Reacties?
Mail Hans Feddema:
feddema@wish.net
Klik hier om
artikelen per Email
te ontvangen
|
Home Archief Colofon
Westen
onderschat woede der machtelozen
Hans Feddema
12 december 2001
Vanaf 11 september was duidelijk dat de door president Bush geproclameerde
oorlog tegen het terrorisme nevendoelen en neveneffecten zou krijgen. Een
tweede doel werd bijvoorbeeld de vernietiging van het Talibanregime. Vreemd,
omdat de VS nog in juli de Taliban zagen als een garantie voor een veilige
oliepijplijn door het land , maar ook omdat het de aandacht afleidde van het
hoofddoel. Als men zweert bij militaire interventie, zijn er vele andere
verwerpelijke regimes om aan te pakken. Terrorisme is overigens niet een
staat, maar een verschijnsel. Bovendien is de rechtsbasis van de Amerikaanse
oorlog jegens Afghanistan, welke in termen van internationaal recht geen
aanvalsdaad pleegde jegens de VS, nihil. Een rechtsbasis om de verdachte Bin
Laden uitgeleverd en voor het gerecht proberen te krijgen, is er wel, maar
niet om deze pogen te doden of daarvoor een land te bombarderen.
Veilgheidsresolutie 1368 kwalificeerde de aanslagen van elf september
uitdrukkelijk niet als "een aanvalsdaad" maar als "een
bedreiging van de vrede", waarvoor geen ‘recht op zelfverdediging’
(art 51 VN-handvest) geldt. De Amerikaanse president overtrad zo het
belangrijke ‘geweldsverbod’ (art. 2 van het VN-handvest), nam het recht
in eigen hand en wreekt de 3900 doden van elf september door op zijn beurt
ook ‘te doden’. Lizet Kruyff noemt dat ‘bloed voor bloed’ in haar
radiodo-cumentaire ‘Oog om oog, tand om tand: Bloedwraak in Nederland’.
Toen de Taliban voorafgaande aan de bombardementen de Amerikanen voorstelde
Bin Laden uit te leveren, maar deze dan te laten berechten door een
islamitische rechtbank, weigerde president Bush. Het leek geen eindbod, maar
tussenpersoon Pakistan mocht geen tegenvoorstellen doen, er was slechts
sprake van een dictaat nl. uitlevering aan de Amerikanen.
De Taliban was dogmatisch en repressief, het enige positieve leek, dat ze
een eind had gemaakt aan de anarchie in het land . Maar de Noordelijke
Alliantie is eveneens verre van vrouwvriendelijk,en in elk geval even, zo
niet meer, crimineel dan de Taliban. Ze slachtte tussen 1992 en 1996
vijftigduizend mensen af en speelt tot op vandaag een dominante rol in de
door het Westen gevreesde drugsexport.
Qua stabiliteit is de situatie er sinds de bombardementen in Afghanistan nu
op achteruit gegaan. Roversbenden maken als van ouds de wegen onveilg,
waarvan ook enkele van de acht omgekomen journalisten het slachtoffer
werden, en de voorheen door de Taliban getemde krijgsheren bakenen nu weer
in rivaliteit hun machts- en gebiedsgrenzen af. De Noordelijke Alliantie
noemde de besprekingen in Bonn "symbolisch" . Logisch want de
situatie in Afghanistan is thans in overeenstemming met Mao’s gezegde dat
‘de macht in de loop van het geweer’ zit , ook al ontstond in Bonn een
accoord voor een overgangsbestuur. In Bonn, waar overigens slechts een
kleine en niet al te representatieve vertegenwoordiging van de Afghanen
aanwezig was, lijkt zeker wel iets bereikt, maar voorshands is de situatie
in het ‘veld’ bepalend. Tekenend is dat al meteen drie krijgsheren,
onder wie de Oezbeekse generaal Rashid Dostum en de oudpremier Gulbuddin
Hekmatyar het akkoord afwezen. En of een VN-vredesmacht door ‘het veld’
zal worden getolereerd , is nog de vraag. Niets moet worden uitgesloten,
maar voor euforie is na Bonn nog geen reden. De militaire interventie van
voorheen in het wespennest Somalie, waarmee het Afghanistan van thans veel
gelijkenis vertoont, strandde vooral omdat het de soldaten (en vooral de
Amerikaanse) niet lukte in de strijd tussen de krijgsheren een
onafhankelijke positie te behouden. Zeker onver-standig is het de Britse
ex-kolonisator van Afghanistan straks in de vredesmacht een hoofdrol te
laten spelen.
Geopolitiek heeft de operatie de Amerikanen natuurlijk geen windeieren
gelegd, al was het maar alleen dat nu Afghanistan als doorsluishaven van gas
en olie uit Centraal-Azie door hen wordt beheerst.. Onder het mom van
moraliteit zien we een "herleving van het imperialisme van de koloniale
periode", zoals de hoogleraar Peter van der Veer (UvA) terecht
signaleert (Trouw 28 november). Het net uitgekomen onthullende boek ‘Bin
Laden, de verboden waarheid’ van Jean-Charles Brisard en Guillaume Dasquie
maakt ook duidelijk hoe die oliepijplijn al enige tijd een centrale rol
speelde in de contacten tussen de VS en de Taliban.
Het betreft hier nogmaals een nevendoel. In de retoriek gaat het om een
ander doel, nl uitschakeling van terrorisme. Maar of dat doel dichterbij is
gekomen, is zeer de vraag. Er is niets gedaan aan de voedingsbodem daarvan.
Stappen om in de woorden van Hans van Mierlo (Buitenhof van 9 december) de
haat weg te nemen, zijn er niet gezet. Even was er na 11 september een
impuls om de Palestijnen eindelijk recht te gaan doen, maar dat lijkt nu ook
al weer te zijn teruggedraaid. Zelfs aan een langetermijnplan om de
hoofdoorzaken van de wrok weg te nemen is niet gewerkt. Helaas ook niet door
Europa , dat de Amerikanen slechts slaafs volgt in het beleid van louter
symptoombestrijding. Wel is nu het ‘huis’, waarin een hoofdverdachte een
warm onderdak had, ontmanteld. De bommen die daarbij een rol speelden, de
vele onschuldige slachtoffers en ook het wrede optreden jegens gevangenen
met Amerikaanse sanctie, hebben echter de rancune over het VS-beleid in
miljoenen harten slechts versterkt. Indien Bin Laden dood dan wel als
gevangene een nieuwe Che Guevara wordt (die het gedurfd heeft het machtige
Amerika in het hart aan te vallen), is het slechts een kwestie van tijd tot
een nieuwe explosieve situatie aanbreekt. De huidige situatie in Israel/Palestina
toont aan, dat er talloze andere Bin Ladens klaar staan. De woede der
machtelozen wordt hoe dan ook onderschat. Macht is geen recht, ook al maakt
ze even indruk.
Een militair antwoord op terreur stimuleert deze en voedt fanatisme, zoals
ik als antropoloog met eigen ogen aanschouwde bij de Tamil-‘Tijgers’ in
Sri Lanka en zoals ook Baskenland en Noord-Ierland aantonen, om over Israel
maar te zwijgen. In die zin is de oorlog van Bush niet teneinde, maar begint
ze pas.
Behalve nevendoelen heeft een oorlog ook nare neveneffecten. Nevenefecten
waarbij de rechtstaat in het geding is of waarmee de democratie zich in de
eigen staart bijt. Zo zijn er nu reeds zorgwekkende ‘verrechtsende’
tendenzen te bespeuren in vooral de VS maar ook in Europa, zoals de
toenemende ‘beheersing’ en (subtiele) censuur in politiek en media. In
de VS komt daar nog bovenop de voornemens tot een ontoelaatbare inperking
van verdachten en het instellen van een geheime speciale rechtbank voor
mensen die verdacht worden van terrorisme. De meeste EU-landen hebben hier
grote moeite mee. De Belgische minister van Justitie Verwilghen heeft dat
namens de EU de afgelopen tijd zijn Amerikaanse collega Ashcroft ook laten
weten, maar tot nu toe zonder resultaat. Onthutsend voor de VS-mentaliteit
is ook, dat de Amerikaanse Senaat op 10 december een wet aannam tegen
Amerikaanse deelname aan het Internationale Strafhof, met mogelijk sancties
tegen landen die wel deelnemen en plannen om door of namens dat Strafhof
gevangen genomen Amerikanen desnoods met geweld te bevrijden. Ik sprak al
over het nu met voeten treden van ‘het geweldsverbod’, - een aantasting
van de internationale rechtsorde - en het negeren van de voedigsbodem. Er is
kortom,de eerste militaire sucessen in Afghanistan ten spijt, nogmaals
bepaald geen reden voor euforie.
____________
Dr J.P. Feddema is antropoloog, publicist en actief in de vredesbeweging en
GroenLinks.
Dit artikel werd ook
gepubliceerd in het februarinummer 2002 van de Linker Wang en in
Kairos-berichten van januari 2002.
feddema@wish.net
Home Archief
Colofon |
|