Dit fotoverhaal bestaat uit 6 pagina's.
|
“Eindelijk, daar was Katrijn. Zo te zien had ze de spullen bij zich, zodat Jan er niet meer zolang hoefde te staan. ‘Wat nu weer, een hond, moet dat nu echt hier. Als het baasje nu niet in de buurt zou zijn dan pakte ik mijn bijl en... Die Katrijn had gewoon eerder moeten komen, dan had ik al weg kunnen zijn.’,zei Jan” |
|
“Katrijn had het voorval nog al vermakelijk gevonden en zei teidens de overdracht voor de grap tegen Jan:’Weet je zeker dat je de spullen nog wilt, kopen, je kunt beter van het geld je suit laten stomen en je haar mag ook wel eens geknipt worden’” |
|
“Jan versprak zich hierop:’Ik denk niet dat ze dit Monopoly geld bij de kapper accepteren.’. Katrijn was des duivels en wilde Jan een hengst verkopen, iets waartoe je normaal niet toe moet overgaan zonder gedegen stamboomonderzoek. Jan probeerde haar toorn zo goed als maar kan af te weren, maar lang zou hij het niet meer kunnen volhouden tegen het Kwaad.” |
|
“Uit zelfverdediging greep Jan naar zijn handbijltje. Het was duidelijk dat de zaken uit de hand gingen lopen. Hierbij had hij niet in de gaten dat Lena, die haar hond aan het zoeken was, getuige was van de te plegen onrechtmatige daad. Lena beweerde dat ze bij het zien van dit geweld totaal van slag is geraakt.” |