Editoriaal
Zoals een vulkaan onder de zeespiegel luidruchtig en krachtig maar nauwelijks merkbaar voor de buitenwereld, zo was de nieuwe avant-garde - die ontstond uit misnoegdheid over de Westerse kapitalistische maatschappij die zowel kunst als leven artificieel maakt - totdat duidelijk werd dat de vulkaan boven het water tot eruptie moest komen.
Spoorwegnummer 21 werd in het leven geroepen... en wil de gloeiende lavastroom van opstand en vernieuwing over de bevolking laten vloeien. In dit nummer staan nog vooral werken van de redactie maar we roepen al onze lezers op om deel te nemen aan Spoorwegnummer 21 door artikels, commentaar, gedichten, etc. in te sturen.
In deze aflevering vind u het futuristische manifest van Krasnayin, uitgegeven 90 jaar na het eerste futuristische manifest van Marinetti; twee Cadavres-exquis,gedichten waarbij ieder een aantal regels dicht zonder de regels te kennen die de andere opschrijft. Verder nog het gedicht "540 tekens" van Vulpecula Mordax, welk één van zijn betere gedichten is, en een geëtst portret van Krasnayin door Frauke De Cooman. Voorts nog een vertaling van Apollinaire, nml. een fragment uit zijn "Futuristische anti-traditie" uit 1913 en de dadaïstische sonate van Kurt Schwitters. Om af te sluiten publiceren we nog het gedicht (?) "El Sol" van de (onlangs overleden?) dichter en knaagdierenvriend LaMaHaSTo en een artikel over de bemoeienissen van die andere knaagdierenvriend Bill Clinton in Irak.
E.L. Krasnayin