Met spijt in het krijt vernamen we het heengaan van onze dierbare vriend Lamahasto

LaMaHaSTo
1981-2000

Met spijt vernamen wij laatstlede het heengaan van onzen dierb'ren vrunt Lamahastoon. Dezen jongen ende begaafden dichter verliet ons wederom op 'n te vroeg tijdstip.
Lamahastoon werd geboren, zoveel is ons duidelijk over dezen mysterieuzen persoon, in den vroegen jaren van het achtste decennium der voorbijen eeuw. Zijn jeugd, doorgebracht in 't landelijken Nat (dat lateren tijde het voorvoegsel Ter kreeg toegediend), verkleumde hem ten zeerste. Niet enkel door het weer maar bovenal door het ongunstigen artistieken klimaat. Inderdaad was hij al op vroegen leeftijd actief in het creatiewezen, dat hem aldaar niet in danke werd genomen. Tijdens zijn schooltijd geraakte hij bevriend met den dichter en schrijver dees obitarium Enrico Luce Krasnayin en later met den Vulpecula Mordax. Hunne vriendschap leverden een vruchtbare samenwerking op ende een goeden wisselwerking op het artistieken, filosophischen als aetisch en aestethischen vlak. Dit resulteerde ondermeer tot het pareltje van avant-gardistischen dichtkunst "Stol de Vlerken". Dit mystieken werk met den intrigerenden titel ging helaas verloren, maar na onderzoek door bovengenoemden Krasnayin ende Mordax kon een gedeelte gereconstrueerd geworden zijn. Het werk bestond uit drie verschregels, het eersten verhaalt hoe den dichter door zijn vader aangemaand wordt zijn avondspijs te komen nuttigen, waarbij de vaderfiguur duidelijk een metafoor is voor den dominanten ende onderdrukkenden figuren die zijn kindertijd gekend hebben. Den tweeden regel is verloren gegaan, maar den laatsten regel is den enigsten die nog letterlijk kan worden aangehaald: "Sarajevo zoeft voorbij", wat volgens mij wel alles zegt (dezen zin werd in het jaar onzes heren 1994 of 1995 geschreven). Na dit meesterwerk bleef den dichter wat slabakken in zelfgenoegzaamheid, wat typerend was voor zijnen psyche.
Een tweeden climax in zijnen carrière werd bereikt toen den dichter verhuisde naar het bruisende Broeksele. Aldaar verbleef hij met zijnen broeder Hyeronimus, voor wie het Broekselse culturele leven ook geen geheimen had, in de rue Berckmans te Elsene. Lamahastoon breidde zijnen contacten nog verder uit in het Sint-Lucas Instituut te Anderlecht, alwaar alle soorten rapalje spoedig rabauwen van den dichter werden. Zijnen poëtica verfijnde zich enigszins, o.m. door den invloed van Krasnayins vroege pogingen om een vernieuwde Beat-poëzie te vormen. Zijnen nalatigheid zorgde er echter voor dat zijn nieuwe werken al even snel verloren gingen als hij ze maakte zodat Lamahastoon in feite het grootste deel van zijnen carrière een dichter zonder repertoire was. Enkele belangrijke gedichten en potloodtekeningen konden gelukkig nog door Krasnayin gered worden toen hij Lamahastoon om werken vroeg die hij in dit tijdschrift kon publiceren. Trouwe lezers memoriseren zich allichte nog de werken "In recht de gracht in", dat Krasnayin ook in zijnen romanesque leesboek "Crombaldo" publiceerde, "Gerard Gust als Knust" en "El Sol".
Omstreeks die tijden ontmoette de Lamahastoon het plattelandsmeisje Leen, met wie hij in vasten ommegank zou verkeren tot aan zijnen dood. Zij schonk de rustelozen dichter de langverwachte rust alsmede twee koters, die Lamahastoon koesterde aan zijnen vaderlijken borst.
Hij keerde het dichtersschap den rug toe en verschaarsde zijn kontakten met Krasnayin (die zijn stadsvrouw eveneens voor een boerenmeid had ingewisseld met het anagram Nele) en den Mordax met wie het samenkomen al langeren tijde tot toeval was verworden (in die mate dat Mordax sprak over zijn tallozen bijna-ontmoetingen met den Lamahastoon. Lamahastoon zijnen afwezigheid leidde zelfs tot een discussie tussen den Krasnayin en den Mordax waaruit het idee voortsproot over een leesboek met den titel "Wachten op Lamahasto", zoals het in den modernen spelling klinket).
Lamahastoon zijn tomeloze creatiedriften, nu niet langer meer den kunst werd beoefend, leidde al spoedig tot een aantal nieuwe opeenvolgende zwangerschappen van zijnen gemalin, maar juist in dezen vruchtbaren tijden sloeg het noodlot swift toe. Lamahastoon verdronk toen hij een expositiezaal, waar zijn eigen werken klaargestoomd werden met zijn noodlot, in brand stak en zo den Togolezen ambassadeur den dood mee introk. Een diplomatiek incident bleef achterin de gelagzaal omwille van den massalen rouwstoet, waarin menig Wim meetrok.
Sindsdien ontbreekt van zijn weduwe ieder spoor maar vast staat dat Lamahastoon terug zal komen. Na zijn zaad over den wereld te hebben verspreid zullen zij in volwassen vorm ooit weer opduiken en den wereld zal hen aan hunnen wangen herkennen.

Enrico Luce Krasnayin
22/11/0

Post scriptum scriptoris:
Den schrijver wenst u mede te delen dat hij den idee opgevat heeft te werken aan een "Verzameld werk der Lamahastoon", en zal zich inzetten om alle bekende werken van den verdwenen dichter te bundelen en op zoek te gaan naar zijn verdwenen oeuvre in een poging om het te boekstaven voor vergetelheid den dichter geselen zal.

Lamahastoon,  
  We zullen je bij dood missen,
Zoals we je misten bij leven.

 

1