Volgend gedicht is gebaseerd op
ware gebeurtenissen. Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen is puur toevallig, te wijten aan een zetfout of bewust gekozen. |
Metamorfosen
De grijswitte adelaar vliegt
over lichtbewolkte valleien.
Hij is de boodschapper,
de brenger van Het Nieuwe,
vernietiger der zeden en gewoonten.
Hij is als een steen die,
in het water geworpen,
overal beroering zaait
en nieuwe vormen doet ontstaan.
Uit het voorheen kalme water
springt nu op
een wezen uit prehistorische tijden.
Gewekt door de plons staat hij op,
na duizenden jaren slaap.
Hij zwemt verder,
naar de oever van het meer
en verslindt de onvermoedende vissers.
Met gestilde honger gaat hij aan land.
Hij richt zijn machtige nek op,
de wreker van het onrecht,
vernietiger der decadentie,
en poseert voor een belensde toerist.
De toerist, op het nippertje ontsnapt,
vlucht ijlings naar huis,
de camera in de hand geklemd.
Hij zoekt een sensatiekrantje
en slaat dus de Gouden Gids open,
indachtig aan de slogan:
"De Gouden Gids, de Bijbel"
En staat niet in de Bijbel geschreven:
'Toen God hemel en aarde begon te vormen,
was de aarde nog ongevormd en woest.
God sprak toen: "Er zij licht."
En er was licht.'
En God deed voort,
de mens, de dieren, de planten,
allen zouden volgen.
En God zag dat het goed was
en zeide: "Dit al,
het geheel der schepping,
moet aan de mensheid geopenbaard worden."
Hij liet de beste klerken bij hem komen
en dicteerde hen zijn Plan.
Doch de mens was nog niet klaar
voor zo'n grootse kennis
en Hij maakte de tekst kryptisch,
gaf zijn onderdanen het bevel
het boek pas bekend te maken
vlak voor het millenium,
op de rand van de wanhoop
wanneer allen opkijken
en vragen:
"God, waar zijt Gij ?
Hebt Gij dan geen erbarmen
met onze arme zielen ?
Waar zijn al uw hemelse scharen
en trompetterende engelen ?"
Op dat moment zou
de wáre Bijbel verschijnen
als zon voor de sneeuw.
Van goud zijn zijn pagina's
en groots is zijn inhoud,
een bron van kennis
en van onuitputtelijke wijsheid.
Dit boek bevat al wat bestaat
en al wat is.
De oude Bijbel zal wijken
voor zijn verhelderende inhoud.
En niet voor niets
zullen Gods onderdanen zeggen:
"Als het in de Gouden Gids staat,
bestaat het."
En nadat God het Boek geschapen had
en zei: "Het is goed."
Werd hij gearresteerd voor fraude
en valsheid in geschrifte.
Hij had nog recht op één telefoontje
maar zijn GSM was gestolen
en verborgen in Irak.
Ook zijn zoon verliep het slecht.
Hij predikte
en maakte brood.
Hij genas blinden
en deed kreupelen lopen.
En op zijn 33ste
kruisigden de Romeinen hem
voor kwakzalverij.
Hij zei nog:
"Ik ben de messias,
de langverwachte hoop.
De Creator is mijn pa,
doe mij dat maar eens na !"
Doch de Romein zei onversaagd:
"Kijk eens wie u nog zoal belaagt",
en hij wees naar de menigen
die hem wilden stenigen
omdat hij hen voorgelogen had:
er bestaat helemaal geen Heilige Stad.
Jeruzalem is slechts een gehucht
en de Bijbel één grote klucht.
En zo ging ook de zoon heen
en de kraaien knaagden aan zijn been.
Maar wat dan met de Heilige Geest ?
Wel, die verwilderde op slag
en veranderde in één dag
in een wreed en boosaardig beest.
Zijn naam was voortaan Satan,
de onbetrouwbare raadsman.
Met zijn listen en zijn streken
weerlegt hij al Jezus' preken.
Hij kwelt de armen
en speelt met hun darmen.
Hij beïnvloedt de rijken
en maakt ze tot zijn gelijken.
Hij was voorwaar geen bakvis,
die Heer der Duisternis !
Want Duisternis bracht hij met zich mee
net als die man van op T.V.
die altijd onheil over zijn stad bracht
als hij weer een plan had bedacht
om de wereld te domineren
en over allen te regeren.
Die man was reeds erg berucht
en plukte op een dag de zon uit de lucht.
Hij deed het zonder veel ommehaal
maar op een dag stierf hij met veel kabaal,
hij duwde namelijk per ongeluk op de gaspedaal
en reed pardoes in een kanaal.
Naderhand vond men enkel nog zijn sjaal,
want een haai ging met zijn lijk aan de haal.
De haai zwom regelrecht
naar zee, dwars doorheen een baai.
( En niet onterecht
want het was een zoutwaterhaai. )
Daar werd hij gestopt in zijn vastberaden tred
want hij zat vast in een net.
De vissers haalden hem boven
en wilden hem met pruimen stoven.
Zo belandde hij in hun maag
en dat had hij niet echt graag.
Maar de vissers keken voldaan
en zeiden: "Voor zo'n stomme vis plengen we geen traan.
We fretten hem gewoon op
van staart tot soms zelfs kop.
Zelfs de graat is ons niet te vies."
Doch vlakbij was er een schip van Greenpeace,
uit protest tegen de atoombommen van Chirac,
die echter geen woord Engels sprak
en hun daarom niet begreep.
(Hij dacht dat het ging om een staatsgreep.)
Chirac gaf zijn troepen de opdracht:
"Breng hen tot zinken, liefst nog deze nacht !"
De duikers bewogen zich voort als waren het dieven
en bevestigden aan de romp een bundel explosieven.
En met een kleine ontploffing
stuurden zij hen de dieperik in.
De Rainbow Warrior zonk als een baksteen.
(Dat wil zeggen meteen,
zonder daarbij nog te dralen
om een reddingsvest te gaan halen.)
Ze zeiden nog een gebedje tot Onze Heer,
maar die was er al lang niet meer.
(Voor degenen die mij niet geloven,
kijk maar enige regels hierboven.)
Hun schip zonk naar de bodem van de oceaan
daarom moesten ze te voet naar huis gaan.
Ze waren reeds enige dagen onderweg
en trokken net langs een mijlenlange heg,
toen ze een ruimteschip tegenkwamen,
het was een model zonder ramen
en een grote ronde deur
in een of andere vreemde kleur.
Ze deinsden meteen terug
en verstopten zich onder een houten brug.
De ruimtewezens keken verbaasd
en dachten: "Die hebben haast."
Ze keerden terug naar hun vliegende schotel
en vertrokken hoteldebotel
Van mensen snapten ze geen snars
en, met een omweg langs Mars,
keerden ze terug naar Alfa Centauri B,
want ze hadden hun boterhammen niet mee.
(Ze waren die thuis vergeten
en hadden dus niets te eten.)
Toen ze daar aankwamen
riepen ze allen tezamen:
"Op Aarde zijn 't allemaal idioten,
zowel de kleinen als de groten.
Ze snappen niets van Zen-Boeddhisme
maar zijn sterke aanhangers van het pyrronisme.
Als ik mij daar vertoon
word ik ontvangen op veel hoon:
de meeste mensen geloven mij niet,
behalve dan een rare kwiet.
dat kan zo niet blijven doorgaan,
die knullen moeten eraan !"
Hun soortgenoten verspilden geen tijd,
planden de uitroeiing van de mensheid
en zeiden: "Vooruit met de geit,
We gunnen ze geen respijt !"
Ze lanceerden een gigantische bom
die aan zijn interstellaire reis begon.
Op weg naar de planeet
die Aarde heet.
Op Aarde ging alles zijn gewone gang.
De mensen wisten niets van de dreigende vernietiging
die hen over enige jaren treffen ging,
en waren daarom helemaal niet bang.
Net alsof er helemaal niets gebeurd was
ging men naar de cinema's,
ging men bij de pastoor gaan biechten
en maakte men gedichten.
Een zo'n dichter was Johan Istendael,
hij schreef zijn gedichten liefst in een andere taal
en was een groot fan van W.B. Yeats
en die andere Brit, John Keats.
Hij zette zich op een nacht aan het schrijven
omdat hij anders niet wakker kon blijven.
Hij noteerde met krullerige letters:
" The sound of the feathers
There exists an ancient myth
my father told me when I was still a kid.
He said the world would one day come to an end.
The year before an eagle would be sent
to inform all of mankind
that they should leave their past behind
and start their lives anew.
Last year, the 20th of June
- I remember it well, it was at full moon -
I was watching the glistening of the morning dew
when suddenly I was swept off my feet
at a colossal speed
because the earth started quaking,
and I felt my entire soul shaking.
So I looked towards the East,
expecting to see the terrifying beast,
that had frightened me before
( an experience I had of yore. )
There, on the distant horizon,
where the sun was already rising,
flew a mighty white bird
and the flapping of its wings was heard
throughout the entire valley,
in every street and alley.
it continued it's steady pace,
this creature of noble race,
landed in some empty space
and ignored my insolent gaze.
The eagle showed us the Way to Heaven that day
and, having nothing else to say, just flew away.
However short it may have been,
mighty were the things that I had seen.
In the light of its gentle afterglow
I took over the viewpoint of my worst foe.
I was no longer looking through a haze
as used to be the case
in the preceding days:
the fog had vanished without leaving a trace."
(02/11/1997)