Reacties? Klik hier om
|
Gevolgen
grondoorlog tegen Irak onvoorspelbaar Hans Feddema 10 juni 2002 Is
Irak een dreiging voor de wereld en zo ja, moeten de VS daar dan militair
ingrijpen? Dat is de vraag waarover in Europa hier en daar van gedachten
wordt gewisseld. Prima dat nu al te doen en dit niet uit te stellen tot
Amerika metterdaad overgaat tot de geplande aanval op Irak, ook gezien de
verborgen agenda’s die (kunnen) meespelen. Een officieel argument is de
mogelijke inzet van biologische wapens door Irak. Maar een tweede, meer
informele reden is het regime aldaar ten val te willen brengen. Wat het eerste betreft zouden de VS
zich kunnen beroepen op Veiligheidsresolutie 687, dus de resolutie die de
Golfoorlog (1991) van legaliteit voorzag. Het probleem is
hoe te bewijzen dat Irak zulke wapens zal gaan inzetten. Dat lijkt
gemakkelijk als het gaat om de politieke wil van het regime voor een
eventuele inzet, maar uiterst moeilijk inzake de aanwezigheid, of liever het
potentieel van die wapens. Oude voorraden zijn niet het punt, volgens
experts. Het gaat om de capaciteit nieuwe te maken. Die is er in principe,
maar de productie ligt al jaren stil. En ook het continue testen (een
voorwaarde voor het gebruik van de wapens) heeft niet plaats. De Amerikanen
weten dit, want ze zouden via satellietfoto’s of anderszins de
productieplaatsen en het testen meteen ontdekken en met precisiebommen
uitschakelen. Er is kortom vanuit die optiek bepaald geen reden voor een
grondoorlog tegen Irak, ook al vormt de capaciteit om biologische
wapens te maken op zich bij zo’n regime wel een potentiële bedreiging en
blijft het zaak de vinger aan de pols te houden. Het
informele argument om het regime ten val te brengen mist elke
volkenrechtelijke basis. Ook in resolutie 687 wordt niet gerept over het
bewind. Logisch, want dan zijn er heel wat meer regimes die zouden kunnen
worden aangepakt. Toch gooit dit argument hoge ogen. Bij ‘rechtse’
Amerikanen om alsnog het tijdens de Golfoorlog door Bush sr. ‘halverwege
gestopte’ werk te kunnen afmaken en voor ‘linkse’ Europeanen om via
Amerikaans geweld in Irak democratie te kunnen brengen. Het doel zou de
middelen heiligen. Het zal net als bij de bombardementen op Kosovo een
splitsing bij links en de vredesbeweging veroorzaken. Sommigen (onder wie
Mient-Jan Faber) schetsen als resultaat van een grondoorlog in plaats van
een autonome regio al een geheel vrij Koerdistan in Noord-Irak. Het is de
valkuil van het maakbaarheidsdenken dat men niet inziet dat grootschalig
militair ingrijpen een dynamiek in gang zet met niet te voorspellen
gevolgen. De bekende Britse generaal Rose zei eens dat na de
‘overwinning’ de moeilijkheden pas beginnen. Vroegere militaire
interventies geven ook aan dat daardoor het conflict meestal escaleert en
dat het altijd anders loopt dan men dacht.
Maakbaarheid
‘by all means’ stemt steeds
minder tot optimisme. Dat zou wel eens
vooral kunnen gelden voor militair ingrijpen in het
‘heetgebakerde’ Midden-Oosten.
Destabilisatie in de regio en een grote tol aan mensenlevens zullen
onvermijdelijk het gevolg zijn, zoals ook het terugdraaien van prille
democratiseringtendensen in buurlanden als Iran. En wat zal de reactie in of
van Israël zijn? Ook zullen de Amerikanen als (tijdelijke) bezetter in Irak
met stadsguerrilla te maken krijgen. Spelen met vuur dus. In vergelijking
hiermee lijkt Clintons Irak-beleid van ‘indammen’, de vinger aan de pols
houden en de schade zo veel mogelijk proberen te beperken een kleiner kwaad.
Ons maakbaarheidsdenken in de wereld stuit op grenzen. Een Amerikaanse
grondoorlog tegen Irak is hoe dan ook niet het juiste antwoord. De problemen
rondom Kashmir en Israël zijn bovendien zo dramatisch dat het van wijs
beleid zou getuigen, aan het helpen oplossen daarvan alle prioriteit te
geven boven riskante avonturen in Irak. Dit
artikel verscheen in Algemeen Dagblad
van 19 juni 2002 onder de titel ‘Geen riskante operaties VS tegen Irak’.
Op dezelfde dag verscheen het stuk in Friesch
Dagblad. (Met
dank aan de Stichting Duurzame Solidariteit verbonden met GroenLinks)
|
|