Reacties? Klik hier om
|
Niet religie, maar gevoel van vernedering aan de basis van terreur
Op
11 december is een nauwkeurig voorbereide zelfmoordaanslag van Al Qaida in
België verijdeld. Het is voorpaginanieuws, onder meer in de Volkskrant (12 december). Veertien verdachten werden opgepakt.
Ook de aanslag in Mumbai eind november maakt duidelijk dat de golf van
‘terrorisme’ waarin de wereld zich nu bevindt, nog niet voorbij is.
Hoe komen mensen ertoe van onderop anderen te terroriseren, ten volle
bereid er hun leven voor te geven? Dat laatste is overigens vrij nieuw. Meerdere golven van
‘terrorisme’ Vrienden worden met je
schaduw Dat
er ook veel niet-islamitische terreur was en is -- in India leidde zo in
1992 de verwoesting van de moskee in Ayodhoya door fanatieke hindoes tot
1400 doden, voornamelijk moslims --, wordt gemakshalve vergeten. Wilders
en anderen voelen van binnenuit de noodzaak tot projectie op een zondebok.
En zo leidt het verdringen van eigen schaduwen alleen maar tot oorlog. Ze
bestrijden werkt ook niet. Wat helpt is erkennen dat ze er zijn en ze
enige aandacht geven, om te voorkomen dat je ze gaat uitleven. Erkenning
van je schaduwen is al een proces van heling, aldus Carl Gustav Jung. Je
eigen schaduwen zichtbaar maken voor jezelf maakt je ook milder ten
aanzien van de schaduwen van anderen. Onderzoekster Jessica
Stern Er
zijn volgens haar ook (persoonlijke) nevenfactoren, maar de diepere grond
is vernedering
en wel meestal van politieke aard, bijvoorbeeld als gevolg van
een collectief trauma in een volk. Trauma’s raken de ziel van een natie,
waardoor men elkaar kan opjutten tot haat en wraakuitoefening jegens een
ander volk of groep. Niet in de laatste plaats jonge mensen, waarbij ook
een soort hersenspoeling met mooie beloften voor de familie nu en voor
henzelf na dit leven een rol kunnen spelen.
Maar ik zie met Stern hoe dan ook in wraak
voor vernedering de
hoofdverklaring voor het ontstaan van de radicale islam, waarbij de
religie eerder dekmantel dan oorzaak is. Het
(hebben) moeten verduren van uitsluiting, achteruitstelling, arrogant
gedrag en niet te vergeten een (eeuwenlange) bezetting, kunnen leiden tot
trauma’s en tot vernedering.
Die vernedering heeft vaak zowel een nationale als een internationale
dimensie. De moslims in India -- 13 procent van de bevolking -- bungelen
er bijvoorbeeld maar een beetje bij in het land en hadden de afgelopen
tijd bovendien nogal wat te verduren van de zijde van extreme hindoes. Dat
en ook andere zaken tussen India en Pakistan wreken was inzake
‘Mumbai’ een belangrijk motief. Van een internationale dimensie is
sprake als men (tevens) zich wil wreken voor wat broeders elders in de
wereld wordt aangedaan. Bij de aanslagen van 11 september
speelde dat een grote rol, en het was voor de daders van ‘Mumbai’
de reden dat zij tevens speciaal gericht waren op het doden van Israëliërs,
Amerikanen en Britten. Reflectie op onze eigen
rol in deze? Het
enige antwoord op terreur is werken aan een adequate preventie, waaronder
ook eerlijker delen. Voorts het toegepaste geweld veroordelen, het hoofd
koel houden en vooral van westerse kant niet gaan kiezen voor de ‘olie
op het vuur’-strategie. Met andere woorden niet een analoge
militaristische weg opgaan, al was het maar alleen om te voorkomen dat we
zo de geweldspiraal versterken, kortom de terreurgroepen nog fanatieker of
strijdbaarder maken dan ze al zijn. Dit artikel verscheen
eerder in het decembernummer van het Vredesmagazine
en in Friesch Dagblad van 19 december en in het weekblad Het
Goede Leven.
|
|