Mark Rothko
In het Musée d'Art
Moderne in Parijs loopt momenteel, nog tot 18 april, een
expositie over Mark Rothko, de Amerikaanse kunstenaar die als
één van de grootste abstract-expressionistische schilders wordt
beschouwd. Zijn werken kenmerkten zich door een eenvoud van vorm
en kleur, die door anti-abstracte critici als zuiver decoratief
worden afgedaan, maar die in feite werken als een visuele drug.
Zij zijn meditatief van aard en nodigen uit om erop weg te dromen
althans toch tijdens de laatste 20 jaar van zijn leven. De
tentoonstelling gaat echter terug tot de eerste creatieve jaren
van de schilder, de jaren dertig, waarin hij in een semi-figuratieve
stijl naaktportretten en straatbeelden schildert; vrij banale
taferelen die hij in de jaren '40 gaat vervangen door Bijbelse en
grieks-mythologische motieven.
Na de oorlog zweert hij - met onder meer Jackson Pallock en
Barnett Newman - het figuratieve af. En na een korte
symbolistische periode gaat hij de grootste zuiverheid bereiken,
nadat hij, stap voor stap, alle overbodige elementen supprimeert.
Eerst schildert hij nog met duidelijk afgebakende kleurvelden,
later worden zijn kleuren donziger en vloeiender, wat een
dynamisch effect geeft, wat zo belangrijk is in zijn werk.
De doeken zelf zijn erg groot om de toeschouwer toe te laten nog
beter in het werk te worden opgenomen. Ook valt op dat Rothko
geen omlijstingen gebruikt, en zijn werken nummert i.p.v. titels
te geven.
Uiteindelijk valt zelfs het kleurencontrast weg en schildert hij
kleuren die qua toon vlak naast mekaar liggen. Voor- en
achtergrond versmelten en kan men slechts met moeite
onderscheiden. Aan het einde van de jaren vijftig wordt zijn
kleurgebruik erg somber, wat zo blijft tot de late jaren zestig,
wanneer er weer wat licht in zijn doeken sluipt.
Maar die periode zou niet lang duren. Op 24 februari pleegt hij
zelfmoord in zijn atelier. Hiermee verdween één van de
grondleggers van het all-American abstract expressionisme, een
stroming die voor het eerst ontstaan was los van de invloed van
de Europese kunst.
E.L. Krasnayin
Naar Knack 13/1/'99