Aalscholvers braken door de wolken heen.
En vliegend vormden zij een sterrenbeeld.
Cassiopeia. Het bleef onverdeeld
tesamen, tot het boven Dordt verdween. (Ida Gerhardt,
Moerdijk, in: Kees Fens, Doorluchtig glas, blz. 68)
Aanraking
Multatuli maakte het gevleugelde woord van ene heer
Van Eybergen Santhagens tot het zijne:
'Met Busken Huet wens ik geen andere aanraking te hebben
dan door middel van de punt van mijn laars.'
(Willem Frederik
Hermans, De raadselachtige Multatuli,
blz. 138, brief aan Vosmaer, 4 april 1886)
Aanstoot
Aanstootnemend is ook zoiets.
(VN, Terzijde,
1-3-97)
Aarde
'Fi donc,' prevelde hij, 'de aarde wordt steeds platter.
Een schijf, bewoond door rapalje en botteriken.
Het is affreus.'
(Marten Toonder,
Tom Poes en de grootdoener,
in "Als u begrijpt wat ik bedoel", de taal van Marten
Toonder, blz. 71)
Voor mijn gevoel is de aarde
plat
en elke ster gewoon een gat
in 't blauw gewelf.
Ze zeggen dat de aarde draait,
Ja... misschien als het heel hard waait,
maar niet vanzelf! (Willem Wilmink,
Mijn wetenschap, in: Ernstig genoeg, blz. 7)
Ik heb de aarde van niemand geleend,
ik ben er ook maar op geschopt,
door mijn vader en moeder,
en al had ik haar geleend, dan nog was ik niet van plan haar terug
te geven,
en zeker niet aan een stel kinderen:
die ruimen hun kamer niet eens op, laat staan mijn aarde.
(Midas Dekkers, De koe en
de kanarie, blz. 58, De baarmoeder)
Wij denken te leven op aarde,
Doch vaak is het zand of laagveen;
Zo blijkt de volledige waarheid
Nog ernstiger dan zij al scheen.
(Simon Knepper, Aarde, Heer,
bewaar de kattemepper, blz. 63)
ABN
Het ABN is de N kwijt
sinds het plaatsmaakte voor een Hollands dialect waarin de uitgangsenne
worde weggelate,
ook in plaatsname als Leide, Asse, Breme en Muunsje.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 30)
Adel
Arbeid adelt, maar adel arbeidt niet.
(W.A.C. Whitlau
en H. van Praag, Het argument
van Solimon, blz. 34)
Advies
Neem één raad aan.
Deze: dat ge geen raad aanneemt.
(Multatuli,
Ideeën, eerste bundel, idee 59, blz. 20)
Van al dat geld word ik een beetje
misselijk en ik moet denken aan Henry Kissinger.
Hij gaf ooit adviezen aan het internationale bedrijfsleven
en het gerucht ging dat hij tienduizend dollar per vraag kreeg.
Een journalist vroeg hem of dat waar was, waarop Kissinger zei:
'Yes, that's true. Next question please!'
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 40,
Fax aan de voetbalbobo's)
De enkele keer dat ik in mijn
leven het advies van iemand heb gevolgd,
heb ik er achteraf altijd spijt van gekregen.
Had ik het maar niet gedaan, denk ik dan, had ik maar mijn eigen
intuïtie gevolgd.
(Alsof het niet dezelfde intuïtie was die me de vreemde adviezen
liet volgen).
(Renate Rubinstein, Nee
heb je (budget-boek), blz. 43)
Simon kon iets dat ik alleen
van psychoanalytici ken:
hij vroeg zich bij zijn adviezen niet af 'wat zou ik doen?'
maar 'wat ligt in haar aard?'
Iemans die hij liefhad, op die had hij niet tevens ook kritiek,
zoals de gewoonte is.
(Renate Rubinstein, Mijn
beter ik, blz. 142/143)
Aforismen
De rijkdom van een aforisme ligt juist daarin, dat
het verder uitrimpelt, dat het echo's wekt.
(Raymond Herreman,,
Boekuil, Vooruit, 22-12-1960,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
35)
Aforismen: puntige defenities
met een pit van waarheid en een bolster van onzin.
(Dries Janssen,
Het belang van Limburg, 23-1-1974,
aangehaald in Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974, blz.
35)
Aforisme: kortste bewering
die aan het langste eind wil trekken.
(Karel Jonckheere, Filter
uw dag, blz. 88)
Ik hou niet van aforismen.
Het zijn krenten zonder brood.
Help! Dat was er een.
(Kees Stip, Geen punt, blz. 49)
Wat ik in aforismen hoogstel
is dat ze vijf in plaats van tien woorden gebruiken.
Dat is altijd een princiep van me geweest. Geen nutteloze woorden.
(Richard Minne in: H.U. Jesserun
d'Oliveira, Scheppen riep hij gaat van Au!, blz. 97)
Niet romans of gedichten,
maar aforismen leveren de lafste lezers op:
zij die menen dat elke uitspraak over anderen gaat:
de auteur heeft hun buren en kennissen door (vrienden hebben zij
niet).
Ze lezen met leedvermaak en sluiten tevreden met zichzelf het
boek.
(Kees Fens, Volkskrant, 03-07-1987)
Het aforisme is een opgeraapte
wilde kastanje
die men lang in de zak gedragen heeft tot hij glimmend is geworden.
(J. Greshoff, 444 aforismen,
blz. 93)
Zodra alles tegenzit
begin ik aforisme-achtige uitspraken te doen
die heel verstandig klinken maar nergens op slaan.
(Bob den Uyl, Sommigen niet,
Een zachte fluittoon, blz. 104)
Ik ken twee soorten aforismen.
De beminnelijke zijn uitsluitend op scheurkalenders en bij ulevellen
geschikt.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 29)
Afscheid
Zijn onvrede met het reclamewezen was zo hoog opgelopen
dat hij onmiddellijk na zijn verkiezing tot Kamerlid afscheid
nam met de woorden: Partir, c'est mourir un peu - en dat is precies wat ik u allen
toewens.
(Koos van Zomeren, De hangende
man, blz 24)
We'll meet again, don't know
where, laat staan when.
(Youp van 't Hek, Fax, blz. 49,
Fax aan de Lady Di)
Afspraken
In de Arabische wereld wordt een afspraak opgevat als
een voornemen:
beide partijen bevestigen in een opwelling van wederzijdse genegenheid
dat zij op een tijdstip in de toekomst iets moois gaan doen,
maar ze beseffen tegelijkertijd de betrekkelijkheid van die overeenkomst.
(Marcel Kurpershoek,
De laatste bedoeïnen)
Als men een afspraak maakt en die afspraak nakomt,
dan vind ik dat geen schande maar een deugd,
want ik ben iemand van een vroeg wijnjaar
die opgegroeid is in een betere maatschappij dan die van tegenwoordig.
Als ik bijvoorbeeld zeg zo en zo laat ben ik daar of daar,
dan ben ik op de afgesproken tijd present,
tenzij ik mij op overmacht kan beroepen.
(Gerard Reve,
Het boek van violet en dood, blz. 56)
Afstand
Afstand scheidt enkel de lichamen, niet de geesten.
(Erasmus,
Geciteerd door A. v.d. Glind, Erasmus, Europeaan, humanist, christen,
blz. 11)
Het is mij altijd opgevallen
dat afstanden eer door onze psychologische instelling
dan door het aantal kilometers bepaald worden.
(Bertus Aafjes, In de schone
Helena, blz. 100, Dubo-dubon-dubonnet)
Aftrekken
Die zonderlinge schele kamperende neef (of iets soortgelijks)
van de man (?) die op de brommer af en aan rijdt
en misschien de zoon is van de oude man bij wie hij woont,
staat zich geloof ik in de verte stiekem af te trekken,
al wiegend van de ene voet op de andere.
Als er maar Gods zegen op rust.
(Gerard Reve,
Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 5 augustus 1977, blz. 108)
Airmiles
Spaart u airmiles? Nee, ik spaar geen airmiles.
Maar ik haal wel eens wat bij V&D of Shell of zo,
ik ben medeplichtig aan de airmiles van anderen.
Tenminste, zo zie ik dat als ze vragen of ik airmiles spaar.
(Koos van Zomeren,
De bewoonde wereld, blz. 261, Een vorm van verwoesting)
Alcohol
Ook herinner ik mij niet wie ons, op het practicum
dierensystematiek,
toen wij haaien in alcohol moesten conserveren,
het onsterfelijke biologenrijmpje leerde: Hetgeen gij op uw dieren giet,
onthoudt dat ook uzelven niet.
(Maarten 't Hart, in: Ik herinner
mij, blz. 6)
Alcoholisme
De alcoholist:
Soms denk ik weleens: alles overwegende,
ben ik tijdens mijn leven al een legende.
(Wim Meyles,
Stof genoeg, blz. 91, ongerijmd)
Alcoholisme -
daar
helpt
ten slotte
zelfs
drank
niet meer
tegen
dichtte De Dikke Man.
'Ja. Tragisch,' zei hij zacht. (Ischa Meijer,
De Dikke Man voor altijd, blz. 54/55, Drinken)
Alfabet
De alfabetische rangschikking heeft iets wonderbaarlijks.
Onder de schijn van een volmaakte orde verbergt zij het minst
samenhangende,
het meest chaotische.
(Belcampo, Al zijn fantasieën,
blz. 422, De kogel)
Algemeenheden
men kan zulke dingen trouwens in het algemeen altijd
beweren,
aangezien er voor algemeenheden geen bewijs gevorderd kan worden.
(Menno ter Braak, Ons volkskarakter,
in Voor de bijl, blz. 55)
Alsof
Schrijvers, acteurs, entertainers, dansers, dichters
en hoeren,
ze begeven zich allemaal op het immense podium waar de wet van
het alsof regeert.
Ze doen dit omdat alleen het alsof hun de mogelijkheid biedt om
de waarheid te zeggen.
Op het podium van de fictie is de onthulling van de waarheid niet
bedreigend of teleurstellend,
want de fictie maakt de schrijver en de speler onaantastbaar,
juist omdat ze de pretentie van de waarheid hebben laten varen.
(Connie Palmen,
I.M., blz. 30)
Amateurs
In Lime Light zegt iemand tegen Chaplin:
'Ik ben maar een amateur.' Chaplin antwoordt: 'We are all amateurs,
life is too short for us to be anything else.'
(Renate Rubinstein, Mijn
beter ik, blz. 111)
Ambachten
De lust van het ambacht zit hem in het doen, niet in
het produkt.
En dat bezig zijn maakt een nobele indruk op al wie het ziet of
hoort
of (bij een boer die aan het gieren is) ruikt.
(Willem Wilmink, In de keuken
van de muze, blz. 54/55)
Ambitie
'Je zult het moeten hebben van wat je bent, niet van
wat je bereikt.'
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz 216, 21-08-1987)
Misschien heb je gelijk, dat ik te veel ambitie heb,
en alles absoluut volmaakt wil afleveren,
en dat ik te weinig opga in het werken zelf,
en de lol daarvan, en in het leven.
(Gerard Reve,
Brieven aan Matroos Vosch 1975 - 1992, 17 oktober 1977, blz. 114)
Ambtenaren
De heer Dorknoper liet intussen de papieren in de gleuf
glijden,
die naar de ambtelijke molen voerde.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 43)
'Wij ambtenaren zijn dikwijls
zo kwetsbaar omdat het publiek afwijzend tegenover ons staat.'
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 43)
Ze regelden de belastingen,
de gemeentezaken en allerlei dingen
die anders door ambtenaren en andere computers gedaan werden.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 44)
Op zijn kantoor in Rommeldam
zat de ambtenaar eerste klasse
die middag beleefdheden uit een ambtelijk schrijven te verwijderen,
toen de burgemeester haastig binnenkwam.
(Bewogen aanhalingen, een onthullende lijst citaten
uit de verhalen van Marten Toonder,
blz. 44)
'Dat kan,' gaf hij toe. 'Een
dergelijke zaak is niet eenvoudig,
maar wanneer we de nodige formaliteiten in acht nemen, is het
niet onmogelijk.
Kijk; u moet deze formulieren invullen in drievoud.
En na voldoening van de verschuldigde leges en zegelkosten kunnen
we aan het werk gaan.
Wij, ambtenaren, zijn werkelijk de kwaadsten niet.
Met het een en ander zal een korte tijd gemoeid zijn.
een maandje of drie, schat ik.'
(Ambtenaar eerste klasse Dorknoper in De andere
wereld van Marten Toonder,
blz. 31, uit Ook dat nog, blz. 109)
'Zeg even,' zei tante Pollewop,
'achter loket 3 zit een ambtenaar die alleen maar moeilijkheden
maakt.'
'Ja, en wat wou u dàn?' vroeg de hogste ambtenaar verbaasd.
'Wel,' zei tante Pollewop, 'ik dacht dat hij er was om het de
mensen gemakkelijker te maken.'
Tegen Zóveel onwetendheid was de man niet bestand;
hij wierp zich acherover in zijn stoel, en barstte in een onhoudbare
schaterlach uit.
(Godfried Bomans,
Werken III, blz. 101, De avonturen van Pa Pinkelman)
Ambtenaren waren soms rare
vogels, hield Wessel zich voor:
het was meestal machtsdrift zonder macht,
of lulpraat inplaats van verstand.
(Gerard Reve, Het hijgend hert,
blz. 100)
Ambtenaar is ieder die denkbeelden
door bezwaren vervangt.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 132)
Het was de angst van de ambtenaren
voor het ongeordende,
voor alles wat zich niet in een van hun krampachtig geformuleerde
voorschriften liet vangen.
(Tessa de Loo, Meander, blz. 236)
Als particulier stel je
in de optiek van de doorsnee-ambtenaar niets voor.
Hoogstens ben je een geval, met een dossier en een nummer.
Dat je emoties hebt, angsten kent, dat he een verleden hebt,
ergens uit voortkomt - daar gaat ie aan voorbij.
Je bestaat alleen als je geregistreerd bent,
wanneer het de maatschappij schikt,
wanneer je in een kastje te plaatsen bent met een etiketje erop,
dan ben je manipuleerbaar.
(Yvonne Keuls, De arrogantie
van de macht, blz. 23)
Amehoela
Uitdrukking waarmee de oermens te kennen gaf ergens
niet van gediend te zijn.
Am-me-hoel-a: aan-me-hol-ja.
In latere beschavingen vervangen door: je kunt m'n rug op.
(Willem Hietbrink
/ Ronald Lagendijk, Kwispelen
met taal, blz. 48)
Amen
Hij sprak namelijk op een toon,
alsof achter elk woord een punt stond, of zelfs een lang rustteken,
en ik kan de ruimte tussen zijn woorden niet beter vergelijken
dan bij de stilte die er volgt op een 'amen'
na een lang gebed in de kerk,
hetwelk zoals ieder weet,
een sein is dat men den tijd heeft tot verzitten, hoesten of neussnuiten.
(Multatuli,
Max Havelaar, blz. 75)
Amerika
In mijn halfslaap begon ik vervolgens te werken aan
een stuk over Amerika.
`Yes, we've got a lot of shit here.
But it's American shit, the best shit there is.'
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, 22 februari 1987, blz. 55)
Als de indianen een wat strenger
immigratiebeleid hadden gevoerd,
was het nu niet zo'n puinhoop geweest in Amerika.
(Koot & Bie,
Bescheurkalender)
Zoals je weet waren onder de
eerste kolonisten enige Nederlanders
- ze stichtten New York wat dan ook nog altijd de grootste stad
is van de U.S.A.-
en volgens mijn bescheiden mening stammen de Yankees af van twee
Nederlandse stamvaders,
de een Jan geheten, de ander Kees.
(Bertus Aafjes,
ik ga naar amerika, blz. 91)
De dreiging, die van de cultuur
der Amerikanen uitgaat,
ligt vooral hierin,
dat zij alles weten van Homeruns en niets van Homerus.
(Eric van der Steen, Alfabêtises,
blz. 5)
Nu moet u hierom niet zo erg
lachen,
want bij ons bestaat óók het streven om alle vreemde
woorden te schrijven zoals men die uitspreekt.
Het heeft me last bezorgd met de direktie van de krant,
want United States schreef ik zekere dag als 'je naait het steeds'.
(Louis Paul Boon, 16 van Louis
Paul Boon, blz. 26, Suderans)
Het gebrekkig Nederlands, dat
daar in omloop is
en dat met Engels wordt aangeduid, maakt me nerveus,
omdat de moedertaal toch zo veel eenvoudiger is
en ook stoort het me, dat onze mooie postzegels
met de beeltenis van onze geëerbiedigde vorstin daar blijkbaar
omgeldig zijn,
terwijl ze uitstekend plakken. Kinderachtig, nietwaar?
(Godfried Bomans, Gedachten
achter een bord spaghetti, blz. 14, Pokkenvrij de lucht in)
Wanneer de Europese beschaving
werkelijk eens sterft,
dan is het aan de schurft welke Amerikanisme heet;
aan een wereldbeschouwing, uitsluitend gebouwd op de begrippen
nut en winst.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 169)
Amsterdam
Laat Amsterdam je noit verlokken
Mijdt grote steden als de pokken
Ik weet de lichtstroom trekt ons aan
Ofschoon w'erin ten onder gaan
Hoevelen zijn niet door dat leven
Vernietigd, in het slijk gebleven
't Gevaar ligt oov'ral op de loer
Nee jongenlief, blijf jij maar boer (Louis Davids,
Brief van een landbouwer aan zijn zoon (ged.),
Jacques Klöters, Omdat ik zoveel van je hou, blz.
113/114)
Amuseren
Opgetekend uit de mond van Remco:
'Soms amuseer je jezelf zo goed, dat de anderen het niet meer
doen.'
(C. Buddingh',
Dagboeknotities 1977-1985, blz. 270, 19-06-1978)
Analfabetisme
Soms geloof ik dat analfabeten prettiger leven dan
geletterden.
(Albert Helman in: Ik herinner
mij, blz. 74)
Andalusië
Snijdt een Noordafrikaan open en je komt een verdoolde Andalusiër
tegen,
had een Tunesische vriend me ooit gezegd.
El-Andalûs, het Verloren Paradijs,
ligt stevig verankerd in het Noordafrikaanse collectieve bewustzijn,
steviger dan veel Noordafrikanen willen toegeven.
(Harm Botje,
Het Duivelshuis, blz. 112)
Angst
De angst ruiste als een verliefdheid door zijn bloed.
(Tim Krabbé,
De grot, blz. 5)
Men kan zijn angst niet ontlopen,
daarom moet men haar trachten om te zetten in een drijfkracht.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 48)
Angst is een blijvende staat, die slechts zo nu en
dan tot ons bewustzijn doordingt.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 48)
Antwoord
Mijn verweer was zwak, maar ik had mijn antwoord klaar,
net zoals die boekhouder die tegen zijn baas zeide
geld misschien wel maar een antwoord zal ik U nooit schuldig blijven.
(Gerard Reve,
Het boek van violet en dood, blz. 80)
Applaus
'Dan zal ik het hele plan uit mijn gedachten zetten.
Want ik alléén '
'Juist sir', viel Hassan in.
'Je kunt niet klappen met één hand, zoals mijn moeder
pleegt te zeggen.'
(Bertus Aafjes,
Morgen bloeien de abrikozen,
Men kan niet klappen met één hand, blz. 67)
April
Heer, laat mij niet zijn als de maand April
met bui op bui, nu zonneschijn, dan regen:
lijn voor mij uit standvastige wegen,
en dat ik gansch het leven leven wil. (Reimond
Herreman, Gebed om ingekeerdheid,
Meulenhoffs Dagkalender Nederlandse poëzie 1993, 18 april)
Een hele goeie
Ik droomde wel zo'n treurige paskwil:
je zei: 'Ik hou zo van je. Eén april!!' (Lévi
Weemoedt, Van harte beterschap, blz. 47)
Midden april heeft een mens recht op een mild zonnetje,
zodat hij in het gras kan gaan zitten en de wereld aan zich laten
voorbijtrekken.
(Koos van Zomeren,
Een jaar in scherven, blz. 97, 12-04-1987)
Aquarium
De bisschop die 't naaktzwemmen zat was
voorzag 't aquarium van matglas
(John O'Mill, Popsy Poems, blz.
32)
Arbeid
Op deze boulevards begrijpt men eerst goed,
dat arbeid iets met de Paradijsvloek te maken heeft.
(Simon Carmiggelt, Allemaal
onzin, blz. 33)
Archeologie
Een vrouw kan maar het best met een archeoloog getrouwd
zijn.
Hoe ouder ze wordt, hoe meer hij zich voor haar gaat interesseren.
(Agatha Christie, geciteerd
door Frands de Clercq in 'Vlinders vangen', blz. 94)
Armoede
De armoede is er werkelijk niet te beschrijven!
Wist u dat er daar gezinnen zijn die, als ze honger hebben, hun
afwasmachine schoonlikken?
(Koot & Bie,
Bescheurkalender)
Meneer de rechter, tegen de rijken zegt God elk jaar:
"Hier heb je een zak,"
en die zak is meestal gevuld met goud en zilver.
En tegen de armen zegt hij:
"Hier heb je een kleine duivel."
En die heeft meestal een mond die nooit genoeg heeft.
(Reis om de wereld in 80 verhalen, blz. 91, Alfa Al-Idlibi, Een hopeloze
zaak)
Armoede brengt volkeren tot revoluties
en revoluties brengen het volk weer tot armoede.
(Victor Hugo,
Zelf gezien, blz. 129, 19 februari 1848)
Arrogantie
Mensen gaan door een moeras van verblinding en eigendunk
en maken zichzelf maar wat wijs.
De meeste mensen ontdekken hun ware aard pas als ze begraven zijn.
(Gerrit Komrij,
De buitenkant, blz. 12)
Artsen
Je zult je misschien afvragen: waarom maakt hij zich
zo druk over geneesmiddelen?
Omdat gezondheid de grootste schat is.
Daarom benijd ik artsen wel eens,
omdat ze nooit ziek zijn,
en als ze ziek zijn kunnen ze zichzelf beter maken zonder dat
het iets kost.
(Gerard Reve,
Zondagmorgen zonder zorgen, blz. 97, Koop een papegaai)
Asielzoekers
In de Volkskrant van 14 september stond een bericht
over het uitzetten van zeearenden.
Blijkbaar betekent 'uitzetten' bij zeearenden dat ze er in mogen
en bij asielzoekers dat ze er uit moeten.
(G. Wiegerink,
ingezonden brief in De Volkskrant, 21-09-1996)
Astma
Dat astma schrijf ik hoofdzakelijk toe aan morele oorzaken.
Ik heb opgemerkt dat het in verband staat met ergernis
en daaraan heb ik geen gebrek.
(Willem Frederik
Hermans, De raadselachtige Multatuli,
blz. 182, brief aan Haspels, 18 juni 1883 )
Atheïsme
Zoals de atheïst tegen God zei:
'Je bestaat niet en ik haat je!'
(Hannah Green,
Ik heb je nooit een rozentuin beloofd, blz. 36)
Alle atheïsme berust in
laatste instantie op onwil
om de voor de hand liggende conclusie te trekken
uit een onbevooroordeelde observatie der werkelijkheid.
(Louis Hoyack, Gedachten en
aphorismen, blz. 74)
Aubade
'O, een aubade,' zei Simon bedrukt.
Hij herinnerde zich zeer goed wat een aubade was:
vroeger had hij zelf tussen de andere kinderen met een vlaggetje
op en neer gelopen voor het stadhuis,
en op het eind kreeg men òf limonade òf koek, maar
meestal niets.
(Godfried Bomans,
Werken I, blz. 496, wonderlijke nachten)
Australië
Het water kolkt met onbeschofte slurpgeluiden uit het
bad weg
alsof iemand het in de leiding gulzig opzuigt.
Dan zie ik dat het niet waar is wat me altijd over Australië
is verteld:
ook hier kolkt het water met de wijzers van de klok mee.
(Kristien
Hemmerechts, Achttien korte stukjes over Australië, in:
Amsterdam retour, blz. 29)
Auto's
Er zijn ook auto's.
Duivelse, mensenmoordende bezetenheid van een wild geworden mensdom.
Eens was het veilig op straat.
Vanmorgen toonde onze koetsier ons een van deze machines,
die onlangs een oude vrouw overreden en gedood heeft en nu voor
nieuwe slachtingen toegerust klaarstaat.
Straf natuurlijk bijna nihil.
De 'verkeerszondaar', een echte 'amokmaker',
moest een paar ellendige daalders op tafel leggen en de zaak was
afgedaan.
(Léon Bloy,
19 augustus 1901, Meulenhoffs dagkalender 1988, 19-8)
Rijdt u of maakt u autokilometers?
(VN, Terzijde,
blz. 17, 15-02-97)
Zolang we ons onze auto's kunnen
veroorloven.
Zolang het milieu zich onze auto's kan veroorloven.
(Koos van Zomeren,
De bewoonde wereld, blz. 225, uit: De lof der platheid)
Een auto heeft net als een echt
nest net voldoende ruimte voor het mannetje en het vrouwtje om
te paren
en de jonkies passen met z'n allen op de achterbank
tot ze groot genoeg zijn om zelf wat in een eigen auto te gaan
liggen rommelen.
(Midas Dekkers, De koe en
de kanarie, blz. 96)
Autobiografie
Een autobiografie is niet zozeer een beeld van iemands
leven,
als wel een beeld van het beeld, dat hij van zijn leven heeft
tijdens het schrijven.
Door nieuwe gebeurtenissen kan dat beeld korte tijd later alweer
anders zijn.
(Harry Mulisch, Mijn getijdenboek,
blz. 7)
Het schrijven van een
autobiografie is de laatste,
wanhopige en toch altijd weer vergeefse poging om zichzelf te
leren kennen.
(J. Greshoff, Nachtschade,
blz. 76)
Autoriteit(en)
Wanneer ik een autoriteit zie,
dan zie ik hem meteen in een tijgervelletje, met een knots, luidkeels
'Oehoe' roepend.
(Gerrit Komrij,
De buitenkant, blz. 13)
Kijk, een van de redenen
waarom de dienaren van het gezag altijd mijn lachlust opwekken
is óók
dat ze zich nooit bewust lijken van hun eigen sterfelijkheid.
Terwijl iedereen vanzelf weet dat het Echte Gezag doorgaat als
zij hun houten jas aantrekken.
Ik ben me er voortdurend en grondig van bewust dat de dood als
eerste violist meespeelt.
Dus heb ik de neiging alles erg onbelangrijk te vinden.
(Gerrit Komrij,
De buitenkant, blz. 13)
Op deze plaats kan nu alleen
maar Nescio geciteerd worden.
Ik heb het weliswaar al eens vaker gedaan,
maar Nescio kan niet stuk en daarom doe ik het nog eens.
Het is een noot bij het verhaal Kortenhoef dat omstreeks 1911
geschreven is.
De noot is van 1942.
Dit aardige wipbruggetje bestaat ook al niet meer.
De weg is over het water heen geplempt.
God zegene de verantwoordelijke autoriteiten.
Als 't kan een beetje hardhandig.
(A.L. Snijders,
INRI, Gelders Dagblad, 11-10-1997)
'Goeroe, heb je al nagedacht,
wat voor beroep of je hebt?'
Dat was geen eenvoudige kwestie.
'Dat moet hè, een beroep?'
'Moet je luisteren,' begon ik. 'Je moet een beroep hebben.
Als je geen beroep hebt, vestig je de aandacht van de autoriteiten
op je.
Je zou juist denken van niet,
maar het ligt altijd heel anders dan je op het eerste gezicht
denkt.
Je kan natuurlijk zeggen, als ze je vragen wat doet u:
"Ademhalen, dat ik niet stik."
Maar met autoriteiten trek je altijd aan het kortste eind.
Je bereikt niks, jongen,
behalve dat het raampje van het loket met een klap naar beneden
gaat,
en je mag nog blij zijn dat je poot er niet onder zit.
Ze zijn over ons gesteld. Je bereikt alleen wat met list.'
(G.K. van het Reve,
Nader tot u, blz. 114, Brief uit het huis genaamd 'Het Gras')
Avignon
Een kinderlied had me erheen bewogen;
ik stond onder een al te schelle zon
en zag hoe ik als kind was voorgelogen -
geen mens danst op de brug van Avignon. (B.L. Notenboom,
Avignon (ged.), in: Meulenhoffs dagkalender Nederlandse poëzie
1993, 19 juli)
Avond
Het mooiste moment van de dag is wanneer de zon onder
is,
maar nog net indirect een beetje tegen het wolkendek schijnt.
De valavond noemen ze dat in het Vlaams.
Dat is tussen dood en leven, tussen licht en donker.
(Stef Bos, Gelders
Dagblad, 04-10-97, Hoe Stef Bos het gevoel ontdekte)
Stel dat de avond niet zou
vallen
en dat het moeizame gedoe
dat wij bedrijven met ons allen
zou doorgaan tot oneindig toe
(Jean Pierre Rawie, Troost (fragm.),
Bzzlletin dec93/jan94, blz. 29)
De kinderen slapen, het hele
huis
is vol van hun rustgeluk, overal
beeft het onhoorbaar geruis
van hun bloedklop en ademval.
(Gabriël Smit, Omschrijving
van de liefste (fragm.),
in: Hand in hand in hand, samenst. Ernst van Altena, blz. 117)
Deze avond, dit weiland. Heldere
toegang tot zwart
heelal. Nu met de rug naar de toekomst beseffen dat
al wat ik zie niet meer is doch slechts is voor zover
ik het zien zal. Het onweert dof in het volgende dal.
(Anna Enquist, Herinneringsplicht
(fragm.), Een nieuw afscheid, blz.38)
Als de geluiden sterven 's
avonds laat,
Alleen de lichten der lantarens leven
- Eenzame toortsen in de vale straat -
Voel ik mij vaak in raadselen verweven:
(L. Ali Cohen, De vreemde
(framg.), Reflexen, blz. 70)
Hoe komen de bomen zo zwart?
De wolken zo klein en verdwijnend,
Licht is de lucht en doorschijnend,
Hoe zien dan de bomen zo zwart?
(Jacqueline E. van der Waals,
Avondimpressie (fragm.), Iris, blz. 19)