WELKOM

 

Komt allen tezamen

(koor)
Komt allen tezamen,
jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de vorst der englen hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.

(allen)
De hemelde englen
riepen eens de herders
weg van de kudde naar 't schamel dak.
Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.

(koor)
Het licht van de Vader,
licht van den beginne,
zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees:
goddelijk Kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning

(allen)
O Kind, ons geboren,
liggend in de kribbe,
neem onze liefd' in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.

 

Veni, veni Emmanuel / O kom, o kom, Immanuel
(Z. Kodaly)

(allen)
O kom, O kom, Immanuel,
verlos uw volk, uw Israel,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israel!
Hij is nabij, Immanuel!

(koor)
Veni o Jesse Virgula,
Ex hostis tuos ungula,
De specu tuos tartari
Educ et antro barathri,
Gaude, gaude! Emmanuel
nascetur pro te, Israel.

Veni, veni o Oriens
Solare nos adveniens;
Noctis depelle nebulas,
Dirasque noctis tenebras,
Gaude, gaude! Emmanuel
nascetur pro te, Israel.

Veni clavis Davidica;
Regna reclude caelica;
Fac iter tutum superum.
Et claude in ferum.
Gaude, gaude! Emmanuel
nascetur pro te, Israel.


Veni, veni Adonai,
Qui populo in Sinai,
Legem dedisti vertice,
In majestate gloriae.
Gaude, gaude! Emmanuel
nascetur pro te, Israel.
Amen.

 

Gabriel's message
(S. Baring Gould)

The angel Gabriel from heaven came,
His wings as drifted snow, his eyses as flame;
"Alle hail", said he, "Thou lowly maiden Mary,
Most highly favour'd lady", Gloria!

"For known a blessed Mother thouu shalt be,
Alle generations laud and honour thee,
Thy Son shall be Emmanuel, by seers fortold.
Most higly favour'd lady", Gloria!

Then gentle Mary meekly bowed her head,
"To me be as it pleaseth God", she said,
"My soul shal laud and magnify His Holy Name",
Most higly favour'd lady, Gloria!

 

Macht hoch die Tür / Heft op uw hoofden, poorten wijd!
(melodie: Halle 1704 / tekst: Georg Weißel, 1590 - 1635)

(koor)
Macht hoch die Tür, die Tor macht weit!
Es kommt der Herr der Herrlichkeit,
ein König aller Königreich,
ein Heiland aller Welt zugleich,
der Heil und Leben mit sich bringt;
der halden jauchzt, mit Freuden singt:
Gelobet sei mein Gott,
mein Schöpfer rech von Rat.

(allen)
Rechtvaardigheid is zijn bestel,
zachtmoedigheid zijn metgezel.
Hij draagt een kroon van heiligheid,
een scepter van barmhartigheid.
Hij maakt ons vrij, de angst verdwijnt,
juicht, nu die Heiland ons verschijnt;
door Hem geschiedt Gods raad,
zijn heerschappij bestaat!

(koor)
O wohl dem Land, o wohl der Stadt,
so diesen König bei sich hat!
Wohl allen Herzen insgemein,
da dieser König ziehet ein!
Er ist die rechte Freudensonn,
bringt mit sich lauter Freud und Wonn.
Gelobet sei mein Gott;
mein Tröster früh und spat.

(allen)
Heft op uw hoofden poorten wijd!
Elk hart zij Hem ter woon bereid!
De palmen van uw eerbied spreidt
de weg langs, die uw Koning rijdt.
Hij komt tot u met troost en vreê
en brengt u heil en liefde mee.
Gezegend zij de Heer,
Hij geeft u 't leven weer!

(koor)
Komm, o mein Heiland Jesu Christ,
meins Herzens Tür dir offen ist.
Ach zeuch mit deiner Gnaden ein;
dein Freundlichkeit auch uns erschein.
Dein Heilger Geist uns führ und leit
den Weg zur ewgen Seligkeit.
Dem Namen dein, o Herr,
sei ewig Preis und Ehr.

 

In dulci jubilo
(Michael Praetorius, 1609)

In dulci jubilo, nun singet und sei froh:
Unsers Herzens Wonne liegt in praesepio
und leuchted als die Sonne matris in gremio.
Alpha es et O, Alpha es et O.

O Jesu parvule, nach dir ist mir so weh.
Tröst mir mein Gemüte, o puer optime,
durch alle deine Güte, o princeps gloriae.
Trahe me post te, trahe me post te!

 

Ubi sunt gaudia? Nirgends mehr denn da,
wo die Engel singen nova cantica
und die Schellen klingen in regis curia.
Eia, wärn wir da, eia, wärn wir da!

 

He whom shepherds apprehended / Hoor de herders
(Michael Praetorius, 1609 / engelse zetting en tekst)

(koor)
He whom shepherds apprehended,
He whose angels bringt descended
singing, "Now our fears are ended",
He is born, our glorious King.

To hos crib the Magi, kneeling,
brought their gifts of spice and healing,
sacrifice, of love and sealing,
He arrived, the new-born King.

(allen)
Zing nu mede met Maria,
zingt nu gloria-halleluja,
zingt met alle englen mede
voor de Heer die Jezus heet!

 

KERST-EVANGELIE

 

O kindeke klein

O kindeke klein! O kindeke teer!
Uit hoge hemel daalt gij neer,
verlaat uw Vaders heerlijk huis,
wordt arm en hulploos, draagt een kruis.
O kindeke klein! O kindeke teer!

O kindeke klein! O kindeke teer!
Gij zijt ons uitverkoren Heer!
Ik geef U al mijn harte mijn,
ach laat mij eeuwig bij U zijn!
O kindeke klein! O kindeke teer!

 

Midden in de winternacht

Midden in de winternacht
ging de hemel open,
die ons 't heil der wereld bracht,
antwoord op ons hopen.

Refrein
Elke vogel zing zijn lied,
herders waarom zingt gij niet?
Laat de citer slaan,
blaast de fluiten aan,
laat de bel, laat de trom,
laat de beltrom horen:
Christus is geboren!

Vrede was er overal,
wilde dieren kwamen
bij de schapen in de stal
en zij speelden samen.
(refrein)

Ondanks winter, sneeuw en ijs,
bloeien alle bomen,
want het aardse paradijs
is vannacht gekomen.
(refrein)

 

Ich steh an deiner Krippen hier
(Michael Praetorius, 1609)

Ich steh an deiner Krippen hier,
o Jesu, du mein Leben:
ich komme, bring und schenke dir,
was du mir hast gegeben.
Nimm hin, es ist mein Geist und Sinn,
Herz, Seel und Mut, nimm allen hin
und laß dir's wohl gefallen.

Da ich noch nicht geboren war,
da bist du mir geboren
und hast mich dir zu eigen gar,
eh ich dich kannt, erkoren.
Eh ich durch deine Hand gemacht,
da hast du schon bei dir bedacht,
wie du mein wolltest werden.

Ich lag in tiefster Todesnacht,
du warest meine Sonne,
die Sonne, die mir zugebracht Licht,
Leben, fraud und Wonne.
O Sonne, die das werte Licht
des Glaubens in mir zugericht't,
wie schön sind deine Strhlen!

Ich sehe dich mit Freuden an
und kann mich nicht satt sehen;
und weil ich nun nichts weiter kann,
bleib ich anbetend stehen.
O daß mein Sinn ein Abgrund wär
und meine Seel ein weites Meer,
daß ich dich möchte fassen!

 

The first nowel
(traditioneel Engels kerstlied / arr. David Willcocks)

The first nowel the angel did say
Was to certain poor shepherds in fields as they lay;
In fields where they lay, keeping their sheep,
On cold winter's night that was so deep:
Nowell, Nowell, Nowell, Born is the King of Israel!

They looked up and saw a star,
Shining in the east, beyond then far;
And to the earth it gave great light,
And so it continued both day and night:
Nowell, Nowell, Nowell, Born is the King of Israel!

And by the light of that same star,
Three wise men came from country far;
To seek for a king was their intent,
And follow the star wherever it went:
Nowell, Nowell, Nowell, Born is the King of Israel!

The star drew nigh to the north-west;
O'er Bethlehem it took its rest,
And there it did both stop and stay
Right over the place where Jesus lay:
Nowell, Nowell, Nowell, Born is the King of Israel!

Then enter'd in thos wise men three,
Full rev'rently upon their knee,
And offer'd ther in his presence,
Their gold end myrrh and frankincense:
Nowell, Nowell, Nowell, Born is the King of Israel!

 

't Is geboren het god'lijk kind.

Refrein:

't Is geboren het god'lijk kind!
Komt, herders, speelt op uw feestschalmeien!
't Is geboren het god'lijk kind,
dat ons allen zo zeer bemint.

'k Zie een engel die daar gezwind,
dalend over de groene weiden.
'k Zie een engel die daar gezwind,
bij de schaapkens de herders vindt.
(refrein)

Schrik niet, herders, weest blijgezind,
laat de schaapkens in die valleien!
Schrik niet, herders, weest blijgezind,
daar gij eerst de verlosser vindt.
(refrein)


In een stal ligt dat god'lijk kind,
op wat stro moet zijn leden spreien!
In een stal ligt dat god'lijk kind,
waar zijn moeder 't in doeken windt!
(refrein)

 

't Was nacht in Beth'lems dreven

't Was nacht in Beth'lems dreven
een schone stille nacht.
En trouwe herders bleven
bij hunne kudd' op wacht.
En trouwe herders bleven
bij hunne kudd' op wacht.

Een kindje is gekomen
in Beth'lems kleine stal.
Dat voor zovele mensen
een herder wezen zal.
Dat voor zovele mensen
een herder wezen zal.

 

SLOTWOORD

 

U zij de glorie!

U zij de glorie! Christus, Zoon van God,
deze nacht geboren in een stille grot.
Englen met bazuinen kondigen U aan.
Wij ook willen blijde, zingend voor U staan.
U zij de glorie! Lief klein Christuskind,
dat met grote liefde ieder mens bemint.

U zij de glorie! Op dit kerstfestijn,
nu ook heel de aarde vreugdevol moest zijn.
U komt in ons midden, om der mensen heil,
voor wie U ontvangen, staat de toekomst veil.
U zij de glorie! Klinkt herhaald ons lied.
Die voor alle mensen 't hemels rijk verliet.

Christus Verlosser, Schepper van 't heelal,
die wij moeten vinden in een arme stal.
Wil ons hart bewegen, help ons in de strijd
voor een heil'ge vrede: God verhaast de tijd!
U zij de glorie! Christus Vredevorst!
Om de eeuw'ge vrede, waar ons hart naar dorst.

 

1