Reacties? Klik hier om
|
Een oorlog zonder legitieme casus belli?
Hans Feddema 18 februari 2003 Ook
na de uiteenzetting Colin Powell voor de VN-Veiligheidsraad op 5 februari en
de eindrapportage van de VN-inspecteurs op 14 februari blijft het voor alle
weldenkende mensen een dilemma hoe te oordelen over een eventuele oorlog
tegen Irak. Opmerkelijk is dat niemand in deze zijn visie expliciet toetst
aan de klassieke en nog steeds niet herroepen ‘leer van de rechtvaardige
oorlog’ die werd ontwikkeld door Augustinus en Thomas van Aquino, terwijl
bijvoorbeeld George Bush senior zich daarop wel beriep ter rechtvaardiging
van de Golfoorlog van 1991. Bovendien zijn elementen uit deze leer in het
westerse denken over oorlog min of meer gemeengoed
geworden. De
leer onderscheidt vijf voorwaarden waaraan kan worden getoetst of steun dan
wel deelname aan oorlog gerechtvaardigd is. De eerste drie betreffen 1) legitimiteit,
2) proportionaliteit en 3) de effectiviteit
van een oorlog. Ten vierde mag een oorlog louter
zijn gericht op verdediging en ten slotte (5) moet het doden beperkt worden tot soldaten (van de tegenpartij). Laten we ze
stuk voor stuk bekijken op hun relevantie voor genoemd dilemma. Ten
aanzien van de legitimiteit geldt vandaag dat de Veiligheidsraad ermee moet
instemmen. De discussie over de vraag of één land met vetorecht (bijvoorbeeld China) zo’n besluit niet mag
tegenhouden, is een non-debat zolang er op dit punt geen hervorming is
aangebracht en zolang ook de VS er in hun eentje gebruik van maken,
bijvoorbeeld bij moties tegen het beleid van Israël . In
de tweede plaats de proportionaliteit. Als we kijken naar wat er door de VS
en Groot-Brittannië nu al aan militair potentieel is verscheept naar de
Golfregio, ziet het er niet naar uit dat het toe te passen geweld
proportioneel zal zijn. En dan zijn er nog de in The
New York Times uitgelekte Amerikaanse plannen om al in de eerste 48 uur
circa drieduizend bommen en raketten op Irak af te vuren. Gezien de aard van
het Iraakse regime, dat zijn huid duur zal verkopen, is het een volstrekte
illusie te denken dat het geweld, ook los van de eerste slag, ooit beperkt
van omvang kan worden gehouden. Over
de vraag of deze oorlog effectief zal zijn, valt van tevoren niets met
zekerheid te zeggen, maar op
voorhand heb ik er grote twijfels over. Via oorlog proberen een ‘schurk’
te ontwapenen, is zeer onverstandig omdat deze dan juist de wapens zal
gebruiken waarvan hij wordt verdacht ze in zijn bezit te hebben. De oorlog
is ook onverstandig omdat deze de terroristische cellen van Irak in
Engeland, de VS en elders zal activeren en de polarisatie in het algemeen
tussen het Westen en de islamitische wereld sterk zal doen toenemen, met
alle gevolgen van dien – hier, maar ook in Israël en de bezette
Palestijnse gebieden. We
lopen het risico van ernstige politieke gevolgen in de buurlanden, grote
vluchtelingenstromen, mogelijk een onvoorstelbaar grote milieuramp (de
olievelden in Irak kunnen in brand worden gestoken), internationale
wraakacties en een burgeroorlog, gezien de grote tegenstellingen en het
gebrek aan democratische traditie in het land. In
het licht van dit alles acht ik het middel erger dan de kwaal, te meer omdat
het huidige beleid van ‘indamming’ tot nu toe niet helemaal zonder
succes was, wat betreft het opsporen en vernietigen van chemische en
biologische wapens en het onthouden aan Hoessein van een nucleair wapen. Het
laatste is bijvoorbeeld niet gelukt bij Pakistan, Noord-Korea en Israël.
Voortgaan met ‘indamming’, al of niet aangevuld met Franse-Duitse
vredesplannen, lijkt effectiever. De
vierde toetssteen: een ‘preventieve’ oorlog is nooit louter gericht op
verdediging, maar is en blijft een aanvalsoorlog. Het woord ‘preventief’
valt onder de noemer rechtvaardigingsretoriek, omdat degene die het
hanteert, inschat dat de tegenpartij een oorlog zal beginnen of de
wereldorde bedreigt. Voor beide bestaat in het geval van Irak geen bewijs.
Zolang dat er niet is, is er slechts sprake van speculatie. Powells
aanwijzingen (geen bewijzen nog) gingen niet over aanvalsplannen, maar over
de mogelijke aanwezigheid van al dan niet verouderde chemische en
biologische wapens. Ik heb geen illusie dat Saddam Hoessein deze wapens, als
hij ze heeft, niet achter de hand probeert te houden. Machthebbers doen dit
nu eenmaal. (Zijn verdediging zal zijn dat staten die over nucleaire wapens
beschikken, hetzelfde doen.) Het verschil is dat hij resolutie 1441 aan zijn
broek heeft. Maar dat is iets anders dan een aanvalsoorlog ‘plannen’.
Daarvan ontbreekt elk hard bewijs, waardoor een ‘preventieve’ oorlog
volstrekt niet aan de orde is, ook al geeft de Veiligheidsraad groen licht.
Ex-president Jimmy Carter keerde zich daarom faliekant tegen zo’n oorlog. Tenslotte
het vijfde punt. Het aantal
burgerslachtoffers zal immens zijn. Een recent Canadees onderzoeksrapport
spreekt over een minimum van een half miljoen burgerdoden en een veelvoud
aan gewonden. De huidige wapens zijn van dien aard dat het doden niet meer
beperkt kan worden tot de soldaten van de tegenpartij. Alleen al daardoor is
vandaag elke aanvalsoorlog, inclusief een ‘preventieve’, immoreel. Samenvattend:
de Amerikaanse plannen voor een oorlog tegen Irak staan op vrijwel alle
punten haaks op de leer van de rechtvaardige oorlog. Zelf zie ik nauwelijks
een oorlog die dat etiket wel kan dragen, maar los daarvan: zeker in dit
geval zal het middel erger blijken dan de kwaal. Maar ook in het licht van
het eeuwenoude compromis van de rechtvaardige oorlog is een aanval op Irak
moreel noch verstandig.
|
|