|
Aeolus
Enrico Luce Krasnayin
ACHTUNG !
EINTRITT
NUR FÜR VERRÜCKTE
KOSTET
DEN VERSTAND
|
PERSONAE
deus ex machina (met
T-shirt)
Voorzitter van senaat
Volturnius
Cato
Germanicus
Demokritos
Slaaf
Tigellinus
Atoomheer
Schaker 1
Schaker 2
Worf
Dietmar Krämer
Dido
Aeneas
Bode
Kolenspietser (Jean Reno)
Jasoon, Argonaut 1
Theseus, Argonaut 2
Pheidippides, Argonaut 3
Man op vliegend tapijt
Rudy (Colruyt)
Eskimo
Orakel
Orakel 2
Keizer Ahenobarbus
Atilla
et ceteri insani
SCENE 1
(Wijzende man, andere
loopt tegen buskot)
"Scio, molestae sunt"
Tom springt van bank: "Aeolus"
"Kijk, de Catilinariën, ze fladderen op en
dwarrelen neer, net als Daedalus neef"
"Ook zijn passer viel in de Concordiatempel"
(passer valt en verplettert priesters)
Senaat
Senator 1: "Volturnius!"
(Cato valt met de deur in huis): "Ik
denk er helemaal anders over, heren senatoren"
Senator 2: "Maar waarom dan eerst geen
geseling!?" (dramatisch)
Germanicus (Nagelbijtend en giechelend):
"Hihi. Er kommt.. Er kommt! hihihi Der hihi der
Atommeister hihi mit einen Armée von 400tausend
neutronen hihihihihi. Die Radioaktivität tut jeder
verschwinden Hihihihihi! Haha!"
Senator 3: "Wat raaskalt ge daar, Germanicus?"
(een andere, onderbrekend) "Er komt geen
antwoord! We zijn verloren!" (loopt weg)
Voorzitter: "Haal mij Demokritos!", die
daarop prompt binnenstapt.
Demokritos: "Ooit was er een man, meer maag
dan man, die binnenstapte bij Achaios. Zij hielden een
feestmaal. Na geplengd te hebben voor de goden, voor wie
Socrates zulke hoge invoerrechten had betaald, werd er
Scythische wijn bovengehaald, die door de Barbaren aan de
Zwarte Zee in grote vaten rijpte.
Het was er de gewoonte om hout te gebruiken, maar dit
weerhield hen er niet van om hun paarden te versieren met
kransen en tatoeages. Toen die dag, nadat ze een varken
hadden opgejaagd en gevangen, stapte de hoofdman vooruit
en zei
"
Senator 3: "Wat heeft dit te maken met
Germanicus?"
Senator 2 (mopperend): "en wat met de
geseling?"
Senator 1: "Ja, spreek op! Wij zijn
"
(allen, kijken opzij) "
de senaat"
Demokritos: "Lang geleden, toen ik nog een
jonge man was, was ik bezig mijn atoomleer aan waarheid
te toetsen. Na talloze experimenten de baard te hebben
ingejaagd, lukte het toch... of" (mysterieus) "ogenschijnlijk.
Een wezen ontsnapte aan mijn hoede en trok met zijn
nieuwe superkrachten door het land. Deze vreemde man
noemt zichzelf
"
(Atoomheer verschijnt op de achtergrond):"De
Atóomheer!"
Niemand schenkt hem aandacht en hij verdwijnt weer
Senator 1: "Volturnius! Wat staat ons te
doen?"
Senator 2 tot hem: "Man, hou de poëzie
erbuiten, wil je?"
Volturnius: "Hij heeft gelijk! Deze
atoomdilettant bedreigt het hele land met zijn waanzin."
Atoomheer (steekt zijn kop naar binnen,
gefronst): "Dilettant?"
Volturnius: "Laten we Tigellinus op onderzoek
uitzenden."
(tot slaaf) "Breng hem hier!"
Slaaf: "Jawel heer!"
Slaaf pakt zijn boog en schiet Tigellinus uit de lucht.
Tigellinus (zet zich recht): "Hoe
bevallig is het om mooi te zijn, doch hoe snel is men dit
stadium voorbij."
Senator 1: "Genoeg winterslaap. Alle
personages zijn aanwezig. Alle ingrediënten staan klaar
voor een goed drama."
Blijven idioot staan, en wandelen onwennig weg.
SCENE 2
Veld
Tigellinus staat alleen, iemand (deus ex machina)
loopt het podium op en zegt wijzend: "Tigellinus"
en weer af
Tigellinus ontrolt perkament met opschrift "queeste"
en tekst eronder. Loopt voorbij 2 schakers die bij iedere
zet schaak staan. Tigellinus kijkt naar bord, wijst en
mompelt iets.
Schaker 1 (kijkt op): "Dank u"
(tot Schaker 2, triomfantelijk) "Schaak!"
Tigellinus loopt door.
Tigellinus (mijmerend): "Als een
Athener zichzelf heeft geprostitueerd, dan is het hem
verboden één van de 9 archonten de voeten te wassen,
omdat het, zo dunkt me, een ambt is waarbij een krans
wordt gedragen. Maar Misogolas en Phaedrus speelden
blufpoker. De ongure types naar wie Aeschines verwijst in
De Barbier van Sevilla zijn langharig en
stoppelig"
(Tigellinus loopt langs twee mannen, een ervan spreekt
hem aan): "Ook Ctesicles bevond zich tussen de
scharen van de kreeft! Pas op voor de Iden, Tigellinus."
Tigellinus: "Hey?"
De man: "Dietmar Krämer is de naam
en
dit is mijn gezel Worf. Heeft hij geen mooi gezicht?"
Tigellinus: "Prachtig!"
Dietmar (gluiperig): "Maar als hij
zijn mantel zou uitdoen, zou je helemaal vergeten dat hij
een gezicht heeft."
Tigellinus: "Ach, schoonheid kan niet gemeten
worden naar de maat van goud, noch naar de baard achter
de mantel."
Dietmar: "Hoezo, maar iedereen erkent toch
dat hij een ware god is?"
Tigellinus: "Iedereen, hoe bedoel je?
Iedereen die er niets van af weet, of ook zij die er
niets van kennen?"
Dietmar: "Ik richt ze goed af! Verheven boven
elke komediepassage.
Tigellinus: "Misschien zal het ooit aangenaam
zijn ons zelfs dit te herinneren."
Worf: "Herinner dit maar! (geeft
Tigellinus een peut)
Dietmar: "Als je gezwegen had, was je een
filosoof gebleven."
Worf: "O Tigelline tute Tullii tibi tanta
tyranne tulisti."
Tigellinus: "Hèh? Spreek geen Afghaans, man!"
Worf: "Oh Tiran Tigellinus Tullius, zoveel
hebt ge u zelf op de hals gehaald."
Worf en Dietmar proesten het uit
Tigellinus (terzijde): "Drommels!
Ik geloof dat ze mij in het ootje nemen!"
(tot beide mannen): "Opzij, duivelsgebroed!
ik moet mijn queeste volbrengen!"
rolt queeste uit, de anderen springen achteruit
Worf: "Ben je nu volslagen kierewiet? Of
ben je een dichter?"
Tigellinus: "Er is geen proces waarin niet
een vrouw de betwisting op gang heeft gebracht."
Dietmar (tegen Worf): "Het is een
dichter!"
Worf: "Een dichter?"
Dietmar: "Een dichter!"
Tigellinus: "Men zal inderdaad wel niet
ontberen wat men al is. Maar -Donders!- De tijd is
verwrongen. Aanvaard mijn broeksriem als zoenoffer. Ik
moet elders aanspoelen."
Worf steekt hand al uit, Tigellinus loopt weg
Worf: "Bevorderlijk is het gebruikt te
worden bij het verleggen van de hoofdstad."
Dietmar: "Remus zei ook al zoiets tegen
Romulus."
slaat Worf neer en bouwt op hem
deus ex machina: "De eerste stenen van
Carthago werden aldus gelegd. Om economische redenen is
ze op Brussel gaan lijken."
Beurs
Dido (met een fles): "De profetie
is vervuld! De stad is gesticht! Geen 10 paar
schildpadden kunnen dat nog verhinderen! Doch wat spiedt
mijn oog? Een wit paard komt als gevlogen: geen rover is
hij, hij wil een aanzoek doen op de juiste tijd."
Bode: "Heer, de kustwacht meldt de komst van
Aeneas."
Dido: "Oh, gezegend lot! Eindelijk wordt de
liefde mijn deel. H
aah!"
valt naar beneden. Aeneas komt op
Bode: "Oh heer, een vreselijk teken staat
boven de stad." (Aeneas kijkt even omhoog) "Onze
geliefde koningin is zojuist haar dood tegemoet gestort."
Aeneas: "Had ze weer gedronken?"
Bode: "Helaas, ze wou juist een stier offeren
aan Neptunus toen
" (buigt zijn hoofd)
Aeneas (bulderend): "Hahaha, die malle
goden toch!"
stapt een café binnen
Deus ex machina: "Ondertussen werd de
plot steeds dieper uitgewerkt en ingewikkelder tot het
tot de volgende ingrijpende en dramatische climax kwam."
Germanicus: (voor vitrine) "Käse? Käse!
Ja hihihi. Aber kein Atommeister. Meister, Meister, wo
sind Sie? Ich ... (snuift) Nuk-Nuk (montert op)
Nukleïden! Ich komme, Meister. Ich komme." (af)
Voorbijganger: "Wat een vreemde snuiter."
SCENE 3
Senaat
Senator 1: "Volstaat het zich af te
vragen of men niet een complete idioot is? Welk levenspad
schenkt niet wijsheid zowel als dwazernij?"
Senator 3: (valt hem in de rede) "Welke
genialiteit deelt geen hoofd met de waanzin?"
Volturnius: "Heren senatoren, u bent een
cliché! Snedige dialogen, dat hebben we nodig!"
Senator 1: "En ritme! Geen eloquentie zonder
ritmering net zoals er geen Beatles zijn zonder Ringo"
Cato (armen in de lucht) "
Formosa et saeva erat. Drie mensen zullen vertrekken op
zoek naar een dood varken, alwaar zij een woestijn
scheppen.
(Muziek, afrollen begincredits)
Wandelgangen voor de
senaat
Volturnius snuft heftig, fronst bezorgd
Senator 1: "Wat is er Volturnius?"
Volturnius: "Ik
ruik iets" (denkend)
"het lijkt wel
de geur van
gebakken
lucht"
Senator 1 en Senator 3 (sperren ogen
wijd open, kijken elkaar aan): "De atoomgeur!!"
Er ontstaat paniek, en ze rennen de senaat binnen.
Senaat
Cato: "
Voorts ben ik van mening dat
Carthago vernietigd moet worden! Ergo glute capiuntur
aves."
Felle lichtflits
Senator 3 (kijkt uit raam, mond valt
lichtjes open): "euhm
beschouw dat maar
als gebeurd."
Cato (fronsend): "Hoezo?"
Senator 3 (wijst met duim over schouder, naar
het raam): "Atoomheer"
Cato: "Bedoel je
"
Germanicus (bijt op nagels, raaskalt):
"A
a
At
ATOM!
Atommeister!
neutro
atom.. neuTRONENarmée
"
Senator 2: "Klep dicht!"
Slaaf (komt binnen): "De annalen heer!"
Voorzitter: "Schrap passage 7 tot 12"
Slaaf: "Inclusief bedscène?"
Voorzitter: "Als het geen toga aanheeft, zal
het ook wel niet Romeins zijn."
Slaaf: "Ik dacht nochtans dat de keizer
"
Senator(en): "BLASFEMIE!"
Senator 2 (hoopvol): "Geseling?"
Voorzitter haalt schouders op, geeft roede aan
exit Senator 2 en Slaaf
Voor de Kernreactor
deus ex machina: "Ondertussen in het hol
van de leeuw -in dit geval een kernreactor- (wijst)
broedt de Atoomheer op nieuwe diabolische plannen, die de
wereld per ongeluk aan de rand van de vernietiging zullen
brengen."
Atoomheer (mompelt): "Nee
"
(verfrommelt papier, kijkt en verfrommelt ander papier)
"
Dit zal ook wel geen zomerhit worden... Dit
is een boodschappenlijstje."
Germanicus komt op.
Germanicus (Op zijn knieën): "Atommeister!
Sie sind wieder gekommen hihi. Atommeister. Ich bin
fertig. Fertig hihi für ihr nukleäre Sache."
Atoomheer: "Ik heb een taak voor je. Alles
wat je moet weten staat hierop. Enne.. vergeet de boter
niet."
Draait zich langzaam naar de camera, muziekje (Kraftwerk),
hij begint heroïsch te lopen. Opeens komt een meisje om
een handtekening, muziek stopt, Atoomheer geeft lachend
een handtekening, scène gaat verder.
Atoomheer komt aan Kunstberg, witte bomen.
Demokritos (staat achter hem): "Atoominspektie!"
Atoomheer (draait zich om): "Vader?
Vader, jij hier!"
deus ex machina (wijst): "Demokritos"
Demokritos: "Mijn zoon!"
Atoomheer: "Vader!"
Demokritos: "Zoon!"
Atoomheer: "Vader!"
Demokritos: "Zoon!"
Atoomheer: "Vader!"
deus ex machina: "Na dit geraaskal en op
aandringen van de regisseur ontspon zich een
grondbrekende dialoog."
Demokritos: "Mijn zoon, ik ben gekomen om je
te waarschuwen. De senaat heeft Tigellinus op onderzoek
gestuurd om in te schatten welk gevaar jij voor het rijk
betekent.
Atoomheer: "En?"
Demokritos: "Het gerucht gaat in de
wandelgangen dat de voorzitter denkt om
om de
"
Atoomheer: "Om wat? Spreek op vader, voordat
jouw woorden opdrogen in jouw baard!"
Demokritos: "Om de Argonauten in te zetten!"
Atoomheer: "De archonten? En jij denkt dat ik
bevreesd ben voor enkele grijze mietjes?"
Demokritos: "Ach, waren het maar de archonten.
Neen zoon, de Argonauten!"
Atoomheer (draait zich om): "De
Argonauten!" (luide jingle)
SCENE 4
deus ex machina:
"De Argonauten, een beruchte bende avant-gardistische
kunstenaars, waren gevreesd doorheen heel de Oude Wereld.
Hun soepele tred had hen al tot de grenzen van de aarde
gebracht, zowel in het Westen als in het Oosten. Nadat ze
aan de Zwarte Zee de broer van Medea hadden verspreid
bleven ze werkeloos en langharig rondzwerven, tot.. de
senaat op hen een beroep deed."
Senaat
Voorzitter: "Ik heb jullie ontboden omdat
jullie de meest verknipte doch moedigsten zijn van heel
Constantinopel. Een groot gevaar bedreigt de wereld."
Senator 2: "En Constantinopel."
Voorzitter: "Stt. De Atoomheer laat een spoor
van vernieling achter en onze gezant Tigellinus is
mysterieus verdwenen. Wij allen," (samen)
"de senaat, " (alleen) "dragen u op
dit gevaar te bezweren."
Argonaut: "Voor slangen zijn we niet bevreesd."
Voorzitter: "Ga dan! Voor de senaat en het
Romeinse volk."
exeunt
Jasoon: "Het spoor begint bij Demokritos.
Weeg de woorden van deze grijsaard."
Theseus: "Zijn gewichten zijn dubbelzinnig.
Ik vind hem een vreemde marktkramer."
Pheidippides: "Argonauten, neemt op uw Gulden
Vlies. Met plechtstatig taalgebruik komen wij geen
schrede verder. De muren van Constantinopel inwisselen
moeten wij nu voor de kusten van de Zwarte Zee." (houdt
bon omhoog): "Naar de Colruyt!"
allen (hand omhoog zoals 3 musketiers):
"Naar de Colruyt!
Onderweg naar Colruyt
Jasoon: (peripatetisch) "Stel nu dat ik
de klokkenluider moet benaderen maar de kikkers zijn
buiten seizoen. Wat staat mij dan te doen?"
Pheidippides: "Ja, dat is een breinbrekertje.
Doch wanhoopt niet! Hij valt toch goed te vermurwen met
het gekrakeel van een dartele boseekhoorn."
Jasoon: "Wijs spreekt ge nu, doch ge vergeet
dat de eekhoorns in hetzelfde seizoen als de kikkers tot
rijpheid komen. Maar warempel! Een hamster zou uitkomst
bieden. Iedereen weet dat klokkenluiders per definitie
knaagdierenvrienden zijn. Maar Theseus, ge zijt zo
afwezig."
Theseus: "Theater mijn beste. Ik loop gewoon
naast Pheidippides, vandaar. Doch figuurlijk ben ik niet
helemaal aanwezig. Mijn gedachten gaan naar mijn zoon
Hippolytos. Ach dat het noodlot hem zo moest treffen."
Pheidippides: "Ach ja, zijn tweespan sloeg op
hol en hij, verstrengeld in de teugels tot het noodlot
hem met een strategisch uitstekende tak in de onderbuik
trof."
Jasoon: "De paarden waren niet meer te
stoppen, en renden door tot de fiere Hippolytos over heel
de omgeving verspreid was."
Theseus: "Zelfs een echte begrafenis heb ik
hem niet kunnen geven. Mijn slaven waren er niet in
geslaagd hem te vervolledigen."
Jasoon: "Ach, Mollossische slaven zijn nooit
grote puzzelaars geweest."
Theseus: "Maar genoeg getreurd. Laat mij
mezelf troosten met een fijne erwt."
Pheidippides: "Daar, Germanicus!"
Germanicus: "Wo ist die verdammte Butter."
Jasoon: "Germanicus, jij hier?"
Germanicus: "Hihi die Butter! Butter."
Theseus: "Germanicus, kom op aarde! Wij zijn
"
Germanicus: "Die Argonauten, ja. Hihihi
Argonauten, ich weiss. Sind sind auf Expedition, ja,
gleich Tigellinus hahahahaha."
Theseus: "Germanicus! Germanicus!"
Pheidippides: "Laat af! Kijk naar zijn kousen.
Waanzin heeft zich meestergemaakt van hem."
Jasoon: "Waar is de Atoomheer? Denk aan je
eed, senator!"
Germanicus: "Er is Nähe, haha, sehr Nähe,
der Atommeister. Aber ich darf sie nichts sagen oder
kaboem hahaha."
Jasoon: "Dit is geen kunst meer. Dit is je
reinste razernij."
Theseus: "Alliteratie, mooie stijlfiguur."
Pheidippides: "Veel meer dan onzin vernemen
wij niet van die mof. Wat de toeschouwer ook wel van ons
kan denken."
Jasoon: "Tenzij wij ons deïficeren."
allen (Kruisen de armen): "Deïficatietijd!"
Germanicus: "Kalm, Kalm, Sie sind Caesar
nicht!"
Pheidippides: "Sakkerloot, hij heeft ons door.
Ons plan valt als Carthago in duigen. Las snel een seksscène
in."
Man op vliegend tapijt: "Sorry, de seksscène
is momenteel niet beschikbaar."
Jasoon: "Verdomde Perziër! Wat doen we nu
met deze nucleofiel?"
Theseus: "Laat hem gaan, zijn lever staat
duidelijk droog."
Jasoon: "Hé! Fake-Bountys!"
Pheidippides: "Wat?"
Jasoon: "Voor slechts twee dubloenen."
Pheidippides (met fles fruitsap): "Onze
taak hier is volbracht. Laten we gaan."
Rudy van Colruyt (tegen hen terwijl ze Colruyt
verlaten): "Moet er nog zand zijn?"
SCENE 5
deus ex machina:
"Op zoek naar een manier om het nakende onheil te
bezweren, zetten de Argonauten hun tocht voort. Eerst
kwamen ze aan bij het mythische volk waar Nietzsche over
sprak, de Hyperboreeërs.
Landelijk tafereeltje, mensen spelen met hond
Via de Transatlantische Oceaan naar Novosibirsk.
Landelijk tafereeltje, mensen spelen met hond
En ook Wladiwostok."
Landelijk tafereeltje, mensen spelen met hond
Pinguïn aanwezig
"Tot ze uiteindelijk in het Australische
Regenwoud terechtkwamen.
Landelijk tafereeltje, mensen spelen met hond
Maar nergens konden ze op een spoor komen dat zelfs
maar marginaal iets met dit verhaal te maken heeft.
Tot op een dag, op de Aleoeten."
Eskimo zit op de grond, enkele andere kijken toe vanop
achtergrond.
Jasoon: "En heb je ons, behalve een walm
van rottende vis, nog meer te bieden?"
Eskimo (steekt hand uit): "Laten we
het eerst hebben over wat jullie míj kunnen bieden.
Boter voor de vis zou zeker gewenst zijn."
Jasoon: "Al wat we hebben is goud. Het beste
goud van het Rijk. (haalt enkele vissticks boven)
Verbazend eigenlijk wat men kan doen met enkele
alchemisten en een hete pook."
Theseus: "Wis ende waarachtig, Jasoon! Er is
geen betere tongontworstelaar dan het sissen van staal."
Pheidippides: "En het houdt de kosten laag.
Geen stuiver zo klein of ze heeft het klappen van de
zweep gehoord."
Eskimo: "Vis hebben we, het is de boter die
ons ontbeert. Een maanzieke kapitein heeft ons vorig jaar
onze gehele voorraad afhandig gemaakt. Hij stapte de
foyer binnen, gijzelde de Raad der Ouderen en dreigde
ermee onze rijke visvelden te frituren indien we niet
ingingen op zijn bevelen. Zijn bulderlach vervulde de
hele gemeenschap met vrees. Als was het een afgesproken
signaal stapte terstond zijn kompaan binnen. Een man
gekleed in een zwarte cape. Op zijn borst prijkte een
vreemdsoortig insigne met de beeltenis van een schimmel
"
Theseus: "Gloeide hij in het donker?"
Eskimo: "Ach, bleef het maar bij een miezerig
gloeien
Hij hief zijn hand bezwerend op en zowaar
uit zijn hand schoot een bliksemschicht die met haar
verzengende hitte de badkuip trof en het water deed
omhoogspatten in briesende furie. Helaas was mijn zoon
zich net ritueel aan het reinigen. Nutteloos te zeggen
dat hij levend gebraden werd. Ach ach, ik krijg die geur
niet uit mijn neusgaten. (tot Pheidippides) Ooit
wel eens kip au bain marie gegeten?"
Pheidippides: "Ach, met een beetje kruiden
zou
"
Jasoon: "En wat gebeurde er vervolgens?"
Eskimo: "De kapitein diepte nogmaals een
bulderlach op, en liet doorschemeren dat hetzelfde kon
gebeuren met onze meren. Wij zijn een volk dat sinds
mensenheugenis leeft van de visvangst, dus je begrijpt
(zucht) Hij eiste toen al onze boter op en
vertrok, met achterlating van een stapel in paneermeel
verpakte visblokjes. Toen mijn vrouw per ongeluk enkele
van die vreemde blokjes in het nog stomende bad liet
vallen, merkten we tot onze verbazing dat de smaak ervan
"
Pheidippides: "We weten genoeg. Hij is hier
geweest, en was duidelijk weinig goeds van zin.
Argonauten, staat op en voelt de adem van de Lagomorpha.
De stukken vallen eindelijk tezamen!"
Jasoon: "Ach was dat ook maar het geval voor
mijn Hippolytos
"
Theseus: "Laten we gaan. De senaat wacht vol
ongeduld op het verslag van onze schanddaden."
Staan op en verlaten de hut.
Tot zover
de eerste 5 scenes.
De rest van hetgeen tot op heden geschreven is kan
besteld worden,
of kan ingelezen worden bij Mordax en Krasnayin.
|
|