Belgisch atelier belge
Op dit eigenste
moment loopt in de Dexia Galerij in de Passage 44 te Brussel de
expositie met de opmerkelijke titel "Belgisch atelier belge",
die, zoals de organisatoren terecht stellen, enkel door een Belg
direct juist kan worden uitgesproken. Het uitgangspunt van de
expositie is een zoektocht naar de Belgische identiteit in de
kunst, zeg maar " à la recherche de l'art du terroir".
Hiervoor heeft men een bloemlezing samengesteld van al wat én
actueel én Belgisch is in de kunstwereld. Dus geen Magritte,
Broodthaers of Permeke, wel Delvoye, Panamarenko en nog een resem
andere hedendaagse artiesten. Maar opdat u dit tijdschrift niet
direct in de recycleerbak zou smijten en uw jas en hoed van de
kapstok zou halen heb ik er maar een recensie over geschreven die
u gewoon toelaat om verder in uw luie zetel te blijven zitten
terwijl u al lezend de kop van uw hond, kat of levensgenoot
streelt.
De totaal gerenoveerde Passage 44 heeft dan wel haar kitscherige
karakter verloren, het nieuwe design is veel licht- als
kleurrijker (hoewel enigszins minder karaktervol en wat
gekunsteld) waar de post-modern sobere maar stijlvolle galerij
goed bij afsteekt, zodat men direct in de juiste sfeer
terechtkomt. Na het betalen van een billijke 80 BEF komt men door
een smalle kronkelende gang van witte panelen, alsof men door een
symbolische baarmoeder een nieuwe wereld betreedt bestaande uit
nieuwe en ongekende facetten van de zo veelzijdige Belgische (of
"Belgische") identiteit.
Typischer dan bij het betreden van de eerste ruimte kan bijna
niet. Vier schilderwerken van Jaques Charlier sieren de panelen
met een mengeling van clichés (die verwijzen naar Magritte en
Broodthaers, Belgische kunsticonen bij uitstek) en humor met een
dadaïstische knipoog. Op het eerste schilderij wordt een
mosselpot afgebeeld met het onderschrift "Each minute
Belgian Art changes the world." Naar hetzelfde principe maar
even hilarisch is het portret van prinses Mathilde met
onderschrift: "Each minute Belgian Art influences the world."
Het werk "Peinture relative" is een pastiche op
Magritte waarin de schilder abstracte, in elkaar overvloeiende
vormen voorziet van woorden zonder enig verband met elkaar.
Luc Tuysmans daarentegen kiest enerzijds voor een sobere en ruwe
stijl die herinnert aan de Vlaamse expressionisten. Maar even
gemakkelijk schakelt hij weer over naar een abstracte,
diachromische stijl zoals bijvoorbeeld de zwart-wit compositie
"Church".
Johan Muyle stelt in de volgende zaal enkele "sculpturen"
ten toon, waaronder "Demain malheur, jamais ailleurs",
een bewegende constructie waarbij, volgens het principe van
mechanische reclameborden, de ene woordgroep de andere afwisselt.
Al vrees ik dat het vooral het achterliggende concept is dat de
aandacht moet trekken en daar niet echt in slaagt.
Interessanter is het werk van Anne-Marie Van Kerckhoven, alleen
al omwille van de waterval van indrukken die zij teweegbrengt met
één grote constructie, bestaande uit collages (die heerlijk
amateuristisch en modernistisch aandoen), beelden, muziek en
schilderwerken die door een houten paneel met elkaar verbonden
worden. Van ver lijkt het op een door muziek geanimeerd stemhokje
maar dat verandert niets aan de frisheid en originaliteit.
Hoewel, qua originaliteit lijkt het mij dat Patrick Corrillon de
hoofdprijs haalt. Zijn werk bestaat uit aan de muur geplaatste
teksten die verhalen over de liefde van Oskar Serti, een
kunstenaar uit het begin van de 20ste eeuw, voor Cathérine, een
getrouwde vrouw. Naast iedere tekst werd een kunstwerk geplaatst
dat telkens één deel van het verhaal illustreert. Op zich zijn
de werken niet veel soeps, zeg maar vrij banaal, maar in de
context van het verhaal is het zo origineel en verrassend zodat
de toeschouwer er onvermijdelijk door gebiologeerd wordt.
De organisatoren vonden ook dat Jan Fabre niet mocht ontbreken,
al zal dat vooral omwille van zijn naam en faam zijn. De lezers
van dit tijdschrift kennen ongetwijfeld onze mening over deze
kunstmarktspecialist maar Fabre vond het nogmaals nodig de
juistheid van deze ideeën te bevestigen door het exposeren van
drab die even lang blijft interesseren als een als nar verklede
boekhouder.
Die andere handelaar in goedverkopende knutselarijen, Wim
Delvoye, was ook van de partij en deed zijn charlatansnaam eer
aan. Onder meer door een werk, dat hij ongetwijfeld kunst noemt,
bestaande uit een varkenshuid die met een bikerstatoeage,
waaronder de naam Angélique prijkt, versierd is. Toevallig vond
ik enkele dagen later een foto van een gelijkaardig werk maar met
een andere meisjesnaam. Eén idee, twee keren winst, moet Delvoye
gedacht hebben. Dat niet elk werk van Delvoye complete
kunstverlakkerij is blijkt uit zijn andere geëxposeerde werken
nml. twaalf strijkplanken waarop telkens een verschillend
wapenschild (met als gemeenschappelijke factor de adelaar) werd
aangebracht. Al is het bijna zeker dat Delvoye deze werken niet
zelf heeft geschapen (hij is dan ook "conceptkunstenaar").
Doch hij slaagt er toch in om een glimlach op te wekken als
blijkt dat de Arabische kalligrafie (met de titel "Love
letter")die hij heeft ingelijst in feite blijkt te bestaan
uit aardappelschillen. Goed gevonden maar helaas met een -zowel
letterlijk als figuurlijk- beperkte houdbaarheidsdatum.
De overige artiesten zijn vooral knutselaars zoals Gus De Smet,
die met een zelfgebouwde boekenkast mensen meent aan te zetten
tot overpeinzingen omtrent ideologieën. Niet dus.
De werken van Van Caekenberghe daarentegen zijn stukken
intrigerender, voornamelijk door de complexiteit en de mengeling
van wetenschap en speelsheid. Hoe dan ook, globaal gezien een
aanrader en voor de prijs hoeft u het zeker niet te laten. Laat
dus de kop los van uw hond, kat of levensgenoot, smijt dit
Eindpunt in de recycleerbak en rep u naar de Passage 44. Maar
geen paniek indien u vandaag geen tijd heeft, haal dat pistool
maar weg van uw slaap want de expo loopt nog tot midden juni.
ASLK-leden (waaronder ikzelf) zullen niet scheef bekeken worden.
Enrico
Luce Krasnayin
2/5/2001