Heeft moeite zich bij andere kinderen aan te sluiten.

Dringt erop aan dat dingen hetzelfde blijven. Weerstand tegen verandering in de dagelijkse routine

Ongepast lachen en giechelen

Geen angst voor gevaar

Weinig of geen oogcontact

Aanhoudend vreemd spelgedrag

Schijnbaar ongevoelig voor pijn

Echolalie (het herhalen van woorden of zinnen in plaats van normaal taalgebruik)

Geeft er de voorkeur aan alleen te zijn. Is op een afstand/gereserveerd

Houdt mogelijk niet van knuffelen

Interesse in draaiende voorwerpen. Kan bijvoorbeeld gebiologeerd voor de wasmachine zitten.

Reageert niet als hem iets gevraagd of gezegd wordt; doet alsof hij doof is

Hecht zich overdreven aan voorwerpen

Heeft moeite met het kenbaar maken van zijn wensen. Gebruikt gebaren en wijst in plaats van woorden te gebruiken.

Merkbare lichamelijke overactiviteit of extreme passiviteit

Driftbuien - toont zich extreem overstuur zonder duidelijke reden

Normale leermethoden hebben niet het gewenste effect

Ongelijk ontwikkelde grove en fijne motoriek. (Wil bijvoorbeeld niet tegen een bal schoppen, maar kan blokken stapelen)