Vaak gestelde vragen over
geboren Esperanto-taligen

Dit is een Nederlandse vertaling van de "FAQ" "Oftaj demandoj pri denaskaj Esperant- lingvanoj", die samengesteld wordt door de deelnemers aan "Denask-L", een verzendlijst voor mensen (met of zonder kinderen) die thuis Esperanto spreken.
Het origineel (in het Esperanto) is te vinden op: http://www.helsinki.fi/~jslindst/odo.html.
redactie: Jouko Lindstedt -- vertaling: Wouter F. Pilger
laatst gewijzigd: 25 sep 1998

  1. Wie is een "geboren Esperanto-talige" / een "Esperanto-sprekende van geboorte"?
  2. Hoeveel geboren Esperanto- taligen zijn er?
  3. Spreken zij beter Esperanto dan andere Esperanto- sprekenden?
  4. Waarom willen sommige Esperanto- sprekenden, dat hun kinderen vanaf hun geboorte zich het Esperanto eigen maken?
  5. Is het bestaan van geboren Esperanto- taligen niet in strijd met het idee zelf van Esperanto als gemeenschappelijke neutrale taal voor internationale communicatie?
  6. Hoe voedt men een kind tweetalig op?
  7. Kan men een kind drietalig opvoeden?
  8. Welke invloed heeft tweetaligheid op de ontwikkeling van het kind?
  9. Wat voor Esperanto dient men tegen het kind te spreken?
  10. Welke hulpmiddelen bestaan er? (Kinderboeken, cassettes en CD's, videobanden, Internetdiensten.)
  11. Waar kan men andere Esperanto- talige kinderen ontmoeten?
  12. Wat te doen, wanneer uw kind weigert Esperanto te spreken?
  13. Wat te doen, wanneer uw kind de talen door elkaar lijkt te husselen?
  14. Wat te doen, wanneer familieleden, onderwijzers of artsen een negatieve houding hebben ten opzichte van tweetaligheid of het Esperanto?
  15. Moet een geboren Esperanto- talige zich (later) actief inzetten voor de verbreiding van het Esperanto?

 1