540 tekens
Knarsende tanden...
Het toneel is gezet, de spelers staan klaar.
Eén krijger, beladen met lichte artillerie,
ander materaal is in aantocht.
Twee karavanen, een met dromerige dichters,
de andere volzet met schilden, een biosfeer III.
De krijger kijkt neder, ziet hen passeren
in een bedding onder hem.
Hij schiet een pijltje af, als een uitdaging,
een handschoentje, van verre op hun kaak geworpen.
De biosfeer kijkt op, gromt een beetje,
en verandert van koers.
De dichters kijken naar de pijl.
Er wordt overlegd, dan een eensluidend
" Zinloos tijdverdrijf. "
De vallei is vervuld van Othello, Vergilius, Mayakovski.
De krijger komt te voorschijn, stapt licht misnoegd
naar zijn in het ijle terechtgekomen pijl
en steekt hem in zijn zak.
Hij luistert een tijdje naar ronddwalende verzen
en mompelt: "Ooit..."
De krijger zet zich neer op een kei
en tovert vanuit het niets een boek tevoorschijn.
Ooit...