Reacties? Klik hier om
|
Racisme steekt kop op in VS en ook in Nederland
Hans Feddema Door
de rampzalige gevolgen van de orkaan Katrina in Louisiana en Mississippi
komt in de Verenigde Staten een sluimerend racisme aan de oppervlakte. Ook
in Nederland blijken we niet vrij van racistische sentimenten. Orkanen
komen geregeld voor in het zuidwesten van de VS. Het ligt daarom voor de
hand dat men zich daarop goed voorbereidt. Een tsunami komt lang niet zo
vaak voor en normaalgesproken al helemaal niet in de Indische Oceaan. In
februari van dit jaar ben ik naar Sri Lanka gegaan om te helpen bij de
opbouw van het door de tsunami getroffen dorp Dodanduwa. Ik kende het,
deed er tot voor kort onderzoek. Een politicus vertelde me dat zijn land
drie jaar eerder een nationaal rampenplan had opgesteld, maar dat dit door
een plotselinge kabinetscrisis helaas in de la was blijven liggen.
De
VS zijn geen ontwikkelingsland, maar een moderne supermacht, met militaire
bases in het buitenland en een bezettingsmacht in Irak. Het is niet te
vatten dat de dijken onder de maat waren in een dichtbevolkt gebied vol
olieraffinaderijen. Na de ramp verliep de hulpverlening traag en
chaotisch. De slachtoffers waren vooral arme zwarten die geen auto hebben.
Dat riep meeleven op, maar ook racistisch cynisme. Blanken die wel over
eigen vervoer beschikten, meenden dat de slachtoffers zich eerder uit de
voeten hadden moeten maken. Vooroordelen jegens de zwarte medeburger
bleken allerminst verdwenen. Kritiek
islam Een
tegenvaller voor deze groep was de publicatie begin dit jaar van het
pamflet “Gedoemd tot kwetsbaarheid” waarin schrijver Geert Mak
waarschuwt tegen een op angst gebaseerde hetze tegen de islam. De druiven
waren kennelijk zuur en de groep reageerde niet op de inhoud van het
pamflet, maar richtte zich op vermeende vormfouten en speelde rancuneus op
de persoon. Ephimenco noemde nog onlangs in zijn eerste column na de zomer
Mak voor de zoveelste keer een onzorgvuldige professor, gemankeerde
historicus, links-radicaal en deskundig in prietpraat. De
groep valt hiermee behoorlijk door de mand en brengt zo ook Hirsi Ali, die
ze zegt te willen steunen in haar strijd, in diskrediet. Niet alle acht
maken het overigens zo bont. De sympathieke Paul Cliteur met wie ik -- hij
is net als ik woonachtig in Leiden -- enig contact onderhoud, stelt zich
de laatste tijd bijvoorbeeld bewust terughoudend op. Het leek me hoe dan
ook goed dat de lezers weten uit welke hoek de wind waait. Periodiek
eens wat kritiek op een religie kan beslist geen kwaad, mits die niet
eenzijdig is en gedoseerd.
Maar als een groep bewust erop uit is de religie van een minderheid van
nieuwkomers constant aan te vallen, ontaardt dat algauw in een hetze en
demonisering. Dat dit vijand- en gevaarlijk slachtofferdenken oproept en
niet bevorderlijk is voor de vrede in de samenleving, kan een kind
bedenken.
|
|