Cevedale Tour - Italia 1 t/m 7 mei 1999

  

 

 

 

Peter

 

Jeroen, Bouke, Eduard

 

Rob, Marguerite, Allard, Holger, Kylian 

  Ronald

  

Linda, Florian


 

 

 

Donderdag 29 april

 

's Morgens nog naar het werk. Eerst nog een paar belangrijke afspraken maken voordat vertrokken kan worden naar het Italiaanse Sölden. Gelukkig is om half één de laatste afspraak gemaakt en spring ik in m'n auto. Eerst langs Demmenie om alle huurspullen (ski's, stijgijzers, klimgordels etc.) op te halen. Half twee thuis. De eerste reisgenoot, ons aller Jeroen, zit al in zijn auto te wachten. De afspraak is, om twee uur te vertrekken. Snel omkleden, precies op tijd! Waar blijft Allard? Hij heeft natuurlijk een reputatie hoog te houden. Half drie. Telefoon. Jeroen neemt op. "Met Allard." Zijn verhaal is ook deze keer weer een typisch Argelo verhaal. Hij is z'n paspoort kwijt. Vorige week nog gebruikt om als getuige bij een Belgische bruiloft te kunnen optreden, nu spoorloos. Een telefoontje naar de ANWB heeft hem de tip opgeleverd naar het stadhuis te gaan om daar een tijdelijk identiteitsbewijs te halen. De gemeente Eindho­ven is niet echt coöperatief en verwijst Allard naar de Marechaussee. Via Ronald's huis en Allard's auto rijdt Jeroen er heen, zo kunnen we tevens wat vergeten spullen oppikken. Weer geen klantvriendelijkheid; Allard moet eerst aangifte doen bij de politie, dan  twee pasfoto's maken en tenslotte naar de andere Marechaussee, die op Eindhoven airport. Intussen is het ruim na vieren. De files komen op gang, en we komen toch alleen maar door Schengen-landen? Dan maar zonder paspoort naar Italië.

Onderweg worden verschillende weddenschappen afgesloten (trouw je nu vóór of ná een geboorte) en wordt gebrainstormed over de naam van het binnenkort te verwachten kind van Liane en Allard. Uiteindelijk wordt afgesproken dat de baby vernoemd zal worden naar degene die als eerste de top van de Königspitze zal bereiken.

Snel wat eten in een Rastätte en plankgas verder. Meteen nadat de Oostenrijkse grens gepas­seerd is (Allard haalt voor de tweede keer opgelucht adem) een onderkomen gezocht om de nacht door te brengen. Via het mobiele netwerk lokaliseren we gruppo 2 (Rob, Peter en Eduard), vlak vóór de Oostenrijkse grens. De 3e groep bestaande uit Holger met broer Bouke en vriendin Linda zit op stevige afstand iets voorbij Stuttgart. De enige echte Gruppo Uno bestaat uit Marguerite, want die zit al in Sölden. Maar ja, die hoefde ook maar vanuit Zwitser­land te reizen.

Na een biertje zoeken we snel ons bed op.

 

Ronald.

 

 

Vrijdag 30 april, Koninginnedag.

 

 "Het is een goede gewoonte dat er een verslag komt". Deze beschouwende constatering werd door onze Toercoördinator A. Argelo gedaan op het moment dat we allen met een bord salade van de salat-bar voor onze neus, klaar waren om de vorstelijke maaltijd in het drie sterren hotel Post te beginnen. Dat lekkere vooruitzicht moest even wachten totdat besloten was wie er donderdag en vrijdag gingen verslaan. Daarnaast moest ook onze penningmeester worden gekozen. Jeroen (na een jaar lafheid weer aanwezig) bedankte voor de eer, maar was bereid tips en tricks te delen. Toen Bouke vervolgens het woord "schrijven" hoorde in het kader van toerenverslag, was hij om, en nam de taak op zich ervoor te zorgen dat wij geen zorgen hoeven te maken om het geld. Ik heb de eer vrijdag voor U te verslaan.

Toeren heeft normaal gesproken een bepaald primitief karakter dat al naar gelang de tocht, deelnemers, gidsen, weer en eindeloos veel andere factoren, in meer of mindere mate aanwezig is. Waarom dan, vraagt U zich terecht af, deze uitspatting van decadentie, waar ik later een nog beter beeld van zal geven, in dit hotel met een 5-gangen maaltijd klaar om genuttigd te worden? Ik zal U inwijden....

Deze ochtend bevonden zich 4 gruppo's in en rond de Alpen met een gezamenlijk doel: op een onbepaald moment, op een dito plaats in Sölden (Solda, op z'n Italiaans) samen komen. Gruppo 1 (Allard, Jeroen en Ronald) heeft niet uitgeslapen en kwam als eerste in Solda aan. Ondanks het uitdrukkelijke verzoek om als eerste groep het onderdak te regelen (tevens een gebruikelijke toeren-gewoonte) heeft gruppo 1 ervoor gekozen het eigen subgroep belang te laten prevaleren boven het hogere algemeen gruppo belang. Het staat bij deze in de annalen dat zij onverwijld, zelfzuchtig, gewapend met ski's of snowboard de pistes van Sölden gingen doorkruisen.

Gruppo 2 + 3 ontmoetten elkaar in Solda. De conclusie dat het te laat was om nog te gaan skiën was snel getrokken. Doordat GSM communicatie niet mogelijk was werd het niet duidelijk waar we zouden slapen en besloten we tijd te doden. Gedood werd de tijd door geld te pinnen, te eten, wat weinig tijd doodde, en een wandeling door de groene natte wei te maken. Bij het neerkomen van een forse hagelbui werd het Eduard te veel. Nattigheid van onderen, á la, maar ook nog van boven.... De rest zette de wandeling voort over sneeuw en ijs-paden om bij wat koffie uit te rusten in, U raadt het al, hotel Post.

Dit werd het grote verzamelpunt. Gruppo 4, in de persoon van Marguerite, sloot zich ook aan. Het hotel bood voldoende plaats voor 10 man, maar Gruppo 4 had reeds onderdak, waardoor 9 man gingen genieten van dit hotel. 's Avonds doken velen reeds in het hallenbad, waar de eerste papiermaché rots bedwongen werd. Het bubbelbad, dampfenbad en de sauna werden beprüft. Daarna was het tijd voor het diner....

En zo is het gekomen, dat we ons de decadentie zo goed lieten smaken, met in het achterhoofd dat de rest van de week weleens minder luxe zou kunnen zijn dan dit moment.

Het is dan ook een goede gewoonte te toeren volgens een bekend oud romeins gezegde: "Carpe Diem". Vrij vertaald: "Niet denken, dat doen de gidsen wel, maar doen. Nu !!!"

 

Peter.

 

 

Zaterdag 1 mei, dag van de arbeid.

 

Aan het begin van de tour is besloten om elke dag iemand anders in het dagboek te laten schrijven. Op die manier worden verschillende schrijfstijlen verenigd. Gisteren heeft Peter op breedsprakige wijze de dag verslagen. Vandaag is aan mij, Linda, de eer. Ik kies bij deze voor de kort maar krachtige schrijfstijl.

Zaterdag is als volgt samen te vatten: ontbijten - geldautomaten - badderen - inskiën - geldau­tomaten - verzamelen - wel/geen bivakzak - waar is het glas van de skibril - luxe van de lift - topje - waterskiën - bier - eten! - hartenjagen - het laatste woord.

Misschien toch maar wat uitgebreider. De door Peter beschreven decadentie werd ook de volgende dag voortgezet. Door Gruppo 1 (vandaag Bouke, Eduard, Holger en Linda) werd het ontbijtbuffet compleet geplunderd, zodat gruppo 2 (vandaag Allard, Rob, Ronald, Peter en Jeroen) voor hun luier-gedrag werd gestraft en werd geconfronteerd met een mager ontbijt. Zij compenseerden dat echter door lekker te badderen, terwijl gruppo 1 ruzie had met alle twee de geldautomaten die Sulden rijk is.

Wat gruppo 2 verder gedaan heeft is mij niet geheel duidelijk, maar om een uur of 12 waren alle gruppo 2 leden in ieder geval bij het verzamelpunt gearriveerd.

Gruppo 1 ging 's ochtends eerst nog even bij gruppo 3 (Marguerite) langs om toerski's te lenen, en besteedde de rest van de ochtend aan in-skiën. Intussen loste Marguerite het geldautomaten-probleem op.

Tussen 12 en 1 was iedereen druk bezig om alle tour-spullen op orde te krijgen. Rond 1 uur arriveerden de gidsen Kylian en Florian. Het al dan niet meenemen van een bivakzak veroorzaakte enigszins ver­warring en het betekende voor Eduard en Marguerite een extra warming-up. Margu­erite vond deze wandel exercitie kennelijk niet genoeg en besloot een glas uit haar skibril te slopen, zodat ze nog een rondje parkeerterrein kon doen.

Om half drie kon de tour dan echt begin­nen: met de lift!

 

De gidsen: Kylian   en   Florian

 

 

Om toch nog wat echte hoogtemeters te maken werd per toerskischoen de huppeldepup-schöntaufspitze (3325 m.) beklommen. Weer terug bij de rugzakken konden ski's in de ski-stand gezet worden. Dit bleek de water-ski-stand te moeten zijn, want de "koperen ploert" had goed zijn/haar best gedaan om van de sneeuw een zwaar en nat goedje te maken. Bij de Zufallhütte aangekomen, smaakte het bier enzo dan ook niet geheel "toevallig" erg goed! Deze hut bewees qua eten een echte Italiaanse hut te zijn, zodat al uitbuikend nog wat harten werden verjaagd.

Tot ver na hütten-ruhe werd nog gediscussieerd over het zogenaamde "laatste woord". De volgende dag werd het in z'n slaap praten van Holger helaas afgekeurd. Maar bij deze is de eer aan mij!

 

Linda.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Zondag 2 mei

 

Na een eerste avond tot 22 uur Hüttenruhe (uitgezonderd Marguerite 20.30 uur) is de nacht­rust verstoord door licht snurkgeronk goed passend bij de hoogte van 2265 m. van de Zu­fallhütte. Om 6 uur gaat de wekker, maar iedereen is al wakker en vlotjes uit het Lager om om half 7 aan te vallen op een gevarieerd ontbijt; melk met cornflakes/muesli & brood/beleg. Tijdens het ontbijt wordt de oorspronkelijke vertrektijd met 15 mi. vervroegd tot 7.15 uur. Iedereen klaar en door de piepscontrole bedenkt Bouke plotsklaps dat hij nog wat kan sleute­len aan zijn bindingen. Wonderdokter Florian in het bezit van een heuse schroevedraaier snelt te hulp. In een wip is het gefikst, waarna de groep de hoogte aanvalt richting de Eisseespitze. Zo koud en nog stram als ook ongeoefend in het stijgen blijven de eerste glijpartijtjes niet uit. Al snel doemt de vlakte van de langgerekte Langerferner gletscher op en na totaal 2 uur stug stiefelen wordt ter hoogte Cina di Dentres / Cannoni een koffiestop gehouden. Een lange rust is ons niet gegund, de koekjes nog halver­wege de keel weer verder. "Vorig jaar in de ... tocht ging het toch wel wat rustiger aan". Ter hoogte van de Ausserpass een haakse bocht naar rechts waar de meest idyllisch ski-piste op ons ligt te wachten. Eerst nog in een uurtje zonder rugzak naar boven om op de top (3230 m.) de lunch te verorberen. Ronald en Allard gaan nog vol bravoure met de sigaar op de foto tegen de majestueuze achtergrond van de Königspitze in de zon. Een betere ambian­ce kan een zich zelf respecterende Agio-sigaar zich niet wensen. Eduard doet ver­woede pogingen om zijn rugzak te verlich­ten en deelt gretig zijn snoepgoed uit.

De helling van de terugweg tot het depot vertoont velerlei signatuur van ski-techniek maar vooral zeer vele bochten. So far so good. Een klein stijgertje naar de Casati-hütte maakt korte metten met de euforie. Kylian verorbert er een bord macaroni terwijl de anderen zich tegoed doen aan de 1/2 liters Spezie of Radler. Omdat de tocht gisteren al te licht leek, is de afdaling naar de Pizzini-hütte er aan vastgeplakt. Een lekkere steilhang met papschnee waar Rob een meesterduik maakt die Florian na het eten bij de evaluatie omschrijft als een driedubbele salto. Zeer vermakelijk maar bij voorkeur niet voor herhaling vatbaar. De dag van morgen wordt besproken en iedereen gokt op Linda die als eerste op de top van de Königspitze haar naam zal geven aan het eerste kind van Allard.

Voor het  eten is het hartenjagen van gisteren hervat. De gordel- en stijgijzer-test doorloopt iedereen glansrijk, waarna het avondeten begint met Risotto-baksteen gevolgd door schnitzel en ter keuze BSE-worstjes vergezeld van wat frisse rode kool, worteltjes en tomatensla. Alle gaatjes gevuld met chocoladevla of vruchtenbowl. Linda en Marguerite beslechten zonder winnaar een partijtje armworstelen en Jeroen Jerry Maüschen vertoont zijn kaarttrucs waarbij Florian één van zijn betere karaktereigenschappen toont, oftewel hij speelt vals door "de kaart" achter te houden die Jeroen uit de stok moet zoeken. Ondertussen wil hij nog precies weten op wie van de zwitserse aspirantgidsen de keuze valt van de dames en hij zit er niet ver naast. Florian verzucht dat Holger en Linda elkaar wel een erg lange Gipfelkus op de Eisseespitze hebben gegeven..... Niets ontgaat hem kennelijk.

Hartenjagen tot Hüttenruhe, een beter afkick van de eerste echte toerdag is er niet.

 

Marguerite.

 

 

Maandag 3 mei

 

Wat is het leven mooi als de zon schijnt. En met zijn helder doordringend schijnsel de wereld verandert in een flonkerend samenspel van kleur en contrast. En wanneer deze bron van alle licht al opkomende zich ontwikkeld tot zinderende witgouden bol, die het kil gesteente van een woest gebergte metamorfoseert tot een warm, goudgekleurd landschappelijk wonder. Wat is het leven van de toerskiër mooi, wanneer in de naklank van de nacht de basis wordt gelegd voor verwezenlijking van hooggestelde ambities. En wanneer de zon met krachtig lichtende stralen de weg wijst door de door oerkrachten vormgegeven, vijandig gezinde arena van het hooggebergte, waar gewapend met scherpgepunt ijzer wanden worden ontstegen, om uiteinde­lijk te reiken tot majestueuze hoogten.

Met andere woorden.....

Maandag 3 mei staat het letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van onze Ortler week op het programma, de 3855 m. hoge Königspitze. Een berg die qua vormgeving wat weg heeft van een heetgewassen Matterhorn. De folklore vereist dat op dit soort dagen het tijdstip van opstaan nog wat verder wordt vervroegd, in dit geval tot 5 uur. Exact 6.15 uur staat een ieder in de startblokken, nou ja, bijna iedereen. Holger heeft 5 min. extra nodig om de equipment in de vereiste topvorm te brengen. Zwijgend gaat de meute op pad voor een skiwandeling naar de voet van de Königsspitze. Onduidelijk is of de stilte te wijten is aan het vroege tijdstip of dat dit het na-ijl-effect is van de eensgezinde afsluiting van het "laatste woord spel" van de avond ervoor.

De zon komt inmiddels over een bergrand kijken en verlicht het landschap. Best mooi. Als het niet zo achterlijk vroeg zou zijn, zou je er misschien wel lyrisch van kunnen worden. Na 2 uur volgt een kleine pauze. Jeroen test nog even de reflexen van zijn tochtgenoten door zijn thermosfles van de helling te laten stuiteren. De reactiesnelheid blijkt afdoende.

 

 

De ski's worden nu verruild voor stijgijzers, waarmee we eerst door een couloir en later over de zuidoostflank tot aan de top lopen. Met uitzondering van Jeroen, Ronald en Rob, die 150 hoogtemeters onder de top achterblijven. Is het desinteresse in het be­reiken van deze top, die niet eens hoger reikt dan 4000 meter? Of is het juist de hoogte die parten speelt?

Vermeldenswaardig is verder, dat door een weddenschap is bepaald dat Allard's kind zal worden vernoemd naar degene die als eerste de top bereikt, tenzij hij dit zelf is. Na enig stuivertje wisselen in de aanloopfa­se manoeuvreert Linda zich naar de eerste positie van de voorste touwgroep. Zij lijkt hoge ogen te gaan gooien, totdat Allard orde op zaken stelt door zich op het laatste vlakke stuk los te maken van het touw en een vernietigende eindsprint in zet richting Gipfel-kruis.

In de afdaling zorgt Bouke voor een pri­meur door met een stijgijzer zijn skischoen te doorboren. Op wateroverlast na lijkt de schade mee te vallen.

Na een pasta-lunch in de Pizzini volgt nog een verplaatsinkje naar de Rifugio Branca (2493). Een onverlaat, ook wel luisterend naar de naam Rob, stelt voor om van de laatste stijgende kilometers een wedstrijd te maken. Een niet nader te noemen persoon kondigt aan als scheids­rechter te zullen optreden en is zelf maar net op tijd bij de hut om vast te stellen dat Peter daar na een 36 minuten (bijna 300 hoogtemeters) durende krachtexplosie de wedstrijd wint. Allard (2e) en Jeroen (3e) houden 5 min. later een wilde eindsprint en blijven Linda nipt voor.

De dag wordt geheel NIET in stijl afgesloten doordat Marguerite haar plicht verzaakt om het verslag van de voorgaande dag voor te dragen. Zoiets brengt ongeluk, of, erger nog: Slecht Weer!

 

Eduard.

 

Dinsdag 4 mei, Dodenherdenking.

 

Branca Hütte / Refugio della Branca, 2493 m.

Wat zich gisteren al een beetje liet aanzien, wordt vandaag werkelijkheid. Tijdens het Frühstuck om 6.30 uur regent het volop. Slechts een klein groepje enthousiastelingen vertrekt met regenjassen om te laten zien dat de sneeuw völlig verregnet is. De gidsen Florian en Kylian beslissen dat het vandaag een rustdag voor de ganze gruppo gaat worden.

De kaarten worden voor de dag gehaald, en enkele mathematische patronen op tafel gelegd. Elk patroon lijkt een getal voor te stellen. De rekenwonders worden stevig op de proef gesteld, maar uiteindelijk kan iedereen van 1 tot 10 tellen.

Peter heeft van een oude eskimo ooit geleerd hoe je met dobbelstenen kan voorspellen hoeveel ijsberen en wakken er in de buurt zijn. Om het gemakkelijk te houden wordt begonnen op de noordpool. Marguerite is één van de eersten die kan toetreden tot de ijsbeerclub. Holger heeft aanzienlijk meer moeite. Het aantal wakken was vrij snel gevonden, maar die ijsberen......   Tot ieders verbazing blijkt Marguerite ineens opvallend veel moeite te hebben met het aantal pinguins op de zuidpool. Toch geen hoogteziekte?

Rob toont met boerenbridge hoe je een perfecte ronde moet spelen. Dit blijkt de inleiding tot een drie uur durend debat over hoe de regels kunnen worden bijgesteld. Vooral de gebroeders Wagenaar en Peter zijn zeer creatief in het bedenken van nieu­we regels. Meer, minder of geen strafpun­ten? 3 ipv 5 bonuspunten bij 0 bieden en maken. Jokers die kunnen worden ingezet (dubbele punten) maar ook weer bestreden met een destructieve "pas" (0 pt. wat je ook haalt). Alles wordt in het werk gesteld om Rob af te remmen. Met resultaat.

Gelukkig wordt er ook nog iets geleerd wat tijdens het tour-skiën van pas kan ko­men. De doppelter Stirnstich, Mastwurf, Zachstich, Prusikknoten, gestochener Acht, dubbel-dwars overgehaalde Bandslinge en nog veel meer Knoten passeren de revue. De aandacht verslapt als er een horde drijf­natte Italiaanse schoolmeisjes binnenkomt.

Op maar weer naar de kaarttafel, waar de aandacht slechts heel even van de kaarten wordt afgeleid als een lawine de Refugié op een haar na mist.

Als de avond gaat vallen, en we weer hebben genoten van een heerlijke drie-gangen maaltijd worden buiten om precies 20.00 uur op gepaste wijze de doden herdacht. Het is per slot van rekening 4 mei. Met wat extra lading, nu we worden omringd door zoveel Oostenrijkers en Italianen. Scheiding i.p.v. verbroedering treedt vreemd genoeg binnen het Hollandse kamp zelf op. "Hoe durf je te veronderstellen dat wij een parodie opvoeren?"

Een aantal fanatieke kaarters maken de tafel nog eens vrij voor het kaartspel der kaartspelen (bridge) terwijl de overigen met wederom aangescherpte regels aan het zoveelste rondje boerenbridge beginnen.

En dan is er de Hüttenruhe. Het blijkt dat een aantal hun energie nog niet is kwijt geraakt, want terwijl kamer 1 nog wat ligt na te keuvelen, komt Eduard langs met een scheldkanonnade die rust zou moeten inluiden. Niet dus. Rob en Peter doen vervolgens een overval met sneeuwbal­len, en vooral Allard wordt op een voltreffer getrakteerd. De kamerdeur gaat op slot en tot in de vroege uurtjes worden afkortingen van sportclubs en raadsels met mastermind-regels opgelost. Hopelijk morgen beter weer want de Gruppo begint baldadig te worden.

Jeroen.

 

 

Woensdag 5 mei, Bevrijdingsdag.

 

Niks mooiers dan na een dag door beregende ruiten naar buiten staren de volgende ochtend verse sneeuw en strak blauwe lucht te zien. Op zich. Maar als het mei is en +10 graden Celsius dan is alles anders. In tegenstelling tot onder meer een clubje zwitserse gidsen in opleiding schatten Kylian en Florian het lawinegevaar nog hoger in dan gisteren. Verschillende lawines van het type beter-niet-van-te-dichtbij-meemaken bewijzen hun gelijk. De licht ingekakte gruppo is echter al blij weer uit de kennel te mogen, al is het slechts voor het retourtje Refugié Pizzini-door-het-dal.

Sneller dan voorspeld verdrijven zware wolken de zon. De kracht van de zon achter de wolken maakt het dal tot een broeikas. De lawine-oefening wordt er een zweterige onderneming van. Uit alles blijkt dat er hoognodig energie op de steile berghelling geloosd moet worden. Nu kruipt het bloed waar het eigenlijk beter niet gaan kan: Jeroen laat Florian slagzij maken die daarbij z'n skistok onherstelbaar blesseert. Bouke schept een agressief Murmeltier uit brood, met ledematen uit overige ingrediënten en organiseert nadat het beestje aan een overdosis aandacht verongelukt een hilarische begrafenis. De tijd wordt verder gedood met tafelvoetbal met servetje, tafeltennis met bloedsinaasappel en T-shirt, en het bouwen van een zeer potente sneeuw-fallus. Waar gaat dit eindigen? vraagt de nuchtere lezer zich af. Hebben die gidsen hun Gruppo wel unter controllo vragen hun (aspirant) collega's zich hardop af. Hun pogingen zich van ons te distantiëren mislukken natuurlijk. Morgen misschien. Vanavond zullen ze alle berggoden aanroepen om morgen op de Cevedale die verdamte Holländer hun plaats weer te laten weten! Of het zal lukken? De lezers van de voorgaande dag-verslagen weten inmiddels beter.

 

Holger.

 

 

Donderdag 6 mei

 

De dag begint vroeg. Nog steeds voel ik me niet helemaal geweldig. Als ik voor het ontbijt even buiten kijk, zie ik dat onze "geweldige oprichting" niet verschrompeld is. De temperatuur is goed, het heeft licht gesneeuwd vannacht. De routine van de ochtend gaat zonder noemens­waardigheden voorbij.

Vandaag staat een steile passage naar de Casati hut op het programma. En als het weer het toelaat, de CEVEDALE . Ik worstel al de hele week met de motivatie dus ik denk niet meer dan 2 passen vooruit. Lijkt me toereikend om de eerste pauze te halen. De Cevedale verdrijf ik nog maar even uit mijn gedachten.

We gaan op pad. Na een half uurtje staan we aan het begin van de steile passage. De bewoking is wat opge­trokken, we staan gelukkig nog in de schaduw. Voor het klimmetje toch maar alvast een jasje uit. De temperatuur, de regen van de afgelopen dagen maken het sneeuwdek niet al te betrouwbaar, aldus de gidsen. De opdracht is: afstand houden. Ik sluit aan in het rijtje. We lopen in een rustig tempo naar boven. Eerst nog met wijde bochten, maar steeds vaker spitsenkerend. Mijn maatjes voor me houden even in en laten me door. Ik passeer de gids die druk bezig is een gat te graven in de sneeuw. Later legt hij uit waarom. De inspanning op deze steile hang bevalt me. Voor het eerst deze week voel ik me lekker. Om­hoog kijkend tijdens de klim is er steeds meer blauwe lucht te zien. De bewolking trekt op. In het laatste deel van de wand herken ik de weg naarbeneden die we eer­der in de week afgelegd hebben. Best steil voor een afda­ling.  Niet veel later ben ik boven, op het terras van de Casati hut. Vanaf de hut heb je een geweldig uitzicht op de gletscher met daarachter de Cevedale. In de korte tijd alleen op het terras blaas ik uit en geniet. Een gedachte bekruipt me. Ik twijfel. Al eerder heb ik overwogen op de hut te blijven en van de zon te genieten. Blijkbaar was dat toen te vroeg. Het regende de hele dag en iedereen moest binnen blijven.

Als de gidsen aangeven dat we op deze hut overnachten en na een korte pauze de Cevedale opgaan trek ik mijn eigen plan. Ik blijf op de hut. Ik laat de schitterende top en een prachtige afdaling aan me voorbij gaan. Als iedereen weer op pad is, huur ik een ligstoel, bestel een cappucino en verleng het genieten, brandend in de zon. Rond het middaguur verzorgt de huttenwirt een uitstekende lunch. In de zon met een glas witte wijn, weet ik dat de keuze juist was. Toeren zoals het bedoeld was. 

Later op de dag trekt het dicht. Bewolking uit het dal komt opzetten en het uitzicht vervaagd. In de verte hoor ik stemmen. Even later kruipen ze uit de mist terug naar de hut. De commen­taren over de afdaling spreken voor zich. Het uitzicht was geweldig, de afdaling minder.

Voor het eten worden plannen gemaakt voor de avond. Iedereen is het kaarten eigenlijk wel zat. Spelen we het moordspel? Het wordt hints. Valt nog niet mee! Onder druk van de hutten ruhe nokken we af.en sluiten de luiken. Morgen alweer de laatste dag.

 

Rob.

 

Vrijdag 7 mei

 

Op onze laatste toerski-dag zitten we op het aangename tijdstip van 7 uur aan ons minst aangename ontbijt van de week.  Lag het aan de onbereikbare hoogte (3250 m.) van de hut? Ons onaangekondigde bezoek? Het feit dat wij de enige gasten waren of seizoens-moeheid van de Hüttenwert? In elk geval geen ham, kaas etc. Brood met 1 soort jam, that's it.

Om onze dagelijkse Top te scoren hoefden we niet ver. In de achtertuin van de Casati-hütte ligt een pukkeltje genaamd "Suldenspitze" (3376 m.), dat door ons werd bereikt op een tijdstip waarop een normaal mens naar z'n werk gaat. Ziezo, onze dagtaak zat erop. Gretig als de groep zich al de hele week had getoond, ontstond de behoefte aan iets extra's. Een toegift. Daarvan zouden er meerder volgen. De spullen mochten we hier tijdelijk achter laten, voor sommigen het sein om de rugzak, liefst met pickel, stoer om de schouders te werpen. Via een graad zetten we koers richting de 13 meter hoger gelegen Schröttenhorn. Reeds 10 minuten later weerklinkt het opgetogen "Berg Heil, Berg Heil!!". Helaas, deze tussen-top heet geen Schröttenhorn. Erger nog, het topje heeft helemaal geen naam! Verontwaardigd over zoveel onrecht wordt hij of zij "Happy-Toerski-Gipfel" gedoopt.

We moeten dus nog een stukkie, uiteinde­lijk over een smalle, tamelijk steile graad. Op het topje hebben we een paar vierkante meters ruimte voor 12 Happy Toerskiërs die bovendien nog allerlei groepsfoto's van elkaar trachten te maken. En Eduard ge­draagt zich als een soort Christus-figuur; zeulend met een enorm houten kruis op z'n rug, dat hij uit de sneeuw heeft gegraven en samen met Petrus in volle glorie zal weder-oprichten.

Terug naar het ski-depot waar we een flinke thee-pauze inlassen. Niet zozeer om­dat we uitgeput zijn van die paar hoogte­meters, maar omdat het uitzicht er zo fan­tastisch is. In de stralende zonneschijn gaan Kylian en Florian de bergtoppen bij wijze van afscheid nog maar eens langs. In het verlengde van 't in ere herstelde kruis schit­tert de Königspitze en kijk daar, daar glin­stert de Cevedale. Herinneren jullie je die daar nog uit het begin van de week? Een wolkje schuift opzij waardoor de huppelde­puplangtaufspitze zichtbaar wordt. Heel diep onder ons ligt Sulden, verscholen in het lentegroen.

Het einde van de tour nadert. Nog één superafdaling ligt er op ons te wachten. Beginnend in fantastische poedersneeuw, via steeds lastiger bruchharsch naar zware dampende papsneeuw. Helemaal onderaan vinden we nog een surprise; een enorme lawine kruist onze weg. Buldozers doen verwoede pogingen om 'm op te ruimen.

Sulden maakt een uitgestorven indruk. Even pauze tussen het winterseizoen en zomer-gasten. Florian en Kylian doen hun best om een terrasje te vinden waar we ons afscheidsbiertje kunnen drinken, tevergeefs. Onder hartelijke dankzeggingen scheiden hier dus onze wegen. De groep laat het er nog niet bij zitten. Verderop in het dal moet toch wel vertier zijn? 1000 hoogteme­ters lager komen we in het dorpje Prad am Stilfersjoch met een terras in het zonnetje waar je best een week zou willen blijven. Het bier vloeit rijkelijk, pasta's worden aangerukt terwijl Bouke de financiële barometer in de gaten houdt. Onze penningmeester van de week heeft prima werk geleverd en dat komt hem op een daverend applaus te staan. Met nog c.a. een tientje in kas slaat Bouke alarm en onderhandelt Peter succesvol over tien espresso's danwel cappuccino's. Voor Holger, Linda en Bouke wordt het helaas tijd om te gaan. Ze willen vandaag de duitse Bodensee bereiken om de volgende dag voor dag en dauw het Zeppelin-museum in te kunnen. Marguerite's afscheid volgt vlak daarna, waarbij Eduard haar tot de laatste minuut in spanning houdt of ze een reisgenoot mee zal krijgen. Uiteindelijk niet dus, en zo blijven er 6 hollanders achter in Prad. Het tegenovergelegen Hotel Zentral wil ons voor een gemütlich prijsje van L.78.000 wel een Halbpension mit Hallenbad und Sauna aanbieden. Het is 4 uur. Terwijl 5 mannen, inmiddels wat loom geworden twijfelen tussen eerst nog een biertje en dan het Hallenbad of andersom, heeft het sportbeest Eduard andere plannen. Mountainbikes huren en zo hard mogelijk het Stilfersjoch op knallen! "De moeder aller passen" ligt op 2700 meter, zo'n beetje terug naar Sulden maar dan wat hoger en verder. Vreemd genoeg laat iedereen zich snel ompraten en om half vijf gaan we in de hitte van start. Eduard Pantani verdwijnt al snel uit zicht. EPO? Welnee, bloed-controle zou uitsluitend onze overnachting in de extreem hoog gegelegen Casati-hütte bevestigen. Terwijl Jeroen, Ronald, Rob Peter en Allard het na 40 minuten en 400 h.meters welletjes vinden, terugsuizen en de fietsjes precies om half 6 inleveren, knalt de koploper nog een flink stuk door, test enkele van de 88 hairpins, en duikt om 6 uur weer op in Prad. Eindelijk duiken we het zwembad in! Rob laat met specta­culaire bommetjes zien hoe je het plafond reinigt. Goed voorbeeld doet volgen en ook salto's blijven niet uit; voorwaartse, achterwaartse, spectaculaire en pijnlijke. Natuurlijk eerst de gratis sauna nog, voordat we als enige gasten aan het uitstekende 3 gangen menu plaats nemen. Aardbeien met slagroom, koffie met sigaren en cognac en tenslotte het dorp in voor een afzakkertje in Prad's meest trendy café.

Pure Quality Time, meent Peter. Inderdaad, zo'n prachtige dag wordt dit jaar nog maar een paar keer overtroffen. Bijvoorbeeld op 3 juli: huwelijk Holger en Linda. Of op 12 augustus: geboorte des KönigsKindes.

 

Allard.

 

Zaterdag 8 mei

 

Gruppo Prad neemt voor het ontbijt nog een frisse duik en reist vervolgens in 2 auto's terug.

Op het zelfde moment is gruppo Zeppelin wellicht al richting museum en moet gruppo Panda haar rendier nog eens flink de sporen geven vanuit "ergens in Duitsland" richting Amsterdam.

De terugreis verloopt voorspoedig, en via wat mobiel kontakt herenigt gruppo Prad zich 's avonds bij de PSV-Chinees in Veldhoven.

Het was een schitterende reis, met zeer kundige gidsen, genoeg alpine- en literaire Höhepunk­ten en het belangrijkste: een enorme dosis gezelligheid! De diverse gruppo's vormden na een week één Geïntegreerde Gruppo met een Grote G.

 

Il coördinatoro.

 

 

 

1