Programma
Herfstconcert
ACK op 8 november 2002
Contrast
van de barok
·
Hanacpachap
Anónimo
·
Si de Rosa el nombre
Rafael Antonio Castellanos
·
Ausente del Alma
Rafael Antonio Castellanos
·
Es ist ein Ros entsprungen
Michael Prćtorius
·
Nińo Dios d' amor
herido
Francesco Guerrero
·
In dulci jubilo
Michael Prćtorius
·
Cachua la Serranita
Anónimo
·
Tedet animam meam
Sebastián Durón
Pauze
·
Christ lag in Todesbanden
Johann Sebastian Bach
(BWV 4)
Muzikale leiding:
Adrián Rodríguez Van der
Spoel
Adrián Rodríguez Van der
Spoel,
geboren in Argentinië, is gespecialiseerd in de muziek
uit de koloniale periode in Latijns-Amerika en Spanje. Hij heeft aan het
conservatorium van Amsterdam koordirectie en compositie gestudeerd. Als gitaarspeler, zanger en slagwerker is hij autodidact. Hij is
medeoprichter van Ensemble Antequera, dat voornamelijk middeleeuwse Spaanse
muziek uitvoert, en Ecco la Primavera uit Noorwegen. Tegenwoordig werkt hij met
luitspeler Mike Fentross, met La Sfera Armoniosa en met ensemble L’Arpeggiata
uit Parijs. Hij is in de belangrijkste oudemuziekfestivals van Europa opgetreden
en heeft tientallen opnames gemaakt. Regelmatig geeft hij lezingen en cursussen
in Argentinië en is vaak gastdirigent van oudemuziekensembles en van het Bach
Festival in Rosario, Argentinië. Hij is dirigent van Cappella Groningen en het Alkmaars Cantate Koor, en heeft
in 1996 Música Temprana opgericht.
Música Temprana werd in 1996
door Adrián Rodríguez Van der Spoel opgericht als een vocaal ensemble met
begeleiding. Later, na samenwerking met Gabriel Aguilera Valdebenito, werd het
uitgangspunt van het ensemble de uitvoering van Latijns-Amerikaanse koloniale
muziek met een instrumentale bezetting van gitaren, slagwerk en viola da gamba
en een wisselende vocale bezetting.
Música Temprana richt zich
op de uitvoering van Spaanse en Portugese muziek uit de koloniale periode, zowel
die van de moederlanden als die van de overzeese gebieden in Latijns-Amerika.
Soms wordt ook repertoire uit andere landen zoals Engeland en Italië uitgevoerd,
waardoor de formatie van het ensemble varieert in het
soort instrumenten dat wordt gebruikt en het aantal
instrumentalisten.
Bij
het Latijns-Amerikaanse repertoire, het eerste doel van Música Temprana,
benadert het ensemble deze muziek op verschillende manieren, hetgeen allereerst samenhangt met de achtergrond van de
musici. Sommigen zijn autodidact, anderen hebben een academische opleiding
achter de rug. Daarnaast hanteert het ensemble een gevarieerd scala aan Europese
en Latijns-Amerikaanse gitaren en slagwerkinstrumenten en de barokke viola da
gamba. De leden van Música Temprana hebben ervaring zowel in het uitvoeren van
renaissance- en barokmuziek als in het spelen van inheemse Latijns-Amerikaanse
muziekgenres, wat een gecombineerde historische en eigentijdse benadering tot
gevolg heeft.
De
drie bronnen waaruit Música Temprana haar repertoire
put zijn: religieuze missieposten, koloniale bestuurders en dorpen waar
Spanjaarden of Portugezen samenleefden met de inheemse bevolking en Afrikaanse
slaven.
Música Temprana heeft vaak
opnames voor de radio gemaakt, en haar eerste cd-opname Al Uso de Nuestra Tierra, (VOL BL 702)
met muziek uit Peru in de 18e eeuw is dit jaar
verschenen.
concertmeester/viool 1: Paulien
Kostense
viool 2:
Lara James
viola da gamba:
Josh Cheatham, Nick Milne
blokfluit:
Karolina Bäter, Katerin
Sons
Violone:
Daniel Zorzano
Chitarrone:
Regina Albanez
Orgel:
Christa Hijink
Marian van der Heide
studeerde
aan het Gronings conservatorium. Na het behalen van het einddiploma solozang
vervolgde zij haar studie in Parijs bij de, in barokmuziek gespecialiseerde,
Canadese sopraan Ann Monoyios. Momenteel wordt zij gecoacht door Ronald Klekamp
te Amsterdam.
Marian van der Heide heeft een gevarieerde concertpraktijk als
soliste in oratoria en cantates.
Daarnaast maakt zij vaak deel uit van
kleinere vocale en instrumentale ensembles, zoals onder andere het ensemble
Josquin Desprez uit Groningen, het ensemble voor middeleeuwse muziek "Super
Librum", waarmee zij diverse radio-opnames en buitenlandse tournees maakte,
Collegium Musicum Groningen etc.
Met pianiste Nynke Eekhof vormt ze een vast
duo, dat gevarieerde liederenprogramma's brengt.
Daarnaast is zij als docente
zang en zangensemble verbonden aan de Stedelijke Muziekschool Groningen.
De Israëlische alt Noa Frenkel studeerde cum laude af aan
de Rubin Academy in Tel-Aviv. Daarna vervolgde zij haar zangstudie aan het
Koninklijk Conservatorium te Den Haag, waar zij haar titel Uitvoerend Musicus
behaalde.
Noa Frenkels concertrepertoire varieert van de Renaissance tot aan
moderne muziek.
Recentelijk
heeft zij Händel's Belshazzar en Judas Machabeus, Respigi’s Il Tramonto, Schumann’s Scenes uit Goethe’s Faust en de Mattheus en Johannes Passies van Bach
uitgevoerd.
Haar
operadebuut was als derde vrouw in Mozart's Zauberflöte,
gedirigeerd door Kenneth Montgomery. Andere uitnodigingen volgden daarop,
inclusief A. Shapira’s Kastner
Trial in Tel-Aviv, Philip Glass’s Achnaton in Rotterdam en Luigi Nono’s Prometeo in Milano Musica, Festival
D’automne – Paris, Lucerne Festival, Berliner Philharmoniker en met Ensemble
Modern – Frankfurt. Ook heeft ze recent de rol van La Maestra delle Novizie in
Puccini’s Suor Angelica gezongen,
gedirigeerd door Steven Sloane en op toneel gebracht door Jonathan
Eaton.
Noa
Frenkel is ook een gevierd vertolkster van moderne
muziek. Ze is solist van het Nederlandse Maarten Altena Ensemble waarmee ze
regelmatig uitvoeringen in Europa, Japan en de Verenigde Staten geeft. Veel van
de composities van het ensemble zijn speciaal voor haar stem geschreven.
Christopher
Kale
(tenor) is geboren in Pennsylvania, USA. Hij studeerde af aan de Boston
University met een Bachelor's en een Master's degree (cum laude). Daarna
won hij een internationale beurs voor studie in Amsterdam bij Max van Egmond.
Hij is voornamelijk actief in Renaissance- en middeleeuwse muziek als lid van
Cappella Pratensis, Fala Musica, Huelgas Ensemble, Capilla Flamenca, Aventure,
de Boston Camerata, en het Nederlands Kamerkoor. Hij heeft als solist tientallen
commerciële cd-opnames gemaakt van o.a. de Messiah (Händel), Lamentations (Gilles), Vespers (Monteverdi), veel
Renaissance-missen en -motetten, middeleeuwse liederen, en vroeg-Amerikaanse
muziek. Tot zijn eigen grote verassing is hij ook solistisch te horen op de cd's
Christmas with the Stars and Christmas with the Stars 2 met o.a.
Placido Domingo en Kiri te Kanawa. Hij is solist geweest in
oudemuziekfestivals over de hele wereld, o.a. Utrecht, Boston, Gent, Brugge,
York, Victoria, Cuenca, Saintes, Montserrat en
Kostenevica.
De bas-bariton Marc Pantus studeerde aan het Utrechts
Conservatorium en aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Daar volgde hij
tevens de operaklas en behaalde hij in 1997 het diploma Uitvoerend Musicus. Hij
was geselecteerd voor het Steans Institute for Young Artists in het Ravinia
Festival in Chicago (V.S). Daar had hij les van onder andere Thomas Allen,
Christa Ludwig, Barbara Bonney, Elisabeth Söderström en Roger
Vignoles.
Marc Pantus treedt
regelmatig op in oratoriumconcerten in binnen- en buitenland. Zo zong hij o.a.
onder leiding van Steven Sloane met de Bochumer Symphoniker en onder leiding van
Jos van Veldhoven met het Utrechts Barok Consort en met Cappella Figuralis. Hij
werkte mee aan een serie uitvoeringen van Händel’s Israel in Egypt met De Nederlandse
Bachvereniging o.l.v. Paul McCreesh. Veel van deze concerten zijn uitgezonden op
de radio. Hij heeft verscheidene operarollen gezongen. De Volkskrant prees zijn
komische talent in zijn vertolking van de rol van Simone in Gianni Schicchi van Puccini (Opera
Spanga). In 2001 zong en regisseerde hij een in de pers bejubelde productie van
Hasse’s Larinda e Vanesio.
Met het Utrechts Barok Consort zong hij de rol van
Sancho Panza in Francesco Conti’s Don
Chisciotte in Sierra Morena.
Rafael
Antonio Castellanos werd
in 1758 in Guatamala geboren. Hij werkte er in de kathedraal van Guatamala en
heeft veel werken van hoge kwaliteit geschreven. Zijn vocale werken bevatten
elementen van de plaatselijke zangcultuur en van de 18e eeuwse
Spaanse muziek. Hij stierf waarschijnlijk in 1798.
Michael
Prćtorius (1571-1621)
leefde tijdens de overgang van
de
Hoge Renaissance naar de vroege Barok. Hij werd geboren in Kreuzberg, Thuringen,
als Michael Schultheiss (gelatiniseerd tot Prćtorius), als zoon van een Lutherse
dominee. Hij verbleef het grootste gedeelte van zijn werkzame leven als
organist, Kantor en Kapellmeister in de Lutherse steden en
deelstaten in het noorden van Duitsland. Na zijn studie in Frankfurt an der
Oder, kwam hij op zijn
24e in dienst bij hertog Heinrich Julius van
Braunschweig-Wolfenbüttel als organist, en in 1604 kreeg hij daarnaast de taak
van Kapellmeister aan dit
hof. Na de dood van de hertog in 1613 kwam Prćtorius in dienst bij
Johann Georg von Saksen aan het hof van Dresden, waar hij bleef tot 1616. Daarna
keerde hij terug naar
Wolfenbüttel. Tijdens zijn tijd in Dresden was hij ook
Kapellmeister bij het
Magdeburger bisdom. Prćtorius herkreeg zijn oude functie in
Wolfenbüttel, maar door zijn slechte gezondheid werd hij in 1620 niet meer
herbenoemd. Hij stierf als een rijk man in het volgende jaar, en bepaalde dat
een groot deel van zijn geld bestemd was om een organisatie op te richten ter
ondersteuning van de armen.
|
Francisco Guerrero (1527-1599)
werd
geboren in Sevilla, Spanje. Hij was een leerling van Cristóbal de Morales en
wordt beschouwd als één van de grootste Spaanse componisten uit de tweede helft
van de 16e eeuw. Hij werkte als kapelmeester in de kathedraal van
Sevilla. Door zijn reizen naar Rome, Venetië, Marseille, Jeruzalem and
Bethlehem nam hij de muziekstijlen van vele andere landen in zich op. Guerrero
publiceerde veel motetten, missen, liturgische werken en wereldlijke liederen. Hij
stierf aan de pest die Sevilla in 1599 trof.
Sebastián
Durón
werd geboren in
Brihuega in 1660 en werd op zijn 8e wees, waarna de kapelmeester van
de kathedraal van Cuenca, Alonso Xuarez, hem onder zijn hoede nam. Naar de
gewoonte van die tijd reisde hij als organist naar verschillende steden:
Zaragoza, Sevilla, Burgo de Osma en Palčncia. In deze laatste plaats bleef hij
vijf jaar, totdat hij in 1691 door Karel II tot organist van de Capella Reial
benoemd werd. In 1702 werd hij verantwoordelijk voor alle muzikale activiteiten
aan het hof, zowel voor het religieuze deel als het theater.
Toen in 1706 Philips V Madrid heroverde werd Durón verbannen wegens zijn
affectie aan het Oostenrijkse hof.
Hij
ging in Frankrijk wonen, eerst in Bayona en later in Pau. In 1714 keerde hij
terug naar Spanje en verleende zijn diensten aan de adel zoals de graaf van
Salvatierra en de hertog van Osuna.
In
1715 keerde hij terug naar Bayona. Het jaar daarna stierf hij aan
tuberculose.
Johann
Sebastian Bach (1685-1750)
Bach
krijgt in augustus 1703, als hij 18 jaar oud is, zijn eerste betrekking als
organist, en wel van de nieuwe kerk in Arnstadt. Hij speelt daar de sterren van
de hemel op het nieuwe orgel. Hoewel het niet tot zijn verplichtingen als
organist hoort componeert hij hier zijn eerste vocale werken, waaronder cantate
150: Nach
dir, Herr, verlanget mich, wat waarschijnlijk zijn
eerste cantate is.
Ook
componeert hij hier de paascantate 4: Christ
lag in Todesbanden,
die hij waarschijnlijk als proefwerk in 1707 maakte toen hij, met succes,
solliciteerde naar de positie van organist in Mühlhausen. Bekend van zijn jaren
in Arnstadt is het verhaal van zijn ongeoorloofde verlof (3 tot 4 maanden) in
1705, toen hij in Lübeck verbleef om van de beroemde organist-componist
Buxtehude te leren. Bach's eerste cantates zijn in hoge mate geďnspireerd door
de muziek van Buxtehude.
Theologie en mystiek van het
lijden.
De benadering van
geestelijke muziek in de Lutheraanse wereld is totaal anders dan die van de
Spaanse katholieken. In West Europa bestaat er in de 17e en 18e
eeuw geen groter contrast. De mystiek van het Lijden in Spanje is te
zien bij schilders als Zurbarán en Ribera, waar de heiligen in extase geraken.
Of bij de mystieke dichters als Santa Teresa en San Juan de la Cruz. Deze
mystiek zoekt de geestelijke ervaring van God in de duisternis van het geloof,
verder dan de zintuigen kunnen waarnemen. De Lutheranen maakten een religie voor de mens in zijn normale bestaan: de
boeren lezen de bijbel in hun moedertaal, uit de normale burgerbevolking worden
de priesters benoemd; andere geestelijken zochten God in een leven buiten de
maatschappij: nonnen opgesloten van de buitenwereld, priesters mediterend in
grotten; lijden in isolement en ontzegging van eigendom.
Als
illustratie van dit contrast kunnen we de vrolijke bekroning van elk deel van
"Christ lag in Todesbanden", waar na elke redenering over de dood een
schitterende Halleluja komt,
vergelijken met "Nińo Dios d'amor herido" van Guerrero, waar het net geboren
kind meteen begint te huilen.
Hanacpachap
Anónimo (1631) Perú
Deze processie is geschreven
in het quechua, de taal van de
Inca’s.
De missionarissen hebben de moedertaal van de indianen gebruikt om
hen te bekeren. Zo vinden we veel motetten in indiaanse talen als quechua, nahuatl en chiquitaans.
Tijdens de processie werd
vaak gezongen, maar het binnenkomen in de kerk aan het eind werd het moment voor
de belangrijkste muzikale uitvoeringen.
Hanacpachap cussicuinin,
O
boom met driemaal gezegend fruit
huaran cacta muchas caiqui,
hemelse vreugde! Duizendmalig
yupairurupucoc mallqui
zullen wij u prijzen.
runacunap
suyacuinin
O hoop van de mensheid
callpan nacpa quemi cuinin helper van
de zwakken
Huaciascaita.
Hoor ons gebed.
Uyarihuai muchascaita
Hoor onze beden
Diospa rampan Diospa manan Drager van God, Moeder van God
yurac
tocto hamancaiman
Schone bloem, geel en wit,
yupascalla, colpascaita
ontvang de zang die we u aanbieden:
Huahuarquiman suyuscaita kom ons
helpen,
Ricuchillai.
Toon ons de vrucht van uw schoot.
Si de rosa el
nombre
Rafael Antonio
Castellanos
Rosa is de naam die Isabel
Flores de Oliva kreeg van een indiaanse vrouw die op haar paste. Rosa werd in
1586 geboren, en volgens de verhalen was zij de mooiste vrouw van Lima. Haar
ouders hadden haar huwelijk al geregeld, maar zij wilde toch haar leven alleen
maar op God richten. Jarenlang woonde Rosa in een kleine schuur waar ze in
stilte dagen achter elkaar kon bidden en waar zij voortdurend vroeg aan God haar
meer pijn te laten lijden, volgens haar de beste manier om Hem te prijzen. Toen
ze stierf was zij maar 31 jaar. Santa Rosa werd als beschermster van Lima
gekozen.
Si
de Rosa el nombre
Als van Rosa de naam
es tan superior
zo superieur is
que'en su ser explica
dat in haar doen zij blijk geeft
ser toda de Dios
helemaal van God te zijn
o ser toda de Dios
o helemaal van God te zijn
Sus sacras virtudes
Haar heilige waarden
las mas altas son
zijn de hoogste
fabricando todos
allemaal zorgend voor
la
altura mayor
de
allerbeste
o
la altura mayor.
o de
allerbeste.
Ama
ba a su esposo
Ze hield van haar bruidegom
con tan vivo ardor
met zo’n brandende intensiteit
pues numca en
suspecho
dat
nooit in haar borst
otro fuego
ardió
een
ander vuur brandde
o otro fuego ardió
o een
ander vuur brandde.
Que el fuego no
fuera
Dat het vuur niet van
de amor pues amó
liefde zou zijn dat ze zoveel lief
tanto que fue a mante
heeft gehad dat ze een geliefde was
sin comparación
zonder vergelijking
o sin comparación.
o zonder vergelijking.
Ausente del
Alma
Rafael Antonio Castellanos
Verzen die met "Ay, ay, ay"
beginnen zijn wel normaal in de Spaanse literatuur, maar waarschijnlijk
ondenkbaar op deze manier in andere talen. Lijden en huilen zijn sommige van de
'deugden' van de zeer gelovigen. In het derde couplet wordt dit duidelijk
vormgegeven. Als Castellanos over Rosa schrijft, gebruikt hij een voorspelbare
harmonie waar elke muzikale zin in balans is, maar bij de pijn over het vertrek
van Jezus verlengt hij juist de meest spannende akkoorden. Hier wordt het
"lijden" duidelijk mee gemaakt.
Ausente del alma mia
Afwezig uit mijn ziel
que
al cielo subiendo bais
omdat je op weg bent naar de hemel
y volando porel aire
en vliegend door de lucht heen
subis a la efermidad,
stijg je op naar de eeuwigheid,
Ay, ay, ay,
Ay,
ay, ay,
subis a la eternidad.
stijg je op naar de
eeuwigheid.
Si caminais para el
cielo
Als
je naar de hemel toegaat
por qué me dexais
aca
waarom
laat je me hier achter
a donde todo es mentira
waar
alles een leugen is
y bos solo sois verdad
en
jij alleen echt bent.
Ay, ay, ay,
Ay,
ay, ay,
y bos solo sois verdad.
en
jij alleen echt bent.
Los ojos que os ven
partir
Uit de ogen die je zien vertrekken
fuentes peremnes serán
zullen tranen blijven stromen,
porque nosaben
sentir
omdat wie geen gevoel heeft
quien no ha sabido llorar
ook niet weet
hoe te huilen
Ay, ay, ay,
Ay,
ay, ay,
quien no ha sabido
llorar.
ook niet weet
hoe te huilen.
Es ist ein Ros entsprungen Michael Prćtorius
De zetting van Praetorius
kunnen we melodiebegeleiding noemen. Er is geen sprake van polyfonie, alleen aan
het eind van elke zin is er iets van onafhankelijkheid bij elke stem, voor de
rest volgen de stemmen steeds de sopraanmelodie. Deze eenvoudige manier van
componeren, bekend als Chorale, is
zeer populair geworden in de protestante liturgie. De tekst over de geboorte van
Christus, lieflijk in de metafoor, contrasteert enorm met de tekst die Guerrero
voor dezelfde gebeurtenis gebruikt.
Es ist ein Ros entsprungen Er is een roos ontsproten
aus einer Wurzel zart,
uit een tere wortel,
als
uns die alten sungen:
zoals de ouden ons
toezongen:
von Jesse kam die Art
op de manier van
Jesaja
und hat ein Blümlein bracht en het heeft een bloempje
gebracht
mitten im kalten Winter
midden in de koude
winter
wohl zu der halben Nacht. in 't midden van de
nacht.
Das Röslein das ich
meine,
Het roosje dat ik
bedoel,
davon Jesaias
sagt,
waarvan Jesaja
spreekt,
hat uns gebracht alleine
is tot ons gebracht door
Marie, die reine Magd.
Maria, de zuivere
maagd.
Aus Gottes ewgem Rat
Uit Gods eeuwige
raad
hat sie ein Kind geboren,
is haar een kind geboren,
welches uns selig macht.
dat ons gelukkig maakt.
Nińo
Dios d'amor herido Francesco
Guerrero
Hoewel ook hier de melodie
in de hoogste stem ligt, zijn de andere stemmen iets meer onafhankelijk dan bij
Praetorius; elke stem zingt toch haar eigen lijn. De tekst benadert het thema
van de geboorte op twee manieren. Dit wijst duidelijk naar de mystiek van het lijden: de eerste is het
gelijktijdig voorkomen van liefde en pijn meteen na de
geboorte, de andere is juist wat een kind als eerste leert te doen: lachen en
huilen, en hoe, door onze schuld, hij het lachen door het huilen verliezen
moet.
Nińo
Dios d'amor herido,
Goddelijk Kind, geraakt door liefde,
tan presto os enamoráis,
je raakt zo snel verliefd,
que apenas avéis nasçido, dat
je kort na je geboorte,
quando d'amores
lloráis.
Al aan liefdesverdriet lijdt.
En
esa mortal divisa,
In dat sterfelijk bestaan,
nos mortráis bien el amar,
laat je ons zien hoe we moeten liefhebben,
pues, siendo hijo de
risa,
want hoewel je een kind van de lach bent,
lo trocáis el llorar.
Kies je voor het lijden.
La
risa nos á cabido,
De lach heeft ons goed gedaan,
el llorar vos lo aceptáis,
het verdriet accepteer je,
y apenas avéis nasçido
en zo kort na je geboorte,
quando d'amores lloráis.
lijd je al aan liefdesverdriet.
In dulci jubilo
Michael Prćtorius
De protestantse liturgie
gebuikte in de eerste jaren van de reformatie nog geen echt eigen
muziekrepertoire; dit zal pas met Schütz vorm krijgen. Zowel het gregoriaans als latijnse motetten werden gebruikt. Het Latijn zelf was nog
duidelijk aanwezig. Dit stuk is een mooi voorbeeld van Duits en Latijn
tegelijkertijd, terwijl het een fantastische vrolijkheid
uitstraalt.
In dulci jubilo,
Met lieflijke jubelzangen,
nun
singet und seid froh:
zingt nu en weest blij.
unsers Herzens
Wonne
De verrukking van ons hart
liegt in praesepio
ligt in een stal
und leuchtet als die Sonne en straalt
als de zon
matris in gremio,
op zijn moeders schoot.
Alpha es et O,
Hij is het begin en het einde.
O Jesu parvule,
O kindje Jesus,
nach dir ist mir so weh.
ik verlang zo naar je.
Tröst mir mein Gemüte,
Troost mijn ziel,
o puer optime,
o voortreffelijk kind,
durch alle deine Güte,
door al jouw goedheid,
o princeps
gloriae.
o befaamde leider.
Trahe me post te!
Neem mij aan!
Cachua la
Serranita
Anónimo (ca. 1780)
Zoals hiervoor al geschreven
gebruikten de missionarissen en priesters de inheemse cultuur als
evangelisatiemiddel. In het pre-Columbiaanse Perú was de dans Cachua de kern van verschillende
rituelen die te maken hadden met de geboorte van de aarde en de mens. Ook de
orgie was een deel van deze rituelen. Natuurlijk werd dit absoluut afgekeurd
door de Spanjaarden. Maar de naam Cachua
werd nog honderden jaren gebruikt. Deze Cachua 'la serranita' (uit de kleine
berg) werd gezongen door de dorpelingen van Otusco aan Onze Vrouw van El Carmen. Deze muziek
komt uit een bundel die rond 1780 door bisschop Martínez Compańón is gemaakt.
Deze codex heet Trujillo del Perú, en
bestaat uit meerdere boeken met aquarellen die het leven in zijn bisdom
illustreren. Daartussen transcribeert hij sommige muziekstukken die hij op
straat had gehoord, muziek die uit de diepste lagen van het volk van Perú
komt.
No
ai entendimiento humano
Er bestaat geen menselijk begrip
que
diga tus glorias hoy,
om jouw glorie aan te duiden.
y solo basta decir
Het is al genoeg om te zeggen
que
eres la madre de Dios. dat jij de moeder van God bent.
En
la mente de Dios Padre In de
geest van God de Vader
fuiste electa para madre
ben jij uitverkoren tot moeder
del bervo que se humano
van het vleesgeworden woord
tomando en ti nuestra carne. dat een mens net als wij is geworden.
Mas
y mas misericordia
Je toont altijd barmhartigheid
le
muestra al que te clama
voor degene die jou aanroept.
y pues que somos tus
hijos Wij
zijn jouw kinderen,
llebanos a vuestra patria.
breng ons naar jouw land.
Pues no habra quien
siendo Ieder
mens die jou goed dient,
esclavo al fin no sevea libre zelfs als hij een
slaaf is,
de las penas de esta vida
zal bevrijd worden
si con acierto te sirve.
van de wereldlijke
smarten.
Tedet
animam meam
Sebastián Durón
Durón werkte in Madrid, maar zijn muziek vinden we ook in
Zuid-Amerika, waarschijnlijk omdat hij in Sevilla heeft gewerkt, waar alle
schepen naar de Nieuwe Wereld vertrokken. Hoewel in onze oren zijn muziek
'Spaans" klinkt, werd in zijn tijd zijn stijl als te Italiaans beoordeeld. Er
werd zelfs gezegd dat hij probeerde elk woord in klank te illustreren (juist
zoals Bach en zijn landgenoten dat ook doen; de retoriek).
Tedet
animam meam vite mee dimitam adversum me eloquium meum.
Loquar in maritudine
anime mee dicam Deo noli me condemnare indica mihi;
cor me ita judices?
Nunquid bonum tibi videdetur si calumnieris me et opprimas me opus manuum tuarum; et
consilium impiorum adiuves.
Ninquid oculi carnei tibi sunt; aut sicut videt
homo et tu videbis?
Nunquit sicut dies hominis dies tui; et anni tui sicut humana sunt tempora.
Ut queras iniquitatem meam et peccatum meum scruteris; et scias quia
nihil impium fecerim.
Cum sit nemo qui de manu tua quide manu tua possit
eruere.
vertaling:
Job 10: 1-7 (Statenvertaling)
1:
Mijn ziel is verdrietig over mijn leven; ik zal mijn klacht op mij laten; ik zal
spreken in bitterheid mijner ziel.
2: Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten, waarover
Gij met mij twist.
3: Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij
verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel
geeft?
4: Hebt Gij vleselijke ogen, ziet Gij,
gelijk een mens ziet?
5: Zijn Uw dagen als de dagen van een mens? Zijn Uw
jaren als de dagen eens mans?
6: Dat Gij onderzoekt naar mijn
ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt?
7: Het is Uw
wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand
verlosse.
Christ lag
in Todesbanden (BWV 4)
Zowel
melodie als tekst (Maarten Luther (1483-1546)) van dit
paaslied (gepubliceerd in 1524 in Enchiridion, het eerste reformatorische
gezangboek) zijn geënt op het gregoriaanse "Victimae paschali laudes". In al
zijn aanpassingen van bestaande hymnen, antifonen en sequensen alsook in zijn
eigen kerkliederen stond Luther als ideaal voor ogen het gewone kerkvolk te
betrekken bij de eredienst. Vandaar zijn gebruik van de volkstaal en het volksliedachtig karakter van zijn
melodieën.
1. SINFONIA
2. CHOR Versus I
Christ
lag in Todesbanden
Christus lag in de dood gebonden
Für unsre Sünd gegeben.
voor ons en onze zonden.
Er ist wieder
erstanden
Hij is weer opgestaan
Und hat uns bracht das
Leben;
en heeft ons het leven gebracht;
Des wir sollen fröhlich sein,
Daarom moeten we vrolijk zijn
Gott loben und ihm dankbar sein God
loven en hem dankbaar zijn
Und singen Halleluja!
en zingen: Halleluja!
3. DUETT Versus II
Den
Tod niemand zwingen kunnt Niemand kon
de dood bedwingen
Bei allen Menschenkindern
van alle mensenkinderen
Das macht alles unsre Sünd,
dat komt allemaal door onze zonden,
Kein
Unschuld war zu finden.
geen onschuld werd gevonden.
Davon kam der
Tod so bald
Daarom kwam de dood zo snel
Und nahm über uns Gewalt,
en overweldigde ons,
Hielt uns in seinem
Reich gefangen. Hij
hield ons in zijn rijk gevangen.
Halleluja!
Halleluja!
4. ARIE Versus III
Jesus
Christus, Gottes Sohn,
Jezus Christus, Gods zoon,
An unser Statt ist kommen
is in onze plaats gekomen
Und hat die Sünde
weggetan,
en heeft de zonde weggenomen
Damit dem Tod genommen
Daarmee heeft hij de dood
All sein Recht und sein Gewalt,
al zijn rechten en macht ontnomen.
Da bleibet nichts denn Tods
Gestalt, Dan stelt de dood niets
meer voor,
Den Stach'l
hat er verloren.
zijn angel heeft hij
verloren.
Halleluja!
Halleluja!
5. CHOR Versus IV
Es
war ein wunderlicher Krieg,
Het was een wonderlijke strijd,
Da Tod und Leben rungen,
toen dood en leven worstelden,
Das Leben da behielt den Sieg,
waarin het leven zegevierde,
Es
hat den Tod verschlungen.
het heeft de dood verslagen.
Die Schrift
hat verkündiget das,
De schrift heeft dat verkondigt,
Wie ein Tod den andern fraß
hoe één dood de andere opvrat
Ein Spott aus dem Tod ist worden. zodat de dood tot spot is verworden.
Halleluja!
Halleluja!
6. ARIE Versus V
Hier
ist das rechte Osterlamm,
Hier is het ware paaslam,
Davon Gott hat
geboten,
dat God heeft aangeboden,
Das ist hoch an des Kreuzes Stamm het is hoog aan het kruishout
In
heißer Lieb gebraten.
in brandende liefde gebraden.
Das Blut
zeichnet unsre Tür,
Het bloed tekent onze deur,
Das hällt der Glaub dem Tode für, dat houdt het geloof de
dood voor,
Der Würger kann uns nicht mehr de wurger
kan ons geen kwaad meer
schaden.
doen.
Halleluja!
Halleluja!
7. DUETT Versus VI
So
feiern wir das hohe Fest
Zo vieren wij het hoge feest
Mit Herzensfreud und Wonne,
met vreugde in het hart en vol geluk,
Das uns der Herre scheinen
läßt,
dat de Heer voor ons laat schijnen,
Er ist selber die Sonne,
Hij is zelf de zon,
Der durch seiner Gnade Glanz
die door de gloed van zijn genade
Erleuchtet unsre Herzen ganz,
onze harten vult met licht,
Der Sünden Nacht ist verschwunden. de nacht vol zonden is
verdwenen.
Halleluja!
Halleluja!
8. CHORAL Versus VII
Wir
essen und leben wohl
Wij eten en wij leven goed
In rechten Osterfladen.
van het ware paasbrood.
Der alte Sauerteig
nicht soll
Er mag geen oude zuurdesem
Sein bei dem Wort der Gnaden.
bij het woord van genade komen.
Christus will
die Koste sein
Christus wil het voedsel zijn
Und speisen die Seel allein,
en alleen de ziel spijzigen,
Der Glaub will
keins andern leben.
het geloof kan anders niet leven.
Halleluja!
Halleluja!
Het
Alkmaars Cantate Koor bestaat uit
circa 30 personen die wekelijks op woensdagavond oude muziek instuderen in de
sfeervolle Remonstrantse Kerk aan het Fnidsen. Het repertoire bestaat
voornamelijk uit barokmuziek met zo nu en dan stukken uit de romantiek. De
concerten worden begeleid op authentieke instrumenten.
Sinds 1996 wordt gewerkt
onder de inspirerende leiding van Adrián Rodríguez Van der Spoel. De groep heeft
zich ontwikkeld tot ervaren zangers met veel affiniteit voor het genre muziek
dat wordt gebracht.
Van
de Spoel weet zijn interpretatie van de muziek goed duidelijk te maken aan het
koor. Dit levert expressieve en toch ingetogen concerten op; zeer uitnodigend
voor het publiek!
Wilt u meer weten over het
koor, wilt u informatie over lid worden / optredens boeken / andere informatie:
neemt u gerust contact op met de voorzitter
Het
Alkmaars Cantate Koor heeft een eigen internetsite:
www.alkmaars-cantate-koor.nl
hier vindt u informatie over
koor, dirigent, repertoire en alle concerten.
Wilt u schriftelijk contact
met het koor opnemen dan kan dat via het
e-mail-adres alkm_cant_koor@yahoo.com , of stuur uw brief naar:
Ons
eerstvolgende (kerst)concert is op 15 december (zondagmiddag om 15:00 uur) in
het Witte Kerkje te Heiloo.
Kaarten te bestellen bij H.
Wijsma 072 533 58 52.
Het
voorjaarsconcert 2003 staat voor het weekeinde van 21-23 mei in de
agenda.
Dit
concert is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van:
-
Gemeente
Alkmaar
-
Provincie
Noord-Holland
-
Prins Bernhard Cultuurfonds
-
SNK Landelijk Instituut voor
de Koorzang