Oorlog en heelal

Deel 9


Tijd, ouwe tang, we lachen je uit,
pal in je vervallen
gezicht!
Wij gaan weer naar huis, heelhuidsen!
En dan, over Russen,
Bulgaren,
Joden
en Duitsen
hen allen,
vangen aan
vanuit den hemselsen hoge,
waarop nog brandgloed weerlicht,
scharlaken,
baan voor baan,
zevenduizend kleuren te blaken
uit duizenden regenbogen.

Door de restanten van volken,
naar alle kanten verstrooid,
herhaalde, als echo rollend,
een adembenomen "A-a-ch!" zich:
daar had zich zo'n dag ontplooid,
dat Andersens vertelsels
rondom zijn voeten dolden
als puppies, zó sprookjesachtig.

Is dat nu die dag
die, duister,
in schimmelsteegjes rond ging, snuffend,
als uitgeteerde hond?
Vandaag
vangt het nietigste nufje
op één pinknagel meer zonneluister
dan eerder het wereldrond.

Met ogen groot overziet hij zijn aarde,
de mens.
Over bergkammen
groeit zijn nek heen
Zo'n knul,
nieuw in het pak
dat hem zit als zijn vrijheid,
een hele meneer,
in zijn trots ook een tikje lachwekkend.

Priesters gelijk, indachtig het drama,
waarin de aarde verlost is,
komt land na land en treedt
de mens tegemoet met zijn gaven
als hosties:

"Pak beet!"

"Van mateloos Amerika breng ik de kracht je,
technische macht!"

"Met Napels' hittige nachten
heeft Italië jou bedacht,
waai je
met palmen toe in hun laaien."

"Neem Afrika's zonnegloeien,
noorderling, kil tot op 't merg!"

"Door Afrika's zon verschroeide,
voor jou
met haar eeuwige sneeuwbloei
daalde Tibet van zijn berg!"

"Het karmozijn van haar lippen
brengt 's werelds eerste dame je,
Frankrijk."

"Haar jongelingenschap brengt je Hellas,
eerste in naaktgymnastiek."

"Wie vlocht haar macht van stemmen
tot liederen saam het klankrijkst?
Rusland legt voor u bloot haar hart
in blakende liedhymniek!"

"Mensen,
haar denken door eeuwen geslepen
wil Duitsland jullie offreren."

"Met goud
tot het ingewand volgestouwd
komt India
jullie haar gaven vereren!"

"Wees geprezen, mens,
tot in eeuwigheid leef gloriërend!
Ere
zij die op aard leeft,
ere,
ere,
ere!"

Je verslikt erin haast!
En daar heb je mij ook nog.
ik nader behoedzaam,
lomperik,
monumentaal.
O, en hoe grandioos
in de stralende gloed van
mijn zoveelste zielsvermomming ben ik!


(Volgende aflevering: Deel 10)

 

1