curaçao putte scenarioschrijfster Birge uit eigen ervaring. Zoals zoveel kinderen op het Antilliaanse eiland wordt de tienjarige hoofdpersoon Zulaika door opa en oma opgevoed omdat haar moeder in Nederland werk zoekt. Oma runt een kruidenierswinkeltje. Ze is een lieve oude brompot, kan niet lezen of schrijven, maar wel goed hoofdrekenen. Opa is doof en vertrekt al snel naar Colombia voor een operatie. De film volgt het dromerige meisje gedurende een jaar. Haar problemen deelt ze met een leguaan: ze mist haar moeder, maar haar grootste zorg is oma. Zulaika ziet hoe oma op de pof verkoopt waardoor het winkeltje failliet dreigt te gaan. Het schoolgeld wordt niet meer betaald en geld voor een net schooluniform is er ook niet. Wanneer oma ziek wordt en er helemaal geen inkomsten meer zijn, bedenkt Zulaika een ingenieus plan om het winkeltje van haar grootmoeder van de ondergang te redden. Producent: Norman de Palm. Uitvoerend Producent: Anja Steffens. Geluid: Jan Schermer. Mixage: Jan Schermer. Montage: Diederik van Rooijen. Muziek: Randal Corsen. Productiemaatschappij: Illusions Productions, Stichting Aves foundation. Televisiemaatschappij: TROS tv. Sales: Park Junior, Rocketta Film. Distributie: Park Junior. Camera: Lennert Hillege. Zulaika, Kobra Ta Dura is de eerste Antiliaanse speelfilm speciaal voor de jeugd. Het is ook de eerste kinderfilm die volledig in het Papiaments gesproken is. Het verhaal speelt zich af op vele locaties op Curaçao, zoals de wijk Weto. De Johan van Walbeeck school komt uitgebreid in beeld en op de groente en fruitmarktjes in Punda koopt oma de vis die ze later in de wijk Groot Kwartier verkoopt. Uit de 87 jongeren die voor auditie kwamen werd Shurmaily Martina gekozen om de belangrijkste rol te vertolken. De actrice Mila Palm kreeg de rol van oma. De filmcrew kwam deels van Curaçao en deels uit Nederland. In totaal namen 250 mensen en 1 leguaan deel aan de film. Zulaika is het speelfilmdebuut van regisseur Diederik van Rooijen. In 2002 won Van Rooijen met zijn korte film BabyPhoned een Gouden Kalf op het Nederlands Film Festival. Zulaika werd vertoond in het competitieprogramma van Cinekid in de periode 12 t/m 19 oktober 2003. Ook was de film te zien in de 34 steden die meedoen met Cinekid op Locatie. Aansluitend ging de film op 23 oktober 2003 in première in de Nederlandse Filmtheaters. Cinema.nl op 14 oktober 2003: Roselinde van Nee (12) uit De Meern op Cinekid: "Ik vond het zelf een leuke film omdat er veel in gebeurde, verdrietige maar ook grappige dingen. Zulaika had bijvoorbeeld een poppetje getekend en dat kwam tot leven! En er was mooie muziek bij die ik wel bij de film vond passen, verdrietige muziek, omdat het Zulaika maar niet lukt om het schoolgeld te betalen. Je zag soms ook beelden die al geweest waren in de film, dingen waaraan Zulaika terugdacht. Ik raad jullie aan erheen te gaan, want het is... gewoon een leuke film!!!" 5.673 bezoekers.
Première: 13 oktober 2003 (Cinekid, Amsterdam)/23 oktober 2003
K-80 minuten

2004

Naar de films uit 2000
Naar de films uit 2001
Naar de films uit 2002
Naar de films uit 2003
Terug naar de homepage



06/05
Theo van Gogh

Met: Thijs Römer (Jim de Booy), Tara Elders (Aysa Him), Cahit Ölmez (Erdogan), Jack Wouterse (Van Dam), Johnny de Mol (Redacteur NRC, John), Caro Lenssen (Marije), Marcel Hensema (Wester), Gijs Naber (Wouter Heemskerk), Marlies Heuer (Thera), Georgina Verbaan (Birgit Maas), Ariane Schluter (Ex Jim), Tooske Breugem (Grondstewardess), Peer Mascini (Buurman), Marijke Veugelers (Buurvrouw), Reinout Bussemaker (Volkert van der G.), Kristen Denkers (Assistent Wester), Michel Sluysmans (Verzekeringsman), Femke Lakerveld (Lisa), Maria Kraakman (Petra), Ira Goldwasser (Man in vergadering), John Pope (Man in vergadering), Krijn ter Braak (Man in vergadering), Jochum ten Haaf (Man in vergadering), Gijs van de Westelaken (Man in vergadering), Fouad Mourigh (Hamid), Cees Geel (Politie-agent), Farhane El Hamchaoui (Ali), Steve Hooi (Ronald), Urmie Plein (Receptioniste), Mike Reus (Man in Dudok), Tijn Dokter (Man in Dudok), Martijn Nieuwerf (Automobilist)

Scenario: Tomas Ross. Maandag 6 mei 2002, zes uur 's avonds. Het is mooi weer, en fotograaf Jim de Booy staat op de Insulindeweg in Hilversum, langs het hek van het Mediapark, het soapsterretje Birgit te fotograferen. Al fotograferend en poserend lopen ze richting de bovenaan de weg geparkeerde Harley Davidson van Jim, waar ook een oude Renault staat. Daar steekt een tamelijk kleine man met een tasje in zijn hand, een blauw jack aan en een baseballpet op de weg over, tikt in het voorbijgaan de Renault aan en verdwijnt achter wat openstaande bouwhekken van het Mediapark. Jim fotografeert door, maar let niet op wat hij op hetzelfde moment op de achtergrond in beeld heeft, zijn aandacht is gericht op Birgit. Jim maakt nog wat foto's van haar bij zijn motor, waarna hij afscheid van haar neemt. Birgit holt terug naar beneden, richting de ingang van het Mediapark links om de hoek, en routineus maakt Jim daar ook nog wat foto's van, terwijl rechts van Birgit een blauw ME-busje langskomt, en kort daar achteraan een politie-auto; op de achtergrond, bij de bocht naar het Mediapark, staan twee agenten te praten met een man. Dan stopt Jim de camera in de zijtas van zijn motor, doet zijn helm op, start en trekt op. Precies op hetzelfde moment doet de Renault dat ook, met gierende banden. De Renault raakt de motor, Jim springt er net op tijd af voordat de motor omvalt. De Renault geeft meteen gas, Jim ziet nog net een glimp van de bestuurder voordat die uit het zicht verdwijnt, over de heuvel van de Insulindelaan. Aan de overkant rijdt een politie-auto naar beneden. Jim probeert de aandacht van de agenten te trekken, maar die reageren niet. Hij bekijkt vloekend de schade aan zijn motor. Op dat moment hoort hij, achter zich in het groen achter de hekken van het Mediapark, een reeks droge, harde pistoolschoten. In een reflex grijpt hij zijn camera uit de tas en holt het Mediapark op. Zijn weg wordt versperd door een gewapende, gehelmde ME'er. Jim pakt zijn perskaart, maar de ME'er geeft geen krimp. Woedend loopt Jim terug naar zijn motor, als een politie-auto met loeiende sirenes langs racet. Die paar minuten vormen het begin van vijf hectische dagen, waarin Jim en zijn op het eerste gezicht onschuldige foto's van een soapsterretje een grote rol gaan spelen. Hij belandt in een draaikolk van hectische gebeurtenissen, waarin niet alleen zijn serie foto's, maar ook zijn eigen leven in gevaar komt. Producent: Gijs van de Westelaken. Camera: Joost van Herwijnen, Thomas Kist, Alex de Waal. Montage: Merel Notten. Art Direction: Jan Rutgers. Costume Design: Jacqueline Steylen. Geluid: Leo Franssen. Songs: Lost and blown away / Novastar, Broad daylight / Gabriel Rios. In de film worden televisiebeelden van Fortuyn verwerkt, want, zegt Van Gogh, ‘voor je het weet ziet je met een Thom Hoffman die een glimmende schedel heeft opgeplakt.’ Internetaanbieder Tiscali financierde de film, een primeur voor een Internetbedrijf. Tiscali stak 2 miljoen euro in het project. De film is aanvankelijk alleen te zien op internet. 06/05 verwijst naar 6 mei, de dag waarop in 2002 Pim Fortuyn werd vermoord. De opnamen waren vanaf augustus 2004 ook on line te volgen.De laatste achtervolgingsscène van de film over de moord op Pim Fortuyn werd op dinsdag 17 augustus 2004 in een zwembad in Hapert in Brabant opgenomen. De NOS en de VARA weigerden Van Gogh archiefmateriaal ter beschikking te stellen. Maar Journaal-hoofdredacteur Hans Laroes ging medio september alsnog accoord, waardoor de beelden van Job Frieszo zwaaiend met een pamflet van de extreem-rechtste politicus Hans Janmaat de film toch haalden . Theo van Gogh werd op dinsdag 9 november 2004 vermoord. Op de ochtend van 2 november was Van Gogh onderweg naar zijn productiemaatschappij om de laatste hand te leggen aan de film. Hij haalde zijn eindbestemming niet, maar vond de dood. Van zijn fiets geschoten op de Linneausstraat in Amsterdam door de kort daarna gearresteerde dader Mohammed B.. Internetpremière op zondag 12 december 2004 om 15.00 uur. Van 12 t/m 14 december 2004 kon de film gedownload worden, waarna de film in de periode van 15 t/m 18 december via de pc te bekijken was. Daarvoor was een licentie nodig. Die licentie kostte € 3,99 voor Tiscali ADSL klanten en € 4,99 voor de overige bezoekers. Betaling van de licentie kon door middel van een credit card, via Tiscali Secure Pay of door gebruik te maken van een 0900- of SMS nummer. Nadat de benodigde licentie was opgehaald kon in de 48 uur erna de film zovaak bekeken worden als gewenst. Na die 48 uur moest een nieuwe licentie gekocht worden. De film was dus niet onbeperkt te bekijken. Exploitant Tiscali noemt het project een succes als meer dan duizend mensen de film via internet bekijken. De opbrengst wordt overgemaakt naar het studiefonds van Van Goghs zoon Lieuwe. De gasten voor de première van 06/05 kwamen aan het einde van de zondagmiddag 12 december 2004 naar het Haagse café Dudok aan de Hofweg. Daar golden extra veiligheidsmaatregelen. De omgeving was afgezet door de politie, gasten moesten zich legitimeren en door detectiepoorten naar binnen. Op 15 december hadden al ongeveer tienduizend mansen de film gedownload. De film 06-05 van Theo van Gogh werd gekraakt. De link naar de illegale kopieën werd op verschillende Nederlandse internetpagina’s geplaatst. Van de 20.000 mensen die de film hebben gedownload, hebben er 4.000 ook daadwerkelijk de film bekeken en er dus voor betaald. De NRC is de krant waar Jim voor werkt. Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' d.d. 13 december 2004: "Eigenlijk zit alles van 06/05 in de glimlach van hoofdrolspeelster Tara Elders. Geamuseerde spot, mededogen, gratie - alles in een vanzelfsprekende balans. In het onevenwichtige oeuvre van Theo van Gogh neemt zijn laatste film een even vanzelfsprekende plaats in bij het beste werk van de regisseur. Het blijft wonderlijk hoe ver Van Gogh op zijn gevoeligst afstaat van de flauwe grappen in zijn slapste films en van de scheldkanonnades in zijn columns. Het is haast onmogelijk 06/05 zakelijk te beoordelen op vorm en inhoud, los van alles eromheen. Een film over de moord op de omstreden politicus Pim Fortuyn, gemaakt door de luidruchtige filmer/columnist Theo van Gogh, die anderhalve maand voor de première zelf wordt vermoord, zo'n film is een uitnodiging aan complotdenkers, symboolzoekers en grafredenaars. Maar wat zou het zonde zijn als alle aandacht daar bij blijft steken, want 06/05 is eindelijk weer eens een meer dan fatsoenlijk gemaakte Nederlandse speelfilm (met Simon dan). (...) Ook in 06/05 wordt Fortuyn vermoord door milieuactivist Volkert, maar hier handelt hij niet alleen, maar in het raamwerk van al die complotten, van de radicale Vereniging Milieu Offensief, via de veiligheidsdienst AIVD tot aan de Amerikaanse wapenindustrie. Als je dit zo op een rijtje zet, is de associatie met Oliver Stone's JFK onontkoombaar. Alleen heeft Stone totaal geen gevoel voor humor en Van Gogh wel. Veel meer dan Van Goghs een na laatste film Cool heeft 06/05 ook esthetische kwaliteit en een paar briljante scènes. Een van de eerste beelden is een vogelperspectief op een braaf Wagenings straatje, een bestel Deux Chevaux en een meisje dat touwtje springt. Onschuldig Nederland, de middag voor de moord. De scène waarin wij deelgenoot worden van het complot van de Amerikanen die willen dat Nederland meebetaalt aan het JSF-gevechtsvliegtuig, is een van de mooiste en geestigste van de film. In een duistere kamer bekijken Engelssprekende mannen in pak dia's van de mogelijke opvolgers van Fortuyn. Ferry Hoogendijk (,,een soort journalist'') en Jansen van Raay (,,te veel oude politiek'') worden afgeserveerd. ,,Blijft over'', zegt een van hen: ,,Mat Herben.'' De aarzelende timing, de dia van snorremans Herben, in combinatie met het idee dat deze almachtige complotteurs ervoor hebben gezorgd dat Herben de nieuwe leider van de LPF werd, is onweerstaanbaar komisch. (...) De scène waar Ayse en Jim aan de AIVD ontkomen in de wildwaterbaan van een tropisch zwemparadijs is een juweeltje, met een vrouwelijke agente wier broek als bij een bouwvakker afzakt. Dat soort details, terloops gefilmd, daar heeft Theo van Gogh altijd de lol van ingezien. Er zijn te weinig Nederlandse filmers die hem dat nadoen." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 13 december 2004: "(...) Een film die een complottheorie lanceert, is geslaagd als we na afloop geloven dat het zo gegaan kan zijn. We herinneren ons Oliver Stones JFK, die ons met een dichtgespijkerd betoog ervan overtuigde dat president Kennedy door de CIA was vermoord. Van Gogh gaat met 06/05 niet de geschiedenis in als de Nederlandse Oliver Stone. Zijn film maakt een moordcomplot tegen Fortuyn niet aannemelijk. (...) Het is te veel, te warrig en te ongeloofwaardig. Het beste van 06/05 is de mengeling van fictie en nieuwsbeelden. In veel scènes staat op de achtergrond een tv, waarop beelden zijn te zien die een relatie hebben met Fortuyn. Subliem is de montage van Journaalbeelden, waarin de toenmalige politieke leiders Fortuyn - er is geen ander woord voor - demoniseren. Thom de Graaf vreest voor nieuwe Anne Franks en Paul Rosenmöller roept Nederland op 'wakker' te worden. De climax wordt bereikt met Marcel van Dam, die Fortuyn 'een ophitser' en 'een buitengewoon minderwaardig mens' noemt. Tegen zulke beelden kan geen fictie op." Willem Schouten in 'SP!TS' van donderdag 10 februari 2005: "Eindelijk is het zover. Twee maanden na de met veel bombarie omgeven internetpremière kunnen nu ook gewone bioscoopbezoekers de laatste film van Theo van Gogh, 06/05, aanschouwen. Maar de hype rond de film is, na ook al een première tijdens het Filmfestival in Rotterdam, een beetje verdwenen. Bovendien moet 06/05 nu tegen vier andere net uitgebrachte Nederlandse films opboksen. Begin vorige maand nam de Nederlandse filmindustrie zich voor het Nederlandse product voortaan meer te spreiden. Zo zou onnodige onderlinge concurrentie worden vermeden. Er komt zoals zo vaak in de praktijk weinig van terecht. En dat mag je misschien wel vooral de makers van 06/05 verwijten. In december was er zo veel ruimte en goodwill, nu is het maar afwachten of een publiek gevonden wordt. Het zou jammer zijn mocht dat niet het geval wezen, want 06/05 is een waardig testament van de filmmaker Van Gogh. Bovendien zijn politieke thrillers, geconstrueerd rond de geruchtmakendste moord voor die op Van Gogh zelf, zeldzaam in Nederland. (...) Elders is een wat te lijdzaam type om als rat in de val veel sympathie op te wekken. Maar Römer bewijst zich als een charismatisch talent. Om de eretitel Nederlandse JKF te verdienen mist 06/05 echt schokkende onthullingen, het absurde geplons door een zwemparadijs wat voor achtervolging door moet gaan had bovendien achterwege mogen blijven. Maar het leidt geen twijfel dat provocateur Van Gogh gemaakt was voor juist dit genre. Extra triest dus dat het bij deze intrigerende thriller zal blijven." Bas Paternotte in 'Metro' van 10 februari 2005: "(...) Bottomline van het verhaal: Pim Fortuyn werd vermoord zodat Nederland mee kon doen aan het JSF-project. En zo geschiedde, overigens. De ?lm doet af en toe denken aan JFK van Oliver Stone over het complot achter de moord op Kennedy (...) de scène aan het begin waar het cafébezoek aan de bar verbijsterd naar de televisie staart wanneer het nieuws over de moord naar buitenkomt: bijna letterlijk overgenomen uit JFK, maar daarom niet minder indrukwekkend. 06/05 is geen documentaire, het complot doet af en toe een beetje grotesk aan. (...) 06/05 is een fantastische thriller. (...) Dan nog twee acteurs die er uitspringen: Johnny de Mol en Cahit Olmez. De Mol speelt een collega van Jim en acteert zéér relaxed en daardoor overtuigend. Cahit Olmez die de Turkse vriend van BVD-mol Tara Elders speelt, lijkt niet alleen op de Amerikaanse topacteur Andy Garcia, maar heeft ook nog eens dezelfde intrigerende stijl van acteren. Het is zo verdomde jammer dat Theo van Gogh nooit meer een film zal maken." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 15 december 2004: "(...) Van Gogh bedient zich vaardig van alle denkbare genre-clichés - van toevallig afgeluisterde gesprekken en onvoorziene ontmoetingen tot achtervolgingen (per taxi, motor en in een subtropisch zwemparadijs) en in detail uitvergrote foto's waarop belangrijke informatie zichtbaar wordt. Onwaarschijnlijkheden in het kat-en-muisspel tussen de gemankeerde helden en het establishment worden in de montage bewust weggemoffeld of gecamoufleerd door de relativerende humor - de geheime dienst lijkt louter uit klunzen te bestaan. De acteurs, in grote en in kleine rollen, zijn uitstekend op dreef, de muziek van Van Goghs vaste componist Rainer Hensel is subtiel, en het digitale camerawerk van Thomas Kist oogt fraai. Kort en goed: 06/05 behoort met de tv-series Najib & Julia en Medea - grotendeels gemaakt met dezelfde cast en crew - tot het beste wat Van Gogh heeft gemaakt." De belangstelling van het publiek voor 06/05 viel tegen. In het openingsweekeinde zagen ongeveer 3000 mensen de film. Carolien van Liefland, directeur van Inspire Pictures, denkt dat angst de mensen weghoudt. “Ze associëren 06-05 wellicht met de liquidatie en willen er daarom niets mee te maken hebben.” De rentalrelease was op 6 mei 2005, drie jaar na de moord op Pim Fortuyn. Op 7 juni 2005 verscheen 06-05 als koop-dvd. Frank Kampes won met zijn posterontwerp voor de film 06/05 de Skrien Afficheprijs 2005. De jury noemde de poster een van de meest onontkoombare affiches van de afgelopen jaren en verkoos deze boven meer dan vijftig andere affiches en acht teaser-affiches. SPECIALE JURYPRIJS op het Nederlands Film Festival 2005 voor Theo van Gogh voor 06/05, MEDEA en zijn oeuvre. Gouden Kalf 2005 voor BESTE ACTEUR voor Thijs Römer. Site: http://www.0605defilm.nl/.
Première: 12 december 2004 (internet)/10 februari 2005 (23 bioscoopzalen) 12.031 bezoekers
K-117 minuten

AMAZONES
Esmé Lammers

met: Monique van de Ven (Kers), Monic Hendrickx (Sam), Georgina Verbaan (Reneetje), Susan Visser (Lot), Theo Maassen (Achilles), Pierre Bokma (Zeger), Marcel Musters (Ramon), Roos Ouwehand (Natasja), Hans Trentelman (Pompbediende), Jochum ten Haaf (Van Trigt), Ergün Simsek (Najib), Mieke Mink (Ons Ma), Guido Pollemans (Pim), Dorien Folkers (Luizenmoeder), Martijn Hillenius (Piepjonge Agent), Jenne Decleir (Stan), Wim Serlie (Rijkswacht), Elske Hart (Melanie), Arthur Dieteren (Kees), Philippine Hillen (Kim), Rowan Kallasingh (Mo), Jasper Gottlieb (Moes), Merel den Hengst (Roosje), Gert Jan van Veen (Jongen met Mes), Jim Berghout (Agent), Sarah Boonman (Receptioniste Hotel), Tamar Baruch (Receptioniste Hotel), Nadja van de Ven (Kamermeisje), Kelly Lee van Gilst (Kassiere), Job Raaijmakers (Geldloper), Ad Bastiaanse (Personeel Supermarkt), Erik van der Horst (Personeel Supermarkt), Ine Kuhr (Personeel Supermarkt),Wende Snijders (Personeel Supermarkt), Marinus Vroom (Parkeerwacht), Arthur Siebbeles (Parkeerwacht), Lone van Roosendaal (Bankbediende), Vincent Rietveld (Bankbediende), Michael Helmerhorst (Vader Reneetje), Frits Sissing (Presentator ‘Opsporing Verzocht’), Cilly Dartell (Presentatrice ‘Hart van Nederland’)

Scenario: Barbara Jurgens. Mede ontwikkeld door Jean van de Velde; Intendant van het Nederlands Fonds voor de Film. Lot, Sam en Reneetje hebben genoeg van hun saaie levens en besluiten, half serieus, een bank te overvallen. Daarbij worden ze geholpen door hun vriendin Kers, de onderwijzeres van hun kinderen. De overval verloopt onverwacht gemakkelijk (met 15.240 euro als buit). De Amazones beschouwen dat eigenlijk als één grote grap, waarvoor ze nog geld op de koop toe krijgen ook. Ze lopen op wolken en genieten van de actie, spanning en sensatie. Dit smaakt naar meer en al gauw is de volgende geslaagde overval een feit. Door een onverwachte gebeurtenis moeten de Amazones hun principe om nooit geweld te gebruiken noodgedwongen laten varen en belanden de Amazones weer met beide benen op de grond. Bovendien legt hun dubbelleven, dat aanvankelijk tot allerlei komische verwikkelingen leidde, steeds meer de druk op hun vriendschap en privé-levens. Het wordt nog ingewikkelder, wanneer Lot verliefd wordt op de rechercheur die het onderzoek naar mysterieuze bankovervallen leidt. Twijfel slaat de Amazones om het hart, maar toch besluiten ze nog één keer in actie te komen en een laatste keer toe te slaan. Camera: Theo Bierkens. Production Design: Rikke Jelier. Kledingontwerp: Alette Kraan. Supervisie make up & haar: Winnie Gallis. Stuntcoördinator: Willem de Beukelaer. Special Effects & Wapens: Harry Wiessenhaan. Casting: Job Gosschalk, Janusz Gosschalk. Dialect coach: Oene Swietink. Kindercasting: Dorien Folkers. Muziek: Parachute, Dick Maas. Producenten: Anton Smit, Hanneke Niens. Uitvoerend Producent: Sandra van der Oest. Distributie: A-Film Distribution BV. Song: ‘Nobody's Wife’ / Anouk. Licht: Kees Kroese. Montage: Hans Keesmaat, Raquel Satumalaij. Geluid: Bert Rijkelijkhuizen. Budget: 3 miljoen euro. In januari 2004 diende het voormalige ABN Amro-gebouw aan de Amsterdamse Vijzelstraat als filmset en wel als chique hotelkamer van het niet bestaande ‘Le Papillon’. Het Stadsplein van Amstelveen was op maandag 12 januari 2004 het decor. Een gedeelte van de Schouwburg Amstelveen werd omgetoverd tot een bankfiliaal van Du Puys Bankiers. Ook de Amstelveense metrohalte Uilenstede en winkelcentrum Groenhof doen dienst als Breda Noord. De actiescènes zijn geregisseerd door Dick Maas, waardoor meer scènes tegelijkertijd opgenomen konden worden. Het script van de film was vier jaar oud toen het tot verfilming kwam. Voor regisseur Esmé Lammers is het de eerste keer dat ze een productie regisseert die niet door haarzelf is geschreven. Het scenario werd geschreven door Barbara Jurgens, die als actrice te zien was in de zombiefilm ATTACK OF THE FLESH DEVOURING SPACE WORMS FROM OUTER SPACE (1998). De film had al in 2001 gemaakt kunnen worden, maar toen was er geen geld. Daardoor misten Halina Reijn en Thekla Reuten de film, want zij waren niet meer beschikbaar tijdens de draaiperiode. Ook beoogd regisseur Van de Sande Bakhuyzen was niet beschikbaar wegens verplichtingen elders. De producenten durfden het project niet verder uit te stellen met het oog op het stopzetten van de cv-maatregel.Omdat de scenarioschrijfster het niet geloofwaardig vond als Monique van de Ven uit Breda Noord kwam, is daar Brasschaat van gemaakt. Esmé Lammers maakte een aantal aanpassingen. In de ogen van Lammers hadden de vrouwen in eerste instantie te weinig huishoudelijke problemen. Knopen leiden tot de oplossing. Robert Neugarten in 'PreView' van november/december 2004: "(...) onderhoudende momenten. Al lijkt het erop dat de regisseur Esmé Lammers niet precies wist wat ze nou met het materiaal moest.Sympathie vragen voor deze doldrieste wetsovertreders? Ze tot rebellerende heldinnen uitroepen? Om ze lachen, met ze lachen? Lammers heeft nadrukkelijk affiniteit met het viertal, maara laat toch ook weer tamelijk nadrukkelijk na om een statement te maken. Dat maakt geen al te besluitvaardige indruk. Gelukkig wordt er aanstekelijk geacteerd." Jos van der Burg in ‘Het Parool’ van 8 december 2004: “(…) Vier Nederlandse actrices met grote rollen in een Nederlandse film is een unieke gebeurtenis. Dat de vrouwen er plezier in hadden, straalt van het doek af, maar we hadden hun een beter script gegund. Amazones zwabbert tussen sociaal-realistisch drama en komedie met als resultaat niksigheid. De film is dramatisch noch ontroerend en ook geestige momenten zijn schaars. (…) Waar was de scriptdokter?” Bregtje Schudel in NL20 van 8 december 2004: “(…) matige dialogen (…) Na het ongeloofwaardige en amorele einde weet je het zeker: dit zijn geen amazones, dit zijn randdebielen! Met Amazones slaat regisseuse Esmé Lammers de plank totaal mis. Misschien had ze zich toch beter tot fantasierijke kinderfilms kunnen beperken. “ Anna van der Gaag in 'Metro' van 9 december 2004: "(...) Amazones is in wezen een prima ?lm. (...) Het enige wat Lammers nagelaten heeft, is het Bredase accent van de vrouwen uit het script te schrappen. Het was waarschijnlijk minder storend geweest als de Bredase vrouwen geen acccent hadden gehad, dan een overduidelijk nep Brabants accent, waarbij de harde g’s regelmatig te horen zijn. Vooral Georgina Verbaan heeft moeite haar ‘ABN’ te verbloemen. Nu is haar rol sowieso al niet bijster sterk. Ze zet Reneetje meer neer als een typetje dan een karakter. Het contrast naast ervaren actrices als Monique van de Ven en Monic Hendrikx is hierdoor wel wat groot. Vooral voor Brabanders zal het even doorzetten zijn om het nagespeelde accent te negeren, toch is het de moeite van het proberen waard." Willem Schouten in 'SP!TS' van donderdag 9 december 2004: "(...) Het plot van Amazones schijnt gebaseerd op een waargebeurd verhaal in Frankrijk maar lijkt veel op het Amerikaanse Set It Off. Die gettothriller met Queen Latifa en Jada Pinkett Smith, wellicht ook geinspireerd op het Franse verhaal, koos echter voor een keiharde aanpak. Regisseur Esmé Lammers durft dat niet aan. Ze buit vooral de komische elementen van het verhaal uit. Dat levert leuke momenten op. Van de Vens kokette Kers lijdt aan een hilarische kledingfetish en zet een hitsige Pierre Bokma leuk in de hoek. Verbaans ongecompliceerde wildebras Reneetje is sowieso een lust voor het oog. Bovendien blijkt het hemeltergende Brabants van de dames een grap op zich. Als film valt Amazones toch wat tegen. Lammers heeft veel tijd nodig haar personages te introduceren en houdt niet voldoende film over om het plot gedegen af te wikkelen. De romance tussen Lot en rechercheur Achilles (Theo Maassen) lijdt aan ademnood en ook de climax is gehaast en nauwelijks geloofwaardig. Een bankrover op de vlucht die per se het toneelstuk van haar zoontje wil bezoeken terwijl haar minnaar haar op de hielen zit is niet goed bij d'r hoofd. Bankrovers die net over de grens een luxe hotel betrekken en cash betalen evenmin. Dat ze vervolgens in hun ondergoed rondspringend Nobody's Wife van Anouk gillen is als ode aan de vrouwelijke onafhankelijkheid best vermakelijk. Maar logisch is het iets minder." Movieguide.nl: "Esmé Lammers heeft goed de kunst afgekeken bij Thelma & Louise en Set It Off en levert met Amazones een frisse, komische en aanstekelijke actiekomedie af. Het uitgangspunt is ontzettend leuk gevonden en leidt tot een melige en meeslepende combinatie van gespannen vriendschappen en geestige bankovervallen. (...) De hoofdrolspeelsters geven eveneens een indrukwekkend visitekaartje af. Vooral Georgina Verbaan zet een hilarisch personage neer als alleenstaande moeder met dure hobby's." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 9 december 2004: "In de Griekse mythologie waren de Amazones een volk bestaande uit krijgshaftige vrouwen. Mannen tolereerden zij in hun samenleving niet; om de stam in stand te houden, leefden de Amazones twee maanden per jaar samen met een buurvolk. In de gelijknamige film van Esmé Lammers zijn de amazones drie blijmoedige bijstandmoeders uit Breda-Noord die zich op sleeptouw laten nemen door een kleptomane kakmadam. (...) Als het aan scenarioschrijfster Barbara Jurgens had gelegen was Amazones een film over eenzaamheid en isolement geworden; regisseuse Esmé Lammers (Lang leve de koningin, Tom en Thomas) besliste anders. Zij had een lichte, emotionele, romantische feel good-film voor ogen, over vier vrouwen die hun moment van glorie beleven. Het resultaat is een schizofrene film. (...) De film is om onduidelijke redenen in Breda-Noord gesitueerd. De acteurs praten met een zachte g en ze slikken - zo goed en zo kwaad als het gaat - de d en de t in. ‘Fuckeduck, die gas die ken ik!' (...) Kers heeft een probleem omdat ze na de dood van haar man op veel te grote voet is blijven leven. Een baantje als onderwijzeres biedt geen soelaas; het levert wel de vermakelijkste scènes op, als zij de schuinsmarcherende hoofdmeester (een prettig-schmierende Pierre Bokma) van haar lijf probeert te houden. Het zijn lichtpuntjes in een aaneenschakeling van clichés. Zo wordt de buit van biljetten blij in de lucht gegooid en maken de gelegenheidsdieven gekleed in ondergoed een vreugdedansje op het metersbrede bed van de duurste suite van een tophotel. Dat soort beelden is overbekend. Uit veel betere films dan Amazones." Brigitte van Meurs in On Stage van 9 december 2004: "(...) Amazones is bij vlagen hilarisch, maar door de onhandigheid en de meisjesachtigheid van de vier is de film helaas geen Hollandse Thelma & Louise geworden, zoals de bedoeling was. Regisseuse Esmé Lammers (Lang leve de koningin) had veel meer girl power in de film mogen stoppen, nu is Amazones aan de laffe kant. Hij is een beetje grappig, een beetje stoer, een beetje feelgood en een beetje spannend. De film bevat zelfs tamelijk brute actie, in een scène die werd geregisseerd door Dick Maas (de partner van Lammers). Gelukkig doen de actrices het niet onverdienstelijk. Alleen: waarom beseffen filmmakers niet dat het spreken in dialect een acteur echt niet helpt? Amazones met een onnatuurlijk zachte g: dat werkt op de lachspieren. En dat was vast niet de bedoeling." Als verrassingsfilm in première op het Nederlands Film Festival 2004. Genre: Komedie/Actie. Site: www.amazonesdefilm.nl.
Première: 9 december 2004 (34 bioscoopzalen) 26.563 bezoekers
K-102 minuten

BEAT
David Verbeek

met: Ian Bok, Janica Draaisma, Jorrit Ruijs, Vincent Moes, Burt Rutteman, Fow Pyng Hu

BEAT is het verhaal van een urban professional van 26 - ene Peter -die het op het oog aan niets ontbreekt. Hij werkt bij een marketingbedrijf, zijn carrière verloopt voorspoedig, hij heeft vrienden en een vriendin. Maar op een dag gaan een paar projecten niet meer zo goed. Zijn baas stuurt hem naar huis en naar de bedrijfsarts. Wat rust en gezond leven zal hem goed doen, zo denken ze. Maar zonder dat Peter het zelf in de gaten heeft, wordt het alleen maar erger. Wanneer hij na een maand weer aan het werk wil, gaat het op de eerste dag weer mis. Hij loopt als verdoofd weg uit een vergadering. Hij begrijpt niet wat er mis is. In Rotterdam gedraaide productie. Met opvallende geluidsband. Songs: o.a. 'Mississippi' / Pussycat, ' Resurection' / PPK en 'Harder, faster, scooter' / Scooter. Gemaakt voor vijfhonderd euro. Dat bedrag ging op aan het huren busje en de bakfiets waarmee de ridershots gemaakt zijn. Opgenomen in Rotterdam, USC sportschool. De jonge makers van Beat, derdejaars filmacademiestudenten, zijn in hun videofilm op zoek naar een bepaalde stemming onder hun leeftijdgenoten, van wie er steeds meer te hard werken en met een burn-out naar huis gestuurd worden. Productie: Pieter van Huystee Film & TV, Celine Shultz . Sales: Pieter van Huystee Film & TV . Print: Pieter van Huystee Film & TV . Scenario: David Verbeek, Rogier de Blok. Camera: Jan Moeskops, Diederik Evers, Vincent Visser. Montage: David Verbeek, Sander Vos. Art direction: Loes Glas. Geluid: Hein Verhoeven. In première op het filmfestival van Rotterdam op vrijdag 23 januari 2004. Distributie: Filmmuseum. Mariska Graveland in 'de Filmkrant' van april 2004: "Wie uit de tredmolen stapt, is een spelbreker, zo laat de knap gemonteerde film zien. (…) de film begint bijna zonder geluid en laat in een strakke montage en kadrering horen hoe Peter zucht bij zijn koffiemok. (…) doet denken aan Lodge Kerrigans CLAIRE DOLAN. Verbeeks debuut toont ook verwantschap met (…) David Lammers en Fow Pyng Hu. (…) Het ultralage budget [500 euro] bewijst wel dat je niet ingewikkeld hoeft te doen om een complexe film te maken." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 9 april 2004: "(…) De makers van BEAT verbergen niet dat zij zich hebben laten inspireren door het werk van de Taiwanese filmmaker Tsai Ming-liang (THE RIVER, THE HOLE). Ook hun film is opgebouwd uit lange takes, die een desolate stedelijke sfeer oproepen. De intimiderende glimmende kantoorkolossen aan de Maas in Rotterdam zijn een uitstekend decor voor hun verhaal over vervreemding en ontworteling. BEAT bevat sterke sfeerbeelden, maar ontroert niet. De hoofdpersoon wordt nooit tragisch, maar blijft een Hollandse kaaskop, die zijn psychische puinhoop niet wil zien. Wedden dat hij na een half jaartje weer helemaal het mannetje is?" Vanaf 8 april 2004 vertoond in het Filmmuseum Vondelpark. Later kwam er nog een bioscoop bij.
Première: 8 april 2004
K-79 minuten

COOL!
Theo van Gogh

Met: Fouad Mourigh (Abdel), Farhane el Hamchaoui (Mohammed), Remco Alberts (Jacky), Jones Kruijne (Hamid), Julliën de Roover (Jeffrey), Katja Schuurman, Johnny de Mol, Thijs Römer (Rob Stoop), Steve Hooi (Simon), Eric van Sauers (coach 1), Gerrit Zalm, Jaffar Raynold Nicolaas, Iliass Aaziz, Najim Laoukili, Lore Dijkman, Ruben van der Leer, Mohamed Harrassi, Gijs van de Westelaken, S.W.J. Zoutman, Angelien de Bruyn, Gerard Meuleman, Kees Hoedeman, Hanneke Waanders, Audrey Sumpter, Stefan Hulman, John Wannet, Mark Hartog

Scenario: Theodor Holman, Gijs van de Westelaken. Vijf merendeels allochtone jongens uit een achterstandswijk raken in steeds misdadiger vaarwater. Misdaad, Straf & Wraak: is hun val onontkoombaar of kan het tij nog gekeerd worden? Abdel, Mohammed, Hamid, Jacky & Jeffrey zijn boezemvrienden. Hun hangplek is een afgebladderde coffeeshop. Behalve rondhangen houden ze zich nog met iets anders bezig: straatroven en andere kleine misdaad, wat vaak gepaard gaat met grof geweld. Abdel kijkt op tegen een andere groep van een soortgelijke samenstelling. De groep is wat ouder, wat autochtoner en houdt zich met beduidend grotere misdaad bezig. Dat trekt ook vrouwen aan, zoals Mabel, in het dagelijks leven medewerkster bij een bank. Mabel is met de leider van Groep 2, Prof. Prof is voor Mabel spannender, Abdel leuker: af en toe zien Abdel en Mabel elkaar even, stiekem & onschuldig, want Prof moet er niet achter komen dat zou voor beiden te gevaarlijk zijn. Groep 2 kijkt neer op Groep 1, die jongetjes lopen eigenlijk alleen maar in de weg, maar: misschien kunnen ze nog wel eens handig gebruikt worden. Dat komt aan de orde als Prof Abdel voorstelt een grotere, en behoorlijk riskante overval te plegen. Mohammed probeert hem tegen te houden, maar Abdel wil zich bewijzen tegenover Prof èn tegenover Mabel, die niet aan de greep van Prof kan ontkomen en zo gedwongen wordt een rol te spelen in zijn plannen. De overval mislukt, er valt een slachtoffer, en het vijftal wordt opgepakt. Tot hun afgrijzen worden ze niet veroordeeld tot de gebruikelijke jeugdgevangenis, maar tot een alternatieve straf: anderhalf jaar heropvoeding op de harde Glen Mills-inrichting, waar met name door middel van groepsdwang geprobeerd wordt de ontspoorde jongeren in het gareel te brengen. De meesten blijken daar gevoelig voor, maar de vraag is of dat ook voor Abdel geldt: hij zint vooral op wraak op de groep van Prof. Ook de anderen zijn daar niet afkerig van, maar: kunnen zij wraak nemen zonder hun nieuwe toekomst èn Mabel in gevaar te brengen? Productie: Gijs van de Westelaken. Camera: Thomas Kist. Montage: Merel Notten. Art direction: Ruud van Dijk, Jan Rutgers. Muziek: Rainer Hensel, rappers Isamil Osman, David Klijn, Myshomar Paesch. Door de film heen zitten rapsongs. Song: Utopia / Goldfrapp. Gemaakt op initiatief van de Glen Mills-instelling voor jeugdzorg in Wezep, onderdeel van de Hoenderloo-groep voor jeugdzorg en onderwijs. Voor een groot deel afspelend in de gesloten jeugdinrichting Glen Mills te Wezep. Andere opnamen in o.a. Apeldoorn. Gerrit Zalm speelt een bankdirecteur. Theo van Gogh werkte belangeloos mee aan deze film, die ook op scholen vertoond gaat worden. Opvallend: Rob Oudkerk en Bassie & Adriaan-grappen, verstokte rokers, Gerrit Zalm, een lijntje cocaïne en Albert Verlinde in drukwerkvorm. Meewerkende omroep: Humanistische Omroep. Jac. Goderie noemde in ‘de Volkskrant’ van 4 augustus 2004 de film ‘een propagandafilm voor het huidige Nederlandse justitiële vervolgingsbeleid’. Goderie (PreView hoofdredacteur en Pathé-programmeringsadviseur) vond de film niet geschikt voor vertoning in Pathé-theaters. Dat leverde heel wat gratis publiciteit op. Volgens Pathé heeft de productie “geen enkel commercieel perspectief”. De Hoenderloo Groep, een instelling voor jeugdzorg en onderwijs, diende bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit een klacht in tegen Pathé. De instelling, die de film tevens financiert, vond dat Pathé misbruik maakt van haar machtspositie. De Hoenderloo Groep wil met de film aan zoveel mogelijk mensen laten zien dat probleemjongeren zeer talentvol kunnen zijn en dat het de moeite is om in jeugdzorg te investeren. Theo van Gogh werd op dinsdag 9 november 2004 vermoord. Bioscoopexploitant Pathé weigerde later die week nog steeds de film Cool! te vertonen. Producent Column Producties had de bioscoopketen gevraagd als eerbetoon aan de overleden filmer de film alsnog op grote schaal te vertonen. Pathé weigerde dit. ,,Onze mening over de film is niet veranderd'', aldus een zegsman. Van Gogh weet de beslissing aan een oude vete tussen hem en Pathé-programmeur Jac Goderie. De film trok amper 2500 bezoekers. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 15 september 2004: "De makers van Cool wilden een film maken die zoveel mogelijk met de werkelijkheid samenvalt. Daarom lieten ze de meeste rollen spelen door jongens die op de Glen Millsschool hebben gezeten. Grootse acteerprestaties levert het niet op, maar het bezorgt de chaotische film een rauwe energie. De handelingen worden becommentarieerd door raps, die eveneens door jongens uit het Glen Mills-milieu zijn gemaakt. Groot dichttalent treffen we niet aan ('Hou je hoofd koel bij alles wat je doet, want dat doet je goed'), maar de raps leveren een bijdrage aan de authenticiteit van de film. Tot zover niets aan de hand, maar wat hebben Johnny de Mol en Katja Schuurman in de film te zoeken? Hun verschijning ondermijnt het authentieke karakter. (...) Cool wil een melodramatisch liefdesverhaal zijn én een realistisch portret van de Glen Millsschool. Het resultaat is een schizofrene film, waarin het realisme en de genre-clichés tegen elkaar inwerken." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 15 september 2004: "Het lastige is dat de verliefdheid in het scenario van de altijd wat pathetische Holman de boventoon moest voeren. In deze scenes lijken noch de jongens, noch Katja Schuurman op hun gemak. De boeketreeksromantiek valt zover buiten de werkelijkheid die Van Gogh met de rest van de film probeert te vangen dat het knullige ervan de interessante momenten overschaduwt. Zonde." Dick van den Heuvel in 'de Telegraaf' van 16 september 2004: "'Cool!' lijkt een soort documentaire te zijn, ook al is het een speelfilm. De misdadigertjes zijn gecast op een Glen Mills-school, maar hebben de brainwash aldaar intussen doorstaan. Nu mogen zij (Fouad Mourigh, Farhane el Hamchaoui) in Van Goghs film nog één keer hun geschiedenis naspelen, ook al is die behoorlijk herschreven door scenaristen Gijs van de Westelaken en - de beste dialoogschrijver van Nederland - Theodor Holman. Ze worden omgeven door hele goeie acteurs als Thijs Römer en Katja Schuurman. (En er is een klein rolletje voor Gerrit Zalm, die dat nog niet eens zo slecht doet.) Van Gogh durft een film te maken. Hij heeft geen voorzichtige terughoudendheid omdat het drama daar om roept of omdat de realiteit en de waarachtigheid dat vereisen. Hij vertelt zijn harde verhaal zuiver en ontdaan van alle opsmuk. Zo dalen we neer in de kleine onderwereld van Nederland, zonder dat er een moreel oordeel wordt geveld over daders en het rechtssysteem dat ze te grazen neemt. 'Cool!' wordt zo een wezenlijke film die aankomt als een dreun in je gezicht. Een mooier compliment kun je de regisseur niet maken." Amzah Moelah in 'Biosmail' van 16 september 2004: "(...) Johnny de Mol lijkt in eerste instantie een vreemde keuze als bendeleider, maar met het constant kauwen op groente of fruit, arrogante maniertjes, dreigende blik en het opzetten van eindeloze pornofilms op zijn tv heeft hij toch wel iets van een crimineel. Cool! is lekker losjes gefilmd, met tussendoor wat rapsongs om commentaar op de gebeurtenissen in de film te geven. De climax is tragisch, maar een beetje lauw uitgewerkt. Een film die het goed kan doen onder jongeren." Cool werd gepresenteerd in het programma Contemporary World Cinema (hedendaagse wereld cinema) van het 29ste Toronto International Film Festival dat plaatsvond van 9 tot 18 september 2004. Première als openingsfilm op Film by the sea in Scheveningen op maandag 13 september 2004. Genre: drama. Kijkwijzer: 12. Op 20 april 2005 is Theo van Gogh door het filmfestival van Philadelphia uitgeroepen tot beste regisseur voor zijn film Cool!. Bij productiemaatschappij Column kwam het volgende bericht binnen: 'The Philadelphia Film Festival announced its Jury Awards last night (20 April 2005) at our Closing Night Ceremonies, and Theo Van Gogh won the Jury Award for Best Director, for COOL! This is our first-ever posthumous award.'
Première: 16 september 2004 (10 bioscoopzalen) 3.833 bezoekers
K-89 minuten

DOMINEE, DE
Ook: THE PREACHER
Gerrard Verhage

Met: Peter Paul Muller (Klaas), Chantal Janzen (Annet), Frank Lammers (Adri), Cas Jansen (Pieter), Tygo Gernandt (Lijfwacht Piet), Huub Stapel (vader van Klaas), Jeroen Spitzenberger (Ronald Jan), Pleuni Touw (Tante Jet), Keith Davis, Dragan Bakema, Marcel Musters, Rick Nicolet, Mike Reus, Marcel Musters, Roeland Fernhout, Hans Trentelman, Rick Nicolet, Cas Jansen, Alwien Tulner, Frans de wit, Leon Voorberg, Dimme Treurniet, Mike Meyer

Nederlands-Luxemburgs-Britse coproductie. Scenario: Gerrard Verhage met bijdragen van Rogier Proper en Roger Gregory, naar het boek van Bart Middelburg. Amsterdam, begin jaren 70, dikke hasjwalmen stijgen op uit het 'Magies Sentrum' en alles wat de vaders zeiden, lijkt gelogenstraft te worden, alles wat ooit verboden was lijkt niet alleen leuk maar ook zinvol te zijn. De 19-jarige Klaas, zoon van een zeer geslaagd zakenman, begint zijn carrière in de drugshandel bij Duval, de man die op dat moment de hasjhandel domineert. Daar ontmoet hij ook zijn grote liefde Annet. Met haar en met zijn beste vriend, de kickbokser Adri, lukt het Klaas de wereld van de hasjhandel naar zijn hand te zetten. Zijn devies is: eerlijk zakendoen, geen terreur en geweld. Maar als de gemoeide bedragen groeien ontkomt Klaas niet aan geweld om zich staande te houden. Annet en Adri smeken Klaas te stoppen omdat ze bang zijn dat het geweld zich vroeg of laat tegen hem zal keren. Maar hij kan niet stoppen. Door een aantal verkeerde beslissingen zal hij uiteindelijk alles wat hij lief heeft verliezen.... Songs: Through the window of your eyes, Female intuition. Producenten: René Huybrechtse, Frank Bak van Theorema Films. Coproducenten: VARA Televisie, het Britse David P. Kelly Productions en het Luxemburgse Samsa Film. Director of photography: Theo Bierkens. Production designer: Marco Rooth. Costume designer: John Krausa. Visagiste: Winnie Gallis. Montage: Charlotte van Veen. Stunts: Willem de Beukelaer. Special effects: Harry Wiesenhaan. Casting: Kemna Casting. Geluid: Coen Gravendaal. Muziek: Fons Merkies. Titelsong: ‘Cruel man’ van Intwine. Distributie: A-Film Distribution. Het verhaal rond de echte Klaas Bruinsma, in de film Klaas Donkers: Klaas Bruinsma begon midden jaren zeventig op kleine schaal te handelen in hasj. Eind jaren tachtig leidde hij het grootste en gewelddadigste misdaadsyndicaat dat ooit in Nederland actief is geweest met divisies voor moord, drugs en beleggingen. Langzaam maar zeker wordt Klaas gegrepen door het geweld hoezeer hij ook meent erboven te blijven staan. Het keert zich tegen de mensen waarmee hij werkt, tegen zijn beste vrienden en tenslotte tegen zichzelf. In juni 1991 werd Bruinsma, zevenendertig jaar oud, voor het Hilton Hotel in Amsterdam geliquideerd. In het gangstermilieu had Bruinsma de bijnaam De Dominee omdat hij altijd in het zwart gekleed ging en de neiging had iedereen de les te lezen.Gerrard Verhage: 'Het verhaal van De Dominee interesseert me omdat het gaat over de onmogelijkheid om macht en controle te combineren met vriendschap en liefde. In de film worden bestaande personages samengevoegd tot fictieve. Gebeurtenissen en feiten zijn aangepast om een compacter en mooier verhaal te kunnen vertellen. Het is dus geen reconstructie maar een verbeelding voortgekomen uit mijn eigen fascinatie voor het karakter van Klaas Bruinsma en de bijzondere wereld waarin hij opereerde.' Al in 1991 kocht Verhage de rechten van het boek, maar hij worstelde met de vorm waarin hij het verhaal wilde gieten. Verhage had geregeld contact met de erven-Bruinsma. Om de film spannender en dramatisch sterker te maken zijn allerhande bestaande personages die de maffiabaas omringenden 'samengevat' in fictieve karakters. In kickboxer Adri zijn Etiënne 'Eutje' Urka, lijfwacht Geurt Roos en bodyguard André Brilleman in één karakter samengebald. De film werd in oktober 2003 niet aangepast na de onthullingen over Bruinsma's relatie met Mabel Wisse Smit. Koen Voskuil in in 'SP!TS' op dinsdag 17 augustus 2004: "Regisseur Gerrard Verhagen heeft veel elementen uit Bruinsma's leven gebruikt voor De Dominee. Van de moord op Brilleman, de schietpartij waarbij Bruinsma bijna het leven liet, tot de enorme partij Pakistaanse hasj die werd onderschept. Maar wie is toch de vriendin van filmpersonage Klaas Donkers? Actrice Chantal Janzen heeft een grote rol in de film als de vaste liefdes- en zakenpartner van de drugsbaron. Hier heeft Verhagen zijn fantasie gebruikt, want een dergelijke figuur komt in Bruinsma's leven niet voor. Ze moet eerder worden gezien als een mengeling van Bruinsma's toenmalige vriendin Lan Ching en zijn partners Thea Moear en Etienne U. Klaas Donkers wijkt op belangrijkere punten af van zijn criminele voorbeeld. Acteur Peter Paul Muller komt vergeleken met Bruinsma veel te netjes en te soft over. De 'echte' Bruinsma was gemener, harder. En waar is in de film te zien hoe excessief de drugsbaron op het eind van zijn leven cocaïne gebruikte? Dat hij hoeren bezocht en in elkaar sloeg? Een ding lijkt zeker: de ware aard van Bruinsma was nog een stuk donkerder dan die van Klaas Donkers." Naar aanleiding van het artikel van misdaadjournalist Bart Middelburg 'Het drama achter De Dominee' in Het Parool van woensdag 25 augustus 2004 liet Gerrard Verhage weten dat druk uit de onderwereld geen invloed heeft gehad op het schrijven van het scenario van De Dominee. Regisseur Gerrard Verhage begon in september 2003 met de opnamen. Opgenomen tussen 8 september en 8 november 2003 in Nederland (Amsterdam, Culemborg) en Luxemburg. Het was moeilijk om in Amsterdam nog krottige panden te vinden. De opnamen werden gemaakt op de hoek van de Bloemstraat en de Akoleienstraat. De straat werd vol geparkeerd met oude Ami's, Opels en Volvo's. Toestemming om te filmen in de Bijlmerbajes werd niet gegeven. Alle interieurs zijn in Luxemburg opgenomen in verband met de belastingmaatregel waar de film in Luxemburg van profiteerde. Het totale budget van de film is 3,2 miljoen euro. De Dominee maakt deel uit van de Telescoopfilms 2002. Het Nederlands Fonds voor de Film, de NOS, het CoBO-fonds en het Ministerie van OC&W stellen acht miljoen euro beschikbaar om vier Nederlandstalige speelfilms voor een breed publiek te steunen. Voor de VARA wordt een driedelige tv-serie gemaakt. De hoofdrol moest analoog aan Bruinsma een niet-gespeelde wreedheid hebben. Victor Löw, Gijs Scholten van Aschat, en vroeger Rijk de Gooyer, kwamen in aanmerking, maar werden anno 2003 te oud bevonden. Bruinsma was 37 toen hij voor het Hilton werd geliquideerd. In tegenstelling tot eerdere berichten deed Johnny de Mol niet mee aan de film. Tina uit de Oekraïne stond achter de bar van het hotel in Luxemburg waar De Dominee enkele weken opnames schoot. De vrouw kreeg een rolletje als nachtclubdanseres. Nog voor de film af was, werd bekend dat haar ex-vriend haar doodgeschoten heeft. Persreacties: Jos van der Burg in ‘de Filmkrant’ van september 2004: “(…) Frank Lammers komt als Klaas’ steunpilaar beter uit de verf. Een film heeft een dramatisch probleem als een bijrol intrigerender is dan de hoofdrol.” André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 1 september 2004: "Het grootste probleem van Gerrard Verhage's De Dominee, een vrije bewerking van het levensverhaal van crimineel Klaas Bruinsma, is het door Verhage zelf geschreven scenario. Dat kan niet kiezen tussen het vertellen van het in de Hollandse misdaadgeschiedenis verankerde verhaal van Bruinsma (...) of het maken van een lekkere, een groot publiek aansprekende misdaadfilm. De Dominee zwalkt dan ook heen en weer tussen de biografische gegevens van Bruinsma, ontleend aan het boek van misdaadjournalist Bart Middelburg, en de clichés van het gangstergenre, zowel in structuur - opkomst en ondergang van een gangster - als in uitvoering. (...) Over de details lijkt niet goed nagedacht. Onder de titelrol aan het begin van de film komt een scène voorbij die later een sleutelscène zal blijken. In plaats van deze sequentie duidelijk te laten zien, heeft Verhage ervoor gekozen de beelden te ontkleuren, ze vaag te maken en een soort veegeffect mee te geven. (...) Even later slaat Verhage de plank weer mis. Opnieuw bij een cruciaal moment. In een stalletje op het Waterlooplein doet Annet, die de boekhouding van crimineel Hugo doet, in een emotioneel bedoelde scène uit de doeken waarom zij Hugo dood wil hebben. Die heeft namelijk haar broer vermoord. Maar welke naam ze noemt en wie hij is, verstaan we niet omdat Annet op het moment dat zij deze uitspreekt rommelt met haar spulletjes en deze belangrijke motivatie voor haar karakter op de geluidsband verloren gaat onder een hevig geraas. Pas later begrijpt de toeschouwer het belang van dit korte moment(...)" Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' van 2 september 2004: "(...)Verhage schotelt het publiek best een aardig, en bij vlagen meeslepend, portret voor over het fanatisme en amateurisme van de nedermaffia. Hij had misschien toch nog meer voor óf actie óf de karaktertekening moeten kiezen. Nu hinkt hij op twee gedachten. Een tweede minpuntje is de zeer sombere en uiterst serieuze toon die Verhage consequent hanteert. (...)" Frans P. Wollrabe in 'Biosmail' van 2 september 2004: "(...) Helaas blijkt de langverwachte verfilming over het waargebeurde leven van drugsbaron Klaas Bruinsma uit niet meer te bestaan dan chronologisch geordende gebeurtenissen. Op zichzelf staand toont geen enkele scène enige motivatie voor de beslissingen en handelingen van de hoofdpersoon. Titelrolspeler Peter Paul Muller is bovendien niet bij machte het centrale karakter enige contouren mee te geven, waardoor Klaas geen mysterieus, intrigerend personage wordt, maar een ergerlijk vaag type blijft dat maar van de kansel blijft roepen dat ooit de hasjhandel legaal zal worden. De arme toeschouwer moet dan maar zelf aan de slag om de eindjes logisch aan elkaar te knopen. Het gevolg is dat De dominee halverwege te saai is geworden om die uitdaging nog vrijwillig aan te gaan. (…) Door alle hijgerige media-aandacht voor de connectie tussen de echte Klaas Bruinsma en Oranje-verloofde Mabel Wisse Smit hebben de makers iets te gemakzuchtig gedacht dat het gegeven zó interessant was dat de film zichzelf wel zou vertellen. En dat het publiek als motten op het vuur zou afkomen. Verkeerd gedacht." Mark van den Tempel in ‘Preview’ van september 2004: “Het feit dat een bijrol [van Frank Lammers] de film moet dragen, geeft al aan dat Verhagen geen greep heeft gekregen op de Bruinsma-figuur. (…) De actie is tam, de dialogen zijn dor. Frustrerend is dat je gewoon ziet dat er een goede film in had gezeten. (…)” Mark van den Tempel in 'Gooi en Eemlander' van 8 september 2004: "(...) Een verzachtende omstandigheid is zeker dat de productie niet het benodigde geld bijeen kreeg dat nodig is voor zo'n complexe film. Wereldreiziger Donkers zit hier vooral naast de telefoon, en voor jaren zeventig Amsterdam wordt steeds hetzelfde straatje gebruikt. Maar als regisseur valt Verhage ook wel het een en ander te verwijten. (...) Peter Paul Muller (...) blijft, ongeacht de grote veranderingen die zijn personage doormaakt, een houten Klaas." Jann Ruyters in ‘Trouw’ 2 september 2004: “(…) Peter Paul Muller mist echter Bruinsma’s charisma. Hetzelfde geldt voor gangsterliefje Chantal Janzen: blond en flegmatiek. Frank Lammers brengt als de vergeefs naar het rechte pad verlangende kickbokser nog het meest teweeg. Wanneer het scenario zich richt op zijn onfortuinlijke lot sleept de film je toch nog mee. (…) “ Dick van den Heuvel in ‘de Telegraaf’ van 2 september 2004: “(…) Dat Verhage een bijzondere en vooral tintelende film heeft gemaakt, staat buiten kijf. De sfeer is prachtig getekend, de karakters zijn levensecht en vooral Chantal Janzen en Frank Lammers laten zien dat ze filmacteurs pur sang zijn geworden. Toch laat je geen traan om Klaas Bruinsma – of hoe zijn naam in de film ook mag zijn. (…)” Gouden Kalf 2004 in de categorie BESTE PRODUCTION DESIGN voor Marco Rooth. Gouden Film op 11 oktober 2004 (100.000 bezoekers). De website van de film: http://www.dedominee.nl. Genre: Misdaad/Drama.
Première: 2 september 2004 (39 bioscoopzalen) 110.781 bezoekers
K-110 minuten

ELLIS IN GLAMOURLAND
Pieter Kramer

met: Linda de Mol (Ellis), Joan Collins (Susan Sighmore), Kees Hulst, Chris Tates, Tjebbo Gerritsma, Horace Cohen, Tjitske Reidinga, Nelly Frijda, Hylke Haan, Jacqueline Blom, Joan Nederlof, Helmert Woudenberg, René Froger, Gerard Joling, Estelle Gullit, Joop Braakhekke, Mireille Bekooij, Ruud Gullit, Marijke Zellweger, Martine Sandifort, Jasper Boeke, Frank Awik, Manuela Kemp, Beau van Erven Dorens, Albert Verlinde

Scenario: Mischa Alexander. In Ellis in Glamourland is Ellis een alleenstaande moeder. Om haar leven wat aangenamer te maken voor haar en haar zoontje Kees, besluit ze de cursus 'hoe trouw ik een miljonair' te gaan volgen. Tijdens deze 'leerzame' cursus komen er verschillende mannen op haar pad die Linda's hoofd op hol brengen. Zij kent weinig scrupules, en haar medecursisten al helemaal niet. Schaamteloos zetten zij hun nagels in rijke heren op de golfclub, op cocktailparty's en familiefeesten. Als Miljonair Meindert toehapt lijken bijna al haar problemen opgelost... Camera: Piotr Kukla. Productie design: Minka Mooren. Geluid: Eddy de Cloe. Editor: Elja de Lange. Muziek: Martijn Schimmer. Distributie: Independent Films. Producenten: NL Film & TV en TROS is coproducent. Distributeur: Universal Pictures (Benelux) en Independent Films. Titelsong: 'Angel by my side' door Do. Andere songs: ‘Loving you’ door René Froger en door Ebonique, ‘She couldn’t laugh’ / Twarres, ‘How many times’ / Lori Spee. Het verhaal is bedacht door Linda de Mol en Mischa Alexander. Opgenomen in o.a. de Harmen Jansstraat in Haarlem. Genre: Romantische komedie. Alle scènes met Joan Collins werden op één dag opgenomen. Ze wilde meedoen omdat ze het script ‘genuinely funny’ vond. De diva Joan Collins woonde de première bij van de film Ellis in Glamourland op vrijdag 24 september 2004. Naar verluidt kreeg ze 50.000 euro voor een dag werk, plus 20.000 euro om op de première te verschijnen. De charity-scène is opgenomen op een echt feest, want er was geen geld om een groot feest in scène te zetten. Pieter Kramer wilde eigenlijk Joanna Lumley, maar die kon of wilde niet. Adam Curry en Patricia Paay zeiden op het laatste moment af en werden vervangen door Estelle en Ruud Gullit. De beginscène waarin Ellis in 1994 het door Linda de Mol gepresenteerde Love letters won, want bij proefvertoningen werkte de scène niet. Op vrijdag 3 en 10 september 2004 werd bij de TROS een uitgebreide kijk achter de schermen genomen in de tweedelige documentaire. De roman naar de serie verscheen als vijfde titel in de reeks ‘Eerste rang’ van de Hilversumse uitgeverij FC Klap (eerdere delen: Liever verliefd, Volle maan, Feestje! en In Oranje). Gouden Kalf 2004 voor BESTE SCENARIO: Mischa Alexander (“Hoe laat je mensen uit verschillende kringen zien in een humoristische film zonder dat ze karikaturaal worden? Daar is verstand van zaken, gevoel voor nuance en sympathie voor de personages voor nodig. De winnaar weet bovendien wat screwball is.”) Juryprijs op het internationale Stony Brook Filmfestival van New York op 30 juli 2005. Naast de juryprijs werd de film ook bekroond met de tweede plaats in de publieksprijs. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 29 september 2004: "(...) De Mol bewijst dat ze kan acteren (...) Ellis in glamourland is uitstekend verteerbaar, maar de satirische benadering van regisseur Pieter Kramer wringt nogal eens met het feelgood-karakter. De romantiek wordt soms hard onderuit geschoffeld door cynisme. Eigenlijk is ook de happy ending nogal twijfelachtig: gelukkig worden met een slapjanus?" Karin Wolfs in ‘de Filmkrant’ van oktober 2004: “(…) Maar nou de invulling van de standaardsituaties en de bijrollen, want daarin zitten de verrassingen en het plezier die de film op een vermakelijk smakelijk niveau tillen. (…) Dat Linda de Mol geen geboren actrice is, daar je wil je dan best even overheen kijken. (…)” Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 30 september 2004: "(...) Aan de ene kant is de film een gewone romantische komedie, aan de andere is het een hilarische send-up van het genre. De combinatie is behoorlijk onweerstaanbaar. (...) Linda de Mol is in haar speelfilmdebuut een brave, haast neutrale aanwezigheid. De lol van de film komt van de bijrollen, niet zozeer van bekende Nederlanders als Joop Braakhekke en Estelle Gullit, die zichzelf mogen spelen, maar wel van acteurs die doorgaans niet in romantische komedies voor een groot publiek zijn aan te treffen. Acteurs als Joan Nederlof, Jacqueline Blom en Tsjitske Reidenga geven de film een onverwacht komische toon die de ironie eigenlijk alweer voorbij is. Vooral Kees Hulst is als de weduwnaar met oud geld een onwaarschijnlijke bron van vermaak. Zoals hij 'hali halo' zegt als hij ergens binnenkomt (...) Soms is er ook een haast melancholieke kwinkslag. De jurk van een muurbloempje is van dezelfde stof als het behang achter haar. (...) Veel scènes werken omdat Kramer ze, vaak met behulp van zoete muziek, net over de top laat gaan, ook als er geen begenadigde acteurs in de buurt zijn om de boel een beetje aan te scherpen. Er zit bijvoorbeeld een scène in de film waarin Gijs, de polospeler, samen met Ellis naar een voetbalwedstrijd van haar zoontje gaat kijken en er de perfecte middag van weet te maken. Kramers talent zit 'm er in deze film vooral in dat hij de romantische komedie eerder weet te intensiveren dan te parodiëren. Twee films voor de prijs van een. Zoiets is waarschijnlijk maar één keer waar te maken." Willem Schouten in SP!TS op donderdag 30 september 2004: "(...) Het lijkt er even op of regisseur Pieter Kramer zijn decor van Ja Zuster Nee Zuster voor Ellis in Glamourland heeft laten staan. (...) Met de sfeer die Ellis in Glamourland ademt zit het dus wel goed. Blijft de vraag of De Mol een film kan dragen. Goed, ze acteert al enige jaren met redelijk succes in Spangen. Maar daar deelt ze de verantwoordelijkheid met ouwe rot Monique van de Ven. Bovendien, film is een lastiger te temmen beest dan tv. (...) Het verhaaltje, slonzige poetsjuffrouw gaat met hulp van wereldberoemde glamourdiva (Collins natuurlijk) op vermogende- mannenjacht, is natuurlijk niets bijzonders. Maar dat is zelden zo bij een romantische komedie. De uitwerking blijkt wel iets te conventioneel - Tjebbo Gerritsma speelt 'de foute man' al te lullig - en echte schaterscènes zijn zeldzaam. Bovendien had de satire op de uitwassen in Glamourland best scherper gemogen, De Mol wilde toch haar eigen wereldje te kakken zetten? Maar Kramer maakt optimaal gebruik van diva Collins door haar overbekende stem de zoektocht naar een rijke vent te laten begeleiden. En rijzige bink Chris Tates blijkt de perfecte tegenpool voor Ellis. De vonken vliegen heftig over, en daar draait het toch om in een romantische komedie." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 30 september 2004: "(...) Ongewoon is ook de samenstelling van de cast. Leading lady Linda de Mol, wier spel tot alledaags realisme beperkt blijft, wordt omringd door theater-acteurs die juist stevig van leer trekken: Chris Tates schakelt heen en weer tussen romantiek en zakelijkheid, Joan Nederlof is als golddigger Kitty een hitsige neuroot, Tjitske Reidinga maakt een mooi nummer van de verlegen Roosje, en Kees Hulst steelt de show als Meindert, een heer met oud geld die na de dood van zijn vrouw voorzichtig op zoek gaat naar een nieuw ‘duifje'. Op de rode loper werden deze acteurs - op Rozengeur & Wodka Lime-ster Chris Tates na - door de meeste fotografen niet opgemerkt. Net als regisseur Pieter Kramer, die van een afstand, met een schuin hoofd, toekeek hoe de zonnebankbruine parade van bekende namen en Botox-adepten voorbijtrok. Voor hem rest er een geruststellende gedachte: zijn Ellis in Glamourland is amusement van niveau. De film lonkt met talloze covers en vrolijke deuntjes schaamteloos naar het grote publiek. Maar het is, met zijn dubbele bodems en bijtende details, net zo goed een geslaagde satire." Film haalde na drie weken de status van Gouden Film (100.000 bezoekers). Door een goede mond op mondreclame wist de film in de derde week meer bezoekers te halen dan in de eerste week van uitbreng, wat zeer uitzonderlijk is. Site: www.ellisinglamourland.nl
Releasedatum: 30 september 2004 (96 bioscoopzalen) 191.222 bezoekers
K-100 minuten (35mm)

EMPEROR'S WIFE, THE
Julien Vrebos

met: Jonathan Rhys-Meyers (Chamberlain), Max Beesley (Emperor), Rosana Pastor (Empress), Leticia Dolera (Sabah), Claire Johnston (Mother), Alexander Macqueen (Dr. Lambroso), Johnny de Mol (Thembe), James Auden (Music Teacher), Derek Kueter (Etiquette Teacher), Tom Leick (Etiquette Teacher), Chris Bearne (Doctor Al Razi), Leslie Woodhall (Prof. Leopold), Eric Connor (Chief Guard), Barry Madden (Guard sc. 74), David Rosner (Green Guard), Mustafa Achaara (Guest #1), Alexis Kreps (Blue Guard #2), Alexander MacQueen (Dr. Lambroso), Rachel Polack (Guest #2), Paul Rockenbrod (Blue Guard #1), Travis Sprabary (Green Guard #3), Mirko Tiepolo (Green Guard #2)

Nederlands-Belgisch-Spaans-Amerikaanse co-produktie. Scenario: Paul Ruven. Een keizer, wiens vrouw hem geen erfgenaam kan schenken, geeft zijn kamerheer de opdracht een geschikte kandidate te vinden die hem een zoon geeft. Uit de bergen haalt de kamerheer een mooie jonge maagd, Sabah, mooi maar zo wild als een kat. Sabah moet eerst getemd worden en zal, volgens oud gebruik, een jaar lang in een geheime vleugel van het paleis worden klaargestoomd voor haar rol als keizerin. De keizer ziet haar pas bij de huwelijksvoltrekking. Terwijl de jaloerse keizerin vermoedens heeft over haar afzetting en de keizer de wet probeert te omzeilen, wordt de aan zijn meester zo loyale kamerheer verliefd op Sabah. Een ernstig probleem, want iedere man die haar vertrek binnengaat wordt geëxecuteerd. Productie: Emjay Rechsteiner van Staccato Films, San Fu Maltha van Fu Works. Co-producenten zijn Jason Piette en Michael Cowan van Spice Factory, Jimmy de Brabant van Delux Productions en Julien Vrebos van Terras. Tevens hebben het Nederlandse Fonds voor de Film, het Vlaamse Film Fonds, het Cobo Fonds, UK sale & leaseback en de AVRO een financiële bijdrage geleverd. Camera: Tony Malamatenios. Productie design: Wilbert van Dorp. Geluid: Michael Lax. Editor: Marc Bijnens. Muziek: Maxton Beesley, Jeremy Meeham. Productiemaatschappij: Staccato Films, Fu Works. Sales: Overseas Filmgroup. Distributie: A-Film Distribution. Twaalf jaar voor de release schreef Paul Ruven het scenario waarvoor hij zich liet inspireren door de sjah van Perzië. Die verstootte een halve eeuw geleden zijn echtgenote Soraya omdat ze geen troonopvolger kon baren, waarna hij Farah Diba trouwde. Iets dergelijks dreigt te gebeuren in The emperor's wife. Julien Vrebos (31 mei 1947) is een Belgische regisseur die geruchtmakende programma's heeft geregisseerd voor de Vlaamse televisie. Eerder maakte hij de speelfilm Le Bal Masqué, waarin hij de nooit opgehelderde feiten rond de bende van Nijvel in verband bracht met politieke intriges waarbij ook het Koninklijk Paleis in Laken nog een duistere rol speelde. De Britse acteur Max Beesly, hoofdrolspeler in de film, componeerde de soundtrack. Regisseur Vrebos: "Toen we de scène in de balzaal draaiden, hoorde ik Max een stuk op de piano brengen, geheel in de stijl van wat ik voor de film in gedachten had. Ik was ontzettend verrast en vroeg meteen aan Max of hij de hele soundtrack wilde componeren. Eerst dacht hij dat ik hem enkel wilde voor de pianoscène in de balzaal maar toen ik uitlegde wat ik werkelijk bedoelde, reageerde hij heel enthousiast.' Geboren als zoon van Brits jazz drummer Maxton Beesley en jazz zangeres Chris Marlowe trad Max Beesley op met onder meer Take That, George Michael en Jamiroquai. Engels gesproken.Op 15 juli 2002, de laatste dag van de oude film-cv regeling, waren er meer dan het benodigd aantal investeerders voor de Emperor's Wife CV, waarmee de financiering en de productie van de film "The Emperor's Wife" een feit was. Paul Ruven heeft zich voor het script laten inspireren door het leven van Soraya Esfandiary, de ex-vrouw van de Shah van Perzië. De Shah van Perzië liet zich van haar scheiden toen bleek dat zij hem geen nakomelingen kon schenken. Opgenomen in o.a. Luxemburg en Marokko. Pieter van Lierop in 'Het Parool' van 14 januari 2004: "(...) De film heeft een akelig artificiële en pretentieuze vorm, maar blijft zielloos qua inhoud. Wat Vrebos hier laat zien, is een modeshow met de spreekwoordelijke nieuwe kleren van de keizer. In zijn beste momenten lijkt het een zwakke imitatie van een slechte Greenaway-film. Paul Ruven kun je niets meer kwalijk nemen, want zijn script werd later door maar liefst drie bewerkers onderhanden genomen. Van het eindresultaat trokken na afloop van de première op het Nederlands Film Festival de investeerders wit weg. De kans dat hun investeringen ook maar een stuiver winst zou opleveren, hadden ze in anderhalf uur in rook zien opgaan. " André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 14 januari 2004:"(...) Alle in de loop der jaren zorgvuldig opgebouwde regels - de grammatica van het medium film - worden met voeten getreden. Waar andere regisseurs ervoor zorgen dat hun hoofdpersoon op emotioneel belangrijke momenten in close-up te zien is, zodat alle gevoelens maximaal zichtbaar zijn, kiest Vrebos voor het filmen van zulke scènes door vogelkooitjes. (...) na een tijdje ontstaat er grote ergernis over de cinematografische spielerei van een regisseur die is losgelaten in een speelgoedwinkel vol filmische gadgets. De talrijke seksscènes worden bij voorkeur gefilmd door vitrages - een alternatief voor de met vaseline ingesmeerde lens bij softporno. Een meer bewondering oproepende 'vondst' is de vrijscène tussen keizer en keizerin waarin de camera afwisselend voor en achter ze langs rijdt. (...) Je zou kunnen betogen dat een film over het naar je hand zetten van wetten en de buigzaamheid van eeuwenoude tradities een perfecte filmische illustratie heeft gekregen. De vorm ís de inhoud. Maar dat is toch te veel eer voor een film die consequent het publiek expres en volledig buitensluit." Ronald Ockhuysen op Cinema.nl: "In een sfeer van decadentie en kitsch ontvouwen zich vervolgens intriges, die nogal voorspelbaar zijn. De zwakste plek is de art direction: de snobisten uit het keizerrijk ogen als glamrock-artiesten van het tweede garnituur." Eerste vertoning op zaterdag 27 september 2003 om 16.15 uur op het Nederlands Film Festival. In september 2003 tijdens EuropaCinema, het Internationaal Filmfestival van Viareggio (Italië), bekroond met de Prijs voor Beste Muziek. In België trok de film in 2003 6.558 bezoekers; nummer 227 in het jaaroverzicht. Officiële website: www.emperorswife.com.
Première: 15 januari 2004 (4 bioscoopzalen: Het Ketelhuis, Amsterdam; Chassé, Breda; Lux, Nijmegen; Lantaren/Venster, Rotterdam) 414 bezoekers
K-93 minuten

ERIK OF HET KLEIN INSECTENBOEK
Gidi van Liempd

met: Jasper Oldenhof (Erik), Anne Mieke Ruyten (Moeder Erik), Jaak van Assche (Opa van Erik), Gregor Frenkel Frank (Betovergrootvader), Trudy Labij (Omie), Yale Sackman (Rosalie), Lenette van Dongen (Juffrouw), Hugo Haenen (Vader Erik), Alfred van den Heuvel (Meneer van Vliegvleugel), Jörgen Rayman (Hommel), Plien van Bennekom (Lieveheersbeestje), Bianca Krijgsman (Lieveheersbeestje), Georgina Verbaan (Mevrouw Mug), Kees Hulst (Doodgraver), Lineke Rijxman (Doodgraversvrouw), Serge Henri Valcke (Regenworm), Johnny de Mol (Verkennermier), Peter Van den Begin, Stany Crets, Arent Jan Linde, Dennis Overeem, Edward Reekers, Marco Maas, Cees Heyne, Hugo Koolschijn, René van 't Hof, Johnny Kraaykamp jr.

Nederlands-Duits-Belgische co-productie: Scenario: Cecilië Levy, gebaseeerd op het gelijknamige boek van Godfried Bomans uit 1941. De tienjarige Erik is een dromer die zich liever bezighoudt met fantaseren over zijn geheime liefde Rosalie dan met het voorbereiden van een spreekbeurt voor school. Als hij onverwachts de kans krijgt om een nacht lang tussen de insecten te leven ontdekt hij een magische wereld vol avontuur. Vriend of vijand, mug of doodgraver, alle insecten willen meer weten van die rare tweevoeter die ineens uit de lucht komt vallen en alles over hun gewoonten weet. Met de meest rare bokkesprongen weet Erik zich uit soms penibele situaties te redden en na een onvergetelijke nacht waarin hij veel geleerd heeft staat hij de volgende dag weer voor de klas en houdt een spreekbeurt waar de vonken vanaf vliegen.... Muziek: Ellert Driessen. Liedje: 'Dat gevoel dat liefde heet' door Sandy Goeree. Andere liedjes: Sjoe be da be doeb, Plim plam plem, Instinct, De lijst. Speelduur van de gelijknamige cd: 18'56''. Camera: Hein Groot. Geluid: Simone Galavazi. Montage: Els Voorspoels. Art Direction: Alfred Schaaf. Set Design: Todd van Hulzen. Kostuumontwerp: Rien Bekkers. Stunts: Stuntteam de Beukelaer. Co-producent: AVRO Televisie, Tradewind Pictures GmbH, Private View. Producent Hans de Weers, Egmond Film and Television. Distributie Nederland: UIP. In 2000 wordt een start gemaakt met de scenario ontwikkeling en in 2001 scharen de AVRO, FINE BV, het Stimuleringsfonds en het Co-Productiefonds Binnenlandse omroep zich achter het project. In het vroeg voorjaar van 2002 start de pre-productie van ERIK OF HET KLEIN INSECTENBOEK. Cabaratière Lennete van Dongen maakt haar filmdebuut als juffrouw van Erik. Thomas Acda was de rol van Dikke Hommel aangeboden, maar hij was net gewicht verloren en bedankte voor de rol. De filmmaker Gidi van Liempd debuteert op 66-jarige leeftijd. Gidi van Liempd, die een lange carrière achter zich heeft van commercial- en opdrachtfilmer, voegde een dode vader toe en ook Bomans' einde werd gewijzigd. Met scenariste Cecilie Levy verving hij het origineel door een conventioneel happy end. Met motto van Leonardo da Vinci: “Noit tutti siamo esiliati, viventi entro le cornici di uno strano quadro. Chi sa questo, vive da grande. Gli altri sono insetti.” In vertaling: Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten. (Leonardo da Vinci in een brief aan Gabriele Piccolomini). De verfilming kostte 5 miljoen euro. In 1979 werd er al een televisiefilm geproduceerd met hetzelfde boek als basis. Toen werden de insectenrollen vertolkt door onder meer Jan Blaaser (tor), Ko van Dijk (glimworm), Mimi Kok (kruisspin), Bernard Droog (bij), Sacco van der Made (hommel) en Siem Vroom (hooiwagen). Godfried Jan Arnold Bomans werd geboren op 2 maart 1913 in Den Haag. Na zijn rechtenstudie in Amsterdam te hebben afgebroken, start hij een studie pyschologie in Nijmegen. In 1931 brengt hij reeds op 17-jarige leeftijd zijn eerste toneelstuk, getiteld Bloed en liefde, uit. Zijn literaire debuut maakt hij in 1932 onder het pseudoniem Bernard Majorick; de gedichtenbundel Dryfjacht en het prozastuk Gebed voor Nederland. Grote bekendheid krijgt hij met Memoires of gedenkschriften van Mr. (in latere drukken minister) Pieter Bas (1937) en Erik, of het klein insectenboek (1941). Zijn fantasievolle en humoristische verhalen spreken zowel volwassenen als kinderen aan. Op 22 december 1971 overlijdt hij in Bloemendaal. Sven Gerrets in NL20 van 8 december 2004: “(…) Voor Nederlandse begrippen is de trukendoos helemaal opengegaan: special effects, indrukwekkende decors en grootste kostuums. Toch knaagt een beetje het gevoel dat dit soort films vele jaren geleden al in andere landen werden gemaakt. HONEY I SHRUNK THE KIDS lijkt zowel in verhaal als in special effects erg op ERIK OF HET KLEIN INSECTENBOEK, maar Honey stamt alweer uit 1989. (…)” Jos van de Burg in 'Het Parool' van 8 december 2004: "(...) De verandering van een springlevende in een dode vader is geen gelukkige ingreep, want het bezorgt de film een zwaarte die niet past bij de vederlichte, magische toon van het boek.(...) De film, waarin de debuterende Jasper Oldenhof een uitstekende Erik is, wekt de indruk dat de makers lang met het boek hebben geworsteld. Kennelijk sneuvelde op het allerlaatst nog een scène die wel in de persinformatie staat beschreven. Vonden de makers het door mieren in mootjes hakken en braden van een regenworm te spannend voor kleine kinderen? Er blijven genoeg angstige scènes over, zoals het door Erik op een scherpe tak spietsen van een spin. Het best geslaagd is het uiterlijk van de film. De art-direction van Alfred en Jelier Schaaf en het kostuumontwerp van Rien Bekkers zijn sprookjesachtig. Het slakkenmotel zou niet misstaan in de Efteling. Dat in de insecten bekende acteurs/cabaretiers verstopt zitten, levert ook een bijdrage aan de feestvreugde. (...) Het is niet genoeg voor een goede film. Het onevenwichtige Erik of het klein insectenboek zal niet de klassieke status van het boek bereiken. Voor de film gelden de woorden van de wesp: ''Men is het of men is het niet. Als men het niet is, wordt men het nooit.''" Anna van der Gaag in 'Metro' van 9 december 2004: "(...) Het restultaat is een ?lm die de goedkeuring van Godfried Bomans, als die nog geleefd had, zeker had gekregen. Creatieve kostuums, mooie decors, wat subtiele aanpassingen en een sympathieke hoofdpersoon. Erik of Het klein Insectenboek mag zeker geslaagd genoemd worden. (...) Jasper Oldenhof, die Erik heel natuurlijk neerzet, (...) Gidi van Liempd (dit is zijn eerste speelfilm) weet de belevenissen van Erik visueel, maar ook inhoudelijk net zo boeiend te maken als Bomans dat deed. Erik of Het klein insectenboek is echt een fillm om tijdens de kerstdagen met de kids heen te gaan." Willem Schouten in 'SP!TS' van donderdag 9 december 2004: "(...) Driekwart eeuw later heeft de fabel niets aan kracht ingeboet. Dank daarvoor gaat vooral uit naar regisseur Gidi van Liempd. Samen met een uitblinkend team van decorbouwers en kostuumontwerpers is hij erin geslaagd een wereld te creëren die in magische uitstraling en vooral rijkdom aan fantasie niet onderdoet voor met oneindig veel meer financiële middelen gezegende wereldveroveraars als Harry Potter. Het slagen van Erik of het Klein Insectenboek is natuurlijk voor een flink deel afhankelijk van de juiste sfeer. Maar ook de batterij vaderlandse acteurs die de verschillende beesten die de jongen ontmoet belichamen, verdienen een pluim. Van Jörgen Raymanns jolige hommel tot Georgina Verbaans springerige mug en Serge Henri Valckes meesterlijke mentor van een regenworm, ze zien er even oogverblindend als springlevend uit. De Nederlandse familiefilm beleeft een grootse periode en enorme populariteit bij het publiek. Maar waar Pluk van de Petteflet en Pietje Bell al te zeer blijven hangen in kluchtige slapstick weet Erik of het Klein Insectenboek echt het hart te veroveren. Dus als er in de komende feestmaand maar ruimte is voor het bezoeken van een familiefilm, laat het dan Eriks betoverende insecten-odyssee zijn." Movieguide.nl: "(...) Erik Of Het Klein Insectenboek, een soort vaderlandse versie van The Wizard Of Oz en Alice In Wonderland, is een voor Nederlandse begrippen uniek project. Met spectaculaire decors en indrukwekkende kostuums is de insectenwereld gecreëerd. Essentieel zijn de special effects die het verhaal tot leven wekken: vliegende insecten, uitvergrote planten en bloemen en uiteenspattende regendruppels. In één woord: schitterend. Het is ook heel bijzonder dat de acteurs de insecten vertolken. Dat doen zij met behulp van flitsende digitale elektronische hulpmiddelen meesterlijk. Temidden van de staaltjes computertechniek wordt ook de moraal niet vergeten, maar deze ligt er gelukkig niet al te dik op. Tijdens zijn reis door de insectenwereld krijgt Erik te maken met tijdloze thema´s als discriminatie, het verschil tussen gevoel en verstand, liefde, vriendschap en jaloezie, egoïsme en overlevingsdrang." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 9 december 2004: "(...) Van een echte spanningsopbouw is geen sprake. Van een nieuwsgierigmakende verhaallijn evenmin.(...) regelmatig wordt er tussen Wollewei en opa's werkkamer heen en weer geschakeld, om duidelijk te maken dat hier sprake is van een fantasiewereld én een realistische wereld. Deze keuze haalt het tempo eruit. Daardoor wordt de film houterig en doet hij ouderwets aan. De neiging alles uit te leggen is bovendien overbodig; er is in 2004 geen kind meer te bekennen dat moeite heeft om tussen verschillende verhaalniveau's - levels noemen ze dat - heen en weer te schakelen. Erik, of het klein insectenboek is zo'n productie waar de beste bedoelingen van afdruipen. Er zit veel passie in de schepping van Wollewei. Het slakkenhotel ziet er met zijn parelmoeren wanden breekbaar uit, en het klamme, donkere hol van de doodgravers heeft een beklemmende sfeer. Maar wat duurt het allemaal lang, en wat zijn de dialogen log zodra vragen over Eriks identiteit - Bomans' speerpunt - aan bod komen. Van Liempds energie is gaan zitten in de effecten en de geloofwaardigheid. Dat heeft fnuikende gevolgen voor de verteerbaarheid van deze oubollige parade." Brigitte van Meurs in On Stage van 9 december 2004: "(...) De film ziet er mooi uit, maar het probleem is dat een sterke verhaallijn ontbreekt. Erik of het klein insectenboek is een vrolijk gekleurde collage van kostuums, special effects en humorvolle momenten, maar het verhaal wordt maar niet meeslepend. Het is als een schilderij dat er aardig uitziet, maar dat je niet weet te raken." Mark van den Tempel in ‘PreView’ december 2004/januari 2005: “(…) Erik gaat van insect naar insect waardoor de film aanvoelt als een serie losse toneelstukjes. Er wordt geen spanning opgebouwd, want er staat niets op het spel. (...) Erik is met liefde gemaakt en heeft het hart op de goede plaats. Maar in de strijd met concurrenten als Pluk en Floris tellen andere kwaliteiten harder." Gouden Film voor 100.000 bezoekers op 26 januari 2005. Site: http://www.erikdefilm.nl.
Première: 9 oktober 2004 (85 bioscoopzalen) 112.984 bezoekers
K-95 minuten

FEESTJE!
ook: LOVE TRAP
Ruud van Hemert

met: Antonie Kamerling (Thijs), Daphne Bunskoek (Susan), Beau van Erven Dorens (Ben), Chantal Janzen (Talita Bekooy), Trudy Labij (Anneth Bekooy), Guus Dam (Walter Bekooy), Tara Elders (Maartje), Roeland Fernhout (Sigmund), Cindy Belliot (Charly), Hugo Konings (Frank), Edward Kolderwijn (Stef), Menno Stijntjes (Frank, kamergenoot Thijs en Ben), Giovanniu Jap-Ngie (Wesley), Patrick Vermin (Boely), Guillermo Blinker (Carlos), Mickey Buschman (Judith), Janneke van Amelsvoort (Hansje), Denise Dobber (Peggy), Isabel Bérénos (Anita), Anna Drijver (theologiestudente), Saskia Troccoli (scharrel 1), Linda van der Steen (scharrel 2), Esmarel Gasman (scharrel 3), Edo Brunner (Barman Henk), Aaron Wan (Lim), Johann R. Glaubitz (Evert), Carla Hardy (bankdame), Inge Ipenburg (verpleegster), Ronald de Bruin (priester), Mirjam Vriend (grondstewardess), Fabiënne Meershoek (boarding stewardess), Chrisje Cornvalius (beveligingsbeambte), Joop van Kasteel (marechaussee), Marike van Weelden (omroepster), Ineke Veenhoven (Doortje de Bonfrère), Walter Crommelin (Klaas-Jan de Bonfrère), Milushka Birge (moeder van Charley), Thoe van Groningen (makelaar), Jan van Oosten (Harry), Margriet Duyster (Mathilde), Beertje van Beers (Stamgast 'de Pilsvogel'), Frits van der Werff (Stamgast 'de Pilsvogel'), Paul van Eijden (Stamgast 'de Pilsvogel')

Scenario: Mischa Alexander, met bijdragen van Emile Fallaux en Johan Nijenhuis. Thijs (Antonie Kamerling) en Ben (Beau van Erven Dorens) zijn onafscheidelijke vrienden, die continu achter de vrouwen aanzitten. Stelletjes zijn verboden, saai. "One night stands zijn de toekomst!" Totdat Ben zo verliefd wordt dat hij gaat trouwen. Thijs voelt zich in de steek gelaten, door zijn beste vriend verraden. Als die beste vriend hem dan ook nog eens vraagt om getuige te zijn en de bruiloft te organiseren, grijpt Thijs zijn kans om de boel goed op stelten te zetten. Als dat geen leuk FEESTJE wordt…. Producent: Erik Peters, Paul Voorthuysen. Co-producent: TROS. Camera: Han Wennink. Geluid: Ludo Keeris. Casting: Job Gosschalk. Production design: Michel De Graaf. Art direction: Marc Teunissen. Kostuums: Jacqueline Steijlen. Montage: Michiel Reichwein. Stunts: Ronald Schuurbiers, Michel Struik, Willem de Beukelaer. Muziek: Tjeerd P. Oosterhuis. Songs o.a. 'Sexual healing' door Romeo feat. I.V.A. & Ambush, 'Ik wil niks' door De Heideroosjes, 'Calling out door Van Orly, 'Happy' door Intwine, 'Don't say you love me' van Trijntje Oosterhuis, 'Wishing on a star'. De film kostte ongeveer drie miljoen euro kosten en werd volgens de dan net geïntroduceerde nieuwe belastingregels worden gefinancierd. In de film zitten animatiescènes van Jasper Spoelstra over de ark van Noach. Op zondag 20 juli 2003 begonnen de opnames. Antonie Kamerling en filmdebutant Daphne Bunskoek moesten op hun eerste draaidag al vroeg uit bed om hun call van acht uur op de set te halen. Ze hadden echter wel het voordeel dat hun eerste scène zich in bed afspeelt, zodat de overgang niet al te groot was. Opmerkelijk is dat Kamerling en Van Erven Dorens na de niet al te plezierige ervaringen met regisseur Van Hemert bij IK OOK VAN JOU toch weer met hem werkten. Antonie Kamerling vertelde in een interview met het Algemeen Dagblad waarom hij opnieuw met regisseur Ruud van Hemert in zee is gegaan: "Ik voelde me na Ik ook van jou niet bepaald fijn. Als filmmaker vond ik Ruud talentvol, maar als mens kon ik niet met hem overweg. Een regisseur mag mij aanpakken, maar geef me daarna richting. Laat het niet bij afkraken alleen. Dat gebeurde niet, waardoor ik het gevoel had dat ik er niets van kon." Antonie heeft de regisseur later nog gebeld om het af te sluiten. De regisseur erkende wel dat hij fouten heeft gemaakt. " Ik zei toen dat ik nog best een keer met hem wilde samenwerken, omdat ik denk dat hij me tot betere prestaties kan aanzetten. Dat is dus Feestje geworden, waar ik behoorlijk trots op ben." In de film hangt aan een boeket een 'Ik ook van jou'-kaartje. Op een affiche bij de Rembrandt bioscoop in Utrecht hangt een 'Pappa is razend' affiche (verwijzend naar zijn film MAMA IS BOOS uit 1986). Locaties: Amsterdam (cocktailbar Rum Runners aan de Prinsengracht), Schiphol, Utrecht (Rembrandt bioscoop), landgoed Waterland en de Kerk van de Gelukkige Maagd Maria, sanatorium Prins Hendrik Stichting . Opvallende Heineken, Bonbon bloc en Honig (Thijs-schort)-placering. Kok Pierre Wind (1965) is foodstylist van de film. Alles wat culinair gebeurt viel onder zijn verantwoordelijkheid. The Making of Feestje werd op maandag 9 februari 2004 van 23.40-00.05 op SBS6 uitgezonden. Persreacties: André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 11 februari 2004: "(...) In Feestje! zijn Ben en Thijs gesjeesde studenten die al acht jaar studeren. Dan zouden ze maximaal achter in de twintig moeten zijn. Kamerling (1966) en Van Erven Dorens (1970) zijn echter midden-dertigers en komen niet erg overtuigend over als eeuwige studenten, al gebruikt de film handig het wat ballerige imago van Van Erven Dorens. (...) een film met een ouderwets mieze moraal, die aansluit bij talloze Amerikaanse romantische komedies - het model dat het scenario van Mischa Alexander (All Stars, Volle Maan) getrouw volgt. Regisseur Ruud van Hemert dacht: dit moet opgeleukt! Dus krijgen we gooien-met-eten-slapstick, pijnlijke bijrollen van Roeland Fernhout als oppernicht, en al te gemakkelijke grappen over Limburgers en de Gooise upperclass waarin aanstaande bruid Talita opgroeide. Met tussendoor weer wat serieuze momenten over de aanstaande sluiting van het opvangcentrum voor moeilijk opvoedbare kinderen, waar Susan werkt. Die hebben natuurlijk gewoon aandacht nodig, dan zijn ze niet meer zo lastig." Willem Schouten in SP!TS op donderdag 12 februari 2004: "(...) Als je grote Nederlandse filmproducties als maatstaf neemt zou je zou denken dat het studentenhuis de enige eeuwige bron van liefdesperikelen voor de mensheid is. Dat is zo erg niet. Phileine Zegt Sorry nam hetzelfde uitgangspunt en slaagde er prima in een even vrolijke als venijnige en eigentijdse komedie te worden. Voor Feestje zit dat er helaas nooit in, de film verzuipt in een opeenstapeling van oubollige clichés. Die constatering is cru voor de opnieuw sympathieke Kamerling en de verdienstelijke nieuweling Bunskoek. Maar het is echt niet anders. Voordat het eerste filmframe het netvlies bereikt begint Feestje met pseudo-erotisch gekerm van een octaaf dat een normaal mens na tien maanden droogstaan nog niet weet te bereiken. Regisseur Ruud van Hemert weet vervolgens nooit van ophouden. Alles is karikaturaal en veel te vet aangezet. Van Ervens Dorens mag niet veel meer dan zich onder het bier laten gieten en in een patserige cabrio rondrijden en ontsnapt zo nooit aan zijn kwalbal-imago. Dialogen als 'van pompestein gaan' moeten doorgaan voor risque en vrijwel elke situatie waarin de hoofdpersonen belanden is geforceerd. Vanaf de kreunwedstrijd op afstand tussen Susan en Thijs tot het overtrokken kolderieke geschop onder de tafel bij het eerste bezoek aan Bens schoonouders en de hysterische fratsenmakerij van Thijs bij de douane op Schiphol. Het is soms pijnlijk om te zien. De acteurs valt niet veel te verwijten. Ze worden gedwongen tot leuk doen omdat de regisseur en scenarioschrijver Mischa Alexander nooit verder komen dan wat losse aanzetten en afgetrapte ideetjes. Bijfiguren als Trudy Labij die uit haar dak gaat als Talita's societymoeder zijn wel vermakelijk en er ontspringen tussen alle kolder zo waar een paar echte vonkjes tussen Kamerling en Bunskoek. Maar om het Feestje niet in water te laten vallen is dat te weinig." Eric Koch in 'de Telegraaf' van 12 februari 2004: "Heel illustratief eigenlijk: ze [Daphne Bunskoek] komt letterlijk uit de lucht vallen. Zoals de overige ontwikkelingen en emoties, die bij gebrek aan gewicht meteen weer opstijgen. Alsof 'Feestje!' een therapie betrof voor het sombere 'Ik ook van jou', zo gooit Ruud van Hemert alle remmen los in zijn infantiele komedie. Alle wijsheid, alle zorgvuldigheid, alle vakmanschap ook, zijn spoorloos verdwenen. Wilde hij laten zien dat hij nog altijd voeling heeft met het jonge bioscoopvolk? 't Levert een pijnlijke vertoning op: oubollige verzinsels van een zestigjarige over twintigjarigen, gespeeld door ruim dertigjarigen. Met de verplichte homovriend, de eigentijdse lesbische zoen en het multiculti-sausje. 't Is allemaal veel te dik en veel te dun." Robbert Blokland in het 'Dagblad van het Noorden': "Feestje! is noch romantisch, noch komisch. Het is een saaie, humorloze vertelling over een groep volstrekt oninteressante, ongeloofwaardige karakters en hun zeurderige besognes. (...) Het enige lichtpuntje is presentatrice Daphne Bunskoek, die er (...) als enige nog iets van probeert te maken. Met betere scripts kan zij als actrice nog een veelbelovende carrière in het verschiet hebben." Adwin de Kluyver in 'Leeuwarder Courant': "Van de hausse aan Nederlandse films die de laatste maanden de bioscopen hebben bereikt, is 'Feestje!' verreweg de slechtste. (...) Chantal Janzen, prominent op de poster, speelt binnen enkele weken, na 'Fighting fish', de tweede volstrekt overbodige rol.' Martijn Warnas op Warnas.net: "Kamerling is uit 1966, dus die wordt dit jaar alweer 38. Kun je dan nog een student van pakweg 22 spelen, met infantiele ideeën over relaties en meer wisselende contacten dan een muis in een cybercafé? Hou nou toch op, Antonie. Je bent al bijna te oud om de váder van zo'n joch tespelen!" Judith van de Hulsbeek in 'Metro' d.d. 12 februari 2004: " (...) Zowel Kamerling als Van Erven Doorns zijn de dertig al ruim gepasseerd. In het begin zijn zij hierdoor misschien niet helemaal geloofwaardig als student, maar hun frivole vriendschap die van het filmdoek afspat, doet dit gegeven snel vergeten. De mooiste momenten in de film zijn wanneer Thijs en Ben hun onderonsjes hebben. Vooral de scène waarin Thijs kennismaakt met de schoonfamilie van Ben levert heel wat lachers op. Het komt heel naturel over. Je ziet de pret in hun ogen. In deze scène maken we ook kennis met de schoonmoeder van Ben Anneth Bekooij, gespeeld door actrice Trudy Labij. Haar prestatie is om een totaal geloofwaardige brallerige kakmadam, zonder er een Jiskefetiaanse parodie van te maken. Een andere verrassing in de film is het spel van presentatrice Daphne Bunskoek. Hoewel, of misschien wel omdat, het karakter dat ze speelt (Susan) opvallend dicht ligt bij de Daphne die wij kennen van TMF, weet ze in deze rol te charmeren en is het zeker niet te zien dat dit voor haar een filmdoop is. Het script van Feestje! is niet bijster interessant. Op sommige momenten wordt teruggegrepen op wel hele clichématige beelden om het verhaal een wending te geven. (Het weggewaaide liefdesbriefje bijvoorbeeld of de smeekbede op het vliegveld.) Maar de cast maakt het dat boeiend blijft. Feestje! heeft in ieder geval niet de gekwelde acteerprestaties die Ik ook van jou soms zo pijnlijk maakten. Een onverwacht luchtige film van Van Hemert, die het wel eens heel goed zou kunnen gaan doen." Top 20 noteringen: 5. Officiële website: http://www.feestjedefilm.nl/.
Première: 12 februari 2004 (89 bioscopen) 77.399 bezoekers
K-95 minuten

FIGHTING FISH
Jamel Aatache

Met: Kim Ho Kim (A-Ken), Chantal Janzen (Jennifer), Jeroen Post, Chewing Lam (Koh), Banny Ho (bendeleider Mr. Yam), Bao Xian Fei (Wong), Duy Nguyen, Minh Vu, Joyce de Jong, Dennis Kong (bodyguard van Mr. Yam), Kim Poseng (A Ching, een oudere gangster), Wouter Smit (Detective), Chun-Wai Man (bendelid), Marc Nochem (overvaller), Joop Kasteel

Wanneer een jonge Chinese man uit Hong Kong verneemt dat zijn broer is omgekomen bij een bendeoorlog in Rotterdam, reist hij naar het westen af. Hier laat hij zijn razende vuisten in actie komen tijdens een wraakactie tegen de bende, die zijn broer heeft vermoord. Maar al snel komt hij erachter dat niets is zoals het lijkt, en gaat hij achter de ware toedracht van zijn broers dood aan. Zijn onderzoek neemt echter nog een onverwachte wending, wanneer hij verliefd wordt op een Nederlands meisje (een gweilo) met alle gevolgen van dien.... Producent: Jamel Aattache, Herman Slagter. Associate Producer: Wouter Smit.Executive Producer: Vincent van Zon. Montage: René Wiegmans. Camera: Peter Jan van der Burgh. Production design: Ben Zuydwijk. Muziek: Yorick Goldewijk. De titel verwijst naar de Siamese of Chinese vechtvis. Een van de Chinese personen in de film betoogt dat westerlingen naar de Chinees kijken als naar een Chinese vechtvis: Prachtig exotisch en sierlijk, maar men kent de ware aard van de vis totaal niet. Aan de ene kant zo gracieus, aan de andere kant zo genadeloos dodelijk. Net als twee Chinese vechtvissen, die gewoon niet samengaan en elkaar genadeloos zullen afmaken, zo gaan de Westerse en Chinese cultuur in de film ook niet samen. Zij zullen elkaar uiteindelijk doen opbreken. Niet eerder werd in Nederland een martial arts (genre dat zich richt op de Oosterse vechtkunsten) speelfilm gemaakt. Ruim 2 jaar geleden hadden regisseur Jamel Aattache en hoofdrolspeler / vechtkunstenaar Kim Ho Kim het idee voor Fighting Fish. Ze hadden net een korte Martial Arts film gemaakt die heel goed ontvangen was, namelijk "The Good, The Bad, and The Innocent". Deze film is uiteindelijk verkocht aan diverse landen. Na de zeer goede reacties op deze korte film, kwam al snel het idee om een lange film te maken. Kim Ho Kim, die al diverse scripts geschreven had, heeft een jaar aan het scenario van Fighting Fish geschreven. Na het aanstellen van de producenten, werd de juiste cast bij de film gezocht. Toen Chantal Janzen, Jennifer de Jong en Ron Smoorenburg zich aan de film verbonden hadden, werden distributeurs benaderd.Distributeur UIP was direct enthousiast om de film in de bioscoop uit te brengen. Vervolgens begonnen Jamel en Kim aan de verfilming van Fighting Fish. Kim bedacht de vechtchoreografie, en trainde 5 maanden lang 5 dagen per week o.a. samen met Ron Smoorenburg om de vechtscenes er vooral zo origineel mogelijk uit te laten zien. Jamel verzamelde veel oude bekenden en diverse nieuwe crewleden om zich heen. Vanaf 19 mei 2003 werd Fighting Fish in een heel kort tijdsbestek opgenomen op 16 verschillende locaties in Rotterdam met een budget van ongeveer 425.000 euro (geen subsidie). In mei en juni 2003 werden de opnames gemaakt in Rotterdam, waaronder in de kelder van de Rotterdamse bioscoop Cinerama, de West-Kruiskade en in restaurant Tai Wu. Regisseur Aattache putte zijn inspiratie uit films van Sergio Leone en Bruce Lee. Die combinatie leidde tot een heuse 'eastern', een verhaal over eer, verraad, onmogelijke liefde en uiteraard wraak. Op 27 juni 2003 was de shooting afgelopen en hierna is de film in post-productie gemonteerd door editor René Wiegmans samen met Jamel. Het geluid en de muziek worden verzorgd door de mensen van SonicPicnic. Ilse DeLange zingt de titelsong van de film Fighting Fish. De videoclip bij 'Wouldn't That Be Something' is geregisseerd door Jamel Aattache, tevens de regisseur van Fighting Fish. De single lag vanaf 14 november 2003 in de winkel en staat ook Ilse de Lange's verzamelalbum Here I Am (1998 - 2003), dat op 31 oktober verscheen. Chinees (Kantonees), Engels en een beetje Nederlands gesproken. Veejay Jeroen Post, te zien in een bijrol, beoefent al ruim 14 jaar Tae-Kwon Do. Joyce de Jong is de zus van Jennifer de Jong. Fighting fish is gemaakt met zichtbare medewerking van Honda motoren. SBS Broadcasting B.V. ondersteunde als eerste commerciële televisiebedrijf deze Nederlandse speelfilm. Bart Soepnel, Directeur Aankoop SBS: "Films zijn sinds de start van SBS één van de pijlers van onze programmering. Omdat SBS als commerciële zendergroep geen beschikking heeft over extra financiering zoals bijvoorbeeld het Stimuleringsfonds, zijn we verheugd dat we nu samen met producent Riverpark en UIP dit project tot stand kunnen brengen." United International Pictures zou oorspronkelijk op 4 december 2003 de actiefilm 'Fighting Fish' in circa vijftig bioscopen uitbrengen. Dat werd de helft op 29 januari 2004. De première vond plaats op het filmfestival van Rotterdam op donderdag 22 januari 2004. De film zal in het televisieseizoen 2004-2005 bij SBS te zien zijn. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 28 januari 2004: " Maar echt knallen doen de gevechten in de film nauwelijks, want trucages zijn uit den boze en er is eerder sprake van zorgvuldig gechoreografeerde demonstraties dan van bikkelharde confrontaties. Die doelbewust tegendraadse aanpak maakt Fighting fish weliswaar tot een vechtfilm die in de cruciale scènes een geheel eigen koers vaart, de ongebruikelijke benadering zorgt er ook voor dat de dramatische inzet bij meerdere confrontaties gering is.Dat de grotendeels Kantonees gesproken en Nederlands ondertitelde film op het gebied van plot en drama nogal tekort schiet weegt minder zwaar, want zelfs een kasmagneet als Jackie Chan gooit er op dat vlak regelmatig met de pet naar. Chan stelt er een amusante dosis stunts en kolderieke grappen tegenover, en daar ontbreekt het de door een ernstige toonzetting gekenmerkte film aan.De in de periferie opduikende bijrolspelers met blauw geslagen ogen en de uitkomst van de confrontatie tussen Smoorenburg en held Kim Ho Kim maken echter duidelijk dat de makers wel degelijk over een relativerend gevoel voor humor beschikken. Mocht het dynamische duo aan een vervolg toekomen, dan zouden ze er goed aan doen daar wat meer gebruik van te maken." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 28 januari 2004: "Er was lef voor nodig om een Nederlandse film in dat genre van de grond te tillen en dat mag geprezen worden. Mooi dus dat een grote distributeur hem in 25 zalen durft uit te brengen. Maar wie film en makers serieus neemt, kan verder niet veel positieve punten aanwijzen in Fighting Fish. Het verhaal van de Chinese jongen die zijn vermoorde broer komt wreken in Chinatown Rotterdam is, inclusief ontknoping, te simpel. Zijn romance met soapie Chantal Janzen is vooral lachwekkend. En de vechtsscènes, waar je de klok op kunt gelijkzetten, zijn wel met flair gemaakt, maar filmisch stelt het weinig voor." Gudo Tienhooven in Biosmail van 29 januari 2004: "(...) hoe graag je films van eigen bodem ook het voordeel van de twijfel wil geven: het resultaat is alles behalve fris en eigenzinnig. Het eerste probleem zit hem in het wel heel magere plot (...) Een tweede probleem is dat er geen greintje humor in zit. Als Jennifer in het ziekenhuis ligt en A-Ken haar komt opzoeken, krijgt hij het aan de stok met haar broer Marc, die de Chinese vechtkunst toevallig ook onder de knie heeft. Hij wil liever niet dat de 'onruststoker' met zijn zusje gaat. In dit genre betekent dat: vechten dus. Maar Marc heeft wel respect voor iemand die net zulke goede reflexen heeft als hij, dus zitten ze na het akkefietje met zijn tweeën naast haar ziekbed. Komisch, maar wel volstrekt onbedoeld. Een beetje zelfspot had wonderen verricht. En wat zou het leuk zijn geweest om bekende Nederlanders eens aan de kung fu te zien. Maar we zien en horen voornamelijk Chinezen, wat deze 'eerste Nederlandse martial arts-film' wel erg onhollands maakt. Het is nu wachten tot er iemand opstaat die deze slogan hopelijk wel waarmaakt, want Fighting Fish is een gemiste kans." Bioscoop top 20 noteringen: 16. De film werd na twee weken uit de bioscopen gehaald vanwege tegenvallende bezoekersaantallen. Volgens distributeur UIP was er te veel concurrentie van andere films zoals 'Feestje!' en 'School of rock' en was er daarom geen ruimte voor kleinere producties. De martial arts-film wist in het totaal rond de 6600 mensen naar de bioscoop te lokken. Officiële website: www.fightingfish.nl.
Première: 29 januari 2004 (25 bioscoopzalen) 6.720 bezoekers
K-85 minuten

FLORIS
Ook: FLORIS, SON OF THE KNIGHT
Jean van de Velde

Met: Michiel Huisman (Floris), Birgit Schuurman (Pi), Victor Löw (Floris' vader), Loes Wouterson (Floris' moeder), Henk Poort (Sergeant sr.), Kees Boot (Sergeant jr.), Linda van Dijck (hertogin van Gelre), Daan Schuurmans (Van Rossum jr.), Yannick van de Velde (Hertog van Bourgondië), Tara Elders, Tom Jansen (Grote Pier), Frank Nendels (Bediende), Henk Poort (Sergeant sr.), Bastiaan Ragas, Camilla Siegertsz (Kleine Pier), Bob van Tol (Van Rossum sr.), Loes Wouterson (Jacoba), Rutger Hauer (Floris van Rozemond op archiefbeelden), Jos Bergman (Sindala op archiefbeelden)

Scenario: Gerard Soeteman, ook verantwoordelijk voor het scenario van de televisieserie uit 1969. Floris jr. wil zijn vader bewijzen dat ook hij een held kan zijn door ervoor te zorgen dat het heilige relikwie met wonderlijke krachten nooit in de verkeerde handen terecht zal komen. Samen met Pi neemt Floris jr. het op tegen de Hertogin van Gelre, Van Rossum jr., Kleine Pier en Sergeant jr.Producent: Sabine Brian, Alain de Levita, Johan Nijenhuis. Camera: Jules van den Steenhoven. Muziek: John Ewbank. Montage: Herman P. Koerts. Production design: Vincent de Pater. Stunts: Marco Maas, Willem de Beukelaer. Specialeffects: Harry Wiesenhaan. Casting: Job Gosschalk. Aanvankelijk zou Johan Nijenhuisde regie doen, maar die gaf de voorkeur aan het maken van een nieuwe soap voor de Publieke Omroep. De namen van Anthonie Kamerling en Daan Schuurmans deden voor de pr even de ronde als mogelijke opvolgers van Rutger Hauer. De namen van de hoofdrolspeler waar Jean van de Velde als eerste aan dacht waren Cas Jansen, Michiel Huisman, Barry Atsma, Johnny de Mol, Bastiaan Ragas en Mattijn Hartemink. Op het lijstje van Job Gosschalk stonden onder meer nog Sander Foppele, Winston Post en Matijs Jansen. In juni 2003 werd bepaald dat Michiel Huisman de hoofdrol kreeg. Huisman won het uiteindelijk van acteurs Waldemar Torenstra (Ja zuster nee zuster) en Johnny de Mol (Goede tijden slechte tijden, Oesters van Nam Kee). Michiel Huisman kreeg voor de film blonde hair-extensions. 'Michiel heeft exact de jeugdige bravoure die we zochten,' stelde producent Johan Nijenhuis. Birgit kreeg de hoofdrol van Pi omdat ze simpelweg als beste uit de test kwam. En dat was geen gemakkelijke opgave: ze had concurrentie van iedere Nederlandse actrice tussen de 20 en de 30 die een ietwat exotisch uiterlijk heeft. Van de oude cast komt niemand in de filmversie voor. Rutger Hauer bedankte voor de eer, stelde te veel eisen ('alleen Westfriese paarden', aldus de regisseur), uitte bezwaren tegen het script en zag geen uitdaging in zijn rol. Rutger Hauer weigerde zijn medewerking aan de film, naar verluidt omdat anders zijn reputatie als Hollywoodster geschaad zou worden. Daardoor moest het script herschreven worden en verdwenen ook de rollen van Diana Dobbelman en Hans Boskamp. Acteur Victor Löw kreeg daarop de rol van Floris' vader. Wie wél meewerkt, is Willem de Beukelaer, zoon van de legendarische Hammie de Beukelaer, die in de tv-serie de stunts coördineerde. Ondanks Rutger Hauers weigering is hij wel te zien in oude zwartwitbeelden, wanneer Floris' zoon (Victor Löw) over de heldendaden van zijn vader vertelt. In de flashbackscène is ook Floris' trouwe maatje Sindala even te zien. Ook maakt Paul Verhoeven zijn opwachting, maar je moet heel goed opletten om hem te zien. Budget: 5 miljoen euro. Opgenomen o.a. in Haarzuilens (Kasteel De Haar). De buitenopnames van de film liepen in augustus 2003 vertraging op, omdat Staatsbosbeheer vanwege de droogte geen toestemming gaf om in het bos vuur te stoken en kanonnen af te vuren. Opgenomen in o.a. Almere (Pampushout). In de film zitten verwijzingen naar de moderne tijd. Zo wordt een voorstelling onderbroken door reclame en klagen gevangen over de ‘onaanvaardbaarheid’ van twee gevangenen in één cel. Muziek: John Ewbank.Jean van de Velde en Daan Schuurmans hadden een geheim verzonnen, wat Van Rossum reden gaf om Floris te haten. Stiekem is Van Rossum verliefd op Floris, maar in die tijd was dat niet mogelijk, dus wil hij hem doden. Jean van de Velde verandere de hertog van Gelre in een hertogin. Naar aanleiding van de testscreenings werd er flink gesneden in de openingsscène, omdat het publiek er te veel in bleef hangen. Van Ronald de Graaf verscheen het boek ‘De waarheid over Floris’ bij uitgeverij Van Wijnen. Officiële site: www.florisdefilm.nl. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 15 december 2004: "(...) Het verfrissende gebrek aan respect heeft een amusante film opgeleverd. Floris is een ironisch ridderavontuur, dat, vooruit, soms het Monty Python-gevoel oproept. (...) Van de Velde is een vakman, die je om een boodschap kunt sturen. Zijn personages worden gedreven door een verlangen naar harmonie. Ze zoeken de liefde, niet de haat. In Floris is dit streven voelbaarder dan ooit. Van de Velde wil dan ook het levensgevoel van 'Amsterdam in de jaren zestig' oproepen. (...) Veel grappen komen voort uit bewust gehanteerd anachronisme, zoals het geven van kerstpakketten aan haar personeel door de hertogin van Gelre. Ook geestig is het uitschelden door Floris jr. van zijn grootvader voor Floris molenaar. De verwijzing naar de jaren zestig, toen de rechter Vietnamdemonstranten verbood om de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson voor moordenaar uit te schelden, zal velen ontgaan, maar is er niet minder leuk om. Ook het moderne taalgebruik (''Dag lieverd'') werkt in de middeleeuwse context op de lachspieren. (...)" Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 15 december 2004: "(...) Van de Veldes Floris is een derdegeneratie Floris, iemand die niet wil vechten maar toneelspelen. Als zijn vertoornde vader (Victor Löw) na een van die theateruitvoeringen met lede ogen toeziet hoe zijn zoon niet de held, maar de maagd heeft gespeeld en uit zijn kostuum een voorloper van de siliconenborst haalt, besluit hij hem voortaan Titus te noemen. En even is de afstand tussen 1969 en nu, tussen provocateur Verhoeven en harmonisateur Van de Velde geslecht. Even is de film helemaal Verhoeven en dat is, samen met het feit dat Van de Velde verder onnadrukkelijk, maar standvastig zijn best doet om niet te veel Verhoeven te zijn, een mooi compliment. (...) Met Pi is meteen de grootste troef genoemd van Floris. Als de Nederlandse filmindustrie écht zoals die in Amerika was, dan werd er meteen een spin-off gerealiseerd die helemaal rondom het door zangeres Birgit Schuurman gepersonifieerde meisje draaide. Pi is grappig, slim, elegant en een redder in nood, met jurken die zich moeiteloos in een parachute laten omtoveren. Het is niet altijd een goed teken als de bijfiguren de aandacht afleiden van de held, ook nu niet. Floris is geestig, kleurrijk en speels, maar de plot wordt bijeengehouden door duizenden van die geestig-kleurrijk-speelse invallen, waardoor je aandacht van het een naar het ander fladdert. En een beetje sloom vlindert bovendien. Er had wel wat meer tempo in gemogen hier en daar. Waar Verhoeven zich, typerend, verlustigde in de banale en wrede verhoudingen tussen mensen, concentreert Van de Velde zich op een van zijn eigen preoccupaties met de thematiek van vaders en zonen (of dochters), maar zonder daar ook weer echt aan te durven toegeven. Hij kleedde Floris in flower power-achtige uitdossingen en wilde er vooral een vrolijke film van maken. Toch kan in me voorstellen dat Van de Velde net iets meer wilde met Floris dan alleen maar het afleveren van vrijdagavondfamilievermaak dat op zaterdagochtend een licht zoete nasmaak achterlaat en verder niets. Al moet gezegd dat dat op zich al verdienstelijk genoeg is en dat Floris op punten wint van de andere Nederlandse familiefilms die deze wintermaanden in rap tempo zijn uitgekomen, van Erik tot Pluk." Gudo Tienhooven in Biosmail van 16 december 2004: "(...) godzijdank geregisseerd door Jean van de Velde, de enige Hollandse cineast die zijn films nog van een internationale uitstraling voorziet. (...) Kneuterige kwajongensstreken vinden plaats aan de lopende band: boeven worden vastgebonden aan de wieken van een molen en bij het vechten wordt met kazen gesmeten. Om het een kindje van deze tijd te maken werden nog wat grappen over wietplantjes toegevoegd. Werkelijk een verademing is echter de afwezigheid van al te brave en oubollige ‘oneliners’, waar Nederlandse films doorgaans om bekend staan. De uitdrukkingen beperken zich niet tot 'snotverdorie' of 'potjandikkeme'; een kleinigheidje, maar het levert de film een extra punt op. Ook de kleding, het camerawerk en de muziek zijn dik in orde. Voor Hollywood zijn die elementen vanzelfsprekend, voor een Hollands product mag het een uitzondering worden genoemd dat er zo 'groot' is uitgepakt. Het is de verdienste van Van de Velde, die weet hoe hij een familiefilm als deze de juiste allure moet geven." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 16 december 2004: "(...) een ellenlange parade van anachronistische oubolligheden. Floris speelt in een voorstelling die Goede wind, slechte wind heet. Als hij een wit paard steelt, legt hij Pi ‘het witte paarden-plan' uit. De doelstelling om ouders én hun kroost te bedienen, levert een product op dat geen van beide doelgroepen echt zal plezieren. De grappen gaan over de hoofden van de kleinsten, of ze zijn te kinderachtig voor volwassenen.In een gevecht met een groep sexy stoeipoezen in leren pakjes vindt Floris de pepperspray uit: met een blaasbalg blaast hij peper in hun ogen. Zo wordt gepoogd zowel papa als het kind te bedienen. Het resultaat is geestig noch spannend. De mondiale kaskrakers Starsky & Hutch en Charlie's Angels waren geen meesterwerken. Die films lieten wel zien dat ze in Hollywood de kunst verstaan verschillende generaties te plezieren. In ons gesubsidieerde filmklimaat gelden - zo blijkt maar weer eens - andere wetten." Mike Peek in 'NL20' van 15 december 2004: "(...) in een poging het hele gezin aan te spreken zijn er een aantal grappen in verwerkt die vooral volwassenen moeten vermaken. (...) de illusie van een middeleeuwse setting gaat erdoor verloren. Het verraadt ook de onzekerheid bij de makers, die blijkbaar niet helemaal overtuigd waren van de kwaliteiten van het verhaal. Daar tegenover staat dan weer het goede acteerwerk over de hele linie. Het is net genoeg voor een voorzichtige aanbeveling." Brigitte van Meurs in 'On stage' van 16 december 2004: "(...) Floris heeft een scherp scenario met geestige knipogen naar Nederlandse clichés en historische momenten. Er is een prachtige actiescène in een molen waar kaas gemaakt wordt, er wordt geschaatst in Friesland, er is een enorm hennepveld ("Roken? Dat gaan ze hier nooit doen. Wij roken alleen paling!"). Er zijn talloze anachronismen, van een Marilyn Monroe-look alike die een verjaardagsliedje voor de hertogin van Gelre (Linda van Dyck) zingt, tot een wittepaardenplan. De actiescènes zitten goed in elkaar, het avontuur biedt voldoende spanning. Floris is een geslaagde familiefilm, die uitsteekt boven al die andere Nederlandse films die dit jaar in december te zien zijn." Mark van den Tempel in ‘PreView’ december 2004/januari 2005: “(…) Floris is gewoon een bijzonder leuke en inventieve jeugdfilm geworden. De casting van Michiel Huisman bleek de enige juiste, terwijl Birgit praktisch elke scène steelt waarin ze zit. (…)” Kijkwijzer: 6. Gouden Film.
Première: 16 december 2004 (98 bioscopen) 145.732 bezoekers
K-100 minuten

GAY
Tom Six

Met: Hugo Metsers III (Max), Joris van de Sande (Pascal), Nienke Brinkhuis (Snoes), Dean Reinick (Guy), Adriaan Adriaansen (Nol), Casper van Bohemen (Ken), Josefine van Asdonk (Stefanie), Serge-Henri Valcke (dierenarts), Nada van Nie (juryvoorzitter), Hummie van de Tonnekreek (journaliste), Kelly (lesbienne), Wouter Zweers (Roderick), René Vervoorn, Edgar Wurfbain, Vivienne van den Assem, Tom Sebastian, Nada van Nie (voorzitster bij auditie), Winston Gerschtanowitz, Edwin Smulders (paparazzo fotograaf)

Scenario: Tom Six. GAY is een tragikomedie over het leven van het homostel Pascal en Max. Pascal is een arrogante soapacteur die het wil gaan maken in Hollywood en Max is een succesvolle, narcistische televisieproducent. Max en Pascal leiden een decadent leven en maken samen met vriendin Snoes het hippe Amsterdamse nachtleven onveilig. Als Max een nieuw TV-format bedenkt waarin hij een zwerver van de straat plukt om hem weer terug in de maatschappij te laten keren, gaat het mis. Noodgedwongen moet de zwerver een aantal dagen in hun sjieke appartement doorbrengen. Als Max dan ook nog eens een affaire begint met een Amerikaanse fotograaf loopt hun relatie op de klippen. Snoes is aanwezig op elke feestje en moedert een beetje over Max en Pascal. Snoes heeft heel wat te troosten, maar daar is ze dan ook een 'handtasje' voor [nichtenterm voor homovriendin]. Producent: Ilona Six. Camera: Goof de Koning. Montage: Marc Mookhoek. Geluid: Jaap Wajer. Opgenomen in Amsterdam. Een project van Tom Six en zijn zus Ilona. Nada van Nie zou de hoofdrol spelen, maar zij had het te druk met het opnemen van haar serie over voetbalvrouwen. Opgenomen in o.a. de Amsterdamse homo-uitgaansgelegenheden Mr. B., de April, de Soho en de Exit en in Rotterdam (Wilhelminaplein). Hetero Tom Six heeft een gay vriend en wilde een onderwerp waar veel mensen op afkomen. Hij ondervroeg vele homostellen om te weten te komen welke elementen beslist buiten de film gehouden moesten worden: aids en coming-out, onderwerpen die homoseksualiteit voortdurend in verband brengen met kommer en kwel. De film moest juist positief van karakter zijn, midden in de homowereld staan en scènes met homoseks niet schuwen. Homobars als Exit, April en Soho waren bereid de film te sponsoren. Bovendien vond zus Ilona bedrijven die fondsen beschikbaar stelden in ruil voor product placement (waaronder Silhoutte brillen). Ten slotte sprongen particulieren bij die graag mee-investeerden maar vanwege het voor velen nog steeds gevoelige onderwerp hun naam niet aan de film wilden verbinden. Een gay film zónder CV-constructie en toch niet lowbudget. Distributeur: RCV Entertainment. Tom maakt met GAY zijn debuut als speelfilmregisseur. Na zijn studie aan de filmacademie van New York begon hij als regisseur bij de televisie. Zo was hij onder andere eindregisseur van Big Brother en heeft hij dit format ook internationaal regietechnisch opgezet in landen als Amerika, Zuid-Afrika, Noorwegen, Denemarken en Duitsland. Eerste Nederlandse bioscoopfilm die is opgenomen op high definition (HD) in plaats van op film. Dat claimt producent Six Entertainment, die voor de realisatie van de film United Broadcast Facilities (UBF) koos als partner. Eerste Nederlandse homofilm sinds LIEVE JONGENS uit 1980 waarin Hugo Metsers sr. een hoofdrol speelde. Leo Bankersen in ‘Het Parool’ van 3 november 2004: “(…) De karikaturale overdrijving is ongetwijfeld opzet, maar dat neemt niet weg dat Gay doet denken aan een povere aflevering uit een middelmatige soapfabriek. (…) omslachtige opzetjes (…) hopeloze clichés (…) routineuze camerawerk (schudden als het heftig wordt). Zie de quasi-brutale grappen die maar niet leuk willen worden. Hieraan mankeert meer dan alleen maar timing. De belichting komt nog het beste uit de verf.” Eveline Walter in 'Biosmail' van 4 november 2004: "(...) Tom Six rekent met deze film op een hit, simpelweg omdat de (mannelijke) gayscene nog niet eerder een voor hen herkenbare film voorgeschoteld had gekregen. De vraag is of zij hier wel op zit te wachten. En zijn de personages wel zo identificeerbaar? Vooral Pascal is een ontzettende karikatuur: zeer overdreven emotioneel (hysterisch), extreem vrouwelijk en ook nog eens een mooie travestiet. O ja, en met een chihuahua die Cher heet. En struinen alle homoseksuelen feestjes af tot ze er bij neer vallen? Begrijpelijk dat Six de meest extravagante (en boeiende?) kant van de scene wilde laten zien, inclusief een aantal weinig verhullende liefdesscènes. In die opzet is hij wel geslaagd. Misschien zijn deze dingen echter interessanter voor het nieuwsgierige grote publiek, dan voor de doelgroep die hij voor ogen had." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 4 november 2004: "(...) maakt het iets uit of een film over homo's of over heteroseksuelen gaat? Debuterend regisseur en scenarioschrijver Tom Six vindt van wel. Hij toont homo's als mensen die hipper en geiler zijn dan hetero's. In Gay hebben homoseksuelen ook hun eigen, nuffige taal. Als ze het stopwoordje ‘hopeloos!' uitgillen, lijken ze nog het meest op een stel verveelde hockeymeiden. (...) Te midden van champagnefeesten en cocktailparty's voert hij ook enkele hetero's op waarmee het niet zo goed gaat; huisvriendin Snoes - een type dat gretig vertelt over het kaalscheren van haar ‘doos' - zoekt naarstig naar de ware. De alcoholist en zwerver Nol, die de hoofdrol speelt in een nieuw tv-programma van Max, dient voor een relativerende noot te zorgen. Zo duikt Nol, door het homostel in huis genomen, lurkend aan een pijpje bier op terwijl Pascal zich net laat verwennen door een kelner uit de trendy homokroeg. Een grote optimist zou Gay een portret van de huidige welvaartsmaatschappij kunnen noemen, waar veel mensen alles denken te hebben zonder gelukkig te zijn. Alleen: zo'n kwalificatie is te chique voor deze doelgroepfilm, die hoofdzakelijk steunt op platitudes, clichés en stroeve erotiek. Ook wordt er houterig en vlak geacteerd - er is geen personage dat langer dan tien seconden boeit. Het aardigst dat te melden valt, betreft de eigenzinnige wijze waarop de film tot stand kwam. Six Entertainment, het bedrijf van Six en zijn zus Ilona, trok het project zonder hulp van de geijkte subsidiënten van de grond. Probleem is meteen weer wel dat sommige bedrijven hebben geëist dat hun merk opzichtig in beeld komt. Vooral LaPaay, de cosmeticalijn van zangeres Patricia Paay, heeft tijdens de onderhandelingen het onderste uit de kan gehaald." Marissa Jalink in NL20 van 3 november 2004: “De leukste vondst aan Gay is de filmposter. Twee paar voetjes die niet, als in het filmkeuringslogo voor seks, tegenover elkaar staan maar achter elkaar. Deze originele vondst oogt veelbelovend en misschien zelfs wel een beetje stout. Maar helaas, schijn bedriegt. Gay is niet stout. Gay is vervelend. (…) vlakke karakters, flauwe stereotypen (…) Hugo Metsers en Joris van de Sande doen hun best nog iets te maken van hun rol (…) Maar het flinterdunne script en de overdosis talentloze bijrolacteurs maakt het praktisch onmogelijk in hun wereld te geloven. (…) Het is zeer de vraag of hij voor de doelgroep wél interessant is. Want jezelf identificeren met twee mannen die weinig meer zijn dan de verpersoonlijking van egocentrisme en arrogantie moet ook voor de doelgroep geen gemakkelijke opgave zijn.” Het Filmmuseum, de Balie en Filmhuis Cavia organiseerden van 10 tot 19 december 2004 de achtste editie van de Roze Filmdagen, een festival voor homo's. Gay draaide niet tijdens de Roze Filmdagen. ,,Hij is tenslotte net groots in première gegaan. Daarnaast lijkt het me niet echt een goed idee om een film met zulke slechte kritieken te programmeren.'', aldus mede-organisator Werner Borkes.
Première: 4 november 2004 (10 bioscoopzalen; kijkwijzer 16) 1.401 bezoekers
K-100 minuten

IN ORANJE
Joram Lürsen

met: Yannick van de Velde (Remco van Leeuwen),Thomas Acda (Erik van Leeuwen), Wendy van Dijk (Sylvia van Leeuwen), Peter Blok (Arend te Pas), Dionicho Muskiet (Winston Mijnals), Maaike Polder (Anneke), Sterre Herstel (Suzan van Leeuwen), Porgy Franssen, Ton Kas, Pim Muda, Bas Keijzer, Chris Comvalius, Lucretia van der Vloot, Dennis Rudge, Pepijn Gunneweg, Truus Dekker, Erik van Muiswinkel, Diederik Ebbinge, René Lobo, Joy Wielkens, Cas Enklaar, Aad Bloem, Benido Gerling, Coen Hulleman, Amilcar dos Santos, Jeroen Beker, Wesley de Smet, Johan Gabriëls, Johan de Goederen, René Hof, Jilles van den Doel, Bas Peijs

Remco is 12 jaar. Hij is een getalenteerd en fanatiek voetballertje met maar één droom: te mogen spelen in het Nederlands Elftal. Zelfs de tekst van het Wilhelmus kent hij al uit zijn hoofd. Zijn vader Erik is minstens net zo fanatiek in het coachen van Remco. Hij weet altijd alles beter en heeft altijd overal commentaar op. Remco’s moeder Sylvia is altijd lief en zorgt ervoor dat haar ‘mannen’ en dochtertje Suzan niks te kort komen. Als zijn vader plotseling sterft, stort Remco’s wereld in. Hij heeft zelfs geen zin meer om te voetballen. Zijn Surinaamse voetbalvriendje Winston vraagt zijn oma om hulp. Zij weet namelijk een manier om in contact te komen met Remco’s overleden vader. Dan raakt Remco geblesseerd. Van de dokter mag hij nooit meer voetballen, omdat zijn enkelbanden heel erg zijn opgerekt. Samen met zijn vriendinnetje Anneke verzint hij een plannetje om toch mee te doen aan de selectiewedstrijd. Zal het hem lukken zijn droom te verwezenlijken? Scenario: Frank Ketelaar. Producenten: Jeroen Beker, Frans van Gestel (Motel Films), San Fu Maltha (Fu Works). Co producent: Teun Hilte (Clockwork Pictures). Omroep: AVRO. Uitvoerend producent: Judy Maat. Camera: Remco Bakker. Productie: Han van der Werff, Ed Keij. Regie assistent: Richt Martens. First assistant: Wouter Severijn. Second assistant: René Jonkers. Film editing: Peter Alderliesten. De soundtrack van In Oranje is geschreven door Fons Merkies en uitgevoerd door het voltallige Metropole Orkest. De titelsong Vandaag Ben Ik Gaan Lopen is speciaal voor de film geschreven en uitgevoerd door Acda & De Munnik. Andere nummers in de film zijn De Vlinder van de DVD Zien van Marco Borsato, slotnummer Ik Kan Het Niet Alleen van De Dijk en natuurlijk het Wilhelmus. Voor het musicalscènes uit de film zijn o.a. nummers gebruikt van C.Coleman (Big Spender), Cole Porter (True Love) en Emmylou Harris (Mr. Sandman). Wendy van Dijk zong de musicalscènes zelf in. Opgenomen in o.a. Eindhoven (voetbalstadion) en Amsterdam (Olympisch Stadion). Vooral opgenomen in Den Haag om te voorkomen dat het een Ajax of Feyenoordfilm zou worden. Eerst was Puskas de held van de film, maar toen die nog bleek te leven, werd voor Garrincha gekozen. De financiering van de film kwam pas in juli 2003 rond toen Nederland zich gekwalificeerd had voor het Europees Kampioenschap 2004. Budget: 2,5 miljoen euro. De voetbalscènes werden met drie camera's gedraaid en zijn gebaseerd op werkelijk gespeelde wedstrijden, waaronder uit het WK 1974. In de voetbalhemel spelen de Nederlandse voetballers Abe Lenstra, Nico Rijnders, Dick van Dijk, Theo Laseroms en de Braziliaan Garrincha in een team. Het andere team bestaat uit acht bij een vliegtuigongeluk op 6 februari 1958 omgekomen spelers van Manchester United. De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) en zijn sponsors ondersteunden de speelfilm IN ORANJE ondersteunt. Het verhaal sprak de KNVB zo aan dat zij op verschillende manieren in de film participeren. De sponsors van de KNVB ondersteunden de film financieel en de KNVB adviseerde de producenten bij voetbalgerelateerde scènes. Ook wordt er in de film gebruik gemaakt van echte Nike oranjeshirts en ballen. Ook met overduidelijke steun van McDonald's en Tiscali. Yannick is de zoon van regisseur Jean van de Velde. Film uit het Telescoopproject, een samenwerkingsverband tussen het Ministerie van OcenW, het Nederlands Fonds voor de Film, CoBo, NOS en de publieke omroep. De AVRO is coproducent van IN ORANJE. Naar aanleiding van de testscreenings werd de vader van de hoofdrolspeler iets nadrukkelijker, omdat de jonge kijkertjes anders bepaalde dingen niet zouden begrijpen. Trefwoorden: voetbal, Oranje, Winti. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 28 april 2004: "(…) In Oranje is een klassieke sportfilm: wie wat wil bereiken, moet tegenslagen overwinnen. (…) In Oranje is een familiefilm over rouwverwerking. Het klinkt zwaarder dan het is, want de makers verliezen nooit de balans tussen ernst en vrolijkheid uit het oog. Het resultaat is een soepele, geoliede film, waarin alle radertjes in elkaar grijpen. Toch mist de film iets. Doordat de makers alle doelgroepen wilden bedienen, ontbreekt het In Oranje aan karakter. Als allemansvriend wringt de film, die weinig ontroering oproept, zich in rare bochten. Kent u voetbaljochies die idolaat zijn van de Braziliaanse voetballer Garrincha, die in 1958 en 1962 Brazilië de wereldtitel bezorgde? En die in de voetbalhemel graag een balle-tje trappen met Bobby Moore, Nico Rijnders en Lev Yassin? Waren de makers bang dat het publiek kost als Remco fan zou zijn van Rafael van der Vaart of Robin van Persie? Of moeten de idolen uit een ver verleden ouderen naar de bioscoop lokken? In Oranje heeft flair, maar bezit een kunsthart." A.V.R. in 'Algemeen Dagblad' van 29 april 2004: "Enig puntje van kritiek: veel bijfiguren - de dokter, het vriendje, de voetbaltrainer - komen maar moeilijk tot leven." Rik Herder in 'de Filmkrant' van mei 2004: "(…) Alleen Wendy van Dijk als moeder acteert zwak - het enige minpuntje van de film. Dat dit geen klap uitmaakt voor het kijkplezier én -verdriet, zegt alles over de kwaliteit van het liefdevolle werk van Lürsen en Ketelaar." Ondanks de goede recensies steeg de film in de tweede (eerste volle) speelweek slechts van 15 naar 3. Half mei 2004 werd de 100.000ste bezoeker geteld: goed voor een Gouden Film. The Special Mention of the Children's Jury op het Kinderfilmfest van Hamburg. Op het Tallinn Black Nights Film Festival in Estland verkoos de kinderjury In Oranje als Best Children's Film. Op het 17e Europees Jeugdfilmfestival Vlaanderen in februari 2005 bekroond met de KETNET Kinderjury Prijs van Antwerpen en de Kinderjuryprijs van Brugge. In maart 2005 kreeg Yannick van de Velde een nominatie voor de Young Artist Award, de Oscar voor jonge acteurs en die verzilverde hij in mei. De Young Artist Award is een Oscar voor jonge acteurs. Het is voor het eerst dat een Nederlandse acteur de prijs won. Behalve Van de Velde werd ook de film zelf bekroond als beste buitenlandse jeugdfilm. The Ludi Award (Publieksprijs) op het Kristiansand International Children's Film Festival in Noorwegen (mei 2005). Prijs voor beste drama op het Kinder Film Festival Japan in augustus 2005. De jury bestond geheel uit kinderen, gekozen uit het festivalpubliek. Op de 23e editie van het filmfestival Carrousel International du Film de Rimouski (oktober 2005) in Quebec werd Yannick van de Velde uitgeroepen tot Beste Acteur. Dit kinderfilmfestival, waarbij de jury uit kinderen tussen 13 en 16 jaar uit verschillende landen is samengesteld, nomineerde tevens Wendy van Dijk en Thomas Acda. Scenarist Frank Ketelaar won in oktober 2005 op het kinderfestival in Teheran de Golden Butterfly voor beste scenario. Naast een Belgische kwam er ook een Duitse remake van de Nederlandse film. Het scenario verscheen in boekvorm.
Première: 28 april 2004 (110 bioscoopzalen) 191.890 bezoekers
K-90 minuten

IT'S ALL ABOUT LOVE
Thomas Vinterberg

met: Joaquin Phoenix (John), Claire Danes (Elena), Sean Penn (Marciello), Douglas Henshall (Michael), Alun Armstrong (David), Margo Martindale (Betsy), Mark Strong (Arthur), Geoffrey Hutchings (Mr. Morrison), Sean-Michael Smith (Pete), Abou-Bakre Aalam, Håkan Andersson, Meaza Beyene Muhaxhiri, Margaretha Björklund,Frankie Boakye, James Cagnard, Anne Carlhem, Harry Ditson, Matthew Fader, Wieslaw Figazc, James Franklin, Tim Greenlee, Ia Gustafsson, Teddy Kempner, Ronald Khuse, Thomas Bo Larsen, Mikael Lindeman, Kevin McIntyre, Patricia Page, Maala Pettersson, Sandra Reid, Darrell Scott, Ines Sebalj, Erich Silva, Michael Simpson, Michael Sommerville, Trine Stårup, Gunnel Stenberg, Ronny Stenberg, Luis Thomas Jr., Nick Wolf, Curt Ydstål

Deens-Zweeds-Nederlandse co-productie. Scenario: Thomas Vinterberg, Mogens Rukov. Het jaar 2021. Een tijd waarin mensen op straat sterven van eenzaamheid, het in juli sneeuwt en in Oeganda de zwaartekracht wegvalt. Op weg vanuit Polen naar zijn nieuwe woonplaats in Canada arriveert John (Joaquin Phoenix) in New York om de scheiding te regelen met zijn vrouw Elena (Claire Danes). Ze zijn jong getrouwd en inmiddels uit elkaar gegroeid. Hij heeft gekozen voor een academische carrière, terwijl zij inmiddels een wereldberoemde kunstschaatster is. Ze hebben elkaar anderhalf jaar niet meer gezien. John komt erachter dat zijn vrouw in levensgevaar is. Camera: Anthony Dod Mantle. Op 23 april 2001 startten de opnamen in Kopenhagen. Naast Kopenhagen werd ook opgenomen in o.a. Zweden en New York. Coproductie van Nimbus Film (Denemarken), Memfis Film (Zweden) en Isabella Films (Nederland). Hoofdprocucent: Brigitte Hald. Co-producenten: Lars Jönsson, Els Vandevorst, Thomas Eskilsson. Montage: Valddis Óskarsdóttir. Muziek: Nikolaj Egelund, Zbigniew Preisner. Production design: Ben van Os. Costume design: René van den Berg. De Nederlandse financiering is afkomstig van het Nederlands Fonds voor de Film, VPRO Televisie en het CoBo Fonds. In Nederland zou de film worden uitgebracht door RCV Entertainment, maar die vond hem bij nader inzien niet zo passen tussen de rest van haar aanbod. Daarop werd de opvolger van FESTEN uitgebracht door distributeur Isabella Films. De Nederlandse première was op zondagavond 28 september 2003 om 19.30 uur in Rembrandt 1 te Utrecht. Persreacties: Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 7 januari 2004: "It's All About Love, de nieuwe film van de Deen Thomas Vinterberg, is een inmiddels internationaal erkende mislukking door de internationaal erkende succesregisseur van Festen. De opvolger van die filmhuishit van 1997 is geweigerd voor het filmfestival van Cannes en in thuisland Denemarken trok hij krap 50.000 bezoekers (Festen 350.000). (...) het gaat mis zodra de hoofdrolspelers op elkaar moeten inwerken. (...) It's All About Love is niet zomaar mislukt, maar is werkelijk ten onder gegaan aan zijn eigen pretenties en het symbool ervan is Sean Penn, de lievelings-Amerikaan voor Europeanen, die letterlijk in permanente staat van onthechtheid als filmbroer van Phoenix de ene na de andere holle frase uitspreekt. Soms worden zijn woorden als voice-over gebruikt, alsof Vinterberg koste wat kost afscheid wilde nemen van zijn faam als Dogme-regisseur.(...)"
Première: 8 januari 2004 (3 bioscoopzalen: Cinecenter, Amsterdam; Lumen, Delft; Springhaver, Utrecht)
K-104 minuten

K3 EN HET MAGISCHE MEDAILLON
Indra Siera

Met: Karen Damen, Kathleen Aerts, Kristel Verbeke, Paul de Leeuw (De Geest), Eddy Vereycken (Rode Tijger), Daisy Ip (Zwarte Panter), Peter Rouffaer (Gazpacho), Angele De Backer (La Mama), Nicolas Vander Biest (Halewijn Van Helewout)

In K3 EN HET MAGISCHE MEDAILLON gaan de meisjes van K3 aan de slag in hun droomhuis. Wat ze niet weten, is dat er ergens in het huis een waardevol medaillon verstopt zit. In dat medaillon zit een geest (Paul de Leeuw) verscholen die al je wensen in vervulling kan laten gaan. Alleen Gazpacho, een gevaarlijke superboef, weet van het bestaan van het medaillon af en van de toverkracht die erin verborgen zit. Hij zal dan ook niet rusten voordat hij het medaillon in zijn bezit heeft. Kunnen Kristel, Kathleen en Karen daar een stokje voor steken? Eerste film van Karen, Kristel en Kathleen. Na 5 jaar muziek en shows zetten de drie Belgische zangeres de stap naar het witte doek. Scenario: Hans Bourlon, Danny Verbiest, Gert Verhulst. Camera: Jan Mestdagh. Producenten: Trees De Bruyne, Herta Luyten, Michel Verlinden. In de film speelt het stripverhaal 'Mega Macy' een belangrijke rol. De film bevat ook scènes in stripvorm. Leo Bankersen in 'Het Parool' van 29 september 2004: "(...) Eerlijk gezegd lijkt K3 en het magische medaillon meer op een opgeklopte tv-show met onschuldige, een beetje oubollige (bestaat het woord 'knalfuif' nog?) grappenmakerij en simpele special effects met dansende verfkwasten en luchtscooters. (...) beginnen Kathleen, Karen en Kristel ook niet een beetje te oud te worden om kinderen te imiteren? Jammer ook dat er geen musical van is gemaakt. Dat de meisjes niet zingen is ongetwijfeld een tegenvaller voor de jeugdige fans. Niettemin lijkt succes gegarandeerd. (...)" Willem Schouten in SP!TS op donderdag 30 september 2004: "(...) Wanneer was het de laatste keer dat Paul de Leeuw het gezicht liet zien dat hem zo geliefd maakte met uitzinnige creaties als Bob en Annie de Rooij? Te lang geleden, mag de conclusie zijn bij het bekijken van K3 en het Magische Medaillon. Want als de hyperactieve geest uit de fles steelt de cabaretier en programmamaker er achteloos de show. (...) Verrassend is Het Magische Medaillon nergens, alles gaat volgens het boekje dat Bassie en Adriaan schreven en Pipo de Clown eerder dit jaar overdeed. (...) Echt spannend durft regisseur Indra Siera het avontuur nooit te laten worden. Verder dan wat olijke achtervolgingen en overgooien met het omstreden medaillon komt de film niet. Maar de stijl is wel sprankelend. In tussenshots veranderen de hoofdrolspelers regelmatig in stripfiguren en de manier waarop manische geest De Leeuw door het beeld dendert zorgt voor veel dynamiek en humor. De meiden zelf zijn goed op elkaar ingespeeld. Kathleen laat zich door de oenige verhaaltjes van de boeven steeds misleiden, waarna haar vriendinnen de situatie moeten redden. Ook is het leuk dat de dames hun voorraad wensen vooral opmaken aan kneuterige, egoïstische wensen. Denk aan meer dan jezelf is de boodschap, en dat is er natuurlijk een van alle tijden." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van 30 september 2004: "(...) In K3 en het magische medaillon blijft, anders dan in ‘cash-in movies' als Dutch Treat (met de Dolly Dots) en het Spice Girls-vehikel Spice World: The Movie, de ijzersterke formule van K3 overeind. Sterker: de film zou zomaar ook oudere meisjes kunnen aanspreken dan de kleuters die alle liedjes uit hun hoofd kennen. Karen, Kathleen en Kristel zijn vrolijk, ze zingen, en ze halen stunts uit in honderdeneen verschillende setjes in de kleuren roze, blauw en geel - in sommige scènes hebben ze drie keer andere kleren aan zonder dat daar verder een reden voor is. In een dik uur - een ideale lengte voor kinderen én voor hun ouders - leren de meisjes dat hebzucht niet goed is. De boeven, die jacht maakten op het sieraad om de wereldheerschappij te veroveren, verdwijnen achter de tralies, en dan is het feest. ‘En we zingen en we lachen en we maken veel plezier', kraait K3. Dat zal ongetwijfeld de nieuwe hit worden." Michel Ferreira in 'Biosmail.nl' van 30 september 2004: "(...) Een bonte stoet van vrolijke kleuren en karikaturen vliegen voorbij. En de nieuwe liedjes van K3 zijn snoeihard te beluisteren zodat de ware boodschap – koop de cd's!! – goed overkomt. Het meest positieve dat over dit product gemeld kan worden is dat de makers de speellengte met één uur vrij kort wisten te houden. Een slimme zet want de aandachtspanne van de fans en de irritatiegrenzen van anderen worden hierdoor niet te lang op de proef gesteld." Genre: Familie. K3 en Het Magische Medaillon was in 2004 het grootste kassucces in Vlaanderen: goed voor 113.000 verkochte tickets. Site: www.k3defilm.nl.
Première: 29 september 2004 (116 bioscoopzalen) 344.188 bezoekers
K-65 minuten

MADAME JEANETTE
Paula van der Oest

Met: Cheryl Ashruf (Bibi), Mike Libanon (Ted), Sophia Wezer (Zus), Manoushka Zeegelaar-Breeveld (Joy), Jettie Mathurin (madame Jeanette), Milan Zeegelaar (Clarissa), Jaya Bahadoessing (Shirley), Priscilla Knetemann, Wammie de Wijn (Henk de Jong), Mike Reus, Dennis de Getrouwe, Edwin Jonker, Ruben van der Meer, Horace Cohen

Scenario: Moniek Kramer, Paula van der Oest. Een speelfilm over eten, muziek en de liefde/een speelfilm in en over A'dam Zuidoost/een speelfilm met een Surinaams hart. Hindoestaanse en Islamitische Bibi en christelijk Creoolse Ted zijn gelukkig getrouwd en wonen met hun kinderen in de Bijlmer. Het gaat mis als marktkoopman Ted onschuldig in de gevangenis beland. Om niet aan de bedelstaf te raken, begint Bibi een cateringbedrijfje. Bibi ontpopt zich tot een succesvolle zakenvrouw, iets dat macho Ted niet kan waarderen. Een huwelijkscrisis is het gevolg. De film werd zomer 2003 in Amsterdam Zuidoost opgenomen met - voor het eerst sinds WAN PIPEL vijfentwintig jaar geleden - een volledige van oorsprong Surinaamse acteursbezetting. MADAME JEANETTE is een romantische komedie over het gezin van de Hindustaanse BIBI en de Creoolse TED en hun drie kinderen. De film ging op 3 april 2004 in première in Paramaribo op het IFFR/Backlot festival waar hij met groot succes werd ontvangen. Het scenario is geschreven door Moniek Kramer en de belangrijkste rollen werden vertolkt door Cheryl Asruf (debuut), Mike Libanon (tv-serie Spangen), Sophia Wezer (musical Copacabana), Manoushka Zeegelaar-Breeveld (Cosmic Romeo en Juliette, a Caribean Experience), en Jettie Mathurin als Madame Jeanette. De opnamen waren in de handen van Nederlandse technici zoals Theo Bierkens (camera), Harry Ammerlaan (art direction) en de filmmuziek werd gecomponeerd door Fons Merkies (De Tweeling). De film is een coproductie van Lowland Holding BV (René Seegers), NPS en ARTE (Fr/D). Geluid: Eddy de Cloe. Editor: Denise Janzée, Liesbeth Wieggers. Distributie: Homescreen. Aan de wieg van de film stond producent René Seegers. Slenterend over een Surinaamse markt in de Bijlmer zag hij een lichte komedie voor zich die Nederlanders en Surinamers zouden waarderen. In 2003 betwijfelden de distributeurs het succes van de film, omdat de doelgroep moeilijk te bereiken is. Daardoor kreeg de film geen bioscooproulement. Op 13, 14 en 15 juli 2004 vertoond in Activiteiten Centrum Ganzenhoef. De speciale filmvoorstellingen in Amsterdam Zuidoost zijn een initiatief van de Stichting ZO en Lowland Holding BV, mede mogelijk gemaakt door het Stadsdeel Zuidoost. Filmvertoning Madame Jeanette vond plaats in AC Ganzehoef, Geldershoofd 80 Amsterdam Zuidoost op dinsdag 13, woensdag 14 en donderdag 15 juli 2004 om 20.00 uur. De voorstellingen voor de drie dagen waren allen uitverkocht. Vrijdag werd een extra voorstelling ingelast. Vanaf donderdag 22 juli 2004 daarom ook te zien in Het Ketelhuis (Amsterdam). Jos van der Burg in 'Het Parool' van dinsdag 13 juli 2004: "(…)sympathiek etnisch sprookje dat als manco het scenario en de acteerprestaties heeft. Moniek Kramer blijft angstig binnen etnisch correcte lijntjes: elke Surinamer heeft een gouden hart, de enige boef is een blanke. De acteurs spelen wisselend. Mike Libananon blijft als Ted overeind, maar Cheryl Ashruf speelt Bibi met weinig overtuigingskracht. Wel overtuigend is de door cameraman Theo Bierkens goed getroffen warmbloedige sfeer. Hoezo is de Bijlmer een desolaat oord?" Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van donderdag 22 juli 2004: "(...) een lichte, zomerse komedie, waarin een vrolijk spel gespeeld wordt met etnische clichés. Surinamers zijn hardwerkende, blijmoedige mensen, die ondanks rampspoed dansend door de kamer gaan; de paar blanken in Madame Jeanette zijn amorele criminelen of hoerenlopers. In de Bijlmer-galerijen, fraai gefotografeerd door Theo Bierkens, nu eens geen vuilniszakken, fietswrakken of drugsdealers; Madame Jeanette is een feel good-film. Dankzij winti en een overheerlijk Surinaams saucijzenbroodje komt alles goed. Liefde overwint alles, en gaat door de maag." Op 26 september 2004 door de NPS op televisie vertoond.
Première: 13 juli 2004
K-90 minuten

PLUK VAN DE PETTEFLET
Ben Sombogaart, Pieter van Rijn

Met: Janieck van de Polder (Pluk), Suzanne Lisa Zuiderwijk (Aagje), Hanneke Riemer (Mevrouw Helderder), Arjan Ederveen (Meneer Pen/de Kluizenaar), Erik van Muiswinkel (De Majoor), Paul Hoes (Parkarchitect), Erica Terpstra (Burgermeester), Stefan de Walle (Dokter), Chris Bolczek (Portier), Jack Wouterse (Vader Stamper), Siebe Schoneveld (Stampertje), Tobias Schoneveld (Stampertje), Yeshela (Stampertje), Colin (Stampertje), Luka (Stampertje), Tobias (Stampertje), Willem Smit (Stampertje); Karin Bloemen (stem van Paard Langhorst), John Buijsman (stem van Karel), Marc-Marie Huijbregts (stem van Lispeltuut), Dolf Jansen (stem van Schuw Konijn), Frits Lambrechts (stem van Heen- en Weerwolf), Martine Sandifort (stem van Dollie de Duif), Owen Schumacher (stem van Kakkerlak Zaza), Kim van Zeben (stemmen van Krullevaar/Duizeltje/Moeder Eekhoorn)

Nederlands-Duits-Belgische co-productie. Scenario: Tamara Bos, gebaseerd op het gelijknamige boek van Annie M.G. Schmidt uit 1971. Pluk van de Petteflet vertelt het verhaal over een jongetje dat in een klein rood kraanwagentje door de stad rijdt op zoek naar een huis om in te wonen. Via Dolly de Duif komt hij terecht in de torenkamer van de Petteflet. Samen met een groot aantal medebewoners, onder wie Zaza de kakkerlak, de familie Stamper en Paard Langhors, komt hij vervolgens in actie wanneer blijkt dat de kwade Parkmeester de bomen in de wilde Torteltuin wil omhakken om er een lelijk tegelpleintje aan te leggen. Camera: Remko Schnorr. Kostuums: Vera Jong. Casting: Jeanette Snik Casting. Producent: Burny Bos, Michiel de Rooij, Sabine Veenendaal. Muziek: Fons Merkies. Montage: Herman P. Koerts, Sonja ten Boom. Stunts: Willem de Beukelaer. Distributie: Warner Bros. Er is ooit sprake van geweest om Pluk helemaal op een Babe-achtige manier te gaan doen. Zo is er ook op gebudgetteerd in eerste instantie. Maar toen werd Minoes helaas in Duitsland niet het succes waar stiekem wel op gerekend was. Burny Bos is eerst heel lang met Rita Horst bezig geweest, maar dat is niet van de grond gekomen, vooral omdat dat plan van superanimatie financieel niet rond te krijgen was. Nu is het een mengvorm geworden van animatie met handpoppen die ook mechanisch bewegen. Elke draaidag waren er minimaal één of twee poppenspelers op de set. De producent was in maart 2003 over het project in onderhandeling met animatiestudio's in Nederland en Letland. Uiteindelijk werd het geen poppenfilm, maar een life action-productie waarin de dierenrollen worden vertolkt door handpoppen en digitale effecten. Sinds het boek in 1971 verscheen, werden er bijna een miljoen exemplaren van verkocht. Het boek werd onder meer bekroond met een Zilveren Griffel. Bos omschreef de poppen die hij in gedachten heeft als varianten op de beroemde Engelse animatiefiguren Wallace en Gromit. ,,Dit lijkt ons voor dit verhaal de beste vorm om de fantasie van Annie recht te doen'', zei hij. ,,Vooral de tekeningen die Fiep Westendorp van Pluk en zijn vrienden maakten, staan nog meer dan andere verhalen op het collectieve netvlies gegrift." Het oordeel van het Nederlands Filmfonds over het oorspronkelijke plan om een stop-motion film te maken luidde 'te tijdrovend en veel te duur'. In het boek doet de hele bedreiging van de Torteltuin pas halverwege zijn intrede. En die Krullenvaar duikt zelfs pas aan het slot op. Scenarioschrijfster Tamara bedacht daarop dat in de film de Torteltuin al vanaf het begin werd bedreigd en dat dat te maken heeft met het feit dat de Krullenvaar zou zijn uitgestorven. Met vijf liedjes die op één na niet langer dan een minuut duren. Pluk van de Petteflet kostte tussen de 4 en 5 miljoen euro.Opgenomen in Almere Buiten (set). Janieck (9) speelt de hoofdrol van Pluk. Janieck werd dé Pluk, omdat hij onder alle omstandigheden zichzelf blijft. Dat is het belangrijkste eigenlijk. Ben Sombogaart wil in elk geval voorkomen dat kinderen teksten uit hun hoofd gaan leren, daarom wordt het script bij het opnemen afgepakt. Pluks vriendinnetje Aagje wordt gespeeld door Suzanne (10). Producent Warner Bros. gaf de achternamen van deze acteurs aanvankelijk niet vrij, omdat ze daarvoor nog te jong zouden zijn. Arjan Ederveen speelt twee rollen. Hij kruipt in de huid van zowel Meneer Pen als de Kluizelaar. Erica Terpstra, voorzitter van sportorganisatie NOCNSF was ooit serieus geïnteresseerd in het burgemeesterschap, maar krijgt zo’n functie hier op het witte doek. Oorspronkelijk stond Orlow Seunke vermeld als regisseur. Oene Kummer in 'PreView' van november/december 2004: "(...) zal menigeen een plezier doen. toch is een kleine vingerwijzing op zijn plaats: van de vier tot nu toe gemaakte Annie M.G.-films richt Pluk zich het meest op kinderen tussen de vier en acht jaar. De film sluit eerder aan op de tv-serie Ibbeltje dan op de achtbaanrit Abeltje. Het rustige tempo en het gebruik van de poppenanimaties (in combinatie met levende acteurs) doet soms denken aan Sesamstraat. (...) " Jos van der Burg in 'Het Parool' van 17 november 2004: "(...) de wereld van Annie M.G. Schmidt is verdwenen. De malle autoriteiten (Erica Terpstra) en excentrieke flatbewoners (Jack Wouterse) in Pluk van de Petteflet persifleren het Nederland van de jaren zestig. Mevrouw Helderder staat voor het schoongeschrobde, bekrompen Nederland, dat de strijd aanbindt met het oprukkende ongeordende, rommelige Nederland van hippies en provo's. Schmidt werkte haar vaste thema - vrijheid versus bekrompenheid - in Pluk van de Petteflet bijna Freudiaans uit. (...) Drie decennia geleden was Schmidts persiflage herkenbaar, maar nu niet meer. Het maakt Pluk van de Petteflet tot een oubollige film. (...) Het gevoel dat we bij Pluk van de Petteflet teruggaan in de tijd, wordt versterkt door de poppenanimatie. De makers creeerden geen digitale dieren, maar kozen voor het oude ambachtelijke werk. De mengeling van live action en poppen oogt nogal knullig. De onbekende Janieck van de Polder is een uitstekende Pluk, maar voor het overige heeft de film het allemaal net niet. De dubbelrol van Arjan Ederveen (meneer Pen en de Kluizelaar), Jack Wouterse als de aardige viespeuk Stamper, Owen Schumachers Balkenende-stemmetje voor Zaza de kakkerlak en de parodie op Hitchcocks Birds: leuk maar nooit hilarisch. Wie wil concurreren met Disney, ooit het streven van producent Burny Bos, moet zeker na Finding Nemo de lat hoger leggen." Bianca Stigter in 'NRC Handelsblad' van 17 november 2004: "(...) De Petteflet is gekker en ouderwetser dan hij in het boek was. Misschien wreekt zich hier dat het boek in 1968 en '69 geschreven werd, toen er heel andere dingen modern waren dan nu. Van alle boeken van Schmidt is Pluk met zijn flat en z'n hippies misschien wel het meest gedateerd. De kwaliteit van het boek zorgt dat je daar nu overheen leest. In een film ligt dat moeilijker. De oplossing waarvoor hier werd gekozen is de weg van het sprookje en het bordkarton. Een andere opvallende aanpassing is dat de flat en de Torteltuin vrijwel de enige locaties zijn waar het verhaal zich afspeelt. Dat maakt de film soms een beetje benauwd. Misschien is het een bewuste keuze, misschien had het met het budget te maken, dat veel lager is voor Pluk dan voor de eerdere Schmidtverfilmingen Abeltje en Minoes. Volgens de producenten heeft dat weer te maken met het feit dat Pluk een boek is voor jongere kinderen, en dus een kleinere markt bedient. Het verhaal behoefde voor de overstap van boek naar film ook de nodige aanpassing. Misschien was Pluk eigenlijk geschikter geweest voor een serie dan voor een film. Schmidt schreef het als feuilleton, en die structuur is een speelfilm niet te handhaven. In het scenario, dat werd geschreven door Tamara Bos, is de redding van de Torteltuin verweven met de redding van de krullevaar. Naar het einde toe gaat het allemaal wel erg snel, waardoor het een afgeraffelde indruk maakt. De vier- vijf en zesjarigen die het boek niet kennen, kunnen het waarschijnlijk moeilijk volgen. Maar zijn er vier, vijf, en zesjarigen die het boek niet kennen? Als ze bestaan, laat ze het dan na afloop van de film meteen voorgelezen krijgen, het liefst met een Dollie of een Zaza op schoot." Willem Schouten in SP!TS op donderdag 18 november 2004: "(...) Het zal vooral volwassenen moeite kosten het kleurrijk maar kneuterig verbeelde peuterparadijs van Pluk te accepteren. Vooral de dieren, kruisingen tussen Meneer de Uil en de grobbebollen uit Tita Tovenaar, behoeven in deze tijd van hypermoderne effecten inlevingsvermogen. Zodra die knop omgezet is bieden Sombogaart en Van Rijn echter veel betoverends. (...) Bovendien blijkt het ook met lowtech effecten mogelijk de spanning op te voeren. Als mevrouw Helderder in Hitchcockstijl door een lading meeuwen wordt belaagd en de heen- en-weerwolf ten tonele verschijnt zou het zelfs te eng kunnen worden voor de kleinsten. Pluks avonturen zijn het meebeleven zeer waard maar het blijft de vraag of deze verfilming zo'n succes wordt als voorgangers Minoes en Abeltje. Anders dan die Schmidt-klassiekers moet Pluk het wel heel erg hebben van de allerjongsten. Prepubers van een jaar of tien vinden deze Peter Pan van de lage landen waarschijnlijk al te kinderachtig." Linda Engels in 'Metro' van 18 november 2004: "(...) Het is duidelijk een kinder?lm - niets geen grappige verwijzingen naar mensen, uitspraken of gebeurtenissen die alleen volwassenen begrijpen - maar toch is Pluk ook voor volwassenen nog een leuke ?lm: de grappen van Annie M.G. Schmidt zijn gewoon tijdloos en geschikt voor alle leeftijden. (...) De dieren zijn op een leuke manier verweven in het verhaal, het poppespel is leuk gedaan en ook in Nederland lijken bekende Nederlanders in de rij te staan om een stem te mogen vertolken. (...)" Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 18 november 2004: "(...) De dieren worden in Pluk van de Petteflet gespeeld door poppen, die zo zijn gemaakt dat ze eruit zien als net niet afgedankte knuffels. Daarmee worden de intenties van de makers direct blootgelegd: het gaat hier om de onbegrensde fantasie, om het scheppen van een wereld zoals die normaal alleen in de hoofden van kinderen bestaat. Een stuk stof, een gezichtje en een stem volstaan. (...) Owen Schumacher - plaagstootje - laat de kakkerlak Zaza verdacht veel lijken op minister-president Balkenende, die hij op televisie geregeld persifleert. (...) Maar gaandeweg sluipt er ook iets routinematigs in de productie. Dan krijgt Pluk een vlak karakter, zoals goedlopende toneelvoorstellingen dat vaak hebben als ze over de helft van een lange tournee zijn. Over het vakmanschap valt niets te klagen, maar iets meer bravoure en pit zouden welkom zijn geweest. In het geval van Pluk van de Petteflet vormt het ontbreken van de betoverende vonk - die in Minoes alles liet samenvallen - geen onoverkomelijk probleem. Dat is te danken aan de cast, die de karikatuur nergens plat maakt, en aan het feit dat deze Pluk vooral Annie M.G. Schmidts en Fiep Westendorps Pluk is gebleven. Een alleenstaand joch, in het bezit van een heuse kraanwagen, met buren als de Stampertjes, die elke dag zelfgebakken frietjes eten." Gudo Tienhooven in 'Biosmail' van 18 november 2004: "(...) Was het allemaal maar bij het oorspronkelijke plan gebleven: een poppenfilm waarin de stop-motion techniek (beeldje voor beeldje) zou worden gebruikt. (...) Pluk mist dus al de uitstraling van een volwaardige bioscoopfilm. Maar de vraag blijft bestaan waarom het er allemaal zo knullig uitziet. (...) Volwassenen en kinderen die zich op deze verfilming hebben verheugd kunnen alleen maar teleurgesteld zijn als ze zien dat de Krullevaar eruit ziet als Pino. (...) De kwalificatie 'familiefilm' gaat gewoon niet op hier. Jongeren boven de tien zullen het kinderachtig vinden en volwassenen zullen de eigenwijze fantasie van Annie M.G. Schmidt niet terugvinden. Gelukkig komt er heel af en toe een tekening van Fiep Westendorp tot leven. (...) als Jack Wouterse in beeld verschijnt als vader Stamper (...) Maar waarom dan toch die plotselinge liedjes? (...) volgens mij zou Schmidt het zo niet gewild hebben. Hopelijk begint Bos snel aan een herkansingsronde. Wiplala?" Fritz de Jong in ‘de Filmkrant’ van december 2004: “(…) Van den Polder beweegt zich spontaan en naturel voor de camera, maar het gevoel dat je ziet te kijken naar een modern kind dat rond mag tuffen in een uit zijn kluiten gewassen speelgoedkraanwagen verdwijnt geen moment. (…)” Site: www.plukvandepetteflet.com. De film ging dinsdagavond 16 november 2004 in première in gezelschap van koningin Beatrix. De film trok het eerste weekeinde bijna 40.000 bezoekers. Producent Bos ziet ondanks het succes van de Pluk-film geen heil in de verfilming van het tweede boek Pluk redt de dieren, dat eerder in 2004 verscheen. ,,Annie heeft alle verhalen van Pluk in feuilletonvorm geschreven'', legt Bos uit. ,,Het kostte ons met deel 1 al enige moeite om van het boek een goed lopend filmverhaal te maken. Het tweede boek, dat nog fragmentarischer is, leent zich daar helemaal niet voor.'' Wel overweegt Bos wellicht een televisieserie over het roodharige knulletje en zijn kraanwagentje. De AVRO zendt de speelfilm in 2005 ook uit als miniserie. In slechts twee weken na de bioscooprelease werd de kaap van 100.000 bezoekers geslecht: een Gouden Film. Op 10 januari 2005 volgde de Platina Film voor 400.000 bezoekers. Stimulansprijs voor commercieel succes in oktober 2005.
Première: 17 november 2004 (121 bioscoopzalen) 482.374 bezoekers
K-94 minuten

SHOUF SHOUF HABIBI!
Ook: SHOEF SHOEF HABIBIE!
Albert ter Heerdt

met: Mimoun Oaïssa (Ap), Najib Amhali (Sam), Touriya Haoud (Leila), Illias Ojja (Driss), Salah Eddine Benmoussa (Ali), Zohra Slimani Sebouba (Khadija), Mohammed Chaara (Mussi), Mimoun Ouled Radi (Rachid), Leo Alkemade (Robbie), Tanja Jess (Maja), Mehdia Doui-Issi (Naima), Frank Lammers (Chris, Maja’s man), Winston Gerschtanowitz (Daan), Tara Elders (Britt), Bridget Maasland (Carlie), Peter Heerschop (Leraar), Ruben van der Meer (arbeidsconsulent), Mahjoub Benmoussa (Slager), Abdelilah Aoulad Thami (Omar), Mnine Houcine (vader Omar), Ahmed Kamal (Yousef), El Mustapha Salamate (Fouad), Soundos El Ahmadi (Aisja), Tarik Azzougarh (Mohammed), Abdelftah Ahmed Salah (Vader Mohammed), Ton van der Velden (Bankdirecteur), Mirjam van Dam (Bankmedewerker), Mohammed Bouyahyi (Mimoun), Samir Kania (Vader Mimoun), Naoul Abarda (Fatima), Khadija Bouchiba (Waarzegster), Karim Mounir (Schoonmaker), Jos van der Linden (Dokter), Nezha Salah (Kleedster), Ismael Boulahrouz (Neef Fouad), Jamal Balali (Neef Fouad), Samira Broers (Samira), Nordin Ben Salah (Broer Omar), Fikri Tijarti (Broer Omar), Eva Tol (Winkelmeisje), Naimane Med (ijscoman), Agib Bahi (Yassine), Dennis Overeem (Eric), Anneke van der Valk (GG & GD)

Scenario: Albert ter Heerdt, Mimoun Oaïssa. Tragikomedie over Marokkanen en Hollanders in Nederland. In de komedie Shouf Shouf Habibi! staat de 20-jarige Ap centraal. Deze, in Nederland geboren, Marokkaan heeft grote dromen en doet verwoede pogingen deze te verwezenlijken, maar weet zich iedere keer weer in de nesten te werken. Scenario: Albert ter Heerdt, met medewerking van Mimoun Oaïssa. Producenten: René Huybrechtse, Joram Willink, Frank Bak. Director of Photography: Steve Walker. Production Design: Anet Wilgenhof. Casting: Job Gosschalk, Annemieke Bakker. Editor: Sytse Kramer. Componisten: Vincent van Warmerdam, Cablejuice, Mike Meijer. Geluid: Marcel de Hoogd. Shouf shouf habibie betekent 'Kijk kijk schatje'. De nieuwe hiphop formatie ADHD onder leiding van Brainpower nam de titelsong voor de film op. ADHD staat voor Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid Dopeness en is een wisselende formatie rappers. Voor de titelsong van SHOUF SHOUF HABIBI heeft Brainpower samengewerkt met TLM, Man!ak, Dice Cream, Khalid aka Cascablanca Connect en Cilvaringz. Deze laatste rapper, lid van de Wu Tang Clan, speelt ook een rol in de film. Songs o.a. 'Egyptian reggae'. Het budget was begroot op 1,2 miljoen euro, maar is uiteindelijk gemaakt voor 700.000 euro. Allerlei perikelen leiden ertoe dat de film niet in 2002 gemaakt werd, maar een jaar later. De opnamen begonnen in januari 2003 in o.a. Amsterdam, Schiphol. De film werd geregisseerd door Albert ter Heerdt die in samenwerking met initiatiefnemer/hoofdrolspeler Mimoun Oaïssa het script schreef. Theorema Films produceert de film en Universal Pictures (Benelux) en Independent Films brengen de film uit. Co-producent: VARA. Mimoun Oaïssa wilde dat Shouf Shouf Habibi! gemaakt werd, omdat hij een hoofdrol wilde spelen in een leuke en goede speelfilm. Hij had geen zin om te wachten tot er eens iemand een film zou maken met een Marokkaans hoofdpersonage, dus hij besloot zelf een schrijver te benaderen die hij goed vond. Bovendien vond hij het leuk als er een film in de bioscoop zou komen waarin de Marokkaanse personages een prominentere rol zouden spelen. De Stichting DOEN ondersteunt Shouf Shouf Habibi van harte, omdat deze film kan bijdragen aan meer kennis en begrip over de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. DOEN kan dit doen door de bijdrage die ze ontvangt van de SponsorBingo Loterij. Met zichtbare medewerking van Fernandes, Grolsch en T Mobile. Geselecteerd voor het filmfestival in Berlijn; opgenomen in het Panoramaprogramma 2004. Geselecteerd voor de Variety Critics’ Choice tijdens het Karlovy Vary International Film Festival in juli 2004. Op het Afrika Film Festival in Leuven, België werd de publieksprijs gewonnen (mei 2004). Jos van der Burg in 'Het Parool' van woensdag 28 januari 2004: " Shouf shouf habibi! werkt bevrijdend in een tijd dat alleen nog met sombere gezichten over allochtonen wordt gesproken. De film zorgt voor een broodnodige scheut humor in het allochtonendebat. Veel grappen zijn geestig, maar toch, de karikaturale personages ontroeren zelden. Het is de makers vergeven, want zij hebben pionierswerk verricht." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 28 januari 2004: " De distributeur wilde hem liever niet op het filmfestival van Rotterdam laten zien - te arty, dat zou het grote publiek maar afschrikken. Er is een Pietje Bell-achtige poster gemaakt die lachen lachen lachen belooft. Er valt zeker genoeg te lachen. Mimoun Oaïssa beschikt als scenarioschrijver over een goed gevoel voor dialogen en in de rol van Ap over een goed gevoel voor timing. (En dat kun je niet van iedereen in deze film zeggen.) Maar je zou de film tekort doen door het alleen over de humor ervan te hebben. Want nadat ze met die humor eenmaal onze belangstelling hebben veroverd, sturen Ter Heerdt en Oaïssa de film vastberaden een volgende richting in. Dan wordt het hard, wrang. Je kunt echt niet meer lachen om Ap als die zijn zus in elkaar slaat omdat ze een nachtje bij haar Hollandse vriend heeft gelogeerd. Of om de moeder die zo gek wordt van haar man dat ze hem liefst ziet sterven. Dan is Shouf shouf habibi! ineens een echt migrantendrama. En misschien is de vergelijking iets te veel eer, maar er is een moment dat Shouf shouf habibi! werkelijk aan Rocco e i suoi fratelli doet denken, het meesterwerk van Luchino Visconti, in de manier waarop ook deze familie zichzelf begint te vernietigen omdat ze niet kan aarden op een nieuwe plek. Even lijkt het erop dat ze juist naar elkaar toe trekken als het moeilijk wordt, maar ze zoeken allemaal hun eigen uitweg en vinden elkaar ten slotte terug op een bankje in Marokko, bespot door de Marokkaanse tak van de familie. Het is knap dat Ter Heerdt en Oaïssa die draai kunnen maken zonder het opgebouwde krediet uit het begin van de film te verspelen. Integendeel eigenlijk." Frans P. Wollrabe in Biosmail van 29 januari 2004: "(...) Shouf Shouf Habibi is een luchtige komedie met een maatschappelijke ondertoon. Dat kan heel goed, grootse films zijn in hetzelfde genre gemaakt. Nu zouden de makers van Shouf Shouf Habibi zelfs niet in de schaduw durven staan van deze voorgangers. Daarvoor is het project veel te amateuristisch en merkbaar lowbudget. Het basisgegeven waarmee hoofdrolspeler Mimoun Oaïssa zelf bij de regisseur op kwam draven, lijkt niet veel meer een grabbelton vol ideetjes, invalletjes en verplichte nummers. Allemaal rond het thema van de zich moeizaam staande houdende Marokkaanse identiteit in een veeleisende Nederlandse maatschappij. Maar fijne bijverschijnselen bij amateurs met weinig geld zijn de jeugdige overmoed en de vindingrijkheid. Het resultaat gunt ons een royale en onderhoudende blik in een Marokkaans-Nederlandse leefwereld met soms flauwe soms leuke grappen daaromheen. Shouf Shouf Habibi doet dit 89 minuten lang. Om ons vervolgens weer snel naar onze veilige huizen te laten terugkeren." De film trok de eerste draaidag verhoudingsgewijs een recordaantal bezoekers. Geen Nederlandse productie trok op de premièreavond per bioscoopzaal zoveel bezoekers. Al 8500 mensen zagen de film. Costa! en Volle Maan trokken weliswaar meer bezoekers, maar draaiden ook in drie keer zoveel zalen. Shouf Shouf Habibi! is in relatief weinig bioscopen te zien. Veel van de dertig zalen waren echter volledig uitverkocht. Het aantal bioscopen werd uitgebreid tot 42. Filmmaatschappij Independent had een bijzonder probleem. Rond de film braken in het openingsweekend relletjes uit in een aantal bioscopen. De maatschappij wijt de incidenten vooralsnog aan de drukte rondom het offerfeest: "We leggen geen link tussen de inhoud van de productie en de ongeregelheden waarbij Marokkanen waren betrokken." Het afgelopen weekeinde verstoorden - meest Marokkaanse - jongeren in verschillende steden voorstellingen van Shouf Shouf Habibi door te schreeuwen, te bellen en andere bezoekers te beledigen. In een paar gevallen moest de politie zelfs ingrijpen. Sommige bezoekers zou het om die reden zijn afgeraden Shouf Shouf te gaan bekijken. Voormalig wereldkampioen boksen Nordin Ben Salah werd maandagavond 20 september 2004 op de President Kennedylaan in Amsterdam doodgeschoten. Site: http://www.shoufshoufhabibi.nl. Kijkwijzer: 12 jaar met geweld en grof taalgebruik. De Gouden Film werd in 10 dagen behaald. Shouf Shouf Habibi bleek ook in het buitenland een succes. Op vrijdag 10 september 2004 voor het eerst in Marokko vertoond op het eerste internationale filmfestival van Salé (waarin de vrouw centraal stond). De zaal was, door onhandige programmering, slechts voor eenderde gevuld, met voornamelijk jonge Marokkanen. Die reageerden enthousiast op de film. Volgens de drie in Salé aanwezige acteurs, Mo Chaara, Mimoun Ouled Radi en Mehdia Doui-Issi, reageerde het publiek in Salé nauwelijks anders dan de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Op de slotmanifestatie, zaterdagavond, vielen alleen zwaar aangezette drama's in de prijzen. Shouf Shouf Habibi kreeg een eervolle vermelding. De komedie was op dat moment al aan een veertigtal landen verkocht, waaronder ook een groot aantal islamitische landen als Libanon, Syrië, Jordanië, Irak, Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en Egypte. SPECIALE JURYPRIJS 2004: Albert ter Heerdt en Mimoun Oaïssa (De jury vond dat één film zich dit jaar op bijzondere wijze onderscheidde van de rest van de competitie. Had alleen al de arena gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot een politiek correcte en bloedeloze film; de makers zijn erin geslaagd, mede door hun heerlijke ironie, een meeslepende en opwekkende film te creëren waarin allerlei clichés op de helling gaan. De jury hoopt van harte dat de energie en het plezier die van deze creatie afstralen, ook in hun volgende films zullen terugkeren.) PRIJS VAN DE NEDERLANDSE FILMKRITIEK 2004. Best bezochte Nederlandse bioscoopfilm van 2004 met bijna 320.000 bezoekers. Silver Prometheus for Best director op het Film Festival Tbilisi (Georgië) in oktober 2004. Prize of the public op het Afrika Film Festival in Leuven in mei 2005. Stimulansprijs voor commercieel succes in oktober 2005.
Première: 29 januari 2003 (30 bioscoopzalen, later uitgebreid tot 46) 316.394 bezoekers
K-89 minuten

SIMON
Eddy Terstall

Met: Cees Geel (Simon), Marcel Hensema (Camiel), Rifka Lodeizen, Dirk Zeelenberg, Nadja Hüpscher, Daan Ekkel, Johnny de Mol jr., Maria Kooistra, Eva Duijvestein

Simon vertelt het verhaal van de onwaarschijnlijke vriendschap tussen de Amsterdamse oerhetero en hasjdealer Simon en de schuchtere homofiele tandheelkundestudent Camiel. Tijdens een gezamenlijke vakantie in Thailand wordt de vriendschap ernstig op de proef gesteld, waarna de twee elkaar uit het oog verliezen. Als ze elkaar twaalf jaar later toevallig weer tegenkomen, blijkt Simon ernstig ziek te zijn. Producent: Imko Nieuwenhuijs. Scenario: Eddy Terstall. Camera: Willem Nagtglas. Productie design: Gaby Hanrath. Geluid: Giel van Geloven. Editor: Ben Isaacs. Muziek: Paul de Munnik. Productiemaatschappij: Spaghetti bv. Televisiemaatschappij: VPRO TV. VARA trok haar financiële bijdrage terug omdat ze het geld liever in commerciële projecten staken. Distributie: A-Film Distribution. Genre: Drama. Voor de film was 2 tot 2,5 miljoen euro nodig, maar de film kwam niet in aanmerking voor de cv-regeling. Budget werd 1 miljoen euro. Maandag 7 juli 2003 startten de opnamen van 'Simon'. Tijdens de eerste opnameperiode (7 t/m 21 juli 2003) lag de nadruk op de scènes die zich afspelen in 1988. Daarvoor gingen enkele straten in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt 'terug in de tijd'. 'Simon' is allereerst een Terstalliaanse komische zedenschets, maar ook maatschappelijk relevante thema's als het homohuwelijk en het omgaan met terminale ziekten spelen een belangrijke rol. De Terstalls beste vriendin overleed toen ze 34 was, maar Simon is wel haar karakter, maar niet haar verhaal. Filmverhaal begint op 21 oktober 2002 en gaat daarna naar 3 juni 1988. In de film opnamen van de film Hunting down Charlie. Opgenomen in o.a. Van Hogendorpstraat en Van Eeghenstraat in Amsterdam en in Thailand. Songs: ‘Morgen ben ik de bruid’, ‘Spanish rose’. Acteur Cees Geel over zijn rol in Simon: 'De ruwe bolster, blanke pit die Simon is, is een uitdaging om te spelen. Juist omdat de ogenschijnlijk platte en vloekende figuur veel diepgang blijkt te hebben. Er is meer dan alleen zijn holle frasen. En met die nuances kun en mag je spelen als je met Eddy samenwerkt.' Cees Geel at zich eerst 8 kilo zwaarder om vervolgens 15 kilo af te vallen.Gouden Kalf BESTE ACTEUR: Cees Geel (Het gemak en de kracht waarmee deze acteur de dilemma's van zijn personage voelbaar maakt zijn indrukwekkend. Zijn humor, lef en feilloze spelintuïtie zorgen voor een onvergetelijke rol die het publiek ontroerd achterlaat.), BESTE REGIE: Eddy Terstall (Wanneer ernst gepast is bij grote onderwerpen, zijn vakmanschap en talent geboden om de bittere pil te vergulden. Deze regisseur legde met zijn film een meesterproef af en slaagde met alle lof.), BESTE LANGE SPEELFILM: Imko Nieuwenhuijs (Deze speelfilm is het resultaat van een enorme gezamenlijke inspanning. Alles is hier in perfecte balans. Alle elementen vallen op hun plaats in deze originele en hartverscheurende film.). TISCALI PUBLIEKSPRIJS 2004. Nederlandse inzending voor de Oscars. Simon won van Cloaca. Eddy Terstall denkt niet dat Simon ook echt een Oscar gaat winnen: "Ik moet wel zeggen dat Nederlanders en Vlamingen zeer sterk zijn in lobbyen, gezien de resultaten de afgelopen jaren. Elke twee jaar zit er wel een Nederlandstalige film bij de beste vijf. Maar in principe denk ik toch dat Simon te liberaal is voor Amerika. Zelfs voor Hollywood." Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 30 september 2004: "(...) Het bijzondere aan regisseur en scenarioschrijver Terstall is dat hij geen moralist is, terwijl hij zich wel als een steeds meer geëngageerd filmmaker laat kennen. Simon werd aangekondigd als het eerste deel van een trilogie over seks, dood en politiek in onze geseculariseerde, progressieve samenleving. De volgende twee delen, Sextet en Vox populi, zitten inmiddels in de pijplijn. Daarna wil de regisseur de politiek in. (...) Cees Geel; genomineerd voor een Gouden Kalf (...) Marcel Hensema; zeer onterecht níet genomineerd (...) Simon zal misschien de geschiedenis ingaan als de eerste Nederlandse speelfilm over euthanasie en het homohuwelijk die bovendien een hasjdealer als held heeft. Je kunt er zelfs om huilen tussen het lachen door. Om je eigen doden. Om die reden zou Simon zelfs wel eens heel ver kunnen doordringen in de Oscar-race, waarvoor hij dit jaar de Nederlandse inzending is. Ik miste iets. Drama? Melodrama? Mijn bewondering blijft verstandelijk. De film heeft in de tweede helft wat problemen met de voortgezette flashbackstructuur en is verder misschien wel wat al te bewust ontdaan van grote emoties. Misschien omdat je ze toch nooit goed kunt filmen. Maar dat wil niet zeggen dat je ze als toeschouwer niet wilt voelen." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 30 september 2004: "(...) De vriendschap tussen de patjepeeër en de kaknicht - formidabel gespeeld door Cees Geel en Marcel Hensema - vormt de ruggengraat van Terstalls zevende speelfilm. (...) Tranen? Ja. Maar na de aftiteling blijft ook het gevoel hangen dat Terstall in het portret van de vriendenclub de gecompliceerde realiteit wel erg ondergeschikt heeft gemaakt aan mopjes en oneliners. Simon is reclame voor ouderwets linkse idealen, en in reclame passen geen vervelende vragen over de grens tussen individuele vrijheid en egocentrisme. Dat zou de toffe sfeer binnen Simons clubje alleen maar versjteren." Frans P. Wollrabe in 'Biosmail.nl' van 30 september 2004: "(...)Een Nederlandse film die echt ontroert, hebben we na De Tweeling niet meer gehad. Simon, de Nederlandse Oscarinzending voor 2005, lijkt zo te zien niet meer te willen bereiken dan die andere tranentrekker over stervensbegeleiding Terms of Endearment. Als dat de pretentie van de film is, dan is het regisseur Eddy Terstall te prijzen dat hij dat niet geforceerd, maar heel oprecht doet. Helaas laat de regisseur in de media graag horen dat zijn missie veel groter is dan die van een amuserende publieksfilm. De film zou belangwekkende uitspraken doen over euthanasie, het homohuwelijk en softdrugs. Laat de film nou net te lichtvoetig zijn voor zoveel engagement: we zien scènes met een getrouwd mannenstel, met voortdurend paffende hoofdrolspelers en over een waardige dood, maar we horen geen belangrijke uitspraken hierover." Karin Wolfs in ‘de Filmkrant’ van oktober 2004: “(…) Natuurlijk valt er ook wel wat aan te merken op de film: het haarstukje van Camiel (Marcel Hensema) is in de flashbacks naar de jaren ’80 van een Hollandse knulligheid en dat Nadja Hüpscher (1972) de dochter speet van Cees Geel (1965) roept op zijn minst vraagtekens op over de technische (on)mogelijkheid en dus geloofwaardig daarvan. Sommige overgangen zijn zo rücksichtlos dat ze je uit het verhaal halen. Dat de homofiele Camiel zich door een vrouw laat verleiden, is een fantasie die voor zo ver ik weet alleen uit het brein van heteromannen ontspruit. Toch krijgen Terstall-typetjes in Simon meer kans om mens te zijn dan ze ooit in een Terstall-film waren. Wat overblijft is, een warme vriendenfulm die staat als een huis.” Willem Schouten in SP!TS op donderdag 30 september 2004: "(...) Het zijn aansprekende karakters maar is het de onweerstaanbaar charmante Geel die de show steelt. (...) Terstall houdt een pleidooi voor de tolerante samenleving - denk multicultipoldermodel - die hij als ideaal koestert. Mocht de utopie bestaan dan is die elke koestering waard. Geel mag een schap gaan zoeken om zijn Gouden Kalf op neer te zetten en Lodeizen is nauwelijks minder fenomenaal. Het zijn echter de dialogen van Terstall die hen de kans geven uit te blinken. De regisseur weet hier steeds de balans tussen humor en oprechte emotie vast te houden. Anders dan in kluchten als De Boekverfilming en Rent a Friend staat hier ook echt wat op het spel voor de hoofdpersonen. Terstall kruipt soms dicht tegen het sentiment aan maar sleept zijn publiek zo wel resoluut mee, tot het bittere einde." Gouden film (100.000 bezoekers) op 24 november 2004. Cees Geel won zaterdag 30 april 2005 de prijs voor beste acteur op het Tribeca Film Festival in New York. De dvd van de Nederlandse film Simon was in augustus 2005 al 20.000 keer verkocht. De in 2004 met vier Gouden Kalveren bekroonde film staat volgens Internet Movie Database www.imdb.com op de negende plaats in de Top 50 van de beste komische films aller tijden. Daarmee laat de film grote internationale successen als The Incredibles, Finding Nemo en Forrest Gump achter zich. Overigens is Simon in de lijst (zie www.imdb.com/chart/comedy) de enige Nederlandstalige film. De titel deed mee in de nominatieronde voor de 2005 European Film Awards. Publieksprijs op Filmfestival van Valencia op 20 oktober 2005. Site: www.simondefilm.nl.
Première: 30 september 2004 (18 bioscoopzalen) 119.404 bezoekers in 2004 en 31.220 in 2005; totaal 150.624 bezoekers
K-100 minuten (35mm)

SNOWFEVER
Pim van Hoeve

Met: Daan Schuurmans (Ryan), Hanna Verboom (Nicky), Egbert Jan Weeber (Erik), Eva van der Gucht (Eef), Peggy Vrijens (Max), Collien Fernandes (Sam), Axel Stein (Barney), Johnny Challah (Barney ), Yolanthe van Kasbergen (Brenda), Sophie Winters (Kersje), Hugo Konings (Herman), Hans van Beenen (Robin), Jim Bakkum (Jack), Anke van't Hof (moeder), Mark Eeuwen (Dirk), Daan van Rijssel (Maarten), Lisette Vlaskamp (Christie), Ad Fernhout

Scenario: Pim van Hoeve, Pieter Bart Korthuis, Johan Nijenhuis. Snowfever draait om de verlegen Nicky (Hanna Verboom) die voor het eerst zonder haar ouders op wintersport gaat. In het Oostenrijkse Sölden besluit Nicky dat zij en niet haar jongensgekke vriendinnen Max en Sam de aantrekkelijke snowboardleraar Ryan (Daan Schuurmans) zal gaan versieren. Er ontpopt zich tussen de vriendinnen een nietsontziende strijd om Ryan. De derde reisgenote van Nicky is Eef. Eef is letterlijk en figuurlijk dikste vriendin van Nicky en is eigenlijk al blij als ze een beetje op de been kan blijven op de ski's. Als dan ook nog eens blijkt dat Ryan's broer Erik (Egbert Jan Weeber) niet zo vervelend is als Nicky eerst dacht, wordt het wel een erg ingewikkelde vakantie. Op oudejaarsavond staat Nicky dan ook voor de keuze: moet ze kiezen voor Eef, voor Erik, voor Ryan of Max en Sam? Producenten: Sabine Brian, Alain De Levita, San Fu Maltha, Johan Nijenhuis, Anja Padel, Raphael Socha. Muziek: Martijn Schimmer. Songs: o.a. Tell it to my heart. Camera: Maarten van Keller. Montage: Job ter Burg. Casting: Janusz Gosschalk, Job Gosschalk. Art Direction: Arne Leddy. Kostuums: Ingrid Schagen. Make up: Monique Mierop. Special Effects: Harrie Wiessenhaan, Rick Wiessenhaan. Stunts: Willem de Beukelaer. Distributie: A-Film. Johan Nijenhuis vergeleek de film zelf liever met There’s something about Mary dan met Pista! Onder de naam Snow Inc produceerde Koen Groeneveld (Klubbheads) de titelsong First Track. Op dinsdag 10 februari 2004 kregen Daan en Egbert samen hun eerste snowboardles in een overdekt sneeuwparadijs in Zoetermeer. Vanaf maart 2004 opnamen in het Oostenrijkse Sölden.Het budget bedraagt twee miljoen euro. Snowfever wordt gecoproduceerd door A-Film en SBS. Het is voor het eerst dat een Nederlandse commerciële zender alscoproducent optreedt. Er wordt niet gerookt in Snowfever, de boodschap van regisseur Pim van Hoeve. Repenfabrikant Masterfoods sponsorde de film vanwege hun sponsorcontract met Jim Bakkum, die er ook een rolletje in speelt. De advocaten van drie Duitse acteurs die in de film meespelen, wilden in een juridische spoedprocedure de release van de film verbieden omdat de acteurs nog niet waren betaald voor hun bijdrage aan de film. Het gaat om een bedrag van ongeveer 50.000 euro. NL Film heeft met een spoedoverboeking zelf het geld naar de acteurs overgemaakt. De fout lag volgens producent Johan Nijenhuis echter bij de Duitse coproducent Hope & Glory Pictures International, die beloofd had de Duitse acteurs te betalen. Het bedrijf had beloofd 3 ton van het budget van bijna 2 miljoen euro voor zijn rekening te nemen. In ruil daarvoor had het bedrijf de distributierechten van de film in Duitsland en Oostenrijk verworven. Voor de première van de film is uit Oostenrijk 50 kubieke meter sneeuw overgehaald die Pathé ArenA moesten omtoveren tot een sneeuwparadijs. Premièreparty Snowfever, maandag 11 oktober 2004, 19.30 - 20.30 uur & 22.50 - 23.15 uur, SBS 6. The Making of Snowfever', maandag 11 oktober 2004, 23.15 uur, SBS 6. Na de aftiteling volgt nog een scène. Oene Kummer in ‘PreView’ van oktober 2004: “(…)Een sympathiek detail is bovendien dat Nicky’s mollige vriendin Eef (Eva van der Gucht), die in een andere film wellicht het mikpunt van spot zou zijn, hier als eerste een leuke kerel aan de haak heeft.” Dana Linssen in 'NRC Handelsblad' van 13 oktober 2004: "(...) Goed of interessant is Snowfever geen van beide. En het cynische is dat het zo moeilijk voor te stellen is dat het de bedoeling was dat hij goed of interessant zou worden. Snowfever gaat net als Costa om het overbrengen van een vertrouwd gevoel: een jongen en een meisje ontmoeten elkaar en het loopt goed af. (...) Snowfever is nog slechter dan Costa. Het scenario is slordiger, de stijl ongemotiveerder, het acteren belabberder. Gelukkig had Costa Georgina Verbaan en heeft Snowfever Eva van der Gucht en Egbert Jan Weeber als glorieuze klunzen. Maar die kwaliteiten zullen voor de doelgroep niet de hoofdreden zijn om hem te gaan zien. (...)" Hanna Bervoets in 'NL20' van 13 oktober 2004: "(...) niet bijster origineel of spitsvondig (...) koddig hoogtepunt: Egbert Jan Weeber met een flesje Yoghidrink [Vitalinea] om z'n lul. Deze doldwaze promiscuïteiten contrasteren met de oubollige teksten die de acteurs zo nu en dan in de mond gelegd krijgen. Een uitroep als 'Ze kúnnen me wat!' associeer je nu eenmaal eerder met Dik Trom (...) Toch kent Snow Fever wel degelijk een aantal entertainende momenten, en dat is vooral te danken aan het altijd enthousiaste spel van Daan Schuurmans en de veelvuldige aanwezigheid van die charmante, leuke, lekkere, enfin: 'getalenteerde' Egbert Jan Weeber. Bovendien bevat de film genoeg lijpe dansjes, snowboardstunts en spectaculaire afdalingen om ook de visueel ingestelde kijker geen seconde te vervelen." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 13 oktober 2004: "(...) Het is moeilijk te geloven, maar Snowfever is van dezelfde maker [Pim van Hoeve]. De lichtvoetigheid van Liever Verliefd is ingeruiuld voor plompheid en puberale humor. (...) een flinke stap terug. De film maakt een houterige indruk en er wordt matig geacteerd. (...)" Marieke Kremer in 'Sp!ts' van 14 oktober 2004: "(...) het verhaaltje bevat alle clichés die bij het genre horen (...) Met het acteerwerk van die jongelui is weinig mis - al gaat de manier waarop Schuurmans telkens quasi-senstueel met zijn tong langs zijn lippen streelt, op een zeker moment op de zenuwen werken. En eerlijk is eerlijk: de film kent een paar grappig-melige momenten. Maar wat is het jammer dat regisseuren scriptschrijvers niet wat verder buiten het gebaande pad durven te treden. (...) burgerlijke moraal ligt er modderdik bovenop (...)" Brigitte van Meurs in Uitgaansnieuwsbrief 14 oktober 2004: “(…) De film beloofde ons een grote verrassing: hoofdrolspeelster Hanna Verboom zou Het Nieuwe Talent zijn. Dat is voor de helft waar: nieuw is ze wel, maar acteertalent heeft ze niet. Hoewel, Egbert Jan Weeber heeft zich in Van God los (2003) bewezen, maar komt hier niet echt uit de verf. En Daan Schuurmans is in Snow Fever ook niet op zijn best, hoewel de rol van de gladde en versierderige snowboardleraar Ryan hem op het lijf geschreven lijkt. (…)” Movieguide Nieuwsbrief van 14 oktober 2004: "(...) Goed nieuws is dat ook de actie, romantiek en humor ruim vertegenwoordigd zijn in deze hippe snowboardfilm. Bovendien doen alle acteurs exact wat ze moeten doen en spelen lekker los. Uitschieter is Hanna Verboom, die als de verlegen Nicky helemaal opbloeit. Als extra bonus krijg je diverse flitsende snowboard- en actiescènes te zien. Wie nog niet in de stemming was voor een wintersportvakantie, komt het met Snowfever zeker!" Ab Zagt in het Algemeen Dagblad: "Ook in Snowfever lopen een paar bitches rond, maar hun streken zijn kinderspel vergeleken met wat hun Amerikaanse leeftijdsgenoten in soortgelijke situaties uitspoken. Snowfever is niet vilein genoeg." Asing Walthaus in de Leeuwarder Courant: "Snowfever heeft in het begin wat gemene trekjes, maar wordt geleidelijk steeds sympathieker. Aan het eind is de film zo vriendelijk, dat bij de aftiteling zelfs mensen opgesomd worden, die bij de montage uit de film zijn verdwenen." Ronald Ockhuysen in 'de Volkskrant' van 14 oktober 2004: "(...) Snowfever, buiten de geijkte subsidiestromen tot stand gekomen, is de derde poging van producent Johan Nijenhuis om pubers naar de bioscoop te lokken. Met Costa! en Volle maan, die hij zelf regisseerde, slaagde Nijenhuis in zijn opzet: ze trokken respectievelijk 674 duizend en 455 duizend bezoekers. (...) Snowfever heeft een koddige grondtoon. Er wordt een slapstick-act met zwiepende ski's opgevoerd, twee Duitse jongens (‘Supercool!') functioneren als hofnar, en er wordt met ironie verwezen naar de Tiroler seksfilms uit de jaren zeventig. (...) Als film is Snowfever een stap vooruit ten opzichte van Costa! en Volle maan. Editor Job ter Burg houdt het tempo erin, de acteurs - Schuurmans, Verboom, Peggy Vrijens en Eva van der Gucht voorop - verstaan hun vak, en Martijn Schimmer maakte een gelikte soundtrack. Inhoudelijk blijft de komedie een ordinair doelgroepenproduct, waarin de lach wordt gezocht met een paard dat een knetterharde scheet laat op het moment dat Nicky en Ryan elkaar willen kussen. Goedkope romantiek en slechte smaak. Dat is de formule die de komende weken zo'n 400 duizend pubers naar de bioscoop doet gaan." Site: www.snowfeverdefilm.nl. De film wordt vooraf gegaan door de korte straatvoetbalfilm League of Legends, waarin ook toppers als Edgar Davids, Johnny Heytinga en Michael Reiziger te herkennen zijn. Regie: Jeffrey Elmont. Met: Lenny Neteb, Edward van Gils. Op 8 februari 2005 bracht A-Film Snowfever uit op dvd. Een dag voor de release had de consument via de websites van Tiscali (www.tiscali.nl) en Veronica (www.veronicatv.nl) de mogelijkheid special features te downloaden. Door de dvd zonder dit bonusmateriaal aan te bieden, kon A-Film Snowfever verkopen voor een consumentenadviesprijs van €9,99. De download kostte €2,50 kosten en bestaat uit meer dan een uur aan niet eerder vertoond bonusmateriaal. Het bonusmateriaal bestaat uit The Eggie Egg Report, waarin Egbert Jan Weeber op de voet wordt gevolgd met fragmenten uit zijn videodagboek, The Stories Behind The Snowfever, waarin acteurs vertellen over persoonlijke ervaringen tijdens de opnamen, een Making Of en Behind The Soaps, met vijf fragmenten over de casting. Gouden Ui 2005: Daan Schuurmans werd tot slechtste acteur van het jaar uitgeroepen voor zijn rol als geile snowboardleraar. Door lezers en sitebezoekers van Nieuwe Revu in september 2007 uitgeroepen als De slechtste Nederlandse film van de 21ste eeuw.
Première: 14 oktober 2004 (95 bioscoopzalen) 95.108 bezoekers
K-90 minuten

STILLE NACHT
Ineke Houtman

met: Victoria Koblenko (Marieke), Liesbeth Kamerling (Emma), Josefien Hendriks (Josien), Caro Lenssen (Laura), Christel Oomen (Bonnie), Peter Blok (leraar), Victor Löw (therapeut), Marcel Musters, Jaap Spijkers, Jeroen Spitzenberger (bibliothecaris), Pepijn Gunneweg, Mirjam de Rooij

Scenario: Frank Ketelaar. Vijf studentes wonen in studentenhuizen in de buurt van een park. Allemaal hebben ze zo hun eigen problemen; de een met de liefde, de ander met een minderwaardigheidscomplex, de derde met de studie. Elke dag fietsen ze heen en weer tussen de universiteit en hun studentenkamers. Daarbij moeten ze door het park waarin regelmatig een verkrachter actief is. Als er na een periode van relatieve rust opnieuw een studente verkracht wordt is Emma (Liesbeth Kamerling) zó boos, dat ze een comité wil oprichten om de veiligheid aan de orde te stellen. Vier anderen, Marieke (Victoria Koblenko), Laura (Caro Lenssen), Josien (Josefien Hendriks) en Bonnie (Christel Oomen) sluiten zich aan. Ze overleggen met het universiteitsbestuur, waar ze maar weinig voor elkaar krijgen. In ieder geval spreken ze af om ’s nachts voortaan in groepen door het park te fietsen. Op een avond is Marieke te laat om mee te fietsen. Ze neemt het noodlottige besluit om tóch alleen te gaan en wordt een paar uur later door de anderen gevonden, aangerand en verkracht. De meisjes zijn diep geschokt, vooral ook omdat de politie er maar niet in slaagt een stap verder te komen. Omdat Emma een idee heeft wie het misschien gedaan kan hebben, draait het erop uit dat ze zelf achter de verkrachter aan gaan. Ze vinden van alles, maar komen uiteindelijk niet veel verder. Wel leren ze zichzelf, elkaar en hun relaties tot mannen steeds beter kennen. Na een tijdje kunnen ze zich al niet meer voorstellen dat ze zich ooit met zo iets onbenulligs als studeren hebben beziggehouden. Als ze een aantal sporen moeizaam hebben gevolgd en Emma zelfs bedreigd is door een van hun ‘verdachten’ komen ze tot het inzicht dat ze hopeloos bezig zijn, als goedwillende amateurs. Waarom zou het hen in godsnaam lukken en de politie niet? Ze besluiten het bijltje erbij neer te gooien. Maar dan komt Marieke aan met een ontdekking die tot de dader zou kunnen leiden… De vraag is: wat te doen met die wetenschap? Producenten: Wilant Boekelman, Jan van der Zanden. Muziek: Fons Merkies. Camera: Sander Snoep. Montage: Michiel Reichwein. Geluid: Jan Willem van den Brink. Stunts: Marco Maas, Ronald Schuurbiers, Willem de Beukelaer.Stille Nacht is geproduceerd door: Waterland Film & TV. In coproductie met: AVRO. Stille Nacht werd gemaakt in het kader van Telefilm. Met financiële steun van: Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties, CoBo-fonds, Ministerie van OC&W, Stichting Nederlands Fonds voor de Film. Distributie: Moonlight Film Distribution. Partners van 'Stille Nacht': Bioscoop.nl, Dutch Filmworks, FilmFocus, Gazelle, Movie Alert!, TMF, Viva en Yorin FM. Maandag 22 maart 2004 startten de opnamen Opgenomen onder tijdsdruk in drie weken in het Amsterdamse Vliegenbos. In maart-april omdat Ineke Houtman absoluut geen bladeren aan de bomen wilde: "Kale silhouetten ogen veel mooier en angstaanjagender dan lichtgroene lenteblaadjes." Andere locaties: het nieuwe HES gebouw in Amsterdam. Er is niet gefilmd in Utrecht. Waterland Film & TV produceert, de AVRO is de coproducent, Ineke Houtman regisseert en Frank Ketelaar schreef het scenario. Scenarioschrijver Frank Ketelaar (In Oranje, De Band, Bij Ons in de Jordaan) gebruikte een krantenbericht over de Utrechtse serieverkrachter als het vertrekpunt voor een fictief verhaal, een psychologische thriller (90 min) waarin de thema's vriendschap en het heft in eigen hand nemen centraal staan. De suggestie van een connectie met de Utrechtse zaak, deed veel universiteiten weigeren om mee te werken uit angst voor negatieve associatie. Camera: Sander Snoep. Titelsong: Peter Douglas. Het winnen van de Soundmixshow-finale in januari 1987 was voor Peter Douglas de start voor een muzikale carrière. Met 'Stars On Frankie' scoorde hij onder productie van Jaap Eggermont een hit. Het nazingen van de Frank Sinatra song, scheelde duizenden euro's aan rechten. De hoofdrolspelers in Stille Kracht zijn Caro Lenssen (Cloaca, 15:35 Spoor 1), Christel Oomen (Drift), Victoria Koblenko (GTST), Liesbeth Kamerling (Phileine Zegt Sorry, Science Fiction) en Josefien Hendriks (Emergency Exit, Necrocam). Ketelaar schreef het stuk met Thekla Reuten, Rifka Lodeizen, Nadja Hüpscher, Ricky Koole en Kim van Kooten in gedachten, maar Ineke Houtman wilde per se een jongere generatie actrices. Wilant Boekelman en Jan van der Zanden van Waterland Film & TV produceerden eerder onder meer de speelfilms Tussenland, Drift, Novemberlicht en Deining. Ineke Houtman regisseerde onder meer Polleke en Madelief: Krassen in het Tafelblad. Stille Nacht krijgt financiële steun van onder meer het CoBO Fonds, het Stimuleringsfonds, het ministerie van OC&W en de AVRO. Filmproducent Waterland Film verkocht op het Festival van Cannes in mei 2006 de wereldrechten aan de Britse sales agent High Point. Volgens Holland Film, de organisatie die Nederlandse films promoot in het buitenland, is het zeer zeldzaam dat de wereldrechten van een vaderlandse productie worden aangekocht door een buitenlandse sales agent. Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 15 september 2004: "Stille nacht is spannend. Dat is in ieder geval goed gelukt. (...) Houtman kiest zorgvuldig het perspectief van de meisjes. In de film kunnen we geen aardige mannen verwachten. (...) Het enige zwakke punt is het scenario, de traditionele achilleshiel van de Nederlandse film. We worden soms verwend met de briljante dubbelzinnigheid van Maria Goos, de zomerse nonchalance van Eddy Terstall of de doorgedreven logica van Alex van Warmerdam. Maar zowel Stille Nacht als Cool!, de tweede Nederlandse première van deze week, brengen je weer terug bij motieven en dialogen met de subtiliteit van een ANWB-bord. Vooral de hoofdrolspeelsters hebben er last van. Liesbeth Kamerling, Caro Lenssen, Josefien Hendriks, Victoria Koblenko en Christel Oomen hebben te veel naturel om ze op te zadelen met zinnen als: ,,Dat er mensen zijn die tot zoiets in staat zijn!'' Als je Laura (Lenssen) wilt laten zeggen dat ze het beeld niet uit haar hoofd kan krijgen van haar vriendin die over een tak gebogen wordt verkracht, dan moet je haar dus vooral niet laten zeggen: ,,Ik kan het beeld niet uit mijn hoofd krijgen van mijn vriendin, etc.'' Het is aan de stuurmanskunst van Houtman en het acteertalent van de speelsters te danken dat de scènes desondanks werken." Jos van der Burg in 'Het Parool' van 15 september 2004: "Stille nacht is geslaagd als whodunit, maar minder overtuigend als psychologische thriller. We willen best geloven dat de vriendinnen in de greep raken van de speurtocht naar de dader, maar niet dat zij allemaal de kluts kwijt raken. Houterig is het educatieve aspect van Stille nacht. We horen soms dialogen die in een belabberd Postbus 51 spotje niet zouden misstaan. (...) Er is nieuws voor de makers van Stille nacht: het taboe op het praten over verkrachting is in Nederland al een tijdje doorbroken." Brigitte van Meurs in 'On Stage' van 16 september 2004: "Stille nacht is een psychologische thriller geworden, een spannende film over amateurdetectives. Wat de film middelmatig maakt, is de vreemde plot en de niet overtuigende acteerprestaties van de vijf actrices. Ze blijven nauwelijks overeind naast veteranen als Peter Blok, Jaap Spijkers en Viktor Löw. Hoewel de film voor tieners waarschijnlijk nog aardig is met al zijn duistere, in het bos gefilmde Blair Witch-achtige scènes, mag Houtman wat mij betreft de volgende keer gewoon weer een film voor kinderen maken." Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' van 16 september 2003: "Aardig is dat Houtman gekozen heeft voor een raamvertelling. (...) het recht in eigen hand. Vanaf dat moment ontspoort STILLE NACHT. (...) zeker door het feit dat plots elke man wordt aangemerkt als een potentiële engerd en verkrachter. (...) " Dick van den Heuvel in 'de Telegraaf' van 16 september 2004: "Het is de makers gelukt om niet alleen maar een spannend verhaal te vertellen over hoe stoere meiden achter hun belager aangaan, maar ook om daar een diepere laag in aan te brengen. Wat drijft de meiden, wat brengt ze bij elkaar, wat zijn hun verschillen? De jonge actrices (Liesbeth Kamerling, Josefien Hendriks, Victoria Koblenko, Caro Lenssen en Christel Oomen) passen moeiteloos in dat idee en bestempelen de film eens te meer tot een volwassen bijdrage aan de Nederlandse cinema." De première was tijdens Film by the sea op zaterdag 11 september 2004. De AVRO zond Stille Nacht op 21 mei 2005 uit op tv. Distributeur: Moonlight Films. Best Full Length Feature Film in de International Teenage Audience Competition Section op het Festival Internazionale Cinema delle Donne in Turijn in oktober 2005. Website: www.stillenachtdefilm.nl.
Première: 16 september 2004 (31 bioscoopzalen) 13.982 bezoekers
K-90 minuten

SUPERTEX
Jan Schütte

met: Stephen Mangan (Max Breslauer), Jan Decleir (Simon Breslauer), Maureen Lipman (Dora Breslauer), Elliot Levey (Boy Breslauer), Tracy-Ann Oberman (Lea van Gelder), Anna Geislerová (Maria), Meital Barda/Meital Berdah (Esther), Victor Löw (Robbie Goldsmith), Lisa Kay (Prostitute), Leon Voorberg (Ernst Cohen), Ella van Drumpt (Yvonne), Otto Tausig (Van Gelder), Lettie Oosthoek (Mrs. van Gelder), Wigbolt Kruyver (Moshe van Dam), Abdelmalek Akhmiss (Jean-Pierre Mohammed), Nabil Akhmiss (Louis Mohammed), Alaheddine Benmoussa (David Tedesco), Omar Chenbod (Isaac Tedesco), Aïcha Mahmah (Mother Tedesco), Melek Karasu (Sulamith)

Duits-Nederlandse co-productie. Scenario: Andrew Kazamia, Richard Reitinger en Jan Schütte, gebaseerd op de gelijknamige roman van Leon de Winter uit 1991. Max Breslauer (33) kan het niet langer aan om in de schaduw te staan van zijn dominante vader Simon, oprichter van textielimperium 'SuperTex'. Om te ontsnappen aan de patriarchische obsessie met familietradities, verlaat Max het bedrijf en gaat op zoek naar zichzelf. Producenten: Haig Balian, Wiebke Toppel. Muziek: Zbigniew Preisner. Camera: Edward Klosinski. Montage: Renate Merck. Casting: Job Gosschalk. Production Design: Benedict Schillemans. Kostuums: Mariella Kallenberg. Distributie: A-Film. Er zijn aardig wat verschillen tussen het boek en de film. In tegenstelling tot de film is het boek grappig. De bezoekjes van Max aan de psychiater die in het boek zijn handelen verklaren zijn in de film weggelaten, omdat de filmmakers bang waren in joodse clichés te vervallen. Leon de Winter in 'NL20' nummer 14 van 2004: "De film staat een beetje naast de tijdgeest. Het is geen snelle, hippe kaskraker geworden. Het gaat om een klassiek thema dat met grote rust en precisie is uitgewerkt. Ik vond het een verademing om naar te kijken."Opnamen in Amsterdam en Marokko. Vanwege hoofdrolspeler Stephen Mangan werd besloten de film Engelstalig te maken. Ook werden in Tsjechië en Polen acteurs gevonden. Zesde verfilming van een werk van Leon de Winter. Jan Schütte regisseerde ook Abschied - Brechts letzter Sommer (2000). De film ging op 11 maart 2004 in Duitsland in première. SUPERTEX werd geselecteerd voor de festivals van Toronto en San Sebastian. Mark Moorman in 'Het Parool' van 17 maart 2004: "Jan Decleir als dominante vader met een zoon die tegen hem in opstand komt: sommige films echoën op onfortuinlijke wijze andere, veel betere, films. Supertex, naar de roman van Leon de Winter en geregisseerd door de Duitser Jan Schütte, brengt voortdurend Karakter van Mike van Diem in herinnering. De vergelijking pakt aan alle kanten ongunstig uit voor de film van Schütte, die zich weliswaar geheel in Amsterdam afspeelt, maar waarin iedereen in zijn eigen accent Engels spreekt. Voor de internationale mark, heet dat dan, rekening houdend met de eisen van alle partijen die er geld in hebben gestoken, maar het resultaat is opvallend kleurloos. (...) Los van het Engels lijkt elke zin een etiket dat het personage op zijn voorhoofd geplakt krijgt: kijk, dit is mijn gemoedstoestand. (...) Dat hij [Max] van zijn dwalingen op het persoonlijke en levensbeschouwlijke vlak zal terugkeren, is vanaf de eerste minuut duidelijk. En dat is dodelijk. André Waardenburg in 'NRC Handelsblad' van 17 maart 2004: "(...) Het boek is vertaald in een plat scenario, waaruit alle nuance is verdwenen. De joodse identiteit van de familie Breslauer is in de film een kwestie van kippensoep en keppeltjes geworden. De Winters soms controversiële spel met stereotypen, zoals de geldbeluste joodse textielhandelaar en diens zoon, de 'jood in een Porsche', is in de film decoratie geworden. (...)" Willem Schouten in 'Sp!ts' van 18 maart 2004: "(...) Decleir (ondanks steenkolenengels) en de vinnige Mangan maken het eerste deel van de film nog wel vermakelijk. Maar met de afwikkeling van het plot gaat Schutte toch wel enkele keren zeer kort door de bocht. Vooral de bizarre metamorfose van Boy is nauwelijks verteerbaar. Wat een kopje thee in een Marokkaanse baza niet te weeg kan brengen, zeg. (...)" Sven Gerrets in 'NL20' nummer 13-2004: "(...) Oppervlakkigheid troef, en dit in combinatie met Jan Decleir die met elk Engels woord worstelt. Het is duidelijk: dit is geen boekverfliming, dit is geen filmervaring, dit is een extra lange aflevering van een slechte soap." Jos van der Burg in 'de Filmkrant' d.d. maart 2004: "(…) De makers van Supertex zijn niet uit op een subtiel, onderhuids drama, maar op drama met hoofdletters . (…) SUPERTEX zit vol platte oneliners, die thuishoren in de soapwereld. (…) In SUPERTEX kijken we naar een nare, kille familie, die ons geen zier interesseert. Het kan ons niet schelen hoe het met Max en zijn familie afloopt. Allemaal lijden ze aan narcisme. (…)"
Koen Kleijn in 'Algemeen Dagblad' van 18 maart 2004: "(...) ondanks het alleszins behoorlijke spel van de Britse acteurs, de gedegen vormgeving en de beschaafde muziek blijft SUPERTEX opvallend vlak, met maar af en toe een ogenblik van ontroering of sympathie. Er zat meer in."
Première: 18 maart 2004 (16 bioscooopzalen) 1.513 bezoekers
K-97 minuten

SUSKE EN WISKE EN DE DUISTERE DIAMANT
ook: DUISTERE DIAMANT, DE
Rudi Van Den Bossche

met: Joeri Busschots (Suske), Céline Verbeeck (Wiske), Dirk Roofthooft (Lambik), Peter Van den Begin (Tante Sidonia), Stany Crets (Jerom), Tuur De Weert (Professor Barabas), Thekla Reuten (Alwina), Rik Launspach (Baron Roger de Lacheloze), Urbanus (Jacobus), Willeke van Ammelrooy (Clara), Vital Baeken, Sven De Ridder, Daan Hugaert (Magiër), Hans de Munter, Peter Rouffaer (klant), Herr Seele, Henk van Ulsen (Tovenaar), Peter Van Den Dungen, Marc Van Eeghem (klant), Fred Van Kuyk, Coen van Vlijmen (butler), Alex Wilequet

Nederlands-Belgisch-Duitse coproductie. Scenario: Rudi Van Den Bossche, Ilse Somers, naar het gelijknamige 121ste Suske & Wiske avontuur van Willy Vandersteen uit 1958. Suske en Wiske, Lambik en Tante Sidonia vertrekken op vakantie naar de Ganzehoeve van baron de Lacheloze. Volgens Alwina, de gastvrouw van de Ganzehoeve zijn er enge spookverhalen over de herberg. Wiske wil daar wel het fijne van weten. Al gauw ontdekt ze dat Alwina ook over magische krachten beschikt. Dan vindt Suske een zwarte steen, die hij aan Tante Sidonia geeft. De baron blijkt bijzonder geïnteresseerd in de steen en weet Tante Sidonia te overtuigen deze aan hem te verkopen. Direct daarna wordt Sidonia heel erg ziek. Lambik vertrouwde de baron toch al niet... Alwina beseft meteen wat er gebeurd is: heel lang geleden creëerde een magiër een zwarte, duistere steen. Maar als iemands lach hieraan wordt toegevoegd verandert deze in een diamant! Als iemand zich probeert te verrijken met de diamant, is deze persoon ten dode opgeschreven... Alleen diegene die de hebzucht kan weerstaan en de steen aan de magiër teruggeeft, kan de eeuwenoude vloek verbreken. Tante Sidonia is dus in levensgevaar! Suske en Wiske moeten koste wat kost de duistere diamant terug brengen naar de magiër! Hierbij worden ze geholpen door professor Barabas met zijn teletijdmachine: Suske en Wiske laten zich terugflitsten naar de Middeleeuwen! Maar ze gaan niet alleen. Lambik en Alwina moeten Suske en Wiske achterna om te helpen. Daarnaast worden ze gevolgd door iemand die het minder goed met ze voor heeft... Muziek: Brian Clifton. Eindsong: Fay Lovsky. Producenten: Christel Brunn, Antonino Lombardo, Axel Möbius, Hetty Naaijkens-Retel Helmich, Christoph Thoke, Peter Van Den Dungen. Camera: Gerd Schelfhout. Montage: Ludo Troch. Art Direction: Dimitri Merkoulov. Kostuums: Els Cuppens. Stunts: Marco Maas, Willem de Beukelaer. Visual effects supervisor: Erich Eder. In 1976 werd onder regie van Patrick Lebon al een animatie tv-serie gemaakt. Dit is de eerste verfilming van het gelijknamige stripverhaal van de Vlaamse stripmaker Willy Vandersteen, die in 1990 overleed. Hij had in zijn testament nauwkeurig laten vastleggen hoe zijn striphelden er bij moesten lopen en wat ze wel én niet mochten doen. Het heeft praktisch drie jaar geduurd om de financiering van het project rond te krijgen. De bijna 3 miljoen euro kostende film werd uiteindelijk gefinancierd door een Nederlandse, een Belgische en een Duitse coproducent, de Nederlandse omroep KRO en de Belgische VRT. Het was de bedoeling om de film op te nemen in de zomer van 2001 in Nederland en België, maar dit werd vertraagd tot 2003 doordat men nog een extra partner zocht om mooiere en betere speciale effecten op het doek te kunnen brengen. Dit had grote gevolgen voor de rolbezetting van de film. Men wilde graag verder met de acteurs die in eerste instantie voor de rollen waren geselecteerd, maar Daan Vervoort die Suske zou gaan spelen was te zeer gegroeid en had de baard in de keel. Hij werd vervangen door Joeri Busschots. Damiaan de Schrijver zou Lambiek spelen, maar dat ging ook niet door. Gert Portael werd destijds genoemd voor de rol van tante Sidonia. Oorspronkelijk zou Dominique Derrudere de film regisseren, maar hij had inmiddels andere verplichtingen. In augustus 2003 gingen de opnamen dan echt van start. De film had 41 draaidagen met een budget van 2,87 miljoen euro. De slotscène is opgenomen in een studio in Schiedam. De middeleeuwse scènes werden opgenomen in het openluchtmuseum van Bokrijk, België. Andere opnamen in de Rotterdamse Schiecentrale. Opmerkelijk is dat de rol van Tante Sidonia wordt gespeeld door de man Peter van den Begin. Opvallende Duracell reclame. Ook Nikon, Minute Maid en De Ruyter mogen niet klagen over hoe hun producten te zien zijn. Plat Vlaams spreken Suske en Wiske ook in de albums al 40 jaar niet meer. Tot in 1963 verscheen er van ieder album een Vlaamse en een Nederlandse versie. In dat jaar opent 'De nerveuse Nerviërs' met een memorabele uitspraak van tante Sidonie: ,,Van nu af aan spreken we beschaafd Nederlands en daarom wil ik voortaan Sidonia heten.'' Sindsdien spreken de striphelden algemeen beschaafd Nederlands, al bleven de albums in het begin vol staan met Vlaamse zegswijzen. Céline Verbeeck werd geboren op 25 februari 1990. Eric Koch in 'de Telegraaf' van donderdag 19 februari 2004: "Willy Vandersteens populaire 'strijkplank' wordt in travestie gespeeld door Peter Van Den Begin en diens overslaande stem zet de toon voor het eerste en hopelijk laatste bioscoopavontuur van Vandersteens populaire geesteskinderen. Regisseur Rudi Van Den Bossche heeft in Vandersteens befaamde stripboeken kennelijk geen enkele dunne lijn aangetroffen en het poppenkastacteren van zijn cast brengt ons ook zonder de teletijdmachine van professor Barabas terug naar de periode van de stomme film. 'Suske en Wiske en de Duistere Diamant' verheft ongewild 'De Kameleon' en 'Pipo' tot meesterwerken van de Lage Landen." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 18 februari 2004: "Dat tante Sidonia een travestiet is, dat Wiske borsten heeft en Lambik niet eens zes haren, dat doet de verfilming van een stripavontuur van Suske en Wiske geen kwaad. Maar het zal wel altijd lastig wennen blijven aan de stemmen die de driedimensionaal gemaakte plaatjes meekrijgen. (...) Voor de doelgroep zo rond de twaalf jaar lijkt De duistere diamant toch echt te kinderachtig. Maar voor de kleineren zitten er weer wonderlijke seksuele grollen in. Toch is deze verfilming beter geslaagd dan de poppenserie die in de jaren zeventig op tv kwam. Dat ligt vooral aan het materiaal. Voor de poppenserie werden de albums uit die tijd bewerkt, terwijl die toen al naar een bedenkelijk formule-niveau waren afgedaald. (...) De verfilming hiervan is tamelijk getrouw, ziet er verzorgd uit en heeft een redelijk tempo. De Suske en Wiske zijn tamelijk onopvallend, maar zo hoort dat ook met strips. Het gaat om de bijfiguren. In dat opzicht is de casting van Roofthooft als Lambik geslaagd, al heeft hij de wonderlijke gewoonte met getuite lippen rond te lopen. Peter Van Den Begin als Sidonia is minder geslaagd, maar die heeft ook geen dankbare rol; ze is vrijwel de hele film ziek, zwak en misselijk. Reuten is een mooie tovenares. Launspach had moeite met kiezen tussen tweedimensionale schurk of knappe baron en doet dus allebei. Alles bij elkaar kunnen we zeggen: het boek was beter." Sven De Hondt op http://www.kutsite.com/recensie/suskeenwiske.html: "De Vervelende Verfilming, De Stomme Stripfilm, het Onbenullige Onding,.... Bijster origineel zijn de alliteratiegrappen van de critici niet meer, toch bevatten ze een waarheid die niet omzeild mag worden: Suske en Wiske en de Duistere Diamant is wel degelijk het ongein waar we voor gewaarschuwd werden. (...) Als kinderfilm heeft Suske en Wiske en de Duistere Diamant weliswaar zijn charmes. Maar helaas tracht deze film geen kinderfilm te zijn, maar een familiefilm waardoor hij helemaal de mist in gaat. Wanneer Alwinde niet meer kan toveren vanwege haar maandstonden, of wanneer Jerom als een geile hond ligt op te kijken naar een ferme madame in erotische lingerie, moet je je als kijker beginnen af te vragen of dit wel degelijk voer voor kleine kornuiten is. Wiske's tepels functioneren doorheen de film als een thermometer en staan pijlrecht omhoog. (...) "Wat spookt dat ene sterretje daar nog rond boven de recensie" zult u zich nu wel terecht afvragen: gastrollen van Urbanus, Herr Seele, Willeke van Ammelrooy en Frank Focketyn zorgen ervoor dat we dit onding ergens nog een tikkeltje plezierig vonden." Voor Z@ppelin wordt de film bewerkt tot een korte serie. Officiële website: www.deduisterediamant.nl. De Belgische première was op 18 februari 2004, de Nederlandse een dag later.
Première: 19 februari 2004 (105 bioscoopzalen) 61.932 bezoekers
K-88 minuten

VERBORGEN GEBREKEN
OOK: HIDDEN FLAWS/CRYING SHAME, A
Paula van der Oest

Met: Henny Orri (Agnes Stam), Priscilla Knetemann (Chris Jansen), Bram van den Hooven (Tommie Jansen), Hunter Bussemaker (Waldo Jansen), Monic Hendrickx (moeder Jansen), Gert Emmerechts, Sandra Voe, Glenn Morrison, Nicholas Rowe, Sean Scanlan, Eric van der Donk (Robert Stam), Evelien Rutgers, Matteo van der Grijn (Robert Stam, 22), Antje Boemans, Ryan Beekhuizen, Tjeerd Mischof, Sheona Meade, Micheal Tins

Nederlands-Schotse co-produktie. Scenario: Tamara Bos, naar het gelijknamige boek van Renate Dorrestein uit 1996. De zeventigjarige Agnes reist met de as van haar geliefde Robert naar hun vaste vakantiehuis op het Schotse eiland Mull. Onderweg klimmen twee weggelopen Nederlandse kinderen, het tienjarige meisje Chris en haar jongere broertje Tommie, stiekem in haar auto. De kinderen dreigen Agnes opnieuw weg te lopen als ze de politie belt. In het afgelegen huisje, prachtig gesitueerd aan een baai met uitzicht op zee, groeien de oude vrouw en de kinderen langzaam naar elkaar toe. Chris is zelfverzekerd en opvliegend, en domineert niet alleen haar jongere, eigenwijze broertje, maar ook de oude Agnes, die zich verliest in herinneringen aan Robert. Ondertussen moet Agnes de mensen het hoofd bieden die het huis van haar willen overnemen. Producenten: Jacqueline de Goeij, Bob Last, Ruud van der Heyde. Camera: Bert Pot. Productie design: Ursula Cleary. Geluid: Jac Vleeshouwers. Mixage: Jan Willem van den Brink. Editor: Sander Vos. Muziek: Fons Merkies. Productiemaatschappij: Filmprodukties De Luwte B.V. Televisiemaatschappij: NPS TV. Distributie: Independent Films. Deels Engels gesproken. Opnamen vanaf oktober 2003 op het eiland Mull,in Schotland en in Nederland. Eerdere plannen om boeken van Renate Dorrestein te verfilmen, liepen vaak al in vroeg stadium vast. In eerste instantie ging het scenario vooral om het psychologisch drama, maar later heeft Bos zich meer het thrilleraspect geaccentueerd. Van de draaidagen op Mull werd een trailer gemaakt waarmee buitenlands geld moest worden geworven bovenop het budget van 1, 6 miljoen euro dat op dat moment beschikbaar was. De opnamen van/in een Schots cottage zijn gemaakt in een Amsterdamse filmstudio. Het boek heeft een einde, maar voor de film werden een paar verschillende eindes gedraaid, omdat Van der Oest het idee had dat de film zich in de montagefase zelf gaat dicteren. Renate Dorrestein toon zich enthousiast over Paula van der Oests verfilming van haar boek: 'Op de set liep ik als het ware mijn eigen boek binnen; de film klopt helemaal met het beeld wat ik zelf had! Ik vind het dan ook ontzettend leuk om mijn boek werkelijkheid te zien worden.' De jonge Agnes wordt gespeeld door Antje, de dan zesjarige dochter van regisseur Paula van der Oest. Oene Kummer in ‘PreView’ van oktober 2004: “(…) mooi, integer, maar ook vrij neerslachtig, met sterk spel van theaterveteraan Orri en schilderachtig camerawerk van Gouden Kalf-winnaar Bert Pot.” Jos van der Burg in 'Het Parool' van 28 oktober 2004: "Haar zes bioscoopfilms behoren tot verschillende genres en lopen stilistisch sterk uiteen. Toch loopt er een rode draad door haar werk: alle films worden bevolkt door personages, die zich in een onverschillige, vaak vijandige omgeving bevinden. (...) Er valt veel goeds te melden over Verborgen gebreken. Een verrassing is Henny Orri, die in het verre verleden speelde in Bert Haanstra's Dokter Pulder zaait papavers en Vroeger kon je lachen. De actrice overtuigt als een krachtige, in zichzelf gekeerde vrouw, die verbitterd de wereld de rug toekeert. Ook de natuurlijk ogende kindacteurs leveren uitstekende prestaties. Het bewijst weer eens dat Van der Oest een goede acteursregisseur is. Een belangrijke bijdrage levert ook het Schotse landschap. De zware wolkenluchten en grauwe, verregende landschappen, die werden vastgelegd door cameraman Bert Pot, vormen een perfect decor voor het drama. Toch overtuigt Verborgen gebreken niet. Het probleem zit in het scenario van Tamara Bos, die met psychologische hinkstapsprongen door het verhaal dendert. We willen best geloven dat Agnes de kinderen meeneemt naar huis, maar het lukt ons niet om mee te gaan in de gewelddadige ontsporing die erop volgt. Van der Oest houdt, in haar eigen woorden, van 'verhevigd realisme'. Met het streven is niets mis, zolang we in haar films kunnen geloven. We moeten het idee krijgen dat ze zich in werkelijkheid kunnen voordoen. Zoals eerder bij Moonlight is dat bij Verborgen gebreken niet het geval. De film wordt dramatisch zo opgepompt - let ook op de muziek van Fons Merkies - dat hij zichzelf bijna opblaast. Wie vertelt Van der Oest dat soberheid dramatischer werkt dan een overkill aan emoties?" Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 27 oktober 2004: "Voor een film die zo nadrukkelijk over grote gevoelens gaat, is Verborgen gebreken uitermate koel. Misschien komt het juist wel door die grote, die heel grote gevoelens waarmee regisseur Paula van der Oest haar acteurs overlaadde. Dat je daar haast niet overheen kunt spelen, hoe je ook je best doet. Met de acteurs en hun spel is de voornaamste kwaliteit van Verborgen gebreken genoemd. (...) De 79-jarige Henny Orri is de oude Agnes, de twaalfjarige Priscilla Knetemann is Chrissy, Bram van den Hooven haar kleine broertje Tommy. Hun spel, en vooral hun samenspel is adembenemend. Je kunt zien met hoeveel zorg Henny Orri reageert op de uitbarstingen van haar jonge tegenspelers - precies zoals je van een oude vrouw zou hopen dat ze reageerde op kinderen die nog zoeken naar de juiste woorden en de juiste handelwijze. Priscilla Knetemann speelt Chrissy perfect: hard, teder, onzeker en zelfbewust tegelijk. In dat tere samenspel op een beperkte lokatie - in dit geval een schilderachtig huis aan een ruige Schotse baai - is de film en zijn de vormgeving en cinematografie (van Bert Pot) en de regie van Van der Oest op hun best. (...) Twee kleine kinderen die elkaar omhelzen op een strand bij zonsondergang en dan vinden dat je daar nog de aanzwellende akkoorden van componist Fons Merkies bij nodig hebt - dat is boter smeren op een boterham met chocopasta. (...) Een geladen geweer. Een verminking. Incest, nee driedubbele incest. Moord, nee driedubbele moord. Het psychologische spel, waar de acteurs toch driewerf tegen opgewassen blijken, krijgt door toevoeging van groeihormonen uit de schrijversvakschool een schematisch karakter. De spiegelingen - tot aan een glazen oog voor de vrouw en een ooglap voor de knuffelbeer toe - en de zorgvuldige plaatsing van motieven worden voor Van der Oest en scenarioschrijfster Tamara Bos gaandeweg belangrijker dan de psychologie van de personages. Natuurlijk huiveren we als een kind met een geweer speelt waarvan wij hebben begrepen dat het geladen is. Maar dat heeft verder met de personages niets te maken. (...)" Remko Mewe in Biosmail van 28 oktober 2004: "Heeft de film te lijden onder een gebrek aan professionaliteit? Nee. (...) Zou het verhaal dan zo zwak zijn? Nee, ook niet (...) De meeste emoties en gedachtes blijven onuitgesproken. Laat van der Oest die over aan onze eigen verbeelding? Misschien. Maar door het uitblijven van reflectie worden de zwaarwichtige thema’s behoorlijk afgezwakt. De film gaat met een boog om de kern heen, en lijkt er geen uitspraak over te durven doen. Van der Oest mist de literaire capaciteiten van een schrijfster. Dorrestein kan haar personages tot leven roepen, van der Oest net niet." Jan Pieter Ekker in 'de Volkskrant' van donderdag 28-10-2004: "(...) In Paula van der Oests verfilming van de bestseller van Renate Dorrestein uit 1996 gebeurt veel. (...) De twee vrouwen herkennen iets in elkaar, maar wat en vooral waarom, wordt slechts met horten en stoten duidelijk, in een film die voortdurend wisselt van stijl en perspectief. (...) Verborgen gebreken is een ambivalente film die doet denken aan Van der Oests thriller-sprookje Moonlight en haar speelfilmdebuut De nieuwe moeder: ondanks het goede spel blijven de aangestipte thema's - incest, schuldgevoel, verval en eenzaamheid - steken aan de oppervlakte." Koen Kleijn in ‘Algemeen Dagblad’ van 28 oktober 2004: “(…) Verborgen Gebreken is wat verhaal, sfeer en intentie enigszins te vergelijken met De Tweeling: ook hier worden ongemakkelijke herinneringen en broeierige familiegeschiedenis van een oude dame gespiegeld in de hade feiten van het heden. (…) de rol van het meisje Chris, de katalysator van het drama, is matig bezet. De kleine Priscilla klampt zich vast aan haar houterige zinnen en haar nuffige manier van acteren. Het is mogelijk precies dat gebrek aan zelfvertrouwen dat verhindert dat Verborgen Gebreken uitgroeit tot iets werkelijks bijzonders.” Belinda van de Graaf in ‘Trouw’ van 28 oktober 2004: “Innemend is het spel tussen Henny Orri en Priscilla Kneteman, tussen een oude, bekende theateractrice en een jong, onbekend talent. (…) net iets te veel filmische clichés.” Marieke Kremer in ‘Sp!ts’ van 28 oktober 2004: “(…) wie van de roman heeft genoten, zal de film waarschijnlijk ook goed vinden. Van der Oest volgt het verhaal van Dorrestein bijna tot in detail – alleen de grove scheldwoorden die Chrissie in het boek bezigt, zijn weggelaten. (…) Misschien had Van der Oest er goed aan gedaan het einde iets minder open te maken; de aftiteling komt nu wel erg uit de lucht vallen.Daarmee laat ze de kijker met een wat onbevredigd gevoel huiswaarts keren. En het acteren, vooral van de kinderen, is niet altijd even naturel. Maar dat is dan ook zo’n beetje het enige wat op de film is aan te merken. Als droevig stemmend drama staat Verborgen Gebreken als een huis.” Jann Ruyters in ‘de Filmkrant’ van oktober 2004: “(…) Er gebeurt genoeg (een ongeluk, een moord, een glazen oog dat uit de oogkas valt), maar toch wordt de film een beetje saai op den duur. Misschien is het de stijl. Wat er gebeurt is hard, maar van der Oest filmt zacht. (…)” Lycos Movieguide van donderdag 28 oktober 2004: "Het complexe verhaal van Renate Dorrestein komt volledig tot zijn recht in de kundige handen van scenarioschrijfster Tamara Bos en regisseur Paula van de Oest. De talentvolle regisseuse levert een prachtig gezinsdrama af, met sprekende en sterk uitgewerkte personages en schitterende, mystieke en mistige Schotse sfeerplaatjes. De grootste blikvanger is echter het acteerwerk. Vooral dat van uitblinker Henny Orri en de jonge, intens spelende Priscilla Knetemann. Samen zullen zij weinig ogen droog laten in de bioscoop! Aanrader: Zulke schitterende acteursfilms als Verborgen Gebreken komen niet vaak voorbij. De regie van Paula van der Oest is solide en bekwaam, maar het zijn vooral de acteerprestaties die van dit familiedrama een voltreffer maken!" Genre: Drama. Kijkwijzer: 12 jaar, geweld en grof taalgebruik
Première: 28 oktober 2004 (10 bioscoopzalen) 7.257 bezoekers
K-103 minuten

ZAAK ALZHEIMER, DE
Erik Van Looy

met: Koen De Bouw (Eric Vincke), Werner De Smedt (Freddy Verstuyft), Jan Decleir (Angelo Ledda), Jo De Meyere (Baron Henri Gustave de Haeck), Hilde De Baerdemaeker (Linda de Leenheer), Geert Van Rampelberg (Tom Coemans), Gène Bervoets (Seynaeve), Patrick Descamps (Gilles Resnais), Vic De Wachter (Joseph Vlerick), Deborah Ostrega (Anja), Marc Peeters (Opperwachtmeester Opdebeeck), Filip Peeters (Majoor De Keyzer), Bart Slegers (Opperwachtmeester Lemmens), Johan Van Assche (Hoofdcommissaris Van Parys), Tom Waes (Opperwachtmeester Verheyen), Laurien Van den Broeck (misbruikt meisje)

Belgisch-Nederlandse co-productie. Scenario: Erik van Looy, Carl Joos. DE ZAAK ALZHEIMER is de verfilming van de gelijknamige bestseller van Jef Geeraerts. Antwerpen, 1995. Vincke (Koen de Bouw) en Verstuyft (Werner De Smedt) zijn het beste recherche-duo van de Antwerpse politie. Als ze geconfronteerd worden met de moord op een topambtenaar stellen ze alles in het werk om de dader te pakken te krijgen. Het spoor leidt naar de huurmoordenaar Angelo Ledda (Jan Decleir). Ledda lijdt aan de symptomen van de ziekte van Alzheimer en krijgt het steeds moeilijker om zijn opdrachten uit te voeren. Als hij bovendien doorkrijgt dat hij zich heeft laten gebruiken voor een politiek machtspelletje besluit hij achter zijn opdrachtgevers aan te gaan. Vincke en Verstuyft hebben de handen vol om het kluwen van intriges, afrekeningen en netwerken te ontwarren en te vermijden dat er nog doden vallen. Producenten: Hilde De Laere, Erwin Provoost. Muziek: Stephen Warbeck. Camera: Danny Elsen. Montage: Philippe Ravoet. Art Direction: Johan Van Essche. Kostuums: Kristin Van Passel. Nederlandse inbreng: TROS/CoBo, Bridge Entertainment Group. Titelsong: 'Some of us' / Starsailor. Opgenomen in Antwerpen en Marseille. Nederlands ondertiteld. Belgische première: 15 oktober 2003. De film met een budget van 2,5 miljoen euro bracht in het België in het eerste weekend al 3,3 miljoen euro op. In België trok de film meer dan 750.000 bezoekers en behoort daarmee tot de vijf succesvolste Belgische films aller tijden. Nederlandse galapremière in het Amsterdamse Tuschinski-theater op dinsdag 6 april 2004. Genre: thriller, actie, misdaad. De film kreeg in Frankrijk en Wallonië geen ondertitels, want men koos voor een gedubde versie. Jos van der Burg in 'Het Parool' van 14 april 2004: "(…) de Belgen [hebben] met De zaak Alzheimer hun Lek. Regisseur Erik van Looy (…) bewijst (…) vooral goed te hebben gekeken naar David Finchers Seven, Michael Manns Heat en Christopher Nolans Memento. (…) Van Looy heeft alles samengesmeed tot een hecht geheel. Jammer, dat de film net voor de eindstreep met quasi-virtuoze plotwendingen uit de bocht vliegt." Bas Blokker in 'NRC Handelsblad' van 14 april 2004: "Decleir draagt 'Alzheimer' De gok van Erik van Looy had ook helemaal verkeerd kunnen uitpakken. (…) Het galmt de naam van Dutroux en overigens ook van Connerotte, de rechtschapen onderzoeksrechter die meer leek te gaan onthullen dan de betrokkenheid van Dutroux alleen bij de moord op jonge meisjes die seksueel werden misbruikt. (…) De vraag is dus of De zaak Alzheimer op zichzelf voldoende kracht heeft om het te redden in een land dat niet met dit soort zaken gepreoccupeerd is. Van Looy heeft in elk geval manieren gezocht om de politiethriller te verrijken en zijn voornaamste troef is de hoofdrol van Jan Decleir als aftakelende huurmoordenaar Angelo - dichter bij Harvey Keitel kan een Nederlandse film niet komen. In heel zijn voorkomen zit dreiging, in heel zijn wezen verdriet. (…) Als karakterstudie is de film geslaagd. Als thriller is hij enigszins door de werkelijkheid ingehaald, omdat het ons na alle berichtgeving rond Dutroux en de roze balletten niet meer kan verrassen dat een minister vuile handen maakt en dat twee politiekorpsen elkaar liever vermoorden dan toe te staan dat één van beide met de eer gaat strijken. Dat alles doet niet af aan het plezier tijdens de film. Het betekent alleen wel dat hij niet veel langer dan die twee uur bijblijft." Marissa Jalink in NL20: "(…) Met de echte Hollywood-detectivethrillers kan DE ZAAK ALZHEIMER zich niet meten. Het is meer een uit de hand gelopen aflevering van Baantjer." Prijs van de internationale kritiek op het Festival du film policier in het Franse Cognac op maandag 12 april 2004. Vier Joseph Plateauprijzen in Gent op 7 mei 2004: . beste Belgische regisseur (Erik Van Looy), beste Belgische acteur (Jan Decleir), beste Belgische scenario (Erik Van Looy en Carl Joos) en beste Belgische film. Bovendien kreeg de productie nog de Publieksprijs omdat het de Belgische bioscoopfilm was die het meeste opbracht. Ondanks de lovende kritieken bij de première moest Nederland niet veel hebben van ’De Zaak Alzheimer’. De thriller hield het drie weken uit in de bioscoopzalen. De teller bleef steken bij 6.500 verkochte kaartjes en bij dat cijfer zijn de ’sneak previews’ al meegeteld. In Frankrijk lokte de film tot half mei 2004 een kleine 40.000 mensen naar de cinema. Ook Wallonië doet het goed met 8.500 entree’s. In In Vlaanderen ging de film 15 oktober 2003 van start. 740.000 mensen gingen kijken. Er werden bij de opnames extra scènes ingeblikt zodat er voldoende is voor een minireeks van 3 afleveringen, die de Vlaamse zender TV1 in het seizoen 2004/2005 zal uitzenden. DE ZAAK ALZHEIMER was in 2003 het grootste kassucces in Vlaanderen met ongeveer 750.000 bezoekers. Officiële website: http://ms.skynet.be/alzheimer.
Première: 15 april 2004 (24 bioscoopzalen) 6.994 bezoekers
K-120 minuten

ZUIDEN, HET
Martin Koolhoven

met: Monic Hendrickx (Martje), Frank Lammers (Loe), Oksana Akinshina (Zoya), Olga Louzgina (Galina), Nazmiye Oral, Bart Klever, Ina Geerts (Dorien), Chris Comvalius, Catalijn Willemsen, Elvan Akyildiz, Vlatka Simac, Tine Joustra (Prothese-specialiste), Arnold Willems (Guus), Nanah Takaza

Nederlands-Belgisch-Deense co-productie. Scenario: Mieke de Jong. Speelfilm in Dogma-stijl. Martje (Monic Hendrickx) is de sympathieke bazin van een wasserette. Haar medewerkers dragen haar op handen. Op de chauffeur na zijn het allemaal vrouwen, met een sterke onderlinge solidariteit. Als de oude chauffeur met pensioen gaat komt Loe (Frank Lammers) solliciteren. Als vrachtwagenchauffeur heeft hij jaren op het Zuiden gereden, maar hij wil graag voor de wasserette werken 'omdat Nederlandse hamburgers en koffie het lekkerst zijn'. Loe en Martje voelen zich onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken. Het onvermijdelijke lijkt te gaan gebeuren als Loe in haar kantoor wordt ontboden. Maar de flirt loopt uit op een fiasco, want Loe schrikt van het feit dat Martje vanwege borstkanker een borst mist. Martje ziet haar droom verstoord en haar medewerksters, die Loe zien wegstormen, trekken hun conclusies. Leugens en misverstanden leiden tot een dramatische reeks gebeurtenissen. Als er een illegale Russische tiener arriveert , moeder van een pasgeboren kind, neemt Martje de zorg voor de baby op zich. Muziek: Paul M. van Brugge. Uitvoerend producent: Iris Hogendijk. Producenten: Els Vandevorst en Ien van Wierst, Isabella Films. Co-producenten: CosmoKino, Rudolf Mestdag (België), Zentropa, Peter Aalbaeck Jensen (Denemarken). Omroep: NPS. Productie: Isabella Films, Zentropa Productions, Cosmokino, Els Vandevorst. Print: Isabella Films. Distributie: Isabella Films. Camera: Menno Westendorp. Montage: Job ter Burg. Art direction: Floris Vos. Geluid: Hans Helewout, Henri Morelle. Songs: 'My brain's down' van Nilsson, 'Harder dan ik hebben kan' van Bløf en enkele van Ph. MC Arthur. Casting: Saida van der Reijd. Budget: 1,1 miljoen euro. Opgenomen in o.a. 's-Graveland, Weesp, Hilversum. De 16 jaar oude Russische Oksana Akinshina, hoofdrolspeelster uit Lukas Moodysson’s film Lilja 4-ever was in maart 2003 in Nederland voor de repetities van Het Zuiden. In april en mei 2003 vonden de opnamen plaats. Scenarist Mieke de Jong had haar gespot tijdens een informele voorpremière van Moodysson's film en wist Koolhoven ook enthousiast te krijgen. Martin Koolhoven had in eerste instantie Renée Soutendijk gecontracteerd voor de rol , maar gaandeweg vond hij dat het een ander soort film moest worden en dat die rol een andere invulling moest krijgen. Dana Linssen in 'de Filmkrant' van april 2004: "Koolhoven maakt snel korte metten met de latente neiging die het scenario heeft om een Libelle-film over een vrouw met problemen op te leveren, door een aantal eigen precoccupaties met zondeval en verlossing de beelden in te smokkelen. Alleen in het middendeel waarin Hendrickx in te veel opeenvolgende scènes aan haar lot wordt overgelaten is dat niet helemaal gelukt. Het resultaat is echter, mede door de Antigone-achtige interpretatie van Akinshina's Zoya, een elementaire, woeste en ontroerende film, die de verbeelding zowel bevredigt als prikkelt." Oene Kummer in 'PreView' april/mei 2004: "(…) Met de hoofdrol in HET ZUIDEN laat Monic Hendrickx opnieuw zien waarom ze een van de allerbeste actrices van Nederland is. (…) HET ZUIDEN is een keiharde film, met Dogma-trekjes en dezelfde kwaliteit als Gouden Palm-winnaar ROSETTA." Brigitte van Meurs in de Uitgaansnieuwsbrief Onstage.nl van 22 april 2004: "(...) De heldere fotografie, maar vooral de prachtige acteerprestaties van Hendrickx, die heel naturel speelt, maken dat de onwaarschijnlijke gebeurtenissen die volgen niet uit de bocht vliegen. Regisseur Martin Koolhoven (Suzy Q, De grot) verstaat zijn vak gelukkig goed. Zijn sterke en soms gewaagde regie en de acteerprestaties van de cast, in het bijzonder die van Hendrickx, Lammers en de zestienjarige Akinshina, maken dat de geloofwaardigheid van Het zuiden, ondanks het niet zo sterke, wat melodramatische scenario van Mieke de Jong, overeind blijft." Annemart van Rhee in 'Algemeen Dagblad' d.d. 22 april 2004: "(...) HET ZUIDEN ademt een grimmige, deprimerende Marleen Gorris' GEBROKEN SPIEGELS-sfeer uit. (...) Maar wat HET ZUIDEN redt, zijn de geweldige optredens van Hendrickx en Lammers. Meeslepend en natuurlijk, zelfs in zo'n gekunsteld ellendige omgeving. In première op het filmfestival van Rotterdam op zondag 25 januari 2004. Geplande première was 25 maart 2004. Omdat Isabella Films Distribution als distributeur niet was aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Filmverhuurders, werd de releasedatum niet opgenomen in de releaselijst en NVF persbericht. Daardoor kwam de film ook niet in de top 20 lijst. Gouden Kalf 2004 BESTE ACTRICE: Monic Hendrickx (Het zeer geconcentreerde en perfect gedoseerde spel van deze actrice maakt het verdriet van haar personage intens pijnlijk. De onderhuidse spanning die ze in haar rol weet op te roepen is fascinerend en grijpt de kijker naar de keel.) EuropaCinema Audience Platinum Award voor Beste Film op het 21e European Film Festival Europa Cinema op 3 oktober 2004 (Italië). Tijdens het 18e Nordic Film Festival in Rouen (Frankrijk), dat van 9 - 20 maart 2005 gehouden werd won Monic Hendrickx de Best Actress Award gewonnen voor haar rol in Het Zuiden.
Première: 22 april 2004 (11 bioscoopzalen: Amsterdam – Pathe De Munt, Cinecenter, Het Ketelhuis, Rotterdam – Cinerama, Utrecht – Springhaver, Breda – Chasse Cinema, Eindhoven – Plaza Futura, Maastricht – Filmtheater Lumiere, Nijmegen – Lux, Leeuwarden – Filmhuis Leeuwarden, Groningen – Camera 2)
K-88 minuten

Terug naar de homepage


Copyright © 2004: René van Dam.
URL: http://geocities.datacellar.net/Hollywood/Theater/2180/


1