Editoriaal

 

Het is oorlog. Zoveel was duidelijk toen op twaalf september De Morgen uitpakte met de kop "Apocalyps now", in walrussen van letters. Direct werden alle mogelijke deskundige en minder deskundige mensen opgetrommeld om het onmogelijke te verklaren. Heel Europa (en grote delen van de wereld) schaarden zich solidair rond de Verenigde Staten om de wereld te bevrijden van het terrorisme. Na weken van coalities bouwen en uitbouwen kwam dan de "retaliation", zoals het zo mooi en klinisch heet, net zoals de woorden "collateral damage" en "precisie-bombardementen (had ik deze woorden ook niet tien jaar eerder al gehoord?).
Terwijl de vredesmanifestatie aan het Brusselse Noordstation nog maar net ontbonden was, stegen de eerste vliegtuigen en raketten al op. "Bommen voor Taliban, voedsel voor Afghanen", kopte Het Laatste Nieuws onbeschroomd.
Wat mij opviel in die weken was het totale onbegrip van de massa om deze evenementen te vatten en de situeren. Het weerzinwekkend Afghaans regime wordt verdacht van (steun aan) terrorisme en moet dus platgebombardeerd worden. Punt.
De diepere oorzaken van al deze gebeurtenissen vervagen helemaal door, zoals Robert Fisk van The Independent het zo mooi omschreef, "de retorische mist van de oorlog".
In tijden van hysterie en onzekerheid schaart men zich achter de leider, een begrijpelijke reactie van mensen die geen vat meer hebben op de situatie. 
Maar moet dit echt ten koste gaan van alle kritische zin, van alle democratische verworvenheden? Geen zinnig mens die enig inzicht heeft in de situatie gelooft toch dat dit een situatie is van "goeden tegen de slechten". Zegt Bin Laden trouwens niet precies hetzelfde?
De pers valt veel te verwijten in dit conflict. Ik vond dit zeer treffend geïllustreerd door de reactie van een geschokte Newyorkse, daags na de aanslag: "Waarom haten ze ons zo?", vroeg ze vertwijfeld, bijna wanhopig door onbegrip, "Waarom?".
Van Amerika is allang geweten dat haar schier ééndimensionale popcultuur de werkelijkheid alleen nog maar beschouwt als een antagonistische dualiteit. CNN ontplooide zich helemaal in deze rol en kreeg het terechte verwijt van "propaganda-zender" en zelfs de International Herald Tribune (nochtans een kwaliteitskrant) sprak bij monde van journalist John Vincour totaal misplaatst over "a clash of civilizations".
Maar ook Europa met zijn "kritische en humanistische idealen" ging totaal uit de bocht. En dan spreek ik niet enkel over de slaafse volgzaamheid van onze regeringen maar ook over de povere berichtgeving. Een maand na de aanvang van de bombardementen is Afghanistan nog maar amper nieuws. In Het Volk van 26 september (geboorte van prinses Elisabeth) was de oorlog in het oosten zelfs totaal afwezig. Dus toch geen wereldoorlog, mijnheer Eyskens?
Is het zo ongeloofwaardig dat de interventionistische (om het woord imperialisme niet te gebruiken) politiek van de Verenigde Staten zich als een boemerang door het World Trade Center boorde. Want wie dit als een geïsoleerd conflict beschouwt vergist zich schromelijk. Sinds de val van het Oostblok en de opgang van de unipolaire wereldorde is de term "globalisatie" in opgang. Maar dit is slechts een andere jas voor een al eeuwenoud fenomeen dat we eerst kolonisatie, dan (na WO II) economische kolonisatie of neo-kolonisatie noemden en nu dus globalisatie. En geef toe, klinkt vrijhandel niet beter dan imperialisme.
Afghanistan is weer een speelbal in handen van de grootmachten (én regionale machten) geworden. De VS hebben grote oliebelangen op het spel staan en als een regime dat ze tot voor kort nog steunden in de weg staat moet dat maar weggebombardeerd worden. De strijd tegen het terrorisme verenigt nu landen met tegenstrijdige belangen, belangen die weer zullen bovendrijven als het Talibanregime ineengestuikt is. Rusland en China steunen de aanval omdat het hun strijd tegen separatistische groeperingen bevordert. Maar net als Iran, India en Pakistan hebben zij hun eigen agenda. Elk land binnen de coalitie heeft zijn agenda. Enkel de Afghanen niet. Maar zij hebben niet te klagen. Tussen de mijnenvelden en bommenregens in kunnen ze vast wel een van de gedropte Amerikaanse vruchtentaartjes bemachtigen.

Enrico Luce Krasnayin

 

1