|
Obama: hoop als motor voor idealen
Barack
Obama is in zijn eerste honderd dagen vooral nog bezig met symbolische
daden. Zo draait hij omstreden beslissingen van zijn voorganger terug, ook
om de VS weer ‘hun morele status terug te geven’: martelen verbieden,
Guantanamo en CIA-gevangenissen sluiten, de tegenstrijdigheid rondom de
abortuspolitiek stoppen en zijn beleid transparant maken. Dit laatste ook
voor historici, die door Bush jr. onnodig lang buiten de deur werden
gehouden. Obama tekende, behalve drie besluiten ter versterking van de
positie van de vakbond in de VS, zelfs al een energieplan, waardoor staten
eisen kunnen stellen aan de CO2-uitstoot van voertuigen. Ook
bereikte hij op 12 februari een akkoord met het Congres over een
economisch hulp- of herstelplan in de VS van 789 miljard dollar. ‘De man
van de hoop’ straalt daadkracht uit en geeft in zijn buitenlands beleid
weer voorrang aan diplomatie. Uit deze
snelle start is al iets op te maken, maar inzake zijn beleidsvisie moeten
we het nog vooral doen met hoe hij tot en met zijn inhuldiging furore
maakte. Zijn rede op 20 januari raakte ons in Nederland zeer, behalve
wellicht enige cynische commentatoren. Ik bekeek die rede nog eens en
vergeleek haar met voorgaande speeches. De overwinningsspeech van 4
november heeft grote hoogte. Cynisme, wanhoop en twijfel worden door Obama
getransformeerd tot Yes we can. Behalve eenheid is een sleutelzin dat ‘niet de macht
van onze wapens of de grootte van onze rijkdom, maar de onuitputtelijke
kracht van onze idealen’ de ware kracht van een volk is. Idealen als
‘democratie, vrijheid, kansen en onverslaanbare hoop’ In zijn
inhuldigingsrede zien we min of meer hetzelfde. Geen pijlen naar Bush jr
– hij veronderstelde het bekend dat Bush twee oorlogen en een
economische crisis achterliet –, maar zich op de toekomst richten,
optimistisch en realistisch. Hier tevens nadruk op idealen. Tegenstelling
tussen veiligheid en idealen noemt hij vals. En mensenrechten wil hij niet
opgeven voor opportunisme. Ook beklemtoont hij samenwerking op basis van
wederzijds belang en respect. Er is
sprake van een totaal andere wereldbeschouwing dan die van Bush jr. Bij
deze was het antagonisme wat de klok sloeg, the
West against de rest. Impliciet nam Obama dan ook radicaal afstand van
zijn voorganger: geen machtsvertoon, maar tolerantie, samenwerken en een
grote scepsis jegens het neoliberalisme. Obama is ook streng: “De tijd
van onprettige beslissingen uitstellen is voorbij.” Hij houdt zijn volk
voor de schouders eronder te zetten en in hun kracht te komen. Dat laatste
was indirect al een effect van 4 november voor veel Afro-Amerikanen:
‘als Obama het kan, kunnen wij het ook’. En moslimlanden, waarnaar de
vriendenhand wordt uitgestoken, laat de kleinzoon van een Keniase
moslimkok weten: “Weet dat jullie volk je beoordeelt op wat je kunt
bouwen, niet op wat je kunt vernietigen.” Naties vernemen van hem dat ze
‘niet langer onverschillig kunnen staan tegenover het lijden buiten de
grenzen’. Jongeren Hoop is een
emotie. Hoop jaagt ons handelen aan, het heeft iets met vertrouwen en staat haaks op overbezorgd
zijn. Mensen zijn er opgetogen door. Het verklaart dat twee miljoen mensen
de kou trotseren om de inhuldiging bij te wonen. Hoop heeft iets spiritueels, geeft kracht. Verbindt hij idealen vaak met
spirituele kracht, zijn grootste prestatie is dat hij de ‘terreur van de
angst’ van acht jaar neoconservatief bewind omsmeedde tot hoop. Volgens
de Franse politicoloog Dominique Moisi is angst juist in het Westen de dominante emotie en hoop die van Azië (en vernedering die van de
moslimwereld). Leiders spelen vaak in op angst, zeker bij crises, wat
Obama’s transformatie van angst in hoop des te opmerkelijker maakt. En
ook dat er nu dankzij gedeelde verwachtingen tijdelijk sprake is van een
zekere verbroedering. Het zou
enorm zijn indien Obama iets daarvan kan overbrengen naar het
Midden-Oosten, waar angst (Israël) en vernedering (Arabieren) dominante
emoties zijn. De wonden van de betreurenswaardige Gaza-oorlog lijken
daarvoor op het eerste gezicht nog te diep. Een blokkade is ook het niet
willen erkennen van Hamas als gesprekspartner. Toch verwacht ik van Obama
op termijn initiatieven in de richting van een vredesregeling tussen Israël
en de Palestijnen. De sterren staan nu veel gunstiger dan onder Bush jr.
De band van de VS met Israël kan en wil Obama niet verbreken, maar hij
zal zich ook weer niet laten ringeloren door Israël als het gaat om een
eerlijke oplossing van wat wel wordt genoemd ‘de moeder van alle
conflicten’. Hij heeft zich daarvoor te zeer gecommitteerd aan een
‘tweestatenoplossing’. De benoeming van George Mitchell als speciale
gezant voor het Midden-Oosten geeft dat ook aan. Deze is ervaren en
gezaghebbend. Op zijn naam staat het Goede Vrijdagakkoord van 1998 in
Noord-Ierland. Zijn eerste
taak is het broze staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël te bestendigen.
Ook is het wachten op het formeren van de nieuwe regering in Israel na de
verkiezingen van 10-2. Natuurlijk
zal de praktijk weerbarstig (kunnen) zijn, zeker nu Israel electoraal een
ruk naar rechts heeft gemaakt en mogelijk of waarschijnlijk de sluwe
Netanyahoo - een tegenstander van een Palestijnse staat - aan de macht
komt in Israel. Of als een groot deel van de onderdrukten in die regio
gelooft of blijft geloven in geweld als enige weg. Maar ik sluit niettemin
op termijn een vredesakkoord niet uit via Amerikaanse druk. Ik heb me in
elk geval door Obama laten overtuigen van de kracht van de hoop als ideaal
en als wapen om te komen tot een betere wereld. Zulk een bezieling roept
echter ook weerstand op, bijvoorbeeld bij rechtse Amerikanen. Het
geweldsdenken is ook in de VS bepaald nog niet weg. Ik draag Obama en de
wereld dan ook op aan het Universum en ga voor de hoop.
|
Reacties?
Artikelen ontvangen per
e-mail?
|