Cantatekoor gefocust op gladde perfectie


‘O Granada noblecida’: Spaans vocaal renaissanceprogramma door het Alkmaars Cantate Koor onder leiding van Adrián Rodríguez Van der Spoel. Gehoord op zaterdagavond 8 november in de Kapelkerk in ALKMAAR.

Onder de titel ‘O Granada noblecida’ (O Granada edele stad) werd zaterdagavond een vocaal uitstapje gemaakt naar de Spaanse renaissance. Dirigent Adrián Rodríguez Van der Spoel probeerde met zijn Alkmaars Cantate Koor een link te leggen tussen het Spaanse Granada en het Nederlandse Alkmaar, twee steden die zich in de loop van hun historie ooit uit een politieke wurggreep trachtten te bevrijden.


Inquisitie
De Spaanse overheid nam omstreeks 1500 rigoureuze maatregelen om het land voor de roomse moederkerk te bewaren. Daarbij werd de Inquisitie ingezet om tegenstanders meedogenloos af te straffen. Componisten bleken zich destijds echter op te stellen als hoofse troubadours die slechts de muzen wilden dienen. Ook Van der Spoel bleek zich als muzikant meer dan optimaal thuis te voelen in deze artistieke benadering.
   De toenmalige Spaanse schermutselingen werden door de componisten Juan de Anchieta en Juan del Enzina met opvallend veel muzikaal wijwater beschreven.

   Hoewel de gebezigde liedteksten anders doen vermoeden werd door hun schrijverspen nauwelijks een harde noot op papier gezet. Dirigent Van der Spoel deed daar duidelijk nog een schepje bovenop. De expressieve strijdlust van zijn koor werd namelijk fors aan banden gelegd.


Mix
Muzikale perfectie deed zich voor als het absolute credo waarmee de zangers zich mochten presenteren. In dat opzicht kwam het zeker tot een puntgave uitvoering van Anchieta’s ‘Missa de Nuestra Señora’. Voorbeeldig werden de melodische lijnen in een fraaie toonkleuring gedompeld. Van der Spoel plaatste de afzonderlijke delen van de mis echter tussen de profane gezangen. Dat leidde tot een merkwaardige mix van spirituele en wereldlijke thema’s waarin helaas voortdurend van stemming gewisseld moest worden.


Bespiegelingen
’Als je vrouw gaat om te plassen, dan moet je met haar meegaan’, een tekstfragment uit ‘Cucú, cucú, cucucú’, bewijst dat er niet alleen sprake is van een ingetogen geloofsbelijdenis. Van der Spoel had zulke alledaagse bespiegelingen wellicht beter in een apart blokje kunnen plaatsen Dan was er buiten de introverte misteksten om ook meer ruimte geweest voor gevoelsmatige kleuringaccenten in het programma.


ONNO HOEDEMAN
Uit NHD (Alkmaarse Courant) van 10-nov-2003.

1