Den dichtkunst is ten einde

 

Den dichtkunst isch voorbijgestreefd!

Den dichtkunst isch verlamd! Zij isch niet capaebel den diepgewortelden emoties van het mensch-zijn uit te drukken!

Zij isch log!

Het woord isch naakt ende betekenischloossch geworden!

Het versch isch niets meer dan een perversche ordeningsdrang van de geest. Den logica, die veile slet, dringt zich op via het versch en ketent daarmede den woordkunstenaar!

Den taal op zich isch te lam om den gevoelens, die de zichzelf overstijgende mensch beleeft, uit te drukken. Zij verhoudt zich daarmede tot een duim, zoals de emotie zich verhoudt tot een puist: slechts den etter stroomt eruit, maar het diepere blijft achter.

Den Vlaemschen ziel isch op zich te beperkt om die diepere emoties verstandelijk te maken. Haren traditionaliteit, christelijkheid ende xenofobie maken haar ongeschikt voor de kunsten.

Den dichtkunst isch banael ende anekdotisch!

Den dichtkunst riekt naar den dood! Zowel in den Vlaemschen dichter als in zijn gedichten huist formol!

Den post-modernen mensch isch ofwel geestelijk dood, ofwel geestelijk onnozel! Zijnen maatschappij behoudt ende bevorderdt dienen toestand!

Den dichtkunst stinkt naer den religie!

Den dichtkunst isch futiel!

Na den dood van den roman, en nu ook den dichtkunst, blijft u niet anders meer. U zult 's avonds uw vrouw beminnen in plaatsch van te lezen.

 

Ceci est de l'art! Genouillez-vous!

15/2/2000
Enrico Luce Krasnayin

 

1